naam: klas:
teken: mijn lievelings… vertel: waarvan houden mensen hier een tentoonstelling?
kijk en vertel: dubbel zoveel.
4
thema
1
LES 6.2
1 2 3
6 ik kijk en ik luister
TAALSCHAT BIJ THEMA 6
©Tupungato_Shutterstock.com
2 thema 6 ik kijk
ik luister
4 5 6 TAALSCHAT BIJ THEMA 6 LES 6.2
en
vertel: waaraan nemen deze mensen deel? vertel: wat heeft mol in de gaten? vertel: hoe herken je een fietsenstalling?
duif
kruis het plaatje aan als het woord rijmt op duif .
thema 6 ik kijk en ik luister 3 HET WOORD DUIF: AUDITIEF EN VISUEEL AANBIEDEN LES 6.3
1
verbind alle plaatjes die bij de duif passen.
omkring het woord duif
kleef de passende woorden onder de foto. duif kuif duif wuif kluif duif duif duif duik duim duif duin duif doof duif duif dief duif duit duif fuif kuif dof duif
4
HET WOORD DUIF: VISUEEL HERKENNEN EN LEZEN LES 6.4 2 4 3
thema 6 ik kijk en ik luister
roekoe
kleur het woord duif .
buit duit
duif duif duif
uil kuil is
buil duur duif
dof buil duif duif duif
dus luis
duif duif
duim dof buil
luis fuif ruif ui
wuif stuif
het
duif duik
duin doof duik
duif
duim
duif duif duif duif
fuif ruig de
duif kuif
duif
kuif wuif stuif
kuif
buit duit
kuif wuif stuif buit
omkring het woord duif
dof
de er ui
ui of of of
duik duim
thema 6 ik kijk en ik luister
ui is
duit
duin doof duik
duin doof
er ui uil kuil kuis dom dus
doof duik duif duim
duif duif
wuif duit duif buil duif dof
buit stuif
het is druk op het plein. midden tussen de mensen, stapt een duif. de duif komt dicht bij de mensen. wil je een stukje van mijn koek, duif? graag, zegt de duif. ze hapt gretig naar de koek. de duif is tam. daarom is de duif niet bang van mensen. als ze haar buik rond gegeten heeft, vliegt de duif op. in de goot van een huis heeft de duif haar nest.
5 HET WOORD DUIF: VISUEEL HERKENNEN EN LEZEN LES 6.4
5 6
verbind de d met de plaatjes van de woorden waarin je een d hoort.
verbind de ui met de plaatjes van de woorden waarin je een ui hoort.
dui
verbind de f met de plaatjes van de woorden waarin je een f hoort. f kleur d groen. kleur ui paars. kleur f oranje. d t f eu m w d ui b u t g u p ui b d f uu b ou k b f d ij f a v p l f t i r ui d z p
6
ik
HET WOORD DUIF: AUDITIEF EN VISUEEL ANALYSEREN EN SYNTHETISEREN DE LETTERS D, UI EN F: AUDITIEF EN VISUEEL DISCRIMINEREN LES 6.5 1 2 3 4
thema 6 ik kijk en
luister
waar hoor je de letter d in het woord? kruis aan.
waar hoor je de letter ui in het woord? kruis aan.
waar hoor je de letter f in het woord? kruis aan.
hoor je de letter ui in het woord? kruis aan.
6 ik kijk en ik luister
thema
7 DE LETTERS UI EN F VAN DUIF LES 6.6
1 2 3
4
kleef de ontbrekende letters op.
ui
hoor je de letter ui in het woord? kruis dan de figuur aan. hoor je de letter f in het woord? kruis dan de figuur aan.
fzoek de letter in de zin ernaast. kleur elke letter ui blauw. kleur elke letter f rood f wat heb je op je hoofd, fee? f is dat een kuif of een buil? ui dat is een buil. ui ik viel in een kuil. ui nu heb ik een buil. ui en ik ben vuil.
8
6 ik
en ik luister DE LETTERS UI EN F VAN DUIF LES 6.6 5 8 6
thema
kijk
7
➔ ➔
➔ ➔ ➔ ➔ ➔ ➔
d ui d ui f f d
f ui
is wit leuk?
de haag is wit. de boom is wit. wit, wit, wit … zo ver mijn oog kan zien. ra, ra, mol. wat kan dat zijn? wie gooit een bal? ben jij dat, beer? waar ben je beer? ik zie je niet.
1 kleur de woorden die met kijken te maken hebben ●.
2 wat kan dat zijn? bespreek samen.
3 hoe voelt mol zich? bespreek samen.
LES 6.9 IS WIT LEUK? thema 6 ik kijk
ik
9
en
luister
ik rol een bal. ik bouw een pop. een pop met een neus, dik en rood. hi! ha! ho! De gaat rap! voel je dat ook in je buik, mol? kijk uit, beer! we gaan op de pop af! de gaat te rap!
4 wat doen ze? kleur ●.
5 hoe voelen mol en beer zich? bespreek samen.
6 wat betekent: kijk uit! maak een goede zin met ‘kijk uit!’
7 wat zal er nu gebeuren? bespreek samen.
8 bespreek samen de titel ‘is wit leuk?’ is wit leuk voor mol en beer?
IS WIT LEUK? LES 6.9 10 thema 6 ik kijk
ik luister
en
zon
thema 6 ik kijk en ik luister 11 HET WOORD ZON: AUDITIEF EN VISUEEL AANBIEDEN LES 6.10
kruis het plaatje aan als het woord rijmt op zon . 1
kleef de passende woorden onder de foto.
verbind alle plaatjes die bij de foto passen.
omkring het woord zon
zon bon ton zon won kon zon zon zin zon zoen zoon zon zot zon zog zon zo zoo zon zot bon zon zon
12
HET WOORD ZON: VISUEEL HERKENNEN EN LEZEN LES 6.11
thema 6 ik kijk en ik luister
2 3
4
zot
zom zot boon zoon
bom
zon
zin bom
zo zo ton
zin
bon
boon zoon kon zijn
boon zoon
zon zon
in zo
zon zon ton zin
kon zool zon zon zon
zon zon ton
zool zon
zoon
bom bon zoen zom
zo in
zon ton
zoen
zool
kon zijn
bom bon zoen zom zot
zon zijn zijn zijn
kleur het woord zon . zon zon zin zoen
zot boon zon
zom zon bon zon kon
omkring het woord zon . het weerbericht vandaag zal de zon heerlijk over het hele land schijnen. het wordt een echte zomerdag. zon is zalig, maar ook gevaarlijk. als je lang in de zon bent en de zon hoog aan de hemel staat, wrijf je dan goed in tegen de stralen van de zon. morgen zal de zon iets minder aanwezig zijn. de wolken zullen af en toe wat voor de zon schuiven.
thema 6 ik kijk en ik luister
13 HET WOORD ZON: VISUEEL HERKENNEN EN LEZEN LES 6.11 5 6
verbind de z met de plaatjes van de woorden waarin je een z hoort.
zverbind de o met de plaatjes van de woorden waarin je een o hoort.
overbind de n met de plaatjes van de woorden waarin je een n hoort.
nkleur z groen. kleur o paars. kleur n oranje. v z s r z o h o z g n o u ou oe k n p z n oo w o z s uu n o z h m o a u i d n z l
14
HET WOORD ZON: AUDITIEF EN VISUEEL ANALYSEREN EN SYNTHETISEREN DE LETTERS Z, O EN N: AUDITIEF EN VISUEEL DISCRIMINEREN LES 6.12 1 2 3 4
thema 6 ik kijk en ik luister
waar hoor je de letter z in het woord? kruis aan.
waar hoor je de letter o in het woord? kruis aan.
waar hoor je de letter n in het woord? kruis aan.
teken zelf een woord met een … z
6 ik kijk en ik luister
15 DE LETTER Z VAN ZON LES 6.13
thema
1 2 3
4
n
z
➔
➔ ➔
➔
n
kleef de ontbrekende letters op. hoor je de letter z in het woord? kruis dan de figuur aan.
kleur elke letter z rood. ik heb de zon zien zakken in de zee. wat zit er in de zak van piet? ik zie, ik zie wat jij niet ziet. het is maar zus en zo met an. zeg, beer, zou jij graag ziek zijn?
thema 6 ik kijk en ik luister
n
16
DE LETTER Z VAN ZON LES 6.13
z 5 6 7
➔ ➔
➔ ➔
o z o n
z
o
thema 6 ik kijk en ik luister 17 OP DE KERMIS LES 6.16
aan. dit is ! wat ben jij ! en ik ben !
vul
ha-ha!
18 thema 6 ik kijk en ik luister OP DE KERMIS LES 6.16 , beer! ik val! kijk! beer op zijn . ha-ha! die man is ! laat me . vul aan.
zet elk cijfer van de plattegrond bij de juiste naam.
de keu-ken de woon-ka-mer de slaap-ka-mer de ga-ra-ge de berg-ruim-te de bad-ka-mer de hal de wc
zet elk cijfer op de juiste plaats.
1 de tuin 2 het dak 3 het raam 4 de deur 5 de muur 6 het hek 7 de schoor-steen 8 de dak-goot 9 het huis
thema 7 kom eens bij mij thuis
19 TAALSCHAT BIJ THEMA 7 LES 7.2
1
2
4 8 2 3 6 5 1 7
de man is
TAALSCHAT BIJ THEMA 7 LES 7.2 3 4 5
teken en vertel. kies uit: waar voel jij je thuis? bij wie voel jij je thuis? vul aan en vertel. vertel: gebruik de woorden schuilen en schuil-plaats 20 thema 7 kom eens bij mij thuis
een kok in huis
mijn naam is tim. dit is mijn huis. hier woon ik. en hier kook ik. ik pel een ui uit zijn jas. in de ui zit wat gas. mijn oog is nat. ik huil! gauw! geef mij een doek aan!
hoe bak je een ui?
1 pel de ui.
2 hak de ui heel fijn.
3 doe wat vet in de pan. 4 bak de ui.
1 vul in. wie praat? hier kook ik.
7 kom eens bij mij thuis
3 kijk in de tekst. wat doe je eerst? en dan? nummer.
2 kleur een zin die past. pel het vet
hak bak
thema
21
EEN KOK IN HUIS LES 7.7
dag kok, wat maak jij? ik hak peen en ui. ik doe er ook wat zout bij. ik doe het in de pan. en ik maak er soep van. dat is wat ik goed kan.
4 wat zegt tim? kleur ●. de ui
6 wat doet de kok eerst? en dan? nummer van 1 tot 4. ik hak peen en ui. en ik maak er soep van. ik doe er ook wat zout bij. ik doe het in de pan.
7 kruis aan. wat leert de kok aan tim? hoe hij een ui pelt. hoe hij een pan kiest. hoe hij soep maakt.
8 past de titel ‘een kok in huis’ bij de tekst? waarom (niet)? bespreek samen.
5 wat zie je? kleur ● in de tekst. de soep de pan de kok naar hm, ik smul! © 2015 door Emy Geyskens/Juliëtte Rosenkamp, Bakermat
thema 7 kom eens bij mij thuis
22
EEN KOK IN HUIS LES 7.7
luister goed. zet het juiste cijfer bij elk plaatje. luister goed. teken wat je hoort.
thema 7 kom eens bij mij thuis
23 OOST WEST, THUIS BEST LES 7.8 1 2
1 2
24 thema 7 kom eens bij mij thuis ONDERLIGGENDE EN OVERKOEPELENDE BEGRIPPEN LES 7.12 wat hoort bij wat? kleur in de juiste kleur. taal-boek ISBN: 978 90 4863 302 Bestelnr.: 60 1021 011 die Keure Kleine Pathoekeweg 8000 Brugge RPR 0405 108 325gedrukt papier dat het FSC -label draagt. Dat het leesboek 1 Auteur: Heidi Walleghem Tekeningen: Daniëlle Roothooft eik fiets roos strip auto sneeuw-klok-je sprook-je spar stoel bus tulp treur-boom kast ap-pel-boom ta-fel trein paas-bloem bed kleur-boek bloem boom boek verkeer meubel 1 9 ik bak ook een koek met peer. is ze zoet? mm! ik ruik soep, vis en koek. kom je, beer? mijn buik is leeg. mijn buik is te vol, mol. ik kan geen kok meer zijn. ik moet naar bed. ik bak vis in de pan voor mol. is hij gaar?
LES 1.2 IK: AUDITIEF EN VISUEEL AANBIEDEN thema 7 kom eens bij mij thuis 25 ONDERLIGGENDE EN OVERKOEPELENDE BEGRIPPEN LES 7.12 2 wat hoort bij wat? trek een lijn. vis poes mus an tom ik rood blauw geel appel kers banaan één vijf acht 1 5 8 kind kleur dier fruit getal
wat heb ik nodig? kruis aan. voor de brood-beer voor de groen-te-buik
thema 7 kom eens bij mij thuis
26
BROODBEER MET GROENTEBUIK LES 7.19 & 7.31
1
ik maak een brood-beer. wat doe ik? kleef de zinnen, vul ze aan en teken.
thema 7 kom eens bij mij thuis
prik op de kop. (2x)
27 BROODBEER MET GROENTEBUIK LES 7.19 & 7.31
2 1 3 5
2
4 6
de buik .
ik maak een groen-te-buik klaar. wat doe ik? kleef de plaatjes in de juiste volgorde. lees de zinnen. schrijf de passende zin bij elk plaatje.
lees: dep me met een doek. was me. leg me in de buik van beer. hak me fijn. smakelijk!
thema 7 kom eens bij mij thuis
28
3 1 2 3 4 BROODBEER MET GROENTEBUIK LES 7.19 & 7.31
het huis van big
dit is het huis van big. wat is het vies in het huis! er ligt een sok. ook een pan en een boek. en een das en een koek.
1 kleur ● in de tekst. er ligt een sok. waar?
2 vul aan. het huis van big is een huis.
zeg big, ruim je wel op? dat is niet fijn voor big. hij is veel te moe.
3 kleur ● in de tekst. hij is veel te moe. wie?
4 verbind oorzaak en gevolg. big ruimt niet op. hij ruimt niet op. big is moe. het huis is vies.
thema 7 kom eens bij mij thuis
29 LES 7.21 HET HUIS VAN BIG
de bel gaat. wie is daar aan de deur? ik zie het: het is wolf ! big is boos op de wolf . ga jij maar weg, wolf . jij bent geen lief dier. maar de wolf gaat niet weg. ik help jou, big. ik ruim wel op voor jou, big. ik veeg je huis net. ik pak dan ook een doek. ik maak het huis wel schoon. wat is dat lief van wolf . naar Wolf is stout lief, © 2014 Emy Geyskens en Juliëtte Rosenkamp/Bram Zwinnen, Bakermat
5 kleur ● in de tekst. hoe voelt big zich?
6 kleur ● in de tekst. jij bent geen lief dier. wie?
7 wolf helpt big. wat doet hij eerst? en dan? nummer van 1 tot 3. ik pak dan ook een doek. ik ruim wel op voor jou, big. ik veeg je huis net.
8 kleur ● in de tekst: wat is dat lief van wolf. wat?
9 bespreek samen: wolf ruimt op en dus …
10 bespreek samen: is wolf nu een lief dier of niet?
thema 7 kom eens bij mij thuis
30
HET HUIS VAN BIG LES 7.21
thema 7 kom eens bij mij thuis
klinkers zijn letters die je hard kunt roepen. medeklinkers zijn letters die je niet hard kunt roepen.
a - e - i - o - u aa - ee - oo - uu oe - ie - eu
b - c - d - f - g h - j - k - l - m - n - p r - s - t - v - w - z
spreek de letters hardop uit. kleur de klinkers blauw. beer kin roos rat put
31 LES 7.35 KLINKERS EN MEDEKLINKERS
1 2
bal kat aap vuur mol
kleur de medeklinkers rood a w o hard roepen - klinker niet roepen - medeklinker
Herdruk 2022/994 - Bestelnummer 60 1021 004 ISBN 978 90 4863 298 5 - KB D/2019/0147/005 - NUR 191 - Thema YPCA Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge © Copyright die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325 9 789048
632985
3 4 5
kleur de klinkers blauw. bas eet vis. omkring bij elke letter het passende mannetje. KLINKERS EN MEDEKLINKERS LES 7.35
