Werkboek 1 3
Hoi, ik heet Mila
Mijn broer heet Nikolai. Hij is vier jaar ouder dan ik. Nikolai kan erg goed lopen, schaken en tekenen.
Wat kun jij erg goed?
Lees de teksten. Los de vragen op.
Hallo, ik heet Mila. Ik ben negen jaar. Ik ben dol op poezen, rekenen en judo. Later wil ik kapster worden.
Wat wil jij later worden?
Mijn moeder werkt ’s nachts. Ze is verpleegster in een groot ziekenhuis. Overdag maakt ze vaak een wandeling met Snuffie, onze hond.
Van welke dieren hou jij?
Mijn pa staat elke dag erg vroeg op. Hij verkoopt groenten en fruit op markten. In zijn vrije tijd speelt hij tennis.
Welk fruit eet jij het liefst?
Welke groenten eet je heel graag?
2 1
1
e naam van de ouders
d lengte van het kind
•
Schrijf de letters op de juiste plaats naast het geboortekaartje van Mila. a geboortedatum
c naam van het kind
b thuisadres
f gewicht van het kind 3 Maak een geboortekaartje van jezelf. Vraag de juiste informatie over je geboorte aan je ouder(s). Verwerk de gegevens in je kaartje. geboortedatum: thuisadres: naam: lengte:
_____________ kg ______________ g naam van de ouder(s): • • • • •
____________________________ cm gewicht:
3
2
Mila betekent eigenlijk ‘geliefd’. Met de letters van mijn naam kun je andere namen vormen: Liam, Amil, Mali …
betekenis.
Maak met de letters van de voornamen een woord. Hou rekening met de tip tussen haakjes.
1
(lidwoord) ELS
ED
(Wat heb je geleerd tijdens de ... ?) KEN
(deel van de hals) SEM
(eetgerei) VERE
(pluim) KOBE
(daarin lees je) LODE
(daarin moet je de bal schoppen) RANA
(Ik ga ... de markt.) ENZO
(deel van een boom)
(kus) MATS
(voertuig) REMI
MART
(insect) HANA
(dier) ELKE
(lichaamsdeel) REVI
(getal) FARA
(vogel) WOUT
(koord) MAREK
(deel van een huis) RUBEN
(zij wonen naast jou) INEKE
(stenen)
Vul de letters van de gekleurde vakjes in het rooster in.
4
2
2
Puzzelen met voornamen
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
• • • • • •
• •
• •
•
• • •
•
• •
• •
• •
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
3
De punten van Brecht zijn erg
. Tuur gooit het hooi in de
. Kees eet liever vis dan
. Frank zit op die rode
. Pip leest elke dag een
. Raf kreeg van de juf een hoop
. Saar knipt met een erg scherpe
. Wat zit er in de
van Ines ? De
op je gezicht?
Vul elke zin aan met een passend rijmwoord dat rijmt op de voornaam . 4 Maak bij één van de zinnen uit oefening 3 een passende tekening in het kader ernaast. 5 Maak telkens vier woorden. Vervang in elk woord telkens de eerste letter. Kies uit: schoenstripschrambankschaarslechtvleesflesstrafschuur.
van Koen zit vol modder. Sam , heb jij een
voorbeeld:
5
S
T
L
• • • • • • • • • • • • • • • •
A M L A M K A M R A M H A M N E L • • • • • • • • • • • •
O M • • • • • • • • • • • • N O O R • • • • • • • • • • • • • • • •
E E N
getallen
Kleur de plaatsen in het honderdveld in dezelfde kleur als de stukken.
Vul de ontbrekende getallen in de gekleurde vakken aan.
6
1
2
3
• •
•
•
• •
•
56
Een speelplaats vol
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 •
• • 29
•
• • • • • 23 • • • • • • • • • • • 85 • • 36 • • 25
• • 73 • 69 • • 95 97
17 15
3 Vul de
4 Het
Vul
40 15 35 30 20 25 5 50 • x • x • x 5 • x • x • x • x • x 28 21 70 42 14 7 35 49 • x • x • x • • x • x • x • x • x 24 18 30 54 42 48 60 0 • x • x • x 6 • x • x • x • x • x • 1 x 8 x 5 x 3 10 x 4 x 2 x 6 x 0 x • • • • • • • • 6 x 8 x 9 x 4 2 x 3 x 5 x 7 x 10 x • • • • • • • 80 100 60 • • • • 100 766 + 183943 + • + • + •
cirkels aan.
kind springt van plas naar plas.
aan.
Een schoolbord vol woorden
B C
barst strand melk
film klinker baard
strip
arts
wang
dorst schoen
arm 8
links
2
3
4
Heb je die _____________________ al gelezen?
.
1 Lees de twintig woorden op het schoolbord. Los de vragen op.Welk woord staat er in het vak C2? B4? E1? E4?Welk woord op het bord past bij de code? MM K MM : K MM : K MMM :Vul de zinnen aan. Emma heeft 39 graden
4
A
D E
Noteer alle woorden die eindigen op –d .Noteer alle woorden die eindigen op –t .Noteer alle woorden met ng .Noteer alle woorden met nk .
1
koorts bang
feest
flinke
prins scherm herfst
niet rijk, maar
.
1 Lees de twintig woorden op het schoolbord op pagina 8. Los de vragen op. 4 Een schoolbord vol woordenWelk woord rijmt op ‘korst’? _____________________ Welk woord rijmt op ‘haard’?Noteer het meervoud van het woord dat in het vak C3 staat. _____________________Welk woord van vijf letters kun je vormen met de letters r, a, b, t en s? _____________________Welk M K MMMM -woord staat er op het bord? _____________________Vul aan tot goede samenstellingen : voetbal _____________________ en teken _____________________Welk woord kun je vormen met alle letters van het woord ‘klem’?Lees het woord ‘strook’ van rechts naar links. Noteer:Noteer een ander woord voor ‘dokter’.Noteer het verkleinwoord van het woord dat in het vak B4 staat.Vul in. geen medeklinker, maar een
. niet rechts, maar
geen prinses, maar een
.
.Los de rebussen op.
d = ng
a = i s +
Welk woord op het schoolbord heb je nog niet gebruikt? h = str
9
2
+ st
Meester Knorrepot
Lees de tekst. Beantwoord de vragen.
De pet van meester Knorrepot staat scheef op zijn kale knikker. Dan is hij meestal boos. Heel boos! ‘Zwijgen, Yassin’, schreeuwt de meester. ‘Laat je lange tong maar tien minuten uit je grote mond hangen!’ ‘Zit stil, Elise!’ buldert hij. ‘Leg je lat op je hoofd. En beweeg tijdens de les geen enkele keer!’ ‘Welke rare mannetjes teken jij in je werkboek, Emma?’ vraagt Knorrepot. ‘Teken tegen morgen honderd marsmannetjes!’ ‘Waarom plak jij kauwgom onder je stoel, Juul?’ roept de meester. ‘Kauw maar op dit rode krijt tot het helemaal op is!’ De bel rinkelt schril. Alle kinderen laten een diepe zucht. Ze rennen haastig naar de speelplaats. Hopelijk staat de pet van de meester na de speeltijd recht op zijn hoofd.
Welke straf zal Yassin krijgen, denk je?
Waarom hopen de kinderen dat?
Wie is ze ?
Meester Knorrepot is heel boos. Kleur drie werkwoorden in de tekst die je dat vertellen.
10
1
2
5
Vul aan.
3
v oornaam leerling: ________________________________ Welke straf krijgt de leerling?
5 Wat past bij dit verhaal? Kruis aan.
6 Wat bedoelt de schrijver met ‘een kale knikker’? Kruis aan.
4 Hoe staat het in de tekst? Vul aan.
Ze lopen snel naar de speelplaats. Ze
_____________________ naar de speelplaats. De pet staat schuin op zijn kale hoofd. De pet staat
op zijn kale
. De bel gaat luid. De bel
.
Het verhaal is echt gebeurd. Het verhaal kan echt gebeuren. Het is een fantasieverhaal. een hoofd zonder haar een rond hoofd een hoofd dat rood ziet van woede v oornaam leerling: ________________________________ Welke straf krijgt de leerling?
7 Boris zit in de klas van meester Knorrepot de hele tijd met zijn benen te wiebelen. Welke straf zou de meester aan Boris kunnen geven? Noteer.
11
bos vol moppen
Een
Lees en zet de zinnen van elke mop in de juiste volgorde.
1
Nummer de zinnen.
‘Ik ga hier oversteken!’ besluit de slak. Mila gaat wandelen.
‘Niet doen!’ roept de rups. Mila: ‘Neen oma, er staan bomen voor.’
Een slak en een rups kruipen door het bos. Ze stapt met oma naar het bos.
‘Morgen komt de bus!’ waarschuwt de rups. Ze komen aan de rand van de weg.
Een muis en een egel zitten onder een eik.
‘Waarom niet?’ vraagt de slak. Eén koe schudt de hele tijd met haar achterste. ‘Waarom schud jij de hele tijd met je achterste?’ vraagt de ene koe.
‘Ja, dat is mijn broer’, antwoordt de muis. ‘Hij werkt als piloot.’
De egel vraagt: ‘Ken jij hem?’
Ze zien plots een vleermuis voorbij vliegen.
De andere koe zegt: ‘Ik ben morgen jarig en ik maak al de slagroom!’
Twee koeien staan in de wei.
De spin wacht al heel lang op de duizendpoot.
De duizendpoot komt na drie uur eindelijk binnen.
Een spin en een duizendpoot spreken af in de boomhut.
De muis steekt zijn pootje op. ‘Bij de ingang lag een deurmat waarop stond ‘Voeten vegen!’’, zegt hij. De spin vraagt aan de duizendpoot: ‘Waar bleef je nou?’
Kies de leukste mop en vertel ze aan een vriend(in). Oma: ‘Mila, kan je het bos al zien?’
12 6
2
bos vol moppen • • • • • •
audio 1 . Schrijf het juiste nummer bij de prent.
13
1
Luister naar 6 Een
oktober ma di wo do vr za zo 1
Tijd voor de natuur
. Verbind de nummers in volgorde.
juli
8
7
6
5
2 3
2 Vul de datum aan of kleur. september ma di wo do vr za zo 1
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
4
3
2
9
8
7
4 5
10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
6
week van het bos eerste rapport sportdag kermis naar het bos Mila is jarig dag __________ dag __________ dag __________ _______________________________________ Mila is jarig op
. Op _________________________________________ wordt het eerste rapport uitgedeeld. De week van het bos begint op en eindigt op
mei
juni
maart april
november september oktober augustus
. Kleur paars . • 2 september: schooltoneel • 11 oktober: bezoek aan de plantentuin in Meise • 17 oktober: boswachter op bezoek De eerste dag van november is _____________________ .
februari januari december
dag _______
14 7
1 Geef elke maand het juiste nummer. Schrijf in de
In het bos gebeurt heel wat. Welk uurwerk past bij de uitspraak? Verbind.
Het is half 10 . Ik snuffel door het bos.
Het is 10 over 12 . Die picknick zal smaken!
• Het is 10 voor 3 ‘s nachts. Ik ga op jacht. •
• Elke dag om 5 over 7 wandel ik samen met mijn baasje. •
• Het is 20 voor 6 (10 over half 6) . Ik vlieg naar mijn nest hoog in de boom. •
• Het is 25 over 4 (5 voor half 5) . Ik fiets van school naar huis. • •
• Het is 12 uur . Ik verzamel heerlijke nectar.
15 3
• • • • • 12 11 1 75 10 2 84 93 6 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 12 11 1 75 10 2 84 93 6 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 12 11 1 75 10 2 84 93 6 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 12 11 1 75 10 2 84 93 6 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 12 11 1 75 10 2 93846 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 12 11 1 75 10 29384 6 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 12 11 1 75 10 2 84 93 6 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 12 11 1 75 10 2 84 93 6 00 55 05 35 25 50 10 40 20 45 15 30 • •
•
•
• •
Het is kwart over 11 . Ik hou het bos veilig! •
ei eu uw ui eeuw aai ooi oei
Kleur-rijk!
_____ .
ergiswolfEensch
Zit er een h
Uit de knopgr_____ t een blad.
in die zee?
Zus schrt:_____ ‘Een spin!’ Debloesemsstaaninbl _____ .
Aan de d _____ r hangteenweb. Op de tak zit een spr _____ .
Trekvogels r _____ zenvaak. De oehoe sl _____ t zijn ogen.
Lees de zinnen. Vul de juiste tweetekenklank of meertekenklank in. Kleur volgens de legende.
1
Een kr _____ is een zwartevogel. De pad vindt de vijver l _____ k.
Het nest is ndelijk klaar.
De rat zit gevangen in een k
.
Die bolster is r_____ . kikkerDebrult l _____ d.
Ik hoor de koeien len._____ moe,isbeverDe _____ghijt.
Welke herfstkl _____ ren ken jij?
Deuilziet dekl _____ nemuis.
Zie je de schad _____ van de eik? mboerDe _____ t gras.het
Er zit een zwal _____ op de tak.
Str _____ jijkruimels ophetpad?
16 8
Kleur-rijk!
1 Kijk goed en schrijf telkens het woord op.
saai
klein
n +
+ rt =
kr +
z +
+ en =
=
+ e = sch +
kl +
d +
=
kn +
+ mel = b +
=
m +
+ ze =
nieuw
=
+ ten =
= m +
+ en =
duw
huis
k +
+ lijk = + genlijk =
k + 8
bui
=
g +
groei
Die
luid
schaduw
bosuil
2 Lees de tekst en vul de passende vorm van het woord in. ei eu uw ui ieuw eeuw aai oei schuw
prooi
roep van een bosuil.
De nacht valt. In het bos klinkt de
De wind
muis lust de bosuil wel. Hij maakt zich klaar. Uilen zijn
dieren die ’s nachts op zoek gaan naar voedsel.
Al snel valt er een
de wolken voor de maan. In het donker houden ze al hun
De muis wil niet nat worden en tippelt snel naar
in de gaten.
van de beuk zoekt een muis naar voedsel.
uit de lucht. Het regent. In de
. Daar
Het wordt een
Ach, morgen is er een
heel wat bessen, zaden en stengels.
dag om op muizen te jagen. ooi
nacht voor de bosuil. De
heeft honger als een paard.
17
s +
Een bosspel
Wat moet je doen?
. Dit is getal 1: 35
. Dit is getal 2: 61
Bv.
• Speler 1 is aan de beurt. Gooi.
Bv.
Bv. 35 + 61 = 96
1 Speel dit spel met twee. Wat heb je nodig?
• Gooi nog eens.
• Maak de som.
• Staat de som (bv. 96 ) op je kleurkaart? Kleur de som. Nu is speler 2 aan de beurt.
• Heb je als eerste een kolom of rij vol? Jij wint! Speel het spel nog eens in het werkboek van je vriend(in).
• 2
• een kleurpotlood per speler
• een kladblad om te rekenen
• één kleurkaart per speler
18 9
kleurkaart speler 1 kleurkaart speler 2
Een bosspel
Wat moet je doen?
• De jongste speler begint.
• Kleur om de beurt een L-hoek van 3 tot je geen L-hoek meer kan kleuren.
speelkaart
of
of
Wat heb je nodig?
1
• één kleurpotlood per speler • één speelkaart om te kleuren (op dit blad staan drie speelkaarten)
of
bv.
. • De laatste speler die een L-hoek kan kleuren is de winnaar.
speelkaart 2
Speel dit spel met twee. speelkaart 1
19 9
3
Spreek jij de taal van de natuur?
1 In elke rij staan drie synoniemen en één tegenstelling. Welk woord is geen synoniem? Doorstreep.
lopen fijn ongerust net 20
wandelen leuk angstig vuil
rennen vervelend stoer schoon
Kies uit: makenbloemtuigpotwerkschoon.
Kies uit: keimuisharddroogstilkurk. bang proper
spurten plezant gazon broedplaats kalm gereedschap vaas opruimen stomp snikheet licht luidruchtig kletsnat zacht
2 Noteer een synoniem voor de gegeven woorden door twee woorden samen te voegen . Kies uit: windnestgrasstilveldvogel.
10
3 Noteer een tegenstelling voor de gegeven woorden door twee woorden samen te voegen . Kies uit: koudvlijmijspikscherpdonker.
Spreek jij de taal van de natuur?
zinnen die iets bevelen 21
audio 2 . Welk soort zin is het? Kruis bij elke zin het juiste vak aan.
1 Luister naar
zinnen die iets uitroepen zin 1 zin 2 zin 3 zin 4 zin 5 zin 6 zin 7 zin 8
zinnen die iets meedelen
B • • • • • • E
zinnen die iets vragen A B C D E F G H
10
2 Geef de zinnen het juiste leesteken.
3 Zet de zinnen uit oefening 2 in de juiste volgorde. Schrijf het verhaal op. Vergeet de hoofdletters niet. Geef een egel nooit melk We hebben een egel bij ons in de tuin Want van melk worden egels ziek Wat mag je egels dan wel geven Mmm, lekker Je kan wel water of kattenvoer zetten Hij laat zich maar af en toe zien Wist je dat
22 11 In vuur en vlam 1 Schrijf de getallen op de juiste plaats. 2 Verbind elke brandslang met de juiste kraan. 380 • • • • • • • • • 390 840 • • • • • • • • • 850 520 522 524 • • • • • • • • 651 4H meer dan 255 • • 653 1T minder dan 667 • • 655 5T meer dan 601 • • 657 2E minder dan 655 • • 659 3H meer dan 359 • • 385 382 387 het getal net voor 843 het getal net na 846 het getal tussen 848 en 850 5H + 4T 5H + 3T + 2E 5H + 2T + 8E
23 11 In vuur en vlam 2 Door een hevige brand is een deel van
Teken de ontbrekende stenen op
juiste
1 Schrijf elk getal op de juiste plaats in één van de brandslangen. 474 het getal net voor 497 4H + 8T + 6E het getal tussen 476 en 478 het getal net na 498 490 2T meer dan 475 3H minder dan 784 5E meer dan 473 het getal tussen 487 en 489 • • • • • • • • 479 480 481 • 483 • • • • • • • 491 • • • • • • • • 500 400 401 500 477 446 474 443 406 456 426 435 469
de muur weg.
de
plaats.
Brandt de kachel?
audio 3 . Schrijf de juiste woorden met ch van boven naar onder in het rooster.
Luister naar
1
10 8 1
7 2
6
5
9 4
3
2 Voeg twee prenten samen tot een samenstelling . Schrijf de vijf samenstellingen in de juiste zin.
naar school? Is die figuur een
of een vierhoek? Wil je de
in de koelkast stoppen? Zullen we een wedstrijdje
spelen? Heb jij een 24
achteraan in de tuin geplant?
12
Welk woord met ch staat in de gekleurde vakjes? Kom jij te voet of met de
Maak een woordzoeker. Schrijf tien woorden met cht in het rooster. Schrijf ze van links naar rechts of van boven naar beneden. Vul de lege vakken op met letters naar keuze. Laat een vriend(in) de tien woorden zoeken en noteren. Kies uit:
wacht slecht bocht dicht macht
zacht nacht lucht tocht
recht
nicht zicht jacht licht
zucht
a = e
noot
k = st
t = str
m = z bed lat
25
3
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 4 Los de rebussen op. Welke woorden opd oft vind je? 5 Maak nu zelf drie rebussen. b = g
Warme en koude kleuren
Doen de kleuren je denken aan warmte of koude ? Schrijf onder elke kleur ‘warm’ of ‘koud’.
1
donker
warme kleuren
licht
moe
2 Vergelijk de twee prenten. Schrijf de woorden naast de juiste prent. koude kleuren
blij
3 Waaraan doen deze prenten je denken? Schrijf het passende gevoel onder elke prent: verdriet, angst, woede, vreugde.
13
26
6 Teken het eigenaardige dier uit oefening 5.
Je mag van je ouders drie muren van je slaapkamer schilderen. Kleur hieronder hoe je kamer eruit zou zien.
4
5 Lees en speel samen met een vriend(in) het toneelstuk.
Je gaat met je vriend(in) naar de dierentuin. In een afgesloten kooi zien jullie een heel eigenaardig dier.
Dat dier hebben jullie nog nooit gezien. Jullie maken een praatje met het beest. Speel het toneelstuk vier keer opnieuw, telkens met een ander gevoel.
27
bang blij verdrietig boos
1 Luister naar audio 4 . Vul in. 2 Hoe warm wordt het de volgende dagen? Vul aan of kleur. 14 Geen weer om een hond door te jagen
woensdag
vrijdag VANMORGEN temperatuur windrichting soort neerslag VANMIDDAG temperatuur windrichting soort neerslag VANNACHT temperatuur windrichting soort neerslag
°
dinsdag
is ° C. donderdag 28
Het is 8° C.
Het is 3° C.
Het is
C.
Het
BELGIË vandaag
3 Vul de legende aan. Kies uit: regenzonnigmistbewolkthevige regen.
4 Schrijf de windstreken op de juiste plaats in de groene kaders: oosten –zuiden –noorden –westen.
5 Markeer het juiste antwoord. In het zuiden van België zal de temperatuur het laagst / hoogst zijn. In het noorden / oosten / zuiden / westen van België wordt een aantal hevige buien verwacht. In het westen van België zal de temperatuur drie graden hoger zijn dan in het noorden / oosten / zuiden.
29
Wat een weertje!
1 Het vervolg van elk krantenartikel is losgeknipt. Verbind de twee delen die bij elkaar horen.
• D Al weken is het ontzettend warm. Een aantal natuurgebieden …
• C In het noorden van ons land vielen er hagelstenen zo groot ...
• B Door de aanhoudende regen …
• staan heel veel weiden en straten onder water.
• als tennisballen. Er is heel veel schade aan auto’s en serres.
• skipistes was het dan ook heel erg druk.
• voor gladde wegen.
In de Ardennen ligt een dik pak sneeuw. Op alle …
• A
• wordt afgesloten, omdat men bang is voor brandgevaar.
2 Het weer kan leuke, maar ook minder toffe gevolgen hebben. Bij welk artikel uit oefening 1 horen deze gevolgen? Schrijf de juiste letter ernaast.
file naar skigebieden •
overstromingen •
• E Vannacht duiken de temperaturen ver onder het vriespunt. Pas op … gebroken armen en benen •
bosbranden • Er hangt een dichte mist. •
kapotte dakpannen •
3 Bedenk zelf twee gevolgen.
30 15
. • .
Wat een weertje!
1
mistzichtbaarongeval hagelserreschade 31
regenzandzakkenoverstroming
15
Schrijf onder elke prent twee passende zinnen. Je kunt daarvoor de woorden in de balk gebruiken. sneeuwhellingdolle pret
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.
als je klaar bent.
Wat vindt de juf/meester van mijn werk? 1
p. 2 en 3
Hoi, ik heet Mila
/
p. 4 en 5
Puzzelen met voornamen
✔ 2
/
p. 6 en 7
Een speelplaats vol getallen
✔ 3
/
p. 8
✔ 4
Een schoolbord vol woorden
p. 9
✔ 4
Een schoolbord vol woorden
p. 10 en 11
Meester Knorrepot
✔ 5
/
p. 12
✔ 6
Een bos vol moppen
p. 13
✔ 6
Een bos vol moppen
p. 14 en 15
Tijd voor de natuur
✔ 7
/
p. 16
✔ 8
Kleur-rijk!
p. 17
✔ 8
Kleur-rijk!
p. 18
✔ 9
Een bosspel
p. 19
✔ 9
Een bosspel
p. 20
✔ 10
Spreek jij de taal van de natuur?
p. 21
✔ 10
Spreek jij de taal van de natuur?
p. 22
✔ 11
In vuur en vlam
p. 23
✔ 11
In vuur en vlam
p. 24 en 25
Brandt de kachel?
✔ 12
/
p. 26 en 27
Warme en koude kleuren
✔ 13
/
p. 28 en 29
Geen weer om een hond door te jagen
✔ 14
/
p. 30
✔ 15
✔
Wat een weertje!
p. 31
Eerste druk 2022
Wat een weertje!
✔ 15
Van Dooren
Franky
uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge • RPR 0405 108 325© Copyright die Keure, Brugge Markeer wat je moet doen in het blauw . Markeer wat je mag doen in het groen . Kleur
WB 1 van 3 van 60 1009 103 • ISBN 978 90 4864 150 5 • KB D/2022/0147/003 • NUR 193
Auteurs Tim Dhuyvetter en
Feys • Illustrator An
•
Bestelnummer
Verantwoordelijke