
1 minute read
En nu … met geluid
Films met geluiden, dat was wel heel bijzonder in 1927. De eerste geluidsfilm “The Jazz Singer” werd toen getoond. Eigenlijk waren er amper enkele minuten geluid in die film. Maar het was een geweldig succes! Dat was nog nooit vertoond!
Nochtans probeerden de filmmakers al lang om films met geluiden te maken. Maar dat bleek erg moeilijk. Het beeld en het geluid kwamen van verschillende apparaten. En het was niet makkelijk om beeld en geluid tegelijk af te spelen. Dus, dan bewogen de acteurs eerst hun mond al en daarna kwam het geluid. Of andersom. Dat was heel grappig! Maar niet de bedoeling …
Daarbij was het ook moeilijk om het geluid hard genoeg af te spelen zodat een hele zaal het zou horen. Maar terwijl de stomme film verder ontwikkelde, werd ook het geluid steeds beter.
“The Jazz Singer” was zo’n groot succes dat iedereen plots geluidsfilms wilde maken! Nu ja, niet iedereen. Veel kunstenaars waren ertegen. Zij vonden dat die tekst minder ruimte liet voor de fantasie. De muziek moest ook niet meer live gespeeld worden. Daarom vonden ze ook dat er geen respect was voor muzikanten. Maar daarna waren zelfs kunstenaars enthousiast over de geluidsfilm. Omdat sommige geluiden de fantasie juist wel kunnen prikkelen. Hoorde je bijvoorbeeld getik op het dak, dan moest je geen regen meer tonen. En ineens kreeg ook stilte betekenis in een film.
Door de grote belangstelling ontwikkelde de film met geluid zich snel. Die techniek werd dan ook gebruikt om informatie door te geven. Dat was dan de voorloper van het nieuws. Jammer genoeg werd het ook gebruikt om mensen te overtuigen om oorlog te voeren. Zo gaat het vaak … Elke goede uitvinding kan ook op een slechte manier gebruikt worden.