Verrekijkerbieb 4e leerjaar - Kijker 4 - N3 – Kijk mij nou!

ucatieve uitgaven

BIEB

Kijk mij nou!

Tine Mortier

Kijker educatieve uitgaven

Verrekijker 4

4

Kijk mij nou!

1

2

neushoorn ik wou dat ik een neushoorn had, zo’n hele grote dikke. die zou jou in je billen prikken als je stout was tegen mij. alles deden wij dan samen, mijn liefste neushoorn en ik: in ons blootje door de kamers razen, bellen blazen in het bad en – dolle pret – met kussens vechten in ons bed. maar mama die was echt niet blij, ze wist niet waar ze ’t had. ze vond pluimen in het bad moddersporen in de gang en gaten in het nieuwe behang. ze gilde en ze schreeuwde: ga ik even naar de bakker, ligt mijn huis gelijk in puin. het lijkt hier wel een dierentuin! vanavond, zei ze dreigend, maak ik neushoornbrij met kinderbilletjes erbij!

3

4

een fluitje van een cent vandaag ben ik in mijn eentje brood gaan halen. het was van moeten: mijn moeder had het vier keer gevraagd en op het laatst een beetje vals gegromd erbij. ze weet best dat ik niet van de bakker hou en nog minder van zijn vrouw, die mij vroeger altijd snoepjes met citroensmaak gaf tot die ene keer toen ik geheel per ongeluk op de pralines niesde en daarna nooit meer. ik heb goed uitgekeken bij het oversteken behalve toen ik weer terug moest voor mijn zakdoek die ik op het zebrapad had laten vallen. toen vergat ik links te kijken maar geen paniek: de vrachtwagen kon net op tijd remmen dus ik leef nog. verder niets bijzonders, alleen weer te hard geduwd tegen de knellende deur van de bakkerij en sorry sorry sorry gezegd tegen de mevrouw op de grond met het zere been en vijf pistolets alstublieft en een rond wit gesneden gemompeld tegen de bakkersvrouw en toen met een rotvaart1 naar huis om de hele handel zonder één enkel woord aan mijn luie moeder te overhandigen als was het een fluitje van een cent.

5

6

heldenlijst op mijn lijst van grootste helden staat met rode stip mijn vader genoteerd2 – hij is de sterkste man ter wereld van hem heb ik geleerd hoe je met je wijsvinger moeiteloos en in een wip het wolkendek3 kunt tillen op nummer twee mijn moeder want – echtig waar – zonder haar at ik droog brood, was ik tv-verslaafd, kwam ik elke dag te laat op school en wie zou de pijn wegzoenen als ik bij het spelen weer mijn knieën had geschaafd helemaal onderaan was nog een plaatsje vrij, dus dat is voor mijn grote broer – af en toe is ie reuze lief en bovendien heb ik gezien hoe hij met zijn tong tot in zijn rechterneusgat raakt zonder dat ‘t vlekken maakt.

7

8

deuk mijn zusje was gevallen: haar hersens geschud, haar brein in de prut en een deuk in haar hoofd. dat zei de dokter. het was echt geen pretje. ze was zo ziek als een hond en moest minstens een dag of drie in haar bedje. maar nog diezelfde nacht – wat had je gedacht? – viel mijn zusje keihard uit haar bed op de grond.

En zie: haar hoofd was opeens weer stralend in orde maar zusje die morde4: wat heb je nou aan zo’n brein in de plooi? ik vond die deuk en die geklutste hersenen best mooi.

9

10

porseleinkast mijn vader is de tuin gaan harken. hij wil ons niet meer zien voor minstens een minuut of tien want wij zijn een bende varkens. mijn broertje smaakt naar suikerspin mijn zus heeft snot tot op haar kin en ook ik had niet gezien hoe de hond naar binnen kroop. en daar deed hij toen een ferme hoop net voor de deur waarlangs mijn pa een enkel ogenblik daarna het huis in kwam. dus liefste pa, vertrek maar vlug en kom straks uitgewaaid en vrolijk weer terug. het spijt ons van de viezigheid, van je zere kop de snee de bult. maar de vaas, dat was jouw schuld! je bleef rechtop en hield je veel te koppig vast aan die veel te volle porseleinkast.

11

12

Springkasteel Kijk mij nou!

Ik kan springen ik kan vliegen ik kan zweven.

Een acrobaat als ik, dat zag je nog nooit van je leven.

Kijk mij nou!

Ik spring en rol en vlieg en hol hoofd omlaag en benen omhoog.

Zoals ik net bewoog dat zie je niet vaak.

Kijk mij nou!

Kijk mij nou!

Kijk …

Wat is dat? Oh, wat een pech!

Mijn kasteel loopt leeg!

De lucht is weg!

Mijn vader vond het ding te luid en trok de stekker uit.

13

14

Proppenkampioen Ik ben kampioen in propjes gooien.

Kijk maar!

Mikken …

Klaar!

Als je zo goed bent als ik, dan gaat elke prop of blik zo de vuilnisbak in.

Maar gisteren ging het mis.

Gisteren kreeg mijn moeder een blikje en een prop – boenk – op haar kop.

Ze had een blauwe plek op haar neus, maar heus ik kon er niets aan doen.

En ook die bult was echt niet mijn schuld.

Want zeg nou zelf: ze kon veilig gaan waar ze maar wou, maar ze kwam precies tussen mij en de vuilnisbak te staan.

15

16

het eten van de buren de kinderen van de buren eten dingen waarvan ik de naam niet uit kan spreken. dingen waarvan mijn hoofd gaat zoemen en ik zin krijg om te zingen. hun soep ruikt anders dan die van ons. ze ruikt naar bonen en kruiden en kleuren en muziek. mijn soep ruikt naar soep en niets anders. op hun bord liggen de kleuren van de regenboog en de noten van de toonladder. op mijn bord ligt saaie patat en gehakt.

Soms wou ik dat mijn moeder even muzikaal was als die van hiernaast.

17

18

Dood Ik vond een vlinder op de grond, zo’n exotische – geel en bruin met rood.

Hij had een poot gebroken dus ik dacht: die gaat straks dood.

Het was best zielig om te zien hoe hij zomaar lag te sterven.

Hij had nog zo veel kleur, vijf goeie pootjes plus die ene en in zijn rechtervleugel zat een scheur.

Ik ben dan maar bij hem gaan zitten in het gras op een koude steen, want om dood te gaan is zelfs zo’n mooie vlinder liever niet alleen.

Ik praatte zachtjes tegen hem.

Het bleef maar duren.

Ik had honger, het was heet en ik ben zo’n triestheid niet gewend.

Dus toen mama ‘frietjes’ riep ben ik opgestaan en snel naar huis gerend.

19

20

Leeuw de buurvrouw heeft sinds gisteren een leeuwtje in haar tuin. geen groot harig beest met tanden en klauwen, maar eentje volledig uit blauwsteen gehouwen. hij brult niet hij gromt niet hij jaagt niet. hij zit daar maar onder een afdakje op de stoep. lekker droog. en houdt de hele buurt in het oog. ik vind hem wel mooi, maar eerlijk: zelf had ik liever een echte. die zou ik dan laten vechten met de hond van hier rechtover. zodat mijn leeuw hem verslond. één hap, van kop tot kont. want als dat rotbeest een keertje niet ligt te maffen, dan doet hij de hele dag niets anders dan blaffen.

21

22

Veiligheidsvoorschriften voor een tochtje in het bos Met stevige bottines5 aan, een scheur in je te korte broek en om je arm de zakdoek van die keer toen je domweg tegen een boom aan knalde en je neus begon te bloeden.

Zelf neem ik altijd mijn nieuwe zakmes mee en een paar hele grote, dikke takken – of beter nog: een bijl. Die ga ik niet gebruiken, ben je gek!

Ik hoor mijn moeder al. Het is voor het geval.

Voor als ik in een boom geklommen ben en er komt een everzwijn of zo. Dan gooi ik raak en maak met één welgemikte slag die stinkerd dood.

Ik vil6 hem hak hem in mootjes en hang zijn lelijke kop aan een haak.

En dan naar huis, zo snel ik kan. Want ook al heb ik net de oorlog gewonnen, mijn broertjes zijn vast al zonder mij aan het eten begonnen.

23

Woorduitleg 1 2 3 4 5 6

24

met een rotvaart = heel snel iets met stip noteren = iets belangrijks noteren wolkendek = aaneengesloten bewolking over de gehele hemel morren = klagen bottines = laarzen villen = de huid van een dood dier halen

Een neushoorn als huisdier, een leeuwtje in de tuin of een zusje met een deuk in haar hoofd.

Lijkt je dat onmogelijk?

Nee hoor. Het kan allemaal. In dit boek alvast.

Sla maar eens open en lees de gedichten.

Wedden dat je de volgende keer wel oplet bij het propjes gooien? Of wanneer de hond de keuken in loopt?

Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 4.

ISBN 978 90 486 2283 2 Bestelnummer 60 1021 397 KB D/2015/0147/339 NUR 191 Illustraties: Karolien Vanderstappen Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge

9 789048 622832

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.