
4 minute read
Wat heb je nodig als je gaat schilderen? • Penselen • Schilderdoek
Wat heb je nodig als je gaat schilderen?
Eigenlijk heb je niet veel nodig: papier, verf en penseel … Een minimum aan materiaal is genoeg om van start te gaan. Maar als je met slecht materiaal werkt, zal je snel vastlopen. Schilderen met goed materiaal helpt je. Als je voelt dat je het graag doet, koop dan wat meer, beetje bij beetje (of vraag het aan je ouders). Schildermateriaal hoeft echt niet duur te zijn, dus maak je geen zorgen.
Hierbij een lijstje van materialen. Daarmee zal je gemakkelijker mooie schilderijen kunnen maken.
PENSELEN
Ik begin met de penselen omdat die ook het belangrijkste zijn. Het is veel eenvoudiger om te schilderen met goede penselen dan met slechte. Als je penselen kiest, kies dan niet de goedkoopste. De duurste hoeven nu ook weer niet, neem gewoon iets ertussenin.
Laat penselen nooit in het water staan. Want dan komt de lijm los en zo verliezen ze haartjes. Spoel ze goed uit nadat je ze gebruikt hebt. Kies voor verschillende penselen, zowel dunne als dikke.
PAPIER
Schilderen doe je niet op dun papier, want dat gaat golven. Tekenen kan op kladpapier waarvan de achterkant al gebruikt werd. Maar als je gaat schilderen, mag je dat papier wegleggen. (Geef het maar aan je kleine broer of zus.)
Het best koop je een tekenblok met een iets zwaarder papier. 250 g / m² is prima (dat staat erop vermeld). Maar het mag ook zwaarder zijn.
Papier kan glad zijn of korrelig. Heel glad papier is meestal minder geschikt om op te schilderen. Maar eigenlijk probeer je vooraf het best eens uit. Kies gewoon wat jij het fijnste vindt om op te werken.
SCHILDERDOEK
Vroeger was schilderdoek duur en ook best exclusief. Schilders maakten hun doek vaak zelf. Hiervoor timmerden ze een houten kader, ze spanden er een doek over en dit werd met een product bewerkt. Maar nu kan je goedkope schilderdoeken vinden in de hobbywinkel. Probeer het zeker eens! Want met een schilderij op doek maak je vast meer indruk. Het kan ook leuk zijn om cadeau te geven.
VERF
Waarschijnlijk heb je wel verf. Op school wordt er meestal plakkaatverf of waterverf gebruikt. Het voordeel van deze verfsoorten is dat ze makkelijk afwasbaar zijn. Er is niets mis met deze verf, maar echte schilders gebruiken ook vaak acryl, olieverf of aquarel.
Aquarel lijkt op waterverf maar de kleuren zijn veel mooier. Een schilderij in aquarel spreekt meer aan dan eentje in waterverf. Aquarel is wel veel duurder, dat is een nadeel. Maar je kan beginnen met enkele kleuren. Met rood, geel, blauw, wit en zwart kan je alle kleuren mengen.
Meng rood en geel en je krijgt oranje. Geel met blauw wordt groen. Rood en wit is roze. Zwart en wit is grijs. Rood en blauw is paars. En bruin? Dat is rood en zwart!
Acrylverf is niet duur, het is zelfs echt goedkoop. Je kan het in grote tubes kopen, of in kleinere. Behalve in de hobbywinkel vind je het vaak ook bij de drogist. Soms zelfs in de supermarkt!

Acryl is een fantastische verfsoort. Je kan het dik gebruiken, of héél dun. Je kan er afdrukken mee maken of andere delen mee overschilderen. Wel droogt het snel uit. Daarom is het niet zo’n goed idee om kleine tubetjes te kopen. Deze zullen snel uitgedroogd zijn. Dat de verf snel droogt is een voordeel en een nadeel. Soms is het leuk dat je nog lang in de natte verf kan wrijven. Maar meestal is het eigenlijk best leuk als de verf snel droog is. Acryl zal ook niet snel barsten, waardoor je dikke lagen kan schilderen. Alleen voordelen dus? Het nadeel van acryl is dat vlekken op je kleren er niet meer uitgaan. (Daarom wordt het zelden op school gebruikt.) Draag dus zeker een schort als je met acryl schildert!
Met olieverf schilderen is een beetje anders dan de meeste andere verfsoorten. Je kan het namelijk niet met water verdunnen. Daarvoor heb je terpentijn of terpentijnolie nodig. Het is ongezond om de lucht hiervan in te ademen. Daarom wacht je misschien beter nog even met het maken van een olieverfschilderij. Met olieverf kan je moeilijk op papier schilderen. Op karton met een beschermlaag of op schilderdoek lukt het wel. Met olieverf kan je wel prachtige schilderijen maken.
Een ander materiaal waar je heel leuk mee kan schilderen is ecoline. Dat is eigenlijk geen verf maar inkt. Het is niet zwart, zoals Oost-Indische inkt, maar je vindt het in alle kleuren. Ecoline is erg vloeibaar en de kleuren zijn echt levendig. Verdunnen met water is mogelijk. Een belangrijk nadeel van deze inktsoort is dat ze niet ‘lichtecht’ is. Je tekening kan dus gaan verbleken door de zon.
En dan is er nog pastelkrijt. Dit is natuurlijk ook geen verf. Maar het is wel een materiaal waarmee je grote vlakken vlot kan opvullen. Er zijn twee grote groepen pastelkrijt: droge pastels en oliepastels. Droge pastels doen denken aan gekleurd bord- of stoepkrijt. Maar de kleuren zijn veel feller en er zijn oneindig veel kleuren van. Oliepastels doen een beetje aan wascokrijtjes denken. Maar ook hier zijn de kleuren veel feller en de krijtjes zijn vetter.
Soms kan je twee verfsoorten samen gebruiken in één schilderij. Dit geeft vaak een heel mooi effect. Je kan bijvoorbeeld oliepastels samen gaan gebruiken met aquarelverf, of olieverf met acryl. Je mag gerust experimenteren!