Verrekijkerbieb - Leerjaar 2 - Kijker 3 - Thema 5 - N2 - Maak je eigen museum

ucatieve uitgaven

BIEB

Maak je eigen museum Inge Misschaert en Sophie Velghe

Kijker educatieve uitgaven

Verrekijker 2

3

Maak je eigen museum

1

Mijn museum Koekoek!

Hier ben ik!

Zie je mij staan?

Ik ben Kiki!

Nee, dit is niet mijn kamer.

Het is mijn museum!

Kom je binnen?

Nee, kijk maar niet vreemd op.

Ik heb écht een museum.

Helemaal zelf gemaakt.

Alle schilderijen.

De tekeningen.

Echt alles.

2

Wat zeg je?

Saai?

Nee hoor, een museum is echt niet saai!

Het is juist spannend.

Je leert veel over kunst.

En over de kunstenaar.

Hoe zag hij de wereld?

Wat vond hij mooi?

Of lelijk.

Weet je wat?

Ik geef je een rondleiding.

Gratis.

Wat denk je?

Doe je het?

Kom, we gaan beginnen!

3

Een kunstenaar moet goed kijken.

Naar de bomen, het verkeer of de zee.

De mensen om je heen.

Een kunstenaar ziet wat niemand ziet.

De kleine dingen.

Een blad op de grond.

De wind in de lucht.

De regen op de ramen.

Een spin op de stoel.

Zo kijken alle kunstenaars.

Ze zoeken naar dingen die je niet meteen ziet.

En dan maken ze kunst.

Kom, we gaan verder!

4

Keith Haring Wie is Keith?

Keith Haring is een Amerikaan.

Hij werd op 4 mei 1968 geboren.

Op 16 februari 1990 stierf hij.

Wist je dat? − Keith Haring gebruikte graffiti voor zijn kunst.

Dat is kunst met een spuitbus. − Hij tekent vaak mannetjes of hondjes. Ze hebben alleen een omtrek1. Geen gezicht.

5

Maak je eigen Keith Haring!

Ik maakte een kussensloop met mannetjes!

Wat heb je nodig? − drie of vier grote aardappelen − een scherp mes − vloeibare verf − zilverpapier − keukenpapier − een witte kussensloop Aan de slag! − Snij de aardappelen dwars doormidden. − Kerf het motief2 van het mannetje in de aardappelen. − Snij de rest weg. Zo ligt het motief op de aardappel. − Dep de aardappel goed droog. − Giet de verf op het zilverpapier. − Smeer ze met het penseel open.

6

− Duw de aardappel voorzichtig in de verf. − Alleen op het mannetje mag verf komen. − Druk het motief op de sloop.

Tip: Kies één kleur, of wissel af. Zo kun je meer kussens maken!

7

Pablo Picasso Wie is Pablo?

Pablo Picasso is een Spanjaard.

Hij werd op 25 oktober 1881 geboren.

Op 8 april 1973 stierf hij.

Wist je dat? − Picasso had een blauwe en een roze periode.

Blauw wil zeggen dat hij triest was. Roze wil zeggen dat hij vrolijk was. Dat zie je aan zijn schilderijen. − Picasso schilderde heel snel. Soms maakte hij wel drie schilderijen op een dag!

8

Maak je eigen Picasso!

Zo maak je een zelfportret als Picasso!

Wat heb je nodig? − een foto van jezelf op een blad papier − schaar − tekenpapier − potloden en stiften Aan de slag! − Knip de foto van jezelf in stukken. − Dat mag recht zijn, of krom. Groot of klein. − Kleef nu je foto weer op een blad. Doe dat willekeurig. − Kleef niet alle delen op het blad! − De delen die ontbreken, vul je zelf aan. Met potlood, stift of verf. − Kies zelf maar! − Laat je kunstwerk goed drogen. − Lijst het in3 en hang het op!

9

Tip: Teken ook kleine beentjes en armpjes aan het hoofd.

10

Karel Appel Wie is Karel?

Karel Appel is een Nederlander.

Hij werd op 25 april 1921 geboren.

Op 3 mei 2006 stierf hij.

Wist je dat? − Karel Appel gebruikte veel verf. Zwarte verf gebruikte hij als omtrek. Zo kun je figuren in zijn werk zien. − Zijn ouders wilden dat hij kapper werd. Zijn vader was immers ook kapper. Hij koos toch voor schilderen. Toen zetten zijn ouders hem op straat.

11

Maak je eigen Appel Nee, je hoeft geen appels te kweken! Je maakt een schilderij!

Wat heb je nodig? − een doek (canvas) − waterverf in tubes − een zeef − een afwasborstel − keukenpapier − een schort − plastic of kranten (voor op de vloer!) − zilverpapier − een spatel of dik penseel Aan de slag! − Zet het doek op een ezel. Dat is een standaard.

Zo staat het doek recht. Je kunt ook een tuinstoel gebruiken, waar je een oud laken overheen hangt. − Trek een schort aan.

12

− − − − − − − − − − − −

Leg kranten of plastic op de vloer.

Knijp verf uit op het zilverpapier.

Kies een kleur. Doop de borstel in de verf.

Spat met de zeef en de borstel verf op je doek.

Wissel af en toe van kleur.

Ga door tot je doek vol verfspatten zit. Je mag het wit nog zien.

Laat even drogen.

Kies nu een tube verf en hou die tegen het doek.

Knijp slierten verf op het doek.

Neem de spatel en wrijf de klodders open.

Ga door tot het doek voor jou af is.

Laat het goed drogen.

13

Piet Mondriaan Wie is Piet?

Piet Mondriaan is een Nederlander.

Hij werd op 7 maart 1872 geboren.

Op 1 februari 1944 stierf hij.

Wist je dat? − De vader van Piet was tekenleraar. Hij leerde zijn zoon tekenen. − Piet gebruikte vaak alleen rood, blauw en geel en grijs en zwart.

14

Maak je eigen Mondriaan!

Lijnen en strepen, wat moet je ermee?

Wat heb je nodig? − een potlood − een zwarte stift − een lat − tekenpapier − potloden, stiften of wasco’s − voorbeelden van dieren − een voorbeeld van de kleuren van Mondriaan (zie pagina 14) Aan de slag! − Teken met potlood de omtrek van een dier op je blad. − Ga er nu met zwarte stift overheen. − Laat even drogen. − Teken nu met een lat strepen. Horizontaal en verticaal. Pas op dat je niet buiten de lijntjes gaat! − Kleur de vlakken in met de kleuren van Mondriaan.

15

Tip: Zo kun je ook de letters van je eigen naam versieren.

Leuk voor op de deur van je kamer!

16

Vincent van Gogh Wie is Vincent?

Vincent Van Gogh is een Nederlander.

Hij werd op 13 maart 1853 geboren.

Op 29 juli 1890 stierf hij.

Wist je dat? − Vincent van Gogh leed aan depressie4.

Toen hij ziek was, sneed hij een stuk van zijn oor af. − Het duurste schilderij van Vincent kostte 62,2 miljoen euro.

17

Zo maak je een van Gogh De zonnebloemen vind ik het mooist! Zo maak je ze!

Wat heb je nodig? − een groot tekenblad of canvas. − een schaar − gekleurd papier of lapjes vilt − potloden en stiften − lijm − geel crêpepapier5 − afbeelding van ‘De zonnebloemen’ (zie pagina 17) Aan de slag! − Begin met de vaas. Knip die uit vilt of tekenpapier. − Kleef de vaas op het canvas of het papier. − Teken nu de stelen en de bloemen. Gebruik stiften of een potlood.

18

− − − −

Knip stroken van het crêpepapier af.

Vorm er bloemen van.

Kleef de bloemen stevig op je doek vast.

Laat goed drogen.

Tip: In plaats van geel, kun je ook andere kleuren gebruiken!

Alle kleuren van de regenboog!

19

Salvador Dalí Wie is Salvador?

Dalí is een Spanjaard.

Hij werd op 11 mei 1904 geboren.

Op 23 januari 1989 stierf hij.

Wist je dat? − Dalí vond inspiratie in eten. Hij schilderde dan ook vaak voedsel. − Hij tekende het logo van Chupa Chups.

Van die lolly’s heb je vast al gesnoept!

20

Maak je eigen Dalí!

Dit vond ik het leukste om te doen!

Wat heb je nodig? − tekenpapier − een schaar − stiften, potloden, wasco’s of verf. (Of allemaal!) − foto’s of prenten van dieren. − voorbeelden van schilderijen van Dalí.

Aan de slag! − Hou je blad verticaal. Of kleef twee bladen aan elkaar: dan heb je een langer dier! − Teken onderaan een golvende lijn over heel je blad. Dat wordt het gras. Of het water. Of gewoon de grond. − Teken dan bovenaan in de lucht de kop en het lijf van een dier.

21

− Teken nu hele lange poten voor je dier, tot op de grond. − Kleur alles in met verf of potlood en laat drogen.

Tips: Geef de dieren poten van andere dieren. Of kleef foto’s van je familie. En geef ze een dierenlijf.

En dierenpoten. Giraffenpoten, luipaardpoten, olifantenpoten. Keuze genoeg!

22

Aan het einde ...

Zo. We zijn er!

De rondleiding is voorbij.

Je hebt alles gezien.

Vond je het mooi?

Ja? Dat maakt me blij!

Enne ...

Ik heb nog een vraagje.

Mag ik naar jouw museum komen?

Als het af is.

Mag het?

Dank je wel!

En tot gauw!

Maak maar snel je museum!

Ik kijk er naar uit!

Groetjes, Kiki

23

Woorduitleg 1 omtrek = de buitenste lijn 2 motief = figuurtje dat dient als versiering en steeds terugkomt 3 inlijsten = omkaderen 4 depressie = wanneer je je heel triestig voelt voor een lange tijd 5 crêpepapier = rekbaar, geribbeld papier

24

Ik ben Kiki.

Kom je mee?

Ik heb een museum.

Ja, echt!

Het hangt vol met schilderijen.

En kunstwerken.

Allemaal zelf gemaakt!

Wil je zelf een museum maken?

Je leert er alles over in dit boek!

Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 2.

ISBN 978 90 486 2281 8 Bestelnummer 60 1021 197 KB D/2015/0147/337 NUR 191 Illustraties: Sophie Velghe Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 © Copyright die Keure, Brugge

9 789048 622818

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.