4
4 Meetkunde
LES 5 Vormleer: vierkant, rechthoek en ruit – eigenschappen van hoeken en zijden
Doelen
1 De kinderen kunnen vierhoeken onderzoeken op basis van hoeken en zijden. 2 De kinderen kunnen de eigenschappen van zijden en hoeken van vierhoeken aanduiden, benoemen en verwoorden. 3 De kinderen kunnen op basis van de eigenschappen van de zijden en de hoeken vierhoeken benoemen als vierkant, rechthoek of ruit. 4 De kinderen kunnen bij het controleren van de hoeken en/of de zijden van een vierhoek, de passende hulpmiddelen op een juiste manier gebruiken. 5 De kinderen kunnen begrippen als ‘ruimtefiguur’, ‘vlakke figuur’, ‘veelhoek’, ‘vlakke figuur die geen veelhoek is’, ‘zijde’, ‘hoek’, ‘overstaande zijden’, ‘overstaande hoeken’, ‘loodrecht’, ‘evenwijdig’ … correct gebruiken.
Eindtermen en leerplandoelen
Nummer van doel
ET
GO!
OVSG
VVKBaO
1
3.4
1.3.13 1.3.14 2.3.08 2.3.18
WI-MVL.CLAS.2.1 WI-MVL.CLAS.2.2 WI-MVL.CLAS.2.3
MK19a
2
3.4
1.3.15 2.3.11 2.3.14 2.3.18 2.3.20
WI-MVL.CLAS.2.1 WI-MVL.CLAS.2.2 WI-MVL.CLAS.2.3
MK19a
3
3.4
2.3.16 2.3 23 2.3.24
WI-MVL.CLAS.2.1 WI-MVL.CLAS.2.2 WI-MVL.CLAS.2.3
MK16a MK16b
4
-
2.3.08 2.3.21
-
MK28b MK32b
5
3.2
2.3.06 2.3.11 2.3.12 2.3.13 2.3.17
WI-MVL.IDEN.7.1 WI-MVL.IDEN.7.2 WI-MVL.IDEN.7.3 WI-MVL.IDEN.7.4 WI-MVL.IDEN.7.6 WI-MVL.IDEN.11.1
MK9f MK11a MK13c
v
v
v
a
Leermiddelen
- werkboek Target 4 p. 8 - kopieerbladen 6-8 - bijlage 3 - meetlat - geodriehoek - rollat
Wat ging vooraf?
De leerlingen kennen de begrippen ‘vlakke figuur’, ‘ruimtefiguur’, ‘veelhoek’ en ‘vlakke figuur die geen veelhoek is’. In het derde leerjaar leerden ze rubriceren op basis van de eigenschappen van de hoeken en de zijden. Ze benoemden reeds het vierkant en de rechthoek. T2 L5 Vormleer: vlakke figuren en ruimtefiguren
Wat volgt?
T4 L9 Vormleer: parallellogram en trapezium – eigenschappen van hoeken en zijden
Waar vind je het in het Rakkertje?
MK – Vierhoeken
17