

Mijn verkeersdagboek
1 Houd een week een verkeersdagboek bij.
Turf de verplaatsingen die je maakt in het overzicht hieronder. Vul de gegevens aan.
MAANDAG DINSDAG WOENSDAG te voet keer
keer
Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
Ik ging naar: tijd onderweg: afstand: met de fiets keer
Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand: met de auto keer

Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
met het openbaar vervoer
keer
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand: 2 Mobiliteit
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
DONDERDAG
VRIJDAG ZATERDAG ZONDAG
Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand: keer
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand: keer
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand: keer
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand: 3 Mobiliteit
keer Ik ging naar: tijd onderweg: afstand:

Vervoermiddelen


Checklist
Gebruik je het vervoermiddel zelf soms? Voor verre of dichte verplaatsingen?



Kan het veel personen vervoeren? Hoeveel?

Is het vervoermiddel snel?


Is het duur om je ermee te verplaatsen?
Maakt het veel lawaai?
Vervuilt het de lucht?

Verbruikt het veel brandstof? Weetjes

2 Vul de tabel aan tijdens de voorstelling van de vervoermiddelen.
Hoeveel personen vervoert het?
Gebruikt het veel brandstof?
Het kan ook anders
1 Bekijk de foto’s. Bespreek wat je ziet.
Minder de baan op met de auto? Dit kan je doen!

openbaar vervoer elektrische step of hooverboard
2 Wat denk je over deze ideeën? Bespreek.
Er worden geen nieuwe wegen meer aangelegd.
Er komt een autovrije zone in elke stad.

autodelen fiets


carpoolen flexibel werken


We nemen met meer mensen deel aan het autodelen.
Rond autowegen worden bomen of geluidschermen geplaatst.
Scholen rijden zelf rond met een bus om alle leerlingen op te halen.
We gaan zo vaak mogelijk te voet of met de fiets.
Er is openbaar vervoer in elk dorp of elke gemeente.
3 Ken je zelf nog een ander alternatief? Vertel.
Plan een uitstap in jouw buurt met de trein. Vul aan.

5
Naar waar ga je? Hoe laat wil je aankomen? Bekijk de beste optie voor je rit. Noteer. Hoeveel keer moet je overstappen? Hoeveel tussenstops zijn er? Hoelang ben je onderweg?
Plan een uitstap in jouw buurt met de bus. Vul aan.
Naar waar ga je? Hoe laat wil je aankomen? Bekijk de beste optie voor je rit. Noteer. Hoeveel keer moet je overstappen? Hoeveel tussenstops zijn er? Hoelang ben je onderweg?


