Fluo 6 - Handleiding - inkijk methode

Handleiding

Inleiding

Kinderen grondig voorbereiden op hun (dagelijkse) deelname aan het verkeer is enorm belangrijk. Het verkeer is immers niet aangepast aan kinderen. Tussen de vele auto’s, vrachtwagens en bussen vallen kinderen nauwelijks op. Het is daarom uitermate belangrijk dat kinderen zelf leren hoe ze gevaarlijke situaties kunnen herkennen en vermijden. Vandaar dat verkeersopvoeding een belangrijk onderdeel van de basisschool vormt.

Fluo wil de leerlingen op een zo efficiënt mogelijke manier de kennis en inzichten rond verkeer laten verwerven waardoor er maximale oefentijd vrijkomt om de kennis en inzichten toe te passen. Veilig deelnemen aan het verkeer leer je immers het beste door praktijkervaring op te doen.

Fluo focust op actieve verkeerslessen op maat van je omgeving. Regelmatig ga je aan de slag met foto’s en observaties uit de eigen schoolomgeving of bespreek je de vergelijking tussen illustraties in de methode en de eigen ervaringen en verkeersomgeving.

Fluo maakt in de methode gebruik van een uitgebreid aanbod visueel materiaal. Alle foto’s en video’s zijn gemaakt in de Vlaamse verkeerssituatie.

De verkeersvaardigheid tussen kinderen verschilt grondig naarmate zij al of niet (dagelijks) actief deelnemen aan het verkeer. Daarom is Kai er met adaptieve individuele leerpaden, zodat elke leerling vanuit zijn of haar eigen achtergrond op maat begeleid wordt om de doelen te bereiken.

Fluo deelt een leerjaar op in verschillende thema’s: schoolomgeving, passagier, voetganger, fietser en mobiliteit.

Voor elk thema verloopt de opbouw op dezelfde manier:

- Je start met een digitale opwarmreeks. In dit adaptieve traject wordt de voorkennis van de leerlingen opgefrist en maken ze via verkennende oefeningen of video’s kennis met de nieuwe leerstof.

- Voor wie niet digitaal aan de slag kan, voorziet Fluo een alternatieve opwarmactiviteit. Die vind je als Fluomoment kort omschreven in de handleiding. Deze lesfiche en de eventuele bijhorende materialen vind je terug op Kabas.

- Vervolgens krijg je een lessenreeks van één of meerdere lessen waarin de centrale doelen van het thema aangeleerd worden.

- Na de lessen maken je leerlingen de digitale oefenreeks. Hierin tonen ze aan dat ze de doelen van het thema beheersen. Ze krijgen hiervoor opnieuw een adaptief oefeningenaanbod. Nadat de leerlingen voor alle doelen van het thema voor hun leerjaar aangetoond hebben dat ze die verworven hebben, zijn ze klaar voor de praktijklessen.

- Deze oefenreeks geldt als evaluatiemoment. Voor wie liever een klassieke papieren toets afneemt, is deze beschikbaar op Kabas.

- In de praktijklessen krijgen de leerlingen eerst uitgebreid de kans om de vaardigheden te verwerven op een parcours. Elke les bevat meerdere opstellingen, waaruit je als leerkracht een keuze kan maken of waarmee je een combinatie kan opstellen.

- Bij thema’s waar geen vaardigheden ingeoefend worden zoals schoolomgeving, vind je een Fluo-actie omschreven in de handleiding. Deze lesfiche en de eventuele bijhorende materialen vind je terug op Kabas.

Fluo volgt de leerlijn van het VSV in de leerlingenmaterialen en maakt voor de praktijklessen gebruik van de activiteiten die het VSV aanbiedt in hun brochures voor de voetgangers- en fietsbrevetten.

We verwijzen hierbij graag naar twee belangrijke sites waarop je meer informatie terugvindt: www.verkeersouders.be, www.verkeeropschool.be/brevetten/

Jaaroverzicht

Schoolomgeving

Opwarmreeks met Kai 25 minuten

Les 1 Veilig op weg naar school 50 minuten

Les 2 Voetganger, je weet hoe het moet 50 minuten

Oefenreeks met Kai 50 minuten

Fietser

Opwarmreeks met Kai 25 minuten

Les 1 Op weg met de fiets 50 minuten

Les 2 Klaar voor de weg? 50 minuten

Oefenreeks met Kai 50 minuten

Les 3 Vaardigheden inoefenen 100 minuten

Les 4 Het grote fietsexamen 150 minuten

Mobiliteit

Opwarmreeks met Kai 25 minuten

Les 1 Ik kies een vervoermiddel 50 minuten

Les 2 Vervoermiddelen vergelijken 50 minuten

Oefenreeks met Kai 50 minuten

Themaoverzicht Fietser

Opwarmreeks met Kai 25 minuten

Fluo-moment in de klas 25 minuten

Les 1 Op weg met de fiets 50 minuten

Les 2 Klaar voor de weg? 50 minuten

Oefenreeks met Kai 50 minuten

Les 3 Vaardigheden inoefenen 100 minuten

Les 4 Het grote fietsexamen 150 minuten

Overzicht opties Fluo-moment

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

25' De leerlingen maken met Kai kennis met de inhoud van dit thema. Ze herhalen wat ze al weten en maken via verkennende oefeningen of video’s kennis met de nieuwe leerstof.

1

Opwarmreeks

25' De leerlingen frissen hun voorkennis op en delen hun ervaringen aan de hand van een fotoreeks rond het oversteken als fietser.

Zo steek ik over 2

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Opwarmreeks met Kai

Doel en opbouw

De leerlingen maken in het adaptieve leerpad kennis met de inhoud van het thema. Ze herhalen wat ze al weten en maken via verkennende oefeningen of video’s kennis met de nieuwe leerstof.

Enerzijds bestaat de opwarmreeks uit een combinatie van doelen die in de vorige leerjaren al aangereikt werden. Zo frissen de leerlingen die kennis weer even op vooraleer ze erop voortbouwen. Anderzijds biedt de opwarmreeks ook verkennende oefeningen en/of video’s aan die bij de nieuwe doelen in dit thema aansluiten. Zo wordt de voorkennis goed gepeild en worden de leerlingen uitgedaagd voor de lessen die volgen.

Het doel van de opwarmreeks is dus tweeledig: de voorkennis van de leerlingen in kaart brengen, zodat je dit als leerkracht van bij de start van je lessen kan meenemen, en ook de leerlingen motiveren voor het thema.

Praktisch

Zo zet je jouw leerlingen aan het werk:

- Ga naar Kabas.

- Open de inhoudstafel en klik de opwarmreeks aan.

- Ga naar het tabblad ‘leren’.

- Vink de opwarmreeks aan.

- Klaar! Je leerlingen krijgen de opwarmreeks nu in hun overzicht te zien. In jouw resultatenscherm kan je hun prestaties volgen.

De leerlingen krijgen een aanbod op maat van 20 minuten. Doen ze er minder lang over om alle doelen te doorlopen, dan zal de reeks vroeger beëindigd worden. In het andere geval verschijnt voor elke leerling na 20 minuten de melding dat ze de opwarmreeks afgerond hebben en klaar zijn voor de les.

Als leerkracht krijg je in je resultatenscherm een overzicht van de opwarmreeks van elke leerling. Je ziet welke opdrachten ze gekregen hebben en wat hun resultaten waren. Je ziet ook welke instructievideo’s aan bod gekomen zijn, indien een leerling dit te zien kreeg.

Les 1 Op weg met de fiets

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen de verplichte fietsonderdelen benoemen en het belang ervan aangeven.

2. De kinderen kunnen aangeven hoe ze als fietser op een correcte manier links en rechts afslaan.

3. De kinderen kunnen aangeven hoe ze als fietser een voorligger inhalen op een veilige manier.

4. De kinderen kunnen aangeven hoe ze een hindernis op een veilige manier voorbij rijden.

Lesmateriaal

- werkboek fietser p. 2 - 5 - poster 4: mijn plaats op de weg als fietser - poster 5: als fietser aan een kruispunt - powerpoint 2: quiz - kladblaadje

Vooraf

Bekijk wat de scores van de leerlingen in de opwarmreeks zijn. Deze les vormt een herhalingsles. Dit zou door de meeste leerlingen beheerst moeten zijn. Heb je veel leerlingen voor wie uit de opwarmreeks blijkt dat ze nog moeite hebben, dan neem je hen apart tijdens deze les.

Lesverloop

1 Instap

Start de les op met een korte quiz. Neem powerpoint 2 en overloop de vragen. Laat de leerlingen op een kladblaadje hun antwoorden noteren.

Overloop nadien: Wie had alles juist? Wat was de moeilijkste vraag?

2 Kern

Laat de leerlingen hun werkboek fietser nemen op pagina 2. De opdrachten van pagina 2 tot en met pagina 5 zijn herhaling. Zet de leerlingen zelfstandig aan het werk.

Hang poster 4 en 5 op.

Merk je uit de opwarmreeks dat de leerlingen niet goed scoorden, dan kun je ervoor kiezen om deze leerlingen in duo’s te laten werken.

Je kunt deze leerlingen ook apart nemen en eerst de juiste handeling voor het links en rechts afslaan herhalen.

Links afslaan

- Minder je snelheid als je het kruispunt nadert.

- Kijk over je schouder naar links en ga na of er verkeer nadert. Nadert er verkeer? Dan blijf je rechts fietsen. Desnoods wacht je even met een voet aan de grond.

- Nadert er geen verkeer? Dan strek je de arm uit en wijk je iets naar links uit tot het midden van de rijbaan. Je bent nu aan het voorsorteren.

- Als je op het kruispunt bent, kijk dan goed naar links en rechts. Komt er een bestuurder van rechts, dan kan die immers voorrang hebben. Kijk ook voor je. Duikt er een tegenligger op, dan heeft die voorrang en moet je wachten.

- Er is geen tegenliggend verkeer, je kunt over. Maak een grote bocht en rij de rijbaan over met beide handen aan het stuur.

- Je bent het kruispunt overgestoken. Kijk of er voetgangers de straat oversteken. Is dit het geval, dan moet je voorrang geven.

Rechts afslaan

- Wanneer je rechts wil afslaan, strek je ook je arm uit. Zo weet het verkeer achter jou wat je van plan bent.

- Kijk voor het afslaan goed naar links of er bestuurders naderen. Als het moet, laat je hen voor.

- Neem je bocht niet te wijd, blijf aan de rand van de rijbaan fietsen.

- Wanneer je voorbij de bocht bent, rijd je verder rechts van de rijbaan. Let erop of er voetgangers de straat oversteken. Is dat het geval, dan hebben die voorrang.

3 Slot

Verbeter klassikaal. Ga na of de leerstof beheerst is of waar de leerlingen nog moeilijkheden ondervonden. Herhaal in dat geval de juiste afspraak zodat die correct wordt ingeprent.

Les 2 Klaar voor de weg?

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen de verkeerstekens die de voorrang regelen aangeven, verklaren en toepassen.

2. De kinderen kunnen de algemene voorrangsregel uitleggen.

3. De kinderen kunnen verwoorden waarom je aan kruispunten al of niet voorrang kunt hebben.

4. De kinderen kunnen verwoorden welk fietsgedrag wordt verwacht in de nabijheid van grote voertuigen (dode hoek), op een rotonde, aan een overweg en aan verkeerslichten.

Lesmateriaal

- werkboek fietser p. 6 - 10 - poster 6: wie heeft voorrang? (1) - poster 7: wie heeft voorrang? (2) - poster 8: deze borden helpen mij - powerpoint 3: verkeersbordenrooster - kladblaadje

Lesverloop

1 Instap

Start de les met opdracht 1 in het werkboek fietser pagina 8.

Laat de leerlingen in duo’s of kleine groepjes samenwerken. Elke leerling kiest achtereenvolgens één van de groene vakken. Ze vertellen hier iets over. In hun uitleg zorgen ze ervoor dat het woord in het rode vak zeker wordt gebruikt. De andere leerlingen luisteren of de uitleg correct is en of het rode woord wordt gebruikt. Laat hen zo de acht opdrachten afwerken.

Bespreek klassikaal: Liep dit vlot?

Konden jullie over alle vakken iets vertellen? Wie vond het moeilijk om het rode woord in de uitleg te verwerken?

2 Kern

Laat de leerlingen vervolgens hun werkboek fietser nemen op pagina 6. Ze maken zelfstandig opdracht 1 op pagina 6 - 7 en opdracht 2 op pagina 9. De opdrachten zijn herhaling en moeten heel vlot verlopen. Hang poster 6 en 7 op.

Merk je uit de opwarmreeks dat de leerlingen niet goed scoorden, dan kun je ervoor kiezen om deze leerlingen in duo’s te laten werken.

3 Slot

Speel tot afronding van dit thema het verkeersbordenspel dat de leerlingen in de vorige leerjaren ook al speelden. Hang eventueel poster 8 op als extra hulpmiddel.

Projecteer powerpoint 3. Je ziet er een rooster met de belangrijkste verkeersborden voor fietsers. Laat de leerlingen een kladblaadje nemen. Je speelt een spel: jij geeft een omschrijving van een bord en de leerlingen noteren de positie in het rooster.

Bijvoorbeeld: kruispunt waar de voorrang aan rechts geldt C4 let op verkeerslichten A2

Deze verkeersborden zijn herhaling, je moet er dus een stevig tempo op nahouden. Het is de bedoeling dat de leerlingen heel vlot de borden in het rooster terugvinden.

Stel een tiental vragen na elkaar. Wissel vervolgens: kies er een leerling uit die vijf vragen stelt. Moedig de leerling aan om dit ook aan een snel tempo te doen. Laat een aantal leerlingen aan de beurt.

Dit is de laatste les van het thema fietser vooraleer je naar het grote fietsexamen overgaat. Zet op Kabas de oefenreeks fietser open voor je leerlingen indien je dit nog niet deed. Wanneer alle leerlingen 75 % bereikt hebben op de doelen, weet je dat ze klaar zijn om aan de praktijklessen op een veilige manier deel te nemen. Bekijk de scores in je leerkrachtenoverzicht. De leerlingen die veel moeite hadden met bepaalde doelen of die de 75% nog niet bereikten, voorzie je van extra begeleiding.

Overzicht opties Fluo-actie

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

50' De leerlingen tonen met Kai dat ze de doelen van dit thema beheersen. Ze oefenen op hun niveau tot ze minstens 75% scoren op elk doel.

Oefenreeks

100’ De leerlingen oefenen ter voorbereiding op het grote fietsexamen hun fietsvaardigheden verder in op een parcours.

150’ De leerlingen leggen het grote fietsexamen in de schoolomgeving af.

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Oefenreeks met Kai

Doel en opbouw

De leerlingen tonen in het adaptieve leerpad dat ze de doelen van dit thema beheersen. Ze krijgen een individueel leerpad voorgeschoteld tot ze voldoende goed scoren.

De leerlingen kunnen kiezen of ze zelf een doel aanklikken en zo alle doelen afwerken, of ze kiezen voor de blauwe knop ‘ga verder’ links in het scherm. Dan stelt het programma zelf een volgorde van doelen samen die best geschikt lijkt voor de leerling.

Als een leerling de doelen beheerst, dan verandert de ksnapometer bij dat doel. De leerlingen kunnen er nog voor kiezen om expert te worden in het doel maar hebben de basis beheerst.

Wanneer de leerlingen alle doelen voldoende beheersen, veroveren zij een eerste badge. Jij krijgt als leerkracht in jouw resultatenscherm dan te zien dat die leerlingen klaar zijn voor de doe-lessen in de verkeersomgeving.

Expert worden is niet nodig om veilig de rijbaan op te kunnen. Het biedt wel extra inoefenkansen voor de leerlingen om verder te herhalen en de simulaties opnieuw te spelen. Wie expert is in alle doelen van een thema, verdient nog een extra badge.

Praktisch

Zo zet je jouw leerlingen aan het werk:

- Ga naar Kabas.

- Open de inhoudstafel en klik de oefenreeks aan.

- Ga naar het tabblad ‘leren’.

- Vink de oefenreeks aan.

- Klaar! Je leerlingen krijgen de oefenreeks nu in hun overzicht te zien. In jouw resultatenscherm kan je hun prestaties volgen.

Als leerkracht krijg je in je resultatenscherm een overzicht van de oefenreeks van elke leerling.

Je ziet welke opdrachten ze gekregen hebben en wat hun resultaten waren.

Je ziet ook welke instructievideo’s aan bod gekomen zijn, indien een leerling dit te zien kreeg.

Les 3 Vaardigheden inoefenen

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen als fietser hun correcte plaats op de weg kiezen.

2. De kinderen kunnen op een veilige manier links en rechts afslaan.

3. De kinderen kunnen een hindernis op een correcte veilige manier voorbij fietsen.

4. De kinderen kunnen de voorrangsregels correct toepassen als fietser.

Lesmateriaal

- kopieerblad 1: lesfiches praktijklessen fietser - specifieke materialen afhankelijk van de keuzes die je afgestemd op jouw klas en context maakt

Vooraf

In les 4 neem je het grote fietsexamen af van je leerlingen. Dit bereid je in deze les voor op maat van jouw klas en schoolomgeving. De leerlingen hebben in de vorige leerjaren de nodige vaardigheden al ingeoefend.

Maak nu een keuze uit die vaardigheden en lesactiviteiten van de vorige jaren op basis van twee parameters: - Laat de leerlingen zelf opsommen waar ze als fietser nog moeite mee hebben.

- De vaardigheden die in jullie schoolomgeving belangrijk zijn. Dit kan enorm variëren. Ligt je school in een eerder landelijke omgeving, dan kan de plaats op de weg belangrijker zijn. Ligt je school in een drukke stadsomgeving, dan zullen de leerlingen mogelijk vaker hindernissen tegenkomen en vaker moeten links en rechts afslaan.

Surf naar de site van het VSV en maakt daar uit de handleiding ‘fietsbrevet zilver’ en ‘fietsbrevet goud’ je keuze uit de activiteiten op basis van bovenstaand criterium. Je vindt de activiteitenfiches die in Fluo 3 tot en met 5 gebruikt werden, ook op Kabas terug onder kopieerblad 1

samenwerking met:

Lesverloop

1 Instap

Licht de leerlingen toe welke vaardigheden ze op het parcours verder inoefenen.

2 Kern

Laat de leerlingen aan de slag gaan op het parcours. Zorg dat elke leerling maximaal aan het oefenen is, vermijd wachttijd omdat de leerlingen met te veel zijn voor één activiteit. Zorg voor een duidelijk doorschuifsysteem.

3 Slot

Hou een korte bespreking in klas. Laat de leerlingen hun ervaringen verwoorden.

Les 4 Het grote fietsexamen

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen als fietser hun correcte plaats op de weg kiezen.

2. De kinderen kunnen op een veilige manier links en rechts afslaan.

3. De kinderen kunnen een hindernis op een correcte veilige manier voorbij fietsen.

4. De kinderen kunnen de voorrangsregels correct toepassen als fietser.

Lesmateriaal

/ Vooraf

Voorzie voldoende ouders, collega’s of politie om het parcours te bemannen. Zij kunnen een oogje in het zeil houden op de speelplaats bij de wachtende leerlingen of aan een controlepost staan.

Surf naar de site van het VSV en download de handleiding ‘fietsbrevet goud’. Alle informatie over het grote fietsexamen met bijhorende tips vind je vanaf pagina 28.

Deel deze informatie vooraf ook met de ouders zodat de leerlingen kunnen oefenen.

samenwerking met:

Lesverloop

1 Instap

Geef je controleurs een korte briefing. Bezorg ze de nodige informatie en materiaal van het VSV.

2 Kern

Laat de leerlingen met een tussentijd van twee minuten vertrekken. Zorg ervoor dat het volgnummer van de leerling op het fluohesje goed zichtbaar is zodat de controleurs vlot hun observaties bij de juiste leerling noteren.

3 Slot

Hou een kort evaluatiemoment en bezorg de leerlingen hun medaille.

Mobiliteit

Themaoverzicht Mobiliteit

Opwarmreeks met Kai 25 minuten

Fluo-moment in de klas 25 minuten

Les 1 Ik kies een vervoermiddel 100 minuten

Les 2 Vervoermiddelen vergelijken 50 minuten

Oefenreeks met Kai 50 minuten

Fluo-actie in de klas 50 minuten

Overzicht opties Fluo-moment

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

25' De leerlingen maken met Kai kennis met de inhoud van dit thema. Ze herhalen wat ze al weten en maken via verkennende oefeningen of video’s kennis met de nieuwe leerstof.

25' Aan de hand van fotomateriaal frissen de leerlingen de gevolgen van het toenemende autogebruik op.

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Opwarmreeks met Kai

Doel en opbouw

De leerlingen maken in het adaptieve leerpad kennis met de inhoud van het thema. Ze herhalen wat ze al weten en maken via verkennende oefeningen of video’s kennis met de nieuwe leerstof.

Enerzijds bestaat de opwarmreeks uit een combinatie van doelen die in de vorige leerjaren al aangereikt werden. Zo frissen de leerlingen die kennis weer even op vooraleer ze erop voortbouwen. Anderzijds biedt de opwarmreeks ook verkennende oefeningen en/of video’s aan die bij de nieuwe doelen in dit thema aansluiten. Zo wordt de voorkennis goed gepeild en worden de leerlingen uitgedaagd voor de lessen die volgen.

Het doel van de opwarmreeks is dus tweeledig: de voorkennis van de leerlingen in kaart brengen, zodat je dit als leerkracht van bij de start van je lessen kan meenemen, en ook de leerlingen motiveren voor het thema.

Praktisch

Zo zet je jouw leerlingen aan het werk:

- Ga naar Kabas.

- Open de inhoudstafel en klik de opwarmreeks aan.

- Ga naar het tabblad ‘leren’.

- Vink de opwarmreeks aan.

- Klaar! Je leerlingen krijgen de opwarmreeks nu in hun overzicht te zien. In jouw resultatenscherm kan je hun prestaties volgen.

De leerlingen krijgen een aanbod op maat van 20 minuten. Doen ze er minder lang over om alle doelen te doorlopen, dan zal de reeks vroeger beëindigd worden. In het andere geval verschijnt voor elke leerling na 20 minuten de melding dat ze de opwarmreeks afgerond hebben en klaar zijn voor de les.

Als leerkracht krijg je in je resultatenscherm een overzicht van de opwarmreeks van elke leerling. Je ziet welke opdrachten ze gekregen hebben en wat hun resultaten waren. Je ziet ook welke instructievideo’s aan bod gekomen zijn, indien een leerling dit te zien kreeg.

Les 1 Ik kies een vervoermiddel

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen de eigenschappen van verschillende vervoermiddelen kritisch met elkaar vergelijken.

2. De kinderen kunnen aangeven dat het openbaar vervoer een alternatief is voor het toenemend verkeer.

3. De kinderen kunnen aangeven dat te voet of met de fiets goede alternatieven zijn voor een kortere afstand.

Lesmateriaal

- werkboek mobiliteit p. 4 - 5 - poster 1: eens niet met de auto - Fluo-site: vervoermiddelen - informatieve boeken over vervoermiddelen - tablets / laptops voor de leerlingen

Vooraf

Laat de leerlingen een week voorafgaand aan dit thema een verkeersdagboek bijhouden op pagina 2 – 3 in hun werkboek mobiliteit. Ze brengen de verplaatsingen die ze maken in kaart.

Voorzie indien mogelijk enkele informatieve boeken over vervoermiddelen.

Lesverloop

1 Instap

In het eerste deel van deze les bereiden de leerlingen een presentatie voor die ze met hun groepje in het tweede deel van de les geven.

Zorg dat elk groepje toegang heeft tot een toestel om de Fluo-site van deze les te raadplegen. Is dit niet mogelijk, zorg dan voor voldoende bronnen en naslagwerken waarin de leerlingen het antwoord op de checklist van het werkboek mobiliteit op pagina 4 over de verschillende vervoermiddelen terugvinden. Hang ook poster 1 op als extra hulpmiddel. Verdeel de leerlingen in groepjes van twee, drie of vier leerlingen naargelang de klasgrootte. Het is de bedoeling dat er in totaal acht groepjes zijn zodat elk vervoermiddel aan bod komt.

2 Kern

Neem het werkboek mobiliteit op pagina 4. Elk groepje kiest één van de vervoermiddelen op de foto’s. Zij zullen dit vervoermiddel straks voorstellen aan de klas. In de voorstelling moeten ze een antwoord geven op de vragen van de checklist.

Op sommige vragen zullen de leerlingen het antwoord al zelf weten, op andere vragen niet.

Geef de leerlingen een halfuur de tijd om de informatie over hun vervoermiddel te verzamelen. Ze maken gebruik van de Fluo-site en eventuele informatieve boeken uit de klasbieb. De leerlingen maken ook een verdeling binnen hun groepje hoe de informatie gebracht wordt voor de klas. Ze zorgen hierbij dat elke leerling aan bod komt.

Na de voorbereidingstijd laat je de groepjes de verschillende vervoermiddelen voorstellen. Tijdens de voorstelling vullen de leerlingen de tabel op pagina 5 aan.

3 Slot

Bespreek: Zijn er kenmerken van vervoermiddelen die de leerlingen verbazen? Wat wisten ze nog niet?

Les 2 Het kan ook anders

Lesdoelen

1. De kinderen kunnen hun eigen verkeersgedrag kritisch bekijken.

2. De kinderen kunnen alternatieven voor de auto vergelijken.

3. De kinderen kunnen een eenvoudige rit met het openbaar vervoer plannen.

Lesmateriaal

- werkboek mobiliteit p. 2 - 3, 6 - 7 - website NMBS en De lijn - tablets / laptops voor de leerlingen

Lesverloop

1 Instap

De leerlingen hielden afgelopen week hun eigen verplaatsingen bij in het verkeersdagboek. Bespreek en vergelijk de resultaten van de leerlingen:

- Hoe hebben jullie de meeste verplaatsingen gedaan?

- Wat is de gemiddelde afstand van de verplaatsingen te voet? Met de fiets?

- Kon je zelf kiezen hoe je op stap ging of bepalen je ouders dit?

- Hoe lang was je gemiddeld onderweg bij de verplaatsingen met de auto?

-

Laat de leerlingen nu op basis van hun eigen ervaringen nadenken: Wat zijn de redenen dat je voor een bepaald vervoermiddel kiest? Komt dit overeen met de kenmerken die in de vorige les aangehaald zijn?

2 Kern

2.1 Alternatieven voor de auto

Laat de leerlingen hun werkboek mobiliteit nemen op pagina 6. Bespreek de foto’s die je ziet bij opdracht 1.

- Pasten de leerlingen deze optie al toe met hun ouders?

- Komt de optie voor in jullie dorp of stad (bv. autodelen en de elektrische step)?

Laat de leerlingen hun ervaringen kort delen.

Ga vervolgens naar opdracht 2. Bespreek dat mensen voortdurend op zoek zijn naar mogelijkheden om het verkeer zo milieuvriendelijk te maken en zoveel mogelijk files en verkeersproblemen te vermijden.

Laat de leerlingen eerst in duo’s nadenken over de zes uitspraken. Zijn de ideeën realistisch? Uitvoerbaar? Misschien zijn sommige voorstellen al van toepassing in jullie omgeving? Laat de leerlingen ook nadenken over aanvullende alternatieven.

Bespreek vervolgens klassikaal.

2.2 Op stap met het openbaar vervoer

Om het openbaar vervoer te kunnen gebruiken, is het van belang dat de leerlingen leren werken met de tabellen en roosters die de bus- en treinregeling weergeven.

Neem het werkboek mobiliteit op pagina 7. Bespreek de tabellen bovenaan. De linkertabel bevat een busregeling, de rechtse is het traject van een treinreis.

- Wat is de vertrekplaats van de reis?

- Wat is de bestemming voor elk traject?

- Hoelang is de persoon onderweg?

- Moet de persoon overstappen?

- Hoe zie je dit?

-

Laat de leerlingen vervolgens zelf een traject plannen met de routeplanners. Zet de websites open. Maak de keuze of je de leerlingen een bestemming geeft of ze zelf een bestemming kiezen. Ze noteren de nodige informatie bij opdracht 4 en 5.

3 Slot

Laat enkele leerlingen hun uitstap voorstellen. Controleer klassikaal op de site of de informatie klopt. Bespreek hoe de opdracht verliep. Vonden de leerlingen vlot de nodige informatie? Wat was moeilijk?

Dit is de laatste les van het thema mobiliteit. Zet op Kabas de oefenreeks mobiliteit open voor je leerlingen indien je dit nog niet deed. Wanneer alle leerlingen 75 % bereikt hebben op de doelen, weet je dat ze de doelen voor dit thema beheersen.

Overzicht opties Fluo-actie

De lesfiches bij deze activiteiten vind je terug op Kabas, samen met alle andere nodige bestanden.

50' De leerlingen tonen met Kai dat ze de doelen van dit thema beheersen. Ze oefenen op hun niveau tot ze minstens 75% scoren op elk doel.

1

Oefenreeks

50' De leerlingen passen hun kennis over vervoermiddelen toe op een uitstap die ze binnenkort ondernemen. Ze werken een alternatief voor de verplaatsing uit.

Eens

Check altijd Kabas voor het meest recente aanbod.

Oefenreeks met Kai

Doel en opbouw

De leerlingen tonen in het adaptieve leerpad dat ze de doelen van dit thema beheersen. Ze krijgen een individueel leerpad voorgeschoteld tot ze voldoende goed scoren.

De leerlingen kunnen kiezen of ze zelf een doel aanklikken en zo alle doelen afwerken, of ze kiezen voor de blauwe knop ‘ga verder’ links in het scherm. Dan stelt het programma zelf een volgorde van doelen samen die best geschikt lijkt voor de leerling.

Als een leerling de doelen beheerst, dan verandert de ksnapometer bij dat doel. De leerlingen kunnen er nog voor kiezen om expert te worden in het doel maar hebben de basis beheerst.

Wanneer de leerlingen alle doelen voldoende beheersen, veroveren zij een eerste badge. Jij krijgt als leerkracht in jouw resultatenscherm dan te zien dat die leerlingen klaar zijn voor de doe-lessen in de verkeersomgeving.

Expert worden is niet nodig om veilig de rijbaan op te kunnen. Het biedt wel extra inoefenkansen voor de leerlingen om verder te herhalen en de simulaties opnieuw te spelen. Wie expert is in alle doelen van een thema, verdient nog een extra badge.

Praktisch

Zo zet je jouw leerlingen aan het werk:

- Ga naar Kabas.

- Open de inhoudstafel en klik de oefenreeks aan.

- Ga naar het tabblad ‘leren’.

- Vink de oefenreeks aan.

- Klaar! Je leerlingen krijgen de oefenreeks nu in hun overzicht te zien. In jouw resultatenscherm kan je hun prestaties volgen.

Als leerkracht krijg je in je resultatenscherm een overzicht van de oefenreeks van elke leerling.

Je ziet welke opdrachten ze gekregen hebben en wat hun resultaten waren.

Je ziet ook welke instructievideo’s aan bod gekomen zijn, indien een leerling dit te zien kreeg.