Fluo 3 - Werkboek voetganger - inkijk methode

Page 1

Voetganger
NAAM KLAS

Als voetganger op stap

1 Wat vind jij leuk als voetganger? Noteer.

2 Wat vind jij niet leuk als voetganger? Noteer.

3 Waarom is dit gevaarlijk? Bespreek de situatie op elke prent.

2 Voetganger
?
__________________________
3 Voetganger
4 Vul het juiste woord aan. Kies uit: stoep – rijbaan – berm – fietspad 5 Omkring in elke situatie aan welke kant van de weg je stapt. 1 Is er een
3 Is er een ? 4 Dan stap ik op de JA JA NEE JA NEE NEE Dan stap ik daar. Dan stap ik daar. Dan stap ik daar. 2 Is er een
?

Ik steek over als het kan en mag

1 Zo steek
2 Kleur in het rooster vier woorden die belangrijk zijn bij het oversteken. E L O O P M B A L K B E L S C H U I N O F I E T S I K I J K O P A K L E I N A L D R E C H T B U S S H A A S T S T A P U H A L T E G R O O T 1 2 3 4 5 Tip: Er staan nog
Kleur
4 Voetganger
ik over. Noteer de stappen in de juiste volgorde.
andere woorden in het rooster.
ENKEL de vier woorden die horen bij oversteken zoals het moet.

C F I

3
J
Je start onderaan rechts. Aan elk kruispunt steek je één keer over. Ga zo ver door als je mag. Bij welk blok kom je uit? Omkring. L 5 Voetganger
A D G
B E H K

4

Alle kinderen willen over. Kleur de kinderen die op een veilige plaats staan en kunnen oversteken.

Noteer het woord dat je met de letters bij de kinderen kunt maken.

6 Voetganger

Borden helpen mij

1 Markeer bij elk verkeersbord de juiste betekenis.

Je moet de richting van de pijlen volgen.

Hier moet je links afslaan.

Let op: oversteekplaats voor voetgangers.

Let op: hier komen veel kinderen.

Je nadert een oversteekplaats voor voetgangers.

Hier mag je niet oversteken.

Hier is een doodlopende weg, behalve voor voetgangers en fietsers.

Hier mag je niet inrijden.

7 Voetganger
2 Vero gaat te voet naar school. Luister naar haar verhaal. Kruis de borden aan die Vero ziet. Geef ze een nummer van 1 tot 4 in de volgorde van Vero’s route.

Het zijn drie situaties waar je als voetganger

Het zijn drie plaatsen waar je als voetganger

Het zijn twee plaatsen waar het bord

3
Bekijk de drie borden. Waarom horen ze samen? Vul de zin aan.
8 Voetganger

Mike en Chelsey spelen domino. Bekijk hun spel. Twee borden zijn verbonden met de foute uitleg. Kleur de twee vakjes met foute uitleg rood .

Hier mag je niet rechts afslaan. Let op: hier komen veel kinderen. Je mag hier niet stappen.

Hier mag je doorrijden.

Smalle doorgang: je verleent voorrang aan de bestuurders die uit de andere richting komen.

Hier mag je niet inrijden.

Hier moet je rechts afslaan.

Let op: hier komen veel kinderen.

In deze straat geldt er éénrichtings- verkeer.

Je mag hier niet stappen. Let op: een oversteekplaats voor voetgangers.

Op dit deel van de weg moet je stappen of fietsen.

Hier moet je stappen.

Op dit deel van de weg moet je stappen of fietsen.

Let op: de rijbaan versmalt. Let op: verkeerslichten.

Op het kruispunt geldt de voorrang van rechts.

Je moet de richting van de pijlen volgen.

Hier is een zebrapad.

Hier moet je voorrang verlenen.

Je moet de richting van de pijlen volgen.

4
9 Voetganger

Dit weet ik nu

Hier stap ik

Ik stap op de stoep.

Is er geen stoep? Dan stap ik op de berm.

Is er geen stoep en geen berm? Dan stap ik op het fietspad.

Is er geen stoep, geen berm en geen fietspad? Dan stap ik links op de rijbaan.

Zo steek ik over

Ik sta stil voor de rand van de stoep.

Ik kijk naar links en naar rechts. Ik luister goed.

Ik kijk nog eens naar links. Ik maak me groot.

Als het kan, steek ik over.

Ik stap door. Ik blijf goed kijken.

Ik ben aan de overkant.

Hier weet ik hoe het moet

Ik wacht.

Ik wacht.

Ik wacht.

Ik steek over.

Ik steek over.

Ik steek over.

10 Voetganger

Als het kan, steek ik hier niet over

tussen een rij auto’s in een bocht aan een helling waar er gewerkt wordt

Deze borden helpen mij

Let op: verkeerslichten.

Let op: werken.

Let op: hier komen veel kinderen.

Hier mag je niet inrijden.

Hier mag je niet inrijden, in geen enkele richting.

Je mag hier niet stappen.

Hier is een zebrapad.

Hier moet je stappen.

Op dit deel van de weg moet je stappen en fietsen.

Hier is een doodlopende weg, behalve voor voetgangers en fietsers.

11 Voetganger

Ik kan op de weg stappen zoals het hoort. Ik weet hoe ik me kan laten zien als ik op stap ben.

Ik ken mijn plaats op de stoep. Is er geen stoep, dan weet ik dat ik op de berm, op het fietspad, of op de rijbaan moet stappen.

Ik kan een goede oversteekplaats zoeken.

Ik kan oversteken aan het zebrapad zoals het hoort.

Ik kan oversteken aan verkeerslichten zoals het hoort. Ik kan oversteken zoals het hoort als er geen zebrapad of verkeerslichten zijn.

Ik ken de meest voorkomende verkeersborden die ik als voetganger moet opvolgen.

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Deze uitgave is dan ook gedrukt op papier dat het FSC®-label draagt. Dat is het keurmerk van de Forest Stewardship Council

in samenwerking met

Auteurs Annelies Deguffroy, Stef Desodt Illustrator Sanne Miltenburg • Eerste druk 2021 Bestelnummer 60 1010 921 • ISBN 978 90 4864 029 4 KB D/2021/0147/048 NUR 193 Verantwoordelijke uitgever
RPR
die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
0405 108 325 - © die Keure, Brugge COLOFON
9 789048 640294

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.