

Als voetganger op stap





1 Wat vind jij leuk als voetganger? Noteer.
2 Wat vind jij niet leuk als voetganger? Noteer.
3 Waarom is dit gevaarlijk? Bespreek de situatie op elke prent.





Ik steek over als het kan en mag

C F I

4
Alle kinderen willen over. Kleur de kinderen die op een veilige plaats staan en kunnen oversteken.
Noteer het woord dat je met de letters bij de kinderen kunt maken.

Borden helpen mij
1 Markeer bij elk verkeersbord de juiste betekenis.
Je moet de richting van de pijlen volgen.
Hier moet je links afslaan.
Let op: oversteekplaats voor voetgangers.
Let op: hier komen veel kinderen.
Je nadert een oversteekplaats voor voetgangers.
Hier mag je niet oversteken.
Hier is een doodlopende weg, behalve voor voetgangers en fietsers.
Hier mag je niet inrijden.
Het zijn drie situaties waar je als voetganger
Het zijn drie plaatsen waar je als voetganger
Het zijn twee plaatsen waar het bord
Mike en Chelsey spelen domino. Bekijk hun spel. Twee borden zijn verbonden met de foute uitleg. Kleur de twee vakjes met foute uitleg rood .
Hier mag je niet rechts afslaan. Let op: hier komen veel kinderen. Je mag hier niet stappen.
Hier mag je doorrijden.
Smalle doorgang: je verleent voorrang aan de bestuurders die uit de andere richting komen.
Hier mag je niet inrijden.
Hier moet je rechts afslaan.
Let op: hier komen veel kinderen.
In deze straat geldt er éénrichtings- verkeer.
Je mag hier niet stappen. Let op: een oversteekplaats voor voetgangers.
Op dit deel van de weg moet je stappen of fietsen.
Hier moet je stappen.
Op dit deel van de weg moet je stappen of fietsen.
Let op: de rijbaan versmalt. Let op: verkeerslichten.
Op het kruispunt geldt de voorrang van rechts.
Je moet de richting van de pijlen volgen.
Hier is een zebrapad.
Hier moet je voorrang verlenen.
Je moet de richting van de pijlen volgen.
Dit weet ik nu
Hier stap ik
Ik stap op de stoep.
Is er geen stoep? Dan stap ik op de berm.
Is er geen stoep en geen berm? Dan stap ik op het fietspad.

Is er geen stoep, geen berm en geen fietspad? Dan stap ik links op de rijbaan.







Zo steek ik over
Ik sta stil voor de rand van de stoep.
Ik kijk naar links en naar rechts. Ik luister goed.
Ik kijk nog eens naar links. Ik maak me groot.
Als het kan, steek ik over.
Ik stap door. Ik blijf goed kijken.
Ik ben aan de overkant.
Hier weet ik hoe het moet
Ik wacht.
Ik wacht.
Ik wacht.
Ik steek over.
Ik steek over.
Ik steek over.
Als het kan, steek ik hier niet over
tussen een rij auto’s in een bocht aan een helling waar er gewerkt wordt
Deze borden helpen mij
Let op: verkeerslichten.

Let op: werken.
Let op: hier komen veel kinderen.
Hier mag je niet inrijden.
Hier mag je niet inrijden, in geen enkele richting.
Je mag hier niet stappen.
Hier is een zebrapad.
Hier moet je stappen.
Op dit deel van de weg moet je stappen en fietsen.
Hier is een doodlopende weg, behalve voor voetgangers en fietsers.



Ik kan op de weg stappen zoals het hoort. Ik weet hoe ik me kan laten zien als ik op stap ben.
Ik ken mijn plaats op de stoep. Is er geen stoep, dan weet ik dat ik op de berm, op het fietspad, of op de rijbaan moet stappen.
Ik kan een goede oversteekplaats zoeken.
Ik kan oversteken aan het zebrapad zoals het hoort.
Ik kan oversteken aan verkeerslichten zoals het hoort. Ik kan oversteken zoals het hoort als er geen zebrapad of verkeerslichten zijn.


Ik ken de meest voorkomende verkeersborden die ik als voetganger moet opvolgen.
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Deze uitgave is dan ook gedrukt op papier dat het FSC®-label draagt. Dat is het keurmerk van de Forest Stewardship Council
in samenwerking met