

mijn fiets
de delen van mijn fiets

1 verbind de naam met de juiste plaats op de fiets. de trappers de wielen
de ketting de remmen
het zadel een spaak
de bel het rode licht achter-aan
het stuur het witte licht voor-aan
de bel
het stuur de trappers het zadel de remmen
het stuur de trappers het zadel de remmen
de bel
het stuur de trappers het zadel de remmen
het stuur de trappers



de bel
het stuur de trappers het zadel de remmen
de bel FLUO



de bel
welk deel is het? kleur wat past bij elke zin. ik help je vooruit. ik zorg dat je vooruit kan rij den of kan draaien. ik help je stoppen. ik zorg dat je kan zitten. door mij kan je je laten horen.



3

zo zie je mij
4 geef elk licht en elke re-flec-tor de juiste kleur.







ik fiets op de weg






1 noteer de juiste naam.
2 goed of fout? kruis aan wat past bij elke prent. goed fout goed fout

goed fout goed fout
goed fout goed fout
ik kijk voor me.
ik hou afstand. ik rem op tijd.
mijn plaats op de weg
ik mag op de stoep. mijn ouders fietsen op het fiets-pad of op de weg. soms zegt een bord waar ik moet fietsen. soms is er geen stoep, dan fiets ik op de weg.
3 wie doet het goed? kleur groen. wie doet het fout? kleur rood.

dit weet ik nu
op weg met de fiets
ik zorg dat mijn fiets tip top is. ik draag een helm en een hesje.


zo hoort het
ik kijk voor me. ik hou afstand. ik rem op tijd.
mijn plaats op de weg
ik mag op de stoep. mijn ouders fietsen op het fiets-pad of op de weg. soms zegt een bord waar ik moet fietsen. soms is er geen stoep, dan fiets ik op de weg.


ik weet hoe mijn fiets tip top is. Auteurs Annelies Deguffroy, Stef Desodt Illustrator Eva Galesloot • Eerste druk 2021 Bestelnummer 60 1010 902 • ISBN 978 90 4864 018 8 KB D/2021/0147/037 NUR 193 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge

ik weet wat mijn plaats is op de weg met de fiets.
in samenwerking met
