

Getallen kom je in het dagelijks leven vaak tegen in tabellen of grafieken. Een beeld zegt soms meer dan een heleboel getallen.
IJsjestijd!
Aan 12 tieners hebben we gevraagd wat hun lievelingsijs is. De gegevens staan in de tabel
lievelingsijs aardbei chocolade mango
een tabel
aantal tieners 2 3 1 5 1
We kunnen deze gegevens ook op een andere manier voorstellen: met een dotplot, een staafdiagram of een beelddiagram.
Welk ijs eten de tieners het liefst?
Hoeveel tieners eten graag yoghurtijs?
Sporten is gezond!
Aan 20 jongeren hebben we gevraagd wat hun lievelingssport is.
lievelingssport
een cirkeldiagram
2 1 6
3 geen sport zwemmen voetbal dans basketbal
8
De meeste jongeren houden van De 2 minst populaire sporten zijn en jongeren hebben een balsport als lievelingssport. Waar of niet waar?
Meer dan de helft van de jongeren hebben een balsport als lievelingssport.
Temperatuur
dag
De warmste dag van de week is . Het is dan °C.
De koudste dag van de week is . Het is dan °C.
Op dinsdag is het °C kouder dan op zondag.
Op zondag is het °C warmer dan op woensdag.
temperatuur een lijndiagram of lijngrafiek Grafieken
Onderzoek wat de leerlingen van je klas het liefst eten.
Plaats de gegevens in de tabel
lievelingseten frietjes spaghetti pizza hamburger
aantal leerlingen
Stel dit voor in een dotplot
Stel de gegevens voor in een staafdiagram.
Wat eten de leerlingen in onze klas het liefst?
Op het internet, in kranten of tijdschriften … probeert men je soms te misleiden met grafieken.
Bekijk de twee grafieken.
Welke van de twee grafieken geeft de informatie eerlijk weer?
Waarom geeft de andere grafiek de informatie niet eerlijk weer?
Er komen leerlingen met de bus naar school.
Dubbel zoveel leerlingen komen met de naar school.
Er komen leerlingen meer met de bus naar school dan met de trein.
leerlingen komen met het openbaar vervoer naar school.
In het staafdiagram staan de gegevens van leerlingen.
Snacks in de filmzaal
Een aantal jongeren gaan naar de film. Ze kiezen elk één of geen snack.
dinsdag maandag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag
Waarover gaat deze grafiek?
Op welke dag was het het drukst in het hotel?
Op welke dag was het het kalmst in het hotel?
Op welke dag waren er minder dan 100 overnachtingen?
Op welke dagen waren er meer dan 150 overnachtingen?
Zet een kruisje in de juiste kolom.
Op zondag waren er meer overnachtingen dan op dinsdag.
Op zaterdag waren er minder dan 200 overnachtingen.
Op maandag en dinsdag samen waren er meer dan 250 overnachtingen.
Op reis naar een camping!
camping 1
staat voor 20 tenten. staat voor 50 caravans.
camping 2
camping 3
Vul de tabel in.
camping 1 camping 2 camping 3
aantal tenten
aantal caravans
Op camping 1 staan er tenten meer dan op camping 3.
Op camping 2 staan er tenten minder dan op camping 1.
Op camping staan er dubbel zoveel tenten als op camping .
Op camping staan er evenveel caravans als tenten.
Zet een kruisje in de juiste kolom.
waar niet waar
Op camping 1 staan er meer caravans dan tenten.
Op camping 2 staan er meer caravans dan tenten.
Op camping 3 staan er meer tenten dan caravans.
Grafieken 9
Welke winkel is het duurst?
Welke winkel is het goedkoopst?
Melk is in het warenhuis cent goedkoper dan bij de kruidenier.
Melk is in de nachtwinkel euro duurder dan in het warenhuis.
Hoeveel prijsverschil is er tussen de duurste en de goedkoopste winkel voor
• melk:
suiker:
kinderen die aan sport doen
kinderen die aan sport doen
Op welke dagen van de week wordt er het meest gesport? Geef de top 3. 1 2 3
Op welke dag van de week sporten de minste kinderen?
Op welk diagram kan je deze gegevens het best aflezen? cirkeldiagram
Op donderdag en vrijdag samen sporten evenveel kinderen als op
Op zaterdag sporten dubbel zoveel kinderen als op
Op zaterdag sporten drie keer meer kinderen dan op
Op sporten dubbel zoveel kinderen als op donderdag.
In het weekend sporten kinderen.
Op welk diagram kan je deze gegevens het best aflezen? cirkeldiagram
In welk leerjaar zitten de meeste leerlingen?
In welk leerjaar zitten de minste leerlingen?
In welk leerjaar zitten evenveel jongens als meisjes?
In het leerjaar en in het leerjaar zitten meer meisjes dan jongens.
In het leerjaar zitten evenveel meisjes als in het leerjaar.
In het derde leerjaar zitten jongens meer dan in het zesde leerjaar.
In het zesde leerjaar zitten leerlingen meer dan in het vijfde leerjaar.
Hoeveel jongens zitten er op school?
Hoeveel meisjes zitten er op school?
Hoeveel leerlingen zitten er op school?
Springen maar!
juli
augustus
september
oktober
november
december
aantal bezoekers trampolinepark met = 500 bezoekers
Hoeveel bezoekers waren er in november?
Hoeveel bezoekers waren er in december?
In waren er dubbel zoveel bezoekers als in .
In waren er drie keer meer bezoekers dan in
In augustus waren er bezoekers meer dan in november.
In oktober waren er bezoekers minder dan in juli.
In de maanden oktober en samen waren er evenveel bezoekers als in de maand juli.
In welke twee maanden waren er de meeste bezoekers?
Kan je hier een verklaring voor bedenken?
In welke maanden waren er meer dan 2 000 bezoekers?
Hoeveel bezoekers zijn er tijdens deze zes maanden in het trampolinepark geweest?
Welke taart werd het meest verkocht bij de bakker?
Hoeveel bananentaarten werden er verkocht?
In totaal werden er taarten verkocht.
Er werd keer meer appeltaart verkocht dan bananentaart.
Er werd keer meer bananentaart verkocht dan kersentaart.
Er werd keer meer appeltaart verkocht dan kersentaart.
Van welke twee taarten werd er evenveel verkocht?
De bananentaart is euro duurder dan de appeltaart.
Hoeveel geld kwam er in de kassa door de verkoop van ... ?
• appeltaart
• bananentaart
• kersentaart
• abrikozentaart
De verkoop van taarten bracht in totaal euro op.
Katten en honden in het asiel
aantal katten en honden in het asiel met = 10 katten en = 10 honden
maart juli
asiel ‘Kat en hond’
asiel ‘Dierenvriend’
asiel ‘Dierenhuis’
Vul de tabel in.
asiel maart juli
aantal honden aantal katten aantal honden aantal katten
Kat en hond
Dierenvriend
Dierenhuis
Hoeveel dieren zitten er in maart in ‘Kat en hond’?
Hoeveel dieren zitten er in juli in ‘Kat en hond’?
Hoeveel dieren zitten er in maart in ‘Dierenhuis’?
In juli zitten honden meer in ‘Dierenvriend’ dan in maart.
In maart zitten dieren minder in ‘Dierenvriend’ dan in juli.
In welke maand zitten de meeste dieren in het asiel?
Kan je een reden bedenken waarom er dan meer dieren in het asiel zitten?
Grafieken
na elk gebruik
meerdere keren per dag
1 keer per dag
1 keer per week
1 keer per maand nooit
Hoeveel mensen werden er in totaal bevraagd?
Hoe vaak reinigen de meeste mensen hun gsm?
Hoeveel mensen reinigen hun gsm één keer per dag?
Hoeveel mensen reinigen hun gsm na elk gebruik?
Hoeveel mensen reinigen hun gsm meer dan één keer per week?
Hoeveel mensen reinigen hun gsm meer dan één keer per maand?
2 5 17 22 19 Grafieken
aantal inwoners per werelddeel
Azië
Afrika
Europa
Noord-Amerika
Zuid-Amerika
Oceanië
oppervlakte per werelddeel
Azië
Afrika
Europa
Noord-Amerika
Zuid-Amerika
Oceanië
In welk werelddeel wonen de meeste mensen?
In welk werelddeel wonen de minste mensen?
Welk werelddeel is het grootst?
Welk werelddeel is het kleinst?
Zet een kruisje in de juiste kolom.
In Afrika wonen meer mensen dan in Zuid-Amerika.
Europa is groter dan Noord-Amerika.
Afrika is groter dan Noord-Amerika en Zuid-Amerika samen.
In Europa wonen minder mensen dan in ZuidAmerika.
Zuid-Amerika is kleiner dan Afrika.
In Noord-Amerika wonen minder mensen dan in Europa.
Meer dan de helft van de mensen wonen in Azië.
Meer dan de helft van de oppervlakte van de wereld behoort tot Azië.
Sudoku
In elke bloem, in elke horizontale rij en in elke diagonale rij moeten de cijfers van 1 tot en met 7 voorkomen. Vul de cijfers in.
Spelregels:
In elk vakje moet 0 of 1 staan.
Er mogen niet meer dan twee dezelfde cijfers naast elkaar of onder elkaar gezet worden.
In elke rij en elke kolom staan evenveel nullen als enen.
Reken uit. + = 5 kg - = 94 kg + + = 12 kg + + = ? kg
Hoeveel wegen de dieren?
• kat: kg
• uil: kg
• varken: kg
Hoeveel wegen de drie dieren samen?
Kan je de volgende tekst lezen?
Blijf naar de tekst
Reken uit van links naar rechts. De
Vul de gegevens in de tabel in.
Vijf personen met verschillende nationaliteiten en beroepen wonen naast elkaar. Weet jij wie in welk huis woont en wie wat eet en drinkt?
De persoon in het kleinste huis eet spaghetti.
De Belg woont in het eerste huis.
De Nederlander woont in het blauwe huis.
In het grootste huis wordt biefstuk gegeten.
In het middelste huis wordt bier gedronken.
De Engelsman eet biefstuk.
In het gele huis wordt rode wijn gedronken.
De bakker woont in het groene huis.
De buurman van de bakker eet kip.
De slager drinkt water.
De kapper komt uit Frankrijk en lust geen kip.
De verpleegster woont naast de man die hamburger eet.
De garagist eet pizza.
De Duitser drinkt cola.
De slager eet biefstuk.
De Nederlander eet pizza.
De Duitser woont naast de persoon die witte wijn drinkt.
Naam: Klas: Datum:
• Ben je goed aan het werk? Je mag jezelf beoordelen. 1: slecht 2: niet goed 3: redelijk 4: goed 5: schitterend
• Dit vind ik … Dit vindt mijn leerkracht …
• Ik vind de leerstof dit trimester heel gemakkelijk. gemakkelijk. moeilijk. heel moeilijk.
• Ik heb dit trimester goed doorgewerkt. ja
• Ik ben tevreden over mijn resultaten en werk in de klas. ja
• Dit ga ik de volgende keer beter doen:
• Woordje van de leerkracht:
Handtekening leerling
Handtekening leerkracht
Ik kan
• tabellen en grafieken lezen.
• grafieken tekenen.
Woordenlijst
• dotplot:
• staafdiagram:
• cirkeldiagram:
• lijndiagram of lijngrafiek:
• beelddiagram of beeldgrafiek:
Auteurs Kim Pelkmans en Lief Verbeek - Design & Lay-out die Keure Herdruk 2022/1421
ISBN-nummer 978 90 4863 666 2 - KB D/2020/0147/28
Bestelnummer 90 850 0020 - NUR 127 - Thema YPMF
Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge
RPR 0405 108 325 - © Copyright die Keure, Brugge
Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.
Grafieken