
17 minute read
Austerlitz Zorgt
from Prikkel 2020-3
by de prikkel
Eindelijk is het zover: het nieuwe Hart van Austerlitz is klaar!
Als eerste zijn, aan het begin van het nieuwe schooljaar, de Pirapoleon en Peuterspeelzaal De Piraatjes erin getrokken. Niet snel daarna ontvingen de bewoners van de appartementen van Woongoed de sleutel. En half september kon ook het nieuwe Dorpshuis in gebruik worden genomen. Het ziet er allemaal prachtig uit. Maar wat een werk is erin gestoken om dit voor elkaar te krijgen! Duizenden vrijwilligersuren zijn erin gaan zitten van het bestuur en de bouwgroep van het Dorpshuis, Austerlitz Zorgt en WoonStichting Nu Voor Straks. Het was een enorme klus voor het personeel van de school, de BSO en de peuterspeelzaal, maar natuurlijk ook voor de beheerders van het Dorpshuis Jantine en Adri.
Advertisement
Austerlitz Zorgt heeft in het Hart van Austerlitz een medische post. Hierin zit het Dorpsteam, het verpleegkundig team van Accurate Zorg en Fysiopraktikum Austerlitz. Ook de prikzuster van het ziekenhuis is hier elke maandagochtend. Dat betekent overigens niet dat er dag en nacht iemand voor de bewoners beschikbaar is. Dorpsondersteuner Marianne is gewoon bereikbaar zoals gebruikelijk, bij voorkeur tussen de middag op 06 3061 0461.
Over de bewoners gesproken: we horen veel enthousiaste verhalen. Het zijn mooie, ruime appartementen geworden. Er was even ‘gedoe’ omdat er geen beugels in het toilet en douche aanwezig bleken te zijn, maar Austerlitz Zorgt heeft dit snel opgepakt en alsnog geregeld.
Namens het bestuur van Austerlitz Zorgt, Christianne van den Broek
Foto: www.facebook.com/hartvanausterlitz

De 17 zorgappartementen en 8 jongerenwoningen liggen kriskras door elkaar heen, en we hopen dat jong en oud echt samen gaat leven. Om dit te bevorderen zullen we binnenkort kennismakingsavonden gaan organiseren, samen met WoonStichting Nu Voor Straks en Stichting Dorpshuis Austerlitz. Door corona is dat momenteel wat lastig, maar we gaan er iets op vinden. Tijdens deze avonden zullen we als Austerlitz Zorgt met de oudere bewoners in gesprek gaan over wat hun wensen zijn ten aanzien van de zorg. Is er behoefte aan een slaapwacht bijvoorbeeld, of aan een alarmknop? Een telefooncirkel, maaltijdservice of misschien een gezamenlijke schoonmaak-dienst? Alles is wat ons betreft bespreekbaar.
Vanaf begin 2021 wil Austerlitz Zorgt dagbesteding gaan organiseren in het Dorpshuis voor iedereen in Austerlitz, die hier behoefte aan heeft. Ook als er maar een klein clubje is, dan gaan we toch beginnen. De ervaring op andere plekken leert dat de groep na verloop van tijd vanzelf groter wordt. We komen hier binnenkort op terug.
De formele opening van het Hart van Austerlitz vindt plaats op 7 november. Door de coronacrisis zal dit helaas op een zeer bescheiden schaal worden georganiseerd, maar we gaan het voor iedereen mogelijk maken om het op televisie of via internet bij te wonen. Onderdeel van de opening is de onthulling van het kunstwerk in de nok van de foyer. De crowdfunding actie van Austerlitz’ Belang en SAS hiervoor loopt nog. Mocht u nog een bijdrage willen doen dan kan dat via deze website:
https://kunstwerk-austerlitz.kentaa.nl

advertentie






Ieder jaar nodigt Austerlitz’ Belang haar vrijwilligers uit voor een barbecue, dit jaar was dat op 3 juli in het Lokaal. Natuurlijk werd er rekening gehouden met de coronamaatregelen; verplicht zitten aan een tafel met ruime afstand tussen de mensen. Buiten werd het vlees voor de vrijwilligers gebakken en binnen rondgebracht door Adri. Ook de drankjes werden geserveerd, het personeel van het Dorpshuis heeft er die avond heel wat stappen opzitten….




In dit jaar van 75 jaar bevrijding vindt de Stichting Lokaal Austerlitz het gepast om Austerlitzse oorlogshelden te memoreren. Voor zo ver de stichting bekend komen daar zeker Rudi Karl Albert Beeskow en Albert Faber voor in aanmerking. Ze zijn beiden niet in Austerlitz geboren, maar zij hebben een aantal jaren in het dorp gewoond.


Rudi Karl Albert Beeskow is op 31 januari 1921 Zandvoort en Callantsoog, maar hij probeert geboren in Stettin. Stettin lag destijds in Duitsland, contacten te onderhouden met zijn kennissen in maar werd na de oorlog toebedeeld aan Polen en Soesterberg, Soest en Zeist. draagt nu de naam Szczecin. In de loop van juli 1940 beginnen de Duitsers zomer 1944 steeds meer Duitse militairen naar vanuit Fliegerhorst Soesterberg de eerste Frankrijk overgeplaatst. Rudi wordt ook naar dit aanvallen met bommenwerpers op de Engelse front gestuurd, hoewel hij niet in de voorste linies havens. Als dienstplichtig Gefreiter werd Rudi in hoeft te strijden. Zijn werk is vooral het vervoer 1940 gestationeerd op Soesterberg als telegrafist van manschappen en materieel naar het op de verkeerstoren. Hij voelt zich langzamer- gevechtsterrein. hand wel thuis op Soesterberg, maar hij verafschuwt de oorlog. Als hij samen met zijn collega Heinz in zijn lege Met andere dienstplichtige militairen woont hij in auto terugrijdt van het front, zien zij ongeveer 15 de gevorderde villa van R. Posthumus Meijes op mensen, die met hun vee wegvluchten van het de Soester Hoogt. Hij heeft regelmatig contact strijdtoneel. Zij nemen de mensen en hun met Jan Blonk, die bij het tramstation in Zeist een schapen en kippen mee. Verderop worden zij Shell-pomp exploiteert. Rudi heeft hem al een aangehouden door drie ‘Feldgendarmes’. Als die paar keer voorzichtig duidelijk gemaakt, dat hij ontdekken, dat de vrachtauto uitpuilt van de graag wil deelnemen aan het Verzet, maar de Franse burgers, wordt de Duitse wetsovertreders Nederlander is uiterst voorzichtig en durft het niet duidelijk gemaakt, dat hun “Kopf” er af gaat. Ze aan om op het verzoek van de Duitser in te gaan. worden gesommeerd uit te stappen. Plotseling In die tijd maakt hij ook kennis met een meisje dat de lichtbewapende politiemannen. Hij laat zijn in Zeist werkt: Johanna Maria Buitendijk uit Soest. metgezel de mannen ontwapenen en geeft Zij laten zich nog in 1940 samen op een foto daarna bevel dat zij moeten verdwijnen. Hij schiet vereeuwigen. Helaas wordt Rudi later enige keren vlak achter ze op de grond. Rudi overgeplaatst naar het oosten van Duitsland, deserteert korte tijd later en komt langs allerlei maar hij verlangt natuurlijk terug naar Nederland omwegen op Dolle Dinsdag aan in Soest, waar hij en ziet na ca. 6 weken kans zich aan te sluiten bij aan de Kerkstraat onderduikt bij de ouders van een onderdeel van de Flak, dat naar Amsterdam Johanna, het meisje dat hij in Zeist heeft leren wordt overgeplaatst. In Amsterdam ondernam kennen. Rudi, volgens eigen zeggen, zijn eerste actie in Als gevolg van de invasie in Normandië worden richt Rudi vanuit de auto een machinepistool op strijd met het Duitse geweld en hielp Joden met In september 1944 meldt Rudi zich nogmaals bij onderduiken. In 1943 komt Rudi in dienst bij Jan Blonk in Zeist en wordt eindelijk geacradarstations aan de Nederlandse kust en vervult cepteerd als verzetsstrijder. Blonk verschaft hem zijn taak afwisselend in Scheveningen, Katwijk, onderdak.
_____________________________________________________________________________________________

Ondanks dat hij bij een controle onherroepelijk het eerst vertellen dat ze vrij zijn. Een dame valt opgepakt zal worden, blijft hij in uniform lopen, flauw, omdat ze denkt dat ze ter plekke wordt omdat hij als militair toch veel gemakkelijker doodgeschoten. Verschillende kernploegleden overal toegang toe heeft. In eerste instantie ontfermen zich over hen. Ze overleven allemaal verschaft hij de Ondergrondse veel belangrijke de oorlog. gegevens over de Duitse troepen enz. Na de overval is Rudi, met medewerking van het Verzetsleden hebben vooral een tekort aan Verzet, enige tijd in Drenthe ondergedoken. fietsen. Op het vliegveld haalt Rudi verscheidene dagen achtereen een fiets weg. Bij zijn zevende Op 9 mei 1945 wordt Rudi gearresteerd, maar na fiets wordt hij betrapt en wordt op weg naar Soest een zeer kort verhoor en door toedoen van zijn opgewacht door de militaire politie. Hij neemt een verzetsrelaties weer vrijgelaten. Rudi leeft daarna paadje door het bos en weet aan de mannen te als vrij man, wel met de Duitse nationaliteit, in ontkomen. Rudi blijft voortdurend op pad voor de Nederland, maar hij heeft grote problemen met Ondergrondse. Hij is vaak op klaarlichte dag in de het vinden van werk. Hij doet allerlei karweitjes, weer om wapens, waaronder Panzerfausten, te zoals het schilderen van biezen op frames van vervoeren. Dit gebeurt meestal met paard en fietsen. Op aanbeveling van Albert Buiskool krijgt wagen. Hij loopt of fietst veelal in uniform naast de hij eindelijk in 1953 een baan bij de NBM als gecamoufleerde last. Daarnaast gaat hij door met buschauffeur. het verzamelen van waardevolle gegevens over de Duitse troepen, overal in de omgeving. Onder zijn collega’s in het Verzet is hij bekend als “Piet de Mof” of ook wel als “Duitse Piet”. Om het Nederlands staatsburgerschap te verkrijgen, moet hij ƒ 800,-- neertellen. Daar heeft hij vooral de eerste jaren na de oorlog geen geld voor. Als hij later wel financieel in staat is het Het is januari 1945 als het Verzet te horen krijgt, bedrag te betalen, voelt hij er om principiële dat er tien Joodse onderduikers gevangen zijn redenen weinig voor. Van Nederlandse zijde gezet in het politiebureau van Zeist. Het Verzet wordt weinig dankbaarheid getoond voor zijn roept de hulp in van Rudi en die wil zijn nek wel verzetswerk. In 1973 betalen anderen de kosten uitsteken, maar dan in ruil voor de belofte dat hij voor hem en kan hij zich eindelijk Nederlander na de bevrijding vrijuit kan gaan. Gedeserteerde noemen. Pas op 1 februari 1982 wordt hem het Duitsers, die bij een boer in Driebergen zijn Verzetherdenkingskruis uitgereikt. Een triest ondergedoken, worden eveneens benaderd om te voorbeeld van hoe veel mensen - die in de oorlog kijken of één van hen bereid is aan de overval deel een heroïsche inzet deden - tussen wal en schip te nemen. vielen. Terwijl men de overval voorbereidt, wordt bekend dat de Joodse gevangenen op 23 januari om 7.00 uur 's ochtends door de Sicherheitspolizei opgehaald zullen worden. Naast Rudi zijn er geen andere Duitsers bereid om mee te doen aan de overval, wel stellen zij een uniform beschikbaar. Cees Lam is bereid aan de overval mee te doen. In de vroege ochtend van de 23ste rijden Beeskow en Lam naar het politiebureau. Het is klokslag zes uur, wanneer ze de celdeuren openslaan. Ze schoppen de gevangenen, die rillend onder enkele dekens liggen, bruut de cel uit. Voor ze het beseffen zitten ze goed en wel in de vrachtwagen, die in de richting van de Arnhemse Bovenweg en de Breullaan tracht weg te komen. De overval heeft 7 minuten geduurd. Ze stoppen aan de Breullaan, waar ze de bevrijde gevangenen voor Rudi Beeskow is in 1946 getrouwd met Johanna Maria Buitendijk, het meisje dat hij in 1940 heeft ontmoet in Zeist. Zij namen hun intrek aan de Kerkweg in Zeist. Uit dit huwelijk zijn zes kinderen geboren. Door zijn baan bij de NBM als buschauffeur, o.a. op de lijn van en naar Austerlitz, leerde hij Elisabeth Breunesse uit Austerlitz kennen. Haar man, Edwin Gerald Gabeler, was in 1954 overleden. Deze kennismaking leidde in 1961 tot een scheiding van “tafel en bed” met Johanna. Rudi verhuisde naar de Gramserweg in Austerlitz, waar Elisabeth woonde. Uit deze relatie werden twee kinderen geboren. In 1981 besloot Rudi de nachten elders door te brengen. Het werd een appartement in Den Dolder.
_________________________________________________________________________ _______ 51

Na het overlijden van zijn partner Elisabeth in 2002 zat er voor de erfgenamen niets anders op dan de woning aan de Gramserweg van Elisabeth te verkopen en kwam Rudi permanent in Den Dolder terecht. Hij was wel twee- tot driemaal per week op de begraafplaats Austerlitz te vinden voor een bezoek aan het graf van Elisabeth. Slager Noordam bood hem dan in zijn snackbar een warme hap aan. Rudi overleed op 12 april 2004 in Den Dolder en werd op 16 april in Austerlitz begraven. Zijn oudste dochter Frieda, uit Driebergen, verzorgt nog steeds het graf.
Al met al heeft Rudi z’n 40 jaar in Austerlitz gewoond. Austerlitzsers, die Rudi hebben meegemaakt, zullen hem herinneren als de vriendelijke en innemende man met de pet, daarbij waarschijnlijk ongewis van zijn geboortestad en -land, zijn gedwongen Duitse diensttijd bij de Wehrmacht en zijn heldhaftige ommezwaai naar het Nederlandse Verzet. Heeft Rudi het allemaal zo gewild? Zoals zovelen is overkomen, heeft ook bij Rudi de Tweede Wereldoorlog zijn levensloop bepaald.
Als u een bezoek brengt aan het kerkhof in Austerlitz, loopt u dan eens het linker achterste pad in en bewijs bij het 6e graf links Rudi op uw manier de eer, die hem toe hoort te blijven komen.
Bronnen: Soesterberg en omgeving in de oorlogstijd, Dik Top (Alphen aan den Rijn 1995); Rutger Loenen; F.T.M. Beeskow; D.P. Breunesse.
advertentie
Rudi Beeskow 1986


Elisabeth (Bep) Gabeler-Breunesse
Lees verder op pagina 54



Albert Faber is geboren op 10 september 1907 in Huizum (Leeuwarden). Hij was de zoon van Boele Faber (28 juni 1870 Bergum) en Aukje Veenstra (26 juni 1875 - 25 mei 1954). Hij huwde met Jeltje Halbesma.

Tijdens de mobilisatie van 1939/1940 deed Albert Faber dienst als Rode Kruis soldaat. Hij was in militaire dienst en studeerde voor militair arts op vliegveld Ypenburg. Na het bombardement van Rotterdam - in mei 1940 - heeft hij met gevaar voor eigen leven verschillende gewonden van Rotterdam naar Den Haag gebracht. Omdat zijn vrachtauto door de Duitsers werd beschoten, durfde niemand na de eerste rit nog met hem mee te rijden, maar dat belette hem niet om de rit nog diverse malen in zijn eentje te maken. Na de capitulatie van het Nederlandse leger in mei 1940 verrichtte hij - op verzoek van een aantal Nederlandse landmacht officieren - spionage. Op hun verzoek trad Albert in dienst van de Duitse Wehrmacht. Hij was chauffeur en tolk (FransDuits). Dat leverde hem veel kritiek op van zijn omgeving, maar Albert verdroeg de spot en minachting, want als transportleider van konvooien en munitietransporten kon hij door middel van een gratis aangeboden kleinbeeldcamera in Frankrijk foto's maken van allerlei militaire objecten.
Hij reisde ook door België en Polen en was onthutst van het lot van krijgsgevangenen en Joden. Tijdens een reis naar Warschau slaagde hij erin om in het Joodse getto afbeeldingen te maken van door de Duitsers gepleegde wreedheden. Via een contactadres werd dit materiaal naar Engeland verzonden. Hij was tevens verantwoordelijk voor het laten ontsporen van minstens twintig treinen en de aanval op diverse konvooien. Als gevolg van een geallieerde luchtaanval in Frankrijk raakte Albert ernstig gewond en keerde hij huiswaarts met ziekteverlof. In zijn huis bood hij onderdak aan de gedeserteerde Duitse militair Richard Hermann. Omdat Albert voorzichtig, zwijgzaam en trouw was, bleven zijn daden lang onopgemerkt door de Duitsers. Toch werd hij samen met de Duitse militair Richard Hermann en groentehandelaar Pieter Wagensveld uit Austerlitz op 26 november 1944 opgepakt. Ze werden ervan verdacht, dat ze in een aantal plaatsen in Utrecht onder valse voorwendsels vee hadden gevorderd, dat hadden geslacht en het vlees ervan hadden verkocht. Albert werd mede opgepakt, omdat hij onderdak had geboden aan de Duitse deserteur. Via Woudenberg is hij eerst naar de Kriegswehrmacht-gefängnis aan de Gansstraat in Utrecht en daarna naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam overgebracht. Samen met Wagensveld en drie anderen werd Albert op 17 december 1944 gefusilleerd bij de Vinkenbrug langs de spoordijk Amsterdam - Weesp bij Diemen, waar het verzet een aanslag had gepleegd.
Zijn stoffelijk overschot werd na de oorlog in een grafkuil in de duinen bij Overveen aangetroffen. Op verzoek van de familie is Albert, volgens geraadpleegde archieven, op 28 mei 1946 herbegraven op de Huizumer begraafplaats. Volgens een memorandum van Jeltje, geschreven achter op een fotocollage, is dit pas in 1949 gebeurd. Daarvoor en na Overveen zou hij in Diemen zijn begraven. In 2014 is Albert wederom herbegraven op het Nederlands Ereveld Loenen, met grafnummer E 1378. De Huizemur grafsteen van Albert is, op intitiatief van de Stichting Alde Fryske Tsjerken, bewaard gebleven op het kerkhof van Huizum. Op zijn graf is de toorts van de Stichting Friesland 1940 -1945 geplaatst. Zijn naam staat ook op een gedenkteken op de fusilladeplaats in Diemen.

Albert als Rode Kruis soldaat in het Nederlandse leger Jeltje Faber-Halbesma
Albert huwde op 17 mei 1930 met Jeltje. Door zijn De herbegrafenis van Albert Faber in Loenen is indiensttreding bij de Wehrmacht kreeg Albert met omstreden geweest. Ten eerste dacht men in de zijn vrouw in 1942 woonruimte toegewezen in de gemeente Leeuwarden, dat er geen nabevilla op de hoek van de Driebergseweg en de Laan staanden meer waren om daarvoor toestemming van Beek en Rooyen in Zeist. Jeltje kon maar te geven. Daarvoor is later excuus bij Jantje moeilijk wennen met al die Duitsers om haar heen. aangeboden. Ten tweede vindt de Stichting De oplossing kwam door het vrijkomen van de Friesland 1940-1945 dat de Friesen in Friesland woning nr. 2 aan de Traayweg in Austerlitz, die op moeten blijven. De oorspronkelijke grafsteen met 11 december 1942 werd betrokken. De woning de toorts is wel bewaard gebleven in Huizum. werd daarvoor bewoond door een Joods gezin, die het slachtoffer was geworden van de En daar zit je dan als weduwe van een echtgenoot vervolging. In die tijd hadden Albert en Jeltje vier die in de Wehrmacht heeft gediend en door kinderen, Boele van 1932, Johannes van 1934, diezelfde Wehrmacht is gefusilleerd. Dat betekent August van 1937 en Jantje Mattilda van 1941. geen inkomen meer en dat met vijf kinderen, Af en toe kwam Albert in zijn Duitse diensttijd toch geruime tijd in het witte huisje aan de Traayweg thuis op de Traayweg en zijn dochter Jantje zonder inkomen gezeten. Af en toe had ze een herinnert zich nog dat hij een keer een pop voor werkhuisje, waar de zuur verdiende centjes direct haar meenam, een groot cadeau. Jeltje vond dat op de markt van Zeist ingewisseld werden voor maar niets, zij had liever gehad dat hij wat te eten eten voor de kinderen. Uiteindelijk heeft zij - door zou hebben meegebracht. Jantje wilde haar pop inspanning van kapitein Bosch uit Zeist - een geen honger laten lijden en het eerste wat zij dus weduwepensioen gekregen van de Stichting deed was haar pop te eten geven. Jantje kan zich 1940-1945. De kapitein is ook voogd over de ook herinneren dat haar moeder, toen hij weer kinderen geweest. Jeltje is op 17 april 1984 eens het huis verliet, aan haar vader vroeg: “Waar overleden. Op 17 december 2014 is, na eerst ga je nu weer heen?” Het antwoord was: “Vraag begraven te zijn geweest in Driebergen, Jeltje me niets, later zal je trots op me zijn”. Op herbegraven op het Ereveld in Loenen. Zij ligt daar 14 januari 1944 werd dochter Anna Wilhelmina op na 70 jaar weer naast Albert, maar zonder enig de Traayweg geboren, slechts 11 maanden grafmonument. voordat Albert werd gefusilleerd. waarvan de jongste 11 maanden. Jeltje heeft Bronnen: A.J. Faber, Rutger Loenen, R.P.M. Rhoen, Dochter Jantje (Janny): J.M. de Kruif-Faber “Mijn moeder heeft altijd de herinnering aan mijn vader hooggehouden en de trots die zij ons altijd heeft Bert van Ginkel van Stichting Lokaal meegegeven, verdient zij zeker. Zij is voor altijd een Austerlitz heeft zich in het leven van de moeder en een vader voor ons geweest en als laatste uit heren Beeskow en Faber verdiept en er dat gezin ben ik trots en dankbaar dat ik daarbij hoorde. een verslag van gemaakt. _________________________________________________________________________ _______ 55Mijn familie zal ik altijd met trots en liefde herinneren.” Foto’s: Stichting Lokaal Austerlitz