54 minute read

Het grote Hoogstraatse politieke debat

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2024

Wat hebben de vijf partijen de komende jaren in petto voor Hoogstraten?

Dertig jaar geleden organiseerden we voor het eerst in samenwerking met de Hoogstraatse dorpsraden een openbaar politiek debat over de gemeenteraadsverkiezingen in Hoogstraten. Het werd een traditie. Om de zes jaar een bomvolle zaal, een aandachtig publiek en lijsttrekkers die hun beste beentjes voorzetten. De Hoogstraatse pijnpunten werden aangesneden, de programma’s op tafel gelegd, en het verslag volgde enkele weken later in De Hoogstraatse Maand. Het was steeds een voltreffer, al was een beetje show meestal ook wel van de partij.

Ditmaal hebben wij het anders aangepakt. Wij nodigden de lijsttrekker en een andere kandidaat per partij uit voor een onderlinge confrontatie zonder publiek. Vooraf bevroegen wij onze lezers, de dorpsraden en andere adviesraden naar hun verwachtingen voor de volgende zes jaar en maakten een selectie van de belangrijkste bezorgdheden van de Hoogstraatse burger. Een externe moderator, Wim Van Roy van vzw De Wakkere Burger, legde de Hoogstraatse politici concrete vragen voor rond de thema’s mobiliteit, ruimtelijke ordening, cultuur en vrije tijd, klimaat, inspraak, samenleving en financiën.

In een sterk afgelijnd tijdschema zochten de kandidaten van Anders (Fons Jacobs en Maarten Leemans), Hoogstraten Leeft (Arnold Wittenberg en Ann Fockaert), Neutraal Groot Hoogstraten (Stijn Adams en Perry van de Mosselaar), N-VA+(Roger Van Aperen en Lieve Janssen) en samen (Tinne Rombouts en Hilde Vermeiren) naar passende antwoorden en een mogelijke oplossing in de volgende bestuursperiode. De neerslag van die confrontatie lees je hieronder. Misschien helpt het om op zondag 13 oktober de juiste keuze te maken.

Met dank aan Wim Van Roy van De Wakkere burger. Hij leidde het drie uur durende debat tussen de vijf partijen die op uw stem rekenen.

De vijf partijen

Aan het begin van de avond stelde elke partij de krachtlijnen van haar programma kort voor.

Anders wil met het nieuwe bestuur een duidelijke toekomstvisie uitwerken voor Hoogstraten tegen 2050. Hoeveel inwoners kan de stad nog huisvesten op een verantwoorde manier? Want de toenemende groei legt een zware druk op mobiliteit, onderwijs, woningbouw, zorgverlening, enzovoort, wat geleid heeft tot ruimtelijke wanorde, onveilig verkeer en heel wat tekorten. Voor cultuur moet er dringend een passende infrastructuur komen. De intensieve land- en tuinbouwsector met druk op de open ruimte en uitdagingen zoals stikstofuitstoot, mestoverschotten, enzovoort moet kritisch bekeken worden.Anders wil geen symptoombestrijding, maar een duurzame oplossing door een degelijke toekomstvisie.

Hoogstraten Leeft wil een lokale en onafhankelijke partij voor alle Hoogstratenaren zijn. Zij wil het wonen en werken in de stad nog aangenamer maken. Haar programma vat ze samen in 7 speerpunten. De ringweg rond Hoogstraten moet terug van onder het stof vandaan gehaald worden. Zij streven maximaal naar propere straten en pleinen, waarbij asociaal gedrag aangepakt moet worden. Er moet een verantwoord financieel beleid gevoerd worden, met een groot hart voor onderwijs en stad. Een belangrijk punt ziet zij ook in het historisch centrum en landelijke dorpen als bouwstenen voor morgen.

Neutraal Groot Hoogstraten vindt dat Hoogstraten en de Hoogstraatse politiek vooral wat peper en zout kan gebruiken. Zij profileert zich als een groep geëngageerde mensen die zich positief en met een verfrissende blik willen inzetten op lokale uitdagingen. Lokaal ondernemen moet alle kansen krijgen en de overheid moet een transparant beleid voeren ten dienste van gans de bevolking. De speerpunten daarbij zijn omgeving, lokaal ondernemen, welbevinden, mobiliteit en veiligheid.

N-VA+ is er fier op dat na 12 jaar N-VA beleid 88% van de mensen in Hoogstraten gelukkig zijn. Zij wil er nu 100% van maken en het stadje met smaak nog verbeteren zowel op sportief en cultureel gebied. Zij wil de bibliotheek heruitvinden en het cultureel centrum verwezenlijken en daarnaast Hoogstraten kindvriendelijk, groen, proper en veilig houden. Veiligheid komt op de eerste plaats, zeker ook in het verkeer. Trage wegen zijn belangrijk, de dorpen moeten gezellig zijn, ondernemingen moeten aangemoedigd worden zonder betutteling, zorg dragen voor de senioren en inwoners betrekken bij het beleid dat verstandig moet omgaan met het belastingsgeld van de burger.

samen! , een nieuwe partij vanuit cd&v met nieuwkomers die minder partijpolitiek gebonden zijn, wil verbindend werken over de partijgrenzen heen. Haar programma bevat 5 speerpunten. Vooreerst een verstandig financieel beleid. Daarnaast samen veilig onderweg in velerlei opzichten zoals in opgroeien, zorgzaamheid, dienstverlening, ondernemen. De stad moet goed bereikbaar zijn en de stadsdiensten moeten toegankelijk zijn. Wegenwerken moeten geoptimaliseerd worden. Ondernemers moeten kansen en rechtszekerheid krijgen. Het mentaal welzijn moet versterkt worden en de knelpunten qua mobiliteit in Hoogstraten moeten aangepakt worden. Er is te lang een stilstand geweest.

Mobiliteit

Wim Van Roy (DHM): Wie als politieker voor verkeersveiligheid kiest, moet soms harde keuzes maken. Moeilijke keuzes in het algemeen belang, waar niet altijd iedereen het mee eens is. Denk maar aan het invoeren van een nieuwe maximumsnelheid, of een weg ontoegankelijk maken voor auto’s.Een aantal van die zaken zijn opgenomen in het mobiliteitskader dat in de huidige coalitie is goedgekeurd. Welke maatregelen zullen in de toekomst nog prioritair zijn? En mogen daar ook moeilijke, onpopulaire maatregelen bij zijn?

Ann Fockaert (Hoogstraten Leeft): Mobiliteit is voor ons een topprioriteit. We willen de ringweg weer onder het stof vandaan halen. We zijn daar al een stukje aan begonnen, samen met de provincie. We hebben het rapport en het actieplan vrachtroutenetwerk voor de Noorder-kempen goedgekeurd. Wij werken verder aan de omleiding van zwaar verkeer uit Hoogstraten met een doorsteek via de Houtelweg. De stad heeft een studiebureau aangesteld dat oplossingen moet uitwerken voor het zwaar verkeer, met een aanpassing van de bestaande vrachtwagensluisen verschillende maatregelen op lokaal wegennet. Er wordt een circulatieplan opgemaakt voor het volledige wegennet. Ook gaan we routes opmaken voor de landbouw, een kaart met een overzicht van landbouwbedrijven en een gewenst netwerk voor landbouwverkeer en zwaar verkeer. Wij willen ook een aardbei-vriendelijke verkeersroute naar de Coöperatie, met de nodige passeerstroken, zonder drempels. We zijn ook al bezig om gronden te verwerven om het fietspad langs de Mark te verlengen naar de Bredaseweg. Wij ijveren voor een veiligere schoolomgeving, met uitbreiding van de schoolstraten en fietsstraten. De fietspaden moeten goed onderhouden worden. Daar komt wel eens kritiek op, maar er is bij de dienst te weinig capaciteit voor onderhoud en ook te weinig personeel. We moeten bekijken of we dat eventueel ook kunnen uitbesteden. We gaan ook strenger optreden tegen snelheidsovertredingen en gsm-gebruik achter het stuur, zetten in op trajectcontrole en bekijken of we zelf kunnen werken met GAS-boetes voor kleine overtredingen.

Roger Van Aperen (N-VA+): Het verkeersbeleid zal zich richten op de maat van kinderen, we zetten dus in op schoolstraten. Dat hebben we nu al op vijf plaatsen verwezenlijkt, maar we zetten dat voort naar de andere scholen, zowel de gemeentelijke als de vrije.

Roger Van Aperen en Lieve Janssen (N-VA+)

Een nieuw mobiliteitskader wil er voor zorgen dat de woonwijken autoluwer en dus veiliger worden. Kinderen kunnen dan buiten spelen en fietsers en voetgangers kunnen zich veilig verplaatsen. Samen met de provincie Antwerpen voeren wij een cameracontrolesysteem in, dat we in de vorige legislatuur al op poten probeerden te zetten. Dat systeem staat er nu wel, maar het werkt niet. We bekijken op korte termijn met de provincie hoe dat nu wel zou kunnen werken. Zo kunnen we het zwaar verkeer weg krijgen, zeker in Minderhout en Hoogstraten.De ontsluitingsweg rond Hoogstraten-Minderhout-Meer en de heraanleg van de Hinnenboomstraat aan het begin van de legislatuur, dat moet terug besproken worden. Wij vinden het belangrijk dat de trage wegen geherwaardeerd worden voor stappers en fietsers. Wij zijn ook echt vragende partij om een ontsluiting te maken aan de westkant van Hoogstraten, van aan het woonzorgcentrum tot en met het dorp in Minderhout en als het kan zelfs nog verder. De fietsinfrastructuur willen we nog fors verbeteren en goed onderhouden, zowel voor de toeristische fietspaden als voor het woon-, school- en werkverkeer. We moeten inzetten op fietsveiligheid bij werken en bouwwerven. En voor speedpedelecs en elektrische fietsen zorgen we dat er een leeraanbod komt om ze op een veilige manier te gebruiken.

"Gezond boeren- en ondernemersverstand" Stijn Adams (NGH)

Stijn Adams (Neutraal Groot Hoogstraten): Eerst en vooral is dit voor ons nog allemaal nieuw, wij zijn hier ook niet om te bekritiseren wat in het verleden is ondernomen en besloten. Wij willen een partij zijn die een aanvulling geeft en vanuit ons gezond boeren- en ondernemersverstand kijken naar oplossingen, of dat nu in het toekomstig bestuur is of in de oppositie. Er zijn zeker een aantal dingen die we in gedachten hebben. Wij zouden graag willen voorstellen om op zondag op de Vrijheid het zwaar verkeer te weren, ook voor lokaal verkeer. Zondag is een rustdag en natuurlijk mag er gewerkt worden, en natuurlijk zullen de landbouw, de tuinbouw en de horecaondernemers aan het werk zijn, maar we kunnen de Vrijheid ontlasten. Dat zou voor fietsers en wandelaars zeer aangenaam zijn. Voor het zwaar verkeer moeten we kijken naar een camerabeveiliging, we hebben ontsluitingswegen en we denken dat er momenteel te veel zwaar verkeer door Hoogstraten komt dat er niet hoort te zijn.

Tinne Rombouts (samen!): Ik wil even reageren op de doorgang door de Vrijheid, want dat is een superbelangrijk punt. Ik denk inderdaad dat de vrachtwagensluis al in uitvoering had kunnen zijn. Ik ben blij dat de geesten ondertussen gerijpt zijn en dat we daar verder op inzetten. Het busvervoer van de scholen is ook een vertragende factor en ook daar hebben we het gevoel dat het overleg niet verder is gelopen de afgelopen jaren. Wij blijven dat punt in elk geval op de agenda zetten. En ook over de herinrichting van het kruispunt Loenhoutseweg-Vrijheid hebben we niets meer gehoord, terwijl het ons cruciaal lijkt om de doorstroming te verbeteren. Wij willen zeker alle mogelijkheden mee onderzoeken, zoals de suggestieroutes, misschien het terug invoeren van de ring. Maar een onderzoek mag geen reden zijn om nu en op korte termijn geen ingrepen te doen die vandaag al mogelijk zijn. Daar willen we zeker op blijven inzetten.Wat de fietspaden en het fietsen betreft, zijn er een aantal knelpunten waarvoor de fundamenten al waren gelegd, maar waar geen stappen voorwaarts zijn gezet. Denk maar aan de Gelmelstraat, Chaamseweg, Ulicotenseweg, of de herinrichting van Het Lak. Als we mensen willen aanmoedigen om te fietsen, dan moeten we ook zorgen dat er een goede infrastructuur is en dat er ook goede fietsparkings zijn.We zijn voor een parkeerbeleid met behoud van de parkings die noodzakelijk zijn voor het winkelcentrum. We gaan geen parkings schrappen als we geen alternatieven hebben en we willen blijven streven naar gratis parkeren. Wij blijven dus vandaag voorstander van het haaks parkeren op de Vrijheid zolang het kan. Want als we naar het recht parkeren gaan (dus in de richting van de weg, red.), dan zullen we daarin massaal moeten schrappen. Dat kan alleen wanneer we alternatieven hebben.

Maarten Leemans (Anders): We merken dat er in de laatste decennia heel wat meer gebouwen zijn bijgekomen, dus heel wat meer verdichting, dus heel wat meer zwaar en doorgaand verkeer. Helaas zijn dat dingen waar we nu voor staan en die we enkel kunnen proberen op te lossen. Doorgaand verkeer is er natuurlijk niet alleen in Hoogstraten, maar ook in Wortel, Minderhout en Meer. Daar kunnen we weinig aan doen, het is een doorgangsweg.

Voor ons is het allerbelangrijkste de verkeersveiligheid voor de zwakke weggebruikers. Er moet een plan komen om de Vrijheid verkeersveilig en aangenaam te maken. Inderdaad, we moeten het zwaar verkeer gaan weren. Moeten we dan zorgen dat het autoverkeer sneller door de Vrijheid gaat? Wat ons betreft niet: voor ons is de verkeersveiligheid prioritair. In de wijken is nu ook veel doorgaand sluipverkeer dat daar niet moet zijn. Daar willen we ijveren voor mobiliteitskamers, waarin doorgaand verkeer niet mogelijk is. Een wijk is een leefruimte voor de bewoners en waarin de kinderen zorgeloos buiten kunnen spelen. En er moeten natuurlijk alternatieve verbindingen komen voor trage weggebruikers en fietslinten voor de schoolgaande jeugd. Daarbij denken we aan een tragewegennetwerk, waardoor fietsers en voetgangers zich veilig kunnen verplaatsen door onze gemeente.

"Inzetten op buurtparkings" - Arnold Wittenberg (Hoogstraten Leeft)
De verkiezingsborden stonden onlangs nog maagdelijk blank. De echte campagne moest begin september nog echt beginnen.

DHM: Wil Hoogstraten Leeft ook nog reageren op de parkeerproblematiek, vooral dan in Hoogstraten-centrum?

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Parkeren is voor ons nog altijd zeer belangrijk. We zijn een grote uitgestrekte landelijke gemeente, daar moet dus de nodige aandacht naar toe blijven gaan. Wij zijn overtuigd dat dit kan met een doordacht parkeerbeleid en daarvoor willen we werken met buurtparkings. Door geconcentreerde parkings beperken we het op- en afgaande verkeer, dat op de straten komt en kruist met de voet- en de fietspaden. Door parkeerplaatsen te bundelen kunnen we de verkeersveiligheid verbeteren maar ook de leefbaarheid in de dorpen verhogen. Stel dat op een bepaald moment de hogere overheid beslist dat het haaks parkeren op de Vrijheid niet meer kan, dan zullen we in Hoogstraten stappen moeten ondernemen om dat op te lossen. Maar we gaan daar niet op zitten wachten. Wij willen proactief inzetten op buurtparkings.

DHM: Is er een partij die bij deze ronde nog op één punt wil reageren op wat er al gezegd is, of nog iets wil aanvullen?

Perry van de Mosselaar (NGH): Wat onze partij bij heel veel mensen en jongeren hoort, is dat we ook moeten kijken naar de evolutie van de elektrische fietsen en elektrische brommertjes, die vaak met een rotsnelheid over de fietspaden van de Vrijheid rijden. Dat leidt tot ontzettend gevaarlijke situaties, waarvoor extra signalisatie moet komen.

Wij willen meedenken over oplossingen, over kansen die in het verleden zijn blijven liggen, wat in de toekomst zeker niet meer mag gebeuren. Zeker de gemiste kans bij de Tram in Hoogstraten voor een fantastische ondergrondse parking en een stadsplein, dat in Hoogstraten ontbreekt. We kunnen dat nu niet meer terugdraaien, maar dat zijn wel dingen waarnaar we in de toekomst moeten kijken. Hetzelfde is gebeurd met het treinstation, dat wij als hoofdstad van de Noorderkempen hebben gemist.

Fons Jacobs (Anders): Ons verwondert het dat de ringweg weer ter sprake komt. Er zijn hier partijen die al 12 jaar of afwisselend in het bestuur zitten. Altijd hebben wij gehoord dat het concept ringweg eigenlijk niet mogelijk was. Nu kan het blijkbaar ineens wel. Ofwel zijn er nieuwe inzichten op allerlei niveaus, ofwel probeert men ons dingen te vertellen waarvan we ons afvragen wat daar van kan komen.

Een tweede zaak, als het over mobiliteit gaat, is het feit dat er niet meer ingezet wordt om auto’s aan de kant te laten en meer gebruik te maken van stappen en trappen. Daar horen we heel weinig van en er is nog geen enkele partij, behalve die van ons, die daarop ingezet heeft. Dat zou voor ons één van de eerste zaken moeten zijn: een verandering in de mindset van de gebruikers.

DHM: Een belangrijke vraag die bij de bevraging naar boven kwam, is hoe ver Hoogstraten nog mag groeien. Hoe ver willen jullie nog verdichten en blijft er dan nog plaats over voor groen en open ruimte in dit kleinstedelijk gebied? Hoe willen jullie de open ruimte bewaren en versterken?

Tinne Rombouts (samen!): Wij vinden de open ruimte heel belangrijk en willen dat de ruimte ook gebruikt wordt waarvoor ze bestemd is. Wat wonen en groeien betreft, zullen we naar een inbreidingsbeleid moeten gaan. Maar dat moet op een kwaliteitsvolle manier gebeuren zodat er nog groene ruimtes overblijven om te kunnen wonen en genieten. Verdichting betekent voor ons ook dat er op bepaalde plaatsen appartementen voorzien kunnen worden, maar niet op een ongebreidelde manier. Wij hebben in het verleden vastgesteld dat de appartementennota, waarin bepaald wordt waar appartementen kunnen komen, duidelijk uitgebreid is geworden. Dat willen we terug onder de loep nemen. In de deeldorpen willen we geen uitbreidingen van het woongebied. Er kunnen wel verschuivingen zijn. Indien er nog andere noden zijn, zullen we die eerst heel duidelijk in kaart brengen en in overleg gaan met alle actoren. Maar verder staan wij volledig achter het beschermen van de open ruimte.

Maarten Leemans en Fons Jacobs (ANDERS)

Roger Van Aperen (N-VA+): De belangrijke vraag is inderdaad hoe ver we Hoogstraten nog willen laten groeien. Gaan wij verder zoals een tiental jaren geleden, toen we als poort van Vlaanderen een forse uitbreiding gekend hebben? Moeten we het hier nu laten ophouden bij de 21.000 inwoners en niemand nog de mogelijkheid geven om hier te bouwen? De bevolking niet meer verder laten aangroeien zou vanuit ons standpunt geen goede beslissing zijn. We hebben een heel onderwijssysteem, een winkelsysteem, een werksysteem... En de mensen willen dicht bij hun werk wonen. Die noden moet je kunnen invullen, maar natuurlijk niet ongebreideld toelaten. De stukjes groen die we hebben, moeten we koesteren. Maar er zijn nog bouwgronden die op een of andere manier zijn blijven liggen, bijvoorbeeld omdat men die voor de kinderen wilde voorbehouden, of gronden die opgekocht zijn en blijven liggen in de hoop er later een betere prijs voor te kunnen krijgen. Daar zou op een of andere manier verandering in moeten komen, zodat die gronden aangesneden kunnen worden voor mensen die in Hoogstraten willen komen wonen. Maar groene ruimtes zijn zeker nodig, voor jong en oud.

DHM: Laat het bestuur het initiatief aan projectontwikkelaars of zet ze duidelijke krijtlijnen uit? En wat zijn dan de grenzen?

Fons Jacobs (Anders): Wij moeten duidelijk bepalen wat Hoogstraten aankan. Hoogstraten moet zijn normen stellen en al zijn beleidsdaden daarop richten. Er moeten nieuwe stedenbouwkundige verordeningen komen, op maat van de inwoners en niet op vraag van projectontwikkelaars. De stad moet strenger optreden bij grote verkavelingen en projectontwikkelingen niet zomaar toelaten. Wij hebben in het verleden gezien dat de kwaliteitskamer van IOK zeer vernieuwende en gedurfde initiatieven neemt. Daar moet de stad zich op afstemmen bij grote verkavelingen, zoals op de hoek van de Molenstraat en in de Achtelsestraat. Zulk advies is voor ons heel belangrijk. We willen op grote verkavelingen ook sociale lasten opleggen en een bijdrage vragen op nieuwe ontwikkelingen om daarmee een ruimtefonds op te richten.

"Strenger optreden bij grote verkavelingen" Fons Jacobs

Wij willen in elk deeldorp ook een publiek project opstarten waarbij de plaatselijke gemeenschap zelf kan bepalen wat ze daarmee doet. De dorpskernen moeten vergroend en verfraaid worden. Onze fractie zou in de volgende legislatuur graag twee nieuwe klimaatbestendige pleinen aanleggen waar vooral kinderen en jongeren zich thuis voelen. Wij willen winkels en horeca stimuleren in de dorpskernen en we willen met hoogdringendheid af van onze bijnaam “betonhoofdstad van de Kempen” door in te zetten op grote onthardingsprojecten. Daarnaast willen we een ambitieus en gedragen plan voor de Markvallei, om via een RUP een goede balans te vinden tussen natuur, landbouw en bewoning. Tot slot willen we dat het kasteel van Hoogstraten, dat zich bevindt in een erkend erfgoedlandschap, wordt ontwikkeld als een groot park of groengebied.

Stijn Adams (NGH): Wij vinden het als Hoogstratenaren toch erg belangrijk dat het aanbod van woonmogelijkheden kwalitatief verhoogd wordt. Als we het wonen voor onze jeugd betaalbaar willen houden, moet het aanbod ook in verhouding staan. Willen we de klimaatdoelstellingen halen, dan moet ons vastgoed performant zijn. In plaats van de pestbelasting van 2500 euro per nieuw ontwikkelde unit lijkt het ons veel verstandiger om te kijken hoe we extra wooneenheden kunnen ontwikkelen en op die extra wooneenheden een korting voorzien voor starters om toegang te krijgen tot die kopersmarkt. De bebouwingsgraad in Hoogstraten is momenteel 5,8% waar dat provinciaal 6,4% is. In tegenstelling tot de perceptie, is de bebouwingsgraad maar met 0,3% gestegen. Dat is helemaal niet zo veel, zeker ook omdat de Kluis daar ook bij inbegrepen is.

Wat voor ons ook belangrijk is: de inflatie van woningen in het buitengebied is sterk gestegen. De exploitatiewoningen krijgen geen functiewijziging en blijven zonevreemd. Wij vinden dat het bestuur er alles aan moet doen om die functiewijzigingen er toch door te krijgen, uiteraard met respect voor de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Dat is voor ons een speerpunt.

DHM: Hoogstraten heeft deze zomer ook te maken gehad met wateroverlast. Welke oplossing zien jullie in verband met ontharding, overstromingsgebieden, wateropvang enzovoort?

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Wij willen echt werk maken van de nieuwe ruimtelijke visie. Wij worden uitgedaagd door de klimaatopwarming, waarbij ontharding een belangrijk element is. Anderzijds is Hoogstraten een aantrekkingspool voor mensen die hier graag willen komen wonen. Wij willen daarom ook jonge mensen kansen bieden, door verschillende woonvormen te stimuleren zoals cohousing, tiny houses enzovoort. Bij nieuwe grote ontwikkelingen moet de stad de regierol op zich nemen om te zien wat de wensen en de noden zijn, en dan oplossingen te bieden voor de verschillende uitdagingen. We moeten een goede omgevingsanalyse maken en een kader schetsen vooraleer we dat aan een private ontwikkelaar overgeven. Op die manier kunnen we enerzijds verduurzamen en anderzijds ook kansen geven aan jonge mensen om te kunnen wonen. Tegelijkertijd moeten we de verschillende tijdslagen (de architectuur doorheen de jaren, red.) blijven waarderen. Want die bepalen voor een stuk onze ziel en ons karakter, wat Hoogstraten ook zo aantrekkelijk maakt voor de buitenstaander.

Tinne Rombouts (samen!): Die regierol waarover mijn collega spreekt, die heeft de stad al. Zij moet immers de vergunning geven en ze kan dus op elk moment bekijken onder welke voorwaarden zij de vergunning aflevert. Zo was dat vroeger toch en ik had gehoopt dat dat zo de afgelopen zes jaar ook gebeurd zou zijn.

In de diversiteit aan verschillende woonvormen vinden wij elkaar zeker wel. Zeker in het betaalbaar houden van wonen is het belangrijk het coöperatief aspect zoals cohousing en andere diverse vormen van wonen mee te ondersteunen en daar ruimte voor te voorzien. Wat het probleem van het zonevreemd wonen betreft, ben ik het helemaal eens met NGH om dit probleem op te lossen en een duidelijk kader te maken, zonder willekeur en lange procedures.

Wij zijn voorstander van ontharden waar het kan, maar we moeten proberen daar iedereen in mee te krijgen. Daarnaast moeten we een goed waterbeheer nastreven met goed functionerende riolering en goed onderhouden grachten, waarmee je kan bufferen wanneer het nodig is.

Alle partijen willen iets doen aan de mobiliteit. Dat hebben we al vaak gehoord...

Maarten Leemans (Anders): Onze waterhuishouding moet op punt worden gezet met waterneutrale wijken, hergebruik van regenwater, waterbuffering, infiltratie, enzovoort. Belangrijk is ook dat we de landbouwers mee in dit verhaal betrekken. Er moet een plan komen voor de Markvallei en daarvoor is zeker een goede samenwerking met de landbouwsector noodzakelijk. Zo willen we landschapselementen bevorderen die bijdragen aan die waterbuffering.

Klimaat en duurzaamheid

DHM: Hoogstraten is via zijn eigen klimaatplan en het vastgoedplan heel wat engagementen aangegaan. Zijn de klimaatdoelstellingen voor jullie prioritair, ook al zal het de stad veel geld kosten om alle openbare gebouwen op termijn klimaatneutraal te maken?

Maarten Leemans (Anders): Het strategisch vastgoedplan om tegen 2050 alle gebouwen klimaatneutraal te maken, zal veel geld kosten. Maar niets doen zal ook veel kosten. De oplossing is zeker niet om zomaar vastgoed van de stad van de hand doen als het niet energie-efficiënt is. We moeten ook kijken naar toekomstig gebruik, zoals sociale functies of misschien sociale woningen.

Stijn Adams (NGH): Het spreekt vanzelf dat Hoogstraten als stad, net zoals elke andere organisatie, tegen 2050 energieneutraal moet zijn. Maar we moeten ook realistisch zijn. Hoogstraten ligt op de belangrijke as Rotterdam-Antwerpen-Ruhrgebied, waardoor belangrijke beslissingen beter op federaal en op Vlaams gebied moeten genomen worden. Dat is dus voor ons als lokale partij niet het belangrijkste speerpunt.

Tinne Rombouts (samen!): Wij staan voor een gigantische uitdaging van 50 miljoen euro om die klimaatdoestellingen te halen. Dan denk ik dat we wel moeten zoeken naar een financieel realistisch plan. We zijn bezorgd over hoe we dat moeten aanpakken, welke gebouwen we wel en niet gaan verkopen. Wij willen gebouwen niet systematisch van de hand doen omdat ze tegen 2050 niet klimaatneutraal zouden zijn, want we hebben ook ruimte nodig en de dienstverlening mag niet achteruit gaan. We zijn wel voor een verhoogde investeringsgraad, maar met een realistisch financieel plan.

Perry van de Mosselaar (NGH): De grote keuzes worden nationaal gemaakt, de rest zal op lokaal gebied gebeuren. Wij zullen in ieder geval heel goed in het oog houden wat er in het voordeel van onze land- en tuinbouwers gebeurt.

DHM: Uit een Pano-reportage blijkt dat er in Hoogstraten zo’n 18 miljoen kuub waterwinning vergund is. Dat is 75% van de natuurlijke grondwatervoeding, wat volgens een expert dramatisch is. Daarnaast blijkt er nog massaal illegaal water opgepompt te worden voor de landbouw. Hoe staat uw partij daar tegenover?

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Water is het goud van de toekomst, daar moeten we dus zorgvuldig mee omgaan. Wij zijn een paar engagementen aangegaan, zoals de reorganisatie aan de Laermolen en de hermeandering van de Mark in Meer aan de Mosten. Intussen zijn we met de boeren ook in gesprek in het project Halnat om landbouw en water te laten samengaan zodat de vernatting daar voortgezet kan worden. Wij willen verder het voorbeeld geven in het zuinig omgaan met energie, degelijk advies aanbieden aan onze inwoners en kleine initiatieven ondersteunen die onze omgeving beter en klimaatrobuuster maken.

Tinne Rombouts (samen!): Wat die waterwinning betreft, mag je zeker zijn dat wat vergund is ook heel duidelijk is afgewogen. Alles wordt individueel bekeken waarvoor het water gebruikt wordt en of dit realistisch is. In onze streek wordt drinkwater gewonnen uit grondwater en dat betekent dat het grondwater hier het meest gemeten wordt van heel Vlaanderen. Het wordt secuur in het oog gehouden om de drinkwatervoorziening niet in het gedrang te brengen. Om tot oplossingen te komen, willen wij verder samenwerken met de landbouwers zoals in het project Halnat.

Roger Van Aperen (N-VA+): Alle vergunningen voor waterwinning hebben nu nog een looptijd van 10 jaar, waar dat vroeger levenslang was. Wij hebben ook nog heel wat kleine projecten op het oog, zoals vergroening van de scholen, ondergronds brengen van de afvalbakken, promoten van led-verlichting, warmtenetten in woon- en bedrijvenzones, groendaken, duurzaamheid nastreven door lokaal aankopen, enzovoort.

Fons Jacobs (Anders): Ik wil er nog op wijzen dat we het hier nog niet gehad hebben over de zeer slechte kwaliteit van het oppervlaktewater in de Noorderkempen. Daar moeten we dringend iets aan doen, maar die discussie zal ik houden voor in de gemeenteraad.

Cultuur en vrije tijd

Voor de bouw van een cultuurcentrum kocht de stad in 2020 reeds de zaal Pax. Op dit moment liggen er twee uitvoeringsvoorstellen in publiek-private samenwerking op tafel, maar van een toekenning van het project aan een van beide bedrijven is nog geen sprake.

DHM: Is de bouw van een cultuurcentrum nog mogelijk en prioritair, gelet op de financiële toestand? En wat met de Pax-site, indien daar geen cultuurcentrum komt?

Roger Van Aperen (N-VA+): Wij zijn al twaalf jaar vragende partij voor een cultuurcentrum. De eerste jaren waren voor ons belangrijk om na te gaan welke culturele behoeften er in Hoogstraten zijn en hoe we daaraan tegemoet kunnen komen. Dat is toen gelukt, want er ontstond een werking, al was dat niet in een eigen gebouw. Dan is het verhaal Pax gekomen en zijn er plannen gemaakt om daar een volwaardig cultuurcentrum te bouwen. Maar die konden om financiële redenen tijdens deze legislatuur niet uitgevoerd worden.We blijven voorstander van een multifunctioneel cultuurcentrum op maat van Hoogstraten. Voor ons moet dat niet op de Pax-site, zeker niet als je weet wat er allemaal gaande is in de onderwijssector. Door samenvoegingen komen er zalen vrij en wat mij betreft moet men de mogelijkheden van het gebruik van die zalen afwegen tegen een nieuwbouw op de Pax-site. Indien er geen nieuwbouw komt bij de Pax, dan hebben we daar kansen voor park, een grote groene zone.

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Als schepen van cultuur pleit ik voor een zaal voor kleinere optredens in elk deeldorp en een ruimere podiumzaal in Hoogstraten-centrum, waar dat dan ook is. In het ontwerp van het cultuurcentrum is nu plaats voorzien voor de muziekschool. Als we de samenwerking met de scholen en Mirho (de koepel van de katholieke scholen, red.) kunnen uitbreiden, worden ook de financiële mogelijkheden voor de bouw op de Pax-site meer haalbaar.We moeten de samenwerking met Mirho op meerdere vlakken versterken. Niet enkel voor cultuur maar ook voor sport en vrije tijd. Als we zowel inhoudelijk als financieel met Mirho samenwerken, kunnen zij zich concentreren op onderwijs.

Perry van de Mosselaar (NGH): Wij hebben daar als partij een duidelijke mening over. Is een cultuurcentrum nodig? Dat weet ik niet. Als ik hoor dat men daar al twaalf jaar mee bezig is, vraag ik me af hoever staan we daarmee en hoever gaan we daarmee geraken? Kunnen die gelden niet beter besteed worden?

Stijn Adams en Perry van de Mosselaar (NGH)

Ik stel ook vast dat in de dossiers die nu op tafel liggen het aspect parking te weinig aan bod komt. Ik wil hier ook verwijzen naar de mogelijkheden van Highstreet en het kasteel van Hoogstraten, maar ik meen dat die zaken later nog aan bod komen.

Tinne Rombouts (samen!): Er is de afgelopen jaren veel gezegd en gewerkt aan plannen voor een cultuurcentrum bij de Pax. Dat dossier is on hold gezet en wij kregen pas op het einde even inzicht in het dossier zoals het nu voorligt. En dat is spijtig. We moeten vaststellen dat het plan dat nu op tafel ligt onbetaalbaar is en er ook nooit gedacht is aan de uitbatingskosten, die steeds verlieslatend zullen zijn. Ik hoor hier dat men al ver staat met de plannen, maar dat dezelfde personen toch al denken aan andere oplossingen. Laat het duidelijk zijn: wij willen een degelijke culturele infrastructuur, maar wij willen kijken naar bestaande locaties. En wat de Pax betreft hopen we dat die weer zijn oude functie kan krijgen, dus ook als zaal voor koffietafels en babyborrels. Al wil ik ook wel mee denken over een park of bos.

Maarten Leemans (Anders): Een cultuurhuis, waarover al meer dan 40 jaar gesproken wordt, is de laatste zes jaar in een stroomversnelling gekomen. Er was blijkbaar maar één mogelijke locatie en dat bleek de Pax-site te zijn. Nu blijkt dat wellicht niet meer de beste oplossing. Er moet in elk geval een vaste plaats komen voor cultuur, want nu is het voor voorstellingen telkens opbouwen en afbreken.Wij willen een cultuurhuis in de breedste zin van het woord. Een ontmoetingsplek voor alle inwoners. We willen cultuur ook naar de deeldorpen brengen, met levendige dorpshuizen waar de inwoners zelf de programmatie mee kunnen bepalen en waar plaats is voor gemeenschapsvormende activiteiten en vrije tijd.Wij willen ook per dorp een publiek project, een project dat de inwoners zelf mee bepalen. Dat kan gaan van de inrichting een buurtplein, de beschildering van een gevel. De inwoners beslissen daarover. We willen het verenigingsleven ook bereikbaar maken voor iedereen. Om die reden willen we de Uitpas, die nu beperkt is tot organisaties van de stad, uitbreiden naar activiteiten georganiseerd door verenigingen.

DHM: De subsidies voor verenigingen zijn al jaren dezelfde. Is het geen tijd om die te verhogen en daarna te indexeren?

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): We erkennen de onschatbare waarde van verenigingen en vrijwilligers. We hebben meer dan 400 actieve verenigingen, dat wil al iets zeggen. De afgelopen jaren zijn de subsidies niet geïndexeerd, maar dat is ook zo voor de huur van locaties en de prijzen van de uitleendienst. Die zijn ook niet gestegen. We willen het verenigingsleven stimuleren en ondersteunen. In coronatijd hebben we ervaren hoe belangrijk het is om met de verenigingen zelf te bespreken toe ze het best gesteund worden. Dat moeten we herhalen.

Roger Van Aperen (N-VA+): Ik ga akkoord met de zienswijze van mijn voorganger en wil eraan toevoegen dat we ook gestart zijn met projectsubsidies.

Maarten Leemans (Anders): Voor ons is indexering de logica zelf. Ook al zijn de kosten van de uitleendienst van de stad niet gestegen, onze verenigingen worden met veel andere prijsstijgingen geconfronteerd.

DHM: In het Gemeenschapscentrum en bij uitbreiding de cultuursector is het een komen en gaan van parttime ambtenaren. Is het niet nodig dat er een voltijds medewerker komt die zich ook inlaat met de promotie van organisaties van verenigingen?

Roger Van Aperen (N-VA+): Ik ga ervan uit dat men in elke sector iemand voltijds tewerkstelt op het moment dat die man of vrouw werk heeft voor 38 uur in de week en dat is in dit geval niet zo. Bovendien zie ik niet in hoe hij of zij zich zou moeten bemoeien met organisaties van onze verenigingen.

Tinne Rombouts (samen!): Wij stellen vast dat de beheerraad van het gemeenschapscentrum niet meer samenkomt. Dat vinden wij erg omdat men zich op het vlak van programmatie en bezoekers-aantallen vragen kan stellen. Wij willen de wijze van programmatie herdenken om tot een divers aanbod te komen dat meer inwoners aanspreekt.

DHM: Er is heel wat te doen over de toekomst van de Highstreet en de omgeving ervan. Veel inwoners stellen zich vragen bij wat daar staat te gebeuren. Wat weten de meerderheidspartijen daarover? En biedt dat kansen voor een cultuurzaal?

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Wij zijn net zoals veel inwoners benieuwd naar de uiteindelijke plannen van de ondernemer die rond de Highstreet actief is, rekening houdend met vergunningen die hij kan krijgen. Er zijn al wel enkele gesprekken geweest, maar tot op heden is er geen finaal plan.En dan maak ik de brug naar ruimtelijke ordening, een thema dat eerder al aan bod kwam. Voor grotere vrijliggende sites of op het moment dat er op bepaalde plaats iets beweegt, willen wij een proactievere rol spelen. We willen dan een omgevingsanalyse maken en die aan de betrokken ontwikkelaar overhandigen. Dat is een veel comfortabelere manier van werken dan wanneer iemand zijn gang gaat en dan bij het bestuur aan tafel komt. Nu heeft die man in de omgeving al veel eigendommen aangekocht terwijl nog niet is uitgeklaard wat de toekomst brengt.

Roger Van Aperen (N-VA+): Ik kan me alleen maar aansluiten bij wat Arnold zegt. In het gebouw is die man bezig en daar is een vergunning voor. Er zijn over en weer gesprekken, maar wij kennen zijn echte bedoelingen niet. Natuurlijk kan hij daar niet zomaar doen wat hij wil, ook gelet op mobiliteit enzovoort. De finale bestemming is zeker nog niet uitgemaakt.

Tinne Rombouts (samen!): Ik zie de vergunning die de ontwikkelaar heeft gekregen en stel vast dat er al gesprekken zijn geweest. Ik kan me niet voorstellen dat die man daar zo’n investeringen doet als hij niet weet waar hij mee bezig of waar hij aan begint.

Roger Van Aperen (N-VA+): In die vergunning is sprake van één pand, namelijk de Highstreet. Maar intussen heeft hij een aantal woningen in de Lodewijk De Konincklaan en de Sint-Lenaartseweg aangekocht. Dat kunnen wij niet tegenhouden, maar hij kan met die eigendommen niet zomaar doen wat hij wil. Dat moet duidelijk zijn.

DHM: Kan en wil uw partij een belangrijke rol spelen als het kasteel van Hoogstraten geen gevangenis meer is omdat de FOD Justitie het gebouw wil afstoten? En hoe zien jullie de toekomst van het kasteel?

Lieve Jansen (N-VA+): We kunnen beginnen dromen, maar het moet eerst onze eigendom zijn en dan begint het pas.Bepaalde delen zijn als een ruïne en we spreken van een restauratie die ver boven de mogelijkheden van Hoogstraten gaan. Maar het is duidelijk dat het kasteel enorme mogelijkheden heeft, wat geen garantie is dat we ze kunnen realiseren. We moeten wel zo spoedig mogelijk mee aan tafel.

"Bij een herbestemming van het kasteel moet Hoogstraten een voet tussen de deur hebben."

Perry van de Mosselaar (NGH): Ik ben het helemaal eens met wat er al gezegd is. Dromen is vaak de basis van ondernemen. Het kasteel heeft onbeperkte mogelijkheden. Niet alleen in de culturele sector maar ook voor psychische opvang van jongeren, medische hulpverlening en zoveel andere zaken. Dat het een mooie invulling moet krijgen, dat staat wel vast.

Ann Fockaert (Ho Leeft): Wij vinden het Gelmelslot heel belangrijk en we moeten vanaf de eerste dag mee aan het stuur zitten. We zullen op zoek moeten gaan naar partners die in de renovatie en herbestemming een rol kunnen spelen. We denken dan aan Toerisme Vlaanderen, de Participatiemaatschappij en de Europese Investeringsbank. Wij gaan uiteraard de kost niet zelf kunnen dragen.

Tinne Rombouts (samen!): Ik wil toch even waarschuwen. Dromen mag, maar ik maak toch enig voorbehoud bij dromen in verkiezingsprogramma’s. Wat ons stoort is dat de federale overheid zegt dat de gevangenis weg gaat, omdat de restauratie te veel geld kost. Allemaal goed en wel, maar daarmee is de renovatie niet opgelost. Het is misschien het belangrijkste monument van Hoogstraten, maar de federale regering moet haar verantwoordelijkheid nemen en de Vlaamse regering een grote inbreng doen. Dan willen we samen aan tafel gaan zitten en op zoek gaan naar een invulling waarvan Hoogstraten en zijn inwoners zoveel mogelijk mee kunnen genieten.

Maarten Leemans (Anders): Wij zijn blij dat er enthousiasme is wat het kasteel betreft. We willen vanaf de eerste dag van de nieuwe legislatuur een voet tussen de deur hebben. Om een masterplan voor het kasteel uit te werken en partners te vinden om het te realiseren. Dit is niet het eerste op het eerste zicht onhaalbaar project dat in Hoogstraten al gerealiseerd werd!

DHM: De restauratie van de Sint-Katharinakerk kostte handenvol geld, terwijl andere kerken kampen met achterstallig onderhoud. In 2025 moet er een nieuw kerkenplan gemaakt worden. Is het niet nodig om daarin een programma van aanpak van onderhoud voor alle kerken in op te nemen? En wat met kerken die leeg komen te staan?

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Kerken hebben voor mensen een belangrijke symbolische waarde en daar moeten we respect voor hebben. We zien de Sint-Katharinakerk als de uitvalsbasis om het verhaal van Hoogstraten te vertellen. Binnenkort is er de laatste viering in Wortel en Minderhout. De kerk van Wortel wordt overgedragen aan de Roemeens Orthodoxe gemeenschap en die van Minderhout zal in het kerkenplan 2025 onttrokken worden aan de eredienst, waardoor andere bestemmingen mogelijk worden. Daar willen we met de dorpsgemeenschap op zoek gaan naar een zinvolle herbestemming. Dat kan een lokaal dienstencentrum zijn met een uitbreiding van dienstverlening, bijvoorbeeld voor het ophalen van paspoorten. Maar het is inderdaad nodig om een onderhoudsplan op te maken voor alle kerken, om door soms kleine ingrepen zware kosten te voorkomen.

Tinne Rombouts (samen!): Kerken hebben altijd een centrale rol gespeeld in onze gemeenschap. Onze dorpen zijn rond de kerk gebouwd. Welke kerken hun oorspronkelijke functie van gebedshuis behouden, is een keuze van de Pastorale Eenheid Sint-Franciscus en daar zal de stad zich niet in moeien. Wortel en Minderhout krijgen een andere bestemming.Wij zijn in de vorige legislatuur al gestart met een debat met Minderhoutse gemeenschap. Niet enkel over de kerk, maar het globale centrum met de pastorij, de noodkerk, de school enzovoort. Maar ook dat is zes jaar on hold gezet, en dat is spijtig. We moeten dat traject opnieuw opstarten.

Fons Jacobs (Anders): De dorpskerken zijn als monument beschermde gebouwen en daar rust een onderhoudsplicht op. Wat Minderhout betreft, zijn ook wij teleurgesteld dat er nog geen plannen rond het centrum in opmaak zijn. Het bleef trouwens onduidelijk of de kerk al dan niet onttrokken wordt aan de eredienst. In elk geval was er geen reden om in tussentijd al geen stappen te zetten in de ontwikkeling van de dorpskern van Minderhout in overleg met de inwoners.

Roger Van Aperen (N-VA+): Ik wil hier toch even tussenkomen, want de waarheid heeft zijn rechten. In het vorige kerkenplan was er sprake van een kerk met een nevenbestemming. We zijn in overleg gegaan met het bisdom en hebben een voorstel van nevenbestemming op tafel gelegd, wat voor de stad een investering van 660.000 euro zou betekenen. Het bisdom heeft ons toen gevraagd om te wachten op de inhoud van het volgende kerkenplan. Ondertussen waren er gesprekken met Okra, de jeugdbewegingen enzovoort. Ook met Mirho werd er gesproken om de school in de Koestraat over te brengen naar de omgeving van de kerk. Maar dat leek voor beide partijen moeilijk.

Naast de dorpsraden, die een nieuwe impuls nodig hebben, is men ook voorstander van gebieds- of themagerichte inspraakgroepen zoals Wortel2030

Inspraak en participatie

DHM: Zijn de dorps- en andere adviesraden voldoende representatief? Hebben ze nieuwe impulsen nodig of zien jullie andere meer innovatieve vormen van advies en participatie?

Tinne Rombouts (Samen!): Participatie en samenwerking met de burgers zijn voor ons van zeer groot belang. We zetten daarop in omdat we geloven dat Hoogstraten kan versterkt worden door onze eigen inwoners, door bekwame mensen die elk op hun manier het verschil kunnen maken.We horen en zien dat de dynamiek van de dorpsraden wat teloor gegaan is. Mogelijk heeft corona daarin een rol gespeeld, maar nadien is de draad niet meer opgenomen. Er moet terug meer dynamiek komen in de dorpsraden.Maar we hebben ook oog voor nieuwe vormen van participatie. Aan de ontwikkeling van bijvoorbeeld een dorpskern gaat een heel traject vooraf, waarbij je de mensen moet betrekken. ‘Meerle ons dorp’ was daar een voorbeeld van. Mensen zijn vooral geïnteresseerd als het heel concreet wordt, maar dan is vaak al een heel traject afgelegd. Je moet de burgers ook bij de visievorming bij het begin van een traject betrekken. Een initiatief zoals Klooster Meer kan ook een voorbeeld zijn, ook al was het niet onze eigendom. De site was te belangrijk voor het dorp, waarna we in overleg met de dorpsraad een traject van toewijzing aan een kandidaat opgestart hebben.

Roger Van Aperen (N-VA+): Met de dorpsraden onderscheiden we ons van andere gemeenten: er zijn er maar weinig die zo’n vorm van inspraak kennen. We hebben daarnaast ook overleg met alle thema-adviesraden zoals sport, cultuur enzovoort. Recent is ook een overleg opgestart met natuur samen met landbouw. Ook een project als ‘Wortel2030’ moet voor andere dorpen inspirerend werken.Het project van de schoolstraten is een duidelijk voorbeeld van samenwerking tussen het bestuur, de scholen, kinderen, ouders en omwonenden. We willen verder gaan met het luisteren naar onze inwoners, maar willen ook een open gesprek over wat haalbaar is met participatie. We geloven daarin, maar we moeten erover waken dat tegengestelde standpunten of harde eisen niet tot stilstand leiden.

DHM: Leden van inspraakgroepen beweren dat er soms met hun inbrengen of vragen weinig wordt gedaan. Dat ze te weinig feedback krijgen en zich afvragen welke impact hun inbreng heeft gehad.

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Wij zien heel veel in gebiedsgerichte of themagerichte participatie. We hebben goede ervaringen met Wortel2030, waar mensen bereid zijn om mee te denken in afgebakende onderwerpen in een bepaalde tijdsperiode. Als je dat niet doet, ga je verzanden. Als je te breed gaat, zal iedereen op het einde van de rit malcontent zijn. Als het bijvoorbeeld over mobiliteit gaat, mag je er niet alles zomaar doorduwen. Het is beter om met de mensen die er wonen of er dagelijks gebruik van maken naar oplossingen op maat te zoeken. Het interessante aan die manier van werken is ook dat je, in tegenstelling tot andere adviesgroepen die elk hun thema hebben, met mensen uit die verschillende groepen samen zit. Dat verrijkt de inzichten. Het maakt de inbreng alleen maar beter.We geloven ook sterk in burgerinitiatieven zoals recent het Klooster Meer en we denken daarbij ook aan wat Het Convent eerder al in Hoogstraten realiseerde.

Fons Jacobs (Anders): Voor participatie is een goede communicatie van het grootste belang. Elke beslissing moet op de verschillende beleidsdomeinen bekeken worden. Er zijn in Hoogstraten heel veel adviesraden en we willen samen met hen bekijken hoe het beter kan.We zien ook wat in een thematische of integrale benadering, los van specifieke bevoegdheden. Ook burgerinitiatieven zoals ‘Kloostersite Meer, ‘Het Convent’ en ‘Wortel2030’ verdienen vanaf de eerste dag meer ondersteuning van het bestuur. De GECORO, toch een officiële adviesraad, moet wat ons betreft een meer prominente rol krijgen wat ruimtelijke ordening betreft. Hun expertise moet beter benut worden. Ten slotte stellen wij voor om een soort ‘bruggenbouwer’ aan te stellen die met verschillende actoren vorm geeft aan wat het dorp nodig heeft.

Stijn Adams (NGH): Ik maakte deel uit van de dorpsraad van Minderhout en heb de mobiliteitsraad mee gevolgd. We geloven absoluut in participatie, maar maak die dan ook nuttig. Zorg dat die vergaderingen echt gewicht hebben. Nu gaat het meer over de vorm dan over de inhoud. Er moet ook meer overleg en participatie komen tussen het bestuur, Unizo en Horeca Hoogstraten.

Ann Fockaert (Ho Leeft): Wij willen een dorpsbudget geven aan elke gemeente, een jaarlijks budget waarmee men zelf beslist wat men wil realiseren. We pleiten ook voor de oprichting van een kindergemeenteraad, zodat ook kinderen al van in de lagere school hun stem kunnen laten horen. Als kinderen al mogen meedenken, zorgt dat voor kritische maar constructief denkende volwassenen.

Tinne Rombouts en Hilde Vermeiren (samen!)

Samenleving

DHM: Uit cijfers blijkt dat in Hoogstraten meer mensen dan gemiddeld in de lagere inkomensklasse vallen, terwijl de woningen er in vergelijking duurder zijn. Verkavelaars moeten al jarenlang een aantal bouwgronden aanbieden voor sociaal wonen, tegen 20% onder de schattingsprijs. Toch blijken ook die soms niet verkocht te geraken. Moet de gemeente een actievere rol opnemen om wonen in Hoogstraten betaalbaar te houden, zowel voor mensen in armoede als voor de (jonge) middenklasse?

Maarten Leemans (Anders): Het systeem van sociale kavels blijkt inderdaad niet meer te werken, wij kijken dan ook graag naar alternatieven. Bijvoorbeeld als stad kavels niet verkopen, maar de gronden in bezit houden en ze in erfpacht geven aan jonge gezinnen zodat zij erop kunnen bouwen. Verder willen we het hamsterhuren promoten: daarbij betaal je eerst huur en kan je de woning later aankopen, waarbij de huur dan gedeeltelijk wordt afgetrokken. Ook cohousing zou een optie zijn, bijvoorbeeld als vervanging voor de bejaardenwoningen tussen het woonzorgcentrum en het zwembad, die stilaan aan vernieuwing toe zijn. Ouderen zouden er kunnen samenleven met jongeren, waarbij ze elkaar op verschillende vlakken kunnen helpen: even op de kinderen passen bijvoorbeeld, terwijl er aankopen gedaan worden voor het gezin en de oudere bewoners.

Stijn Adams (NGH): Ik geloof dat de wachtlijsten voor sociale woningen vooral het resultaat zijn van een beperkt aanbod. Onze oplossing is dan ook om private partijen te betrekken om een woningaanbod en sociaal woningaanbod te creëren dat voldoende groot is. Erfpacht kan inderdaad ook een optie zijn: de stad geeft een sociale grond in erfpacht, een belegger bouwt erop en geeft de woning dan voor langere periode door aan een sociaal verhuurkantoor zodat hij toch een marktconform rendement maakt.Er moeten in elk geval structureel woningen bijkomen, want nu en dan een woning aanpassen of renoveren lost het probleem niet op. Wat alternatieve woonvormen betreft: dat klinkt heel mooi en hip, maar studies bewijzen dat het systeem niet rendabel is en ook niet aanslaat bij mensen. Met ons gezond boerenverstand stellen wij voor om eerst te zorgen dat er een deftig aanbod is aan woningen, zeker in de laagste prijsklasse.

DHM: Hoogstraten groeit snel, zowel door natuurlijke aangroei als door inwijking. Het aantal kleuters dat geen Nederlands als thuistaal heeft, steeg op 10 jaar van 7 naar 22% en dat effect zal binnenkort doorschuiven naar de lagere en middelbare scholen. Naast de 4.300 Nederlanders leeft hier intussen bijvoorbeeld een grote Roemeense gemeenschap van zo’n 1.350 mensen. Je hoort regelmatig dat deze mensen vooral in hun eigen gemeenschap blijven en (daardoor) amper Nederlands leren. Inburgering is ook niet verplicht voor EU-onderdanen. Hoe kijken de partijen daarnaar en wat kan de rol van de stad daarin zijn?

Lieve Janssen (N-VA+): Inburgering was ook al een probleem toen ik schepen was (vanaf 2015, red.), en is dat nog steeds. De ouders kennen vaak te weinig Nederlands om het aan de kinderen te leren, waardoor die bij hun start in de kleuterschool al 3 jaar achterstand hebben. Ouders zouden dus het belang van het Nederlands moeten inzien. Je ziet de kinderen van een andere afkomst bijvoorbeeld ook zelden in jeugdbewegingen. Zij leven inderdaad vooral in hun eigen gemeenschap. Ik gun hen dat, maar het is toch ook belangrijk om zich te mengen onder de lokale bevolking. Ik geloof dat de stad een rol kan spelen om hen naar verenigingen en scholen te krijgen.

Roger Van Aperen (N-VA+): Hoogstraten is een onderwijsstad en daar moeten we inderdaad op inzetten. In eerste instantie moeten we ervoor zorgen dat de kinderen kunnen leren, bijvoorbeeld via huiswerkbegeleiding en extra taallessen. We moeten taallessen ook aanbieden aan de ouders, die het gewoon zijn om thuis de moedertaal te spreken. Tot slot werken we ook nu al aan een gelijke spreiding van anderstalige kinderen in onze scholen en klassen. Op die manier kunnen kinderen immers ook van elkaar leren.

Tinne Rombouts (samen!): Nederlands is inderdaad het beginpunt van een goede integratie en van effectief leren. We willen de scholen dan ook ondersteunen in hun aanpak om Nederlands aan te leren. En ja, ouders spelen daar ook een belangrijke rol in. Ook vroeger zetten we daar al op in, bijvoorbeeld door tolken te voorzien zodat scholen beter kunnen communiceren met ouders.Maar ook door volwassenen oefenkansen te bieden buiten de school. Dat deden we in samenwerking met vrijwilligers via Praatpunt. Ik vind het bijzonder spijtig dat daar tijdens de afgelopen legislatuur een kink in de kabel is gekomen. Via die vrijwilligers zet je immers ook in op sociaal contact, je neemt mensen mee in onze cultuur zodat ze beter kunnen integreren. Wij zouden daar in de toekomst graag weer extra op inzetten. Ook armoedeorganisaties en andere punten die contact hebben met anderstaligen kunnen integratie bevorderen. Het lijkt ons dan ook een goed idee om al die punten met elkaar in contact te brengen om te zien waar er hiaten zijn of hoe ze elkaar kunnen versterken.

In initiatieven zoals Praatpunt oefenen nieuwkomers om onze taal te spreken.

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Hoogstraten Leeft heeft een groot hart voor zorg, onderwijs en vrije tijd. Als het gaat om integratie via onderwijs, schuiven we 5 punten naar voren: extra inzetten op taalvaardigheid door kinderen te ondersteunen met taalcoaches, het mentaal welzijn versterken door vormingen rond weerbaarheid en sociale vaardigheden, diversiteit en inclusie met inclusieve leerplannen, herwaarderen van zwemmen op school met bijzondere aandacht voor kwetsbare leerlingen, en tot slot verkeersveiligheid. Daarnaast willen wij ook een sterkere samenwerking tussen kinderopvang, onderwijs en vrijetijds -

Perry van de Mosselaar (NGH): Wat integratie betreft, zijn er natuurlijk heel wat theoretische oplossingen en open deuren die we kunnen intrappen. Maar de uitdaging is veel complexer. Voor ons moet er een duidelijke balans zijn tussen welkom en integreren. Wij willen een gastvrije gemeenschap zijn waarin iedereen zich welkom voelt. Tegelijkertijd vinden we het belangrijk dat nieuwkomers de kans krijgen om zich volledig te integreren in onze samenleving, maar met respect voor zowel hun eigen cultuur als voor onze normen en waarden. Integratie is dus een tweerichtingsproces met inspanningen van beide kanten om elkaar te begrijpen en te respecteren. We verwachten dan ook dat onze gebruiken en tradities gerespecteerd worden.Als we bijvoorbeeld zagen dat het enkele jaren geleden fout liep op Heilig Bloed omdat het in bepaalde delen van Roemenië blijkbaar wel normaal is dat men in grote groepen in bloot bovenlijf rondloopt, dan vinden wij dat we dat hier niet moeten dulden en dat daarop gehandhaafd moet worden. Een ander belangrijk punt voor ons is een openbaar alcoholverbod. Het lijkt ons heel normaal dat we niet toestaan dat je zomaar op de stoep bij de kerk of in parkjes kan zitten drinken.

Fons Jacobs (Anders): Anders wil een diversiteitsambtenaar aanstellen, die een brugfiguur kan zijn tussen bevolkingsgroepen. Daarnaast vinden we dat wie mensen naar hier haalt om te werken, ook betrokken moet worden bij het oplossen van eventuele samenlevingsproblemen die daardoor ontstaan. Het kan niet zo zijn dat enkel de gemeenschap daarvoor opdraait.

Van deze vijf protagonisten van de huidige bestuurscoalitie zullen er drie zich niet meer kandidaat stellen.

DHM: Het aandeel ouderen binnen onze bevolking gaat sterk stijgen. Volgens prognoses zou de groep van 1.153 80+’ers bijvoorbeeld groeien naar 2.000 in 2040. Dat betekent op korte termijn een grote extra nood aan plekken in het woonzorgcentrum, in assistentiewoningen en bejaardenwoningen. Welke initiatieven neemt het volgende bestuur daarin, terwijl verzorgenden moeilijk te vinden zijn en de inkomsten ook teruglopen door de vergrijzing? Ligt er ook een oplossing in alternatieve woonvormen en wat kan de stad daarin betekenen?

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): We moeten inderdaad inzetten op nieuwe woonvormen, om mensen zo lang mogelijk in hun eigen vertrouwde omgeving te laten wonen. Als stad moeten we ervoor zorgen dat dit vergunningstechnisch ook kan, en kunnen we een betrouwbare partner zijn om te zoeken naar de best mogelijke oplossing.Met het ouder worden, sta je natuurlijk ook voor uitdagingen op medisch vlak, of inzake vervoer of sociale aspecten. Wij willen alle informatie rond het ruime aanbod aan zorg - voor jongeren of voor ouderen - bundelen tot één digitaal en fysiek contactpunt.

Tinne Rombouts (samen!): Senioren ondersteunen om zo lang mogelijk in hun eigen thuisomgeving te wonen is belangrijk, vooral omdat zij dat zelf ook het liefste willen. Als stad spelen we daarin een belangrijke rol door ondersteunende diensten uit te bouwen. Dat gaat dan enerzijds over versterking van de thuiszorgdiensten, maar anderzijds bijvoorbeeld ook over mensen wegwijs maken in aanpassingen aan de woning. De stad kan mogelijkheden bieden voor zorgwoningen en extra dagopvang. Ouderen die problemen hebben met vervoer, hebben een groter risico op eenzaamheid. Dat mag echter geen reden zijn om niet thuis te blijven wonen. We willen dan ook de mindermobielencentrale versterken.Wanneer mensen dan toch de stap zetten naar residentieel verblijf, is de grootste uitdaging en prioriteit het vinden van voldoende personeel. Op dit moment zitten we met een tekort en blijven er kamers onbenut. Wij willen zo nauw mogelijk samenwerken met lokale zorgopleidingen, om te stimuleren dat hun studenten ook in Hoogstraten aan de slag gaan. En we moeten ingaan op de vraag van personeelsleden om voltijdse contracten in te voeren. Die zaken willen we graag samen met het personeel bekijken.

Roger Van Aperen (N-VA+): Ook voor ons is het belangrijk om senioren zo lang mogelijk in eigen omgeving te laten wonen. Daarom bouwen we nu bijvoorbeeld een aantal bejaardenwoningen in Meersel-Dreef. Het is ook van belang om te zorgen dat wat we bouwen kwalitatief is en aangepast aan senioren. Anderzijds weten we dat wie in een deeldorp woont, ook niet continu zorg kan krijgen van mantelzorgers. Daarom lijkt het ons nuttig dat onze lokale dienstencentra in Meer en Meerle beginnen met respijtzorg: zorgbehoevende mensen kunnen daar dan een halve dag naartoe gebracht worden om de nodige opvang en zorg te krijgen. Verder is een meldpunt rond vereenzaming heel belangrijk, zodat we die mensen kunnen detecteren en ondersteuning geven.

Fons Jacobs (Anders): Wij hameren er al langer op dat de assistentiewoningen, serviceflats en kamers in het woonzorgcentrum die het OCMW aanbiedt, veel te duur zijn. Wij willen de kosten baseren op het inkomen van de bejaarde die er woont. Dat geldt trouwens ook voor thuisdiensten: vroeger werd per cliënt bekeken wat er tussengekomen moest worden om hun budget niet te overschrijden, maar nu is er een vaste prijs en wie het niet kan betalen, kan naar de sociale dienst gaan. Ik geloof echter dat er mensen zijn die behoefte hebben aan aangepaste huisvesting, maar die zich niet bij de sociale dienst durven aanmelden. Verder moeten we voor ouderen inzetten op automatische rechtentoekenning en voldoende ondersteuning bieden aan ons huisbezoekenteam en de sociale dienst.

Financiën

DHM: In de afgelopen jaren heeft het bestuur heel wat investeringen gedaan, die vaak ook duurder uitvielen dan begroot. En er staat nog heel wat op het programma, denk maar aan de brandweerkazerne, het politiekantoor, het cultuurhuis, of de investeringen om de bestaande gebouwen klimaatneutraal te maken. Is er dan nog ruimte voor investeringen in wegen, fietspaden en openbaar domein? Wat zijn de prioriteiten? En is dat haalbaar met de huidige belastingen?

Tinne Rombouts (samen!): Onze grootste zorg is dat de afgelopen jaren de financiën onder druk zijn komen te staan, zoals we al meermaals hebben aangekaart op de gemeenteraad. We zijn natuurlijk blij dat tijdens deze legislatuur verschillende projecten gerealiseerd zijn die wij mee in stelling hadden gezet. Maar daarvoor waren telkens ook de middelen voorzien. Dit bestuur heeft echter ook middelen besteed die niet waren voorzien en heeft ook een lening afgesloten van 16,5 miljoen. Ze moeten zelf ook tot het besef zijn gekomen dat de financiën onder druk kwamen, want intussen zijn heel wat plannen vooruitgeschoven, bijvoorbeeld naar 2025 en 2026 al voor een bedrag van 15 miljoen. En dan zijn verschillende budgetten niet eens voorzien, bijvoorbeeld voor de bouw en uitbating van het cultuurcentrum of oplossingen voor verschillende verkeersknelpunten.Wij zijn dan ook bezorgd, omdat de begroting op die manier wordt opgesmukt. Vooral wanneer de schepen van financien zelf in een krant aankondigt dat het volgende bestuur misschien eens moet nadenken over een belastingverhoging, meer bepaald de personenbelasting die met 6% toch erg laag ligt. Wij kiezen voor een verstandig financieel beleid. We willen de belastingen niet verhogen, maar bekijken hoe we het binnen de huidige tarieven kunnen bolwerken. Maar er zijn wel degelijk investeringen nodig, we hebben ze eerder in dit debat ook al besproken. Op dit moment komt zelfs de basisdienstverlening van de stad in het gedrang, zo blijkt men bijvoorbeeld het groenonderhoud al niet meer volledig te kunnen uitvoeren bij gebrek aan personeel.

"Zelfs de basisdienstverlening komt in het gedrang" Tinne Rombouts (samen!)

Roger Van Aperen (N-VA+): Ik heb niet de ervaring dat de financiën onder druk staan, helemaal niet zelfs. Wij hebben wel een andere filosofie gehanteerd. In het verleden was dat ‘oppotten maar’, nu zijn we ervan uitgegaan dat burgers terugkrijgen wat ze zelf investeren via de aanvullende personenbelasting en de opcentiemen op onroerende voorheffing. Wij hebben ongeveer 15 miljoen per jaar geïnvesteerd. Dat is nog nooit eerder gebeurd. In de vorige legislatuur van CD&V en N-VA was dat 23 miljoen op 6 jaar tijd. De vorige ploeg had inderdaad een pot nagelaten van 30 miljoen, maar ook wij hebben op dit moment 32,5 miljoen op de rekening staan.Ik geloof dat we in de toekomst verder kunnen zonder enige vorm van belastingverhoging. Dan kunnen we 6 miljoen per jaar investeren, bovenop wat nu voorzien is voor 2025 en 2026. Maar dan kunnen we weliswaar niks uitzonderlijks doen dat nu niet is voorzien. Bepaalde projecten die vandaag benoemd zijn, zullen dan misschien nog een jaar of 6 moeten wachten.

Stijn Adams (NGH): Voor zover wij uit de jaarrekeningen konden afleiden, is Hoogstraten een financieel gezonde gemeente en volstaan de budgetten. We stellen ons wel vragen bij de bouw van een cultuurcentrum en zouden liever zien dat die middelen terugvloeien naar de verenigingen. Infrastructuur en vooral kwalitatief personeel zijn voor ons belangrijk. Er wordt altijd gesproken over ‘experts’ en die moet je dan ook zo betalen. Dat is in het bedrijfsleven ook zo: als je experts wil aanwerven om bepaalde moeilijke knopen te ontwarren, dan zul je toppers ook als toppers moeten vergoeden. We zouden daar dan liever meer middelen naar toe zien gaan en dat maakt het natuurlijk ook makkelijker om de vacatures in te vullen.Tot slot zou ik nog eens willen benadrukken dat we de pestbelasting op nieuwbouw willen herbekijken. We begrijpen dat er bijdragen gevraagd worden aan ontwikkelaars, daar zijn we op zich niet tegen, maar dan zien we die liefst wel terugvloeien naar de eindgebruiker. Nu komt die eigenlijk onrechtstreeks bovenop de koopprijs, waardoor er ook nog extra belastingen op betaald moeten worden.

Arnold Wittenberg (Ho Leeft): Voor Hoogstraten Leeft is het belangrijk dat we onze financiële middelen verantwoord inzetten en dat we ons huishouden dus op orde hebben. We zijn voor het behoud van de huidige lage personenbelasting en onroerende voorheffing. We willen kritisch bekijken wat we vandaag doen, waar daar marge op zit en waar we overbodige belastingen en regels kunnen schrappen. Anderzijds willen we subsidies ook optimaal benutten om de nodige investeringen te kunnen doen.We mogen toch met trots terugkijken op de afgelopen 6 jaar. We zijn deze bestuursperiode gestart met een duidelijk financieel kader waarbij we het roer van de stad hebben omgedraaid om duidelijk te kiezen voor investeren in onze inwoners. Ik ben de vorige legislaturen dankbaar om te zorgen voor schuldafbouw en een flinke spaarpot. We zijn daar zorgvuldig mee omgesprongen om de noden van onze inwoners in te vullen. De rit eindigt met 25 tot 30 miljoen op de rekening, dus er is zeker nog genoeg om de toekomst vorm te geven.

"Er is dus nood aan een financieel beleid op lange termijn" - Maarten Leemans (Anders)

Maarten Leemans (Anders): Aan het begin van de volgende legislatuur zal een stevige oefening nodig zijn. We kunnen geen ad hoc beleid blijven voeren, maar moeten alle projecten die op stapel staan becijferen met inbegrip van de onderhoudskosten. Er is dus nood aan een financieel beleid op lange termijn, zoals bijvoorbeeld voor de gebouwen gebeurd is in het vastgoedplan. Investeren kan nog steeds en is ook nodig, maar voor ons is het wel essentieel om de financiën in eigen hand te houden, zodat de financiering transparant en voordelig is. Voor een publiek-private samenwerking zoals voor ons zwembad betalen we bijvoorbeeld inmiddels 1,5 miljoen per jaar. We hebben de investering dan weliswaar niet moeten doen, maar het bedrag stijgt wel elk jaar substantieel. Nieuwe projecten zoals het cultuurhuis moeten we dan ook op een andere manier realiseren, met een lening die we zelf aangaan. We zijn voor een efficiënt beheer van de financiën, maar een gemeente is geen bedrijf. De dienstverlening aan de inwoners moet steeds voorop staan. Wij kiezen er ook niet voor om patrimonium te verkopen, maar willen leegstaande gebouwen zelf een invulling geven en bijvoorbeeld ook zelf gronden aankopen om een impact te hebben op het woonbeleid.De afgelopen jaren is er heel wat ‘goed nieuws’ gebracht over de financiën, maar eigenlijk gaat het vaak om eenmalige zaken en een afbouw van reserves en patrimonium. En dat kan je natuurlijk maar één keer doen. Daarnaast zijn er tal van erfpachten aangegaan, bijvoorbeeld voor de sportvelden en het cultuurcentrum. Over een langere termijn zijn dat natuurlijk grote bedragen, en er staan ook heel wat voorwaarden tegenover. Heel wat kosten worden op dit moment dus doorgeschoven naar de volgende legislatuur. Wij maken ons geen illusies: de marge om te investeren is niet zo groot.Als we zaken willen realiseren, kunnen we de belastingen niet verlagen. Eerder het tegendeel.

Tinne Rombouts (samen!): De meerderheidspartijen halen aan dat er voldoende geld op de rekeningen staat, maar dat zegt natuurlijk niet alles. Het effect van investeringen die doorgeschoven zijn en van kosten die nog niet zijn opgenomen in het meerjarenplan, zie je niet meteen. Mij is niet meteen duidelijk over welke ‘uitzonderlijke zaken’ de schepen het heeft, die niet gerealiseerd kunnen worden. Gaat dat dan om de kosten voor cultuurcentrum of de fietspaden, die nog niet opgenomen zijn? Ons principe blijft dat we eerst geld voorzien, om het dan te investeren voor onze inwoners.

Een conclusie?

Verschillende aanwezigen wilden nog wat reacties geven of nieuwe punten aansnijden. Helaas was het intussen half elf en dus tijd om het debat te beëindigen.

Het was in elk geval een boeiende avond. Een paar zaken die ons opvielen? Er zaten natuurlijk heel wat oude en minder oude rotten aan tafel, maar Neutraal Groot Hoogstraten stuurde twee jongemannen zonder politieke ervaring, die zelfs nog nooit gemeenteraadslid zijn geweest. Ze lieten zich in elk geval niet intimideren.

En ook opvallend: de ringweg lijkt terug van weggeweest! Amper een jaar geleden keurde deze meerderheid het nieuwe mobiliteitskader goed, waarin twee scenario’s besproken werden: ofwel het behoud van de N14 als hoofdas, waarbij extra verkeersmaatregelen ervoor moeten zorgen dat het verkeer geen alternatieve wegen zoekt en het veiliger wordt in de woongebieden rond de N14, ofwel een omleidingsweg langs de Hinnenboomstraat. Het bestuur koos daarbij duidelijk voor het eerste scenario en dus niet voor de omleidingsweg. Maar in het debat bleek die dan toch - ook voor meerderheidspartijen Hoogstraten Leeft en N-VA - weer het onderzoeken waard. Een laatste bedenking gaat over het cultuurhuis. Schepen van cultuur Arnold Wittenberg zei onlangs nog met enige trots dat Hoogstraten - ondanks de pauze die dit bestuur inlaste in het dossier - nog nooit zo ver heeft gestaan, met twee kwalitatieve ontwerpen. Toch lijken die plannen terug naar de tekentafel te moeten. De twee meerderheidspartijen hadden het vanavond immers enkel over alternatieven. N-VA kijkt daarvoor blijkbaar niet meer naar de Pax maar naar de scholen. Ook Hoogstraten Leeft wil het huidige programma voor de Pax herbekijken en de muziekscholen misschien elders huisvesten.

Maar trekt u vooral zelf uw eigen conclusies. Bekijk wat u belangrijk vindt en wie volgens u de juiste visie heeft om onze gemeente de volgende zes jaar te besturen. En ook al is het niet meer verplicht, ga op 13 oktober toch nog even naar het stemlokaal om de juiste bolletjes te kleuren. (fh, jh, jj en twi)

DE WERELD VAN SJAH

"Geef eens een maatje groter Marc, deze is te klein voor mijn tripartite"
This article is from: