13 minute read

Zilte betovering

De étangs van Occitanië

Zilte betovering

Advertisement

Pal achter de grote stranden in de buurt van Montpellier liggen zilte meren, les étangs. Hier broeden vogels, wordt zout gewonnen en liggen dorpen die zich niets aantrekken van de beachclubs aan zee en eigenwijs hun eigen gang gaan.

TEKST HANS AVONTUUR FOTOGRAFIE HANS AVONTUUR & SHUTTERSTOCK

OCCITANIË

Aan de noordkust van het Étang de Thau, niet ver van het stadje Sète, heb ik afgesproken met Quentin en Emmeline. Het jonge stel heeft een oesterkwekerij en ik heb geluk. Ze gaan vanmiddag het water op om oesters te oogsten. Of ik zin heb om mee te gaan? Een kwartier later varen we op het donkerblauwe water. De zon brandt en er waait een strakke wind. “Dit is wat ons leven zo mooi maakt,” zegt Emmeline, “samen eropuit in de vrije natuur.” “Maar ik heb haar wel gewaarschuwd,” zegt Quentin die het vak van zijn ouders leerde, “in de winter moet je ook naar buiten. Dan kan het koud, nat en stormachtig zijn.” Quentins ouders hadden een oesterkwekerij. Daar leerde hij alle geheimen die je moet weten als producteur. Met zijn eigen bedrijf is hij een wat andere weg ingeslagen: “Oesters van hoge kwaliteit. Daarmee willen we ons onderscheiden. We hebben ook een speciale soort die al in de prijzen is gevallen.” We passeren de aanlegsteigers van collega’s en het dorp Mèze, dat glinstert in het gouden zonlicht. Rechts van ons zien we de ijzeren frames van de kwekerijen. Het Étang de Thau is beroemd om zijn oesters. Ze hangen aan lange draden in het water. En die gaan we zo meteen optakelen om de schaaldieren los te maken. Quentin en Emmeline zijn volledig op elkaar ingespeeld. Aanleggen, de oogstmachine installeren, de draden een voor een bevestigen en de losgekomen oesters opvangen in grote emmers. Aan wal worden ze straks verder schoongemaakt voor de verkoop aan restaurants, tussenhandel en eigen verkoop. Morgen voor zonsopkomst rijdt het jonge stel naar de weekmarkt van het anderhalf uur verderop gelegen Uzès. Met volle emmers varen we terug naar de kade. Het was heerlijk op het water. Mooi, rustgevend, hard werken en zonder pretenties. Het is kenmerkend voor het leven aan de zoutmeren. De toeristenstranden liggen op een half uurtje rijden, maar lijken lichtjaren ver.

Oude zoutpannen

Langs de noordkust rijd ik een paar kilometer landinwaarts naar Frontignan. Ik slaap er in een oud landhuis waar Caroline en Marie chambres d’hôtes zijn begonnen: Domaine de Selhac.

Het heeft een lange historie. De opa van Caroline werkte er als jongen voor de rijke familie die er een wijndomein had. Caroline serveert vanavond een heerlijke maaltijd met onder meer tielle, een soort taart met gepeperde inktvis, tomatenpuree, zwarte olijven, knoflook en ui. Het opmerkelijke gerecht dateert van eind 19de eeuw, toen Italiaanse immigranten het recept meebrachten. Het werd lang als armeluisvoedsel beschouwd. Tot Adrienne Pages het in de jaren dertig in haar stalletje in Sète ging verkopen. Het sloeg enorm aan. Tielle heeft een indringende smaak waar je even aan moet wennen. Maar na een paar happen begin je de nuances van het gerecht te proeven. Van een lunchhapje is het ondertussen een volwaardig hoofdgerecht geworden. Vaak vergezeld van een frisse salade. Na het diner ga ik nog even lekker buiten zitten. Aan de zilte wind die door de bomen ruist, voel je dat de zee niet ver weg is. Ik drink een glas rosé uit de streek, laat mijn gedachten afdwalen naar het bezoek aan Quentin en Emmeline en verheug me op de dag van morgen, die zal beginnen met een wandeling door de oude zoutpannen van Frontignan, die een natuurgebied zijn geworden. De volgende ochtend wacht op de afgesproken plek aan de rand van het dorp Laurent Woock, die me meeneemt door het bijzondere landschap. Hij vertelt over de manier van zoutwinnen, de verschillende bassins, het spelen met de waterstand en het harde bestaan van de werkers: “Moet je je voorstellen dat die mannen en vrouwen hier hoogzomer bij 35 graden Celsius (en meer!) in het zout stonden. In het zeewater prikt dat, in de pannen is de concentratie zo hoog dat het brandt. En vergeet de muggen niet. Sinds de komst van het toerisme in de jaren zestig en zeventig worden die bestreden, maar dat gebeurde toen nog niet.” Het ondiepe water is nu een paradijs voor vogels. Natuurlijk springen de flamingo’s het meest in het oog. De volwassene mooi roze door het eten van de bijzondere plankton, de jonge vogels vaak nog wit en grijs. Een groot deel van hen vliegt ’s winters naar warmere oorden, maar een ander deel voelt ›

Het was heerlijk op het water. Mooi, rustgevend, hard werken en zonder pretenties

Openingspagina’s: boot met mimosa in Sète. Deze pagina’s, van links naar rechts: Place St. Louis in Aigues-Mortes; zonsondergang aan het Étang de Thau; Quentin en Emmeline oogsten de oesters.

zich hier zo thuis dat ze het hele jaar blijven. Laurent: “Vroeger waren er op verschillende locaties achter de kust zoutpannen, nu zijn alleen die bij Aigues-Mortes nog serieus in bedrijf.”

Paus op een ezeltje

De streek heeft een heel eigen schoonheid. Het is een soort niemandsland tussen zee en bergen. Als je vanaf de landzijde over de zoutpannen en meren kijkt, zie je aan de overkant een dunne strook land liggen waarachter de Middellandse Zee zich verschuilt. In de jaren zestig werd besloten om daar toerisme te ontwikkelen. Over die smalle strook rijd ik niet veel later naar een wat verborgen plek: la Cathédrale de Maguelone. Het godshuis staat op een schiereiland tussen de zoutmeren van Arnel en Des Moures. “Toen ik hier als kind voor het eerst kwam was ik teleurgesteld”, zegt Maguelonne Arghyris van de stichting die het schiereiland beheert. “Bij een kathedraal dacht ik aan de Sacré Coeur, maar hier heerst de eenvoud.” Juist het gebrek aan versiersels maakt de plek heel bijzonder. De rechte stenen, het ene Mariabeeld, de decoratieve deur, de versterkingen die ter verdediging zijn aangebracht en vooral de waanzinnig mooie ligging tussen land en water. Aan de zijkant bevindt zich nog een opvallend detail: een luie trap die speciaal voor de Paus werd gebouwd zodat hij zonder afstappen op zijn ezeltje naar het balkon kon rijden. “In de 16de en 17de eeuw werd de kathedraal verlaten en raakte hij in verval”, vertelt Maguelonne. “Het huidige pand hebben we te danken aan historicus Frédéric Fabrège, die de ruïnes liet restaureren en zorgde voor nieuwe beplanting van het schiereiland. Zijn dochter schonk het in 1949 aan het bisdom van Montpellier op voorwaarde dat het een sociale functie zou krijgen.” Die heeft het gekregen. Op het schiereiland en in het restaurant dat erbij hoort, werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een aantal van hen woont er ook. Om het project te steunen kun je in het winkeltje onder meer wijn kopen die hier wordt geproduceerd.

Bastion van kruisvaarders

Ik rijd verder tussen de zoutmeren door. Onderweg bezoek ik verschillende natuurgebieden, zoals dat van Scamandre en Méjean. In bezoekerscentra ›

“Vroeger waren er op verschillende locaties achter de kust zoutpannen, nu zijn alleen die bij Aigues-Mortes nog serieus in bedrijf”

Linkerpagina: vissers op het Étang de Thau. Hiernaast: de zoutmeren met de stadsmuren van Aigues-Mortes erachter.

In een restaurantje aan de haven in Sète vraag ik naar l’arrivage, de vangst van de dag. Verser wordt het niet

wordt uitleg gegeven over de planten en dieren die je er kunt zien. Van de witte Camargue-paarden tot een lange lijst met watervogels waarvan de flamingo weer de meest opvallende is. Onderweg neem ik ook een kijkje bij het Domaine Royal de Jarras, een van de producenten van de zogenaamde Vins Sable, zandwijnen. Ze worden zo genoemd omdat de wijnstokken in droge losse zandgrond staan en daar toch goed aarden. “De grond van zand en schelpen zorgt voor een wijn die zowel droog als fruitig is”, aldus Roland, chef d’équipe in de wijngaard. “De monniken plantten in deze omgeving in de 13de eeuw al druivenstokken.” Vanuit de wijngaard zie ik mijn volgende stop al liggen: de zoutpannen van Aigues-Mortes. Je kunt er als bezoeker wandelen, fietsen of een rondje rijden met een toeristentreintje. Zelf lopen is het leukst. Dan zie je beter dat de bassins verschillende kleuren hebben, voel je de warmte en kun je in alle rust genieten van het uitzicht op de middeleeuwse en nog volledig ommuurde stad van Aigues-Mortes, ooit een bastion van kruisvaarders. Op het keerpunt van het wandelparcours ligt een enorme, tientallen meters hoge berg met zout. Uiteindelijk zal die in de bekende potjes met onder meer grof zeezout belanden. Nu kan ik er bovenop klimmen om zo een beter overzicht te hebben van de uitgestrektheid van de zoutpannen. Het is al lang geen werk meer van mannen met schoppen en kruiwagens, zoals op de oude foto’s bij Frontignan te zien was. Tegenwoordig gaat het met bulldozers, tractoren en aanhangwagens. Vlak voor zonsondergang eindig ik op mijn laatste halteplaats Sète. In een restaurantje aan de haven vraag ik naar l’arrivage, de vangst van de dag. Verser wordt het niet.

Mooie herinneringen

Het stadje Sète ligt letterlijk op de grens van de Middellandse Zee en het Étang de Thau. Het Canal Royal verbindt beide wateren en vormt het laatste stukje van het beroemde Canal du Midi. Toen dit kanaal in de 17de eeuw werd gegraven veranderde

Sète van een bescheiden vissersdorp in een florerende stad van handel en visserij. Ook de marine speelde een rol. De allure is links en rechts nog te zien aan fraaie panden en grote kerken. Ik wandel langs de herenhuizen aan het Canal Royal, slenter door de mooie straten daarachter en klim naar het hogere deel waar vroeger de Italiaanse en Spaanse immigranten woonden. Ook La Pointe Courte had lang geen beste reputatie. De visserswijk bevindt zich aan het Étang de Thau en bestaat nog altijd uit kleine huisjes en de kenmerkende cabanes, schuurtjes die zijn gemaakt van wrakhout, planken, touw en allerlei andere gevonden spullen. In een van de cabanes zit Michel Izoard aan een werkbank. De voormalige visser maakt voor zijn plezier miniaturen van hout. Veel bootjes. “Vroeger woonden hier tachtig families die van de visvangst leefden”, vertelt hij. “Nu zijn dat er nog een handvol. Het étang is ook zouter geworden en dat is voor sommige vissoorten niet goed.” Onder het afdak hangen foto’s uit vervlogen tijden. Jonge mannen die in de bloei van hun leven meedoen aan een tournoi de joutes, een soort › Linkerpagina: de visserswijk La Pointe Courte in Sète. Deze pagina, boven: wandelen over de stadswallen van Aigues-Mortes; onder: Caroline van Domaine de Selhac. Volgende pagina: ‘tournoi de joutes’ tijdens het zesdaagse festival van St. Louis in Sète.

riddertoernooi waarbij mannen op boten elkaar met lange lansen van een platform proberen te stoten. “Ik was jarenlang verantwoordelijk voor het opduiken van lansen en schilden die in het water terechtkwamen”, zegt Michel. “Een prachtige tijd vol mooie herinneringen.” Aan het eind van de middag beklim ik de Mont Saint-Clair. Vanaf een uitkijkpunt heb ik vrij zicht over de Middellandse Zee, de contouren van de Pyreneeën, de zandbanken en de zoutmeren. Op het Étang de Thau glimmen de oesterbanken waar ik eerder met Emmeline en Quentin was. Een boot trekt een witte V in het donkerblauwe water. Ik wacht tot de zon achter de horizon verdwijnt en zie hoe de hemel betoverend paars kleurt.

Tips & adressen

DE REIS

Aigues-Mortes ligt op 1175 kilometer rijden vanaf Utrecht. Er zijn goede vliegverbindingen naar Marseille, Montpellier of Toulouse. Aansluitend is een huurauto het handigst als je verschillende plekken wilt ontdekken. De TGV rijdt naar Montpellier en Perpignan.

SLAPEN

Le Splendid Camargue (Le Grau-du-Roi) Hotel dat al generatieslang in handen is van dezelfde familie. Ruime kamers met balkon, direct aan zee en strand. Top: ontbijten op de bovenste verdieping met droomuitzicht. Ca. €120, inclusief ontbijt. splendid-camargue.com

Domaine de Selhac (Frontignan) Chambres d’hôtes in een stijlvol gerenoveerd landhuis dat wordt omringd door de beroemde muscat-wijngaarden van Frontignan. Caroline en Marie serveren regionale specialiteiten en zorgen voor een warme ontvangst. Kamer met ontbijt vanaf €100. domainedeselhac.fr L’Orque Bleue (Sète) Boutiquehotel in een klassiek herenhuis, direct aan het Canal Royal. Oude elementen worden er gecombineerd met design en moderne kunst. Kamer met ontbijt vanaf €114. orquebleue.fr

ETEN & DRINKEN

Café Miramar (Le Grau-du-Roi) Eigentijdse combinatie van bistro en wijnbar. Verrassende gerechten, veel op basis van vis Bij mooi weer kun je er op het terras aan de boulevard zitten. cafe-miramar.fr

Le Comptoir des Compagnons (Maguelone) Een wat verborgen adres op het schiereiland van Maguelone. Het personeel bestaat deels uit mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt. Het zorgt voor een bijzondere en ontspannen sfeer. Vanaf het terras kijk je uit over de wijngaarden en de zee. compagnons-de-maguelone.org Le Poisson Rouge (Frontignan-Plage) In dit voormalige woonhuis van oestervissers zit je letterlijk met je voeten in het zand. De keuken is licht en, logisch, gezien de locatie, vooral op de zee gericht. Een van de specialiteiten is seiche à la plancha, gegrilde inktvis. le-poisson-rouge.fr Oh Gobie (Sète) Met de vissersboten voor de deur is het logisch dat ze bij Oh Gobie uitblinken in verse vis en zeevruchten. Geliefd bij bezoekers en locals. Ongecompliceerd lekker. 9, quai Maximin Licciardi

ZIEN & DOEN

Natuurgebieden Er zijn rondom de zoutmeren (eigenlijk zijn het meer lagunes) verschillende natuurgebieden die je kunt bezoeken. Bijzonder zijn onder meer de voormalige zoutpannen van Frontignan, het groen rondom het Maison de la Nature in Lattes en de Petite Camargue van Scamandre. Zoutpannen De Salins van Aigues-Mortes zijn de enige zoutpannen die nog serieus in bedrijf zijn. Je kunt ze individueel bezoeken of aansluiten bij een rondleiding. visitesalinsdecamargue.com

INFORMATIE

• tourismegard.com • herault-tourisme.com • toerisme-occitanie.nl • montpellier-toerisme.nl • sete-archipel-de-thau.com

Côte d’Azur

Vakantie aan de Côte d’Azur, direct aan het strand? In de schaduw van een uitgestrekt pijnbomenbos aan de kust vind je vijfsterrencamping Camp du Domaine, een ideale plek voor de hele familie.

Als je ’s avonds voor je camper, tent of kampeerauto onder de sterrenhemel het geruis van de zee hoort, raak je vanzelf betoverd. Dit is de camping aan zee waarvan je gedroomd hebt. Voor ieder wat wils, en huren kan ook. De bungalows, die iets hoger liggen op een beboste heuvel, bieden vanaf hun terras zicht op zee. Op deze grote camping vind je alles wat je nodig hebt, van restaurants en bars tot een supermarkt.

Bezienswaardigheden

Als je graag de omgeving wilt verkennen, kun je Monaco en Saint-Tropez bezoeken. Bormes-les-Mimosas, een typisch Provençaals dorp met kronkelige straatjes, ligt maar een paar minuten wandelen van de camping. Het oude vissersdorp Le Lavandou bereik je via een pad langs de kust. Op donderdagochtend is er een markt. De camping organiseert ook uitstapjes met de minibus of een rondleiding. Gewoon praktisch.

Op de camping

Voor kleine kinderen zijn er mooie speeltuinen, waterfonteinen en een gratis Miniclub. Je vindt er zelfs speciale babybaden! De kinderen kunnen boogschieten, windsurfen en waterskiën, voor jongeren is er de mogelijkheid tennis of beachvolleybal te spelen. En als uitdaging misschien zelfs een duik- of zeilcursus doen. ’s Avonds zorgt een animatieteam voor plezier. Camp du domaine is een geweldige vakantiebestemming, op een prettige afstand van de hectiek van St. Tropez. CAMP DU DOMAINE 2581 La Favière F-83230 Bormes-les-Mimosas Tel. (0033) 4 94 71 03 12 GPS 43.1179, 6.35183

Geopend van begin april tot eind oktober. De camping ligt in een park van 49 hectare direct aan het strand en heeft vele plaatsen voor camping en bungalows.

Camp du Domaine verzekert zijn gasten dat alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen zijn genomen om de verspreiding van het corona-virus tegen te gaan.