13 minute read

La France & moi

Ze werken al jaren in Frankrijk en spreken soms Nederlands met een Frans accent. In deze rubriek vertellen Nederlanders over de charme en valkuilen van het werkende leven in Frankrijk. Deze editie: een een fysiotherapeut

Advertisement

Fysiotherapeut Renger Tijhuis (46) woont sinds negen jaar met zijn vrouw Annemiek (46) en hun drie kinderen in een dorp in de Pyreneeën. Terug willen ze niet meer, want dat vakantiegevoel is er nog steeds.

TEKST EUGENIE GOLDSCHMEDING

‘Franse patiënten zijn afwachtend’

“T oen ik in de regio Arnhem een praktijk kon overnemen, besefte ik dat ik daarmee misschien een droom zou weggooien: de droom om in Frankrijk te gaan werken. Dus besloten Annemiek en ik op zoek te gaan naar werk in Frankrijk. Al snel vond ik een praktijkruimte in de Morvan in de Bourgogne waar ik me als zelfstandige kon vestigen. We hebben ongeveer een jaar nodig gehad om de papieren te regelen, ons huis te verkopen en mijn diploma’s vertaald en geaccrediteerd te krijgen. Daarnaast moest ik een stage van twee weken lopen bij een Franse medische instelling. Onze drie kinderen waren nog klein en zaten op de crèche, peuter- en kleuterschool. We verhuisden naar het piepkleine dorp Dun-les-Places in de Nièvre. Annemiek stopte een paar jaar met werken om bij de kinderen te blijven, maar inmiddels werkt ze weer als docente Engels.”

Roze wolk

“Het eerste jaar zaten we op een roze wolk en genoten we van alles wat nieuw was. Ik deed veel huisbezoeken en reed dan door de prachtige natuur van de Morvan. Hoewel ik de voor mijn werk verplichte Franse taaltest gehaald had, was mijn Frans bij lange na niet perfect. Elke dag schreef ik drie onbekende woorden op die in de gesprekken met mijn patiënten naar voren kwamen en zocht ik de betekenis ervan op. Na een jaar was mijn woordenschat behoorlijk verbeterd. De patiënten kwamen al snel vanzelf: er zijn in de Morvan weinig medische voorzieningen en via via weten ze je al snel te vinden. Oude mensen waren blij dat ik langskwam en zaten vaak klaar met koffi e en koekjes. In de winter bracht ik het stookhout voor ze naar binnen.”

Richting zuiden

“We hebben het er vijf jaar heerlijk gehad. Toen de kinderen wat ouder werden, kregen we zin in wat nieuws. Het klimaat is in de Morvan wat regenachtig, de herfst en winter duren er lang en we hadden zin in het zuiden. We gingen kijken aan de Côte d'Azur, de Drôme en de Ardèche, maar kwamen uiteindelijk in de buurt van Perpignan terecht, waar we ons meteen thuis voelden. Ik ben als zzp’er gestart bij een groot sportmedisch centrum in Perpignan en ben een jaar later overgestapt naar een fysiotherapiepraktijk in Prades, waar ik nog altijd werk. In het nabijgelegen dorpje Eus vonden we een huis. We wilden niet aan de kust wonen, maar meer richting de Pyreneeën, waar het rustiger is en het ’s avonds meer a oelt. Leuk aan de school van de kinderen zijn de bijzondere activiteiten: Xavier, die nu dertien is, volgt het vak Nature et Montagne, waarbij ze met de kinderen de bergen in gaan, leren werken met een kompas en hoe ze met › Linkerpagina: oliebollen bakken thuis in Eus, oud en nieuw 2021-2022.

Met de klok mee: de hele familie; lavendel uit eigen tuin; wandelen en fi etsen in de Morvan; sneeuw in de Pyreneeën. coördinaten hun weg kunnen vinden. Yannick van elf reist met zijn schoolkoor naar festivals in andere delen van het land. Als een kind het goed doet op school, dan krijgt het applaus in de klas; presteren wordt hier niet als iets negatiefs gezien, terwijl ze in Nederland dan al snel werden uitgemaakt voor studiebol. Onze negenjarige dochter Maxime is een echte Française, onze zoons zijn iets meer Nederlands gebleven. Ik hoor ze weleens ruziemaken over of ze in het Nederlands gaan spelen of in het Frans.”

Behandelplan

“Franse patiënten gedragen zich anders dan Nederlandse. In Nederland zijn we gewend de patiënt te betrekken bij het behandelplan en formuleren we samen een doel en behandeltraject. In Frankrijk zijn patiënten vaak afwachtender en stellen ze zich a ankelijker op. Ik probeer ze mee te krijgen in de Nederlandse behandelwijze, maar als de patiënt daar niet voor open staat, dan pas ik me daaraan aan. In Nederland kijken we meer naar de psychosociale factoren: is er sprake van stress en hoe beïnvloedt dat je fysieke functioneren? Wat zijn je doelen: wil je straks weer naar de bakker kunnen lopen of wil je mee kunnen doen aan een marathon? Het goede aan Frankrijk is dat we hier apparaten gebruiken die ik vooralsnog niet kende, zoals voor cryotherapie, waarbij een apparaat koude lucht genereert. Of een apparaat voor drainage van benen en armen dat zowel bij patiënten met circulatiestoornissen als bij sporters wordt gebruikt. Het mooiste van mijn vak blijft het menselijke contact. Naast het bestieren van de praktijk doe ik nog steeds met veel plezier huisbezoeken. Na de behandeling van boeren uit de streek krijg ik vaak een kist met fruit of groente mee. Ik vind het leuk om hen dan weer kaas cadeau te doen, die ik uit Nederland meeneem. Toen een van de maten in mijn huidige praktijk wegging heb ik dat deel kunnen kopen en ben ik mede-eigenaar van de praktijk geworden. Er werken therapeuten met de Franse, Spaanse, Duitse en Griekse nationaliteit.”

“Na de behandeling van boeren uit de streek krijg ik vaak een kist met fruit of groente mee. Ik doe hen dan weer kaas uit Nederland cadeau”

Spontaan aperitief

“We hebben hier onze draai gevonden. Ik speel als toetsenist in een band en we wonen op dertig minuten rijden van de zee en een uurtje rijden van de skistations. Het is thuis een zoete inval van kinderen, buren en vrienden en vaak mondt dit uit in een spontaan aperitief, waar dan weer een informele avondmaaltijd op volgt. We voelen ons door de ruimte om ons heen heel vrij. Samen met het klimaat, de natuur en het levensritme zorgt dat voor een kwaliteit van leven, die voor ons hoger is dan in Nederland. Het vakantiegevoel is er nog steeds heel vaak. Aan teruggaan naar Nederland denk ik niet, maar mochten we op een dag zin hebben in een plek aan de andere kant van de wereld, dan zeg ik: waarom niet? Dat schijnt toch iets typisch Nederlands te zijn: wij Nederlanders houden ervan de wereld te ontdekken.”

Dit interview kwam tot stand met de hulp van Jan van der Lee. Met zijn bureau Werken in Frankrijk en website werkeninfrankrijk.com bemiddelt hij voor Nederlands medisch personeel dat in Frankrijk wil werken.

Visionaire mode

Iedereen heeft het altijd over Coco Chanel als dé grote modeontwerpster. Ja, met haar sportieve mantelpakje bevrijdde ze de dames uit hun korset, maar in precies hetzelfde mantelpakje wil geen weldenkend mens zich vandaag de dag nog vertonen. Of het moet zijn in een cropped versie van het bekende tweedjasje, met een blote navel en een baggy spijkerbroek, zoals Chanel-ambassadrice Angèle dat draagt. Met de modeontwerpen van de eigenzinnige (van oorsprong Italiaanse) Elsa Schiaparelli is dat anders. In de jurken die zij begin vorige eeuw in haar Parijse atelier ontwierp zou je vandaag de dag nog steeds de show stelen: haar speelse, inventieve en vrolijke creaties hebben een eeuw later pas het grote (mode)publiek bereikt. Schiaparelli maakte deel uit van een groep kunstenaars die zich met het surrealisme bezighielden en voor wie dromen en visioenen een onuitputtelijke inspiratiebron vormden. Zoals Meret Oppenheim (bekend van het met bont gevoerde theekopje), Jean Cocteau (die Schiaparelli tekeningen schonk om op een jurk te gebruiken en die haar de meest excentrieke van alle modeontwerpers noemde) en Leonor Fini (die het fl esje voor het Schiaparelli-parfum Shocking maakte). Gala Dalí, partner van Salvador, liet zich fotograferen in Schiaparelli’s fameuze Lobsterjurk. Wereldberoemd is Schiaparelli ook door haar ontwerp van een hoed die tegelijkertijd een schoen was. Niemand lijkt grotere invloed te hebben op de extravagante over the top creaties die nu furore maken. Het Musée des Arts Décoratifs toont honderden van haar tekeningen, kledingontwerpen en objecten waarin haar tomeloze creativiteit tot uiting komt en laat haar invloed op hedendaagse ontwerpers zien. Voor de leunstoelreiziger is er de fi jne, dikke catalogus met onder andere een interview met Daniel Rosenberry, de jonge ontwerper die de speelse traditie van Maison Schiaparelli voortzet en Bella Hadid de catwalk opstuurt, haar boezem verpakt in niets dan een fi jn netwerk van goudkleurige twijgjes. madparis.fr

Fishbach

We hopen natuurlijk dat de formidabele Mylène Farmer tot het einde der tijden blijft optreden, maar mocht ze er genoeg van krijgen, dan heeft zij in de statueske Fishbach (nom de scène van Flora Fischbach) een waardige troonopvolgster. Haar visuele voorkeuren, van fl uwelen kostuums en paarden die in slow motion door het beeld galopperen tot broeierige blikken die achter nevelsluiers in het niets oplossen, doen denken aan de vurige Mylène. Melancholische, emotionele pop met jarentachtigsynthesizers. Album ‘Avec les yeux’. Concert 30 november in L’Olympia.

Coups de Cœur Paris

Kunstenaar Eugenie Goldschmeding woonde twintig jaar permanent in Parijs en pendelt nu tussen Berlijn en Parijs.

Tassentheorie

Er zijn mensen die beweren dat je iemands karakter kunt afl ezen aan de fysionomie van het gezicht (een zeer omstreden theorie, en terecht), er zijn visionairen die in handlijnen je levensdoel kunnen ontwaren en er zijn ook denkers die geloven dat de voorkeur van een tas iets over het karakter van de draagster zegt. Nu houd ik vooral van soepele modelletjes die vederlicht en elegant om het lichaam dansen. Dit echter in combinatie met een oude, met leer afgezette Zwitserse rugzak die padvinders met sokken in bruine sandalen plachten te dragen. Dus tja, daar zit je dan met je innerlijke paradoxen. In ieder geval zijn de soepel geplooide tasjes van het Parijse merk Polène mijn favorieten, en dan vooral in de piepkleine versies die ze van verschillende modellen aanbieden. Ook handig voor de handarbeidster die de armen graag uit de mouwen steekt maar haar bespatte overall toch een elegant cachet wil geven: de Numéro 6 Ceinture, een minitasje dat aan een ceintuur bungelt, want je bent Parisienne of je bent het niet. polene-paris.com

Superknus

Ben je iemand die een hekel heeft aan tradities en geen conventionele steak frites of bouillabaisse meer kan zien? Dan is het superknusse, kleine en zeer verfi jnde restaurantje Mokonuts iets voor jou, met een kok die invloeden van alle continenten op een subtiele manier samenbrengt en een kaart die dagelijks verandert. Alleen ontbijt en lunch (lang van tevoren reserveren). Op afspraak ook te reserveren voor dîner privé/table d’hôtes ’s avonds. 5, rue Saint-Bernard (11de arr.). mokonuts.com

Dagdroom

Als kind vond ik het leven ’s nachts duizendmaal interessanter dan overdag. Want zeg nou zelf: hoe kan het dagelijks leven op een plattelandsschool in OostNederland concurreren met de wonderlijke wereld van de droom waarin vliegtuigen moeiteloos onder water vliegen en je in de schoenwinkel een paar zevenmijlslaarzen koopt? Geen ochtend is beter dan na een heldere droom die het leven weer in een duidelijkere en leukere richting doet manoeuvreren. Newton, Einstein en Edison kregen de helderste ingevingen dankzij hun dromen, kunstenaars (zoals de hiernaast genoemde Elsa Schiaparelli) lieten zich door de beeldtaal inspireren of maakten er een prachtig geïllustreerd werk van (zoals regisseur Federico Fellini). Superleuk idee dus om ’s ochtends wakker te worden met de podcast À quoi rêvez-vous?, een uitzending van twee minuten waarin een bekend creatief persoon (zangeres Keren Ann, componist Gabriel Yared, fi lmmaakster Noémie Lvovsky en vele anderen) verslag doet van haar of zijn (dag)dromen. Interviews door Arnaud Laporte. radiofrance.fr/ franceculture/podcasts/ a-quoi-pensez-vous

Frank

Frank Renout is correspondent in Frankrijk voor verschillende media, waaronder het NOS Journaal en het AD. Hij woont in een gehucht ten westen van Parijs.

Het kasboekje van het Élysée

Het blijft altijd indrukwekkend. Journalisten krijgen met enige regelmaat de gelegenheid om het Élysée in Parijs te betreden: het woon- en werkverblijf van de president. Ik kom er gemiddeld een paar keer per jaar. Vaak blijft mijn bezoek beperkt tot de binnenplaats. Regelmatig mag ik naar binnen in de met kroonluchters behangen Salle des Fêtes. En héél soms loop ik wel eens in of langs een van de andere presidentiële vertrekken. Het Élysée, op steenworp afstand van de Avenue des ChampsÉlysées, is sinds 1874 de thuisbasis van Franse presidenten. En ja, het heeft volop grandeur met zijn immense kroonluchters, zijn tuin van anderhalf hectare en zijn 365 kamers, zalen en kantoren. In de oostvleugel, op de eerste verdieping, bevinden zich de acht privévertrekken van opgeteld 260 vierkante meter van Emmanuel en Brigitte Macron. Het Élysée is ook majestueus. In de wijnkelder staan 15.000 wijnflessen, er is een presidentiële veiligheidsdienst van 78 agenten en militairen, en elke dinsdag komt er een horlogemaker langs die alle ruim 300 klokken gelijkzet en nakijkt. Maar het Élysée is ook een kleine ‘fabriek’ waar 24 uur per dag bijna alle radertjes moeten blijven draaien. “Op 31 december 2021 werkten er 800 mensen’’, schrijft de Algemene Rekenkamer in haar laatste jaarlijkse rapport over de Élysée-bv. “De uitgaven bedroegen vorig jaar 108,3 miljoen euro. Twee derde betreft personeelskosten.’’ Natuurlijk zoeken journalisten ook altijd naar opvallende en pikante uitgaven. De Macrons hebben een ‘esthetisch’ budget, voor onder meer hun eigen kapper: 5200 euro per maand. Dat lijkt veel, maar het kan nog een stuk duurder. François Hollande had veel minder haar op zijn hoofd maar betaalde bijna twee keer zoveel voor zijn kapper-aan-huis: 9895 euro per maand. Dat was terecht, zeiden Hollandes woordvoerders: “De kapper begint zijn werkdag elke dag héél vroeg en moet altijd beschikbaar zijn. Hij kapt de president elke ochtend, elke keer als het nodig is, en voorafgaand aan elk televisieoptreden.’’ Niet alleen linkse staatshoofden zijn scheutig. De rechtse Jacques Chirac had een jaarlijks ‘bloemenbudget’ van 400.000 euro, oftewel: ruim duizend euro per dag. De keuken van het Élysée heeft een jaarbudget van ongeveer 4,5 miljoen euro (voor 10.000 stuks aan servies!) en er werken zo’n twintig mensen. Bernard Vaussion zwaaide er veertig jaar de scepter en schreef er een onderhoudend boek over. Nicolas Sarkozy was geen fijnproever, blijkt uit Vaussions memoires. De president was vooral gek op ijs met koffiesmaak. Zelfs als hij op buitenlandse reizen ging, moest het koffie-ijs mee. Eén keer werd dat vergeten en kreeg chef Vaussion een flinke uitbrander. Hij hing in de keuken van het Élysée toen een papiertje op: ‘Niet vergeten: koffie-ijs!’ Voormalig Kamerlid René Dosière pluisde jarenlang, en tot ver achter de komma, de presidentiële boekhoudingen uit. Hij schreef er boeken over en houdt nog steeds een blog bij. Van Dosière leren we dat Charles de Gaulle zuinig was: hij deed altijd het licht uit als hij een kamer uit liep. Georges Pompidou charterde eens een vliegtuig om 75 kroppen sla vanuit Parijs naar Brazilië over te laten vliegen. François Mitterrand nam tijdens een reis naar Polynesië maar liefst 420 genodigden mee: vooral vrienden en bekenden die he-le-maal niets met het doel van de reis te maken hadden. Het klinkt allemaal alsof er continu geld over de balk wordt gesmeten. Soms gebeurt dat ook. Maar over het algemeen valt het wel mee, beamen zelfs critici. Het Élysée kost het gemiddelde Franse huishouden ‘twee kopjes koffie per jaar’.

JACQUES CHIRAC HAD EEN JAARLIJKS ‘BLOEMENBUDGET’ VAN 400.000 EURO, OFTEWEL: RUIM DUIZEND EURO PER DAG