10 minute read

ONS DORP LINSCHOTEN

LINSCHOTEN

Advertisement

Ballensnoepers in de polder

Linschoten, ‘de parel van het Groene Hart’, is een goed geconserveerde schone. Het voornamelijk protestantse dorp is door de komst van forensen en schone. Het voornamelijk protestantse dorp is door de komst van forensen en • andere buitenlui veranderd, maar saamhorig is het nog steeds. “Wij regelen hier dingen het liefst onderling. Dat is de kracht van Linschoten.”

Pim van 't Woud in boerenkiel; keramiek van Jeannette Huizenga-Luteijn; restanten van een boomgaard en een kippenhok. Rechterpagina: mooi dorpsgezicht met de kerktoren op de achtergrond. E en herfstig strijklicht streelt het beschermd dorpsgezicht met zijn monumentale geveltjes, vaak voorzien van sierlijke jaartallen. Het hart van het dorp, dat ontstond langs de rivier de Linschoten, wordt duidelijk met veel liefde onderhouden. In de etalage van de

Ballensnoeperij, het plaatselijk ‘Historisch en Toeristisch

Informatiepunt’, hangen afbeeldingen van oude molens als de

Grote Kolibrie en de Kleine Kolibrie. Ooit stonden er veertien rond het dorp, maar die zijn verdwenen, op het onderstuk van korenmolen De Hoop na. Dan hoor ik een vrolijke groet en stapt mijn gids Pim van ’t Woud van zijn fiets. De voormalige verzekeringsman is secretaris van de Vereniging Oud-

Linschoten, die zo’n 350 leden telt. Binnen staat bestuurslid

Janneke Severs Hilgeman al klaar met de koffie in een nostalgisch interieur dat doet denken aan een gezellige dorpswinkel uit vervlogen jaren. Er zijn wandel- en fietsroutes te koop, je kunt vaartochten boeken op de historische kleivlet De Avontuur, en souvenirs zijn er ook, zoals busjes met de typisch Linschoter ballen waar de winkel naar vernoemd is.

VAN KASTEEL TOT KIPPENHOK

Beiden kennen het dorp van bijna vijfduizend inwoners als geen ander. Janneke is er geboren en getogen en Pim heeft er veertig jaar gewoond. Nog niet zo lang geleden is hij tegen heug en meug naar Woerden verhuisd, drie kilometer verderop. “Mijn zoon zei: misschien moet je de tuin eens bijhouden”, vertelt hij.

“Toen dacht ik: heb ik daar zin in? Nee, daar heb ik geen zin in.”

Hij was liever in Linschoten gebleven, maar daar was geen appartement te krijgen. Maar Woerden is ook mooi.

De naam Linschoten moet zijn afgeleid van een rivier de Linde en ‘scote’, een hooggelegen stuk land, en wordt al in 1172 vermeld. Inmiddels heet de rivier ook de Linschoten. In de 13de eeuw stond er achter de tuin van bakkerij Verweij nog een kasteel Huys te Linschoten, maar dat is verdwenen. In een tuin aan de Vaartkade Noordzijde staat een stenen huisje, waar bakker Teun Boot en later zijn opvolger Jan Verweij kippen hield. “Dagelijks werden er door de bakker eieren geraapt voor de bakkerij”, herinnert Janneke zich als we erlangs lopen. Zij bracht in deze kinderrijke buurt op de ‘kaai’ tegenover de boomgaard van de bakker met veel plezier haar jeugd door.

Zoals dat bij veel dorpen gaat, is de bedrijvigheid van vroeger verdwenen. Langs de drukke vaarroute tussen Amsterdam en

Rotterdam werden allerlei bouwmaterialen aan- en afgevoerd.

Zuivel, aardappelen, fruit, groente en vlees kwamen van het grazige boerenland. Meubels, sigaren en lijkkisten werden ‘op het dorp’ gemaakt.

De streek heeft een overvloed aan wilgen- en populierenhout. In de 18de en 19de eeuw kwamen er Duitse seizoenarbeiders uit

Westfalen die in hun vrije tijd klompen maakten, wat uitgroeide tot een levendige handel. Rond 1830 werden er bijna 70.000 klompen geproduceerd, waarvan de meeste werden geëxporteerd, want de 850 dorpelingen zelf hadden aan drieduizend paar genoeg. De houthandel bloeide ook, maar houthandel De Goederen aan de Korte Linschoten, een belangrijke werkgever in het dorp, hield in 2020 op te bestaan. Ruim 170 jaar werden daar op bestelling vele soorten hout gezaagd. De bomen staan er nog volop langs de waterwegen in de polder, maar veel winkels en het gemeentehuis zijn verbouwd tot restaurants, galeries of woningen. Nu stroomt het dorp ’s ochtends leeg en ’s avonds weer vol, met forensen maar ook met liefhebbers van goede gastronomie. In het vroegere raadhuis zit nu De Burgemeester, een restaurant met een Michelinster, en ook restaurant Bij Mette heeft vermeldingen van Michelin en GaultMillau. In Dorpshuis De Vaart staat een aantal senioren te biljarten. Het doorleefde gebouw wordt nog zeer intensief gebruikt voor allerlei ‘verbindende’ activiteiten, allemaal georganiseerd door enthousiaste vrijwilligers. Even heeft de gemeente Montfoort, waar Linschoten tandenknarsend onderdeel van is, overwogen het bakstenen relict van de jaren zeventig van de vorige eeuw te slopen en er woningen neer te zetten, maar daar rees veel verzet tegen. Eerst een nieuw gebouw, luidt de eis. Woningen moeten er ook komen, maar niet aan het Burgemeester De Geusplein.

‘5 DECEMBERKADE’ Eric Jan Hagoort schuift aan. De eigenaar van een bouwkundig adviesbureau is voorzitter van de stichting Linschotens Belang (LiBel), die de schouders zet onder tal van sfeerverhogende activiteiten. Een van de hoofdactiviteiten van LiBel was de sinterklaasintocht, waarbij Sinterklaas kwam aangevaren vanuit Woerden en aanlegde op de ‘5 decemberkade’, pal naast het Wapen van Linschoten en Snelrewaard. Daar bevond zich vroeger de dorpskroeg, maar nu is het voormalige rechthuis uit 1585 een restaurant. Door ‘al dat pietengedoe’ is de klad gekomen in de >

sinterklaasviering, vertelt Eric Jan, maar de pubquiz leeft nog volop in het dorp. Rob Grootveld en Eric Jan Hagoort bedenken de vragen. Samen met vrijwilliger Boy Derksen staat Eric Jan ook achter de tap als de meer dan twintig teams in het dorpshuis ‘een topavond’ beleven. Zo staan de Linschoters altijd voor elkaar klaar, zonder bemoeienis van buitenaf. “Wij regelen hier dingen het liefst onderling”, zegt Eric Jan. “Dat is de kracht van Linschoten.” Het dorp barst van de activiteiten. Zoals de Linschoter Loop, een hardloopwedstrijd voor ieder niveau, of de Open Monumentendag, georganiseerd door de Vereniging OudLinschoten. Dan steken (oud-)Linschoters zich in oude streekdracht en danst het hele dorp de klompendans. Met Janneke en Pim wandel ik naar het tolhuisje op de Nieuwe Zandweg, waar je vroeger voor ieder varken, paard of koe moest betalen. Ook doen we de voormalige kerk De Tol uit 1897 aan, waar net een schilderclub het resultaat van die dag bekijkt. Daarna gaan we de Nieuwe Zandweg verder af, een pittoresk populierenlaantje dat zo op een schilderij van Jacob van Ruisdael zou hebben gepast. Intussen vertelt Janneke waar de naam ‘Ballensnoepers’ vandaan komt. “Het was hier een echt boerendorp. Als er koffie of thee op het land werd gedronken, werd als zoetstof een keiharde gekarameliseerde zwarte bal geserveerd. Tijdens het drinken van de warme drank werd die bal achter de kiezen in de wangzak bewaard. Als de kroes leeg was werd het restant van de vierkante bal in de beker bewaard voor volgende ‘bakkies’. Het is een vorm van zuinigheid waaraan Linschoters hun bijnaam te danken hebben.” We komen bij de Sint-Janskerk, oorspronkelijk de kapel van het verdwenen kasteel. In 1875 wilde de provincie de kerk afbreken omdat de toren te scheef stond, maar nadat die tien meter werd gekortwiekt kon het gebouw blijven staan. Om klokslag twaalf uur staat vrijwilliger en koster Peter van Agthoven de Barbara, de grote klok te luiden. In het fraai gerestaureerde interieur stond vroeger de preekstoel in het midden, met de tien geboden ernaast. In de houten kerkbanken zaten tijdens kerkdiensten de ouderlingen en diakenen.

RIJKE STINKERDS In de stenen kerkvloer zijn nog grafschriften te zien. Peter legt uit dat begraven worden in de kerk het voorrecht was van de rijken, vandaar de benaming ‘rijke stinkerds’. Hij weet ook nog dat de boeren vroeger binnenkwamen met een sigaar in hun mond, die ze op de kerkbank legden en na de dienst weer opstaken. Destijds speelde de kerk voor de Linschoters een grotere rol dan nu, zegt Pim. “Vroeger zag ik de mensen nog vaak met hoedjes en zwarte kleding door de straat gaan. Linschoten was een redelijk conservatief dorp.” Janneke beaamt dat en vult aan: “Ook nu wordt de zondagsrust nog steeds gewaardeerd. Er wordt meestal rekening met elkaar gehouden.”

Interieur van Het Wapen van Linschoten; keramiste Jeannette Huizenga-Luteijn in haar beeldentuin. Rechterpagina: vrijwilligers poseren in klederdracht voor De Ballensnoeperij; het Wapen van Linschoten aan de '5 Decemberkade'.

Ze vinden Linschoten een heel prettige, open gemeenschap. “Het is ouderwets gezellig, iedereen maakt een praatje met je”

In De Wilde Weg zijn Pauline Mol en Tony Koole bezig met warmte-isolatie. Ze wonen sinds vijf jaar hier, naast hun (t)huistheater aan de Dorpstraat waar ze optredens en exposities organiseren. “We hoeven er niet aan te verdienen”, zegt Tony, van huis uit musicus. “We doen het vooral omdat we het leuk vinden en om iets te doen voor het dorp. Maar,” waarschuwt hij, “we gaan wel altijd voor kwaliteit.” Pauline en Tony zijn in de zomermaanden in hun huis in de Cevennen in Zuid-Frankrijk. Ze vinden Linschoten een heel prettige, open gemeenschap. “Het is ouderwets gezellig, iedereen maakt een praatje met je”, zegt Pauline, die onder meer poëzieworkshops geeft. Na een broodje in het dorpshuis komt Teun Hoogendoorn Pim en mij vergezellen. Hij is bestuurslid van het Dorpsplatform Linschoten. “We hebben het platform begin dit jaar opgericht om tegenover de gemeente Montfoort als één stem op te komen voor onze belangen”, zegt de ondernemer die zijn sporen heeft verdiend binnen een slagerij- en partyserviceketen. Langs mooie houten kwakelbruggen over de Korte Linschoten, die een gebogen vorm hebben zodat de kleivletten eronder- >

De plaatselijke barbier Martyn Duyveman; een van de overgebleven middenstanders. Rechts: fraai doorkijkje aan het water.

Gezicht op de Dorpstraat; Pauline en Tony van (t)huistheater De Wilde Weg; sterrenrestaurant De Burgemeester. door konden, wandelen we naar landgoed Linschoten. De weg erheen wordt bruut doorsneden door de provinciale weg, de N204. Teuns vader woont in een mooi huis aan de rand van het uitgestrekte weideland. De 91-jarige komt uit een koopmansfamilie en is nog behoorlijk vitaal. “Tot vorig jaar bracht hij nog Tafeltje Dekje rond en hij is ook nu nog met heel veel plezier vrijwilliger in De Ballensnoeperij.”

BEROEMDSTE INWONER Links van de Noord-Linschoterzandweg strekt zich weids polderland uit, rechts ligt landgoed Linschoten, met 500 hectare het grootste aaneengesloten landgoed van de Randstad. Teun herinnert zich nog goed hoe hij als jongen speelde in het bos en de ijskelder verkende. Nu kun je het landgoed nog maar een dag per jaar op, omdat volgens de stichting die het beheert de biodiversiteit er moet worden beschermd, maar je kunt wel kilometerslang mooi wandelen langs het landhuis. Op het landgoed is sinds dit jaar ook De Proeftuin van Linschoten te bezoeken, een biologische tuinderij. We hebben het over de bekendste inwoner van Linschoten, Mat Herben, die met Lokaal Montfoort opkomt voor de belangen van Linschoten binnen de gemeenteraad van Montfoort. In de geest van die andere Pim, uiteraard. Daarna worden we ontvangen in het atelier van keramiste Jeannette HuizengaLuteijn in het voormalige postkantoor aan de Dorpstraat. De penningmeester van de Vereniging Oud-Linschoten leidt ons rond door haar paradijselijke tuin, waar haar veelkleurige beelden fraai opduiken uit de gevarieerde begroeiing. Jeannette heeft onder meer een replica van de toren en het Angelusklokje van de kerk gemaakt en werkt met klei uit de hele wereld. Alleen de Linschotense polderklei, die vroeger werd gebruikt voor stenen, is voor haar keramiek niet zo geschikt. Daarna valt de schemering in en is het tijd om deze idylle te verlaten. •

This article is from: