
4 minute read
ALBERT VAN DER MOLEN
by consigne
SENIOR AAN HET WOORD
HOE ALBERT VAN DER MOLEN ÉÉN VAN DE GROOTSTE AUTOBEDRIJVEN IN HET NOORDEN OPBOUWDE
Advertisement
Tekst: Hans de Preter | Fotografie: Jan Buwalda
Samen met zijn twee broers was Albert van der Molen eigenaar van een van de grootste automobielbedrijven in Noord-Nederland. Toen hij in het jaar 2000 met pensioen ging werkten er 120 mensen en was de Van der Molen autogroep een begrip in Noord-Nederland.

Van der Molen (84) stopte op het hoogtepunt van het bedrijf. Op dat moment was hij General Motors-dealer van het merk Opel. Toen hij met pensioen ging kwam er een einde aan zijn activiteiten als ondernemer en aan een periode waarin hij in veertig jaar tijd een klein autobedrijf had veranderd tot één van de grootste en meest bekende in Noord-Nederland.
Hoe kijkt hij terug op zijn periode als ondernemer? En vooral: welke lessen en aanwijzingen zou hij willen geven aan jongere generaties ondernemers die een eigen bedrijf willen starten of die daar al mee begonnen zijn. Wat kunnen jongeren leren van zijn ervaringen als ondernemer? Dat vroeg Consigne aan de vitale tachtiger die met veel plezier woonachtig is in Groningen. “Dat ik in de autobranche terecht gekomen ben heb ik te danken aan mijn vader”, vertelt hij. Aanvankelijk had Albert namelijk niet de ambitie om de autobranche in te gaan. Zijn grote passie was sport. Hij ging naar de HBS in Appingedam, maar leefde alleen maar voor de sport en wilde het liefst sportleraar worden.
‘Je kunt altijd nog sportleraar worden’
Maar zijn vader had andere plannen met zijn zoon. Hij zei: “Albert, als gymnastiekleraar ben je straks ambtenaar en daar kun je moeilijk een zakelijk gesprek mee voeren. Laten we eens een kijkje nemen bij de HTSafdeling Automobieltechniek in Apeldoorn, en als je dat wilt kun je altijd nog sportleraar worden.” Aangezien in die tijd vaders wil nog wet was, reisden ze de volgende dag naar Apeldoorn. Al spoedig vond Albert het toch een heel interessante opleiding en na vier jaar behaalde hij daar zijn HTS-diploma. Vervolgens ging hij in 1960 in het familiebedrijf aan de slag. Zijn vader had recent namelijk ook een bedrijf gestart aan de Oosterhamrikkade in de stad Groningen. De basis van het familiebedrijf lag overigens in ’t Zandt, in noord-Groningen waar Van der Molen sr. in 1920 dealer werd van het Groningse fietsenmerk Fongers. In dat jaar begon Van der Molen met de verkoop van auto’s van het Amerikaanse merk Hupmobile, waarmee hij één van de eerste autoverkopers van Noord-Groningen werd.
Samen met zijn vrouw bouwde hij het bedrijf uit. Eerst met een benzinepomp. Later werd hij dealer van de merken Plymouth en Chrysler en van het Duitse merk Adler. “Na de tweede wereldoorlog werden we dealer van de merken Austin en Rover, omdat vader de mening was toegedaan dat

Nederlanders na de gruwelen van de tweede wereldoorlog beslist geen Duitse of Japanse auto’s meer zouden willen kopen. Dat bleek echter een vergissing te zijn. In 1972 zijn wij Opel-dealer geworden en daarna begon het bedrijf te groeien”, vertelt Albert van der Molen.
Bij General Motors echter waren ze niet verrukt van de locatie aan de Oosterhamrikkade en adviseerden ze om een nieuw bedrijf op één van de mooiste locaties van de stad Groningen te vestigen. De visie van General Motors was: A: Kies voor een gezichtsbepalend gebouw op het mooiste kruispunt van de Stad. B: bij een groot parkeerterrein. C: zoek de combinatie met publiekstrekkende bedrijven als Mc Donalds, TOYS’rUs en een Shell benzinestation. “Zo gezegd zo gedaan. TOYS’rUs werd uiteindelijk Praxis en zo ontstond uiteindelijk het Molenpark (Sontplein ) aan de Europaweg/Sontweg, waar we op 1 oktober 1996 gestart zijn. Het bleek inderdaad al snel een succes te zijn. Inmiddels hadden we in Haren aan de Emmalaan ons verkoop- en service-filiaal gebouwd. En tevens waren wij aan de Osloweg met een nieuw schadebedrijf en aan de Wismarweg met een leasebedrijf (Auto Lease Groningen) begonnen. Toen was het compleet!”, aldus Albert. Vanaf die tijd begon Van der Molen écht te groeien. “We verkochten meer dan duizend nieuwe auto’s per jaar en 1400 occasions.”
‘Klantvriendelijkheid boven álles’
In die periode werden er ook veel trainingen gegeven waarbij de nadruk werd gelegd op klantvriendelijkheid. “En dat paste precies bij wat ik al met de paplepel binnen had gekregen. Want wat ik van kinds af aan van mijn ouders heb meegekregen is klantvriendelijkheid. Het gaat altijd in de eerste plaats om de klant, ‘want de klant is je boterham’, zo werd ons geleerd.”
“Dit hebben we ook altijd aan onze medewerkers meegegeven, evenals het gevaar van het in discussie gaan met de klant. Vaak mondt dat er immers in uit: ‘discussie gewonnen, klant verloren’. Je moet altijd in de schoenen van de klant gaan staan en met hem/haar meedenken, dat is eigenlijk de belangrijkste les die ik door zou willen geven.”
Sinds het jaar 2000 geniet Albert van der Molen van zijn pensioen en het bedrijf is inmiddels aan de twee grootste automobielholdings in Nederland verkocht, namelijk Stern en Van Mossel.