ICS magazine september 2017

Informatieblad van de Belgische Unie van Installateurs Centrale verwarming, Sanitair, klimatisatie en aanverwante beroepen Bulletin d’information de l’Union Belge des Installateurs Chauffage, Sanitaire, climatisation et professions connexes

SEPTEMBER SEPTEMBRE 2017 DRIEMAANDELIJKS LEDENBLAD REVUE DES MEMBRES TRIMESTRIELLE

magazine

V.U. / E.R. : D. Peytier - ICS - Joseph Chantraineplantsoen 1, 3070 Kortenberg - Afgiftekantoor / Bureau de dépôt: Antwerpen X

Responsabilité solidaire renforcée

Projet:

Warwick Brussels

Geothermie als energiebron

Scholenwedstrijd West-Vlaanderen

september - septembre 2017 •

magazine

1

Solutions d’avenir pour le chauffage et l’électricité Convainquez votre client d’opter pour la technologie Viessmann

Consultez les informations techniques et professionnelles sur www.viessmann.be (Login Pro)

Les solutions d‘avenir de Viessmann :

Viessmann Belgium s.p.r.l. · Hermesstraat 14 · 1930 Zaventem (Nossegem) info@viessmann.be

Chaudières fioul et gaz à condensation

Ensemble boiler solaire

Convainquez votre client d’opter pour la technologie Viessmann et d’apporter ainsi une belle plus-value à son habitation. Investir se fait sur du long terme, dans les technologies durables et dans la perspective d’un retour sur investissement. Avec Viessmann, votre client mise sur la qualité et sur la fi abilité.

• Une chaudière Viessmann permet d’économiser jusqu’à 35% sur sa consommation d’énergie • Une pompe à chaleur permet de faire plus de 50% d’économies sur sa consommation d’énergie.

• Les panneaux photovoltaïques représentent un investissement très intéressant Demandez conseil à votre délégué technico-commercial Viessmann.

Pompe à chaleur monobloc

Pompe à chaleur géothermique

Pompe à chaleur hybride avec chaudière gaz et préparateur d‘eau chaude

Panneaux photovoltaïques

Systèmes de chauffage Systèmes industriels Systèmes de réfrigération

INHOUD:

CONTENU :

5: Edito 6: Install Day 10: Scholenwedstrijd

5: Édito 8: Install Day 14: Le Concours interscolaire

West-Vlaanderen

18: Fusie ICS en Fedelec 22: Wat is BIM? 30: Werfbezoek: Warwick Brussels 38: Ondiepe geothermie

20: La fusion entre ICS et Fedelec 26: Qu’est-ce que le BIM ?

34: La visite de chantier : Warwick Brussels 42: De la géothermie peu profonde

als energiebron

46: Hoofdelijke aansprakelijkheid

voor loonschulden versterkt

55: Productnews

de Flandre occidentale

comme source d’énergie

49: Un renforcement de

la responsabilité solidaire

58: Productnews

30 8

Install Day Le premier décembre 2017, la Confédération Construction organisera un salon professionnel pour toutes les techniques du secteur de l’installation : Install Day. Cette grand-messe pour l’installateur souhaite, à terme, s’imposer comme le plus grand salon du secteur.

Werfbezoek Brussels luxehotel Maxime Vandeparre heeft met zijn bedrijf Technical Building Services (TBS) het volledige HVAC-systeem van het Warwick-hotel in hartje Brussel gerenoveerd. In tussentijd bleef het hotel op volle toeren draaien. Een moeilijke, maar interessante klus.

september - septembre 2017 •

magazine

3

Chalumeau d’Or

2016

CAT.1

BERTRAND-DARIMONT SPRL

CAT.2

AQUATHERMIX

CAT.3

DE NEEF BART BVBA

EDITO Uitdagingen voor de toekomst

Les défis de l’avenir

In onze sector zit de schrik om de trein richting digitale vernieuwing te missen er dik in. Begrippen als “smart building”, “innovation” of “transition” vallen steeds vaker uit de lucht, maar aan dit wollig taalgebruik heb jij als vakman weinig. Jij wil weten hoe je kosten kan besparen of hoe je een extra service kan bieden aan jouw klant. Dat zijn de vragen die ertoe doen.

Dans notre secteur, la crainte est grande de manquer le train en marche de l’innovation numérique. Les notions telles que “smart building”, “innovation” ou “transition” sont utilisées de plus en plus souvent, mais ce langage confus ne vous apporte pas grand-chose en tant que professionnel. Vous souhaitez savoir comment économiser des coûts ou comment fournir un service supplémentaire à votre client.

Voilà, les questions importantes.

ICS is zich bewust van deze realiteit. We willen dan ook een gids zijn op jouw pad en leggen daarom nieuwe evoluties onder de loep. In dit blad zoomen we bijvoorbeeld in op Building Information Modelling (zie pagina 22). Deze nieuwe technologie, BIM afgekort, zou onze manier van werken wel eens stevig kunnen veranderen.

Hoewel de toekomst ongetwijfeld voor de deur staat, betekent dit niet dat alles op één dag zal veranderen. Zo zal een goede vakman ook morgen broodnodig zijn.

Het is daarom zeer de vraag waar we hem (of haar) zullen vinden. Technische vacatures raken immers al jaren niet ingevuld.

Daarenboven studeren er nog steeds te weinig leerlingen af in de beroepsopleiding “Sanitair-Centrale Verwarming”.

ICS a pleinement conscience de cette réalité. Nous souhaitons être un guide pour vous et c’est pourquoi, nous examinons les nouvelles évolutions. Dans cette édition, nous analysons par exemple le Building Information Modelling (voir page 26). ­Cette nouvelle technologie, BIM en abrégé, pourrait changer fondamentalement notre façon de travailler.

Bien que l’avenir s’approche à grands pas, cela ne signifie pas que tout changera en un jour. Ainsi, un bon professionnel sera toujours indispensable demain. La question se pose donc où on le (ou la) trouvera. Depuis des années, les postes techniques vacants ne sont pas remplis. En outre, il y a toujours trop peu d’étudiants qui obtiennent leur diplôme dans la formation professionnelle “Sanitaire-Chauffage central”.

Als beroepsfederatie willen we dan ook ons steentje bijdragen.

Zo zetten we jaarlijks het beroep loodgieter bij scholieren in de kijker met onze scholenwedstrijd. Dit West-Vlaamse initiatief is intussen aan zijn twaalfde editie toe. Op pagina 10 kijken we wat er in al die tijd veranderd is.

Naast BIM-technologie en de scholenwedstrijd komen in dit magazine, zoals steeds, ook onze leden aan bod. Deze keer gaan we langs in het Warwick hotel in Brussel. Hier heeft Technical Building Services (TBS) uit Edingen het HVAC-systeem gerenoveerd. Geen eenvoudige klus aangezien het hotel tijdens de duur van de werken openbleef. Op pagina 30 leest u hoe TBS de opdracht tot een goed einde bracht. Laat u inspireren door het verhaal.

En tant que fédération professionnelle, nous essayons d’apporter une contribution. Avec notre concours interscolaire annuel nous mettons pleins feux sur le métier de plombier et d’installateur chauffage central. Entre-temps, la douzième édition de cette initiative est organisée en Flandre occidentale. A la page 14, nous passons en revue ce qui a changé au cours des années.

Outre la technologie BIM et le concours interscolaire, nous attirerons également l’attention sur nos membres dans ce magazine.

Cette fois-ci, nous visitons l’hôtel Warwick à Bruxelles. L’entreprise TBS d’Enghien a rénové le système CVAC dans ce lieu. Cela n’était pas une mission évidente, car l’hôtel était ouvert pendant toute la durée des travaux. A la page 34, vous lirez comment TBS a mené le travail à bonne fin. Puisse cette histoire vous inspirer!

Cedric Matthys

Cedric Matthys

Redacteur ICS magazine

Rédacteur ICS magazine

COLOFON Confederatie Bouw • Confédération Construction Lombardstraat 34-42 • 1000 Brussel confederatiebouw.be • confederationconstruction.be BTW: BE 406 479 092 Periodiciteit • Oplage - Périodicité • Tirage

4x per jaar/par an • 4.500 exempl.

Verantwoordelijke uitgever • Editeur Responsable Dirk Peytier • Nationaal Voorzitter ICS • Président national ICS Directeur Communicatie • Directeur Communication Filip Coveliers • filip.coveliers@confederatiebouw.be filip.coveliers@confederationconstruction.be

ICS Jan Lhoëst Directeur ICS • Joseph Chantraineplantsoen 1 3070 Kortenberg T. +32 2 520 73 00 • F. +32 2 520 97 49 info@ubbu-ics.be • www.ubbu-ics.be Publiciteit • Publicité Inge De Ridder T. 053 80 87 47 • F. 053 80 87 48 inge.deridder@confederatiebouw.be inge.deridder@confederationconstruction.be

Hoofdredactie • Rédacteur en chef Cedric Matthys Tel.: 02 545 59 48 Cedric.matthys@confederatiebouw.be Vertaling • Traduction technique: Anouk van den Broek Vormgeving • Graphiste nikka.cuypers@confederatiebouw.be Drukwerk • Imprimeur Graphius

Evenement

Install Day: één beurs voor de volledige installatiesector Op 1 december 2017 organiseren de beroepsfederaties Fedelec en ICS een vakbeurs voor alle beroepen uit de installatiesector: Install Day. Deze ‘hoogmis voor de installateur’ wil op termijn uitgroeien tot de grootste, toonaangevende beurs voor de installatiesector.

INSTALL DAY • WANNEER? 1 december 2017 • HOE LAAT? Van 10u00 tot 20u00 • WAAR? Brussels Kart Expo Vlot bereikbaar via E40 en Brusselse Ring.

Voldoende parkeergelegenheid op ­wandel­afstand.

• MEER INFO: www.installday.be

nologieën voor. Daarnaast zijn ook verschillende andere organisaties uit de sector op de afspraak zoals Informazout, ODE, WPP, PV Vlaanderen, Volta en het WTCB. Eén dag voor alle technieken. Dat is het concept van de Install Day, de gloednieuwe vakbeurs voor de installatiesector. Elektriciens, HVAC-installateurs en sanitairspecialisten waren vroeger compleet verschillende beroepen, maar de laatste jaren groeien ze steeds meer naar elkaar toe als gevolg van de nieuwe technologieën en de steeds complexer wordende energiewetgeving. Fedelec en ICS zijn zich bewust van deze ontwikkeling en organiseren daarom samen één vakbeurs voor installatietech-

6

magazine

nieken, HVAC, hernieuwbare energieën, binnenklimaat, sanitair, elektrotechniek, verlichting, automatisering en beveiliging van gebouwen.

Fedelec en ICS zijn samen goed voor meer dan 3.000 zelfstandigen, kmo’s en grote bedrijven uit de sector. De praktische organisatie is in handen van de Confederatie Bouw, die zich kan beroepen op haar jarenlange ervaring inzake de ­organisatie van de succesvolle events “Dag van de Afwerking” en “Belgian Roof Day”, beide toonaan­

• september - septembre 2017

gevend in hun sector.

Voor de volledige branche

De Install Day onderscheidt zich van andere beurzen binnen de sector door het feit dat niet alleen alle sectoren aanwezig zijn, maar bovendien ook alle fabrikanten vertegenwoordigd zijn. Verdeeld over twee hallen van Brussels Kart Expo zullen de bezoekers niet minder dan 90 standen kunnen bezoeken. Alle toonaangevende fabrikanten stellen op hun stand de hun nieuwste producten en tech-

Informeel kader

Naast een vakbeurs wil ­Install Day ook uitgroeien tot een netwerking-event.

Alle vakmensen uit de sector, zowel leden als niet-­leden van de organiserende beroepsverenigingen, hebben via de post een uitnodiging ontvangen. Ook de architecten en interieurarchitecten werden uitgenodigd.

Er is bovendien een uitgebreide catering voorzien, zodat de bezoekers in een ­ongedwongen kader de banden kunnen aanhalen met de collega’s en leveranciers.

RIMFREE. VOOR DE ALLERHOOGSTE HYGIËNISCHE EISEN. POUR LES EXIGENCES D’HYGIENE LES PLUS HAUTES. Met de Rimfree wandclosets zonder spoelrand zet Keramag de nieuwe standaard op het gebied van hygiëne en onderhoudsgemak. Want de unieke spoeltechniek zorgt zelfs bij kleine hoeveelheden spoelwater voor een optimaal spoelgedrag en onberispelijke spoelresultaten. www.keramag.be Avec les nouvelles cuvettes suspendues sans rebord Rimfree, KERAMAG définit la nouvelle norme en matière d’hygiène et de facilité d’entretien. Ces cuvettes sont dotées d’une technologie unique qui procure un rinçage optimal et des résultats irréprochables, même en cas de faibles quantités d’eau de rinçage. www.keramag.be

Evénément

Install Day: un salon unique pour tout le secteur de l’installation Le 1er décembre 2017, les fédérations professionnelles Fedelec et ICS organiseront un salon professionnel pour toutes les techniques du secteur de l’installation: Install Day. Cette ‘grand-messe pour l’installateur’ souhaite devenir à terme le plus grand salon pour le secteur de l’installation.

INSTALL DAY • QUAND? 1 décembre 2017 • A QUELLE HEURE? De 10h00 - 20h00 • OÙ? Brussels Kart Expo Facilement accessible par l’E40 et le Ring de Bruxelles Suffisamment de parking accessible à pied • PLUS D’ INFO: www.installday.be

ganisations du secteur seront également au rendez-vous, telles que Informazout, ODE, WPP, PV Flandre, Volta et le CSTC.

Informel Une seule journée pour toutes les techniques. Voilà le concept de l’Install Day, le tout nouveau salon professionnel pour le secteur de l’installation. Electriciens, installateurs CVC et spécia­ listes en sanitaire étaient autrefois des métiers complètement distincts, mais ces dernières années, ils se sont rapprochés de plus en plus en raison des nouvelles technologies et de la législation énergétique de plus en plus complexe. Fedelec et ICS ont pleinement conscience de ce développement et c’est pourquoi, elles organisent

8

magazine

ensemble un salon pour toutes les techniques d’installation, CVC, énergies renouvelables, climat intérieur, installateurs-électriciens, éclairage, automatisation et sécurité des bâtiments.

Fedelec et ICS représentent ensemble plus de 3000 indépendants, PME et grandes entreprises du secteur.

L’organisation pratique est entre les mains de la Confédération Construction, qui peut s’appuyer sur sa longue expérience concernant l’organisation des événements réussis “Journée du Parachè-

• september - septembre 2017

vement” et “Belgian Roof Day”, tous deux des salons leader dans leur secteur.

Pour tout le secteur

L’Install Day se distingue des autres salons au sein du secteur par le fait que non seulement tous les secteurs y participent, mais aussi tous les fabricants y sont représentés. Répartis sur deux halls du Brussels Kart Expo, les visiteurs pourront visiter plus de 90 stands. Tous les fabricants éminents présenteront leurs derniers produits et technologies sur leur stand.

En outre, plusieurs autres or-

Outre un salon professionnel, l’Install Day souhaite également être un événement de réseautage. Tous les professionnels du secteur, tant les membres que les non membres des associations organisatrices, ont reçu une invitation par courrier. Les architectes et les architectes d’intérieur ont également été invités.

Une restauration étendue est également prévue pour que les visiteurs puissent nouer des contacts avec les collègues et fournisseurs dans un cadre informel et ­décontracté.

GROHE RAPIDO SMARTBOX

SMART DESIGN

3 sorties d’eau

entrées d’eau par le bas

ajustement ultérieur jusqu’à six degrés

Opleiding

Scholenwedstrijd “Sanitair-Centrale Verwarming” aan twaalfde editie toe Het is intussen twaalf jaar geleden dat ICS West-Vlaanderen voor het eerst een scholenwedstrijd voor de beroepsopleiding “Sanitair-Centrale Verwarming” op poten zette. Het initiatief, waarbij leerlingen een praktische opstelling maken, groeide uit tot een begrip in de provincie. Tijd voor een evaluatie.

Toen Rony Van Den Hove, destijds voorzitter van onze afdeling “Sanitair-Verwarming” in West-Vlaanderen, twaalf jaar geleden hoorde van scholenwedstrijden bij andere federaties stelde hij zich de vraag waarom dit niet bestond binnen onze opleidingen. Hij verzamelde wat mensen rond zich en al gauw werd de wedstrijd een vaste waarde. Vandaag nemen in West-Vlaanderen zelfs alle opleidingen “Sanitair-Centrale Verwarming” er aan deel.

‘De scholenwedstrijd is inderdaad een succes’, bevestigt Rony Van Den Hove.

‘Ik ervaar het initiatief nog steeds als een positief verhaal waar we voortdurend verder aan schrijven. Dit jaar namen bijvoorbeeld niet enkel scholen uit het Bso deel, maar ook twee Buso-scholen (zie kaderstuk). Verder merk ik op dat het wedstrijdaspect stilaan verdwijnt. Terwijl het in het begin echt ging om te winnen, draait het nu meer om de leerlingen. Het is namelijk onze bedoeling om elke leerling in zijn of haar waardigheid te laten. De maatschappij duwt Bso- en Buso-leerlingen te vaak in een hokje. Ze worden aanzien als minderwaardig terwijl het stielmannen zijn met poten aan hun lijf. Het is dan ook belangrijk om hen eens in de spotlights te zetten. Ze verdienen het.’

De installatie van het VTI in Kortrijk.

Laureaat voor de bso-scholen.

10

magazine

• september - septembre 2017

Waardebon

‘Om de verschillen tussen de scholen te beperken’, gaat Rony Van Den Hove ver-

der, ‘kiezen we er voor om elke deelnemende school sowieso een waardebon van 350 euro te geven. Bij de winnaar

OOK BUSO-SCHOLEN VAN DE PARTIJ

Sinds dit jaar beperkt de scholenwedstrijd zich niet meer tot de bso-opleiding “Sanitair-Centrale Verwarming”. Ook twee buso-scholen, De Ast in Poperinge en Vrije School Haverlo in Assebroek, namen deel.

verhogen we dit bedrag tot 450 euro.

Het verschil is bewust miniem gehouden. Het gaat niet om winnen of verliezen, maar om iets bij te leren.’

‘De waardebon is trouwens niet het enige voordeel voor de scholen’, zegt Van Den Hove. ‘Ze krijgen ook een peter-groothandel toegewezen. Dit bedrijf stelt de materialen ter beschikking die nodig zijn om de proef uit te voeren. Zo kunnen de leerlingen eens werken met materialen die scholen normaal gezien niet of nauwelijks aankopen. Enkele jaren geleden zat in de proef bijvoorbeeld een constructie met vloerverwarming verwerkt.

Dit jaar hebben we dan weer volop ingezet op hernieuwbare energie.’ ›››

‘Een artikeltje in de krant, daar is het voor ons mee begonnen’, zegt Bert Pype, technisch adviseur voor De Ast Poperinge.

‘Eén van mijn collega’s had gelezen over scholenwedstrijd voor de beroepsrichting “Sanitair-Centrale Verwarming”. Hij vroeg zich af waarom het buitengewoon onderwijs hier niet aan deelnam en legde het idee aan mij voor. Ik was meteen overtuigd. Ik nam contact op met de werkgroep van de Confederatie Bouw West-Vlaanderen. Zij waren enthousiast en voor ik wist zaten we rond de tafel. Een beslissing die we ons niet beklaagd hebben.’

‘In het begin was het uiteraard een beetje zoeken’, gaat Pype verder. ‘Onze leerlingen in het buitengewoon onderwijs kampen met problematieken waar we extra rekening mee moeten houden. Het is moeilijk om vooraf in te schatten hoe ver we kunnen gaan met onze leerlingen. Daarom zijn we voor deze eerste editie bij de basis gebleven. Terwijl de bso-leerlingen een installatie maken waarin zowel sanitair als chauffage in aan bod komt, hebben wij ons beperkt tot enkel sanitair.

Achteraf gezien hebben onze gasten dat schitterend gedaan.

Volgend jaar gaan we dan ook een stapje verder. We willen ook een gemengde installatie maken.’

De installatie van Haverlo Assebroek. Laureaat voor de buso-scholen.

september - septembre 2017 •

magazine

11

Opleiding

›››

Onderwijs

Naast Rony Van Den Hove maakt ook Jo Desutter, pedagogisch begeleider voor het katholiek onderwijs, sinds drie jaar deel uit van het team. Hij benadrukt de rol van het onderwijs bij de voorbereidingen. ‘Het is belangrijk dat in de scholenwedstrijd vaardigheden aan bod komen die deel uitmaken van het leerplan’, zegt Desutter. ‘Het is mijn taak om hierover te waken.’

‘Daarnaast vind ik het essentieel dat de leerkrachten betrokken worden bij het project’, gaat de Desutter verder. ‘Zij het

Haverlo Assebroek mocht als eerste buso-school de laureaatstrofee in ontvangst nemen.

Ze ontvingen de prijs uit handen van Bart Tommelein, Vlaams minister van Energie.

best weten wat hun leerlingen aankunnen. Zo stellen de leerkrachten sinds dit jaar de proef zelf op. Voordien deed de werkgroep dit. Door deze verandering kunnen we niet meer van een echte wedstrijd spreken. Aangezien de leerkrachten vroeger het antwoord niet kenden, was de scholenwedstrijd ook voor hen een test. Nu zijn we één team. We werken allemaal samen in functie van de leerling. Hierdoor is er nog meer contact tussen de lesgevers onderling, wat ik ten zeerste toejuich. De leerkrachten

leren mekaar op een andere manier kennen. Zonder het volledig te beseffen, wisselen ze studiemateriaal en lesmethodes uit. De scholenwedstrijd is eigenlijk één langgerekte bijscholing. We zijn ICS dan ook erg dankbaar voor dit initiatief.’

Tot slot verdient Gerd Decoene een eervolle vermelding. Gerd vertegenwoordigt ICS op lokaal vlak. Hij leidt, onder meer, de scholenwedstrijd al jarenlang in goede banen. Een onmisbare schakel in het hele proces.

GEZOCHT: INSTALLATEUR-VRIJWILLIGER (M/V) ICS is dringend op zoek naar gemotiveerde installateurs, zaakvoerders en project- of werfleiders die willen meewerken aan de scholenwedstrijd. Aangezien onze sector al jaren kampt met een nijpend tekort aan arbeidskrachten vinden we het als ICS immers onze taak om middelbare scholen te ondersteunen.

Zonder vakmensen draaien onze bedrijven niet. De opleiding “Sanitair-Centrale Verwarming” verdient dan ook een duwtje in de rug.

Concreet zoeken we vrijwilligers die deel willen uitmaken van de werkgroep. Aan jouw engagement hangen geen financiële verplichtingen vast. Wel vergadert de werkgroep vier à vijf keer per jaar om een opdracht uit te werken en te overleggen met de scholen. Daarnaast gaan we na afloop langs bij de deelnemende teams. Dit neemt twee tot drie

12

magazine

• september - septembre 2017

dagen in beslag. Tijdens deze dagen beoordelen we samen het resultaat en breng je jouw praktische kennis over aan de jonge generatie. Je komt in contact met leerlingen die stage kunnen lopen in jouw bedrijf. Wie weet ontmoet je er wel een van jouw toekomstige werknemers. Verder is de scholenwedstrijd een unieke kans om jouw netwerk te verbreden. Je versterkt jouw band met plaatselijke scholen en verschillende concullega’s. Een troef voor jezelf en jouw bedrijf!

Neem voor verdere praktische vragen contact op met GERD DECOENE. Deze medewerker van de Confederatie Bouw ­West-Vlaanderen vertegenwoordigt ICS op lokaal vlak.

Hij is telefonisch te bereiken via 0476/92.68.78 of via gerd.decoene@confederatiebouw.be.

Total Mazout Ultra, een plezier voor de verwarmingsketel, de klant en de installateur !

Pascal Huart

Pascal Huart, zaakvoerder van ‘Ets Roger Myaux’, is overtuigd van de superieure kwaliteit van Total Mazout Ultra. Als installateur van verwarmingstechnieken en eveneens mazoutverdeler van Total, komt hij dagelijks in aanraking met de voordelen van het exclusieve additief. Hij zet ze graag nog even op een rijtje voor u.

Filter inspuitstuk

Neus verstuiver

Binnenkant van de pomp

Gewone mazout

Het genot voor de verwarmingsinstallatie

Het voordeel voor de installateur

“Enerzijds is er de anticorrosie-werking van TOTAL Mazout Ultra, die de metalen onderdelen van uw verwarmingsinstallatie reinigt en beschermt, en anderzijds is er de antioxidant, die ervoor zorgt dat de Total Mazout Ultra stabieler is”, legt Mr. Huart uit. Dit betekent dat de Total Mazout Ultra beter bestand is tegen temperatuurverschillen en bovendien beperkt hij het bezinksel in de tank. Minder vuil, minder afzetting, minder verbrandingsresidu’s,… Kortom : de verwarmingsketel blijft schoner en meer betrouwbaar.

“Ook wij, als installateur, genieten mee van al deze voordelen”, zegt Mr. Huart overtuigend. Het onderhoud van de ketel neemt iets minder tijd in beslag en we kunnen op onze beide oren slapen, dat de verwarmingsketel de kwaliteit krijgt die hij verdient. Al deze voordelen leiden uiteindelijk tot een tevreden klant en dat blijft natuurlijk primordiaal voor ieder van ons !

De winst voor de klant Een schonere verwarmingsketel vertaalt zich in “een langere levensduur van de ketel en een afname van het risico op pannes”, licht Mr. Huart toe. Daarenboven zorgt de Total Mazout Ultra in combinatie met een laag zwavelgehalte (< 50 ppm) ook voor een optimaal rendement, waardoor de verwarmingsketel efficiënter werkt en het verbruik van de klant verminderd op langere termijn. “Dit laatste klinkt natuurlijk als muziek in oren van de klant”, besluit Mr. Huart.

Formation

Douzième édition du Concours interscolaire “Sanitaire-Chauffage central” Il y a maintenant douze ans, ICS Flandre occidentale organisait un premier Concours interscolaire pour la formation professionnelle “Sanitaire-Chauffage central”. L’initiative, où les étudiants réalisent un montage pratique, est devenue un concept dans la province. Il est temps de faire une évaluation.

Lorsque Rony Van Den Hove, à l’époque président de notre département “Sanitaire-Chauffage central” en Flandre occidentale avait entendu parler il y a douze ans d’un concours interscolaire dans d’autres fédérations, il se demandait pourquoi celui-ci n’existait pas dans nos formations.

Il a rassemblé des gens et rapidement le concours est devenu une valeur établie.

Actuellement, toutes les formations “Sanitaire-Chauffage central” de la Flandre occidentale y participent.

‘Le concours interscolaire est en effet un succès’, confirme Rony Van Den Hove. “Je considère toujours l’initiative comme une histoire positive que nous poursuivons en continu. Cette année par exemple, outre des écoles de l’enseignement professionnel secondaire, deux écoles d’enseignement spécialisé ont également participé (voir cadre). En outre, je remarque également que l’aspect de compétition disparaît peu à peu. Si au départ, il s’agissait vraiment de gagner, maintenant l’attention est centralisée sur les étudiants. L’intention est de respecter la personnalité de chaque élève.

La société classe bien trop souvent les élèves de l’enseignement professionnel secondaire et de l’enseignement spécialisé dans des cases. Ils sont souvent considérés comme inférieurs alors qu’il s’agit de professionnels qui n’hésitent pas à retrousser leurs manches. Il est donc important de les mettre sous les projecteurs. Ils le méritent.”

Un chèque-cadeau

Rony Van Den Hove poursuit : “Pour limiter les différences entre les écoles, ­ nous avons décidé de donner un chè-

14

magazine

• september - septembre 2017

que-cadeau de 350 euros à chaque école participante. Pour le gagnant, nous augmentons ce montant à 450 euros. La dif-

férence est délibérément minimisée. Il ne s’agit pas de gagner ou de perdre, mais bien d’apprendre quelque chose.”

PARTICIPATION D’ÉCOLES D’ENSEIGNEMENT SPÉCIALISÉ

“Le chèque-cadeau n’est d’ailleurs pas le seul avantage pour les écoles”, explique Van Den Hove. “Elles se verront également attribuer un grossiste parrainé. Cette entreprise mettra à disposition les matériaux nécessaires pour réaliser l’épreuve. Ainsi, les étudiants auront l’opportunité de travailler avec des matériaux que les écoles n’achètent pratiquement jamais. Il y a quelques années, l’épreuve comportait une construction avec un chauffage par le sol. Cette année, nous avons tout misé sur les énergies renouvelables.”

Enseignement

Outre Rony Van Den Hove, Jo ­Desutter, conseiller pédagogique de l’enseignement catholique, fait également partie de ­l’équipe depuis trois ans. Il souligne le rôle de ­l’éducation pour les préparatifs. “Il est important d’intégrer des compétences qui fassent partie du programme d’études ›››

Depuis cette année, le concours interscolaire ne se limite plus à l’enseignement professionnel secondaire “Sanitaire-Chauffage central”. Deux écoles de l’enseignement spécialisé, ‘De Ast’ à Poperinge et ‘Vrije School Haverlo’ à Assebroek ont également participé.

“Pour nous, cela a commencé par un article dans le journal”, explique Bert Pype, conseiller technique de ‘De Ast’ à Poperinge.

“Un de mes collègues avait lu sur le concours interscolaire pour l’enseignement professionnel “Sanitaire-Chauffage central”. Il se demandait pourquoi l’enseignement spécialisé ne participait pas à celui-ci et me soumis l’idée. J’étais aussitôt convaincu. J’ai contacté le groupe de travail de la Confédération Construction Flandre occidentale. Il était enthousiaste et nous nous sommes concertés.

Une décision que nous n’avons pas regrettée. “ ‘“Au début, il a fallu chercher un peu”, poursuit Pype. “Nos élèves dans l’enseignement spécialisé ont des problèmes auxquels il faut accorder une attention particulière. Il est difficile d’estimer à l’avance leurs limites. C’est pourquoi, nous sommes restés à la base pour cette première édition. Alors que les étudiants de l’enseignement professionnel secondaire ont réalisé une installation incluant tant du sanitaire que du chauffage, nous nous sommes limités à une installation sanitaire. Tout bien considéré, nos “gars” ont livré un travail formidable. L’année prochaine, nous irons une étape plus loin. Nous voulons également réaliser une installation mixte.”

installation Courtrai

installation Assebroek

september - septembre 2017 •

magazine

15

Formation

››› dans le concours interscolaire”, explique M. ­Desutter. “C’est mon travail de veiller à ceci.”

“En outre, je pense qu’il est essentiel que les enseignants participent au projet”, continue M. Desutter. “Ils connaissent le mieux les compétences de leurs élèves. Ainsi, depuis cette année ce sont les enseignants qui élaborent l’épreuve. Auparavant, ceci était fait par le groupe de travail. En raison de ce changement, nous ne pouvons plus parler d’un véritable concours. Étant donné que jadis les enseignants ne connaissaient pas la réponse, le concours interscolaire était également une épreuve pour eux. Actuellement, nous sommes une seule équipe. Nous collaborons tous en fonction de l’élève. Ceci crée plus de contact entre les enseignants, ce dont je suis ravi. Les enseignants apprennent à se connaître différemment. Sans s’en rendre compte, ils échangent du matériel d’étude et des méthodes d’enseignement. Le concours interscolaire est en réalité une for-

Haverlo Assebroekétait la première école d’enseignement spécialisé à recevoir le trophée de lauréat.

C’est Bart Tommelein, ministre flamand de l’Energie, qui leur a remis le prix.

mation continue prolongée. Nous sommes donc très reconnaissants envers ICS pour cette initiative.”

Enfin, Gerd Decoene mérite une men-

tion honorable. Gerd représente ICS au niveau local. Depuis des années, il mène entre autres le concours interscolaire à bonne fin. Un acteur irremplaçable dans tout le processus.

Une journée pour toutes les techniques Fedelec et ICS lancent ensemble un salon professionnel unique

the save te da

VENDREDI 1 DECEMBRE 2017

 Le premier salon professionnel belge dédié aux techniques d'installation : climat intérieur,

installations sanitaires, électrotechnique, automatisation et sécurisation, chauffage, ramonage et traitement d’eau

 Dans les grandes salles du Brussels Kart Expo, de 10h00 à 20h00.  Accès gratuit pour les professionnels de la construction.

 Ambiance et convivialité assurées grâce à des buffets gratuits et des boissons.

Pour obtenir plus d’informations sur la réservation d’un stand pour cet évènement unique, veuillez contacter steve.caufriez@confederatiebouw.be. www.installday.be organisation:

partenaire médiatique:

Fedelec magazine 16

magazine

• september - septembre 2017

ICS magazine

une initiative de: Installateurs-électriciens

Action de lancement

Du 01.09.2017 au 31.12.2017

Vous cherchez quelque chose?

2 YONOS PICO =

TRACKER GRATUIT * * Jusqu’à épuisement du stock

Wilo-Yonos PICO Plus de confort, moins de consommation Voir la liste des distributeurs participants sur www.wilo.be

Pioneering for You

GARANTIE

5 ANS

Redémarrage MANUEL possible Réglage facile à l’aide de SYMBOLES

Fusie

Duidelijkheid rond fusie ICS en Fedelec ICS en Fedelec slaan de handen in elkaar. Begin januari smelten beide federaties samen tot één organisatie. ICS magazine nodigde Kris Van Dingenen, adjunct-directeur van Fedelec, en Jan Lhoëst, directeur van onze federatie, uit. We schotelden de heren vijf prangende vragen over de nakende fusie voor.

Een fusie, dat klinkt wel mooi, maar je kan er toch niet onderuit dat een elektricien, de doelgroep van Fedelec, niet hetzelfde doet als een loodgieter of een verwarmingsinstallateur, waar ICS op mikt? Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat beide beroepsgroepen evenredig vertegenwoordigd worden?

Kris Van Dingenen: ‘Het spreekt voor zich dat iedereen zich thuis moeten voelen in ons nieuwe huis. Wij beseffen dat elk b­ eroep z’n bijzonderheden heeft. Daarom sleutelen we aan het organigram van onze organisatie. Iedereen moet zijn zegje kunnen doen. Vandaag hebben ICS en Fedelec elk een eigen raad van bestuur. In onze nieuwe structuur zal dit één raad van ­bestuur worden, maar de taken die ze op zich neemt, worden teruggeschroefd. Enkel de dagdagelijkse werking, zoals bijvoorbeeld personeelszaken of budgetbeheer, zal er ter sprake komen. Technische materies verhuizen naar de sectorraden.’

Jan Lhoëst: ‘Er komt er een sectorraad “Elektrotechniek” en een sectorraad “Sanitair en Verwarming”. De zetels in deze raden worden per provincie verdeeld. Elke raad heeft maximaal veertig mandatarissen, wat neerkomt op vier zetels per provincie. Verder zal een raad, zoals vandaag, comités en werkgroepen kunnen oprichten. Hier worden dan afgelijnde onderwerpen besproken.

Zo komt er ongetwijfeld een sectorcomité “Schoorsteenvegers” of een werkgroep “Grote Technische Installaties”. Ook comités waarin leden van beide sectorraden zetelen zijn een mogelijkheid.

Het zou immers niet logisch zijn om bijvoorbeeld per sectorraad een comité “Warmtepompen” op te richten. Waar mogelijk zullen we aan kruisbestuiving doen.’

Het is duidelijk dat jullie nagedacht hebben over de theorie, maar in de praktijk lijkt het ons niet gemakkelijk om vanuit één federatie nog steeds advies op maat te bezorgen aan de leden. Hoe lossen jullie dit op?

Lhoëst: ‘Wees gerust, ook dit zal door de fusie vlotter verlopen.

We hoeven bepaald werk niet meer dubbel te doen, waardoor er ruimte gecreëerd wordt om extra personeel aan te nemen. Zo zullen we ons aantal adviseurs, die de sector op technisch en juridisch vlak volgen, verdubbelen. Tot nu toe was er één voltijdse kracht die zich op de elektrosector richtte en twee halftijdse medewerkers die rond hernieuwbare energie werkten. Hier voegen

18

magazine

• september - septembre 2017

Jan Lhoëst en Kris Van Dingenen

we een voltijdse specialist elektrotechniek en een voltijdse specialist HVAC aan toe.’

Van Dingenen: ‘Ook zijn we op zoek naar twee voltijdse accountmanagers. Zij zullen de band met de lokale afdelingen en de individuele leden versterken. In de toekomst willen we namelijk meer infoavonden organiseren in onze regionale hubs. We moeten onze leden nog beter inlichten over wat er leeft in de sector.

Dat is trouwens ook de reden waarom we zojuist een voltijdse redacteur hebben aangenomen. We willen onze boodschap verstaanbaar verspreiden.’

Lhoëst: ‘Tot slot moeten we de trend richting multidisciplinariteit niet ontkennen. Zo neemt het aantal bedrijven dat zich zowel op de elektro-, als HVAC- en sanitairmarkt stort, steeds toe. De fusie sluit aan bij deze verandering. Door onze federaties samen te voegen, hoeven we niet elk afzonderlijk bepaalde trends te onderzoeken. Sommige systemen, denk bijvoorbeeld aan warmtekrachtkoppeling, overlappen het werkterrein van ICS en Fedelec.

Het is gek dat we zulke thema’s alle twee volgen. Voortaan kunnen we zoiets toewijzen aan een en dezelfde persoon.’

Kort samengevat willen jullie als beroepsfederatie meer doen dan enkel de belangen van jullie leden vertegenwoordigen bij de overheid. Jullie willen ook diensten aanbieden. Hoe zal dit in de praktijk in zijn werk gaan?

Van Dingenen: ‘Wel, concreet willen wij de schakel zijn tussen onze leden en de actoren die van belang zijn voor onze sector.

Ik denk dan bijvoorbeeld aan groothandels, fabrikanten, opleidingsinstituten of het onderwijs. Wij moeten een gids zijn op het pad.’

Lhoëst: ‘Misschien twee voorbeelden om dat idee wat vorm te geven. Ten eerste zullen onze adviseurs problemen aankaarten bij de fabrikanten. Onze fusiefederatie moet een soort van syndicaat voor de installateur worden. Er zijn immers heel wat problemen die de fabrikanten makkelijk kunnen verhelpen, maar waar ze momenteel te weinig van op de hoogte zijn. Onze leden vragen zich bijvoorbeeld af waarom sommige referentienummers elke twee jaar veranderen. Dat lijkt voor de buitenstaander misschien een futiliteit, maar iedereen in de sector stoort zich dagelijks aan zulke dingen. Wij gaan daarom deze problemen oplijsten en verspreiden onder de fabrikanten. Dan is het aan hen om actie te ondernemen.’

‘Ten tweede willen we onze leden informatie verschaffen. Zo zullen we relevante opleidingen bundelen van zowel fabrikanten, specialisten of de Confederatie Bouw. Al deze opleidingen hopen we tegen een verminderd ledentarief te kunnen aanbieden. De fusie verhoogt immers onze slagkracht. Dat gaan we uitspelen als we in debat gaan met opleidingscentra.’

ICS en Fedelec maken onderdeel uit van een groter geheel: de Confederatie Bouw. Zoals in elke organisatie van enige omvang spelen er verschillende belangen. Hoe gaan jullie ervoor zorgen dat de Confederatie luistert naar de bezorgdheden van onze leden?

Lhoëst: ‘We zijn vandaag uiteraard ook al vertegenwoordigd in de nationale organen en dat zal in de toekomst niet veranderen. We gaan zelfs sterker staan dan ooit tevoren. De leden van ICS en Fedelec samen maken ongeveer een vijfde van het totale ledenaantal van de Confederatie uit. We zullen nog meer dan vroeger een gezamenlijke visie uitdragen en dat is niet onbelangrijk. Onze belangen zijn namelijk niet altijd dezelfde als die van andere aannemers. Denk maar aan de steeds strengere energie-eisen. Voor ons is dit een zegen, terwijl heel wat andere sectoren het liever anders zouden zien.’

Van Dingenen: ‘We hebben, zoals Jan zegt, al heel wat in de pap te brokkelen, maar het kan altijd beter. Daarom zetten we binnen onze nieuwe structuur extra in op ledenwerving. Er zal zich iemand specifiek bezighouden met het aantrekken van nieuwe leden. Dit is ook belangrijk voor onze bestaande leden. Hoe groter de beroepsfederatie, hoe relevanter.’

Als afsluiter een toch niet zo onbelangrijke vraag. Momenteel hebben ICS en Fedelec beiden een blad. Zal dit na de fusie veranderen?

Lhoëst: ‘Hoewel de twee sectoren naar elkaar toegroeien, hebben we toch beslist om beide bladen te behouden. We berichten namelijk vaak over technische nieuwigheden en daar zit toch nog heel wat verschil. Verder kunnen we al meegeven dat we ICS magazine gaan opsplitsen in twee versies: een in het Frans en een in het Nederlands. Hoe deze nieuwe bladen zullen heten, maken we bekend op vrijdag 1 december 2017. Die dag vindt onze gezamenlijke beurs Install Day plaats. We onthullen er ook de naam van onze nieuwe federatie. Reden te meer om aanwezig te zijn!’

Voorbereid op de toekomst: volg een opleiding bij Odisee Hogeschool Warmtepompen Tijdens deze zevendaagse opleiding leer je hoe je warmtepomponderdelen moet verbinden via hardsolderen. Je leert de warmtepomp aan te sluiten, in dienst te nemen, af te stellen en te onderhouden.

De praktijk wisselt af met de theorie die nodig is om de werking van de warmtepomp te begrijpen.

De opleiding sluit af met een examen dat leidt tot het noodzakelijke “certificaat van bekwaamheid in de koeltechniek”.

Dit certificaat is verplicht om warmtepompinstallaties te mogen vullen met koelmiddel.

Erkend door Constructiv en Vormelec

Bio-ecologisch Bouwen en Wonen Het postgraduaat Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen biedt een duidelijke en integrale visie op gezond en milieuverantwoord (ver)bouwen. Deze opleiding koppelt de principes van energiezuinig bouwen aan een duurzaam woonbeleid. Je krijgt praktisch toepasbare inzichten en een brede kennis over het onderwerp en raakt geïnspireerd voor een groene en leefbaarder woon- en werkomgeving.

In samenwerking met het Vlaams Instituut voor Bio-ecologisch Bouwen en Wonen (VIBE)

Meer info vind je via volgende website: http://dvo.odisee.be  industriële wetenschappen KMO-portefeuille mogelijk.

Aarzel niet ons te contacteren op dvo@odisee.be

september - septembre 2017 •

magazine

19

Fusion

De la clarté concernant la fusion entre ICS et Fedelec ICS et Fedelec uniront leurs forces. Début janvier, les deux fédérations fusionneront pour devenir une seule organisation. La revue spécialisée ICS a invité Kris Van Dingenen, directeur adjoint de Fedelec, et Jan Lhoëst, directeur de notre fédération. Nous leur avons posé cinq questions délicates sur la fusion imminente.

Une fusion, cela semble attrayant, mais vous ne pouvez toutefois pas ignorer qu’un électricien, le groupe cible de Fedelec, ne fasse pas le même travail qu’un plombier ou installateur de chauffage, notamment le groupe cible d’ICS? Comment veillerez-vous à ce que les deux groupes de métiers soient représentés de manière proportionnelle?

Kris Van Dingenen: ‘Il va de soi que tout le monde devra se sentir à l’aise dans notre nouvelle organisation. Nous avons parfaitement conscience que chaque métier a ses particularités. C’est pourquoi, nous adaptons l’organigramme de notre organisation.

Tout le monde son mot à dire. Aujourd’hui, ICS et Fedelec ont chacun leur propre conseil d’administration. Dans notre nouvelle structure, cela deviendra un seul conseil d’administration, mais les tâches qu’il devra remplir seront diminuées. Seule l’administration quotidienne, telle que la gestion du personnel ou la gestion des budgets, seront discutés. Les questions techniques seront traitées par les conseils sectoriels.’

Jan Lhoëst: ‘Par conséquent, un conseil sectoriel “Electrotechnique” et un conseil sectoriel “Sanitaire et Chauffage” seront créés.

Les sièges dans ces conseils seront répartis par province. Chaque conseil aura au maximum quarante mandataires, ce qui représente quatre sièges par province. De même qu’à l’heure actuelle, un conseil pourra fonder des comités et des groupes de travail. Ceuxci aborderont alors des sujets clairement définis. Ainsi, un comité sectoriel “Ramoneurs” ou un groupe de travail “Grandes Installations Techniques” seront sans doute fondés. Des comités dans lesquels des membres des deux conseils sectoriels siègent sont également une possibilité. Par exemple, il ne serait pas logique de créer un comité “Pompes à chaleur” par conseil sectoriel. Dans la mesure du possible, nous réaliserons une interaction interdisciplinaire.’

Il est clair que vous avez bien réfléchi à la théorie, mais en pratique, il ne nous semble pas facile de fournir, à partir d’une même fédération, des conseils personnalisés aux membres. Comment comptez-vous résoudre ce problème?

Lhoëst: ‘“Soyez tranquille, cela sera également facilité par la fusion. Certaines tâches ne devront plus être faites en double, ce qui crée de l’espace pour engager du personnel supplémentaire. Ainsi, nous allons doubler le nombre de conseillers, qui suivent le secteur

20

magazine

• september - septembre 2017

Jan Lhoëst et Kris Van Dingenen

dans le domaine technique et juridique. Jusqu’à présent, il y avait un collaborateur à plein temps axé sur le secteur de l’électronique et deux employés à mi-temps concentrés sur les énergies renouvelables. Un spécialiste en électrotechnique à plein temps et un spécialiste en CVAC à plein temps viendront renforcer notre équipe.’

Van Dingenen: ‘En outre, nous cherchons également deux gestionnaires de comptes à temps plein. Ils renforceront le lien avec les départements locaux et les membres individuels. A l’avenir, nous souhaitons organiser plus de soirées d’information dans nos centres régionaux. Nous devons mieux informer nos membres sur l’évolution dans le secteur. C’est également pour cette raison que nous venons d’engager un rédacteur à plein temps. Nous voulons diffuser notre message de manière compréhensible.’

Lhoëst: ‘Enfin, nous ne devons pas nier la tendance à la multidisciplinarité. Ainsi, le nombre d’entreprises qui se concentrent à la fois sur le marché de l’électrotechnique que sur celui du CVAC et sanitaire augmente en permanence. La fusion suit cette tendance.

Par la fusion de nos fédérations, nous n’avons pas besoin d’examiner certaines tendances séparément. Certains systèmes, pensez alors à la cogénération, recouvrent les champs d’activité d’ICS et Fedelec. Il est insensé de suivre ces thèmes à deux. Désormais, nous pourrons assigner une seule personne pour faire cela.’

Il est évident qu’en tant que fédération professionnelle, vous souhaitez faire davantage que de défendre uniquement les intérêts de vos membres auprès des autorités. Vous voulez également offrir des services. Comment cela se fera-t-il dans la pratique?

Van Dingenen: ‘Concrètement, nous voulons être le lien e­ ntre nos membres et les acteurs importants pour notre secteur. Je pense alors aux grossistes, fabricants, instituts de formation ou à ­l’enseignement. Nous devons prendre sur nous le rôle de guide.’

Lhoëst: ‘Donnons deux exemples pour donner forme à cette idée. D’abord, nous conseillers soulèveront des problèmes chez

les ­fabricants. Notre fédération fusionnée sera une sorte de syndic pour l’installateur. Il y a beaucoup de problèmes qui peuvent facilement être résolus par les fabricants, mais dont ils ne sont actuellement pas suffisamment au courant. Nos membres se demandent par exemple pourquoi certains numéros de référence sont modifiés tous les deux ans. Cela peut sembler une futilité pour quelqu’un qui n’est pas concerné, mais dans le secteur, ce genre de choses dérange tout le monde au quotidien.

C’est pourquoi, nous allons donc répertorier et communiquer ces problèmes aux fabricants. Ensuite, c’est à eux de prendre des mesures.’

‘Secundo, nous voulons informer nos membres. Ainsi, nous regrouperont des formations intéressantes, tant des fabricants que des spécialiste ou de la Confédération Construction. Nous espérons pouvoir proposer ces formations aux membres à un tarif préférentiel. La fusion augmente notre capacité. C’est ce que nous allons exploiter en négociant avec les centres de formation.’

ICS et Fedelec font partie d’un ensemble plus grand: la Confédération Construction. Comme toute organisation d’envergure, il y a différents intérêts. Comment vous ferez en sorte que la Confédération soit à l’écoute des soucis de nos membres?

Lhoëst: ‘Bien entendu, nous sommes déjà représentés actuellement dans les organismes nationaux et cela ne changera pas à l’avenir. Nous serons même plus forts que jamais. Les membres d’ICS et Fedelec ensemble représentent environ un cinquième du nombre total de membres de la Confédération. Plus que jamais, nous présenterons une vision commune, ce qui n’est pas sans importance. Nos intérêts ne sont pas toujours les mêmes que ceux d’autres entrepreneurs. Il suffit de penser aux exigences énergétiques toujours plus strictes. Pour nous, c’est une bénédiction, alors que de nombreux autres secteurs préféreraient que cela ne soit pas le cas.’

Van Dingenen: ‘Comme Jan vient de le mentionner, nous avons déjà assez d’influence, mais on peut toujours faire mieux.

Au sein de notre nouvelle structure, nous nous concentrerons plus sur le recrutement de nouveaux membres. Un employé se concentrera spécifiquement sur le recrutement de nouveaux membres. Ceci est également important pour nos membres existants. Plus la fédération professionnelle est grande, plus elle sera efficace.’

CHEMINÉES • SCHOORSTENEN

Réf : 16-

La Solution qui s’impose …

De Oplossing is … die noodzakelijk

Réf : 16-

• Réduit la pollution • Supprime la condensation • Économise le combustible • Minder pollutie • Voorkomt condensvorming • Bespaart de brandstoffen

Encore une question plutôt importante pour finir.

Actuellement, ICS et Fedelec disposent chacune d’une revue professionnelle. Est-ce que cela changera-t-il après la fusion?

Lhoëst: ‘Bien que les deux secteurs s’approchent de plus en plus, nous avons décidé de garder les deux magazines. Nous informons souvent sur des nouveautés techniques et dans ce domaine, il y a encore beaucoup de différences. En outre, nous pouvons déjà vous communiquer que la revue ICS sera divisée en deux versions: une version française et une version néerlandaise. Les nouveaux noms de ces revues seront annoncés le vendredi 1er décembre 2017. Ce sera la journée de notre salon professionnel commun : Install Day. Nous y révélons également le nom de notre nouvelle fédération. Une raison de plus pour être présent!’

BÂTIR EN TOUTE CONFIANCE BOUWEN MET VERTROUWEN

39, rue Trixhay - 4020 WANDRE • Tel. 04 362 65 34 www.colli-net.com • info@colli-net.com

september - septembre 2017 •

magazine

21

Digitaal

BIM?

Nooit van gehoord BIM (Building Information Modelling) is een nieuwe manier van werken die zowel op nationaal als op internationaal niveau een groeiend succes kent.

Zo beginnen alsmaar meer grote én kleinere bedrijven BIM toe te passen in hun bouwprojecten.

Maar wat is BIM nu precies? Welke rol kan BIM spelen bij de verschillende fasen van een bouwproject? Is BIM enkel iets voor de architect, het studiebureau en de bouwaannemer of is het ook iets voor de installatiebedrijven? In dit artikel proberen we deze vragen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Waarom BIM?

Bouwbedrijven en hun onderaannemers komen steeds meer onder druk te staan bij de uitvoering van hun bouwprojecten: de uitvoeringstermijnen worden korter, de kwaliteit moet steeds beter zijn en de budgetten zijn vaak beperkt. Bovendien lopen de werken niet altijd volgens plan. Dit is doorgaans te wijten aan de fragmentering van het bouwproces, aan miscommunicatie tussen de verschillende partners en aan de toenemende techniciteit. BIM kan hiervoor een oplossing bieden. Hiermee is het immers mogelijk om het bouwproces beter te organiseren en samen te werken aan de hand van uitwisselbare digitale bouwmodellen.

Waarvoor staat BIM?

Onder BIM verstaat men doorgaans Building Information Modelling (d.i. het maken van digitale bouwmodellen) of

22

magazine

• september - septembre 2017

BIM wordt gezien als een manier om projecten in goede banen te leiden (door te anticiperen op problemen die men vaak tegenkomt bij de uitvoering), waarbij een betere informatie-uitwisseling centraal staat. BIM is dus géén doel op zich, maar een efficiënte en collaboratieve werkmethode die het engagement van alle actoren vergt.

Building Information Model (het bouw­ informatiemodel). Het gaat hier om een digitaal model, dat een virtuele weergave van het bouwwerk vormt, waarbij geometrie en informatie aan elkaar gekoppeld worden. Zo is het opgebouwd uit verschillende objecten, zoals een raam, een dak en een muur, met bijbehorende informatie zoals hun technische eigenschappen en relaties met andere objecten.

Naast de twee voornoemde betekenissen wordt de afkorting BIM alsmaar vaker gebruikt in de zin van Building Informa-

tion Management, met andere woorden het beheren en uitwisselen van deze informatie.

Wat houdt BIM in?

Er bestaat geen eenduidige definitie van BIM: iedereen bekijkt dit concept op zijn eigen manier, naargelang van de mogelijkheden en voordelen die het hen te bieden heeft. Zo gaat BIM voor sommigen uitsluitend over het modelleren van gebouwen om vanuit deze 3D-modellen plannen of hoeveelheden af te leiden. Anderen zien dan weer het voordeel in van

de mogelijkheid om fouten vooraf te ontdekken en deze op de computer op te lossen in plaats van achteraf op de werf.

Nog anderen verstaan onder BIM louter en alleen de software waarmee de modellen aangemaakt worden. Hoewel geen van deze standpunten op zich fout is, stellen ze telkens slechts één aspect van BIM voorop.

BIM is echter breder dan dat. Het gaat

(WTCB)

Evolutie van het bouwproces naar BIM

hier immers om een methode om gegevens uit te wisselen tussen de verschillende partijen van een bouwproject. Dit doet men door het proces op een gestructureerde manier te organiseren en door digitale bouwmodellen op te bouwen en te delen tussen de verschillende partijen. Uit deze modellen kan men dan informatie afleiden die gebruikt kan worden om het project te ontwerpen en de uitvoering ervan virtueel voor te bereiden nog vóór de

eigenlijke uitvoeringsfase van start gaat.

Compatibiliteit? Open BIM

Bij de creatie van hun digitale bouwmodellen maken de bouwbedrijven vaak gebruik van verschillende BIM-software.

Bepaalde softwaresystemen zijn echter niet in staat om de formaten van andere systemen te lezen of aan te passen.

Om dit probleem te verhelpen, werden er open bestandsformaten of ‘open standaarden’ ontwikkeld, zoals de Industry Foundation Classes of IFC. Deze open standaard wordt door alle courante BIM-applicaties ondersteund en heeft als doel om modellen van de ene software naar de andere te vertalen. Dankzij ‘Open BIM’ kunnen de verschillende partijen dus kiezen met welke software ze werken, zonder dat de informatie-uitwisseling in het gedrang komt.

september - septembre 2017 •

magazine

›››

23

Digitaal

››› Het spreekt echter voor zich dat partijen

die met dezelfde software werken hun modellen kunnen uitwisselen zonder gebruik te maken van voornoemde open standaarden.

Ook bij de oplevering kan ‘Open BIM’ zeer nuttig blijken: de data blijven immers voor iedereen toegankelijk, zelfs indien men niet (meer) over de licentie voor de oorspronkelijke software beschikt.

Bij het organiseren van BIM-projecten worden er doorgaans meerdere modellen opgebouwd, die elk een deel van het project omvatten. Vaak komen deze deelmodellen (disciplinemodellen) overeen met de verschillende studiebureaus: architectuur, stabiliteit en speciale technieken. Deze modellen kunnen nog verder opgedeeld worden in aspectmodellen. Deze modellen dienen steeds goed op elkaar afgestemd te zijn. Zo maakt de stabiliteitsingenieur zijn eigen disciplinemodel (de structuur van het bouwwerk), dat in overeenstemming dient te zijn met het architectuurmodel. Het coördineren van deze modellen gebeurt door ze samen te voegen in één controleomgeving (coördinatiemodel) en te vergelijken op hun onderlinge overeenkomst, de juiste positionering van de elementen en het optreden van eventuele fouten.

BIM en installatiebedrijven

In een BIM-project worden de aannemer en het installatiebedrijf best zo vroeg mogelijk bij het bouwproces betrokken.

In de praktijk – zeker bij een traditioneel contract en bij kleinere projecten – is het voor de aannemer en het installatiebedrijf echter moeilijk haalbaar om al mee te werken vanaf de ontwerpfase, gelet op het feit dat het ontwerp in de regel ten laste valt van de architect, al dan niet in samenwerking met een studiebureau.

De grote voordelen van het werken met een digitaal bouwinformatiemodel bij het ontwerp(team) werden reeds aangehaald: • de onderlinge afstemming van alle plannen • een beter inzicht voor alle betrokken partijen • de mogelijkheid om tabellen en hoeveelheden te extraheren • clash detection …

De aannemer en het installatiebedrijf ver-

24

magazine

• september - septembre 2017

(WTCB)

Deelmodellen

Deelmodellen en het coördinatiemodel

schijnen gewoonlijk pas op het toneel in de offerte- en bestellingsfase. In dit stadium dienen zij hun prijs op te maken voor het voorgestelde ontwerp en eventuele varianten aan te reiken. BIM kan hierbij een handig hulpmiddel vormen.

Projecten die met de BIM-filosofie opgezet worden, zullen dus op zoek gaan naar aannemers en onderaannemers die mee willen stappen in het BIM-verhaal. Naast het aspect van de prijs, zal in een BIM-project bij de selectie van het installatiebedrijf dus meer en meer rekening gehouden worden met de mate waarin het installatiebedrijf mee kan gaan in het BIM-verhaal.

Ondanks het feit dat de BIM-filosofie nu al z’n ingang heeft gevonden bij enkele grote projecten, hoeven installatiebedrijven niet ongerust te zijn. BIM zal stapsgewijs doorspijpelen naar de onderaannemers en geleidelijk aan naar de middelgrote en dan naar de iets kleinere projecten. Het aanpassen van het bouwproces kost moeite en geld, het zal dus zeker de nodige tijd nemen. De boodschap is om open te staan en mee te stappen in een BIM-project wanneer dit zich een eerste keer voordoet: • Afhankelijk van de samenwerkingscontracten kan het zijn dat de hoofdaannemer de nodige gegevens van de 2D-plannen van z’n onderaannemers zelf overbrengt in het BIM-model of dat een derde partij (BIM-Consultant) dit doet. Dit zal vermoedelijk enkel in

de beginfase voorkomen. Men zal verder evolueren naar volgende mogelijkheid.

• Het kan ook zijn dat de samenwerkingscontracten tussen de hoofdaannemer en z’n onderaannemers vermelden dat de onderaannemers hun plannen etc. digitaal moeten aanleveren in een formaat dat compatibel is met het BIM-model (bv. het IFC-formaat). In dit laatste geval zal dit vermoedelijk een investering vragen van het installatiebedrijf in de nodige software (nieuwe software of uitbreiding van de bestaande). Deze investering is uiteraard niet verloren, want BIM is geen tijdelijk verschijnsel en reduceert faalkosten.

Voor de kleinere projecten kan het tenslotte ook nog zijn dat een installatiebedrijf genoeg heeft aan een soort van BIM-viewer software (bestaat in gratis basisversies). In dit geval zal het beter zijn om te kiezen voor een BIM-viewer software die ook een meetstaat kan genereren zodat de offerte sneller kan gemaakt worden en in een latere fase de werkvoorbereiding en de verrekeningen vlot zullen verlopen.

BRON: www.bimportal.be MEER INFO: Bezoek de beurs Digital Construction Brussels op 11 en 12 oktober.

Niet enkel zijn er verschillende gastsprekers aanwezig die uitleg geven rond BIM. Ook vindt u er de belangrijkste softwarebedrijven uit de BIM-sector terug. Niet te missen!

VR A AG

ENKEL

HE T

ALLERBES T E

!

RIEL L O K E T EL OP S T OOKOL IE

CONDENSEREND

LAGE TEMPERATUUR

TERTIAIR

RESIDENTIEEL

B

SSE

GITRÈ LN

- Roestvrijstalen drietreksketel - Grote waterinhoud - Van 115 tot 350 kW - Low NOx stookoliebrander 2-traps of modulerend - Standaard met bedieningspaneel RielloTech Clima TOP - Geen beperkingen op vlak van debiet of teruglooptemperatuur - Werkt op standaard huisbrandolie (zwavelgehalte <1000 ppm)

- Gietijzeren drietreksketel - Enkel verwarming of combi - Low NOx stookoliebrander - Energieklasse B - Seizoensgebonden energie-efficiëntie ≥ 86% - Laag geluidsniveau - Groot uitwisseloppervlak - Omgekeerd rookgascircuit van boven naar beneden - Tot 3 directe verwarmingskringen - Gemakkelijke hantering

E

K

A

STO KO O

LI

TAU UNIT OIL

SE LAS

- Geëmailleerd stalen ketellichaam - Roestvrijstalen postcondensor (AISI 904L) - Enkel verwarming of combi - Low NOx stookoliebrander met voorverwarming - Energieklasse A - Standaard met weersafhankelijke regelaar - Uitgerust voor de integratie in een zonnesysteem - Compleet geleverd, installatieklaar

COMFORT

LI

ST

E

TAU N OIL PRO

RESIDENTIEEL

LOW

KLA

OOK O

RESIDENTIEEL

TREGÌ* - Gietijzeren ketel - Enkel verwarming of combi - Uit te rusten met een ééntraps stookolie of gasbrander - Optimaal rendement met competitief prijs - Bestemd voor vervangingsmarkt * Ketels op de markt gebracht tot 1 januari 2018 volgens de ErP-richtlijn.

Uitsluitend bestemd voor de vervangingsmarkt, in overeenstemming met artikel 1, punt 2 (G) van de verordening EU 813/2013.

BESPARING

NOx

Riello N.V. - Waverstraat 15 - 9310 Moorsel - T: 053/769.030 - www.riello.be - info@riello.be

EFFICIENTIE

Numérique

Le BIM,

Jamais entendu parlé?

Le BIM (Building Information Modelling) est une nouvelle manière de travailler qui connaît un succès croissant tant sur le plan national qu’international.

Ainsi, de plus en plus de grandes, mais aussi de petites entreprises, commencent à appliquer le BIM pour leurs projets de construction. Mais qu’estce que le BIM en réalité ? Quel est le rôle que BIM peut jouer dans les différentes phases d’un projet de construction? Est-ce que le BIM est uniquement destiné aux architectes, bureaux d’études et entrepreneurs ou est qu’il est également utile pour les entreprises d’installation ? Dans cet article, nous nous efforçons de répondre au mieux à ces questions.

Pourquoi le BIM?

Les entreprises de construction et leurs sous-traitants subissent de plus en plus de contraintes dans la réalisation de leurs projets: les délais d’exécution sont de plus en plus courts, les exigences de qualité deviennent toujours plus strictes et les budgets sont bien souvent restreints.

En outre, les travaux ne se déroulent pas toujours comme prévu. Ceci est généralement à imputer à un processus très fragmenté, à des problèmes de communication entre intervenants et à un degré de technicité croissant. Cette probléma-

tique peut être résolue grâce au BIM. Celui-ci permet en effet une meilleure organisation du processus de construction et une collaboration basée sur l’utilisation de maquettes numériques qui peuvent être échangées entre les partenaires.

Que signifie BIM?

BIM signifie habituellement Building Information Modelling (c’est-à-dire la réalisation de maquettes numériques) ou Building Information Model (la maquette numérique elle-même). Cette maquette numérique, qui est la représentation

Le BIM est considéré comme une manière de mener à bien des projets (en anticipant les difficultés souvent rencontrées en phase d’exécution), une méthode où l’échange d’informations occupe une place centrale.

Le BIM n’est donc pas un objectif en soi, mais une méthode de travail collaborative et efficace nécessitant l’engagement de tous les acteurs.

26

magazine

• september - septembre 2017

virtuelle d’un ouvrage, intègre des vues géométriques ainsi que diverses informations. Elle est constituée d’objets (fenêtres, toiture, murs) auxquels sont associés des informations concernant notamment leurs caractéristiques techniques et leurs relations avec d’autres objets.

Outre les deux significations précitées, l’acronyme BIM renvoie de plus en plus souvent au Building Information Management, autrement dit à la gestion et à l’échange d’informations.

En quoi consiste le BIM ?

Il n’existe pas de définition univoque du BIM : chacun comprend ce concept à sa manière, en fonction des possibilités et des avantages que celui-ci a à lui offrir.

Ainsi, pour certains, le BIM servira exclusivement à réaliser des maquettes de bâtiments 3D dans le but de produire des

plans ou de calculer des quantités de matériaux. D’autres y verront l’opportunité d’anticiper les erreurs et d’y remédier directement sur ordinateur et non pas par après sur le chantier. Pour d’autres encore, le BIM ne représentera rien de plus qu’un logiciel permettant de réaliser des maquettes numériques. Bien qu’aucun de ces points de vue ne soit faux en soi, ils ne tiennent compte que d’un seul aspect du BIM.

(CSTC)

Evolution du processus de construction vers le BIM

Cependant, le BIM est bien plus que cela. Il s’agit en effet d’une méthode qui permet d’échanger des données entre les différentes parties impliquées dans un projet de construction. Cet échange se fait en organisant le processus de façon structurée, mais aussi en réalisant et en partageant des maquettes numériques entre partenaires. Celles-ci pourront être utilisées pour extraire diverses infor­mations. L’ensemble permettra de

concevoir le projet, mais aussi de préparer l’exécution, qui peut se faire de façon virtuelle, avant d’entamer la phase d’exécution réelle.

Compatibilité? Open BIM

Pour créer des maquettes numériques, les entreprises de construction utilisent bien souvent des logiciels BIM. Certains d’entre eux ne parviennent toutefois pas à lire ou à adapter les formats provenant d’autres logiciels. Pour résoudre ce problème, des formats de fichiers ouverts ou ‘standards ouverts’ ont été créés, tels que les Industry Foundation Classes ou IFC. Ce standard ouvert est supporté par tous les logiciels BIM courants et a pour fonc­ tion de traduire les modèles d’un logiciel à l’autre. Grâce à l’Open BIM, les acteurs peuvent choisir le logiciel qu’ils utilisent sans craindre de perdre des données durant les échanges d’informations. september - septembre 2017 •

magazine

›››

27

Numérique Modèle de coordination

Modèle pour la menuiserie

››› Il va de soi que les partenaires qui travail-

lent avec le même logiciel peuvent échanger les maquettes sans recourir aux standards ouverts susmentionnés. L’Open BIM peut également s’avérer très utile au moment de la réception : les données sont en effet accessibles à tous, même si l’on ne dispose pas (ou plus) de la licence pour le logiciel initial.

Plusieurs modèles sont généralement réalisés dans le cadre d’un projet BIM, chacun représentant une partie de l’ouvrage.

Ces modèles partiels (relatifs à une discipline) sont souvent issus des différents bureaux d’études: architecture, stabilité et techniques spéciales. Ils peuvent encore être subdivisés sur la base de l’aspect.

Il convient de veiller à ce que ces modèles concordent toujours bien les uns avec les autres. Ainsi, l’ingénieur en structure réalise le modèle lié à la structure de l’ouvrage, lequel doit être compatible avec le modèle architectural. Ces modèles sont coordonnés en les regroupant dans un environnement de contrôle (modèle ‘coordination’) et en vérifiant leur cohérence, le bon positionnement des éléments et l’absence d’erreurs.

Le BIM et les installateurs

Lorsqu’on utilise le BIM, l’idéal est d’impliquer l’entrepreneur et l’installateur dès que possible dans le processus constructif. En pratique toutefois – en particulier dans le cadre d’un contrat traditionnel ou d’un chantier de petite taille – il est difficile pour l’entrepreneur et l’installateur d’apporter une contribution dès la phase de conception. En effet, la conception du projet revient majoritairement à l’architecte, parfois aidé d’un bureau d’étude. Les principaux avantages que la maquette numérique offre aux concepteurs ont déjà été abordés: • La concordance des différents plans • une meilleure vue d’ensemble pour toutes les parties impliquées • la possibilité d’extraire des tableaux et des quantités • la détection des erreurs • …

L’entrepreneur et l’installateur n’inter­ viennent généralement qu’en phase ­d’offre et de commande. A ce stade, ils doivent définir leur prix pour la réalisation du projet et proposer d’éventuelles

28

magazine

• september - septembre 2017

Modèle pour les techniques spéciales

Modèle de stabilité

(CSTC)

Différents modèles

Différents modèles et le modèle ‘coordination’

variantes. Le BIM peut leur apporter une aide précieuse pour réaliser ceci.

Les projets développés avec le BIM chercheront donc des entrepreneurs et sous-traitants qui soient prêts à adopter la stratégie BIM. Pour un projet BIM, on tiendra de plus en plus compte - outre l’aspect du prix - lors de la sélection d’une entreprise d’installation de la mesure dans laquelle l’entreprise d’installation soit disposée à adopter le BIM. Bien que le concept BIM soit déjà utilisé dans quelques grands projets, les installateurs ne doivent pas s’inquiéter. Le BIM sera adopté progressivement par les sous-traitants, puis peu à peu, il sera utilisé pour des projets de moyenne et enfin de petite taille.

L’adaptation du processus de construc­ tion exige des efforts et des moyens et cela prendra donc certainement du temps. Le message est d’avoir l’esprit ouvert et de s’engager dans un projet BIM lorsque celui-ci se présentera pour la première fois: • En fonction des accords de coopération, il est possible que l’entrepreneur principal implémente lui-même les informations nécessaires des plans 2D de ses sous-traitants dans le modèle BIM ou qu’un tiers (Conseiller BIM) le fasse. Cela se produira probablement uniquement dans la phase ­initiale. Les choses évolueront à la ­situation suivante.

• Il est également possible que les accords de coopération entre l’entrepreneur principal et ses sous-traitants précisent que les sous-traitants sont tenus de soumettre leurs plans etc. dans un format numérique compatible avec le modèle BIM (par ex. le format IFC). Le cas échant, cela exigera probablement un investissement de l’installateur dans le logiciel nécessaire (un nouveau logiciel ou l’extension du logiciel existant). Cet investissement ne sera pas perdu, car le BIM n’est pas un phénomène temporaire et réduit les coûts de défaillance.

Pour les projets plus petits, il se pourrait que pour l’installateur un genre de logiciel BIM-viewer (disponible en version de base gratuite) soit suffisant. Dans ce cas, il sera préférable de choisir un logiciel BIM-viewer qui puisse également générer les métrés, de sorte que le devis puisse être réalisé plus rapidement et à un stade ultérieur, que la préparation du travail et les calculs soient facilités.

SOURCE: www.bimportal.be PLUS D’INFOS: Les 11 et 12 octobre, venez découvrir le 1er Digital Construction Brussels. Vous n’y entendrez pas seulement des spécialistes évoquer le BIM. Vous y trouverez également d’importantes sociétés de logiciels ayant trait à cette technologie. A ne pas manquer !

HVAC SPECIAL

NEW

notre NOUVEAU CENTRAL pour chaufferies, votre atout TRANQUILLITE NOS FORCES: innovation, qualité et service

Tel: 019 33 99 43 - sales@dalemans.com

www.dalemans.com THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

MAN ann ICS 1_2_UH6.indd 2

1/08/17 16:40

Project

Er waait een frisse wind door Warwick Het volledige HVAC-systeem van een hotel renoveren zonder dat de klanten enige hinder ondervinden. Het lijkt een schier onmogelijke klus. Toch kreeg Maxime Vandeparre het met zijn bedrijf Technical Building Services (TBS) voor mekaar.

Het is maandagvoormiddag, tien voor half elf. Ik wandel het Warwick Hotel, vlakbij de Grote Markt in Brussel, binnen. Tien minuten later heb ik een afspraak met Maxime Vandeparre. Ik meld me aan bij de balie en vraag of Maxime al gesignaleerd is.

Ik leg uit dat hij met zijn bedrijf TBS het ventilatiesysteem en de boilers van het hele gebouw heeft gerenoveerd. De receptioniste valt uit de lucht. ‘Een renovatie?’, vraagt ze verbaasd. ‘Bent u zeker dat u hier moet zijn? Ik werk hier al even en naar mijn weten zijn er de laatste twee jaar in het hotel geen werken gebeurd.’ Terwijl ik me afvraag of er nog een Warwick Hotel in Brussel zou bestaan, zie ik een man door de ruit kijken.

Maxime is stipt op tijd. Ik ben juist.

Maxime moet lachen als ik hem vertel dat het hotelpersoneel niet op de hoogte is van de renovatie. ‘Dat is het teken dat we goed gewerkt hebben’, legt hij uit. ‘Voor Jan Modaal ben je pas aan het renoveren als het

30

magazine

• september - septembre 2017

vast tapijt of het behang eraf gaat, maar in onze stiel is het typisch dat de werken onopvallend moeten gebeuren. Ik werk nagenoeg uitsluitend voor hotels en het is steeds de bedoeling dat ze de zaak niet hoeven te sluiten. Je moet met andere woorden stil kunnen werken.’

Eerste stappen

Het is eerder bij toeval dat Maxime met TBS in de hotelwereld gerold is. Na een studie als handelsingenieur en een carrière bij liftengigant Otis en KMO-bedrijf Automation, komt hij bij Honeywell, een multinational in automatiseringssystemen, terecht.

Hier krijgt hij inzicht in de HVAC-markt.

Als hij hoort over het nakend verbod op het drijfgas R-22 ziet hij zijn kans. Er zullen volgens hem veel HVAC-systemen moeten vervangen worden en besluit daarom zelfstandig te worden. Door een contact dat hij kent via Honeywell haalt hij zijn eerste grote contract binnen. Hij krijgt het onder-

OVER TBS: Technical Building Services NV, afgekort TBS, is gespecia­ liseerd in het technisch beheer van gebouwen. Het bedrijf uit Edingen werkt met een team van 18 personen en gaat prat op zijn vlakke structuur. Door de directe relatie met de klant kan TBS 24 op 24, zeven op zeven, spoedinterventies met een gemiddelde wachttijd van twee uren garanderen.

Verder zet het bedrijf sterk in op energiebesparing. Aan de hand van data maakt TBS een evaluatie van uw verbruik. Ze kijken waar de grote kostenposten zitten en geven advies.

houdscontract voor de HVAC-systemen in een luxehotel aan de luchthaven.

‘Vanaf dan is het snel vooruit gegaan’, zegt Maxime. ‘Ik haalde onderhoudscontracten binnen bij andere grote hotelketens door te verwijzen naar mijn werk aan de luchthaven. Vorig jaar kreeg ik tot slot de grootste opdracht in mijn carrière tot nog toe: de renovatie van het HVAC-systeem in het Warwick Hotel waar we nu staan.’

Vertraging

‘De renovatie was geen gemakkelijke klus’, vertelt Maxime, ‘te meer omdat ik op dat moment erg ziek was. Ik kreeg tijdens de eerste week van de werken te horen dat ik twee maanden moest rusten. Ik heb onmiddellijk mijn broer gebeld. Hij is doctor in de chemie en werkte op dat moment voor een Amerikaanse multinational. Toen hij hoorde dat ik zijn hulp nodig had, heeft hij direct zijn ontslag

ALTRON® B

‘Middelgrote projecten waar de omvangrijke bedrijven te weinig aandacht aan besteden, zijn onze corebusiness.’

aangeboden en is hij bij mij komen werken. Ik krijg er nog steeds tranen van in de ogen als ik aan dat moment denk.’

‘In de beginfase liepen de werken wat vertraging op. Dit vond de klant uiteraard niet zo fijn. Ik heb hem dan ook gezworen dat het in orde zou komen. Meer zelfs, ik heb gezegd dat ik het hotel niet zou verlaten tot wanneer we weer op schema zaten. Uiteindelijk heb ik drie weken in het hotel gewoond. Overdag werkte ik samen met mijn mannen en ’s avonds legde ik al het materiaal voor de dag erna klaar.’

‘Ik moet bekennen dat ik in die drie weken enorm veel geleerd heb. Van achter jouw bureau kijk je anders naar de realiteit. Als werken vertraging oplopen, leg je de schuld te snel bij jouw personeel, terwijl zij er vaak ook niet kunnen aan doen.

Sinds ik gezien heb hoe ze zich soms ergens moesten tussenwringen om iets te installen, begrijp ik best dat het al eens langer kan duren.’

Businessmodel

Door de jaren heen heeft Maxime een bepaalde strategie uitgedokterd, maar zoals het een goede zakenman betaamt, legt hij niet al zijn kaarten op tafel. Wel licht hij een tipje van de sluier op. ‘Ik laat bewust sommige delen van de markt links liggen’, legt hij uit. ‘Ik doe bijvoorbeeld niet mee aan openbare aanbestedingen. Ik probeer sterke klantenrelaties op te bouwen en dat is moeilijk in de publieke sector.’ Daarnaast werkt TBS bewust niet onderaanneming. ‘Grote bedrijven hebben hiervoor ›››

Een oogstrelend design Stookolieketels, de nieuwe generatie met een duidelijke meerwaarde Bijzondere kwaliteiten • Gietijzeren ketelblok GG200 • Hoog rendement, lage temperatuurketel • CE gekeurd energieklasse ERP B

Un design attrayant Une nouvelle génération qui constitue une plus-value Qualités principales • Bloc chaudière en fonte GG20 • Haut rendement, chaudière basse température • Agréée CE, classe d’efficacité d’énergie ERP B

ELCO Belgique nv/sa - Industrielaan 61 Boulevard Industriel - 1070 Anderlecht. www.elco.net

ELCO-4375 ANNONCE ALTRON B_185X132,5_BIL.indd 1

15/05/17 15:01

september - septembre 2017 •

magazine

31

Project

TBS digitaliseerde het HVAC-systeem.

Voordien werd dit voornamelijk manueel bestuurd.

Maxime Vandeparre is fier op zijn werk.

Via een intern systeem kan de technische dienst van het hotel aanpassingen doorvoeren.

››› al vaak prijs gevraagd bij ons’, licht Maxi-

TECHNISCHE FICHE VAN DE UITGEVOERDE WERKEN: PLAATS: Warwick Brussels, Duquesnoystraat 5, 1000 Brussel DUUR: April 2016 – februari 2017 UITGEVOERDE WERKEN: Vervangen van: • twee koelgroepen van 500 kilo­watt • twee luchtgroepen • 330 ventilo-convectoren • alle leidingen inclusief ­sanitair warm water • twee buffervaten (1000 liter) • de primaire en secundaire regeling Plaatsen van: • nieuw gebouwbeheer­ systeem (+programmatie) • multisplits • nieuwe chiller (90 kilowatt)

32

magazine

• september - septembre 2017

me toe, ‘maar we houden de boot af. We concurreren immers met die bedrijven op andere projecten. Er zou een ongezond spanningsveld ontstaan. Onze vrijheid heeft altijd voorrang.’

Verder probeert Maxime zijn contacten in de hotelwezen uit te diepen. ‘Hoewel ik nog geen decennia in de branche zit, merk ik toch enkele belangrijke tendensen op.

Ik heb het gevoel dat grote spelers steeds meer hotels opkopen. Dit heeft voor mij zowel positieve als negatieve gevolgen.

Soms verlies ik klanten omdat de nieuwe verantwoordelijke het onderhoudscontract opzegt zonder me eerst te spreken. Al werkt dit gelukkig ook in de andere richting. Als een keten die al met TBS samenwerkt een hotel opkoopt, krijgen we een onderhoudscontract zonder dat we hier enorm hard voor moeten onderhandelen.’

Little in the Middle

Maxime ziet de toekomst van TBS rooskleurig in. Momenteel werkt het bedrijf met 18 personen, maar dit moet voor hem niet enorm toenemen. ‘Een bedrijf met 35 personen zou ideaal zijn’, volgens Maxime. ‘Mijn bedoeling is namelijk niet om te gaan concurreren op grote projecten met multinationals. Wij richten ons eerder op het middensegment want we zijn enerzijds te groot om de frigo van de

plaatselijke slager te herstellen, maar anderzijds ook te klein om te werken voor instellingen als de NAVO of de EU. Middelgrote projecten waar de omvangrijke bedrijven te weinig aandacht aan besteden, zijn onze corebusiness.’

‘Hoewel ik wil mijn bedrijf niet horizontaal wil uitbreiden’, gaat Maxime verder, ‘wil ik wel verticaal groeien. Daarmee wil ik zeggen dat ik meer kennis onder één dak wil. TBS moet verschillende diensten centraliseren. Sinds de digitale revolutie is de HVAC-sector immers complexer geworden. Vroeger moest je enkel het systeem installeren. Daarna werd het, vaak zelfs intern door de klant zelf, manueel afgeregeld. Die periode ligt echter ver achter ons. HVAC is een wereld van bits en bites geworden. Je maakt vooraf een ontwerp, voert dit uit en achteraf koppel je terug.

Aan de hand van data optimaliseer je het energieverbruik.’

‘Tot nog toe voerde TBS voornamelijk het handenwerk uit. We installeerden en digitaliseerden systemen, maar we maakten geen ontwerpen of analyses. Dat lieten we over aan externe studiebureaus. Onder impuls van mijn broer willen we echter ook deze taken op ons nemen. Deze extra mile is wat mij betreft erg belangrijk.

We hebben onlangs het eerste project verkocht waar we naast de handenarbeid, ook het denkwerk voor onze rekening nemen.

Ik kijk ernaar uit om in de toekomst nog meer in te spelen op dit totaalconcept.’

The right solution for your water Le haut de gamme des adoucisseurs pour tous …

HomeGUARD ProSeries De premium waterontharders voor iedereen…

www.valeco.be TRAITEMENTS DES EAUX DE CHAUFFAGE, DE PLUIE,… BEHANDELING VAN CV WATER, REGENWATER…

Valeco Water Quality Rue des Foudriers, 16 B-7822 Ghislenghien info@valeco.be Tel: +32(0)68.57.20.71 Fax: +32(0)68.55.23.72

Projet

Un vent nouveau souffle sur Warwick Rénover le système CVAC complet d’un hôtel sans aucun dérangement pour les clients. Cela semble quasi impossible. Cependant, Maxime Vandeparre a réussi à accomplir ceci avec son entreprise Technical Building Services (TBS).

C’est lundi matin, dix heures vingt. J’entre à l’hôtel Warwick, près de la Grand-Place à Bruxelles. Dix minutes plus tard, j’ai un rendez-vous avec Maxime Vandeparre. Je me présente à la réception et je demande si Maxime a déjà été signalé. Je lui explique que son entreprise TBS a rénové le système de ventilation et les chaudières dans tout le bâtiment. La réceptionniste tombe du ciel.

‘Une rénovation?’ demande-t-elle étonnée. ‘Êtes-vous sûr d’être à la bonne adresse? Cela fait déjà quelque temps que je travaille ici et à ma connaissance, cela fait déjà deux ans qu’il n’y a plus eu de travaux dans l’hôtel.’ En me demandant s’il y aurait un autre Hôtel Warwick à Bruxelles, j’aperçois un homme qui regarde par la fenêtre. Maxime est exactement à l’heure. J’avais raison.

Maxime doit rire quand je lui raconte que le personnel de l’hôtel n’est pas au courant de la rénovation. ‘Cela prouve que nous avons bien fait notre travail’, expli-

34

magazine

• september - septembre 2017

que-t-il. ‘Pour le citoyen moyen, vous êtes en train de rénover lorsque la moquette ou le p­ apier peint sont enlevés, mais il est pourtant typique dans notre métier que les travaux doivent être réalisés discrètement.

Je travaille presque exclusivement pour des hôtels et il est toujours requis qu’ils puissent rester ouverts. En d’autres termes, il faut savoir travailler discrètement.”

Les premières étapes

C’est plutôt un hasard si Maxime est surtout actif dans le secteur de l’hôtellerie. Après avoir fait des études d’ingénieur commercial et une carrière chez le géant en ascenseurs Otis et chez la PME Automation, il a travaillé pour Honeywell, une multinationale dans les systèmes d’automatisation. Ici, il a acquis ses connaissances en CVAC. Lorsqu’il entend parler de l’interdiction du gaz propane R-22, il voit une opportunité. Selon lui, de nombreux systèmes CVAC devront être remplacés et

SUR TBS: Technical Building Services SA, TBS en abrégé, est spécialisé dans la gestion technique de bâtiments. La société d’Enghien emploie 18 personnes et elle est fière de sa structure simple. En raison de sa relation directe avec le client, TBS peut garantir - 24 sur 24, 7 sur 7 des interventions d’urgence avec un temps d’attente de deux heures en moyenne. En outre, l’entreprise se concentre fortement sur l’économie d’énergie. En se basant sur les données, TBS évalue votre consommation. Ils analysent où se situent les coûts les plus importants et vous donnent des conseils.

il décide donc de devenir indépendant.

Par l’intermédiaire d’un contact qu’il connaît chez Honeywell, il signe son premier grand contrat. Il obtient le contrat de maintenance des systèmes CVAC dans un hôtel de luxe près de l’aéroport.

‘Après les choses se sont enchaînées rapidement’, explique Maxime. ‘J’ai obtenu des contrats de maintenance chez d’autres grandes chaînes hôtelières en référant à mon travail près de l’aéroport.

Enfin, j’ai reçu la plus grande commande de ma carrière l’année dernière: la rénovation du système CVAC de l’hôtel Warwick où nous sommes maintenant.’

Du retard

‘La rénovation n’était pas une sinécure’, déclare Maxime, ‘d’autant plus parce que j’étais très malade à cette époque.

Pendant la première semaine de travail, le médecin m’avait dit que je devais me reposer pendant deux mois. J’ai aussitôt appelé mon frère. Il est docteur en chimie et travaillait à ce moment-là pour une multinationale américaine. Quand

‘Les projets de taille moyenne auxquels les grandes entreprises n’accordent pas suffisamment d’attention sont notre cœur de métier.’

il a appris que j’avais besoin de son aide, il a immédiatement démissionné et il est venu travailler avec moi. J’ai toujours les larmes aux yeux quand j’y repense.’

‘Dans le premier stade, les travaux ont pris un peu de retard. Evidemment, le client n’était pas tellement content. Je lui ai alors juré que les choses allaient s’arranger. Mieux encore, je lui ai dit que je ne quitterais pas l’hôtel jusqu’à ce que nous ayons rattrapé le retard. Finalement, j’ai habité trois semaines à l’hôtel. Pendant la journée, je travaillais avec mes ouvriers et le soir, je préparais le matériel pour le lendemain.’

‘Je dois admettre que j’ai appris beaucoup

de choses durant ces trois semaines. Derrière votre bureau, vous concevez la réalité différemment. Si les travaux prennent du retard, vous imputez souvent ceci à vos ouvriers, tandis que souvent ils n’y sont pour rien non plus. Depuis que j’ai vu comment ils doivent parfois manœuvrer pour accéder à un endroit pour faire une installation, je comprends mieux que cela peut parfois prendre plus de temps.’

La stratégie d’entreprise

Au fil des ans, Maxime a adopté une certaine stratégie, mais comme il sied à un bon homme d’affaires, il ne dévoile pas tout. Néanmoins, il lève un coin du voile. Consciemment, je ne m’occupe pas de certaines parties du marché’, explique-t-il. ‘Par exemple, je ne participe pas aux marchés publics. J’essaie de créer des relations solides avec mes clients et cela est difficile dans le secteur public.’ En outre, TBS ne travaille pas en sous-traitance. ‘Les grandes entreprises nous ont déjà souvent demandé un devis pour cela, mais nous le refusons.

D’ailleurs, nous sommes en concurrence ›››

d‘expérience 60 ans jaar ervaring Profiteer van onze herfstactie Profitez de notre action d’automne testo 320 LX - testo 330 LX - testo 330i LX

€

Scherpe prijs Prix compétitif

+

Gratis Bluetooth Bluetooth gratuit Gratis filters Filtres gratuits Extra jaar garantie Garantie étendue www.testo.be/nl/LX www.testo.be/fr/LX pub september.indd 1

13/07/2017 10:14:33

september - septembre 2017 •

magazine

35

Projet

TBS a numérisé le système CVAC. Auparavent, ceci était surtout commandé manuellement.

Maxime Vandeparre est fier de son travail Un système interne permet au service technique de l’hôtel de réaliser des adaptations.

››› avec ces entreprises pour d’autres projets.

l’UE. ‘Les projets de taille moyenne auxquels les grandes entreprises n’accordent pas suffisamment d’attention sont notre cœur de métier.’

En outre, Maxime essaie d’approfondir ses contacts dans le secteur hôtelier. ‘Bien que je ne sois pas actif depuis des décennies dans le secteur, je remarque néanmoins quelques tendances importantes. J’ai l’impression que de grands acteurs achètent de plus en plus d’hôtels. Cela a des répercussions positives et négatives pour moi.

Parfois, je perds des clients parce que le nouveau gérant résilie le contrat de maintenance sans m’avoir parlé d’abord. Heureusement, cela a lieu dans les deux sens.

Lorsqu’une chaîne qui collabore déjà avec TBS rachète un hôtel, nous obtenons un contrat de maintenance sans avoir à négocier beaucoup.’

‘Bien que je ne souhaite pas étendre mon entreprise en largeur’, poursuit Maxime, ‘j’aimerais néanmoins la développer.

J’entends par là un plus grand savoir-faire sous un même toit. TBS devrait centraliser un plus grand nombre de services. Depuis la révolution numérique, le secteur CVAC est devenu plus complexe. Par le passé, il fallait uniquement installer le système. Après, celui-ci était réglé manuellement, souvent par le client lui-même.

Cependant, ceci fait définitivement partie du passé. Le CVAC est devenu un monde de bits et octets. Vous créez d’abord un concept, vous le réalisez et vous analysez par après l’information. En se basant sur les données, vous optimisez la consomma­ tion d’énergie.’

Cela créerait une tension malsaine. Notre ­liberté a toujours la priorité.’

FICHE TECHNIQUE DES TRAVAUX RÉALISÉS: LIEU: Warwick Brussels, Rue Duquesnoy 5, 1000 Bruxelles DURÉE: avril 2016 – février 2017 TRAVAUX RÉALISÉS: Remplacement de: • deux unités de refroidissement de 500 kilowatt • deux groupes de ventilation • 330 ventilo-convecteurs • tous les conduits, y compris l’eau chaude sanitaire • deux réservoirs tampon ­ (1000 litres) • le réglage primaire et ­secondaire Installation: • d’un nouveau système de ­ges­tion du bâtiment (+programmation) • multisplits • nouveau système de clima­ tisation (90 kilowatt)

36

magazine

• september - septembre 2017

Little in the Middle

Maxime a une vision d’avenir optimiste pour TBS. Actuellement, l’entreprise emploie 18 personnes, mais en ce qui lui concerne, ceci ne doit pas augmenter énormément. ‘Une entreprise avec 35 collaborateurs serait idéale’, selon Maxime.

‘Je n’ai nullement l’intention de me mettre en concurrence avec des multinationales sur de très grands projets. Nous nous concentrons sur le secteur intermédiaire, car nous sommes trop grands pour réparer le réfrigérateur du boucher local, mais nous sommes trop petits pour travailler pour des institutions comme l’OTAN ou

‘Jusqu’à présent, TBS effectuait principalement le travail manuel. Nous installions et numérisions des systèmes, mais nous ne réalisions pas de concepts ou d’analyses. Nous laissions ce travail aux bureaux d’études externes. Sur l’initiative de mon frère, nous souhaitons également nous charger de ces tâches. Réaliser cette prochaine étape est très important en ce qui me concerne. Nous avons récemment vendu le premier projet où, outre le travail manuel, nous prenons également le concept pour notre compte. Je me réjouis de me concentrer davantage sur ce concept global à l’avenir.’

TSD S.A. 18, In den Allern L- 9911 Troisvierges

Tel.: +352 44 13 92 Mail: info@tsd.lu

Un partenaire fiable pour les professionnels ! - Een betrouwbare partner voor professionals !

Chaudières à biomasse Biomassa ketels

Système de régulation Regelingsysteem

Stations satellites Warmteafgifte stations

www.tsd.lu

Wat uw werknemers overkomt, overkomt uw onderneming!

Ce qui arrive à vos travailleurs, arrive à votre entreprise !

€ 2 400 000

Dat is het aanzienlijke bedrag dat Federale Verzekering dit jaar verdeelt* onder haar bedrijfsklanten die een arbeidsongevallenverzekering bij haar hebben.

C’est le montant considérable que Fédérale Assurance distribue* cette année aux entreprises qu’elle assure en accidents du travail.

Wilt u ook uw deel van onze winst?

Ga naar www.veiligophetwerk.be Vous voulez aussi votre part de nos bénéfices ?

Surfez sur www.securiteautravail.be

2017

Federale Verzekering – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen – RPR Financieel rekeningnummer BIC : BBRUBEBB IBAN : BE19 3100 7685 5412

2016

2015

2014

2013

www.federale.be Brussel BTW BE 0407.963.786

Fédérale Assurance – Rue de l’Etuve 12 – 1000 Bruxelles www.federale.be Caisse Commune d’Assurance contre les Accidents du Travail - RPM Bruxelles TVA BE 0407.963.786 Compte financier BIC : BBRUBEBB IBAN : BE19 3100 7685 5412

De verzekeraar die zijn winst met u deelt L’assureur qui partage ses bénéfices avec vous

* Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen De restorno’s evolueren met de tijd in functie van de resultaten en de toekomstperspectieven van de verzekeringsonderneming, haar solvabiliteit, de economische conjunctuur en de toestand van de financiële markten in verhouding tot de verbintenissen van de Gemeenschappelijke Kas voor verzekering tegen arbeidsongevallen, die deel uitmaakt van de Groep Federale Verzekering. De toekenning van de restorno’s is niet gewaarborgd in de toekomst. De restorno’s variëren per categorie en per typeproduct. De regels inzake hun toekenning zijn opgenomen in de statuten van de Gemeenschappelijke Kas voor verzekering tegen arbeidsongevallen. De statuten kunnen geraadpleegd worden op www.federale.be. * Caisse Commune d’Assurance contre les Accidents du Travail Les ristournes évoluent avec le temps en fonction des résultats et des perspectives d’avenir de l’entreprise d’assurance, de sa solvabilité, de la conjoncture économique et de la situation des marchés financiers par rapport aux engagements de la Caisse Commune d’Assurance contre les Accidents du Travail, faisant partie du Groupe Fédérale Assurance. L’octroi de ristournes dans le futur n’est pas garanti. Les ristournes varient par catégorie et type de produits et les règles relatives à leur octroi sont définies dans les statuts de la Caisse Commune d’Assurance contre les accidents du travail. Ces statuts peuvent être consultés sur www.federale.be.

Arbeidsongevallen 185 x 132.5 restorno.indd 1

25/07/2017 10:25:26

WTCB

Ondiepe geothermie om gebouwen te koelen en te verwarmen De titel van de allernieuwste Technische Voorlichting van het WTCB (nr. 259) luidt ‘Ondiepe geothermie. Ontwerp en uitvoering van bodemenergiesystemen met U-vormige bodemwarmtewisselaars’. Maar vergis u niet, ondiep in deze context is al 500 meter diep.

Pas als men nog dieper gaat, spreekt met over diepe geothermie.

Vanaf 2020 moeten nieuwe gebouwen, volgens de Europese richtlijn van 19 mei 2010, vrijwel enkel hernieuwbare energie gebruiken. Er wacht geothermie, bron van hernieuwbare energie, dus een rooskleurige toekomst. Dit is al het geval in onze buurlanden, waar ze al langer werken met ondiepe geothermie als energiebron. Een techniek die dus aan belang zal toenemen. De TV 259 is dan ook een onmisbaar document om meer te weten te komen over het nut ervan en de bestaande systemen.

Warmte vanuit het binnenste van de aarde

Het woord geothermie bestaat uit ‘geo’ dat verwijst naar aarde en ‘thermie’, dat verwijst naar warmte. Iedereen herinnert zich nog vanuit de lagere school dat hoe dichter bij de kern van de aardbol, hoe warmer. De temperatuur bij de kern van de aarde bedraagt maar liefst meer dan 5000 °C en ook de tussenlagen tot aan het aardoppervlak blijven gloeiend heet.

In België bereikt men bij een diepte van 18 meter een temperatuur van 10 tot 12 °C en naarmate men dieper gaat, vermeerdert het telkens met 2 tot 3 °C bij elke 100 meter, tot minstens 500 meter.

Zelfs deze ondiepe lagen zijn dus een bron van thermische energie.

Als de warmte op meer dan 500 meter diepte gehaald wordt (soms wel tot 2500 m), spreekt men van diepe geothermie.

Het water dat op deze diepte naar boven gehaald wordt, kan onmiddellijk ge-

38

magazine

• september - septembre 2017

Evolutie van de temperatuur onder het aardoppervlak.

bruikt worden voor verwarming of elektriciteitsproductie.

de geproduceerde energie in het gebouw verdeeld kan worden.

Welk systeem kiezen?

Om energie uit de bodem te halen kan er gewerkt worden met gesloten horizontale systemen, gesloten verticale systemen of open systemen.

Geothermie gebruikt het warmteverschil tussen de temperatuur aan het aardoppervlak – daar waar de gebouwen verwarmd of afgekoeld moeten worden – en de temperatuur in de diepe en minder diepe lagen. De temperatuur van deze lagen is redelijk stabiel, waardoor het mogelijk wordt om de warmte in de winter naar boven te halen... en de relatieve koelte in de zomer.

Een geothermisch systeem bestaat steeds uit drie elementen. Een bodem­ energiesysteem dat de energie uit de bodem haalt en een warmtepomp die de temperatuur van het water zal opwarmen als het bestemd is voor verwarming, en omgekeerd afkoelen als het bestemd is voor koeling. Als laatste element zorgt een afgiftesysteem ervoor dat

GESLOTEN HORIZONTALE BODEMWISSELAARS

Voor dit systeem worden er kunststofbuizen ongeveer 1,2 tot 2 meter onder de grond horizontaal geplaatst. De vloeistof of het gas dat in deze ­buizen circuleert wordt opgewarmd door de bodem en een warmtepomp zal de temperatuur nog verhogen. De grond werkt dan als het ware als een zonnecollector, waarbij er warmte ontnomen wordt in de winter en het warmtereservoir terug aangevuld wordt door zonne-instraling in de zomer. Er mag hier niet uit het oog verloren worden dat dit systeem niet kan ingezet worden voor

Gesloten horizontale bodemwisselaar.

koeling en enkel toegepast kan worden bij relatief kleine projecten (residentiële sector). Bovendien is het ook belangrijk om een vlak horizontaal terrein te hebben om de nodige buizen te kunnen plaatsen.

GESLOTEN VERTICALE BODEMWISSELAARS

Deze wisselaars worden ingebracht in gaten die verticaal in de bodem geboord zijn. Door middel van een vloeistof wordt de warmte van de ondergrond naar de oppervlakte getransporteerd. Afhankelijk van de gewenste prestaties en het type grond worden er meer of minder (on)diepe gaten geboord.

Verticale wisselaars zijn duurder dan horizontale, maar ze zijn performanter en geven een beter rendement. Het is zelfs mogelijk om deze wisselaars te integreren in de fundering van het gebouw.

Men spreekt dan van een energiepaal.

Voor de U-vormige verticale warmte­ wisselaar worden er boringen uitgevoerd met een diameter van 15 tot 20 centimeter in de bodem tot een diepte van 100 tot 120 meter. Zoals aangeduid op het schema zitten er in de boorgaten synthetische U-vormige buizen waarin een vloeistof, meestal een mengeling van water en antivries, loopt. Een mogelijke variant is de concentrische bodemwisselaar.

In de winter stuwt de verticale U-vormige wisselaar een vloeistof naar boven waarvan de temperatuur veel hoger ligt dan de buitentemperatuur. Om een aangename temperatuur in het gebouw te bereiken is het voldoende om de vloeistof nog wat bij te verwarmen d.m.v. de warmtepomp. Door de warmte steeds naar het oppervlak te brengen, koelt de grond traag af en bereikt het zijn minimumtemperatuur pas op het einde van het koude seizoen. Wat goed uitkomt, want voor het daaropvolgende warmere seizoen, zal de koude in de grond net gebruikt kunnen worden om het gebouw af te koelen (omgekeerd procedé).

De warmte van het gebouw zal dan via de vloeistof in de buizen afgeleid worden naar de grond, die op zijn beurt langzaam opnieuw zal opwarmen voor het volgende winterseizoen. Omdat dit principe gebruikmaakt van de bodem als tijdelijke energieopslagplaats, spreken we van Boorgat-energieopslag (BEO) of Borehole Thermal Energy Storage (BTES).

Pompen en verwarmen

OPEN SYSTEMEN

De werking van een warmtepomp kan ook omgekeerd worden. Als het tijdens de zomer te warm wordt in het gebouw wordt deze warmte naar de grond afgeleid. Een beweging, waar er tweemaal winst gemaakt wordt: er wordt op natuurlijke wijze afgekoeld zonder het binnenklimaat aan te tasten en tegelijkertijd wordt er al warmte opgeslagen voor wanneer er in de winter verwarmd moet ›››

Bij open systemen worden er twee putten gegraven onder het gebouw. Het water in de eerste put is in de winter een bron van warmte om het gebouw te verwarmen. Het afgekoelde water in de tweede put kan in de zomer gebruikt worden voor afkoeling of wordt opnieuw in de bodem geïnjecteerd en opgewarmd voor het volgende stookseizoen.

Een warmtepomp heeft zijn naam niet gestolen, aangezien het een toestel is dat pompt en verwarmt. Dit toestel haalt immers de warmte uit een bepaalde bron (ondergronds water of warmtewisselaar) en voegt vervolgens elektrische energie toe om de temperatuur te verhogen voordat de warmte naar het gebouw gestuurd kan worden voor verwarming of sanitair warm water.

De TV 259 definieert het rendement of COP (coefficient op performance) van een warmtepomp als de hoeveelheid energie die een warmtepomp produceert per eenheid verbruikte elektriciteit. Hoe hoger de temperatuur van de warmtebron hoe minder bijkomende energie de warmtepomp moet verbruiken en hoe hoger zijn rendement zal zijn. Zo heeft een warmtepomp die 1kWh aan elektriciteit verbruikt voor 4 kWh aan warmte te produceren een COP van 4.

ACTIEVE KOELING

september - septembre 2017 •

magazine

39

WTCB

››› worden. Dit principe wordt actieve afkoeling genoemd. Het principe van passieve koeling wordt uitgelegd in hoofdstuk 1 van de Technische Voorlichting.

Algemeen principe van een warmtepompinstallatie.

-

LAGE TEMPERATUURVERWARMING

Warmtepompen laten de temperatuur van de vloeistof stijgen tot 50 en 70 °C zodat het kan circuleren in een klassiek verwarmingssysteem met radiatoren en convectoren. In deze situatie moet de eerste warmtebron nog sterk opgewarmd worden om ingezet te worden in het verwarmingssysteem. Dit heeft een negatief effect op het rendement. Daarom is het interessanter om te kiezen voor een systeem met lage-temperatuurverwarming in het gebouw. Bij dergelijke systemen moet

de initiële warmtestroom minder opgewarmd worden, aangezien er een minder hoge temperatuur uitgestraald wordt.

Vloer- en plafondverwarming bijvoorbeeld kunnen functioneren met warmtestromen tussen 30 en 40 °C. Als er voor deze systemen gekozen wordt als hoofdverwarming is het bovendien extra aantrekkelijk om deze systeem te voorzien met een warmtepomp.

Voorwaarden toepassing geothermie

Als er een lage-temperatuurverwarming met behulp van een warmtepomp toegepast zal worden in een gebouw is het noodzakelijk dat de warmteverliezen in het gebouw tot een minimum beperkt worden om de warmtepomp niet te fel te belasten. Er moet dus vooraf voldoende aandacht gaan naar het isoleren en het opsporen van koudebruggen.

U-vormige, verticale bodemwisselaar.

Er moet ook rekening mee gehouden worden dat vloer- en plafondverwarming en betonelementen een grote thermische inertie vertonen. Anders gezegd, ze reageren langzaam op temperatuursveranderingen in de kamer. Als er meerdere personen aanwezig zijn en de zon via de ramen naar binnen schijnt, zal dit de temperatuur automatisch doen stijgen maar de verwarming zal hier niet meteen op reageren. De architect moet hiermee rekening houden bij de oriëntatie van het gebouw en de plaatsing van de ramen en zonneweringen.

In principe kan geothermie overal toegepast worden, maar het rendement ligt hoger als het gecombineerd wordt met een (zeer) lage-temperatuurverwarming en als het gaat om grotere projecten, zodat de investeringskost sneller terugverdiend kan worden.

Wetgeving en vergunningen Concentrische bodemwisselaar.

40

magazine

• september - septembre 2017

In de TV 259 is terug te vinden dat geothermische warmtepompen gemeld moe-

ten worden bij de lokale instanties en dat voor bepaalde types ook een vergunning nodig is. De Gewesten verbieden bijvoorbeeld boringen dichtbij waterwingebieden, die bestemd zijn voor het verzamelen en winnen van grondwater.

Het verkrijgen van toestemming hangt af van de warmtepomp, het gepompte waterdebiet (voor de systemen met een waterreservoir onder de grond) en de locatie en diepte van de boringen (voor de warmtewisselaars). Het is dus belangrijk dat u zich voldoende informeert voor u aan de slag gaat, het gaat immers om de kwaliteit van ons grondwater.

Dimensionering en installatie van een geothermisch systeem

Meer dan de helft van de TV 259 is gewijd aan de dimensionering en de installatie van het systeem. Hiermee vult de TV 259 een leegte op en fungeert het als een referentiedocument binnen de sector.

De beslissing om een geothermische installatie toe te passen wordt best zo snel mogelijk genomen, aangezien dit gevolgen heeft voor het ontwerp en de technische installaties. De architect of de algemene aannemer waken erover dat alle bouwberoepen voldoende betrokken zijn en dat ze alle nodige informatie van elkaar ontvangen tijdens de verschillende fasen. Om ervoor te zorgen dat het rendement van het geothermische systeem niet in het gedrang komt, is een correcte integratie in het ontwerp, oplettendheid bij de uitvoering en een goede opvolging achteraf essentieel.

BRON : de Technische Voorlichting nr. 259 is opgesteld geweest door de werkgroep Smart Geotherm binnen het Technische Comité Ruwbouw en algemene aannemingen met de medewerking van de Technische Comités Verwarming en klimaatregeling en Sanitaire en industriële loodgieterij, gasinstallaties.

Het document kan besteld worden tegen de geldende tarieven bij de dienst Publicaties (publ@bbri.be) of kan gedownload worden vanop www.wtcb.be met een geldige My.BBRI-account.

GROHE RAPIDO SMARTBOX

SMART DESIGN

3 wateruitgangen

watertoevoer langs onder

6° corrigeerruimte voor bedieningspaneel

CSTC

Nouvelle NIT 259 : comment chauffer et refroidir un bâtiment grâce à la géothermie ?

La dernière Note d’information technique publiée par le CSTC est intitulée ‘Géothermie peu profonde, conception et mise en œuvre de systèmes avec échangeurs en forme de U’.

Mais ne vous y méprenez pas ! La géothermie peu profonde concerne la chaleur pouvant être extraite jusqu’à un demi-kilomètre de profondeur. Il faut descendre plus bas encore pour commencer à parler de géothermie profonde.

Selon la volonté de la Commission européenne, traduite dans la directive PEB du 19 mai 2010, les nouvelles constructions ne pourront, à partir de 2020, pratiquement plus consommer d’énergie non renouvelable. La géothermie, énergie sans cesse renouvelable, a tout l’avenir devant elle. D’autant que les pays qui nous entourent ont, sur ce plan, pris une certaine avance sur nous. Il importe donc de bien comprendre ce qu’est la géothermie, quelle est son utilité et quels sont les systèmes qui existent, tels que détaillés dans la NIT 259.

Une chaleur qui remonte des entrailles de la terre

Dans le mot géothermie, on retrouve le mot ‘géo’, la terre et ‘thermie’, la chaleur.

Ce n’est un secret pour personne. Notre planète est de plus en plus chaude au fur et à mesure qu’on approche de son centre. Le noyau central est en fusion, à plus de 5.000 degrés. Les couches intermédiaires sont brûlantes elles aussi.

En Belgique, on atteint 10 à 12 °C en permanence jusqu’à dix-huit mètres de profondeur et, si on descend plus bas, il faut ajouter environ 2 à 3 °C tous les 100 mètres jusqu’à moins 500 mètres.

Même ces couches dites peu profondes constituent une immense quantité d’énergie thermique inépuisable.

Si la chaleur est extraite à une profondeur

42

magazine

• september - septembre 2017

Evolution des températures sous la surface de la terre.

de plus de 500 mètres (parfois jusqu’à 2.500 mètres sous le sol), on parle alors de géothermie profonde. L’eau souterraine, présente à cette profondeur, peut être pompée et directement utilisée pour le chauffage ou la production d’électricité.

Quel procédé choisir ?

La géothermie exploite la différence de température entre la surface de la terre – là où il faut chauffer ou refroidir des bâtiments – et ses couches plus ou moins profondes. La température de ces couches est plus stable, ce qui permet de remonter la relative chaleur en hiver... et la relative fraîcheur en été.

Trois éléments composent une installation géothermique. Le dispositif extrait l’énergie jusqu’à la surface. La pompe à chaleur augmente la température de l’eau destinée au chauffage ou, à l’inver-

se, diminue celle devant servir à la climatisation. Enfin, le système d’émission distribue l’énergie ainsi produite dans tout le bâtiment.

Pour extraire l’énergie du sol, on peut installer des échangeurs géothermiques horizontaux fermés, des échangeurs géothermiques verticaux fermés, ou encore des systèmes ouverts.

L’ÉCHANGEUR GÉOTHERMIQUE HORIZONTAL FERMÉ

Ce procédé consiste à enfouir des tuyaux en plastique, horizontalement, à environ 1,2 mètre sous le niveau du sol. Le liquide ou le gaz, qui circule dans ces tuyaux, est réchauffé par le sol et une pompe à chaleur vient encore augmenter cette température. Le sol fonctionne, dans ce cas, comme une sorte de capteur solaire, avec cependant l’inconvénient que sa

Echangeur géothermique horizontal fermé.

température varie légèrement et que la quantité d’énergie offerte par ce sol très peu profond est relativement limitée.

Il y a lieu de ne pas perdre de vue que ce système ne peut servir au refroidissement et ne s’applique qu’à des projets de petite taille et entourés d’une surface horizontale suffisante pour y enterrer les tuyaux nécessaires.

diqué sur le schéma, ces forages accueillent des tuyaux synthétiques en forme de U dans lesquels s’écoule un liquide. En général, il s’agit d’un mélange d’eau et d’antigel. Une des variantes de ce système est l’échangeur géothermique à tubes concentriques.

Les échangeurs verticaux sont plus onéreux que les horizontaux, mais a­ ussi plus performants, avec un meilleur rendement. Il est même possible de les intégrer dans les pieux utilisés pour les fondations d’un bâtiment. On parle alors d’un ‘pieu énergétique’.

En hiver, l’échangeur vertical en U remonte à la surface un liquide nettement plus chaud que la température extérieure. Il suffit de le réchauffer encore un peu avec la pompe à chaleur pour obtenir une température agréable dans le bâtiment.

En laissant remonter sa chaleur, le sol se refroidit très lentement et atteint donc sa température minimum à la fin de la saison froide. Ce qui tombe très bien, puisqu’à la saison suivante, plus chaude, le froid stocké dans le sol, va précisément, par un processus inversé, servir à refroidir le bâtiment. La chaleur du bâtiment va alors, via le liquide des tuyaux, être expulsée vers le sol, qui va ainsi progressivement se réchauffer en prévision de la saison d’hiver suivante. Et ainsi de suite… C’est ce qu’on appelle le stockage géothermique.

L’échangeur géothermique de chaleur vertical en U est constitué de forages de 15 à 20 centimètres de diamètre, réalisés dans le sol jusqu’à une profondeur courante de 100 à 120 mètres. Comme in-

Dans le cas de systèmes ouverts, deux puits sont creusés dans le sol sous le bâtiment. L’eau contenue dans le premier est, en hiver, un réservoir de chaleur

LES ÉCHANGEURS GÉOTHERMIQUES VERTICAUX FERMÉS

Ces échangeurs sont placés dans des trous forés verticalement dans le sol. Ils sont traversés par un liquide qui amène la chaleur depuis le sous-sol jusqu’à la surface.

Selon la performance souhaitée et le type de sol, on creuse des trous plus ou moins nombreux et plus ou moins profonds.

LES SYSTÈMES OUVERTS

à puiser pour réchauffer le bâtiment.

Après s’être quelque peu refroidie, l’eau est renvoyée dans le second puits, d’où elle peut être extraite l’été, lorsque la température extérieure est élevée.

La pompe à chaleur porte bien son nom

Une pompe qui pompe… et qui réchauffe aussi ! C’est le principe de cet instrument qui extrait la chaleur d’une certaine source (eau souterraine ou échangeur de chaleur) et qui, par énergie électrique, augmente encore sa température avant de la renvoyer au système de chauffage pour chauffer des pièces ou même fournir de l’eau chaude sanitaire.

La NIT 259 définit le rendement ou COP (coefficient of performance) d’une pompe à chaleur comme ‘la quantité d’énergie produite par la pompe à chaleur pour une unité d’électricité qu’elle consomme’. Plus la température de la source de chaleur est élevée, moins la pompe à chaleur aura besoin d’énergie complémentaire et plus son rendement sera élevé.

Aussi une pompe à froid ?

On peut en effet inverser le fonctionnement d’une pompe à chaleur. C’est alors la chaleur du bâtiment (trop chaud en été, par exemple) qui est extraite pour ››› september - septembre 2017 •

magazine

43

CSTC

››› être renvoyée dans le sol. Manœuvre sub-

tile puisqu’on fait ainsi d’une pierre deux coups. On rafraîchit, naturellement et à moindre coût, le climat intérieur du bâtiment et ce faisant, on se constitue en même temps une réserve de chaleur en prévision de la prochaine saison froide.

C’est ce qu’on appelle le refroidissement actif. Le principe de refroidissement passif est expliqué dans le chapitre 1 de la Note d’information technique.

Intérêt des systèmes de chauffage en douce

Les pompes à chaleur font remonter la température du liquide entre 50 et 70 °C pour pouvoir le faire circuler dans un système de chauffage classique avec radi-

Principe de fonctionnement d’une pompe à chaleur..

ateurs et convecteurs. S’il faut beaucoup réchauffer la source première de chaleur, le rendement en pâtira. D’où l’intérêt, pour éviter de trop devoir trop réchauffer le liquide venant du sol, d’opter pour un système de chauffage ne demandant qu’une émission de chaleur à faible, voire très faible température.

Par exemple, les systèmes de chauffage par le sol et par le plafond peuvent se permettre de fonctionner avec des températures comprises entre seulement 30 et 40 °C. S’il s’agit du moyen de chauffage principal, il peut se révéler très judicieux d’alimenter de tels systèmes au moyen d’une pompe à chaleur géothermique.

La géothermie a ses exigences

Le chauffage, à basse température à l’aide d’une pompe à chaleur, nécessite de limiter les déperditions thermiques du bâtiment pour ne pas solliciter de la pompe à chaleur une puissance trop importante. Il faut donc commencer par isoler et éviter les courants d’air qui gaspillent l’énergie.

Echangeur géothermique vertical en U.

Echangeur géothermique à tubes concentriques.

44

magazine

• september - septembre 2017

Il faut aussi savoir que le chauffage, par le sol et par le plafond, et les éléments en béton contenant des conduites thermiques (bétons thermoactifs) présentent une grande inertie thermique. Autrement dit, ils réagissent lentement aux changements de température dans la pièce. Si plusieurs personnes y entrent et que le soleil y pénètre de surcroît, cela fait tout de suite monter la température.

Mais le chauffage ne réagira pas tout de suite en compensation. L’architecte doit, dès lors, en tenir compte dans l’orientation du bâtiment et dans les vitrages et dispositifs de protection ­solaire à installer.

En principe, la géothermie peut fonctionner partout. Mais son rendement est meilleur si on la couple avec un chauffage à (très) basse température et s’il s’agit de projets d’une taille supérieure pour pouvoir récupérer plus vite le coût de

l’investissement initial.

Législation et permis

La NIT 259 rappelle que les pompes à chaleur géothermiques doivent être signalées et, pour certaines, dûment autorisées. Les Régions interdisent, par exemple, de réaliser des forages à proximité des zones de captage des eaux souterraines pour alimenter le réseau public.

La procédure d’autorisation dépend des performances de la pompe à chaleur, du débit d’eau pompé (pour les systèmes à eau souterraine) et de l’emplacement et de la profondeur des trous de forage (pour les échangeurs thermiques). Informez-vous auprès des autorités locales, il en va de la qualité de nos eaux souterraines !

Dimensionnement et installation des systèmes géothermiques

La NIT 259 consacre de très nombreuses pages à ces deux questions fondamentales. La décision d’intégrer ou non une installation géothermique dans un bâtiment doit idéalement se prendre le plus tôt possible. Selon le système retenu, c’est toute la conception du bâtiment avec ses équipements techniques qui devra être adaptée en conséquence. L’architecte ou l’entrepreneur général veilleront à ce que le système soit ­installé en synergie avec tous les intervenants. Le rendement d’un système de géothermie peu profonde sera d’autant meilleur que celle-ci aura été intégrée dans sa conception, dans sa mise en œuvre et jusque dans son suivi.

SOURCE : la Note d’information ­technique n° 259 a été élaborée par le groupe de travail Smart Geotherm, constitué au sein du CSTC, avec la collaboration des Comités techniques concernés. Seul ce document original peut être cité en référence. On peut commander la NIT 259 auprès du service Publications du CSTC (publ@bbri.be) ou la consulter en ligne sur le site www.cstc.be avec un compte My.BBRI.

Une nouvelle chaudière au mazout avec un label A fait monter la température, pas la facture.

Vos clients envisagent l’installation d’une nouvelle chaudière ? Alors, conseillez-leur d’investir dans une chaudière au mazout avec un label A. Ils consommeront jusqu’à 30 % de moins et disposeront d’une chaudière écoénergétique de la dernière génération. En plus, le mazout est l’énergie du futur grâce aux possibilités de combinaison avec les énergies renouvelables. Ils seront complètement sous le charme…

Plus d’infos sur www.informazout.be

Chaleur innovante, chaleur rassurante

Onderaanneming

Hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden versterkt Tussen contracterende partijen geldt sinds 1 januari van dit jaar een onmiddellijke en automatische hoofdelijke aansprakelijkheid voor loonschulden. De nieuwe reglementering moet misbruiken met gedetacheerde buitenlandse werknemers tegengaan. Maar ze is even geldig als er alleen sprake is van Belgische werknemers en bouwbedrijven. Ze bevat wel een vrijwaring voor bedrijven die zich ertoe verbinden de lonen correct te betalen.

Deze nieuwe wet werd goedgekeurd op 11 december 2016 en verscheen in het Staatsblad op 20 december 2016.

Het is de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 2014/67/EU. Het doel van deze Handhavingsrichtlijn was de arbeidsvoorwaarden van gedeta­ cheerde arbeidskrachten beter te controleren en te doen naleven.

De huidige regels

Het algemene mechanisme van hoofdelijke aansprakelijkheid dat al bestond,

46

magazine

• september - septembre 2017

blijft behouden. Maar de nieuwe wet voegt er een bijzondere contractuele aansprakelijkheid aan toe. Deze is alleen van toepassing bij een directe relatie tussen contracterende partijen: opdrachtgever-aannemer, aannemer-onderaannemer enzovoort. Om de impact daarvan in te schatten, bespreken we kort het algemene systeem van hoofde­lijke aansprakelijkheid. Kort samengevat bevat het vier essentiële punten.

∙ De aansprakelijkheid is van toepas-

sing op alle bedrijven en op de opdrachtgever. Ze wordt hoofdelijk genoemd omdat de inspectie en de werknemers-schuldeisers zich - onder bepaalde voorwaarden - kunnen richten tot om het even welk niveau van de keten om de schuld te doen betalen.

∙ De aansprakelijkheid wordt pas actief

nadat de sociale inspectie een zware looninbreuk heeft vastgesteld en dit schriftelijk heeft laten weten. Dit

11-12

BEURS &

OKT. 2017 10-20u

SEMINARIES

DOELGROEP

THEMA’S

 Bouwbedrijven  architecten  projectontwikkelaars  openbare besturen  ingenieurs

 BIM  e-facturatie   robotisering  drones   materiaalbeheer   3D-printing  big data   artificiële intelligentie   augmented reality   track and trace 

Wild Gallery Gerijstraat 11 1190 Vorst

www. digital construction brussels .be

Een organisatie van

In samenwerking met

Mediapartners:

Bouwbedrijf Construction

Onderaanneming

moet zichtbaar aangeplakt worden op de bouwplaats.

∙ De periode van aansprakelijkheid be-

gint 14 dagen na de kennis­geving te lopen. Ze duurt maximaal een jaar.

De aansprakelijkheid slaat alleen op schulden die ontstaan in deze periode, met andere woorden: op toekomstige schulden.

Bouwbedrijven en opdrachtgevers kunnen dus nog vermijden dat ze concreet moeten opdraaien voor het te weinig betaalde loon, door de samenwerking met de nalatige werkgever stop te zetten of door garanties af te dwingen dat hij de loonvoorwaarden naleeft.

Tweevoudige regeling

Zoals al opgemerkt wijzigt de nieuwe wet de bestaande regeling alleen als er sprake is van een directe contractuele relatie tussen twee partijen. Dit heeft tot gevolg dat er voortaan een tweevoudige regeling bestaat. De bijzondere regeling geldt als er een rechtstreekse contractuele band bestaat. Als de partijen niet rechtstreeks verbonden zijn door een overkomst, dan blijft het algemene systeem dat al bestond van toepassing.

Het blijft met andere woorden van toepassing op alle inbreuken in de keten van onderaanneming die niet geviseerd worden door de nieuwe bijzondere regeling.

Hoe werkt het?

In wat volgt hebben we alleen over situaties waarin een directe contractuele relatie bestaat. De regels die dan gelden, kunnen als volgt samengevat worden.

∙ De

hoofdelijke aansprakelijkheid geldt vanaf het sluiten van de onderaannemingsovereenkomst. Het gaat dus om een onmiddellijke aansprakelijkheid. ∙ De aansprakelijkheid wordt auto­ matisch van toepassing bij inbreuk.

Er is geen voorafgaande kennisgeving nodig door de inspectie. Ze geldt voor heel de duur van het contract. ∙ De aansprakelijkheid geldt als het verschuldigde loon niet of niet volledig betaald is. Belangrijk: elke inbreuk op de loonverplichtingen activeert de hoofdelijke aansprakelijkheid, hoe

48

magazine

• september - septembre 2017

VOOR WIE? De nieuwe regeling is van toepassing op bouwactiviteiten in bouwbedrijven.

Concreet zegt de wet dat het gaat om de werken en diensten die vallen onder het paritair comité van het bouwbedrijf en de werken in onroerende staat die vallen onder het paritair subcomité van de elektriciens en de paritaire comités van de metaal-, machineen elektrische bouw, de schoonmaak, de stoffering en de houtbewerking.

klein de inbreuk ook is. Eveneens belangrijk: het hoeft niet te gaan om een contractuele relatie met een buitenlands bouwbedrijf dat arbeidskrachten naar hier detacheert. Ook als het gaat om een Belgisch bedrijf met Belgische arbeidskrachten activeert elke inbreuk de hoofdelijke aansprakelijkheid! ∙ De aansprakelijkheid slaat alleen op het loon voor de prestaties geleverd in het kader van de overeenkomst. ∙ Wanneer er een rechtstreekse contractuele relatie bestaat, geldt in de bouwsector altijd het nieuwe stelsel.

Men kan dan de bestaande algemene regeling niet toepassen. Deze is alleen nog van toepassing ten aanzien van de onderaannemers verderop in de keten.

Ontsnappingsmogelijkheden

Een rigoureuze toepassing van de automatische aansprakelijkheid zou een aannemer voor een onmogelijk taak plaatsen. De Confederatie is dit altijd blijven benadrukken. Hij zou voortdurend moeten nagaan of de lonen tot op de laatste euro betaald werden door iedereen met wie hij een overeenkomst heeft.

De wet staat de aannemer toe om daaraan te ontsnappen. Dat kan met een beding in het contract of met een schriftelijke verklaring die ondertekend werd door de partijen. In het beding of de verklaring moet staan dat:

∙ de aannemer aan de onderaannemer

heeft meegedeeld waar op het internet de site van de FOD Werk staat die zegt welke lonen betaald moeten worden; ∙ de onderaannemer zich ertoe verbindt het correcte loon te betalen.

Ook de opdrachtgever kan op deze manier ontsnappen. Maar wat als de onderaannemer het correcte loon toch niet betaalt, ondanks deze voorzorgsmaatregel? Dan begint de hoofde­lijke aansprakelijkheid te lopen veertien dagen nadat de aannemer (of de opdrachtgever) op de hoogte is van de inbreuk. De aansprakelijkheid geldt voor de resterende duur van de overeenkomst.

Een aannemer is vanzelfsprekend op de hoogte wanneer de inspectie een inbreuk meldt. Maar let op: de wet zegt niét dat de melding door de inspectie noodzakelijk is om de aansprakelijkheid te activeren, zoals in de algemene regeling. Het volstaat dat de aannemer op de hoogte is. Stel dat de inspectie overtuigend kan aantonen dat een aannemer drie maanden geleden al wist dat zijn onderaannemer de lonen niet correct betaalde. Dan wordt de aannemer hoofdelijk aansprakelijk veertien dagen na het moment dat hij op de hoogte was. Dus ook voor de voorbije twee en een halve maand.

De inspectie zal een inbreuk melden aan de werkgever die in gebreke bleef. Deze moet een afschrift van de kennisgeving aanplakken op de plaats waar de inspectie de vaststelling gedaan heeft. Doet hij dat niet, dan moet de hoofde­lijk aansprakelijke persoon dit doen.

Actierecht

Als de betrokken werknemer zijn toestemming geeft, dan hebben de vakbonden maar ook de Confederatie of een andere representatieve werk­ geversorganisatie een actierecht. Zij kunnen naar de rechtbank stappen om de rechten van de werknemer te verdedigen in het kader van de bijzondere hoofdelijke aansprakelijkheid.

De Confederatie heeft voor haar leden model­clausules opgesteld voor de onderaan­ nemingsovereenkomst en de verklaring.

Je vindt ze op www.ubbu-ics.be, in het gedeelte dat alleen toegankelijk is voor de leden.

Sous-traitance

Un renforcement de la responsabilité solidaire pour les dettes salariales Depuis le 1er janvier de cette année, une responsabilité solidaire immédiate et automatique pour les dettes salariales existe entre les parties contractantes. La nouvelle réglementation vise à contrer les abus en matière de détachement de main-d’œuvre étrangère. Elle s'applique toutefois également lorsqu'il s'agit uniquement de travailleurs et d'entreprises de construction belges. Elle prévoit néanmoins une garantie pour les entreprises qui s’engagent à payer correctement les salaires.

Cette nouvelle loi a été approuvée le 11 décembre 2016 et est parue au Moniteur Belge le 20 décembre 2016. Il s'agit de la transposition en droit belge de la Directive européenne 2014/67/EU. L'objectif de cette Directive "Exécution" était de mieux contrôler et faire respecter les conditions de travail de la main-d’œuvre détachée.

Les règles actuelles

Le mécanisme général de responsabilité solidaire existant est maintenu. Mais

la nouvelle loi y ajoute une responsabilité contractuelle particulière. Celle-ci ne s'applique que dans le cas d'une relation directe entre les parties contractantes : donneur d’ordre/entrepreneur, entrepreneur/sous-traitant, etc. Afin d'en estimer l'impact, nous allons brièvement aborder le système général de responsabilité solidaire. En résumé, il se compose de quatre points essentiels.

∙ La

responsabilité s’applique à toutes

les entreprises ainsi qu’au donneur d’ordre. Elle est appelée solidaire parce que l'inspection et les travailleurs-créanciers peuvent s’adresser (moyennant certaines conditions) à n’importe quel échelon de la chaîne pour obtenir paiement de la dette. ∙ La responsabilité n'est active qu'après que l'inspection sociale ait constaté une infraction salariale grave et l'ait communiqué par écrit. Ceci doit être affiché de manière visible sur le chantier.

Sous-traitance

∙

La période de responsabilité débute 14 jours après la notification. Elle a une durée maximale d'un an. La ­responsabilité porte uniquement sur les dettes qui surviennent durant cette période, à savoir les dettes futures.

Les entreprises de construction et les donneurs d’ordre peuvent donc encore éviter d’avoir à endosser concrètement la responsabilité des salaires insuffisamment payés, en mettant fin à la collaboration avec l’employeur négligent ou en obtenant des garanties selon lesquelles il s’engage à respecter les conditions salariales.

Une réglementation double

Comme nous l’avons déjà souligné, cette nouvelle loi ne modifie la réglementation existante que s’il est question d’une relation contractuelle directe entre deux parties. En conséquence, une réglementation double existe désormais. La réglementation particulière s’applique lorsqu’il existe un lien contractuel direct.

Si les parties ne sont pas directement liées par un accord, le système général existant reste d’application. Il reste, en d’autres termes, applicable à toutes les infractions dans la chaîne de sous-traitance qui ne sont pas visées par la nouvelle réglementation particulière.

Comment cela fonctionne-t-il ?

Nous n’aborderons ci-dessous que les situations dans lesquelles une relation contractuelle directe existe. Les règles, qui sont alors d’application, peuvent se résumer comme suit : ∙ la responsabilité solidaire vaut dès la conclusion du contrat de sous-traitance. Il s’agit donc d’une responsabilité immédiate. ∙ la responsabilité est d’application automatique en cas d’infraction. Une notification préalable de l’inspection n’est donc pas nécessaire. Elle s’applique à toute la durée du contrat. ∙ la responsabilité vaut si le salaire dû n’est pas payé, ou n’a été payé que partiellement. Important : toute in­ fraction aux obligations salariales active la responsabilité solidaire, même en cas d’infraction mineure. Tout aussi important : il ne doit pas néces-

50

magazine

• september - septembre 2017

POUR QUI ?

La nouvelle réglementation est d'application aux activités de construction dans les entreprises de construction.

Concrètement, la loi stipule qu'il s'agit des travaux et services qui ressortent de la commission paritaire de la construction et des travaux immobiliers qui ressortent de la sous-commission paritaire des électriciens, ainsi que des commissions paritaires des constructions métallique, mécanique et électrique, celle pour les entreprises de nettoyage, et celle de l’ameublement et de l’industrie transformatrice du bois.

sairement s’agir d’une relation contractuelle avec une entreprise de construction étrangère qui détache de la main-d’œuvre ici. La responsabilité solidaire est également activée pour toute infraction concernant une entreprise belge employant des travailleurs belges : ∙ la responsabilité ne porte que sur le salaire relatif aux prestations effectuées dans le cadre du contrat. ∙ lorsqu’il existe une relation contractuelle directe, c’est toujours le nouveau régime qui s’applique dans le secteur de la construction. On ne peut, alors, pas appliquer la réglementation générale existante. Celle-ci ne s’applique plus qu’aux sous-traitants situés plus loin dans la chaîne.

Echappatoires

Une application rigoureuse de la responsabilité automatique rendrait la tâche impossible à un entrepreneur. La Confédération a toujours insisté sur ce point. L’entrepreneur devrait, en effet, constamment vérifier si les salaires ont bien été payés à l’euro près par toute entité avec laquelle il a un contrat. La loi permet toutefois à l’entre­ preneur d’y échapper. Ceci est possible par le biais d’une clause dans le contrat, ou d’une déclaration écrite signée par les parties.

La clause ou la déclaration d­ oivent stipuler que : ∙ l’entrepreneur a communiqué au sous-traitant où il peut trouver le site Internet du SPF Emploi qui précise

∙

quels salaires doivent être payés ; le sous-traitant s’engage à payer le salaire correct.

Le donneur d’ordre bénéficie de la même échappatoire. Mais qu’en est-il si, en dépit de cette mesure de précaution, le sous-traitant ne paie tout de même pas le salaire correct ? Dans ce cas, la responsabilité solidaire commence à courir quatorze jours après que l’entrepreneur (ou le donneur d’ordre) ait été informé de l’infraction. La responsabilité vaut pour la durée résiduelle du contrat.

Il va de soi qu’un entrepreneur est au courant lorsque l’inspection signale une infraction. Attention toutefois : la loi ne stipule PAS qu’une notification de l’inspection soit indispensable pour activer la responsabilité comme dans la réglementation générale. Il suffit que l’entrepreneur soit au courant. Imaginons que l’inspection puisse démontrer de façon convaincante qu’un entrepreneur savait déjà, il y a trois mois, que son sous-traitant ne payait pas les salaires correctement. L’entrepreneur devient alors solidairement responsable, quatorze jours après le moment auquel il a eu connaissance de ce fait. Et donc, pour les deux mois et demi écoulés également.

L’inspection notifiera l’infraction à l’employeur en défaut. Celui-ci devra afficher une copie de cette notification à l’endroit où les services d’inspection ont constaté ce manquement. S’il ne le fait pas, il incombera à la personne solidairement responsable de le faire.

Droit d’action

Si le travailleur concerné y consent, les syndicats, mais aussi la Confédération ou une autre organisation de représentation des travailleurs a le droit d’introduire une action. Ils peuvent s’adresser au tribunal afin de défendre les intérêts du travailleur dans le cadre de la responsabilité solidaire particu­lière.

La Confédération a rédigé, à l’attention de ses membres des modèles de clauses à utiliser dans le contrat de sous-traitance et dans la déclaration.

Vous les retrouverez sur www.ubbu-ics.be, dans la partie réservée aux membres.

EUROTIP votre partenaire en conduits de fumée Renseignements + catalogue Une visite de notre commercial Une offre de prix Vos coordonnées : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Répondez-nous au moyen de cette annonce dans les 10 jours pour bénéficier d’une remise supplémentaire de 5%

Eurotip NV - Tel. + 32 (0)2 384 80 55 - Fax. + 32 (0)2 385 18 90 - Email : info@eurotip.biz - www.eurotip.be

september - septembre 2017 •

magazine

51

Ledenvoordeel

Commerciële Actie enkel geldig voor de leden van de Confederatie Bouw Door een samenwerkingsovereenkomst tussen de Confederatie Bouw en Toyota & Lexus Belgium kunnen wij u exclusieve prijskortingen aanbieden voor volgende modellen:

TOYOTA PROACE VAN “ACTIVE”

LEXUS RX 450H BUSINESS EDITION AWD

TOYOTA HILUX DOUBLE CAB - 2.4D 150PK “COMFORT”

TOYOTA RAV4 HYBRIDE “STYLE” 197PK

Meer info via confederatiebouw.be/nl-be/organisatie/ledenkortingen/kortingen

52

magazine

• september - septembre 2017

HVAC SPECIAL

NEW

onze NIEUWE CENTRALE voor stookplatsen is uw GERUSTHEIDSGARANTIE ONZE KRACHTEN: innovatie, kwaliteit en service

Tel: 019 33 99 43 - sales@dalemans.com

www.dalemans.com THE BELGIAN PIONEER IN GAS DETECTION

MAN ann ICS 1_2_UH6.indd 1

1/08/17 16:40

Réductions aux membres

Action commerciale réservée aux membres de la Confédération Construction Grâce à un accord de collaboration conclu entre la Confédération Construction et Toyota & Lexus Belgium, nous avons le plaisir de vous présenter des réductions de prix exclusives sur les modèles suivants :

TOYOTA PROACE VAN “ACTIVE”

LEXUS RX 450H BUSINESS EDITION AWD

TOYOTA HILUX DOUBLE CAB - 2.4D 150PK “COMFORT”

TOYOTA RAV4 HYBRIDE “STYLE” 197PK

Plus d’info sur confederationconstruction.be/fr-be/organisatie/ledenkortingen/kortingen

54

magazine

• september - septembre 2017

DEMANDEZ

L’E XCEL L ENCE

!

G A MME F UEL RIEL L O

CONDENSATION

BASSE TEMPÉRATURE

TERTIAIRE

RÉSIDENTIEL

TAU N OIL PRO

GITRÈ LN

SSE

LOW

L

TREGÌ*

FU E

- Corps de chauffe en acier émaillé - Condenseur en inox AISI 904 L - Chauffage seul ou combi - Brûleurs fuel Low Nox avec réchauffeur - Classe énergétique A - Régulateur climatique de série - Prééquipée pour une intégration à système solaire - Livrée toute équipée, prête à installer

CONFORT

B

RÉSIDENTIEL

A

L

TAU UNIT OIL

CLA

SSE

FU E - Chaudière fonte à 3 parcours de fumées - Chauffage seul ou combi - Brûleur Low NOx - Classe énergétique B - Rendement saisonnier ≤ à 86% - Extrêmement silencieuse - Très grande surface d’échange - Circuit de fumées inversé de haut en bas - Gestion jusqu’à 3 circuits directs - Manutention facilitée

- Chaudière inox à 3 parcours de fumées - Grande contenance en eau - de 115 à 350 kW - Brûleurs fuel Low Nox 2 allures ou modulants - Panneau de commande RielloTech Clima TOP de série - Pas contrainte de température de retour ni de débit - Fonctionnement au fuel domestique standard (contenu en souffre <1000 ppm)

RÉSIDENTIEL

CLA

- Chaudière fonte - Chauffage seul ou combi - À équiper d’un brûleur gaz ou fuel - Haut rendement à un prix ultra compétitif - Destinée au marché de remplacement * Chaudières mises sur le marché jusqu’au 1 janvier 2018 selon la directive ErP. Elles sont destinées exclusivement au remplacement, en conformité de l’article 1, point 2 (G) du règlement UE 813/2013.

ÉCONOMIE

NOx

Riello S.A. - Waverstraat 15 - 9310 Moorsel - T: 053/769.030 - www.riello.be - info@riello.be

FIABILITÉ

Productnews

Wilo brengt nieuwe generatie circulatiepomp op de markt

Het Duitse bedrijf Wilo heeft tijdens ISH, de grootste handelsbeurs ter wereld, haar nieuwe circulatiepomp voorgesteld aan het brede publiek. De pomp maakt deel uit van de Yonos Pico-serie, een veelgebruikt model in residentiële woningen. De nieuwe Yonos Pico is nog gebruiksvriendelijker dan vorige generaties. Zo helpen pictogrammen de klant om de pomp in te stellen en is het nieuwe model compacter, waardoor het makkelijker te installeren valt. Tot slot heeft de fabrikant ook rekening gehouden met specifieke vragen vanuit de markt. Je kan je de pomp bijvoorbeeld manueel herstarten en is er een nieuwe constante-snelheidsmodus voorzien. www.wilo.be

Uw Arbeidsongevallenverzekering bij Federale Verzekering?

Nog tot eind september kan u zich inschrijven voor de arbeidsongevallenverzekering van Federale Verzekering. Ze won in haar categorie de Verzekeringstrofee 2017. Ook de vierde voorgaande edities koos de vakjury voor deze arbeidsongevallenverzekering. Er zijn meerdere redenen om voor Federale Verzekering te kiezen. Niet enkel levert de preventiedienst deskundig advies, ook beschikt de verzekeraar over een ISO 9001-gecertifceerde afdeling schadebeheer en is er een beveiligde site. Hier kan de klant aangiftes doen en dossiers opvolgen. Tot slot begeleidt Federale Verzekering zwaargewonde slachtoffers en deelt de verzekeraar zijn winst. Wees er met andere woorden snel bij!

Energie-efficiënt bouwen met Daikin

Kledingmerk Marie Méro heeft onlangs zijn nieuwe hoofdzetel in Aalter geopend. Het gebouw, naar de hand van architectenbureau Govaert-Vanhoutte, blinkt niet enkel uit in zijn schoonheid. Ook de klimaatregeling binnenin getuigt van een knap staaltje techniek. Het bedrijf koos namelijk voor het VRV IV-systeem van Daikin.

Bijzonder aan dit systeem is dat het niet stopt met het gebouw te verwarmen op momenten dat het ijs van de externe spoelen verwijderd wordt. Dit komt omdat het VRV IV-systeem de warmte, die normaal gezien verloren gaat in de airconditioning en de koeling, afleidt naar warmwatervoorzieningen of bepaalde zones in het gebouw. Hierdoor is het mogelijk de hoofdzetel van Marie Méro continu te verwarmen en er intussen energie mee te besparen. www.daikin.be

Smappee stelt alles-in-een-energiemonitor voor

www.federale.be

De Duitse fabrikant Grohe heeft een nieuwe kraan op de markt gebracht die ­direct kokend water levert. De zogenaamde Grohe Red is beschikbaar in verschillende uitvoeringen. Het model met een middelgrote boiler van vier liter is bestemd voor kleine gezinnen. Zijn grotere broertje, met een volume van acht liter, is perfect voor grotere huishoudens en bedrijven. Beide modellen beschikken over een kinderbeveiliging en een uitloop die perfect geïsoleerd is. De Grohe Red is hierdoor erg veilig in gebruik.

Smappee heeft zijn gamma uitgebreid met een nieuwe energiemeter: de Smappee Plus. Het toestel houdt niet enkel het verbruik van klassieke energievreters bij. Het brengt in kaart hoeveel elektriciteit jouw hernieuwbare energiesystemen opleveren. In onze sector is dit vooral voor warmtepompen van toepassing. Zulke pompen verbruiken in sommige omstandigheden immers heel wat energie, waardoor de consument aardig kan opkijken als hij zijn factuur krijgt. Met de Smappee Plus kan hij dit verbruik in real time volgen en ingrijpen waar nodig. Verder kan hij met het toestel zijn apparaten op afstand aan- en uitschakelen. Ook is er de mogelijkheid om categorieën aan te maken voor verschillende verbruikers. Zo weet je exact hoeveel jouw lichten of wasmachine maandelijks kosten aan energie.

www.grohe.be

www.smappee.com

Kokend water in een handomdraai

56

magazine

• september - septembre 2017

Lanceringsactie

Van 01.09.2017 tot 31.12.2017

Zoekt u iets?

2 YONOS PICO = GRATIS TRACKER

*

* Tot zolang de voorraad strekt

Wilo-Yonos PICO Meer comfort, minder stroomverbruik Zie lijst deelnemende verdelers op www.wilo.be

Pioneering for You

5 JAAR GARANTIE

MANUELE herstart mogelijk Eenvoudige instelling met SYMBOLEN

Productnews

Wilo lance une nouvelle génération de pompes de circulation sur le marché

Lors du salon ISH, le plus grand salon commercial du monde, l’entreprise allemande Wilo a présenté sa nouvelle pompe de circulation au grand public. La pompe fait partie de la série Yonos Pico, un modèle utilisé couramment dans les habitations résidentielles.

La nouvelle Yonos Pico est encore plus conviviale que les générations précédentes. Des pictogrammes permettent au client de régler aisément la pompe et le nouveau modèle est plus compact, ce qui facilite son installation. En outre, le fabricant a également tenu compte des demandes spécifiques du marché. La pompe peut par exemple être redémarrée manuellement et elle est équipée d’un nouveau mode de vitesse continu. www.wilo.be

Votre Assurance Accidents du Travail chez la Fédérale Assurance ?

Jusqu’à la fin septembre, vous pouvez encore souscrire à l’Assurance Accidents du Travail de la Fédérale Assurance.

Elle a remporté le Trophée d’assurance 2017 dans sa catégorie. Lors des quatre éditions précédentes, le jury spécialisé avait également élu cette Assurance Accidents du Travail. Il y a plusieurs raisons de choisir pour la Fédérale Assurance.

Outre le fait que le service de prévention fournit des conseils d’experts, l’assureur dispose également d’un département de gestion des sinistres accidents certifié ISO 9001, ainsi que d’un site sécurisé. Sur ce site, le client peut faire des déclarations et suivre des dossiers. Enfin, la Fédérale Assurance accompagne les victimes gravement blessées et l’assureur partage ses bénéfices. En d’autres termes, soyez rapide!

Construire de manière énergétiquement performante avec Daikin

La marque de vêtements Marie Méro a récemment inauguré son nouveau siège à Aalter. Le bâtiment, selon le concept de l’architecte Govaert-Vanhoutte, n’est pas seulement unique par sa beauté. Le contrôle climatique à l’intérieur témoigne également d’une technologie de pointe. La société a opté pour le système VRV IV de Daikin. La particularité de ce système est qu’il n’arrête pas de chauffer le bâtiment, même aux moments où la glace est enlevée des bobines extérieures. Ceci est réalisé notamment parce que le système VRV IV transporte la chaleur, qui est normalement perdue dans la climatisation et le refroidissement, vers des équipements de production d’eau chaude ou certaines zones spécifiques du bâtiment. Cela permet un chauffage continu du siège social de Marie Méro, tout en économisant de l’énergie. www.daikin.be

Smappee présente un moniteur tout-en-un

www.federale.be

Le fabricant allemand Grohe a lancé un nouveau mitigeur qui fournit immédiatement de l’eau bouillante. L’unité thermique Grohe Red est disponible en différentes versions. Le modèle avec unité thermique de taille moyenne de quatre litres est destiné aux petites familles. Son grand frère, d’un volume de huit litres, convient parfaitement aux grands ménages et aux entreprises. Les deux modèles sont équipés d’un levier de sécurité enfants et d’un bec isolé. Ainsi, le Grohe Red peut être utilisé en toute sécurité.

Smappee a étendu sa gamme d’un nouveau moniteur d’énergie: le Smappee Plus. L’appareil n’analyse plus seulement la consommation des appareils énergivores classiques, il montre également la quantité d’électricité que vos systèmes d’énergies renouvelables produisent. Dans notre secteur, cela s’applique principalement aux pompes à chaleur. Dans certaines circonstances, ces pompes consomment beau­coup d’énergie, de sorte que le consommateur puisse être sérieusement surpris lorsqu’il reçoit sa facture.

Le Smappee Plus lui permet de surveiller cette consommation en temps réel et d’intervenir en cas de besoin.

En ­outre, l’appareil lui permet d’allumer et d’éteindre ses appareils à distance. Il existe également la possibilité de créer des catégories pour différents consommateurs. Ainsi, vous savez exactement ce que vous coûte votre éclairage ou votre machine à laver mensuellement.

www.grohe.be

www.smappee.com

De l’eau bouillante en un tournemain

58

magazine

• september - septembre 2017

Total Mazout Ultra, le mazout qui ravit la chaudière, le client et le chauffagiste !

Pascal Huart

Pascal Huart, gérant de la société ‘Ets Roger Myaux’, est plus que convaincu de la qualité supérieure du Total Mazout Ultra. Que ce soit avec sa casquette de chauffagiste ou de revendeur de mazout Total, il perçoit très nettement les bénéfices de l’additif « Ultra ». Il nous aide à démêler les ficelles de ce produit à haut rendement.

Filtre d’injecteur

Nez du Gicleur

Intérieur de la pompe

Mazout Ordinaire

Des avantages pour l’installation

Un plaisir pour le chauffagiste

D’une part, l’effet anti-corrosion du Total Mazout Ultra nettoie et protège les parties métalliques de l’installation et du brûleur en particulier et d’autre part, l’anti-oxydant assure une très grande stabilité du mazout. Autrement dit, le Total Mazout Ultra résiste mieux aux changements de température et à l’oxydation réduisant ainsi fortement la formation de résidus dans la citerne. Moins d’encrassement, moins de dépôts de suie, moins de résidus,… Bref, la chaudière est plus propre et plus fiable.

Tous les aspects bénéfiques du Total Mazout Ultra ont un impact bénéfique sur le chauffagiste poursuit M. Huart.

“L’entretien est plus aisé vu que le système de chauffage est moins encrassé. Mais ce que nous apprécions surtout, c’est que, comme le système reste plus propre, nous savons que la chaudière restera en bonne santé et que nous pouvons dormir sur nos deux oreilles” dit-il en souriant. Bref, grâce à tous ces avantages, le Total Mazout Ultra fait plus d’un heureux : le chauffagiste, l’installation et surtout et avant tout, le client bien entendu !

Une satisfaction pour le client Une installation plus propre et plus fiable assure “une longévité accrue pour tout le système de chauffage. Le Total Mazout Ultra réduit également le risque de panne. Un avantage non négligeable pour le client!”, ponctue M. Huart. De plus, le Total Mazout Ultra combiné à une faible teneur en souffre (< 50 ppm), offre un rendement optimal permettant au système de chauffage de fonctionner plus efficacement et donc de manière plus économique. C’est la cerise sur le gâteau : le consommateur appréciera par conséquent une consommation énergétique plus faible sur le long terme. “Un sacré “plus” pour son portefeuille”, conclut M. Huart.

cerga.be

Ga voor het Cerga-kwaliteitslabel.

En maak het verschil bij je klanten.

Als professioneel gasinstallateur koos je voor de toekomst. Proficiat! Haal nog meer uit je knowhow met onze hulp. Door het Cerga-label te dragen laat je aan je klanten zien dat je je vak kent, de laatste technologieën volgt en elke installatie veilig en conform aanlegt.

Faites-vous certifier Cerga.

Vous êtes installateur gaz naturel professionnel, vous avez donc fait un choix d’avenir.

Félicitations ! Savez-vous que vous pouvez valoriser encore plus votre savoir-faire ?

Avec le label Cerga, vous montrez à vos clients que vous connaissez votre métier, que vous suivez les évolutions technologiques et que vos installations sont conformes à la réglementation et sûres.

Le gaz naturel

Aardgas

Vous êtes prêt pour demain.

Zo ben je klaar voor morgen.