za 08 nov 2025 / Euskal Barrok Ensemble

Page 1


08 november 2025

20.00 Concertzaal

Euskal Barrok Ensemble

Subh

Biografie

Euskal Barrok Ensemble (ES) werd in 2006 opgericht als een gevarieerde groep voor jonge musici uit de hele wereld met interesse voor oude muziek. De dirigent en oprichter

Enrike Solinís bouwde zijn carrière uit bij gerenommeerde oudemuziekensembles als Hesperion XXI, Le Concert des Nations,

Concerto Vocale en Le Concert d’Astrée. Euskal Barrok Ensemble ontstond uit de nood om competentie te combineren met een frisse interpretatie, zonder vooroordelen over het oude, klassieke én traditionele repertoire.

Uitvoerders

19.15 Inleiding door Pieter Mannaerts

Euskal Barrok Ensemble: ensemble

Enrike Solinís: ud, luit, gitaar & artistieke leiding

Bernadeta Astari & Alena Dantcheva: sopraan

Bart Vandewege: bas

Maria José Pérez: flamencozang

Maika Etxekopar: stem

Gonzalo Perez Trascasa: stem & rebec

Mixel Etxekopar: stem & fluiten

Begoña Olavide: stem & hakkebord

Vicente Parrilla: blokfluiten

Miren Zeberio: vedel & rebec

David Mayoral: slagwerk

SUBH

Het verhaal van de Baskische slavin die regeerde over Al-Andalus

I. PROLOOG

Anoniem

Belatxa (Baskische trad.)

Anoniem

Epitaph of Seikilos

Grafschrift van Seikilos

Zolang je leeft, wees blij!

Laat niets je bedroeven: het leven is zo voorbij en de tijd eist steeds zijn tol.

Anoniem

Ale Arraunean (Baskische trad.)

Kom op Jongens

Kom op jongens, aan de riemen, Vooruit, laten we roeien.

Hup! Vooruit jongens; roeien, roeien maar.

Allez, jongens, trek aan de riemen!

Komaan jongens, we roeien voor Sint Antonius!

Vooruit jongens, zet een tandje bij!

Anoniem

Dies Irae, Dies Illa (gregoriaans)

Dag van toorn, die dag

Dag van toorn, die dag, waarop de wereld in as zal vergaan, zoals David en de Sibylle hebben voorspeld. Hoe groot zal de ontzetting zijn, wanneer de Rechter zal komen om alles streng te beoordelen.

Alfonso X El Sabio (1252-1284)

Santa María Sennor, Cantiga 350 uit Cantigas de Santa Maria

Heilige Maria, Edele Vrouw

Heilige Maria, Edele Vrouw, help ons in onze nood, en wees ons nabij, Heilige Maria, want het is nodig dat je ons helpt.

Want jij strijdt voor ons, dag en nacht, tegen de duivel, en steeds probeer je onze fouten te verbergen en ons vreugde te schenken. Daarom werk je altijd samen met God, want bij Hem neem je het steeds weer op voor elke zondaar, voor elk van ons.

Heilige Maria, Edele Vrouw.

Het verhaal: Veldtocht tegen Pamplona in het jaar 924 in de Muqtabis (kroniek) van de historicus Ibn Hayyan

Zo trok ‘Abd al-Rahman al-Nasir op zaterdag 11 Rabi (17 juli 924 n.Chr) in strakke slagorde door de Baskische pas. Zijn legers drongen door tot gebieden waar zij nooit eerder waren geweest, verbrandden burchten en verwoestten het land, totdat zij Sangüesa bereikten, geboorteplaats van de barbaarse koning Sancho – moge Allah hem vervloeken. Ook hier werden de gebouwen gesloopt en de inboedel verbrand.

Al-Nasir hield vervolgens halt, eerst in Lumbier en daarna in Leguin. Overal waar hij kwam, liet hij zijn troepen het land met de grond gelijkmaken: oogsten werden vernield, alsook alles wat men niet kon gebruiken, dorpen en vestingen werden gesloopt. Uiteindelijk bereikte hij de stad Pamplona, die haar naam aan de streek geeft, maar deze bleek verlaten en onbewoond.

Al-Nasir zelf betrad de stad, doorkruiste haar pleinen en gaf bevel alle gebouwen te verwoesten en de eerbiedwaardige kerk van de ongelovigen – waar zij hun eden aflegden en hun rituelen verrichtten – met de grond gelijk te maken. Dit bevel werd onmiddellijk uitgevoerd, en zo werd de stad volledig vernield.

Qul Muhammad (16e eeuw)

Bashraf Huseyni (instr.)

Anoniem

Benedicatus Domino uit de Códice de las Huelgas (instr.)

Anoniem

Loa, loa (Baskische trad.)

Slaap kindje slaap

Slaap, kindje slaap m’n kleine groene boontje, slaap, slaap, lieve spruit.

Papa heeft mama op de muilezel naar Vitoria gebracht, papa heeft mama op de muilezel naar Vitoria gebracht.

Nu heeft papa handenvol geld want onderweg heeft hij mama verkocht. Slaap, slaap zacht.

II. 10e EEUW: DE GEBOORTE VAN SUBH EN HAAR JONGE JAREN IN VASCONIA

Het verhaal: Beschrijving van Pamplona door een anonieme moslimauteur, opgetekend door Al-Himyari in zijn boek Rawd al-Mitar, omstreeks 950.

‘Banbaluna (Pamplona) : Een stad van AlAndalus, 125 mijlen van Zaragoza, was in het jaar 330 (941-942 n.Chr) de hoofdstad van García, zoon van Sancho. Gelegen te midden van hoge bergen en diepe valleien, was de stad slecht bedeeld door de natuur. Haar inwoners zijn arm, hebben nauwelijks genoeg te eten en houden zich bezig met banditisme. De meesten spreken Baskisch (al-bashkiya), wat de communicatie erg moeilijk maakt. Hun paarden hebben zeer harde hoeven door het ruige terrein. Een deel van de bevolking leeft ten noorden van de Pyreneeën, langs de Atlantische kust.’

Anoniem

Arratiako dantzak (Baskische trad. dans uit Biscay, instr.)

Anoniem

Virgo Virginum uit de Códice de las Huelgas Maagd der maagden Maagd der maagden, redding van de mensen, wis door uw genade de fouten van onze misdaden. Verlicht onze harten en elimineer onze ondeugden en misdaden, maak een einde aan het kwaad, vernietig het en verzoen ons met God.

Aanhoor ons gejammer en onze zuchten. O barmhartige moeder, stem uw zoon gunstig opdat wij niet worden gestraft voor onze afschuwelijke daden; Schenk ons vreugde, waarachtig licht en troost.

Jouw schoot, o jonge moeder, heeft hem geborgen.

Hij omvatte hemel en aarde en bezocht de hel, Jezus, die ons, dienaren, met zijn rechterhand naar de hemel kan verheffen.

Anoniem

Versi de domna Logendia Regina uit de Códice de Roda, (10e eeuw)

Verzen ter ere van de edele dame, koningin Leodegundia

Laat zoete lof klinken, zacht als de klank van een fluit, laat ons de edele Leodegundia loven, de dochter van Ordoño, en haar waardigheid eren met een warm applaus.

Het verhaal: Reis van koningin Toda van Pamplona naar Córdoba volgens het getuigenis van Ibn Khaldun (Tunis 1332 – Caïro, 1406), ontleend aan Ibn Hayyan.

‘In het jaar 958 organiseerde koningin Toda van Pamplona een diplomatieke missie om haar neef, kalief ʿAbd al-Rahman, in Córdoba te bezoeken. Ze sloot met hem een vredesverdrag, zowel in haar eigen naam als die van haar zoon García Sánchez, en ook een militaire alliantie ten gunste van haar kleinzoon Sancho van León, om de hulp van de kalief in te roepen tegen de tegenstanders van Sancho en hem opnieuw op de troon te helpen.’

Jarchas Nuba al-Isbihan-etik

Tawashi (Andalusische trad. Baskische dans)

Tawashi

Bij God, o mooie jongeling, laat toch die kilte varen!

Je hebt in mijn hart een vuur ontstoken dat nooit zal doven.

Tot wanneer zal deze vijandigheid duren?

Mijn geduld is op.

Zeg me: waarom keer je je van mij af, en ontken je mijn liefde?

III.

AANKOMST IN CÓRDOBA

ALS GEVANGENE VAN SUBH AL-BASKUNSIYA

Het verhaal: Al-Maqqarī (Tlemcen 1578 – Caïro 1632), ‘De geurige bries in de vochtige takken van al-Andalus’

‘Een vrouw begon enkele verzen te zingen met een heldere, zoete stem. Ik kon mezelf niet meer bedwingen; ik stond op van mijn bed, liet mijn twee slapende metgezellen achter, opende de deur van mijn kamer en volgde het geluid van de stem, dat van dichtbij leek te komen. Zo kwam ik in het midden van het huis, vanwaar ik het ruime huis ernaast kon zien. Daar, in het midden, lag een grote tuin, en in die tuin bevond zich een gezelschap van ongeveer twintig mensen die aan het drinken waren. Ze zaten allemaal op een rij, voor hen stonden drank, fruit en zoetigheden; in hun kring waren meerdere slavinnen die luiten, tambura’s en andere instrumenten bespeelden, zoals fluiten.

De zingende slavin zat apart van de rest en hield haar luit op haar schoot, terwijl iedereen haar met grote aandacht gadesloeg en luisterde. Ze zong en speelde, en ik bleef staan op een plek waar ik niet gezien kon worden. Telkens wanneer ze een vers zong, en dat waren er meerdere, leerde ik het uit mijn hoofd.

Daarna keerde ik terug naar mijn kamer, God dankend, alsof ik verlost was van een grote benauwdheid, bevrijd van pijn of ziekte.

De volgende ochtend ging ik een vriend opzoeken, een ulema (geleerde) uit Córdoba,

die in Málaga woonde, en ik vertelde hem wat er gebeurd was. Ik reciteerde de verzen en beschreef hem het huis. Hij glimlachte, keek me aan en zei: ‘Dat is het huis van een minister en de slavin is Zutana uit Bagdad, een van de beste zangeressen van Almanzor Benabiamir. Sinds de dood van Almanzor behoort die slavin aan de minister. De verzen zijn van Mohamed ben Carloman.’’

Anoniem

Emitte Manum Tuam (antifoon/Mozarabisch)

Reik mij de hand, Heer

Reik mij de hand, Heer kijk vanuit de hoogte neer, red en bevrijd mij uit de handen van de heidenen. Amen.

Anoniem

Ene Laztan Ederra (Baskische trad./Enrike Solinís)

Mijn mooie geliefde Mijn lieve, mooie geliefde, gekwetst ben ik van binnen. Liefdesverdriet overweldigt mij. Zweet en tranen, het doet zo’n zeer. Mijn boot drijft in tranen want mijn geliefde voer van mij weg; de eerste keer, voor altijd. Ach, de pijn zal ik diep in mijn hart bewaren.

Yehudá Halevi (1079-1141)

Dror Yikra

Vrijheid wordt verleend Vrijheid zal worden verleend aan zoon en dochter. Hij zal jullie beschermen als zijn oogappel. Liefelijk is jullie gezang, en het zal niet verstommen. Zoek rust en verpozing op de dag van de Sabbat.

IV. SUBH, LIEVELING VAN DE KALIEF AL-HAKAM

EN MOEDER VAN

ZIJN KINDEREN

Het verhaal: Discours en gedicht over de essentie van de liefde in Tawq al-ḥamāma (De ring van de duif) van Ibn Ḥazm (Córdoba, 994 –Montíjar, Huelva, 1064), met een verwijzing naar al-Hakam II en Subh.

‘De liefde, moge God haar eer bewijzen, begint als een spel, maar eindigt in waarheid. Haar betekenissen zijn zo subtiel, vanwege haar verheven aard, dat ze niet in woorden kunnen worden uitgedrukt, en behalve na langdurige inspanningen kan haar wezen niet gevat worden.

De liefde wordt door het geloof niet veroordeeld, noch door de Heilige Wet verboden, want onze harten liggen in de handen van Allah, de Verhevene en Machtige. Dit blijkt uit het feit dat er onder de geliefden niet weinig eerbiedwaardige kaliefen en vrome imams zijn geweest.

Zo hadden wij in ons land al-Andalus kalief al-Hakam al-Mustansir die, verblind door zijn liefde voor Subh, zelfs geen acht sloeg op de kinderen die hij bij andere vrouwen had.’

Alfonso X El Sabio Porque Trobar-Cantiga

Omdat dichten

Omdat dichten om inzicht vraagt, moet wie het doet voldoende verstand en wijsheid hebben om te begrijpen en op de juiste toon uit te drukken wat hij zo graag wil meedelen, want dat is de sleutel tot goed dichten.

Het verhaal: Afscheid tussen kalief Al-Hakam en Subh, volgens de Muqtabis van Ibn Hayyan (Córdoba, 987–1075)

‘Toen Al-Hakam vertrok naar de veldtocht in Gormaz, nam Subh – zijn grote liefde en de moeder van zijn zoon Hisham – afscheid van hem. Ze drukte haar diepe genegenheid uit en ook de pijn die ze voelde bij hun nakende scheiding. De kalief hield zo veel van haar dat hij spontaan enkele verzen dichtte: ‘Ik neem nu

afscheid van haar, maar weet niet waarom ik er niet aan bezwijk.’’

Anoniem

Dansa Reial/Dans uit Arratia (Manuscript of the King/ Baskische trad.)

V. SUBH REGEERT OVER HET KALIFAAT IN NAAM VAN HAAR ZOON HISHAM

Het verhaal: Subhs politieke rol, volgens Dhikr bilād al-Andalus (‘Beschrijving van het land AlAndalus’), anoniem, 14e-15e eeuw

‘Omdat haar zoon nog minderjarig was, was het de Voornaamste Dame Subh die het bestuur van het rijk op zich nam. Ḥājib al-Muṣḥafī en de andere viziers ondernamen niets zonder haar te raadplegen en gehoorzaamden haar bevelen met het grootste respect. Almanzor had als enige directe toegang tot Subh en bracht haar beslissingen over aan de ḥajib en de viziers. Zo liep uiteindelijk elke aangelegenheid via zijn handen.’

Anoniem

Salve porta uit de Codex las Huelgas (ca.1325)

Salve porta

Wees gegroet, toegang tot de luister van de Heer, licht van genade, vat van wijsheid, koningin van barmhartigheid, woning van zuiverheid – wees gegroet!

Wees gegroet Maria, trots van de volkeren, hoop van de gelovigen, baken voor de radelozen beloning van het leven, hulde!

Abu al-Abbás Ahmad, de blinde van Tudela Moaxaja (12e eeuw)

Schenk ons wat te drinken, waardoor het verdriet vergeten wordt, en breng de vrienden mee, zoals we het gewoon zijn.

Zolang je leeft, mijn vriend, maak van de liefde je enige godsdienst. Bezoedel je oren niet met de woorden van leugenaars. Het beste is om je tot de wijn te wenden.

Jujube-knoppen, rozen zijn je aperitief; Mirtekransen sieren mijn slapen en verzachten mijn wangen.

Het is goed dat jou de wijn wordt aangereikt, door de zachte vingers van de schenker. Je lippen drinken alsof zij rozen plukken, en mijn wangen buigen zich naar jou, zacht en teder.

Goddelijk waren de dagen toen de wijn vloeide: ontmoeting en samenzijn, gezichten als bloeiende rozen, een tuin die glimlacht naar de tranen van de regen.

Het verhaal: Almanzor ontvangt Sancho Garcés II, bijgenaamd Abarca, in Córdoba in 992, volgens Ibn al-Khaṭīb (Loja, 1313 – Fez, 1374) in Kitab aʿmal al-aʿlam (‘Boek van de Daden der Illustere Mannen’)

‘De Koning van de Basken arriveerde in Córdoba en werd naar al-Zahira, het paleis van Almanzor gebracht, te midden van een indrukwekkend militair vertoon dat speciaal was opgezet om hem te intimideren. Zijn kleinzoon, ʿAbd al-Raḥman Sanchuelo, zoon van Almanzor en prinses ʿAbda, die het jaar ervoor – ondanks zijn jeugdige leeftijd –de titel van vizier had ontvangen, kwam hem tegemoet met een schitterende stoet van hoogwaardigheidsbekleders en hofdienaren.

De koning van Pamplona steeg af voor zijn kleinzoon en kuste zijn voet als teken van onderwerping. De audiëntie die hem door Almanzor werd verleend, voltrok zich in ware koninklijke pracht. De heerser zat op zijn troon, omringd door al zijn viziers. Vanaf de paleispoort tot aan de ontvangstzaal vormden de Zwarte garde en de Slavische garde een dubbele erehaag.

Eenmaal toegelaten tot zijn aanwezigheid, kuste Sancho II herhaaldelijk de grond, en vervolgens de handen en voeten van zijn schoonzoon. Een gouden zetel werd voor hem geplaatst. Toen de overige aanwezigen zich hadden teruggetrokken, moest de christelijke koning de verwijten aanhoren die Almanzor hem maakte vanwege zijn opstandige houding. Daarna verliet hij het paleis met

hetzelfde ceremonieel, terwijl een karavaan van muildieren de talloze kostbare geschenken naar zijn verblijf bracht.’

Anoniem

Ushak Nuba (Andalusische trad.)

Lied van de geliefden

Schenk mij nog wat te drinken, mijn liefste, want mijn wachter is verdwenen.

Dit uur moeten we koesteren, uit vrees dat we het verliezen.

De geheimen zullen we bewaren, we zijn blij en dankbaar.

Opdat jij spoedig mag zegevieren, schenk mij nog wat bij, mijn liefste, want mijn wachter is verdwenen.

Teobaldo of Navarre (1201-1253)

Gurmak itsasoan

Onze mannen zijn op zee

En er brak oorlog uit in de hemel.

Michaël en zijn engelen streden tegen de draak. Alleluja.

VI. BREUK TUSSEN SUBH EN ALMANZOR. DOOD VAN SUBH

Het verhaal: Almanzor legt in 996 beslag op de schatkamer van het kalifaat, volgens de Muqtabis van Ibn Hayyan (Córdoba, 987-1075)

‘Abd al-Malik, zoon van Almanzor, kreeg van zijn vader de opdracht de gehele schat van de Omajjadische citadel in beslag te nemen. Subh was woedend en vervloekte zowel de eerste minister als zijn hele nageslacht. Maar Abd al-Malik zweeg en slikte zijn woede in, zodat hij het paleis van het kalifaat zo snel mogelijk kon verlaten.’

Dimitrie Cantemir (1673-1723)

Buselik asirani (instr.)

Het verhaal: De dood van Subh in 998, volgens de Dhikr bilad al-Andalus (‘Beschrijving van het land al-Andalus’)

‘De dood van Subh, de moeder van kalief

Hisham. Haar begrafenis werd bijgewoond door Almanzor, die blootsvoets naast de kist liep en vervolgens het dodengebed voor haar uitsprak.

Aan haar graf schonk hij aalmoezen ter waarde van 500.000 dinar.’

Anoniem

Agota (Baskisch trad.)

Agota (Agote/agota: lid van een historische, uitgesloten bevolkingsgroep in Baskenland en Navarra)

Bij het eerste ochtendlicht kwam ik naar mijn geliefde, altijd verlang ik ernaar jouw stem te horen

Waar heb je je schapen gelaten?

Waarom die tranen in je mooie ogen?

- In het geheim, zonder dat mijn vader het weet, kwam ik naar jou met gebroken hart

Mij is gezegd dat de weide van de schapen veranderd is, en dat ik niet meer met jou mag praten.

- Ben ik doof, of heb ik het echt gehoord? Is het waar dat men je gestuurd heeft om voor altijd afscheid te nemen?

Ben je dan de belofte die wij deden vergeten: dat zolang wij op aarde leven, wij elkaar zouden beminnen?

vertaling: Jo Libbrecht

Hispania, Sefarad, al-Andalus: muziek uit middeleeuws Spanje

Turbulente eeuwen

In 711 stak Tariq ibn Ziyad met een legertje onlangs tot de islam bekeerde Berbers de Straat van Gibraltar over. Hij gaf daarbij en passant de plek zijn naam: ‘Jabal Tariq’ betekent zoveel als ‘de berg van Tariq’ en werd later ‘Gibral-tar’. Tariq versloeg de Visigotische koning Roderik (Rodrigo) en die overwinning vormde het begin van de islamitische overheersing in Hispania. De invasie was niet goedgekeurd door de kalief van Damascus; integendeel: deze beval zelfs de terugtrekking. Maar de afstand was te groot en de communicatie te traag, waardoor het bevel pas een half jaar na datum Hispania bereikte –en dus te laat kwam.

De invallers stootten op een Visigotisch christelijk bewind, dat vooral voor zijn joodse inwoners bijzonder hard was. Onder de Visigoten kregen zij een verbod op handeldrijven te verduren, op straffe van slavernij en betaalden ze zware belastingen. Huwelijken waren verplicht gemengd christelijk-joods en kinderen werden verplicht gedoopt. De joodse bevolking verwelkomde de nieuwe heersers dus als bevrijders, want onder de moslims genoten ze opnieuw van godsdienstvrijheid en van het recht op handel. De belastingdruk werd minder zwaar voor de joden – en belastingen werden voortaan ook aan de christenen opgelegd. Na de overwinning van 711 noemden de nieuwe heersers hun land ‘al-Andalus’; dit is vermoedelijk een verwijzing naar het ‘land van de Vandalen’, de Germaanse stam die de regio overheerste vóór de aankomst van de Visigoten. In 754 werd het emiraat Cordoba opgericht. In 929 verhoogde Abd al-Rahman III de status van Cordoba tot kalifaat en werd het onafhankelijk van de kalief van Damascus. In deze tijd speelt het levensverhaal van Subh zich af.

Het programma van vanavond is een bloemlezing uit de middeleeuwse vocale en instrumentale Spaanse muziek, met het meeslepende levensverhaal van de christelijke slavin Subh als leidraad.

– De belangrijkste bronnen voor de middeleeuwse polyfonie zijn de Codex Calixtinus, de Codex Las Huelgas en het Llibre Vermell uit Montserrat.

De Cantigas de Santa Maria vormen het pronkstuk van de eenstemmige liedkunst uit 13e-eeuws Spanje.

– Vanuit het multiculturele Spanje –met moslims, christenen en joden –verspreidden van oorsprong Arabische instrumenten zoals de rebec (rebab) en de luit (ud) zich over heel Europa.

Subh

De mooie en intelligente Aurora, een christelijke slavin, werd ontvoerd en meegenomen naar de 10e-eeuwse wereldstad Cordoba. Hier werd ze als slavin toegevoegd aan de harem van kalief al-Hakam II, de zoon van Abd al-Rahman III. Zelfs haar naam kon ze niet behouden: deze werd gearabiseerd tot ‘Subh’ (صبح : dageraad). Ze viel in de smaak bij de kalief, die haar uiteindelijk huwde waardoor ze een vrije vrouw werd. Al-Hakam II was een gecultiveerd man, in die mate dat hij het liefst zijn tijd doorbracht in zijn bibliotheek en maar wat graag zijn bestuurszaken door Subh liet behartigen. Subh stuurde haar echtgenoot aan, in het begin nog achter de schermen, geleidelijk aan ook publiekelijk. Zo werd de concubine beetje bij beetje effectief de koningin van Cordoba.

Terwijl Cordoba het centrum van de Arabische geleerdheid was, werd Sevilla het

middelpunt van de instrumentenbouw.

Een smeltkroes aan klanken

Het multiculturele Spanje met zijn rijke smeltkroes aan talen, culturen en religies was minder idyllisch dan het vaak wordt voorgesteld. Niettemin leefden er drie culturen – moslims, christenen en joden – gedurende meer dan zeven eeuwen samen in een variabel evenwicht. Cultureel en economisch waren er periodes van grote bloei. Dat betekent niet dat er voor 711 geen muzikale cultuur was: de Visigotische liturgie had haar eigen repertoire. Die liturgie werd in de vroege 7e eeuw gestandaardiseerd tot de zogenaamde Mozarabische liturgie – met ‘Mozaraben’ worden christenen onder een islamitisch bewind bedoeld. Dit repertoire werd pas in de vroege 11e eeuw vervangen door het gregoriaans dat ook elders in Europa de norm was geworden.

Vanaf 711 zien we een belangrijke invoer van in oorsprong Oosterse en Arabische instrumenten: de qanun wordt het psalterium, de bandair wordt de Spaanse panderete (tamboerijn) en de ud en de rebab kennen we vandaag nog als de luit en de rebec die zich over heel Europa verspreidden. Terwijl Cordoba het centrum van de Arabische geleerdheid was, werd Sevilla het middelpunt van de instrumentenbouw.

Muziek voor vele stemmen

Naast de instrumentale muziek zijn de grootste repertoires die uit het middeleeuwse Spanje bewaard bleven – zoals elders in Europa –hoofdzakelijk vocaal. Het absolute pronkstuk zijn de meer dan vierhonderd eenstemmige gedichten en liederen die we kennen onder de naam Cantigas de Santa Maria, samengesteld door en onder impuls van Alfonso X ‘el Sabio’ (de Wijze, 1252-1284). Hoewel hij koning was van Castilië, zijn de cantiga’s in het Galicisch geschreven, toen de hoftaal. In hoeverre deze liederen ook echo’s bevatten van verloren Arabische gezangen is niet zeker, maar

mogelijk was er wel een invloed. Zo toont een afbeelding in een handschrift in El Escorial de aanwezigheid van Moorse musici in het koninklijke gevolg van Alfonso.

De cantiga’s kwamen niet uit het niets: net ten noorden van Galicië (en de Alpen) ligt de Provence, waar in de 11e en 12e eeuw een traditie bloeide van trobadors en trobairitz, veelal adellijke singer-songwriters die in de langue d’oc verfijnde en hoofse poëzie schreven.

Tegelijkertijd kwam in 12e-eeuws Galicië vanuit Frankrijk een belangrijk handschrift aan in het bedevaartsoord Santiago de Compostella: de zogenaamde Codex Calixtinus, de oudste polyfone bron in Spanje (21 composities op Latijnse tekst). De twee overige monumenten van de polyfonie in Spanje dateren uit de 14e eeuw. De Codex Las Huelgas, genoemd naar de koninklijke cisterciënzerabdij in Burgos bevat 140 composities, vooral motetten; ook dit repertoire leunt aan bij de Franse polyfonie van de tijd. Het beroemde Llibre Vermell (‘het rode boek’) uit de abdij van Montserrat, vernoemd naar zijn 19e-eeuwse roodfluwelen band, bevat net als de Codex Calixtinus vooral teksten en gebeden, maar ook tien een- en meerstemmige composities, waaronder vier dansliederen.

Luistertip

Luister naar de eerste noten van Cantiga 350, Santa Maria, Sennor: het lied citeert de gregoriaanse sequens Dies irae uit de dodenliturgie. Het openingsmotief wordt indringend herhaald als een refrein doorheen het lied.

Concertgebouw onder de boom

Een geschenkbon van het Concertgebouw is fijn om te krijgen én om te geven. Want zeg nu zelf: een stukje van ons programma schenken, dat is toch een stukje cultuurhemel cadeau doen? Kom je langs aan onze ticketbalie of bij In & Uit, dan zorgen wij voor een feestelijke verpakking. Aankopen (voor een bedrag naar keuze) en verzilveren kan ook makkelijk online, voor wie de shoppingdrukte wil vermijden of last minute een presentje zoekt. En ook op onze website bieden we een stijlvol jasje aan voor je bon.

concertgebouw.be/geschenkbon

wo 10 sep 2025 - zo 04 jan 2026

Toujours l’amour

Expo Julie Calbert

Speciaal voor seizoen 25/26 van het Concertgebouw, dat in het teken staat van liefde en relaties, creëerde de Brusselse fotograaf en beeldend kunstenaar Julie Calbert een fotoreeks die liefde zichtbaar maakt in gebaren, beweging en lichaamstaal. Ze fotografeerde hiervoor zes dansers uit Brugge en omstreken op de Brugse Vesten. Liefde verschijnt in al haar meervoudigheid: van zichtbare verbinding en aantrekking tot conflict en onevenwicht. In haar foto’s, installaties en sculpturen focust Calbert op de relatie tussen geheugen, lichaam, beweging en omgeving en experimenteert ze met veranderingen, herhalingen en afdrukken in haar beelden.

Bekijk de expo voor of na een voorstelling of op het Concertgebouw Circuit.

Getipt

vr 14 nov – zo 16 nov 2025 Concertgebouw

vr 28 nov 2025 20.00 Concertzaal

Jazz Brugge

Crossing cultures

Voor deze jubileumeditie van Jazz Brugge zetten we onder de vlag ‘Crossing cultures’ opnieuw ons kompas op de wereld en laten we ons inspireren en verrassen door een brede waaier aan artiesten uit alle windstreken. Met onder meer Craig Taborn - Tomeka Reid - Ches Smith (USA), No Tongues ft. Elsa Corre & Linda Oláh (FR), Benjamin Sauzereau & REMORQUE (FR/BE) , Clément Janinet Quartet ft. Arve Henriksen (FR/NO), Peter Somuah Group (Ghana/NL) en rijzende ster Fuensanta (MX).

Rumi Passion Poëzie, muziek en wervelende dans

Al meer dan 750 jaar inspireren de literaire werken van de Perzische dichter en soefimysticus Jalal ad-Din Rumi, waarin hij schrijft over thema’s als migratie, mentale gezondheid en tolerantie. Zijn ontmoeting met de derwisj Shams-e Tabrizi liet diepe sporen na. Een compositie van Osama Abdulrasol verdiept zich in het leven van Rumi en Shams en begeleidt een voorstelling met een uniek decor, wervelende dans, tijdloze poëzie en muziek die recht naar het hart gaat.

Laat weten wat je van de voorstelling vond met #concertgebouwbrugge

Info & tickets +32 (0)78 15 20 20 — In&Uit: ‘t Zand 34, Brugge concertgebouw.be

© Geert Vandepoele

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
za 08 nov 2025 / Euskal Barrok Ensemble by Concertgebouw Brugge - Issuu