
22 minute read
Print de bevestiging af of download ze op uw smartphone
Hoe een mondmasker correct gebruiken ?
Mondmaskers zijn niet meer weg te denken en zo goed als overal verplicht te dragen.
Advertisement
Hoe een mondmasker correct opzetten?
• Was uw handen met water en zeep of met een hydroalcoholische oplossing • Let erop dat de gekleurde/bedrukte kant van het masker naar buiten gericht is • Neem in elke hand het elastiekje vast en breng het tot achter het oor • De metalen strip in de bovenkant van het masker brengt u aan over de neusbrug • De onderkant van het masker spreidt u open tot onder uw kin zodat neus, mond en kin volledig zijn afgedekt en het masker goed aansluit • Was opnieuw uw handen met water en zeep of met een hydroalcoholische oplossing
Hoe een mondmasker correct dragen?
• Raak het mondmasker nooit aan gedurende het dragen • Als u het masker per toeval toch aanraakt tijdens het dragen was dan onmiddellijk uw handen met water en zeep of met een hydroalcoholische oplossing het vochtig wordt mogelijk
Hoe een mondmasker correct afzetten?
• Was uw handen met water en zeep of met een hydroalcoholische oplossing • Raak de voorkant van het masker niet aan, maar maak het los via de achterkant aan de 2 elastieken • Gooi een wegwerpmasker in een gesloten vuilnisbak; een herbruikbaar masker kan in de wasmand • Was opnieuw uw handen met water en zeep of een hydroalcoholische oplossing
Mondmaskers zijn nuttig en belangrijk, net zoals handhygiëne en afstand houden van elkaar. Maskers hebben vooral nut wanneer ze gecombineerd worden met het frequent wassen van de handen met water en
• Vervang het masker iedere 3 à 4 uur, of sneller wanneer • Beperk het hergebruik van wegwerpmaskers indien
zeep of met een hydroalcoholische oplossing.

Tips om kwetsbare mensen te helpen: zo helpt u anderen in uw omgeving !
Een aantal mensen loopt een groter risico op ernstige ziektesymptomen bij een coronabesmetting. Er kunnen lichamelijke of psychische problemen ontstaan of bestaande problemen kunnen verergeren. Bijvoorbeeld mensen met een zwakke gezondheid, alleenstaanden, ... zijn hier meer dan anderen vatbaar voor. Ook oudere mensen zijn extra kwetsbaar. Ze lopen meer risico om ernstig ziek te worden en om geïsoleerd te raken van basiszorg, sociaal contact en informatie.
Hoe kan u deze meer kwetsbare groepen ondersteunen?


Buurtzorglijn zet haar goede werken verder!

De Buurtzorglijn die het lokaal bestuur Niel sinds 20 maart is gestart, blijft verder werken. Want ouderen en zieken zijn een erg kwetsbare groep. Daarom blijft de Buurtzorglijn ter beschikking staan om een helpende hand te reiken waar nodig. Zo brachten verschillende vrijwilligers in augustus een veilig deurbezoekje aan onze senioren om hen nog een keer extra te informeren en te sensibiliseren over wat te doen wanneer het heel warm is. De senioren kregen een postkaart met tips om de dagen met hoge temperaturen goed door te komen. Daarnaast ontvingen ze een visitekaartje van de Buurtzorglijn om hen erop attent te maken dat ze kunnen blijven rekenen op de Buurtzorglijn van ons lokaal bestuur. De Buurtzorglijn is op werkdagen telefonisch bereikbaar op 03 451 11 10, van maandag tot donderdag tussen 9u00-12u00 en 13u30- 16u00 en op vrijdag 9u00-12u00.
We willen iedereen er nogmaals op wijzen om steeds goed voor zichzelf te zorgen, extra zorg te dragen voor elkaar en de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen.
Wil u ook hulp aanbieden via de Buurtzorglijn?
Nielenaren die een handje willen toesteken, kunnen zich als vrijwilliger aanmelden met vermelding van de taken die ze op zich willen/kunnen nemen en van het moment waarop ze beschikbaar zijn. Aanmelden kan heel eenvoudig via het E-loket op onze website www.niel.be, via een mail naar vrijwilliger@niel.be of telefonisch op 03 451 11 10. Het lokaal bestuur Niel onderzoekt dan wie en hoe u best van dienst kan zijn.
We roepen alle inwoners van onze gemeente op om mee zorg te dragen voor andere Nielenaren in de buurt.
Waarmee kunnen we u helpen?

De Buurtzorglijn
Andere sociale ondersteuning...
Covid-19-toeslag : extra steun voor gezinnen met inkomensverlies door coronacrisis
Voor wie is de COVID-19-toeslag bestemd?
De toeslag is er voor gezinnen ● met kinderen die een Groeipakket ontvangen (het
Groeipakket is de vroegere kinderbijslag), én ● die door de coronacrisis in maart, april, mei of juni een inkomensverlies van minstens 10% hadden in vergelijking met de maanden januari of februari 2020, én ● waarbij het gezinsinkomen onderdeinkomensgrensvan 2.213,30 euro ligt. Om dit maandelijkse gezinsinkomen te berekenen, wordt ook het vakantiegeld en de eindejaarspremie meegerekend. Kan u uw huishuur niet meer betalen? Hebt u een huurachterstal van minstens 2 en maximum 6 maanden? Blijf dan niet met uw zorgen zitten. Maak een afspraak bij het OCMW! Het OCMW kan u begeleiden om uw huurachterstal weg te werken. Samen met u en met de verhuurder sluit het OCMW een overeenkomst af waarin duidelijke afspraken staan over de afbetaling van de huurachterstal. ● Het OCMW betaalt binnen 5 werkdagen na ondertekening van de overeenkomst een deel van de huurachterstal. Is deze omschrijving van toepassing op u en uw gezin? Lees dan zeker verder waar u recht op hebt en hoe u de toeslag kan aanvragen.
Hoeveel bedraagt de toeslag?
U ontvangt eenmalig een extra bedrag van 120 euro voor elk kind dat recht heeft op een Groeipakket. Dat bedrag ontvangt u in drie schijven van 40 euro.
Hoe kan u de toeslag aanvragen?
U ontvangt de COVID-19-toeslag niet automatisch. Een aanvraag is nodig bij de instelling die uw Groeipakket uitbetaalt. U vindt deze via www.groeipakket.be. U kan het aanvraagformulier voor de toeslag insturen t.e.m. 31

oktober 2020.
● U als huurder aanvaardt de begeleiding door het
OCMW. ● De verhuurder verbindt zich er toe geen vordering tot uithuiszetting in te stellen zolang u het afbetalingsplan naleeft en er geen nieuwe huurachterstal ontstaat.
Dit initiatief wordt mogelijk gemaakt dankzij het nieuwe Fonds Bestrijding Uithuiszetting. Meer informatie: www.wonenvlaanderen.be/huren/werking-fonds
Warm Niel...
Een klein gebaar kan zoveel betekenen! Dit is de voorbije maanden nogmaals gebleken.

Spontaan doken witte vlaggen op met slogans om onze zorgverstrekkers te steunen. Mensen gingen dagelijks om 20u uit het raam hangen om te applaudisseren om zorgverleners te bedanken. Vuilniszakken kregen dat beetje meer met die kleine “dank-u-wel”-sticker erop geplakt. Tekeningen van de allerjongste Nielenaren werden met veel genegenheid aan de senioren in het WZC toegestuurd. Op de oproep om zich aan te melden als vrijwilliger kwamen talrijke reacties. En nog zo veel meer …
Allemaal hartverwarmende gebaren, die bewijzen dat, in tijd van nood, mensen er voor elkaar zijn.








Coronaverhalen ... Het leven zoals het is tijdens een bijzondere periode
Iedervan ons heeft de voorbije maanden op zijn ofhaarmanierbeleefd. Ons lokaal bestuurvond meerdere mensen bereid om hun verhaal te vertellen. Mensen met verschillende achtergronden. Mensen met andere leefwerelden, andere ervaringen, en dus andere verhalen.
Hoe hebben zij afgelopen maanden meegemaakt? Wat waren hun lastige momenten? En hun mooie?
bijspringen in woonzorgcentra”, verklaart hij. “Gelukkig hebben we geen corona-patiënten gehad. Maar we waren er wel op voorbereid: binnen onze organisatie was er een duidelijke afspraak dat ingeval van coronabesmettingen, telkens dezelfde zorgverlener de patiënten zou verzorgen. Allemaal om verdere besmettingen onder het personeel
Luc woont in Niel en werkt als thuisverpleger bij het WitGele kruis. Hij was één van de eerste vrijwilligers die zich schrik om besmet te geraken, heb ik niet. Mijn drang om
spontaan aanbood bij ons lokaal bestuur om anderen te helpen.
“Ik weet nog perfect waar ik stond toen de lockdown werd afgekondigd”, vertelt Luc. “Gepakt en gezakt, klaar om te vertrekken naar Costa Rica, helemaal verlekkerd op een deugddoende vakantie van 3 weken bij vrienden. Mijn echtgenoot en ik hebben zelfs nog even getwijfeld om toch nog te vertrekken. Want we hadden gehoord dat het de lockdown. Maar ik ben realistisch”, vult Luc vlug aan.
virus niet bestand was tegen +27° C. En vermits Costa Rica Zuiderse temperaturen heeft, dachten we dat het allemaal zo geen kwaad kon.”
“Achteraf bekeken, zijn we content dat we niet vertrokken zijn. Want ook Brazilië is bijvoorbeeld niet gespaard gebleven. En we beseffen dat de medische zorg in LatijnsAmerika lang niet te vergelijken is met die van hier”, zegt hij uitblijft. Want zijn vliegtickets naar Costa Rica, die heeft hij
overtuigd.
“Tja, en dus had ik plots veel vrije tijd. Geen moment heb ik geaarzeld om me op te geven als vrijwilliger bij de gemeente. Het speelde geen rol wat ik kon doen: waar hulp nodig was, wou ik inspringen.” Luc kreeg al snel een telefoontje met de vraag om boodschappen te doen voor enkele senioren. “Ik reed met veel plezier elke dag naar de winkel, blij dat ik kon helpen. En “mijn klanten” van hun kant, waren gelukkig dat ze bevoorraad werden.” “Maar nog belangrijker”, vertelt Luc geëmotioneerd, “was dat de mensen hun babbeltje konden slaan. Dat is me heel erg opgevallen: het was vooral de eenzaamheid en ook de schrik die op de mensen woog.”
Omwille van de coronacrisis ging Luc sneller dan gepland terug aan het werk als thuisverpleger. “Mijn werkgever had 10 tegen te gaan”, legt Luc uit.
Als gewezen brandweerman en door zijn werk in de zorgsector heeft Luc een nuchtere kijk op het leven. “Echt mensen te helpen, om er te zijn voor anderen heeft altijd geprimeerd.” Al vreest hij wel dat de wereld er nooit meer hetzelfde zal uitzien. “Het kussen en knuffelen zal noodgedwongen verminderen. Een spijtige zaak,” zegt hij met een kwinkslag.
Wat Luc het meest is bijgebleven van de voorbije maanden? Daar moet hij niet lang over nadenken. “Vooral de dankbaarheid en de solidariteit onder de mensen tijdens “Mensen vergeten snel, de houding en het lakse gedrag van sommige mensen momenteel in de supermarkten bijvoorbeeld, tonen dat heel duidelijk.”
Luc hoopt dat een tweede coronapiek in het najaar daar om gevraagd, omdat veel thuisverplegers moesten
omgeboekt naar oktober.

Gregory Huygelen, uitbater van Smikkel-Smakkel (food truck en burger joint)
Elke dinsdag staat Gregory op onze Nielse markt met zijn foodtruck. Alle andere dagen is hij te vinden in een van de omliggende gemeenten. Daarnaast is hij ook nog voorzitter van de Marktkramersbond. Een zeer gevuld beroepsleven … En toch maakte hij tijd om zijn verhaal over de voorbije maanden te doen.
“De lockdown kwam voor mij en veel andere marktkramers als een donderslag bij heldere hemel. Het ging plots heel snel, te snel”, herinnert Gregory zich. “De overheid besliste dat er geen marktkramen meer opgesteld mochten staan vanaf vrijdag 13 maart om 12u. Maar een marktkramer kan nooit vóór 12u opkramen. Daar had men duidelijk niet bij stilgestaan. En dus besloten veel collega’s dat donderdag 12 maart voorlopig hun laatste werkdag zou zijn.”
“Veel marktkramers hadden echt grote schrik”, geeft Gregory aan. “Niet alleen van het virus, maar ook voor wat de coronacrisis en het verbod op markten voor hen als zelfstandige zou teweeg brengen. Met pijn in het hart. Want het is zoals het liedje zegt: als marktkramer wordt men geboren. En door de plotse sluiting vielen veel collega’s ineens in een zwart gat.”
Eerst wachtte Gregory een beetje af. Maar toen duidelijk werd dat het verbod op markten langer dan enkele weken zou duren, zocht hij een alternatief. “Om toch nog enige inkomsten te hebben, want de kosten blijven doorlopen”, legt hij uit.
“Ik heb daarom een online bestellingsysteem opgezet. En met de nodige reclame op Facebook en via flyers hebben veel bestaande, maar ook nieuwe klanten de weg gevonden om toch hamburgers, belegde broodjes en karakollen te bestellen.” “Het is een andere manier om klanten te bedienen”, erkent Gregory. “Het sociale van de markt was weg en dat is spijtig. Maar ik kon er wel een deel van mijn kosten mee dekken. En dat geldt ook voor veel andere collega’s en zelfstandigen, die de digitale toer zijn opgegaan.” Hoewel de markten intussen weer open zijn, wil Gregory zijn online bestelsysteem behouden. “Het is een andere vorm van verkopen, maar de klanten staan er niet weigerachtig tegenover”, verklaart hij.
Wat deed de lockdown voor Gregory op persoonlijk vlak? “De periode bracht rust voor mijn gezin. Mijn kinderen genoten ervan dat papa zo veel thuis was. Het was een groot verschil vergeleken bij de drukte van 7/7 markten doen. Vooral mijn zoontje heeft het nu weer moeilijk, omdat papa terug dikwijls van huis is.”


Want als voorzitter van de Marktkramersbond vroeg de heropstart van de markten in de Rupelstreek van Gregory een extra inspanning. “Maar dankzij de steun van de lokale besturen is alles al bij al zeer vlot verlopen. Een dikke pluim ook voor Niel voor de vlekkeloze organisatie”, besluit hij dankbaar.
Brigitte Cop, waarnemend directeur GO! De Parel
Het hing al even in de lucht – letterlijk en figuurlijk – en op 13 maart viel effectief het verdict: de scholen moesten sluiten.
“Op 16 maart waren alle leerkrachten, met de verplichte bescherming, nog op school om de nodige regelingen te treffen”, vertelt Brigitte, waarnemend directeur van GO! basisschool De Parel. “In eerste instantie was het onze opdracht om kinderopvang te organiseren. Er werden beurtrollen afgesproken onder leerkrachten en beleidsondersteuners. Want het was een hele organisatie om de kinderen veilig en volgens de corona-voorschriften te kunnen opvangen.”
“In het begin van de lockdown werd de limiet vastgesteld op 30 kinderen. Dat is uiteraard niet veel”, vertelt Brigitte. Maar in praktijk liep het helemaal zo’n vaart niet. “Omdat veel ouders konden thuiswerken, werd de limiet nooit bereikt. De meeste ouders hielden hun kinderen liefst bij zich.” Het is Brigitte wel opgevangen dat het aantal kinderen stelselmatig groeide naarmate de lockdownperiode vorderde. “Misschien heeft de verveling of de (on)handelbaarheid van sommige kinderen daarbij een rol gespeeld”, vraagt ze zich luidop af.
De school is ondertussen netjes ingedeeld in blokken of bubbels met maximum 10 kinderen. Er werd gedurende een periode alleen digitaal lesgegeven. Ook de schooluren werden aangepast, om ervoor te zorgen dat alle leerlingen les konden krijgen.
“De kinderen lijken er allemaal niet zo veel hinder van te hebben gehad. Alleen dat speciale evenementen zoals het schoolfeest of de daguitstappen in het water zijn gevallen, is toch een gemis. Maar kinderen passen zich doorgaans makkelijk aan een nieuwe situatie aan”, weet Brigitte. “Meer nog, sommige kinderen vonden het net leuker. Ze krijgen liever les in kleinere groepjes, omdat dat rustiger is. En omdat ze daarmee de volle aandacht van de juf vangen”, knipoogt Brigitte nog.

Danny Smet, ex-corona patient
Sportieve Nielenaar Danny kwam op een heel andere manier in contact met het coronavirus. Jammer genoeg. Hij ondervond aan den lijve wat het lelijke beestje met een mens en zijn lichaam kan aanrichten.
Om dat te vertellen, kwam hij graag persoonlijk naar het Huis van de Nielenaar. “Ik vind het nodig dat mensen stilstaan bij het gevaar dat in dit verraderlijk virus schuilt”, vertelt hij op kalme toon. “En ik heb dan nog geluk gehad; ik kan het navertellen. Want ik besef maar al te goed dat het veel erger had kunnen zijn.”
“Ik heb een vermoeden waar ik het beestje heb opgeschaard. Ik herinner me zelfs nog de exacte dag: 12 maart 2020, daags na de lockdown. Het begon allemaal met hoofdpijn, iets wat ik nooit heb. Pijnstillers, rusten, … niets hielp. Maar omdat ik alleen maar hoofdpijn had, waagde ik het er toch op om het weekend nadien te gaan fietsen.”
“Met de koersfiets rijden is mijn passie”, legt Danny uit. “Maar na die fietstocht, voelde ik dat er echt iets grondig mis was. Fietstochten van 150 km tegen 30km/u zijn voor mij dagelijkse kost. Maar na die rit voelde ik me ineens barslecht en zwaar vermoeid en had ik overal pijn. Ik was daardoor al wel een tikje ongerust en belde mijn huisarts. Om hem te melden dat ik dacht besmet te zijn met het coronavirus.”
Op consultatie gaan bij de huisarts was toen al zo goed als onmogelijk, een huisbezoek evenzeer. “De huisarts moest daarom een diagnose stellen over de telefoon, uiteraard bijna onbegonnen werk”, weet Danny. “Het advies was om even af te wachten, te rusten en pijnstillers of koortswerende geneesmiddelen in te nemen. Maar het ging van kwaad naar erger.”
Danny herbeleeft het opnieuw. “Als je op een ochtend wakker wordt en het lijkt alsof er een zware zandzak op je borstkast ligt en alsof je nog net door een rietje kan ademhalen, dan slaat de schrik je echt om het hart. Op dat ogenblik wist ik zeker dat ik het coronavirus te pakken had. Ik besefte dat ik geen andere keuze meer had dan rusten. En hopen … dat ik niet zou moeten worden opgenomen in het ziekenhuis.”
Godzijdank stonden Danny’s dochter en buren klaar om geregeld boodschappen neer te zetten in de inkomhal van zijn woning. Zo zorgden ze er mee voor dat hij elke dag verse groenten en fruit binnenkreeg. “Ik ben er eerlijk gezegd van overtuigd dat mijn goeie fysieke conditie en het feit dat ik gezond heb kunnen blijven eten mijn redding zijn geweest.”

Pas op 11 mei kon en mocht Danny terug aan het werk. Kon want eerder was hij daar fysiek niet toe in staat. Mocht omdat zijn werkgever Total hem niet sneller terug op de werkvloer wou zien; het bedrijf wilde dat risico niet nemen naar de andere medewerkers. Het was trouwens op Total dat Danny voor het eerst getest werd op corona. “Bij die bloedtest bleek dat ik onnoemelijk veel antistoffen in mijn lichaam had. Al lijkt niemand vandaag te weten hoe lang je immuun bent of blijft. We, en ook de medische wereld, weten nog heel weinig van dit virus. Dat is wat mij het meest beangstigt”, geeft Danny toe.
Is hij dan bang om opnieuw besmet te raken? “Ik ben er als de dood voor, omdat ik het aan den lijve heb meegemaakt. En omdat ik er nog dagelijks de gevolgen van draag. Geregeld duikt weer een zekere vermoeidheid op, dat had ik eerder niet. Ik denk dat mijn immuunsysteem een behoorlijke knauw heeft gekregen”.
Danny weet dat onze gezondheidszorg aan de top staat, en dat de zorgverleners meer dan hun uiterste best hebben gedaan en nog altijd doen. “Desondanks ben ik toch een tikje ontgoocheld. Het was in maart weliswaar nog maar kort na de uitbraak van de coronacrisis, maar ik vind dat ik op dat ogenblik niet genoeg gehoor heb gevonden. Ik vroeg erom om getest te worden, want ik ben hartpatiënt. Maar het advies luidde telkens dat ik beter wegbleef uit het ziekenhuis.”
Dankzij zijn werkgever kreeg Danny intussen wel de ondersteuning die hij vroeg en de check-ups die nodig zijn. “Ik weet intussen hoe ik er aan toe ben. Ook dat ik veel geluk heb gehad. Dus denk in geen geval dat het u niet zal of kan overkomen.”
Pieter Verrept, huisvader en vrijwilliger
Pieter Verrept is een enthousiaste huisvader met een groot vrijwilligershart. Waar en wanneer hij kan, levert hij vrijwilligerswerk. Toen hij in april “via via” vernam dat de gemeente op zoek was naar vrijwilligers schreef hij zich dan ook direct in voor de vrijwilligerspool van ons lokaal bestuur.
“Het gevoel om mensen te kunnen helpen, het sociaal contact, de dankbaarheid, … daar doe ik het voor. Op dit moment ben ik mee van dienst op de markt. Ik wijs er de marktbezoekers in de juiste richting en voorzie ze van de verplichte handgel. Daar hoort altijd wat “lameren” bij", grapt Pieter. “Maar het is precies de vriendelijkheid van de mensen die mij een goed gevoel geeft.”
Sinds de lockdown heeft Pieter op deze manier een speciale band opgebouwd met een 98-jarige Nielenaar. “Het begon gewoon met boodschappen doen. Ondertussen hebben we een warme vriendschap opgebouwd en ga ik geregeld op bezoek. Momenten waarop ik op mijn beurt verwend wordt met boeiende verhalen over vroeger.” Waar en wanneer Pieter voor het eerst hoorde dat er een “lockdown” zou komen? “Dat zal ik niet snel vergeten. Ik was op vrijdag 13 maart inkopen aan het doen in de Delhaize van Reet. Wat hamsteren precies betekent en waar het toe kan leiden, heb ik toen met eigen ogen gezien. Twee mannen gingen zomaar op de vuist over een pak wc-papier. Dat zal ik niet licht vergeten. Wat gaat dat geven mocht er ooit terug een oorlog uitbreken?!”, bedenkt Pieter enigszins verontwaardigd.
Het is gelukkig tot nu toe zijn enige nare herinnering aan de voorbije maanden. “Iedereen in mijn kennissenkring is tot dusver gezond gebleven. Straffer nog, verre buren zijn ondertussen dikke vrienden geworden. Want omdat veel mensen moesten thuiswerken en ook effectief in huis en in hun tuin zijn gebleven, was er meer gelegenheid om elkaar te leren kennen.”
Een helpend “ontsmet” handje toesteken aan elkaar is dan maar een kleine moeite, weet Pieter. “Mijn buren hebben op die manier zelfs een heus systeem van onderlinge kinderopvang uitgewerkt. Zo zie je maar. Het is zoals Johan Cruyf zei: elk nadeel, heb z’n voordeel!”

Hilde Vercammen, administratief medewerkster lokaal bestuur Niel
Sinds 18 maart 2020 staat er een consultatiefaciliteit of triagepost aan het Ziekenhuis van Reet waar patiënten terecht kunnen die mogelijk besmet zijn met het coronavirus. Vóór zo’n patiënt onderzocht kan worden, moet er wat administratief werk gebeuren. Daarvoor werd en wordt onder andere een beroep gedaan op de bereidwilligheid van medewerkers van de lokale besturen van de regio. Onze medewerkster Hilde is een van hen. “Toen de vraag kwam, heb ik geen moment getwijfeld om mij kandidaat te stellen,” zegt ze. Als administratief medewerkster plande Hilde afspraken in, noteerde ze gegevens van patiënten en zorgde ze ervoor dat iedereen tijdig bij de dokter terecht kon. “Daarbij moesten de verplichte voorzorgsmaatregelen heel strikt opgevolgd worden. Dat betekende telkens weer alles ontsmetten, mondmasker op, handschoenen aan en een wegwerpoverall dragen. Maar ook al kwam ik mogelijk met zieke mensen in contact, ik heb me geen moment onveilig gevoeld”, stelt Hilde.

In het begin kreeg het triagepunt flink wat volk over de vloer. “Maar een echte overrompeling heb ik nooit meegemaakt”, geeft Hilde aan. Schrijnende taferelen heeft ze – gelukkig – evenmin gezien. “Maar ik heb van andere vrijwilligers wel gehoord hoe sommige gezinnen getroffen zijn geweest. Want er zijn wel degelijk mensen ziek binnengekomen. Mensen van wie de gezinnen uiteen getrokken werden, omdat een van de ouders of één van de kinderen ziek was en dringend moest worden opgenomen in het ziekenhuis.”
Op de triagepost bleef de confrontatie met pijn en leed dan wel grotendeels uit, persoonlijk kreeg Hilde de voorbije maanden een heel zware mokerslag … “Tijdens de coronaperiode werd kanker vastgesteld bij mijn moeder. Ze moest onmiddellijk worden opgenomen in het ziekenhuis. En omwille van de coronacrisis was bezoek daar niet toegelaten. Ik kan onmogelijk uitgelegd krijgen hoe ik me daarbij gevoeld heb”, vertelt ze emotioneel.
De mama van Hilde overleed niet lang na haar ziekenhuisopname. Daarop volgde weer een andere klap. “Omwille van de coronamaatregelen was een volwaardige uitvaart niet toegestaan. De begrafenis mocht enkel doorgaan in zeer beperkte kring. Het is heel hard om je moeder op deze manier te moeten laten gaan”, vertelt ze ingetogen.
“We proberen ons op te trekken aan de mooie herinneringen en goede tijden met mama.” Dat deed Hilde de afgelopen tijd voornamelijk van thuis uit, omdat ze kon telewerken. “In het begin leek dat gemakkelijker en een welgekomen afwisseling met (verwerkings)rust. Maar al hebben wij een groot terras en kunnen we van ver met de buren communiceren: na een week of drie alle dagen thuiszitten tussen 4 muren, begint dat toch ook te wegen.”
En dus valt Hilde graag terug op haar levensmotto: “Geniet van elke dag!”
Leentje Rymenans, uitbaatster van cafe ’t Keizershof
Een stralende zonnige dag en het terras – dubbel zo groot als andere jaren – zit behoorlijk vol. Het gesprek met Leentje verloopt daarom tussen de bediening van de tafeltjes door. Mondmasker aan, voldoende afstand tussen tafels en stoelen, ontsmettende handgel in de aanslag, … Alle strenge voorzorgsmaatregelen en de discipline die nodig is om ze te respecteren: ze neemt het erbij.
Want wat was ze content toen ze haar vaste klanten begin juni opnieuw mocht begroeten! “Je merkt dat veel mensen nood hebben om buiten te komen en om een babbeltje te slaan”, verklapt de sympathieke dame. “Ik merk bij mijn klanten dat de limiet van de lockdown voor velen toch bereikt was. Daarom hou ik mijn hart vast voor het geval er een tweede golf zou komen. Gaan mensen de eenzaamheid En toch … Leentje straalt! Want ze heeft een belangrijke beslissing genomen. “De lockdown heeft mij een ander leven leren kennen”, vertelt ze. “Een leven zonder café houden. Er elke dag kunnen zijn voor partner en kinderen, ’s avonds met het hele gezin samen eten, gezellig met z’n allen in de zetel voor tv, … Ja, dat heeft me toch een andere kijk gegeven. En daarom heb ik de moeilijke beslissing genomen om te stoppen met café houden. Ik laat de zaak graag over aan een waardige opvolger”, klinkt het vol zelfvertrouwen.
Ze legt er de klemtoon op, op dat waardig. “Ik wil dit kindje in goede handen overlaten. Dat is niet vanzelfsprekend, dat besef ik wel. Ook al omdat de zaal achter het café vrij groot is. Dus ik ga zorgvuldig te werk, niet van vandaag op morgen. En tot die tijd en zolang het mag, blijft ‘t Keizershof gewoon open”, sust Leentje nog.


Nomineer uw coronaheld!
Verdient uw buurvrouw, de vakkenvuller in uw warenhuis, uw thuisverpleger, of een verre kennis een extra dankbetuiging voor zijn of haar bijzondere inzet in de voorbije maanden ? Laat het ons weten. Ons lokaal bestuur zet hen graag extra in de bloemetjes met een kleine leuke attentie.
Hoe nomineert u uw coronaheld ?
Stuur een mailtje naar communicatie@niel.be. Vermeld in uw bericht de naam van de persoon die uw coronaheld is en waarom precies. Nomineren kan tot en met 30 september 2020. Gewoon doen!