Dossier Eerste Hulp Bij Fiets(on)gevallen

Door Lies

“Een van onze mede-aspi’s was vergeten het fietsstuur vast te zetten nadat de fiets op de vrachtwagen naar het kampterrein was vervoerd. Toen we op tweedaagse vertrokken, is dat lid zwaar ten val gekomen op een steile neerwaartse helling. Gelukkig was het een zachte berm die de val brak. Slechts een paar meter verder en de val was midden in het puin van een verbouwing gebeurd. De berm lag daar vol scherpe en harde voorwerpen.”

Controleer altijd op voorhand alle fietsen. Werken de fiets lichten en remmen? Zijn de banden opgepompt? Heb je een fietsbel en zichtbare reflectoren? Staat je stuur vast? Zitten je wielen vast? Een kleine controle voor het vertrek neemt weinig tijd in beslag en kan zomaar het verschil maken.

Draag een helm! Fietshelmen zijn niet zo populair bij ons en toch zijn ze écht geen overbodige luxe. Ervaren topwielrenners dragen een helm, een grote groep Chirowielrenners met minder fietservaring best ook. Pimp je helm en maak hem een vast onderdeel van je wieleroutfit!

“We waren met de keti’s aan het fietsen. Alles ging goed tot we een zware berg op moesten en enkele mensen achterop raakten. Ik riep naar de groep om even te wachten. Een lid nam dit heel serieus en stopte in het midden van de weg, recht voor mij. Ik moest heel plots uitwijken en viel in een diepe gracht. Na veel gelach maar ook enkele traantjes vertrokken we weer. Ik heb nog kilometers moeten fietsen met remmen die niet meer werkten.”

Spreek op voorhand duidelijke signalen af. Bijvoorbeeld één keer fluiten betekent stoppen, twee keer fluiten betekent dat er een tegenligger is, drie keer fluiten betekent vertragen.

Zorg voor voldoende begeleiding zodat er vooraan, achteraan en in het midden iemand kan fietsen. Zo kan je in de gaten houden dat de groep niet versnipperd raakt. Te weinig leiding? Doe een oproep bij oud leiding om je groep te vergezellen bij de fietstocht!

Hou afstand van elkaar! Als je te dicht bij elkaar fietst, krijg je sneller een kettingbotsing.

“Na een avondje uitgaan fietsten we met de leiding naar huis. We moesten een scherpe bocht nemen, maar namen die iets te snel waardoor een medeleider voor mij viel. Ik moest uitwijken naar links en belandde met een salto in de gracht op een metalen ijsemmer die ik gevonden had. Ik heb het nog een hele week aan mijn ribben en nek gevoeld.”

Samen uit, samen thuis! Het is goed dat jullie op het einde van de avond samen terug huiswaarts keren. Laat niemand voor een lange afstand alleen fietsen.

Gebruik de meest veilige route waar het minste verkeer is. Misschien is de snelste route wel langs een grote drukke weg, maar enkele kilometertjes extra op een veilig fietspad maken het fietsen heel wat veiliger. Wanneer je uitgaat met de fiets drink je best geen alcohol. Alcohol + fietsen = geen goede combinatie. Bovendien is het net als bij autorijden verboden om je onder invloed van alcohol op de fiets in het verkeer te begeven. Vanaf 0,5 promille in je bloed ben je in België strafbaar. Draag een fluovest! Zo ben je altijd zichtbaar voor andere weggebruikers.

“Wij fietsten als tiptiens naar de kampplaats maar omdat het zo ver was, legden we een stuk met de trein af. In het station bleek dat niet alle fietsen mee op de trein raakten. Het waren er te veel. Iemand kwam toen met de oplossing om onze fietsen mee te geven met iemand uit de buurt met een paardentrailer. Maar ook daar pasten al onze fietsen niet in. We hebben toen ons voorwiel van de fiets gehaald en het meegenomen op de trein. Wat een leut hadden we toen!”

Controleer op voorhand hoeveel fietsen er op de trein passen.

Groepen mogen van de NMBS wegens logistieke en veiligheidsredenen eigenlijk geen fietsen meenemen op de trein. Wil je dat toch doen? Splits je dan op in groepjes van ongeveer vijf personen. Zorg dat elk groepje een begeleider heeft.

Spreek de treinbegeleider aan vóór het instappen. Die zal zeggen of er nog fietsplekken beschikbaar zijn en waar je je fiets kan plaatsen. Je houdt dus het beste rekening met een brede marge in je planning als je met de fiets de trein neemt.

Wil je veilig en voorbereid op fietstocht vertrekken? Check dan via de QRcode zeker de veiligheidsfiche over verkeer voor extra nuttige tips.

ALGEMEEN VEILIGHEIDSFICHE

  Draag een fluovest als je de weg op gaat. Vooraan, achteraan en in het midden loopt/fietst er leiding. De jongste leden lopen/fietsen in het midden van de groep.  Gebruik de meest veilige route: waar het minste verkeer is, vermijd grote wegen en drukke kruispunten.  Spreek op voorhand signalen af. Bv. één keer fluiten: stoppen; twee keer fluiten: er is een tegenligger; enz.  Vervoer geen kinderen of jongeren in een laadbak of aanhangwagen.  Respecteer het laadvermogen van je auto, aanhangwagen, camionette, camion. Informeer je hierover bij je chauffeur/verhuurder.

TE VOET

Waar wandel je het beste? Op het uiteraard, aan de rechterkant. voetpad Geen voetpad? Wandel op:  De verhoogde berm  De gelijkgrondse berm  Het fietspad (maar verleen voorrang aan ( bro m )fi etsers)  De rijbaan: aan de linkerkant, achter elkaar MET DE FIETS

 Je draagt best een fietshelm.  Grote groep? Splits dan op in kleinere groepen van maximaal 20 personen.  Zorg voor genoeg afstand, maar groep versnipperd raakt. vermijd dat je  Hou geen sprintjes of wedstrijden op wegen waar er ook auto’s rijden.   Laat niemand voor een lange afstand alleen fietsen.Vanaf rakwi’s kan je met de groep op fietstocht.

Waar veilig oversteken? OVERSTEKEN

  Bewaakte oversteekplaatsen: zebrapad met verkeerslichten of bevoegde persoon Zebrapad zonder verkeerslichten  Plaatsen waar je goed gezien kunt worden én zelf het verkeer goed ziet

Waar niet oversteken?  Tussen geparkeerde auto’s  In de bocht van een weg  Op de top van een helling  Onder een brug Hoe veilig oversteken? Ideaal gezien ben je als leiding met z’n vieren:  Eén leid(st)er staat op de plaats waar het oversteken begint  Twee leid(st)ers staan in het midden van de weg, aan weerskanten van de overstekende groep, en zij houden oogcontact met de automobilisten  Eén leid(st)er staat aan de overkant van de weg om de leden bij elkaar te houden.