
2 minute read
Evers & Sikking column
26
Linda Evers
Advertisement
Wat komen we van ver... Vorig jaar zomer zaten onze bewoners thuis, was er niet of nauwelijk dagbesteding, familie mocht niet op visite komen en bewoners, verwanten en begeleiders kregen op een pijnlijke en verdrietige manier te maken met corona. Sommige bewoners werden stil, trokken zich terug, werden verdrietig en angstig. Anderen gedijden juist erg goed door de rust die er ontstond, ze waren blij om eens niet elke dag met die drukke taxi naar hun werk te hoeven en dat was aan hun groeiende energie en vrolijkheid te merken. Ook ontstonden vrijwel direct mooie initiatieven om onze bewoners een hart onder de riem te steken. Wij, de geestelijk verzorgers, gingen buiten met de bewoners het leven vieren. De dagbesteding is gelukkig al weer maanden open. Bewoners mogen op bezoek bij familie en vrienden en mogen bezoek ontvangen. Terwijl ik dit schrijf wordt er voorzichtig aan meer mogelijk. Toch is het spannend: blijft het goed gaan nu bijna alle bewoners twee keer gevaccineerd zijn? Wat is onze horizon? Ik hoor veel bewoners, begeleiders en familieleden die moe zijn. Ik hoor steeds vaker van bewoners, maar ook medewerkers en familie, dat ze geen toekomst zien.
Op Cellowijze mens voor mens We weten niet wanneer Henk weer zijn op een normale manier naar de Efteling kan om naar zijn favoriete sprookje te kijken en wanneer Marja eindelijk gewoon weer naar de panda’s in Rhenen kan. Het lijkt soms alsof we in een vacuüm leven. Dat vacuüm kunnen we ook wel een ‘liminale’ fase noemen. Een tussentijd, de tijd tussen ‘voor corona’ en ‘na corona’. Een overgangsfase, waarin we nog niet weten hoe het gaat worden. In deze fase ontstaat ook veel moois. De gezamenlijkheid, gelijkheid en verbondenheid hebben we gevoeld in de afgelopen tijd. Contacten zijn hervonden, teams zijn sterker geworden, er is meer begrip ontstaan. Met deze versoepelingen in zicht duurt het misschien niet meer zo lang voordat we deze fase verlaten. Hopelijk hebben we al gesprekken over wat we samen geleerd hebben van deze tijd en wat we voortaan anders gaan doen. Een vraag die mij bezighoudt is hoe houden we die gezamenlijkheid, gelijkheid en verbondenheid vast? In ieder geval door op Cello-wijze mens voor mens te zijn, door het beste uit onszelf en de ander naar boven te halen en elkaar te blijven helpen wanneer dat nodig is. Dan komen we er, na alle geleden pijn, oprecht sterker en beter uit.