
4 minute read
Ethisch kompas: aandacht voor dilemma's in de zorg
Aandacht voor dillema’s in de zorg
Wie in de zorg werkt, heeft vrijwel dagelijks te maken met ethische dilemma’s. Soms zijn ze overduidelijk, soms voornamelijk onbewust. Carinova vindt het belangrijk om deze dilemma’s in het werk bespreekbaar te maken, maar ook om mensen bewuster te leren omgaan met deze ethische dilemma’s. Hiervoor is een speciale commissie aangesteld, de Commissie Ethiek. De leden van die commissie vormen een dwarsdoorsnede van de organisatie: twee verpleeghuisartsen, twee verpleegkundigen, een fysiotherapeut en een geestelijk verzorger. De commissie biedt ondersteuning waar nodig. Wat moeten we ons precies voorstellen bij deze ethische dilemma’s? We vroegen het drie leden van de commissie.
Mirjam: “Samen oplossingen zoeken”

Mirjam Kroeske (47) is coördinerend wijkverpleegkundige bij Team Diepenveen. Driekwart jaar geleden is ze afgestudeerd hbo-v. Het onderwerp gaat haar aan het hart: haar afstudeeronderzoek had als titel Ondersteuning bij ethische dilemma’s in zorgsituaties. Mirjam is getrouwd en heeft twee kinderen, van 19 en 10.
“De ethische dilemma’s in ons werk kunnen heel klein zijn: een vraag aan de zorgmedewerker of ze dat afwasje even wil doen. Hij of zij komt echt voor de zorg, niet voor de huishoudelijke hulp. Maar dat is best lastig om aan te geven. Zoiets kan botsen met je eigen beroepsethiek of het beleid van de instelling. Als verpleegkundige of verzorgende in de thuiszorg moet je goede zorg leveren, maar wel binnen bepaalde tijd. Dan kun je simpelweg niet ook nog een afwasje gaan doen. Het kunnen ook grotere dilemma’s zijn. Mensen die gedoucht moeten worden, maar echt niet willen. Autonomie van de cliënt is bij Carinova heel belangrijk. Maar wat nou als de gezondheid van een cliënt in het geding komt? We maakten ooit mee dat iemand absoluut niet naar het ziekenhuis wilde met een wond, terwijl dat echt noodzakelijk was. Of dat iemand met de diagnose dementie niet meer voor zichzelf kon zorgen, maar niet het huis uit wilde voor opname in het verpleeghuis. Dat zijn zware ethische dilemma’s die we samen proberen op te lossen.”

Esther Gans (53) werkt als verpleegkundige in woonzorgcentrum Diessenplas in Holten. Ze heeft een relatie en drie kinderen, van wie er nog twee thuis wonen. Haar hobby’s zijn lezen, wandelen en puzzelen.
Esther: “Hoe kaart je problemen aan?”
“In het woonzorgcentrum hebben we regelmatig te maken met familieparticipatie. De kinderen van onze bewoners zijn vaak ook al op leeftijd. Hoe ver kun je dan gaan met om hulp vragen en tegelijkertijd oog hebben voor overbelasting van de mantelzorger? Het gaat dan natuurlijk niet om zorgtaken, maar wel om het stukje welzijn waar wij niet altijd aan toekomen. Begrip hebben voor de situatie van de mantelzorger, maar ook willen zorgen voor het welzijn van de bewoner: daar heb je dus al een ethisch dilemma. Je moet hier voorzichtig mee omgaan. Een ander voorbeeld: wij rapporteren alles wat we doen in het zorgdossier en de familie kan altijd meelezen. Hierin zijn we zorgvuldig, maar het kan voorkomen dat de familie overbezorgd is en vragen gaat stellen. In zo’n geval is het heel belangrijk om met elkaar in gesprek te blijven. We doen ons werk als professionals immers goed en kundig, maar de mantelzorger kent zijn of haar naaste het best.”

Joke Koersen (63) werkt als fysiotherapeut op locatie Jozef en Park Brabant. Ze werkt ook als oedeemfysiotherapeut en in die hoedanigheid komt ze bij mensen thuis. Joke is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen. Ze fietst en schaatst graag. Als een van de 950 vrouwen heeft zij (in 1997) de Elfstedentocht uitgereden (en sindsdien wacht ze op de volgende!).
Joke: “Waar ligt de grens?”
“Natuurlijk kom ik wel eens in situaties waarbij ik denk: was ik maar eerder ingeschakeld. Mensen willen het liefst zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Dan moet je voor jezelf kunnen zorgen, naar het toilet kunnen gaan, trap kunnen lopen. Als daar een kink in komt, sta je voor moeilijke situaties. Een belangrijk ethisch dilemma is vaak: waar ligt de grens? Hoeveel kan men verwachten van een mantelzorger? Ik probeer mensen altijd te stimuleren om minstens een half uur per dag te bewegen. Zelf een paar keer opstaan en gaan zitten. Bij de trap wat oefeningen doen. Als mensen bang zijn om te vallen, kan valtraining heel zinvol zijn. Ook is het belangrijk goed rond te kijken in huis: vaak staat het vol met tafeltjes en liggen er losse kleedjes op de grond. Ik zou soms het liefst elke dag langsgaan om mensen te stimuleren te bewegen en om oefeningen te controleren. Maar autonomie en eigen verantwoordelijkheid zijn ook belangrijk. Vaak kan er meer dan men denkt. Met als uiteindelijk doel dat iemand lang thuis kan blijven.”