VLAAMSE VERENIGING VOOR GOLF
Golf op school: praktische handleiding
8 7
De golfsport zit sinds de jaren ‘90 sterk in de lift. Steeds meer mensen vinden hun weg naar het golfterrein. Toch blijkt dat nog te weinig jongeren vandaag in contact komen met golf. Daarom wil de Vlaamse Vereniging voor Golf leerkrachten LO en toekomstige leerkrachten LO betrekken bij het project “Golf op school”. Onze doelstelling is zoveel mogelijk (toekomstige) leerkrachten te laten kennismaken met de sport en de basis mee te geven, d.m.v. bijscholingen en SNAG-opleidingen zodat zij dit in hun les LO integreren.
1. ALGEMEEN
■
golf 001
De golfsport binnenkort ook in uw klas?
Bullseye: doelwit waar men heen kan chippen of slaan
1.1. SNAG SNAG betekent Start New at Golf en is de ideale manier om golf aan te leren. Het is ontstaan in de USA door professionele golfspelers, met als doel de basiskennis van de golfsport op een gemakkelijke manier te ontdekken en aan te leren zodanig dat het leidt tot enthousiasme en een verder succes in de toekomst. SNAG heeft als doel de basis van de golfsport aan te leren. Zowel chipping, pitching, langere slagen als putting. (Chippen en pitchen zijn korte slagen)
a) Wat? ■ Launcher: club waarmee de bal wordt weg geslagen ■ Roller: club waarmee geput wordt ■ Matje + tee: wordt gebruikt voor de launcher ■ SNAG-bal: kan vergeleken worden met een tennisbal ■ SNAG-vlag: doelwit waar men heen kan putten, chippen of slaan ■ Rollerama: doelwit waar men heen kan putten, chippen of slaan
b) Wat is het verschil tov een echte golfclub? ■ Grip: bevat meer kleuren die zullen helpen de juiste greep aan te nemen ■ Clubblad: groter dan een gewoon ijzer, makkelijker de bal raken ■ SNAG-bal: kan vergeleken worden met een tennisbal. Heel wat veiliger dan een gewone golfbal ■ Kleuren: Maakt het wat aantrekkelijker voor kinderen ■ Vergroot is rechtevenredig met echt materiaal
1
[
1.2 Materiaal
Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding 1/2007-2008
SNAG helpt ook fysieke en cognitieve vaardigheden ontwikkelen zoals: ■ atletisch en fysieke vaardigheden ■ aanval- en verdedigingsvaardigheden ■ oog-handcoördinatie ■ individueel in ploeg werken ■ slagvaardigheden ■ aanleren van reglementen ■ creatieve vaardigheden ■ leren initiatief nemen ■ organisatorische vaardigheden ■ competitieve vaardigheden ■ ...