JASMIEN MESTDAGH
Kleine spelen: Loop- en reactiespelen
lager onderwijs 123
Studente Lichamelijke Opvoeding
INVENTARIS VAN HET TE GEBRUIKEN MATERIAAL: • kleurenplaatjes, radio, muziek, micro, bruine tape • 12 fietsbanden, 10 kegels, 12 tennisballen, 12 kegels, 12 potjes, 12 frisbees, 12 indiaca’s, 12 ballen, 12 ringen
GLOBALE ZAALOPSTELLING + LEGENDE:
C
leerkracht
B
leerling
A
ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES:
Sociale vaardigheden: Samenwerking:
LEERPLANDOEL(EN): Inhoudsgebonden: Motorische competentie(D.1): Spelen (D.1.9): De leerlingen kunnen deelnemen aan bewegingsspelen ( D.1.9.1): loopspelen. Cognitieve competentie (D.2): Afspraken en veiligheid (D.2.5): De leerlingen functioneren zelfredzaam in voor hen aangepaste bewegingssituaties: - het gevaar inzien (D.2.5.1) - afspraken naleven (D.2.5.2) Persoonsgebonden: Dynamisch-affectieve competentie (D.3): Verantwoordelijkheid (D.3.4): De leerlingen passen de afspraken toe: - sancties aanvaarden bij herhaalde overtredingen (D.3.4.1)
Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding 3/2006-2007
Sociale vaardigheden: Relatiewijzen:
De leerlingen kunnen op hun niveau leren met nauwkeurigheid, efficiëntie. De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. De leerlingen kunnen zich discreet opstellen. De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
1
[
Leren leren: Houdingen en overtuigingen: