WIM VAN ASTEN
SQUASH, hoe speel je dat? wel doen
wel doen
Squash 005
3DE REGENTAAT LICHAMELIJKE OPVOEDING/BEWEGINGSRECREATIE
DEEL 2
18 VERKEERSPROBLEMEN Soms lopen spelers elkaar in de weg als zij van of naar de bal lopen. Dit soort ‘verkeersproblemen’ zijn vaak onvermijdelijk. Squash vergt een gevoel voor ‘fair play’ en respect voor je tegenstander: bij twijfel altijd een ‘let’ vragen. Let goed op waar je tegenstander staat. Als je denkt dat je tegenstander in de weg staat van je zwaai of dat je hem/haar dreigt te raken met de bal, stop dan en vraag een ‘let’.
Probeer de bal naar de blauwe gedeelten van de vloer te spelen. In tactisch opzicht is dit het verstandigst (en veiliger) om de bal zoveel mogelijk uit het pijlgebied te houden.
niet doen
wel doen
Zwaai niet overdreven wijd met je racket! Gebruik een compacte zwaai (je racket gaat omhoog). Kom niet te dicht in de buurt van je tegenstander, vooral niet als hij/zij een backhand speelt. Niet iedereen heeft zijn/haar uitzwaai onder controle.
De uitzwaai is compact en gaat hier omhoog in plaats van zijwaarts. De tegenstander blijft op een veilige afstand van de speler die aan slag is.
niet doen
wel doen
Hoewel de speler in het rood alle mogelijke moeite doet om zijn tegenstander ongehinderd naar de bal te laten lopen, kan hij niet vrijuit naar de bal bewegen. Dit is een veel voorkomende situatie achterin de baan. In een wedstrijd zal de scheidsrechter in dergelijke situaties een ‘let’ toekennen. De donkerste speelster heeft een dropshot gespeeld. De speelster rechts kan niet rechtstreeks naar de bal gaan, en vraagt een ‘let’. In een wedstrijd zal de scheidsrechter een ‘let’ toekennen als hij/zij denkt dat de donkerste speelster genoeg ruimte heeft gelaten om de bal te spelen. Hij/zij zal een ‘stroke’ toekennen aan de speelster rechts als hij/zij van mening is dat de donkerste speelster in de weg stond of het spelen van een winnende bal heeft verhinderd.
19 DE ACHTERZWAAI
Draai achter in de baan niet om de bal heen om deze vervolgens door het midden van de baan te slaan. Je tegenstander zal dit niet verwachten. Stop en vraag een ‘let’.
Als de bal vanaf de achtermuur of zijmuur in een achterhoek valt, ga dan van de zijmuur af staan zodat je niet hoeft te draaien.
Let altijd op je achterzwaai als je de bal gaat slaan. Wanneer je niet genoeg ruimte hebt voor een redelijke achterzwaai, stop dan en vraag een ‘let’. Je achterzwaai mag niet extreem zijn; hij dient compact te zijn en niet te veel ruimte in beslag te nemen.
20 VEEL VOORKOMENDE SITUATIES OM OP TE LETTEN. De volgende vijf figuren laten veel voorkomende situaties
Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding 4/2005
De speelster in het wit loopt weg uit het midden en geeft zo haar tegenstandster alle ruimte om de bal te spelen.
1