9 minute read

Samen bouwen aan een propere buurt

Buurtsuper.be organiseert al enkele jaren haar imagocampagne ‘Samen bouwen aan een superbuurt’, waarbij wordt gewezen op de maatschappelijke meerwaarde van de buurtsupermarkt. Tijdens die campagne gaat ook aandacht naar de zwerfvuilproblematiek en de opruimacties die buurtsupers organiseren. In september zullen deze succesvolle acties opnieuw plaatsvinden. We verkennen het terrein alvast met onze zwerfvuilpartners en een geëngageerde buurtsuperuitbater.

Yannick Muls, Buurtsuper.be: “Buurtsupermarkten hebben vaak een belangrijke maatschappelijk rol en zijn zich daar ook van bewust. We schakelen ze al enkele jaren in voor de zwerfvuilcampagne. In het begin gebeurde dat vooral via sensibilisering. Maar vorig jaar hebben we ook effectief opruimacties georganiseerd. Dit najaar doen we dat opnieuw. Buurtsuper.be organiseert zelf pilootacties in een zestal buurtsupers. Maar het is zeker de bedoeling dat andere supermarkten zelf aan de slag gaan en hun eigen opruimacties organiseren. We kunnen die vanuit Buurtsuper.be mee faciliteren, onder andere dankzij onze samenwerking met Mooimakers.”

“We zien altijd heel veel enthousiasme bij de buurtsupers voor de opruimacties.” - Yannick Muls

Zwerfvuil is niet oké

Mooimakers is het Vlaamse initiatief tegen zwerfvuil en sluikstort van OVAM, Fost Plus en VVSG. Coördinator Els Gommeren: “We willen de mensen er van bewust maken dat zwerfvuil niet kan. We werken hiervoor samen met lokale besturen en Vlaamse overheden, onder andere Wegen en Verkeer, De Lijn .... Maar Mooimakers werkt ook intensief samen met organisaties en bedrijven die zich inzetten tegen zwerfvuil, zoals Coca-Cola en Alken-Maes. Zij hebben een belangrijke voorbeeldfunctie. Wanneer consumenten zien dat die bedrijven zich engageren om hun terreinen proper te houden, dan motiveert dat.”

Mooimakers zet zelf ook aanstekelijke acties op. “Momenteel loopt er een campagne langs de autosnelwegen met de boodschap ‘Bedankt om niets uit je auto te gooien’. Een simpele boodschap maar – en we meten dat ook – het is er wel een die binnenkomt. Deze zomer starten we de campagne ‘En wat voor mooimaker ben jij?’. Om te wijzen op het feit dat zwerfvuil een gedeelde verantwoordelijkheid is. Consumenten zijn evengoed verantwoordelijk als producenten en overheden.”

Sustainability werkgroep

Sebastiaan De Meester, Alken-Maes: “Dat klopt absoluut. Vanuit AlkenMaes nemen we onze verantwoordelijkheid op. We beseffen dat we heel wat blik in de markt zetten maar helpen ook om die zo veel als mogelijk te sorteren en te recycleren. We zien dat een zwerfvuilactie, die we organiseerden in samenwerking met de gemeente Mechelen en Natuurpunt Mechels Rivierengebied, onze collega’s ook bewuster maakte van de problematiek. We vragen daarom dat ze dat bewustzijn vanuit hun functie vertalen naar nieuwe initiatieven. Die worden dan verder uitgewerkt binnen een sustainability werkgroep.”

Een van die initiatieven gaat de uitdaging rond plastic bekers aan, die deze zomer weer op tal van evenementen zullen worden gebruikt. “Veel festivals worden georganiseerd op afgesloten domeinen, waar sortering en recyclering net iets eenvoudiger kan worden georganiseerd. Maar er zijn ook een pak scoutsfuiven, stadsfestivals, braderieën … Voor die evenementen onderzoeken we welk type beker best kan worden gebruikt en welk soort verzamel- en recyclagesysteem we daar aan kunnen koppelen.” Duurzaamheid gaat voor Alken-Maes zeer breed, en de brouwers gaan verder dan enkel hun verpakkingen. “Wij brengen onze volledige ecologische footprint in kaart. We werken daarbij ook rond spaarzaam omspringen met water, om een voorbeeld te geven. Sinds 2008 verbruiken wij 20% minder water om ons bier te brouwen. Zo komen we uit op ongeveer 3,8 liter water voor een liter bier. Daarmee scoren we al goed, maar in de komende jaren zullen we daarop blijven inzetten.”

100% verpakkingen inzamelen

Ook Coca-Cola weet dat duurzaamheid een belangrijk topic is. Eind 2017 heeft het bedrijf een sustainability plan opgesteld, ‘This is Forward’. Met dat plan wil het, ten laatste in 2025, 100% van haar verpakkingen inzamelen én minstens 50% gerecycleerd plastic in plastic flessen gebruiken.

Koen Saels, Coca-Cola: “Als marktleider willen we op alle vlakken toonaangevend zijn, dus ook wat verpakkingen betreft. We moeten het gebruik van verpakkingen waar mogelijk verminderen en alle verpakkingen moeten worden ingezameld. Vandaag wordt via de blauwe zak in België al 85% van de PET-verpakkingen ingezameld via het PMD-afval. Maar dat kan beter.” De toekomst is wat Coca-Cola betreft circulair: “Elke gebruikte verpakking kan een nieuwe worden. Onze petflessen bevatten nu al 26% gerecycleerd materiaal. Tegen 2025 moet dat 50% worden.”

“We zetten de kracht van ons merk ook in om mensen te overtuigen om meer te recycleren. Op de dopjes van de petflesjes staat ‘recycleer mij’ te lezen en onze spots eindigen steevast met de gekende recyclagedriehoek. Maar Coca-Cola zet deze zomer nog een stap verder. We organiseren geen ‘klassieke’ marketingcampagne voor Coca-Cola, maar een grootschalige consumentenactie om meer verpakkingen in te zamelen en beter te sorteren. In een eerste fase komen we met een opmerkelijk oproep: ‘Koop geen Coca-Cola als je ons niet helpt te recycleren’. In een tweede fase, gedurende de rest van de zomer, vragen we expliciet aan de mensen om samen met ons te recycleren. We zijn daarmee de eerste in onze sector die zo expliciet inzet op het thema van recyclage.”

“We gebruiken de kracht van ons merk om meer te doen recycleren.” - Koen Saels

Plastic-free

Carl Vanhove is zaakvoerder van de AD Delhaize in Geetbets en Zoutleeuw. Hij werkte vorig jaar mee aan de zwerfvuilacties en probeert zo veel als kan ‘plastic-free’ te werken. Klanten worden aan zijn charcuterie afdeling beloond met 10% – en in sommige gevallen 15% – korting indien ze hun eigen verpakking meenemen. En dat heeft een boost gegeven aan de afdeling. “We realiseren niet alleen een meerverkoop maar trekken ook een ander cliënteel aan. Er komen nu bijvoorbeeld heel wat jonge moeders die bewust wegwerpverpakkingen willen minderen. We willen het initiatief doortrekken naar de beenhouwerij-afdeling en daar de bestellingen verpakken in papier, zoals dat vroeger ook gebeurde.”

Delhaize neemt zelf ook acties om het plastiek te verminderen, vertelt Carl. “Vroeger zaten de leveringen verpakt in kartonnen dozen. Nu krijgen we veel herbruikbare bakken. Ik schat dat we 80% minder plastiek en karton hebben dan toen ik begon, dertig jaar geleden.” Hij werkt ook met papieren zakjes aan de groente- en fruitafdeling. “Dat vraagt wel een extra handling van de kassierster. Zij ziet niet meer wat er in het zakje zit. Maar de klanten leggen de zakjes al heel goed zelf open.”

Hij gelooft wel dat er iets begint te bewegen bij de consument. “We proberen thuis zo weinig mogelijk wegwerpverpakkingen te kopen. Met de fietsclub kopen we bakken bier en frisdrank in plaats van plastic en blikjes. Ik zie dat meer en meer mensen in mijn omgeving dat beginnen te doen.”

Maar het kan uiteraard nog altijd veel beter. “Buurtsupers zijn een doorgeefluik. We kunnen vooral sensibiliseren. Het zijn in de eerste plaats de grote merken die een statement moeten maken. En in de tweede plaats de overheid. Ik zie vandaag nog te veel politici die geen beslissingen durven nemen omdat ze bang zijn voor de reactie van hun kiezers.”

Complexe materie

De producenten aan tafel wijzen ook wel op een belangrijke valkuil. “Heel de verpakkings- en afvalproblematiek is een complexe materie die voor veel verwarring zorgt,” zegt Koen. “Soms is het gemakkelijk om te pleiten voor een bepaalde aanpak, maar we moeten ons de vraag durven stellen of dat – in de hele lifecycle van een product – wel de beste oplossing is.” Sebastiaan bevestigt: “We zien nog te vaak dat er gekozen wordt voor ‘valse’ opties die op het eerste zicht zeer ecologisch lijken, maar dat in feite niet zijn. We moeten de volledige kringloop van producten, van grondstof tot productie en vervolgens tot recyclage, in kaart brengen en op basis daarvan de juiste keuzes maken.”

“Het is belangrijk om een platform te hebben waar we met beleidsmakers kunnen spreken.” - Sebastiaan De Meester

“Het is voor ons als producenten heel belangrijk om een goed platform te hebben waar we met beleidsmakers kunnen spreken”, zegt Sebastiaan, “en waar we onze ambities met elkaar kunnen afstemmen. Beleidsinitiatieven moeten aansluiten op de huidige situatie, zoals wij die ervaren. Als we niet geconnecteerd blijven, zullen we elkaar in de weg lopen en onze doelstellingen niet halen.” Ook Koen gelooft dat de overheid een belangrijke rol te spelen heeft: “Ik denk dat het aan de overheid is om de norm van iets te bepalen. Wat de consequenties zijn van een bepaalde zogenaamde ‘groene’ keuze? Of andersom, wat zijn de consequenties van blik, of van die plastic waar supermarkten hun charcuterie in verpakken? Het is aan de overheid om dat objectief en neutraal te formuleren en de consument hierover te informeren.”

Ecologie, economie en innovatie

Volgens Sebastiaan zitten we op een scharniermoment: “Ik denk dat we allemaal samen wel een omslag aan het maken zijn naar meer duurzame en ecologische alternatieven. En op een goeie manier. Ecologie en economie zijn trouwens perfect verzoenbaar. Maar dan moeten we wel de kans krijgen om te innoveren. En binnen het kader van de wetgever de marge hebben om zaken te ontwikkelen, zonder dat we meteen tegen een verbod aanlopen.” Want hij is wel hoopvol wat die innovatie betreft: “Welke oplossingen gaan er zijn binnen tien of vijftien jaar? Ik denk dat we die nu nog niet kennen. Er zit nog heel wat in de innovatiepijplijn en er zijn nog zo veel mogelijkheden.”

Statiegeld

Alle sprekers aan tafel zijn het er trouwens over eens dat ons land al een zeer goed en performant systeem heeft om afval in te zamelen via de blauwe zak van FostPlus. Buurtsuper.be is er dan ook van overtuigd dat een brede sensibilisering en een strikt handhavingsbeleid nog altijd de beste oplossingen zijn voor de zwerfvuilproblematiek. Ook Carl deelt die mening: “Ik geloof niet echt in het verhaal van statiegeld op blik en petflesjes. Maar ik ga me er wel op organiseren. Of het er komt of niet.”

En dat ‘zich er op organiseren’ betekent dat hij aan zijn supermarkt een ruimte van ongeveer 20 m2 moet voorzien, waar de klanten blikjes en petflessen kunnen binnenbrengen. De aankoop van een machine die de blikjes telt en berekent wat je terugkrijgt, vraagt al gauw een investering van rond de 18 000 euro. “Van collega’s die al met het systeem gestart zijn, hoor ik ook dat je permanentie moet voorzien. Er wordt allerlei ander soorten blik in gegooid, de machine blokkeert, iemand moet gaan kijken … En meestal gebeurt dat op de drukste momenten.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

Het oplossen van de zwerfvuilproblematiek is alleszins een gedeelde verantwoordelijkheid. Iedereen aan tafel beseft dat. En iedereen is bereid om zijn steentje bij te dragen. Koen: “We zitten vaak samen met Inbev, Alken-Maes en andere producenten en we vinden elkaar in deze problematiek. Er is op dat vlak totaal geen concurrentie maar wel een sterke sense of urgency.” Sebastiaan: “Wij als producenten willen zeker onze verantwoordelijkheid nemen en via campagnes en communicatie de consument mee de weg wijzen. Zo laten we aan de overheid zien dat we wel degelijk een belangrijke gesprekspartner zijn.”

Yannick Muls besluit: “Buurtsupers proberen in hun winkel het afval zo veel als kan te verminderen en te verwerken. En wanneer we initiatieven zoals de opruimacties organiseren, zien we altijd heel veel enthousiasme om deel te nemen. Het leeft dus zeker.”

En de consument? Els: “Sensibilisatie zal nodig blijven. Maar als hij goed geïnformeerd is, zal hij zeker zijn steentje blijven bijdragen. Het is een beetje zoals roken op café. Vroeger was dat vanzelfsprekend, maar nu zou het wel opvallen als iemand op café of restaurant een sigaret opsteekt. We zouden hem of haar er meteen op aanspreken. En dat zien we ook wel gebeuren met het zwerfvuil. Mensen die dingen weggooien op straat of op een parking, worden er steeds meer op aangesproken en dat is veelbelovend.”

“Mensen die dingen op straat gooien, worden daar meer op aangesproken.” - Els Gommeren