
6 minute read
Prikbord
Zwartkopmeeuwenkolonie Total Er huist opnieuw een grote kolonie kok- en zwartkopmeeuwen bij de olieraffinaderij Total aan de Scheldelaan.
Hoewel in het najaar van 2015 een deel van het terrein werd verhard voor een parking, blijkt het resterende onverharde deel nog steeds in de smaak te vallen bij de meeuwen.
Advertisement
Dankzij goede afspraken met Total kan de kolonie er ongestoord broeden met een minimale hinder voor de industriële activiteiten.
Dierensporen in het havengebied
Vorige winter ontdekten we een duidelijk dierenspoor in een berm van de Noorderlaan. We plaatsten er een wildcamera en wat bleek? Het spoor behoorde toe aan een steenmarter! Later die dag kwam een vos voor onze wildcamera poseren. Enkele kilometers verderop konden we ook vossen en marters op onze wildcamera vastleggen nabij een oude fietstunnel aan het verkeersknooppunt van de A12. Deze soorten vinden de oude tunnel blijkbaar een stuk veiliger om de snelweg over te steken.

Een steenmarter is te herkennen aan zijn lichtbruine vacht met opvallende witte keelvlek die doorloopt tot aan zijn poten (in tegenstelling tot de boommarter). Daarnaast heeft hij een lange, dikke, donkerbruine staart en zwartbruine poten.
Opnieuw zeldzame orchidee ontdekt in de Antwerpse Haven
Op 25 mei vonden we een bloeiend exemplaar van hondskruid in een berm langs de Scheldelaan.
Hondskruid is een wilde orchidee met een voorkeur voor een zonnige, kalkrijke, droge plaats. In België is deze plant beschermd en vij zeldzaam.

Het betrof de eerste waarneming voor 2017 van deze plant in de Antwerpse haven. In 2016 was er ook al een melding van vier bloeiende exemplaren.
Op donderdag 16 maart werden twee oeverzwaluwenbakken geplaatst in Opstalvallei.

Oeverzwaluwen vind je van nature langs meanderende beken en rivieren met steile, afkalvende oevers. Die natuurlijke biotopen verdwijnen steeds vaker, waardoor de oeverzwaluwen moeten uitwijken naar andere locaties. Populaire alternatieven blijken tijdelijke zandstocks op werven en depots te zijn. Daarnaast zou een oeverzwaluwenbak een meer permanente oplossing kunnen bieden.
Het plaatsen van een oeverzwaluwenbak maakt deel uit van het Soortenbeschermingsprogramma (SBP), een geheel van maatregelen ten voordele van beschermde soorten in de Antwerpse haven.
De plaatsing is een samenwerking tussen drie partijen. Het Havenbedrijf Antwerpen zorgde voor het vervoer, Natuurpunt Antwerpen Noord voor het ontwerp en de plaatsing en de leerlingen van de studierichtingen dierenzorg, landbouw en tuinbouw van PITO Stabroek maakten de oeverzwaluwenbakken in hun atelier en hielpen bij het plaatsen op het terrein.
Een leuk filmpje van nestelende oeverzwaluwen kan je bekijken via deze QR-code. Je kan het ook terugvinden op onze facebookpagina. Erik Geerts maakte deze beelden in de haven op linkeroever.
Vlaamse Havendag: Ontek de rietvelden van Kallo
Op zondag 17 september is het weer zover: dan worden de Vlaamse havens opnieuw in de kijker gezet. Naast bedrijven kan je ook de natuur op de rand van de haven ontdekken.
Het Groot Rietveld i s m e t z i j n 80 ha het grootste aaneengesloten rietveld in Vlaanderen en biedt dan ook een thuis voor tal van zeldzame rietvogels zoals roerdomp, woudaap en bruine kiekendief. Ernaast ligt het Rietveld van Kallo, een compensatiegebied voor verloren gegane riet- en waterbiotopen in de haven, waar het riet nog in volle ontwikkeling is.

Op zondag 17 september kan je zelf of met een gids deze rietvelden ontdekken. Een gegidste wandeling duurt 2 u en start om 10.30 u, 13.30 u en 15.30 u. De wandelingen zijn niet geschikt voor rolstoel gebruikers en niet toegankelijk voor honden. Laarzen zijn aan te raden bij nat weer.
Verder zijn er telescopen ter beschikking om naar de watervogels te kijken, kan je in de fuiken andere waterdiertjes ontdekken en kan je de vrijlating van een aantal gerevalideerde vogels van het Vogelopvangcentrum van Kieldrecht meemaken. Doorlopend zijn er broodjes, fruitsap en Natuurpuntbier verkrijgbaar.
Afspraak vanaf 10 u tot 17 u, infopunt op het kruispunt van de Kwarikweg met de Gasthuisstraat in Kallo.

Foto: Chris Bal
Een nachtvlinder overdag? De phegeavlinder
Tekst:
Guido Segerink
Stuntelig vliegt deze blauwzwarte verschijning met gele strepen langs bosranden. Een ontsnapte vlinder uit een exotische vlindertuin? Nee, niets is minder waar. Het is een prachtige, inheemse nachtvlinder, die in onze Antwerpse streken voorkomt.
Hoezo een nachtvlinder? Hoewel hij enkel overdag actief is, is het toch een rasechte nachtvlinder. Dat het een nachtvlinder is, kan je duidelijk zien aan de sprieten. Deze zijn scherp gepunt en hebben geen knobbeltje zoals bij de dagvlinders. Een dagactieve nachtvlinder dus ... Kan je nog volgen?
Is het een beer? Is het een uil?...
Phegeavlinders behoren tot de familie van de spinneruilen die onderverdeeld zijn in ondermeer de beervlinders. Dit zijn meestal stevig uit de kluiten gewassen vlinders met felle kleuren, maar de phegeavlinder is een stuk kleiner en heeft eerder een bescheiden kleurenpallet.
Zijn naam? De oude Nederlandse naam is melkdrupje. De verklaring is niet verder te zoeken dan de witte vlekken op zijn vleugels. Ook was hij gekend onder de meer spectaculaire naam witgevlekte bloedvlekvlinder. Onze Franstalige natuurvrienden kennen hem onder de ook niet zo gewone naam ‘le sphinx du pissenlit’. Pissenlit is een paardenbloem en sphinx hoeft geen verdere verklaring. Phegea zou de dochter zijn van de koning van Arcadie, maar hier heb ik geen bevestiging van gevonden.
De rups
De eitjes worden ergens in juli afgezet op paardenbloemen of dovenetels, alhoewel de phegeavlinder andere kruidachtigen ook niet schuwt. In augustus komt de larve uit en begint zich dan een weg te vreten in de beschikbare kruidachtige planten.
Zoals het een echte beer betaamt, zijn de rupsen van de phegeavlinder sterk behaard. De stevige bruine tot zwarte borstels, die in zwarte ringen op het lijf staan ingepland, schrikken de predatoren af. En bovendien hebben ze een knalrode kop. Als de winter eraan komt spint ze zich niet in een cocon in maar overwintert ze gewoon als een rups.
Een lekker hapje Vogels zien de phegeavlinder niet als een appetijtelijk toetje. Felle kleuren zijn in de dierenwereld een signaal van “pas op, ik ben zeer gevaarlijk” of “ik ben giftig”. De phegea is echter geen van beiden. Hij is niet giftig en zeker niet gevaarlijk. Hij bootst een giftige dagvlinder na, een soort uit de familie van de bloeddrupjes. Biologen spreken hier van mimicry, het imiteren van een gevaarlijke soort zodat predatoren geen verschil meer zien tussen de onschuldige soort en de giftige soort.
Op zoek naar Met de zomer in aantocht is het een uitdaging om een keer op zoek te gaan naar de phegeavlinder. Het is geen specialistenwerk om deze vlinder te herkennen en hij kan in onze streken nauwelijks verwisseld worden met andere soorten. Ook later op het seizoen kan je eens proberen naar de rupsen te zoeken.
Je kan hem vinden aan de rand van het bos en in bloemrijk grasland. Soms als een zwerver maar meestal als je er één ziet, ga je er ongetwijfeld veel meer vinden.
Met zijn lengte van 4 cm en dik achterlijf is hij moeilijk over het hoofd zien. Met de witte vlekken op de vleugels en met op het diepblauwe achterlijf één tot zelfs twee gele ringen is hij onmiskenbaar. Let ook eens een keer op de antennen, deze hebben witte uiteinden.
Veel succes en vergeet niet de waarnemingen te noteren in waarnemingen.be.

Foto: Rups phegeavlinder - waarnemingen.be