2 minute read

KEUKENHOF:

Veel Meer Dan Een Showtuin

Keukenhof is niet alleen het showvenster van de Nederlandse bloementeelt en daarmee een toeristische attractie van de eerste orde, het park heeft ook een enorme toegevoegde waarde voor de streek. De (nieuwe) directeur Jeroen Duyster is er veel aan gelegen om de bredere scoop te tonen en uit te dragen.

Advertisement

TEKST

Frans van Egmond

FOTOGRAFIE

Sandra Aartman

‘De maatschappelijke meerwaarde van het instituut Keukenhof voor Lisse en omgeving is enorm en eigenlijk nauwelijks in geld uit te drukken,’ begint Jeroen Duyster zijn college enthousiast. ‘In de eerste plaats zorgen we voor werkgelegenheid, niet alleen gedurende de acht weken van openstelling, maar ook daarbuiten. Van de 45 vaste medewerkers komen er 30 uit Lisse. In het seizoen zijn hier tegen de 1000 losse krachten actief. Onze loonsom is anderhalf miljoen euro, waarmee we een grote werkgever in de streek zijn. Daarnaast kopen we liever bij lokale leveranciers in plaats van elders voor een dubbeltje goedkoper te scoren. Alles bij elkaar is de bijdrage van Keukenhof aan de regionale welvaart niet te onderschatten.’

Dag Van Het Kasteel

De winst van de bloemententoonstelling gaat naar maatschappelijke projecten en het landgoed, een cultureel erfgoed. Jeroen: ‘Daarmee wordt de nalatenschap van graaf Jan Carel van Lynden eer aangedaan. Hij schonk het landgoed aan de stichting met als opdracht: houd het in stand en stel het open voor het publiek. Dat wordt breed ingevuld.’

Keukenhof probeert hier handen en voeten aan te geven met jaarrondevenementen als de Dag van het Kasteel, de organisatie van kerstactiviteiten en de enthousiaste bijdrage aan de Open Monumentendag. ‘Daarnaast hebben we sinds een aantal jaar bij Kasteel Keukenhof een prachtige dahliatuin met ruim 150 verschillende dahlia’s, zodat bezoekers van juli tot en met oktober kunnen genieten van bloei. En recentelijk hebben we een congres over het thema duurzaamheid in de bloementeelt afgerond.’

En dan zijn er ook nog de streek-specifieke acties. Recentelijk is een oude bollenschuur aangekocht, waarin acht startersappartementen worden gemaakt. ‘Dat is niet om huisvesting voor medewerkers te creëren, het gaat om het in

Jeroen Duyster

stand houden van het buitenaanzicht. Zo’n gebouw is immers zó kenmerkend voor deze regio.’

Jongeren Gevraagd

Ondanks het feit dat het aantal tijdelijke arbeidskrachten immens is, heeft Keukenhof weinig moeite om alle vacatures in te vullen. Jeroen: ‘Het werken in de buitenlucht met zoiets moois als bloemen trekt sterk. Bovendien is de periode van acht weken dat we open zijn voor de meesten overzichtelijk. En veel van de medewerkers komen elk jaar weer terug. Ze tellen de dagen tot ze weer kunnen beginnen.’

Hij maakt daarbij één kanttekening. ‘Ik zou graag meer aanwas van jongeren krijgen. Als je hier wilt werken, kun je je melden bij Randstad met wie we een hr-samenwerking hebben. Je kunt hier kennismaken met het vak van gastheer/vrouw. Voor de wereld is Keukenhof een attractie van internationale allure. Jongeren zijn de toekomst van de bloembollenteelt en met plezier constateer ik dat de rol van jongeren in de branche steeds groter wordt. Zij herkennen dat Keukenhof iets is om zuinig op te zijn. Het Vondelpark in Amsterdam zal er bijvoorbeeld altijd wel zijn, maar voor Keukenhof is dat niet vanzelfsprekend.’

Jaarlijks leveren honderd inzenders zeven miljoen bloembollen en de nieuwe generatie doet daar van harte aan mee. Jeroen Duyster ziet dat zij profiteren van de kennis van hun voorgangers en lekker warmlopen onder de vleugels van de ervaring. Maar ze anticiperen ook op nieuwe ontwikkelingen. ‘Het vak van kweker verandert immers dagelijks. Kennis van marketing en de wet- en regelgeving is vandaag de dag minstens zo belangrijk als kennis van de productie en teelt. Je moet als jongere een stevige theoretische basis hebben. Hard werken alleen is niet langer voldoende.’

Met ouders die een familiebedrijf runnen dat al meer dan honderd jaar bestaat, is Martine de Ridder (27) gepokt en gemazeld in het bollenvak. Toch koos ze ondanks haar passie voor bloemen niet voor opvolging. ‘Wel heb ik mijn interesse in het vak altijd behouden. Daardoor ben ik ook beland bij Keukenhof, nota bene de plek waar mijn overgrootvader in 1949 een inzender van het eerste uur was.’ Na een studie communicatie werkt ze nu als communicatie- en eventmanager bij Keukenhof. ‘Zo combineer ik het beste van twee werelden en daar ben ik heel gelukkig mee.’