
6 minute read
joHan KoPPens
from BOVATINfo 2021-2
by bovatin
dit jaar dus geen digitale Jaardag met een uitgebreid programma, maar wel ‘Jaarvergaderingen’ met het bovatiN-hoofdbestuur in de regio’s, gevolgd door een digitale ‘formele Jaarvergadering over jaarverslag en begroting. “Zo doen we het meest recht aan de uitkomsten van de enquête!”, vonden de bestuursleden van bovatiN. Het hoofdbestuur wordt uitgenodigd door de regiovoorzitter, en – al blijft het natuurlijk óók een gewone regiovergadering – daar zal gerard reus samen met de andere bestuurders meer vertellen over de organisatie van de toekomst van bovatiN, de komende speerpunten en het ‘investeringsplan’. en natuurlijk is er voor u de gelegenheid om zelf aandachtspunten in te brengen.
Advertisement
U krijgt van het regiobestuur natuurlijk nog een uitnodiging per mail met de exacte locatie en de agenda maar noteert u alvast uw eigen regio: • donderdag 7 oktober, Noord-Holland • donderdag 14 oktober Zuid-Nederland • donderdag 21 oktober oost- + Noord
Nederland • donderdag 25 november Midden & West
de regiobijeenkomsten beginnen om 17.00 uur met een buffet.
de formele online-jaarvergadering vindt plaats op donderdag 9 december, om 19.00 uur, via teams. de uitnodiging daarvoor ontvangt via de Nieuwsbrief. ■
graag tot dan! Het bovatiN-bestuur
Thema’s & ToekomsT


Johan Koppens:
er zijn nog steeds veel tegelzetters die simpelweg geen XXXl-tegels ofwel slabs willen verwerken. te groot, te zwaar, altijd een collega nodig, en het gaat te langzaam. maar laat nou de Heerschende mode toch echt dicteren dat er in de woonkamer flinke tegels komen te liggen… Vaak van 120x120 centimeter. johan Koppens heeft één werknemer maar werkt meestal alleen, en dan kom je er voor zulke tegels niet met een zuignap. al had de chiropractor al het nodige voor zijn rug gedaan, hij zocht naar een betere en permanente oplossing. en hij had het geluk dat zijn vader jan een verleden als onder andere constructeur had… we gingen het prototype op locatie bekijken.
Wie is er bang voor de tegeltiller?
Nu zijn er al een paar tilmachines ontwikkeld. Sommige groot, andere klein. De vaktrots (of de macho…) van de tegelzetter zorgt er echter voor dat ze soms wel een tijdje gebruikt worden, maar dat ze uiteindelijk toch thuis blijven staan. Hoe dat komt? Een scala aan zinnetjes komt voorbij: ‘Ik ben geen watje!’, ‘Te duur!’, ‘Te groot’!‘, ‘Te klein!’, ‘Die krijg ik de trap niet op!’ ‘Vier zuignappen, twee man, dan ben ik er ook!’ Blijft staan dat tegelzetters één van de zwaarste beroepen hebben, en zeker sinds de tegels groter worden. Lees maar eens wat er in je AOV uitgesloten wordt… Voor Johan was het duidelijk: hij wilde XXXL-tegels kunnen verwerken, maar zonder zijn rug te overbelasten. “En je moet bereid zijn om tijd in je ‘nieuwe collega’ te steken. Een nieuwe collega moet je immers ook inwerken…” Nieuwe collega? “Ja! Want je hebt er in feite een collega bij, die ervoor zorgt dat jij zonder getil die tegels – toch zo’n kilo of 30 á 40 per stuk – kunt verwerken.”
afgeleid… andere uitvinding…
Intussen zijn we even afgeleid als we in de naastgelegen kamer een tweetal metalen grips zien liggen, met een strakgespannen metselkoord ertussen (foto zie pagina 47). De grips zijn redelijk zwaar, en blijven mooi op hun plek liggen: het metselkoord breekt zelfs als we één van de grips verplaatsen…! We kunnen het niet laten: “Ik wil niet flauw doen, maar dit product moet je misschien maar EERST op de markt brengen…” Het is weer eens duidelijk dat in de ‘schuurtjes’ van de tegelzetters nog altijd de mooiste gereedschappen ontwikkeld worden.
de praKtiJK!
Samen met BOVATIN-voorzitter Gerard Reus nam uw redacteur even op een denkbeeldige tribune plaats. En inderdaad – we schrokken aanvankelijk van de omvang van de THL (‘Tegelhelplegger’- werktitel…), maar de praktijk zag er goed uit. De ‘collega’ werkt op een accu, de achterkant van de tegel insmeren gaat ERG prettig op hoogte , en het minutieus plaatsen van de nu gewichtloze tegel is een eitje. De hoeken van de kamer? Vooraf nadenken hoe je je werk organiseert, en je komt overal. Natuurlijk kan de THL geen trap op. (al is hij deels demontabel), dus een bouwlift blijft dan een voorwaarde. Maar de meeste meters liggen toch in de woonkamer, in appartementen of in showrooms/utiliteitsgebouwen. Dus? So far, so good.
“Ik leg zo tussen de 20 en 30 meter per dag,” weet Johan Koppens. “Als ik een tweede man moet inhuren, werken we iets sneller. Maar dan heb ik ’s avonds wel last van m’n rug… Als ik met de THL werk, verdien ik zeg



maar een kwart tot een halve mandag ‘erbij’. Als ik een groter bedrijf zou hebben, wist ik het wel. Ga maar eens na wat je bespaart op uitval en arbeidsongeschiktheid door rugklachten…” We vroegen Johan ook om één tegel met de THL uit de lijm te trekken, om vast te stellen hoe het met het hechtingspercentage zat: een belangrijk aandachtspunt van de grote formaten. Nou, daar zit het dus wel goed mee, zo laat de foto zien… We wilden natuurlijk ook zien hoe de THL de bus in komt. Immers, zo’n 100 kilo weegt de collega wel. En dat bleek behoorlijk mee te vallen: doordat de bus een vrij lage inlaat heeft, en de THL een paar kruiwagengrepen, komt het apparaat met enig kantelen vrij simpel de bus in.





We praten met Jan Koppens senior over de doorontwikkeling: misschien een paar lichtgewicht kappen van carbon of ijzer voor een professionelere uitstraling en tegen het stof. De massieve gewichten 2X van elk 10 kilo zijn nodig voor het tegengewicht, voor tegels van 120x120cm en van 100x100cm. Een hydraulisch systeem op het apparaat ‘gewichtloos’ de bus in en uit te krijgen… Jan heeft er wel oren naar, maar over de hydrauliek: “Je bent zó 2 1.000,- verder…”
En dat is natuurlijk zo. Uitvindingen moeten niet alleen niet te duur, maar vooral ook niet te ingewikkeld zijn. En, eerlijk is eerlijk: dit apparaat, met een vacuümpomp, een zuignap, een accu, twee knoppen , wat scharnierwerk met kunststofstrippen voor een ’soepel draaimoment’, kan de slijtage en het stof van de bouw aan. Hoe is de ontwikkeling gegaan? Koppens senior: “Johan had een vraag: ‘een tegellegger’, en daar is inmiddels ruim 2 jaar met tussenpozen aan gewerkt. Vóór de vacuümpomp was er een stofzuiger. Die deed het werk, maar er was permanent een stroomkabel nodig. Met het op en neer rijden erbij, is dat als vloeken in de kerk, vonden we . Toen kwam er een accu met omvormer van 12 naar 220 volt. Werkte, maar is in de praktijk te duur en erg gevoelig voor vocht. En het geluid van die stofzuiger… Nu is er dus een vacuümpomp die op 12 volt werkt, met een zuigkracht van ruim 100 kilo op het opleg-plateau.” Door de kritische opmerkingen – plus uitproberen - van Johan zijn er vier stuks in de schrootbak verdwenen. “Van drie exemplaren is nog wel iets te maken….”