‘Van Gogh in zijn Foodstappen’, een inkijkje in de burgerlijke keuken van de 19e eeuw

WAALRE – Wie bij Vincent van Gogh aan eten denkt, komt al snel uit bij zijn wereldberoemde schilderij ‘De Aardappeleters’. Om een beter inzicht te krijgen in de eetgewoonten van de Nederlandse kunstschilder en zijn tijdgenoten volgde Waalrenaar Sjors Hoppenbrouwers de voetstappen van Van Gogh. Zijn reis door onder meer Brabant, Engeland en Frankrijk resulteerde in het boek ‘Van Gogh in zijn Foodstappen’.

Er zijn veel boeken verschenen over Vincent van Gogh. “Vaak wordt gesuggereerd dat hij slechts aan water en brood voldoende had om de dag door te komen. Of hij daar echt op heeft geleefd weet ik niet, waarschijnlijk alleen als hij de hele dag op pad ging om te schilderen in de natuur”, denkt Sjors Hoppenbrouwers uit Waalre.

Hij vertelt dat Van Gogh bekend is dat hij dol was op de olijven uit de Provence, die hij zelfs naar Parijs liet komen, dat kunstschilder Paul Gauguin in Arles vaak en lekker voor hem kookte. Van Gogh bij Dr. Gachet In Auvers-sur-Oise op zondag meerdere gangen kreeg voorgeschoteld en hij in hetzelfde dorp bij Auberge Ravoux dagelijks driemaal at zonder ooit te klagen. Ook was de kunstschilder niet vies van een goed glas.

Reden voor Hoppenbrouwers om eens na te gaan wat Van Gogh en tijdgenoten zoal aten. Hij bezocht alle locaties waar Van Gogh is geweest. Met zijn boek geeft hij een inkijkje in de burgerlijke keuken van de 19e eeuw. Op basis van onderzoek, (oude) kookschriften en -boeken, gesprekken met lokale mensen en kunsthistorici schreef hij een boek over de keuken van België, Engeland, Frankrijk en Nederland. Hoppenbrouwers volgde

Van Gogh naar meerdere plekken uit zijn leven, zoals Antwerpen, Amsterdam, Dordrecht, Nuenen, Parijs, Arles en Saint-Rémy-deProvence. “Hier ben ik aan de slag gegaan met lokale eetgewoonten uit die tijd.”

Het leven van Van Gogh is niet vreemd voor Hoppenbrouwers. In 1990 werd hij gevraagd om in de Curac¸aose Courant wekelijks een column over de Brabantse kunstschilder te schrijven. Hierin volgde hij Van Gogh naar enkele locaties aan de hand van brieven die hij schreef aan zijn broer Theo. Het verhaal was doorspekt met een aantal recepten.

“Het moet wel allemaal kloppen wat bijvoorbeeld Gauguin voor Vincent gemaakt zou kunnen hebben”

Toen Hoppenbrouwers recentelijk stuitte op een werk van de Franse schilder Pierre Soulages, dat veel overeenkomsten vertoont met een schilderij van Van Gogh, werd zijn interesse opnieuw gewekt en was het zaadje voor het boek geplant.

Hoppenbrouwers: “Gebaseerd op de brieven van Van Gogh heb ik een eigen verhaal gemaakt, waarmee ik probeer om hem weer een beetje tot leven te brengen. Het is een non-fictief kook- en leesboek met fictieve elementen. Hiermee wil ik de lezer een inkijkje in zijn leven geven.”

De Waalrenaar deed zes maanden onderzoek voor zijn boek. “Het moet wel allemaal kloppen wat bijvoorbeeld Gauguin voor Vincent gemaakt zou kunnen hebben”, vertelt Hoppenbrouwers, die de vormgeving van het boek zelf verzorgde. “De foto’s heb ik met mijn mobieltje gemaakt. Het zijn foto’s van gerechten zoals ze thuis op het bord komen te liggen.”

Lees verder op pagina 7