
8 minute read
HAN Centrum Meervoudige Waardecreatie: Omlab
DUURZAAM
Kun je je het voorstellen? Bouwen met minder beton? Dat zou veel schelen in de CO2-uitstoot! Margreet van Uffelen en Huub Looze, co-founders en eigenaren van designstudio Omlab, zien het helemaal voor zich. En dat niet alleen: met het ontwikkelen van een circulair biobased 3D-printbaar bouwmateriaal zijn ze in een vergevorderd stadium. Zo ver dat betonbedrijven en architectenbureaus geïnteresseerd zijn.
Margreet: “We werken toe naar opschaling voor robotarmprinters met materialentoevoer via silo’s. Wat hier in onze studio gebeurt, is het voorwerk: het onderzoeken, het experimenteren. Hierbij gaan we tot en met technical readiness level 3, het proof of concept waarmee we aantonen dat ons idee haalbaar en schaalbaar is. We werken bij voorkeur samen met partners. Bij het nastreven van ons ideaal – een economie die in balans is met de draagkracht van het ecosysteem – zoeken we steeds de verbinding met de bouw.”
Het moet nú en het moet goed
“Wat ons drijft? De mens put op allerlei manieren de aarde uit. Ik hoef het niet uit te leggen; de klimaatproblematiek is niet meer van straks, het is een probleem van nú. We moeten nú stappen zetten, dat is onze heilige overtuiging en drijfveer. Met de kennis en ervaring die we hebben, willen we actie ondernemen. En ja, we leggen de lat hoog. We gebruiken geen delfstoffen, geen fossiele grondstoffen en geen chemische toevoegingen. In plaats daarvan werken we biobased. Dat niet alleen: we zien steeds meer kansen om nieuw biobased te vermijden en in plaats daarvan circulair biobased toe te passen: grondstof uit afvalstromen. Liefst zoveel mogelijk uit de regio.”
Afval waar je je neus voor ophaalt
“Deze bouwsteen (Margreet pakt een niet te miskennen 3D-geprint, steenachtig object - red.) hebben we gemaakt van calciet, cellulose, Kaumera en een kleine hoeveelheid alginaat. Dit mengsel is dus niet alleen biobased, het is voor bijna 100% samengesteld uit afval, namelijk materiaal uit de riool- en drinkwaterzuivering. Op het oog gezien ‘waardeloos afval’. In de bouwwereld wordt veel gepraat over schaarste van grondstoffen. Wij zien juist een overvloed. Wat wij doen, is uit grondstoffen die elk voor zich heel weinig waarde hebben hoogwaardige elementen maken door de toevoeging van creativiteit en hoogwaardige technologie.”


VERDIENEN
Toenemende belangstelling
“Dit bouwelement voldoet nog niet aan alle technische eisen. Maar de sterkte is C8, vergelijkbaar met een gipsbetonblok. Sinds dat bekend is, neemt de belangstelling behoorlijk toe. Aan het droogproces en de vochtbestendigheid en o ja, ook aan de geur – je ruikt het hier wel, hè? – werken we nog. En kijk: met behulp van de 3D-printer heb je een grote mate van vormvrijheid. Een element als dit is stapelbaar, koppelbaar, demontabel, remontabel en er is al plaats voor leidingen.”
Deel je kennis!
Omlab is gevestigd in Arnhem, op een voormalig kazerneterrein vlakbij de Hoge Veluwe. Zonnepanelen op het dak, geen aardgas op het terrein. Beneden bevindt zich de werkplaats, boven zijn het kantoor en een logeerplek voor onderzoekers en ontwerpers. Margreet licht toe: “Omlab is een open werkplaats. Ons bouwmateriaal ontwikkelen we door samen te werken, kennis te delen en vragen te stellen. Wij vinden antwoorden bij anderen en omgekeerd. Zo hebben we bijvoorbeeld onze biobased expertise gedeeld met een bedrijf dat nu met koemest kan 3D-printen. Kennis delen versnelt de circulaire economie, daarvan zijn wij overtuigd.”
Geworteld in de samenleving
Het bouwmateriaal dat Omlab nu ontwikkelt, gaat binnenkort de pilotfase in. Dan zijn de industrie en de markt aan zet. “Er zullen vast aanpassingen gedaan worden aan hoe wij het bedacht hebben”, voorziet Margreet. “Onze rol van waakhond pakken we hierbij wel, hoor! Want we gaan uiteraard voor een zo hoog mogelijk gehalte aan circulaire en biobased grondstoffen in het nieuwe materiaal.” Tegelijk blijkt Omlab geworteld in de samenleving en in de realiteit van de markt. Margreet: “Als we echt impact willen hebben op verduurzaming van de bouw – en dat willen we - dan moet een innovatie op grote schaal toegepast kunnen worden.”

Het HAN Centrum Meervoudige Waardecreatie helpt organisaties in de regio bij hun omslag naar toekomstbestendigheid www.han.nl/cmw
In november 2019 werd Pierre Guelen Nijmeegs ondernemer van het jaar. Door corona duurde het tot enkele maanden geleden voordat er een opvolger kon worden gekozen. Daarmee werd Pierre Guelen de langstzittende Nijmeegse ondernemer van het jaar en had hij ruimschoots de tijd om na te denken over de gevolgen van de wereldwijde pandemie op zijn vakgebied: het onderling optimaal verbinden van gebouwen, mensen en processen. ‘Er zijn grote veranderingen gaande die elkaar onderling ook nog eens versterken’, concludeert Pierre Guelen. ‘Ik noem het wel eens een perfect storm.’
‘Ruim voordat corona zijn intrede deed was de kantooromgeving al ingrijpend aan het veranderen’, vertelt Pierre Guelen. ‘Vonden we het voorheen nog normaal dat we ons aanpasten aan de mogelijkheden en beperkingen van onze werkomgeving; het wordt steeds meer gebruikelijk dat het gebouw – en alles wat zich daarin bevindt – zich aan ons aanpast. Om dat te kunnen realiseren wordt de werkomgeving steeds intelligenter. We meten temperatuur, CO2-waardes en sturen op basis van de vergaarde data de omstandigheden bij. Als ik mijn kantoor binnenkom, dan weet mijn bureau via mijn telefoon dat ik eraan kom en wordt mijn favoriete hoogte ingesteld. De lift krijgt niet meer automatisch tien keer per jaar een onderhoudsbeurt, maar geeft een signaal af wanneer hij vindt dat het nodig is. Zelfs een zeepdispenser is vandaag de dag van een chip voorzien, die aangeeft dat hij een refill wil. Het gevolg is niet alleen een werkomgeving die zich veel klantgerichter opstelt, maar ook veel efficiënter en duurzamer kan worden ingericht met grote besparingen als gevolg.’ WE ZITTEN IN EEN Tekst en foto: Willeke Guelen

PERFECT STORM
Pierre Guelen
CO2-neutraal in 2050
Een tweede grote ontwikkeling is volgens Pierre Guelen dat alle (kantoor)gebouwen in 2050 CO2neutraal moeten zijn: ‘Dat is een enorme uitdaging waarmee grote investeringen gemoeid zijn. Deze omslag heeft ook gevolgen voor de exploitatie van gebouwen. Want niet alle investeringen kun je bijvoorbeeld doorberekenen in de huur. De vraag is zelfs of we wel voldoende mensen hebben om de transitie technisch mogelijk te maken. Toch moet het in 2050 voltooid zijn. Ook hierbij gaat het intelligent maken van gebouwen een grote rol spelen.’
Thuiswerken is de norm
Pierre Guelen voegt er nog een derde ontwikkeling aan toe: ‘Sinds corona komen we veel minder naar kantoor. Vanuit huis werken is helemaal ingeburgerd. Maar thuiswerken heeft ook nadelen. Mensen ontmoeten fysiek minder andere mensen dan voorheen en dat is niet te ondervangen met Zoom- of Teams-vergaderingen. Daarom is het ook belangrijk dat ze minimaal een keer per week daadwerkelijk naar kantoor komen.’
Het kantoor als clubhuis
‘Al heel wat jaren geleden hebben wij ons kantoor ingericht als clubhuis’, vervolgt Pierre Guelen. ‘Je komt er op vrijdagmiddag een biertje drinken en om bij te praten met collega’s. Het kantoor is steeds meer uitgegroeid tot een ontmoetingsplek, waarbij de kwaliteit van de omgeving in toenemende mate belangrijk wordt. Bij Planon zijn daar heel ver in gegaan. We hebben een tropische kas gebouwd waarin kan worden geluncht en waar we events organiseren. Ook is er een professionele gym, zodat we in conditie blijven. We hebben zelfs geen cateraar meer, maar een echte kok aangenomen die voor ons kookt. Als je ’s ochtends het gebouw binnenloopt, dan ruik je dat er verse soep wordt getrokken. Er is een eigen groentetuin, waardoor we elke dag verse groente serveren. Een dag naar kantoor komen is echt een uitje geworden.’
WE ZITTEN IN EEN PERFECT STORM
Concurrentie met de wereldmarkt
‘Corona heeft nog meer duidelijk gemaakt’, aldus Pierre Guelen. ‘Planon heeft een grote club ontwikkelaars in India. Daar heeft de afgelopen jaren een loonexplosie plaatsgevonden. In onze werkomgeving kunnen alle werkzaamheden volledig digitaal plaatsvinden. Het gevolg is dat nu ook IT’ers zich bewegen op een wereldmarkt en zich kunnen vergelijken met collega’s in andere landen. Op dat gebied heeft echt een revolutie plaatsgevonden, het is volledig geglobaliseerd. En waar globalisering qua vervoer van goederen over de hele wereld een slechte naam heeft opgebouwd, in de kenniseconomie is het tegenovergestelde het geval. Kennis wordt wereldwijd gedeeld en het maakt niet meer uit waar je je bevindt.’
Ontwikkelingen in een stroomversnelling
‘Dat is allemaal deel van de perfect storm’, concludeert Pierre Guelen. ‘Ontwikkelingen komen samen en zijn onder andere door corona in een stroomversnelling geraakt. Mooi is ook dat cultuurverschillen grotendeels wegvallen in deze nieuwe werkelijkheid. Wie Engels spreekt en goed is opgeleid, doet mee. Toegankelijk tot goed onderwijs ligt daarom aan de basis. Mensen uit India en Afrika die volledig deel kunnen uitmaken van de wereldwijde kenniseconomie dankzij internettoegang en basisvaardigheden. Dat is de echte revolutie die plaatsvindt. En in onze branche gebeurt dat al vandaag. Planon opende 15 jaar geleden een dorpsschool op het platteland in India. Inmiddels hebben honderden kinderen een opleiding gehad en is een aanzienlijk deel doorgestroomd naar vervolgonderwijs en zelfs naar de universiteit. En waar we in de media soms berichten horen over het uitsluiten van bepaalde groepen; dat geldt niet voor de IT-businesswereld. Daar is het alle hens aan dek. Het is misschien wel de meest inclusieve branche die ik ken.’