
6 minute read
Lagetemperatuurverwarming in bestaande woningen
from Gawalo Nr. 11 2020
by VMN Media
Wie zijn woning verduurzaamt komt er bijna niet onderuit: overstappen op lagetemperatuurverwarming. In bestaande woningen kan dat lastig zijn. Wat kunnen installateurs hun klanten adviseren op dit gebied? Alle radiatoren eruit en vloerverwarming erin, of zijn er ook andere oplossingen?
Tekst Joop van Vlerken
Volgens zelfbenoemd huisfluisteraar Lars Boelen is lagetemperatuurverwarming een fijne oplossing in woningen. Hij helpt mensen plannen te maken voor hun eigen huis. “Lagetemperatuurafgifte komt in mijn plannen bijna altijd aan bod, zeker als het bestaande afgiftesysteem technisch afgeschreven is. We moeten dan wat met het afgiftesysteem. Maar het is ingrijpend. Wat mensen zich bijvoorbeeld niet realiseren is dat in veel gevallen ook de leidingen verouderd zijn en vervangen moeten worden.” Lagetemperatuurverwarming (ltv) heeft zoals de naam al doet vermoeden een lage aanvoertemperatuur van minder dan 55 graden. Het fijne aan ltv is dat een huis er gelijkmatiger, comfortabeler en milieuvriendelijk mee verwarmd kan worden. Een ander niet onbelangrijk pluspunt is energiebesparing. Deze besparing is een gevolg van de lage temperatuur.
Integraal plan Zomaar overgaan naar ltv is in bestaande woningen lastig. Dat geldt zeker voor minder goed geïsoleerde woningen. Daar zijn vaak flinke ingrepen nodig om ltv toe te kunnen passen. Isolatie is één ding, maar ook een goede afgifte is nodig voor een goed werkende installatie met een lage temperatuur. Een goede manier om het afgiftesysteem te testen is de temperatuur van de ketel lager te zetten, legt Boelen uit. “Als je met een integraal plan voor de woning stap voor stap de afgiftetemperatuur van je cv-ketel verlaagt, kom je er snel genoeg achter of je afgiftesysteem geschikt is. Op deze manier kun je de klant laten ervaren hoe de woning zich gedraagt bij een lagere temperatuurafgifte.” Wat je zeker niet moet doen, is experimenteren met warmtepompen zonder dat je eerst de afgifte hebt getest, stelt Boelen. “Veel van deze experimenten mislukken. Het is slimmer om voor de overstap te testen met die lagere temperatuur.”
Behaaglijkheid Lagetemperatuurwarmte met een aanvoertemperatuur van 40 tot 45 graden zoals bij ltv
gebruikelijk is, verschilt met hogetemperatuurwarmte uit een radiator. Dat moet je vooraf aan de klant duidelijk maken, vertelt Boelen. “Het is met lagetemperatuurverwarming meestal niet mogelijk om binnen een kwartier de temperatuur met twee graden te verhogen, dus het is essentieel dat mensen zoveel mogelijk van de thermostaat af blijven. Daarnaast hebben wij in onze adviezen een focus op luchtdichtheid en tocht. Als de woning goed luchtdicht is, zal deze veel minder snel afkoelen en als je tocht kunt voorkomen, win je veel op het vlak van behaaglijkheid. En als mensen dan toch het stralingseffect missen, kun je nog een infraroodpaneel ophangen voor het broedkipeffect.”
Warmtepomp Als mensen de overstap maken naar een warmtepomp, moeten ze vaak ook met het afgiftesysteem aan de slag, vertelt Boelen. “Als het kan, gaat de voorkeur uit naar vloerverwarming. In veel renovaties wordt de vloerverwarming in de betonnen vloer gefreesd. Dat is de goedkoopste oplossing, maar doordat de vloerverwarming dan onderdeel wordt van een dik betonpakket, werkt het traag. Mijn voorkeur gaat eigenlijk uit naar regelbare vloerverwarming. Dan ligt er een dun laagje isolatie op de betonmassa en dan pas het vloerverwarmingspakket. Hierdoor kun je sneller verwarmen en koelen, je krijgt een regelbaar systeem.” Naast vloerverwarming is het ook mogelijk om de plafonds en wanden te gebruiken voor afgifte, vertelt Boelen. “Als je met alleen de vloer niet uitkomt, kun je ook wand- of plafondafgifte overwegen voor extra afgiftecapaciteit. Zeker voor koelen is het heel efficiënt als dat via het plafond gebeurt, omdat warmte opstijgt. Dat is van waarde als je met je warmtepomp ook gaat koelen.”
In bestaande woningen zijn vaak flinke ingrepen nodig om ltv toe te kunnen passen.
Lagetemperatuurconvectoren Een andere manier van afgifte bij ltv is de toepassing van lagetemperatuurconvectoren. “Dit kan een goede oplossing zijn als je lagetemperatuurverwarming toe wilt passen in een bestaande woning, maar vloerverwarming niet mogelijk is bijvoorbeeld omdat je een hollebaksteenvloer hebt.” Lt-convectoren worden ook vaak gecombineerd met vloerverwarming. Op de begane grond kiezen bewoners voor vloerverwarming en op de slaapkamers bijvoorbeeld voor lt-convectoren, licht Boelen toe. “De vraag is of vloerverwarming boven ook nodig is. Veel mensen hechten daar minder waarde aan en slapen zelfs met de ramen open. Dan kun je kijken of je boven de bestaande radiatoren laat hangen of dat op termijn lt-convectoren toch beter zijn. Overigens is het belangrijk op te merken dat radiatoren de lucht onder het plafond opwarmen tot misschien wel 25-26 graden. Als je overstapt op vloerverwarming blijft het plafond beduidend koeler en de etagevloer dus ook. Reken je dus niet te snel rijk met ‘boven verwarmen wij nooit’, dat gaat echt veranderen als je beneden vloerverwarming krijgt.”
Tocht Tocht kan roet in het eten gooien in combinatie met ltv, vertelt Boelen. “Met lagetemperatuurverwarming is het bijna niet mogelijk om de koudeval bij ramen op te vangen. Dus daar wil je zeker geen ventilatieroosters. Ook adviseer ik altijd goede kaderdichting van deuren en ramen toe te passen en te zorgen dat de voordeur tochtdicht is.” Als mensen een aantal jaar geleden hun huis goed geïsoleerd hebben, is het in sommige gevallen misschien mogelijk om de bestaande radiatoren te combineren met ltv, overweegt Boelen. “Als je de schil hebt verbeterd, HR++glas hebt gebruikt en warmteterugwinning uit ventilatie hebt toegepast, zou je een winter kunnen testen met de bestaande radiatoren. Je kunt er veel aan rekenen, maar er is altijd zoveel lokale context dat je er geen algemene uitspraken over kunt doen.”
Infrastructuur Niet alleen de radiatoren zijn namelijk belangrijk voor de warmteafgifte, ook de cv-leidingen spelen een belangrijke rol, legt Boelen uit. “Als je nog gesoldeerde 15 mm koperen leidingen uit 1973 hebt liggen, wordt lagetemperatuurverwarming sowieso lastig, omdat je meer water moet verplaatsen. Dat kan veel stromingsgeluid geven. Met andere woorden: de warmtedistributie-infrastructuur moet goed zijn. Dus als een woning over verouderde leidingen beschikt moet je dat bespreekbaar maken. Soms is er eenvoudig een mouw aan te passen, maar dat is niet altijd het geval.”
Solide plan Het belangrijkste bij lagetemperatuurafgifte is een solide plan, legt Boelen uit. “In sommige gevallen is het misschien mogelijk om iets met radiatoren te doen, maar als je toch met de vloer aan de slag gaat is het slim om meteen vloerverwarming te leggen. Dat is ook relatief goed betaalbaar.” Door de aanleg van vloerverwarming te combineren met natuurlijke onderhoudsmomenten, wordt het voor klanten beter behapbaar, legt Boelen uit. “Je woonkamer moet leeg en de vloer moet eruit dus je kunt het beter combineren met het moment dat je die lelijke tegelvloer eruit wilt halen.” Toch komt Boelen ook situaties tegen waarbij reeds aangelegde vloerverwarming niet past bij de nieuwe warmtepomp. “Als ik in een huis kom en de vloerverwarming is ondergedimensioneerd, bijvoorbeeld op maar twee groepen voor de hele benedenverdieping en de leidingen liggen te ver uit elkaar, moet ik die mensen vaak teleurstellen. Dan is die vloerverwarming bedoeld als bijverwarming om warme voeten te houden, maar blijft aanvulling met andere afgiftesystemen noodzakelijk.”




