48 minute read

Financieel verslag

Algemene informatie

HISTORIEK

Aquafin werd in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest met het oog op de realisatie van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Omdat de zuivering van afvalwater in België een bevoegdheid is van de gewesten, is Aquafin in Vlaanderen verantwoordelijk voor de uitbouw, het beheer en de financiering van de gewestelijke rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. De oprichting van de vennootschap kadert in de wetgeving van 26 maart 1971 onder het hoofdstuk “Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging”, die in 2018 werd omgevormd tot Decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018.

CONTROLE

De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voert via twee afdelingen controle uit op de activiteiten van Aquafin. Het Economisch Toezicht verleent advies over de investerings uitgaven en over de budgetten. Het Ecologisch Toezicht voert controles uit op de operationele resultaten van Aquafin en toetst die resultaten aan de geldende zuiveringsnormen.

FINANCIERING EN FACTURATIE

Enerzijds draagt het Vlaamse Gewest jaarlijks projecten voor uitvoering op aan Aquafin via het zogenoemde Optimalisatieprogramma. Na oplevering van de aannemer, dient Aquafin het project in bij het Economisch Toezicht van de Vlaamse Milieumaatschappij voor oplevering aan het Vlaamse Gewest. Een oplevering aan het Vlaamse Gewest betekent dat de gemaakte kosten goedgekeurd zijn en dat Aquafin contractueel recht heeft op de terugbetaling ervan, gespreid over de volgende 10, 15 (elektromechanica) of 30 jaar (bouwkundige werken). Anderzijds stelt Aquafin zelf, op basis van LCP-analyses (levenscyclusplannen), het asset management programma op. De komende jaren zal het aandeel aan vervangingsinvesteringen (asset management) toenemen, waardoor het aandeel dat terugbetaald wordt over 15 jaar geleidelijk aan zal stijgen.

De drinkwatermaatschappijen zijn bij decreet verplicht om het drinkwater dat zij leveren, te zuiveren. Zij sloten hiervoor een overeenkomst af met Aquafin, dat de zuiveringstaak van hen overneemt. Aquafin factureert de investeringskosten over de vastgestelde looptijd aan de drinkwatermaatschappijen, net als de werkingskosten van het bedrijf. De drinkwater bedrijven betalen de facturen van Aquafin met enerzijds een toelage uit het Minafonds, dat aangevuld wordt met algemene belastinginkomsten. Anderzijds rekenen ze het overige deel, momenteel zo’n 70% van de totale factuur, door aan de consument volgens het principe “de vervuiler betaalt”.

Het budget voor werkingskosten, exclusief financieringskosten, wordt binnen de beheersovereenkomst gerelateerd aan onder andere de verwerkte vuilvracht, het beheerde patrimonium, de behandelde debieten en de investeringsbudgetten. Dit wordt aangevuld met een aantal vaste enveloppes. Het berekende budget is een totaal werkingsbudget voor Aquafin volgens de zogenaamde formule van het prestatiebudget. Daardoor heeft Aquafin de vrijheid om eigen accenten te leggen en het beschikbare prestatiebudget volgens die accenten intern toe te wijzen.

Op een aantal enveloppes uit het prestatiebudget wordt een cumulatieve jaarlijkse efficiëntiewinst toegepast. De grootte van die beoogde efficiëntiewinst wordt vastgelegd op het Budgetoverleg met het Vlaamse Gewest en bedraagt sinds implementatie al elk jaar 1,5%.

In de facturatiestroom tussen Aquafin en de drinkwatermaatschappijen is het Vlaamse Gewest co-debiteur. De gefactureerde omzet wordt gespreid over de verschillende Vlaamse drinkwatermaatschappijen, op basis van een verdeelsleutel die jaarlijks wordt opgemaakt door Aquaflanders en die goedgekeurd wordt door de Vlaamse Milieumaatschappij. Omdat Aquafin de uitgaven voor de investeringen gespreid krijgt terugbetaald, moet het bedrijf hiervoor financiering ophalen. Langetermijnfinanciering voor een project is pas mogelijk nadat het werd opgeleverd aan het Vlaamse Gewest, want pas dan is het bedrijf zeker van een gespreide terugbetaling. Deze investeringen op lange termijn houden dus voor de financiers geen bouwrisico in. De financiering op korte termijn tijdens de uitvoering van een project overbrugt Aquafin met eigen middelen, commercial paper, kredietlijnen en general corporate purpose financiering.

BEHEERSOVEREENKOMST EN AFFECTATIEOVEREENKOMST

De opdrachten van Aquafin zijn vastgelegd in een beheersovereenkomst afgesloten tussen het bedrijf en het Vlaamse Gewest. Het is een overeenkomst met een rollend karakter van 20 jaar die bepaalt dat Aquafin naast de uitbouw, het beheer en de exploitatie van de zuiveringsinfrastructuur ook verantwoordelijk is voor de financiering ervan.

Tussen het Vlaamse Gewest, Aquafin, de Europese Investeringsbank en Belfius Bank geldt een affectatieovereenkomst, waarbij Belfius Bank optreedt als agent. De overeenkomst bepaalt dat, als Aquafin in financiële moeilijkheden verkeert, de drinkwater maatschappijen niet langer aan Aquafin moeten betalen voor de zuivering van het door hen geleverde drinkwater maar aan Belfius Bank. Als agent van de affectatieovereenkomst stort Belfius Bank de bedragen nadien door naar de financiers op de (tussentijdse) vervaldag van de financieringsovereenkomsten. Volgens de affectatieovereenkomst moet het uitstaande tegoed dat Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen altijd groter zijn dan de schuld onder de affectatieovereenkomst, dat is de affectatieratio. De commissaris controleert deze ratio na elke financieringsopname onder de overeenkomst en attesteert dit aan Belfius Bank. Deze bank communiceert de affectatieratio op haar beurt aan de financiers. Voor hen het ook belangrijk om weten dat wijzigingen aan de beheersovereenkomst die een financiële impact hebben, volgens de affectatieovereenkomst eerst ter goedkeuring aan hen moeten worden voorgelegd.

Om toe te treden tot de affectatieovereenkomst, ondertekent de financier samen met Aquafin en Belfius Bank een agentschapsovereenkomst.

Verslag van de raad van bestuur

BALANS EN RESULTATENREKENING

BALANS IN DUIZEND EURO

ACTIVA

VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw en vooruitbetalingen Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen Deelnemingen Andere financiële vaste activa Aandelen Vorderingen en borgtochten in contanten

VLOTTENDE ACTIVA Voorraden en bestellingen in uitvoering Bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen Overige vorderingen Geldbeleggingen Overige beleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen

TOTAAL DER ACTIVA

Codes

20/28 22/27 22 23 24 26 27 28 280/1 280 284/8 284 285/8

29/58 3 37 40/41 40 41 50/53 51/53 54/58 490/1

20/58

31-12-2021 31-12-2020

3.434.319 3.430.752 237.645 2.860.090 859 22 332.135 3.567 3.482 3.482 85 81 3

281.764 167.356 167.356 50.656 42.093 8.563 1 1 14.514 49.237

3.716.083 3.419.229 3.415.776 236.825 2.848.107 977 89 329.777 3.454 3.370 3.370 84 81 2

267.556 185.311 185.311 23.367 15.653 7.715 122 122 13.252 45.503

3.686.786

BALANS IN DUIZEND EURO

PASSIVA

Codes

EIGEN VERMOGEN Kapitaal Geplaatst kapitaal Herwaarderingsmeerwaarde Reserves Wettelijke reserve Beschikbare reserve Overgedragen winst Kapitaalsubsidies 10/15 10 100 12 13 130 133 14 15

VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN Voorzieningen voor risico's en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Overige risico's en kosten

16 160/5 160 163/5

SCHULDEN Schulden op meer dan één jaar Financiële schulden Kredietinstellingen Overige schulden Schulden op ten hoogste één jaar Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden Kredietinstellingen Handelsschulden Leveranciers

17/49 17 170/4 173 178/9 42/48 42 43 430/8 44 440/4 Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen 46 Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 45 Belastingen 450/3 Bezoldigingen en sociale lasten 454/9 Overige schulden 47/48 Overlopende rekeningen 492/3

TOTAAL DER PASSIVA 10/49

31-12-2021 31-12-2020

1.137.553 298.400 298.400 1.780 29.347 15.847 13.500 4.079 803.948

5.906 5.906 272 5.635

2.572.623 2.047.997 2.047.736 2.047.736 261 502.908 159.968 85.815 85.815 73.866 73.866 162.608 16.144 5.112 11.032 4.507 21.718

3.716.083 1.142.751 298.400 298.400 0 29.014 15.514 13.500 2.263 813.073

5.673 5.673 489 5.184

2.538.362 1.915.096 1.914.871 1.914.871 225 615.000 118.761 214.718 214.718 79.950 79.950 177.681 14.655 4.630 10.025 9.234 8.266

3.686.786

RESULTATENREKENING IN DUIZEND EURO

Codes

Bedrijfsopbrengsten Omzet Toename (afname) in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Aankopen Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -) Andere bedrijfskosten Bedrijfswinst Financiële opbrengsten Opbrengsten uit financiële vaste activa Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Financiële kosten Kosten van schulden Andere financiële kosten Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, voor belasting Uitzonderlijke opbrengsten Niet-recurrente financiële opbrengsten Winst van het boekjaar voor belasting Belastingen op het resultaat Belastingen Winst van het boekjaar 70/74 70

71 74 60/64 60 600/8 61 62

630

631/4

635/7 640/8 9901 75 750 751 752/9 65 650 652/9 9902 76 76 9903 67/77 670/3 9904

TE BESTEMMEN WINST VAN HET BOEKJAAR 9905

31-12-2021 31-12-2020

583.273 594.814 566.087 584.892

-17.955 6.414 512.764 115.727 115.727 104.331 89.963

193.708

107

233 8.695 70.509 36.638 33 36.602 3 96.987 58.891 38.095 10.160 112 112 10.272 3.617 3.617 6.655

6.655 -28.986 10.181 482.621 100.659 100.659 101.703 86.063

188.022

-34

1.178 5.030 83.467 33.901 0 33.871 30 100.107 64.933 35.174 17.260 128 128 17.389 5.290 5.290 12.099

12.099

VERSLAG VAN DE COMMISSARIS

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Aquafin NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021. De Jaarrekening kan teruggevonden worden via de balanscentrale van de Nationale Bank van België.

EY Bedrijfsrevisoren EY Réviseurs d’Entreprises Borsbeeksebrug 26 B - 2600 Antwerpen (Berchem) Tel: +32 (0) 3 270 12 00 ey.com

Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van Aquafin NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021

Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris van Aquafin NV (de “Vennootschap”). Dit verslag omvat ons oordeel over de balans op 31 december 2021, over de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de “Jaarrekening”) en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar. Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 21 april 2020, overeenkomstig het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité en op voordracht van de ondernemingsraad. Ons mandaat loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Jaarrekening afgesloten op 31 december 2022. We hebben de wettelijke controle van de Jaarrekening van de Vennootschap uitgevoerd gedurende 31 opeenvolgende boekjaren.

Verslag over de controle van de Jaarrekening

Oordeel zonder voorbehoud

Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van de Jaarrekening van Aquafin NV, die de balans op 31 december 2021 omvat, alsook de resultatenrekening van het boekjaar afgesloten op die datum en de toelichting, met een balanstotaal van € 3.716.082.937 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 6.655.487. Naar ons oordeel geeft de Jaarrekening een getrouw beeld van het vermogen en van de financiële toestand van de Vennootschap per 31 december 2021, alsook van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.

Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud

We hebben onze controle uitgevoerd in overeenstemming met de International Standards on Auditing (“ISAs”). Onze verantwoordelijkheden uit hoofde van die standaarden zijn nader beschreven in het gedeelte “Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de Jaarrekening” van ons verslag. Wij hebben alle deontologische vereisten die relevant zijn voor de controle van de Jaarrekening in België nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking tot de onafhankelijkheid. Wij hebben van het bestuursorgaan en van de aangestelden van de Vennootschap de voor onze controle vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan voor het opstellen van de Jaarrekening Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen van de Jaarrekening die een getrouw beeld geeft in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundige referentiestelsel en met de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften, alsook voor een systeem van interne beheersing die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het opstellen van de Jaarrekening die geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten. In het kader van de opstelling van de Jaarrekening is het bestuursorgaan verantwoordelijk voor het inschatten van de mogelijkheid van de Vennootschap om haar continuïteit te handhaven, het toelichten, indien van toepassing, van aangelegenheden die met continuïteit verband houden en het gebruiken van de continuïteitsveronderstelling tenzij het

Besloten vennootschap Société à responsabilité limitée RPR Brussel - RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069 *handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société

A member firm of Ernst & Young Global Limited

Verslag van de commissaris van 25 maart 2022 over de Jaarrekening van Aquafin NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)

bestuursorgaan het voornemen heeft om de Vennootschap te vereffenen of om de bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen realistisch alternatief heeft dan dit te doen.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle over de Jaarrekening Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid over de vraag of de Jaarrekening als geheel geen afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of van fouten en het uitbrengen van een commissarisverslag waarin ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar is geen garantie dat een controle die overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een afwijking van materieel belang ontdekt wanneer die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als gevolg van fraude of fouten en worden als van materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij, individueel of gezamenlijk, de economische beslissingen genomen door gebruikers op basis van de Jaarrekening, beïnvloeden. Bij de uitvoering van onze controle leven wij het wettelijk, reglementair en normatief kader dat van toepassing is op de controle van de Jaarrekening in België na. De wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent de toekomstige levensvatbaarheid van de Vennootschap, noch omtrent de efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de Vennootschap ter hand heeft genomen of zal nemen. Onze verantwoordelijkheden inzake de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling staan hieronder beschreven. Als deel van een controle uitgevoerd overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele oordeelsvorming toe en handhaven wij een professioneel-kritische instelling gedurende de controle. We voeren tevens de volgende werkzaamheden uit: • het identificeren en inschatten van de risico’s dat de Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat die het gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden die op deze risico’s inspelen en het verkrijgen van

controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Het risico van het niet detecteren van een van materieel belang zijnde afwijking is groter indien die afwijking het gevolg is van fraude dan indien zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude sprake kan zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten om transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van het systeem van interne beheersing; • het verkrijgen van inzicht in het systeem van interne beheersing dat relevant is voor de controle, met als doel controlewerkzaamheden op te zetten die in de gegeven omstandigheden geschikt zijn maar die niet zijn gericht op het geven van een oordeel over de effectiviteit van het systeem van interne beheersing van de Vennootschap; • het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en het evalueren van de redelijkheid van de door het bestuursorgaan gemaakte schattingen en van de daarop betrekking hebbende toelichtingen; • het concluderen van de aanvaardbaarheid van de door het bestuursorgaan gehanteerde continuïteitsveronderstelling, en op basis van de verkregen controle-informatie, concluderen of er een onzekerheid van materieel belang bestaat met betrekking tot gebeurtenissen of omstandigheden die significante twijfel kunnen doen ontstaan over de mogelijkheid van de Vennootschap om de continuïteit te handhaven. Als we besluiten dat er sprake is van een onzekerheid van materieel belang, zijn wij ertoe gehouden om de aandacht in ons commissarisverslag te vestigen op de daarop betrekking hebbende toelichtingen in de Jaarrekening of, indien deze toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot op de datum van ons commissarisverslag. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat de continuïteit van de Vennootschap niet langer gehandhaafd kan worden;

2

Verslag van de commissaris van 25 maart 2022 over de Jaarrekening van Aquafin NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)

• het evalueren van de algehele presentatie, structuur en inhoud van de Jaarrekening, en of deze Jaarrekening de onderliggende transacties en gebeurtenissen weergeeft op een wijze die leidt tot een getrouw beeld.

Wij communiceren met het auditcomité binnen het bestuursorgaan, onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante controlebevindingen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing die we identificeren gedurende onze controle. Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen

Verantwoordelijkheden van het bestuursorgaan Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, voor het naleven van de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften die van toepassing zijn op het voeren van de boekhouding, alsook voor het naleven van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en van de statuten van de Vennootschap. Verantwoordelijkheden van de commissaris In het kader van ons mandaat en overeenkomstig de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in België van toepassing zijnde ISAs, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de Jaarrekening, alsook de naleving van bepaalde verplichtingen uit het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de statuten te verifiëren, alsook verslag over deze aangelegenheden uit te brengen. Aspecten betreffende het jaarverslag over de Jaarrekening Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke werkzaamheden op het jaarverslag over de Jaarrekening, stemt dit jaarverslag over de Jaarrekening overeen met de Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds, en is dit jaarverslag over de Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikels 3:5 en 3:6 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, anderzijds. In de context van onze controle van de Jaarrekening, zijn wij tevens verantwoordelijk voor het overwegen, op basis van de kennis verkregen in de controle, of het jaarverslag over de Jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of anderszins misleidend is. In het licht van de werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd, hebben wij geen afwijking van materieel belang te melden.

Vermeldingen betreffende de sociale balans De sociale balans, neer te leggen overeenkomstig artikel 3:12, § 1, 8° van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, bevat, zowel qua vorm als qua inhoud, de door de wet vereiste inlichtingen, en bevat geen van materieel belang zijnde inconsistenties op basis van de informatie waarover wij beschikken in ons controledossier. Vermeldingen betreffende de onafhankelijkheid Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk hebben geen opdrachten verricht die onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Jaarrekening en zijn in de loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven tegenover de Vennootschap. De honoraria voor de bijkomende opdrachten die verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de Jaarrekening bedoeld in artikel 3:65 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen werden correct vermeld en uitgesplitst in de toelichting bij de Jaarrekening. Andere vermeldingen • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften. • De resultaatverwerking, die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.

3

Verslag van de commissaris van 25 maart 2022 over de Jaarrekening van Aquafin NV over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)

• Wij hebben geen kennis van verrichtingen of beslissingen die in overtreding met de statuten of Wetboek van vennootschappen en verenigingen zijn gedaan of genomen en die in ons verslag zouden moeten vermeld worden. Antwerpen, 25 maart 2022 EY Bedrijfsrevisoren BV Commissaris Vertegenwoordigd door

Christoph Oris * Partner * Handelend in naam van een BV

22CO0076

4

Belangrijkste risico’s en onzekerheden

OPLEVERINGEN

In 2021 leverde Aquafin 77 bovengemeentelijke investeringsprojecten op met een totale aannemingswaarde van 138,5 miljoen euro en een totale projectwaarde van 165,2 miljoen euro. Omwille van rendementsredenen werd de oplevering van een aantal projecten (11,7 miljoen euro) uitgesteld. Het rendement van de projecten is nog te beperkt omdat de aansluiting van (gemeentelijke) projecten achterblijft. De bovengemeentelijke projecten zijn echter afgewerkt en gebruiksklaar. Aquafin volgt de planning van de gemeentelijke investeringsprojecten en heeft waar nodig een provisie aangelegd.

Belangrijkste gebeurtenissen tijdens het boekjaar

IMPACT CORONA OP BEDRIJFSRESULTATEN

In 2020 was er een beperkte impact op de bedrijfsresultaten omwille van het tijdelijk stilleggen van de werven. Deze werden relatief snel terug opgestart en de samenwerking met de partners werd verder gezet in 2021. Hierdoor is er geen materiële impact op de bedrijfsresultaten in 2021.

TWEEDE SCHIJF VAN ELFDE EIB-LENING ONDERTEKEND

In 2019 sloten Aquafin en de Europese Investeringsbank (EIB) een elfde leningsovereenkomst af die een kaderovereenkomst was ter waarde van in totaal 200 miljoen euro. Na de ondertekening van een eerste tranche van 100 miljoen euro in 2019, werd in maart 2021 ook het tweede krediet ter waarde van 100 miljoen euro ondertekend door beide partijen.

VERLENGING LOKAAL PACT

Steden en gemeenten kunnen voor de (her)aanleg van hun rioleringsstelsel een beroep doen op subsidies van de Vlaamse overheid. Sinds 2008 neemt het Vlaamse Gewest via het Lokaal Pact bijkomend investeringen over van de lokale besturen. Op die manier investeerde het Gewest via Aquafin op eind 2021 al 1,3 miljard euro in gemeentelijke rioleringsprojecten die nodig zijn voor de Europese Kaderrichtlijn Water.

Eind december 2021 besliste de Vlaamse Regering om het Lokaal Pact nogmaals te verlengen voor een periode van vijf jaar met een investeringsopdracht van 700 miljoen euro.

VLAAMSE ONDERSTEUNING VOOR DIGITALISERING

Het relanceplan Vlaamse Veerkracht werd in 2020 opgestart om de Vlaamse welvaart en het welzijn van de Vlamingen te helpen versterken. Een goede waterkwaliteit én -kwantiteit zijn ecologisch en maatschappelijk cruciale factoren die een impact hebben op de veerkracht van Vlaanderen. De Vlaamse Regering stelt daarom via het relanceplan 11 miljoen euro ter beschikking van Aquafin voor de ombouw van de afvalwater- en hemelwaterinfrastructuur naar een slim net met real time metingen, kwaliteitsvolle open data en de connectering van assets. Bijkomend wordt via het relanceplan nog eens 9 miljoen euro vrijgemaakt voor de uitbouw van een toekomstgericht Asset Management op Vlaams niveau. Deze middelen zullen gebruikt worden voor de uitbouw van een digitaal platform dat essentieel is voor de uitvoering van de investerings- en onderhoudsstrategie van de assets.

LANGETERMIJNRATING VOLGT BEOORDELING VLAAMS GEWEST

Ratingbureau Moody’s verlaagde de kredietwaardigheid van Vlaanderen in 2021 van een score Aa2 – negative outlook naar een score Aa3 – stabiele outlook. De ratingverlaging bij het gewest kwam er ten gevolge van de toegenomen schuldgraad tijdens de coronacrisis. De verlaging van de rating had ook een impact op de beoordeling van Aquafin, die de rating van het Vlaamse Gewest volgt gezien de sterke verbondenheid. De korte termijnrating blijft op P-1.

NIEUWE CORPORATE GOVERNANCE VERKLARING

Het nieuwe Belgische wetboek van vennootschappen en verenigingen dat in werking trad in 2020 omvat een aantal belangrijke wijzigingen voor vennootschappen. Het biedt de mogelijkheid om te kiezen voor een monistisch of een duaal bestuursmodel. Aquafin heeft zijn statuten conform de bepalingen van het nieuwe wetboek aangepast en koos voor een monistisch bestuur. Hierbij wordt het dagelijks bestuur van de vennootschap opgedragen aan het directieteam.

Verder was er ook de herziening van de Corporate Governance Code uit 2009. De Code 2020 is in lijn met het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen en legt vooral de nadruk op waardecreatie. Als gevolg hiervan paste Aquafin zijn Corporate Governance Charter aan dat werd goedgekeurd door de raad van bestuur op 22 januari 2021.

Belangrijkste gebeurtenissen na het boekjaar

NAAR EEN NIEUWE SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN HET VLAAMSE GEWEST EN AQUAFIN

Op 11 februari 2022 keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet dat de taken van Aquafin actualiseert principieel goed. Deze beslissing is een mijlpaal op de weg naar een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. De huidige beheersovereenkomst tussen Aquafin en het Vlaamse Gewest dateert van de jaren ’90 en is niet aangepast aan de voorliggende vragen uit het regeerakkoord. In overleg met Aquafin is werk gemaakt aan een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.

De voornaamste uitgangspunten voor deze nieuwe samenwerkingsovereenkomst, die ook in het decreet zijn opgenomen, zijn:

• Behoud van de sterke punten in de bestaande beheersovereenkomst: • Continuïteit in de manier waarop Aquafin vergoed wordt en zich van financiering voorziet. • Behoud van de rollende looptijd. • Aquafin bepaalt autonoom het investeringsprogramma binnen de door de Overheid bepaalde krijtlijnen. • De sterk administratieve opvolging van de projecten wordt afgebouwd en wordt vervangen door resultaatgerichte doelstellingen op basis van key performance indicatoren.

• Er wordt een autocontrolesysteem opgezet waarbij VMM toezicht houdt op de correcte werking ervan.

De affectatieovereenkomst die dateert van 1994 zal ook aangepast worden aan de aanpassingen in de samenwerkingsovereenkomst en de realiteit van vandaag. De vastgelegde procedures met de investeerders zullen voorafgaand doorlopen worden.

Controle van de vennootschap

In 2020 werd het mandaat van de commissaris door de algemene vergadering – op voordracht van de raad van bestuur – toegewezen aan Ernst & Young voor een periode van 3 jaar, meer specifiek voor de boekjaren 2020, 2021 en 2022.

De vergoeding van de commissaris voor de statutaire controle over de jaarrekening van de vennootschap bedraagt 47.000 euro (exclusief btw, exclusief gebruikelijke kosten) en wordt jaarlijks geïndexeerd.

In het kader van de controle op onze EMIR rapportering – opgedragen door de FSMA –werd in 2021 aan de commissaris in zijn hoedanigheid van statutaire auditor een opdracht toevertrouwd. Voor deze prestaties werd een vergoeding van 3.500 euro (exclusief btw) betaald.

Daarnaast werden een aantal bijzondere opdrachten toegekend aan de commissaris of personen met wie hij beroepshalve samenwerkt. De totale vergoeding hiervoor bedraagt 104.000 euro (exclusief BTW).

Bijkantoren

Er zijn geen bijkantoren.

Aandeelhoudersstructuur en kruisparticipaties

De Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) bezit alle aandelen van Aquafin. Er bestaan geen kruisparticipaties.

Commentaar bij de balans

MATERIËLE VASTE ACTIVA

De cumulatieve investeringen per categorie worden hieronder aan boekwaarde weergegeven:

Zoals bepaald in de beheersovereenkomst verzamelt Aquafin in Vlaanderen het huishoudelijke afvalwater in hoofdriolen die naar zuiveringsinstallaties leiden. Daarvoor bouwt Aquafin eerst de noodzakelijke bovengemeentelijke infrastructuur uit: collectoren voor afvalwater, pompstations en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Daarnaast voert Aquafin de projecten uit die het Vlaamse Gewest opdraagt in het kader van het Lokaal Pact met de gemeenten. Deze lokaal pact projecten volgen dezelfde procedures als de bovengemeentelijke projecten.

De toename van de materiële vaste activa is een gevolg van de netto-aangroei van de investeringen in de waterzuiverings infrastructuur, uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse Gewest Onder waterzuiveringsinfrastructuur vallen de hierboven genoemde collectoren voor afvalwater, pompstations en rioolwaterzuiverings installaties. Het gaat om alle reeds opgeleverde investeringsprojecten vanaf de eerste oplevering in 1992 tot het einde van het afgesloten boekjaar. In 2021 werden er voor 195,9 miljoen euro nieuwe projecten opgeleverd. Er werd dit jaar ook voor 167 miljoen euro aan afschrijvingen geboekt en voor 2,7 miljoen euro in terreinen geïnvesteerd.

In 1994 kreeg Aquafin, in het kader van de beheersovereenkomst, het gebruiksrecht over de installaties die waren gebouwd in de periode die de oprichting van Aquafin voorafging en eigendom waren van de Vlaamse Milieumaatschappij. In de daaropvolgende jaren werden deze installaties niet enkel geëxploiteerd door Aquafin, maar ook uitgebreid en gerenoveerd. Aangezien het beheer van eenzelfde patrimonium door zowel Aquafin als de Vlaamse Milieumaatschappij inefficiënt is, besliste de Vlaamse Regering – op aangeven van Aquafin – om de installaties en bijhorende gronden door Aquafin te laten overkopen. Deze aankopen vonden plaats vanaf 2010 en zijn als aankopen VMM activa opgenomen onder de materiële vaste activa. In 2021 werd er op de VMM-activa voor 15 miljoen euro aan afschrijvingen geboekt. Daarnaast werd een gedeelte van het terrein van RWZI Beersel en Antwerpen-Zuid verkocht waardoor het vast actief verder daalt met 0,9 miljoen euro.

IN DUIZEND EURO

MATERIËLE VASTE ACTIVA

Bovengemeentelijke infrastructuur Waterzuiveringsinfrastructuur Aankopen VMM activa Hydronautstudies Investeringen hoofdkantoor en operaties Nog niet opgeleverde projecten, inclusief terreinen Gemeentelijke infrastructuur

2021 2020

3.412.131 3.394.675 2.770.721 2.739.103 255.705 26.348 18.392 340.965 271.652 26.315 15.105 342.500 18.621 21.101 3.430.752 3.415.776

Hydronautstudies zijn studies die worden uitgevoerd om tot een correct ontwerp te komen van het gerelateerde boven gemeentelijke investeringsproject en worden bijgevolg geactiveerd. Ook voor het beheer van bestaande infrastructuur worden hydronautstudies uitgevoerd. In 2021 werd er enerzijds voor 3.372 duizend euro geïnvesteerd en anderzijds voor 3.339 duizend euro afgeschreven.

Investeringen hoofdkantoor betreffen investeringen in hardware, software, labo-uitrusting, meubilair, materialen en uitrusting nodig voor de werking van het hoofdkantoor. Investeringen Operaties zijn gelijkaardige investeringen, niet specifiek bestemd voor één bepaalde installatie, maar overkoepelend voor de operationele activiteiten.

In het kader van de vernieuwing van de Campus werd de restwaarde van gebouwen Dijkstraat 10 en Ingberthoeveweg versneld afgeschreven. Voor Dijkstraat 8 werd het herbruikbare deel geschat en het verschil tussen de boekhoudkundige restwaarde en geschatte restwaarde afgeschreven. Hierdoor werd in 2021, naast de normale 0,4 miljoen euro, 0,7 miljoen euro extra afgeschreven. De restwaarde voor Dijkstraat 8 werd geschat op 2,3 miljoen euro en overgeboekt naar activa in aanbouw tot volledige oplevering van het nieuw gebouw in 2022. De gebouwen Dijkstraat 10 en Ingberthoeveweg werden voor 9,7 miljoen euro uit het vast actief gehaald. De gronden van Dijkstraat en Ingberthoeveweg werden opnieuw geschat met als resultaat een herwaarderingsmeerwaarde van 1,8 miljoen euro. Eind 2021 bedraagt de activa in aanbouw van de Campus 4,3 miljoen euro.

Daarnaast werd in 2021 1,5 miljoen euro geïnvesteerd in hard- en software, 2,7 miljoen euro in materiaal en uitrusting en 0,2 miljoen euro in inrichting en renovatie van bestaande gebouwen. Er werd voor 0,7 miljoen euro aan meubilair van Dijkstraat buitengebruik gesteld en uit het vast actief gehaald. Dit zonder financiële impact aangezien dit volledig was afgeschreven. Verder werd voor 3,8 miljoen aan afschrijvingen geboekt.

Onder de nog niet opgeleverde projecten, inclusief terreinen zijn alle gemaakte kosten opgenomen voor de bovengemeentelijke projecten in uitvoering. Het gaat om projecten in ontwerpfase, aanbestede projecten of al gegunde projecten.

IN DUIZEND EURO

NOG NIET OPGELEVERDE PROJECTEN

Nog niet opgeleverde projecten onder klasse 27

Uitbouwprojecten en overige

Asset Management

Energiefonds Nog niet opgeleverde projecten onder klasse 22 De gemaakte kosten worden in hoofdzaak op de boekhoudkundige klasse 27 geboekt – activa in aanbouw en vooruitbetalingen – maar ook gedeeltelijk op de boekhoudkundige klasse 22 – terreinen en gebouwen – wat betreft het gedeelte terreinen. Op de activa in aanbouw wordt niet afgeschreven.

In 2021 was er een beperkte afname van 0,6% tot 328 miljoen euro van de nog niet opgeleverde projecten onder klasse 27. Er is een structurele stijging van 15,16% op het budget asset management, in lijn met de veroudering van het patrimonium. Voor de uitbouwprojecten is er een afname in de aanbestedingen met 3,6%. Dit als gevolg van de frequente vraag van aannemers, in 2021, om na de gunning niet te starten met de werken of om later te starten als gevolg van Covid-19. Hierdoor daalt het aantal werven in uitvoering en dus ook het aantal aankoopfacturen. In 2021 werd er voor 1,9 miljoen aan energiefondsprojecten opgeleverd en werd er voor 4,9 miljoen euro nieuwe aankopen verwerkt.

In het kader van de contracten met de gemeenten kan Aquafin transportdiensten op zich nemen. Onder deze contracten zorgt Aquafin voor de nodige investeringen en biedt het bedrijf de gemeente of intercommunale de mogelijkheid om afvalwater via deze riolen te transporteren gedurende de looptijdtijd van het contract (15 jaar). De investeringen die in dit kader worden gedaan worden weergegeven onder de gemeentelijke infrastructuur. De daling in 2021 is het gevolg van 2,5 miljoen euro aan afschrijvingen verwerkt op de gemeentelijke infrastructuur.

2021

327.822 282.677 40.558 4.587 13.143 340.965

2020

329.767 292.954 35.220 1.593 12.733 342.500

FINANCIËLE VASTE ACTIVA

De financiële vaste activa bestaan in hoofdzaak uit de meerder heidsparticipatie van Aquafin in Aquaplus. De waardering in de boeken van Aquafin wordt jaarlijks aangepast aan het eigen vermogen van Aquaplus. De aandelen die Aquafin heeft in Synductis en Riopact worden weergegeven in Overige deelnemingen.

VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING

Buiten de taken van de beheersovereenkomst, die 90% van onze activiteiten omvatten, kunnen steden en gemeenten voor rioleringstaken een beroep doen op Aquafin, dat daartoe een specifiek aanbod heeft ontwikkeld. Zij kunnen hiertoe ofwel rechtstreeks een concessieovereenkomst afsluiten met Aquafin, ofwel onrechtstreeks beroep doen op Aquafin via één van de samenwerkingsverbanden die Aquafin heeft afgesloten met water-link of De Watergroep.

De werken die in dit kader gestart maar nog niet voltooid zijn, worden opgenomen onder de rubriek bestellingen in uitvoering.

In 2020 werden de interne procedures voor in resultaatname op punt gesteld waardoor een relatief groter aantal projecten opgeleverd werd. In 2021 zien we een verderzetting van deze trend met een verdere daling van bestellingen in uitvoering als gevolg.

IN DUIZEND EURO

FINANCIËLE VASTE ACTIVA

Deelneming in Aquaplus Overige deelnemingen Waarborgen

IN DUIZEND EURO

VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING

Riopact (samenwerking De Watergroep) Rio-link (samenwerking water-link) Rechtstreekse contracten gemeenten In 2021 werden 122 projecten opgeleverd waardoor de rubriek bestelling in uitvoering, daalt tot 167 miljoen euro.

Door de toepassing van de waarderingsmethode completed contract vanaf boekjaar 2018 worden bestellingen in uitvoering enkel tegen de vervaardigingsprijs geboekt.

VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR

Vorderingen op ten hoogste één jaar omvatten handels vorderingen en overige vorderingen.

Het saldo van Handelsvorderingen wordt bepaald door de timing van facturatie aan onze klanten en het moment van betaling door onze klanten. Per einde 2021 stijgen de handelsvorderingen van 15,6 miljoen euro naar 42 miljoen euro, waarvan 15 miljoen euro op openstaande klanten en 11,2 miljoen op te maken facturen. Hiervan is 10,7 miljoen euro gerelateerd aan de eindafrekening van het vergoedingsmodel 2021 en een aantal andere budgetten (bv financieringskosten) die aan werkelijke kost afgerekend worden aan de drinkwatermaatschappijen. Vooral de hoge energiekost maakt dat Aquafin over 2021 een bijkomende factuur zal versturen.

Overige vorderingen bestaat uit terug te vorderen BTW, terug te vorderen belastingen en reclass van de sociale schuld. Deze stijgen licht van 7,7 miljoen euro naar 8,5 miljoen euro.

2021

3.482 82 3 3.567

2021

53.720 69.157 44.479 167.356

2020

3.370 82 2 3.454

2020

66.317 76.146 42.848 185.311

GELDBELEGGINGEN EN LIQUIDE MIDDELEN

Gelet op de lage rente worden de liquide middelen hoofdzakelijk aangehouden op de spaarrekening. De hoeveelheid cash wordt zo beperkt mogelijk gehouden om negatieve rente op rekening te vermijden.

OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET ACTIEF

In het kader van de contracten met de gemeenten neemt Aquafin transportdiensten op zich, waarbij op vraag van de gemeenten een systeem van betalingsmodaliteiten kan uitgewerkt worden. De post gemeentelijke projecten weerspiegelt het positieve verschil tussen de afschrijvingen op de gemeentelijke projecten en het aflossingsdeel van de onderliggende leningen dat gefactureerd wordt aan de gemeenten. Op deze manier worden tussentijds kosten en opbrengsten in evenwicht gehouden.

De post aankopen VMM activa met eigen vermogen omvat de opbouw van de vordering die is ontstaan naar aanleiding van activa die Aquafin sinds 2010 van de Vlaamse Milieumaatschappij heeft overgekocht (meer info hierover bij materiële vaste activa). Deze aankopen financiert Aquafin gedeeltelijk met vreemd vermogen en gedeeltelijk met eigen vermogen. De aankopen via eigen vermogen worden niet doorgerekend aan de drinkwater maatschappijen, maar zullen bij een eventueel einde van de beheersovereenkomst, die een rollend karakter van 20 jaar heeft, in één keer worden gefactureerd. De vordering die hierdoor ontstaat, wordt jaarlijks met 1/20ste van de aanschafwaarde van de activa verhoogd en wordt geboekt op het overlopend actief. Ter indekking van het renterisico op bepaalde leningen sluit Aquafin rente-indekkingsinstrumenten af, binnen het door de raad van bestuur goedgekeurde beleid. Om een resultaatmeting voor de indekking mogelijk te maken, wordt er per indekkingsstrategie een benchmark vastgelegd. Als de rentelasten van de benchmark lager zijn dan de som van de rentelasten van de onderliggende lening en de fixing van de bijhorende indekkingsinstrumenten, wordt dit verschil geboekt als financiële kost. Aangezien de rente zes maanden voor betaaldatum vastgelegd wordt en dus ook de afwijking ten opzichte van de benchmark gekend is en aldus geboekt wordt, vindt bij afsluiting een pro rata boeking plaats op de toe te rekenen intresten rentemanagement. Daarnaast worden de financiële kosten, die het verschil zijn tussen de rentelasten van de lening en de benchmark en als intrestcorrectie rentemanagement in het resultaat zijn geboekt, ook via deze overlopende rekening geprorateerd.

De toe te rekenen opbrengsten omvat de toekenning van het resultaat over 2021 dat voortkomt uit een samenwerkingsverband voor gemeentelijke rioleringsactiviteiten tussen Aquafin en De Watergroep.

De over te dragen negatieve rentelasten zijn gerelateerd aan de rente die betrekking heeft op de uitgiftes van commercial paper. Door de goede rating van Aquafin en de negatieve kortermijnrente, worden deze uitgiftes geplaatst aan negatieve rentevoeten. Omdat het nog steeds om schuld met daarbij horende financieringskost en geen belegging met daarbij horende financieringsopbrengst gaat, worden deze rentelasten in mindering gebracht van de financieringskosten.

De over te dragen kosten zijn kosten die Aquafin in 2021 heeft ontvangen maar welke geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op 2022. Het gaat hier voornamelijk over onderhoudscontracten, licentiekosten of vooruitbetaalde huur of intresten.

IN DUIZEND EURO

OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET ACTIEF

Gemeentelijke projecten Aankopen VMM activa met eigen vermogen Toe te rekenen intresten rentemanagement Toe te rekenen opbrengsten Over te dragen negatieve rentelasten Overige over te dragen kosten

2021

1.643 33.677 10.758 808 101 2.250 49.237

2020

1.710 30.559 10.795 711 -360 2.088 45.503

EIGEN VERMOGEN

Het kapitaal van Aquafin bedraagt momenteel 298 miljoen euro. Het kapitaal bestaat uit 1.001.613 aandelen die niet-beursgenoteerd zijn en is volledig volgestort.

Als gevolg van een nieuwe schatting van de gronden Dijkstraat en Ingberthoeveweg werd er een herwaarderingsmeerwaarde van 1,8 miljoen euro geboekt (zie ook Materiële vaste Activa).

De reserves bestaan uit de wettelijke reserve en de beschikbare reserve.

De wettelijke reserve wordt jaarlijks aangevuld totdat die gelijk is aan 10% van het kapitaal. Volgens artikel 7:211 WVV wordt jaarlijks 5% van de winst na belasting gereserveerd.

Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling voor boekjaar 2021 aanvaardt, wordt de wettelijke reserve met 333 duizend euro verhoogd tot 15.847 duizend euro en het resterende resultaat van 1,8 miljoen euro toegevoegd aan overgedragen winst.

KAPITAALSUBSIDIES

In 1992 ontving Aquafin een advies van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen waarbij de toelating werd verleend om de post kapitaalsubsidies afwijkend van de gangbare interpretatie in te vullen. Deze rubriek weerspiegelt de impact van het verschil tussen terugbetalings- en afschrijvingstermijn van de opgeleverde bovengemeentelijke projecten. Het terugbetalingsritme van deze projecten loopt immers niet volledig gelijk met het afschrijvings ritme, waardoor een mismatch ontstaat tussen kosten en gerelateerde opbrengsten.

De door Aquafin verworven terreinen worden niet afgeschreven en onmiddellijk terugbetaald.

We merken dat alle posten stijgen met uitzondering van bouwkunde en elektromechanica. Bouwkunde werd tot 2008 over 15 jaar gefactureerd en op 33 jaar afgeschreven. Vanaf 2009 wordt de categorie bouwkunde gefactureerd over 30 jaar en is de terugbetalingstermijn van de nog openstaande bedragen aangepast, wat maakt dat jaarlijks facturatiebedrag gehalveerd werd. Naarmate de tijd vordert zullen dus steeds meer projecten volledig gefactureerd zijn en wordt er enkel nog afschreven waardoor het bedrag verkleint.

Het verschil tussen terugbetalings- en afschrijvingstermijn is als volgt samengesteld:

IN DUIZEND EURO

VERSCHIL TUSSEN TERUGBETALINGS- EN AFSCHRIJVINGS TERMIJN

Gronden Bouwkunde Elektromechanica Erfdienstbaarheden VMM-activa Overige

2021

99.337 599.723 32.739 10.630 48.571 12.948 803.948

2020

96.652 618.773 33.346 10.444 43.002 10.856 813.073

VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN

De belangrijkste mutaties in de voorzieningen voor risico’s en kosten kunnen teruggebracht worden naar die voor brug pensioenen, juridische geschillen, slibbuffers en deze gerelateerd aan bovengemeentelijke projectkosten.

Voorziening voor brugpensioenen is gedaald met 217 duizend euro. Dit enerzijds doordat er minder werknemers in aanmerking komen voor dit stelsel ten gevolge van de strengere regelgeving van de overheid, anderzijds verkleint elk jaar de kloof tussen SWT en effectief pensioen voor de mensen die nog wel in aanmerking komen.

Voor juridische geschillen wordt een provisie aangelegd, ter waarde van een redelijke inschatting van de claim, wanneer de kans waarschijnlijk is dat Aquafin het geschil verliest. Per 31 december 2021 bedraagt de provisie voor juridische geschillen 232 duizend euro voor 81 geschillen. In 2021 registreerden we 24 nieuwe zaken en konden 29 dossiers afgesloten worden.

De provisie voor bovengemeentelijke projectkosten (4.725 duizend euro) heeft enerzijds betrekking op risico’s tijdens uitvoering en projecten die omwille van een vertraagde/uitgestelde uitvoering van gemeentelijke projecten niet kunnen opgeleverd worden omdat deze nog onvoldoende renderen (4.166 duizend euro). Anderzijds worden provisies aangelegd gerelateerd aan de inhouding van projectkosten die na oplevering nog worden geregistreerd, de zogenaamde nagekomen kosten (559 duizend euro).

In uitvoering van de adviezen van de boekhoudkundige normen wordt elk jaar een provisie aangelegd voor de verwerkingskost van het slib dat zich in de buffers bevindt. Dit zijn de voorzieningen voor slibbuffers.

IN DUIZEND EURO

VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN

Brugpensioenen Juridische geschillen Verzekeringsdossiers Ontslagvergoeding Bovengemeentelijke projectkosten Slibbuffers

SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR, INCLUSIEF HET GEDEELTE DAT BINNEN HET JAAR VERVALT

Ter financiering van onze bovengemeentelijke investerings uitgaven die de drinkwatermaatschappijen gespreid terugbetalen, werd in 2021 bijkomend 195 miljoen euro opgenomen onder affectatie. De affectatieratio die hieruit voortvloeit, waarbij de resterende aanspraken op de drinkwatermaatschappijen worden afgezet tegenover de bankschulden onder affectatie, bedraagt op het einde van huidig boekjaar 1,21 (dient steeds groter dan 1 te zijn). Voor de dagelijkse bedrijfswerking doet Aquafin enerzijds beroep op financiering met een middellange looptijd om rente schommelingen te beperken en anderzijds op korte termijnkredieten om in te kunnen spelen op fluctuaties in de werken in uitvoering van investeringsprojecten. Het bedrag van deze bankschulden voor general purpose stijgt met bijna 100 miljoen euro ten gevolge van de opname van een bilaterale lening van 100 miljoen euro. Daartegenover staat een afbouw van kortetermijnschuldpapier (zie Financiële schulden op ten hoogste 1 jaar).

Op vraag van de gemeenten kan in het kader van onze gemeentelijke activiteiten een systeem van betalingsmodaliteiten worden uitgewerkt. In 2021 werd in dit kader geen nieuwe langetermijnfinanciering aangegaan.

2021

272 232 0 567 4.725 110 5.906

2020

489 363 6 346 4.359 110 5.673

IN DUIZEND EURO

SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR

Bankschulden - onder affectatie Bankschulden - general purpose

Commercial paper op lange termijn

Aankoop gebouw Dijkstraat 8 - Aartselaar

Overige kredieten Bankschulden - gemeentelijke activiteiten

IN DUIZEND EURO

FINANCIËLE SCHULDEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR

Commercial paper Kredietlijnen Fixings rentemanagement

2020 nieuwe leningen aflossingen 2021

1.710.338 300.423 70.000 5.423 225.000 22.871 2.033.632 195.000 -117.915 1.787.423 100.000 -456 399.967

0 0 70.000

0 100.000 0

-456 0 - 2.557

4.967 325.000 20.314 295.000 -120.928 2.207.704

2021

69.000 2.005 14.810 85.815

2020

198.000 1.783 14.935 214.718

IN DUIZEND EURO

HANDELSSCHULDEN

Leveranciersschulden Te ontvangen facturen Op te maken creditnota’s drinkwatermaatschappijen huidig boekjaar Overige

2021

38.700 30.068 2.692 2.406 73.866

2020

37.261 33.297 7.055 2.337 79.950

FINANCIËLE SCHULDEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR

De financiering op korte termijn wordt in hoofdzaak aangewend om de werken in uitvoering vóór oplevering te financieren. Binnen het commercial paper programma ter waarde van 500 miljoen euro, waarvan 430 miljoen euro beschikbaar voor kortetermijn financiering, werd per 31 december 2021 69 miljoen euro opgenomen. De daling van deze opnames is toe te schrijven aan de opname van bovenvermelde lening van 100 miljoen euro met vervaldagen in 2022, 2023 en 2024.

Binnen de bestaande kredietlijnen ten bedrage van 485 miljoen euro – inclusief de gesyndiceerde lening – liep er per 31 december 2021 een straight loan ter financiering van gemeentelijke werken in uitvoering ten belope van 2 miljoen euro. In het kader van het rentemanagement gebeuren fixings altijd 6 maanden voor betaaldatum. Gedurende deze periode wordt het saldo van de schulden en vorderingen die het gevolg zijn van deze fixings opgenomen als een financiële schuld op korte termijn.

HANDELSSCHULDEN

Er is geen significante wijziging in de leveranciersschulden ten opzichte van vorig jaar.

Onder deze rubriek zijn ook de ramingen voor al geleverde goederen en diensten, die nog niet gefactureerd zijn, opgenomen als te ontvangen facturen. Voor de investeringsprojecten werden bijvoorbeeld al voor bijna 11,3 miljoen euro vorderingsstaten ontvangen, maar die waren nog niet gefactureerd op jaareinde.

Het verschil van 3,2 miljoen euro tussen beide boekjaren wordt voornamelijk verklaard doordat de provisie vorderingsstaten met 7 miljoen is gedaald en de provisie voor elektriciteit en slib met respectievelijk 2,5 miljoen en 1,1 miljoen euro is gestegen.

De post op te maken creditnota’s drinkwatermaatschappijen reflecteert het verschil tussen de budgetramingen werkingskosten – ramingen waarop de voorschotfacturen aan de drinkwater maatschappijen zijn gebaseerd – en de eindfactuur van Aquafin, op basis van de effectief geleverde prestaties. In 2021 resulteerde de eindafrekening van het vergoedingsmodel nog in een credit nota van 4,2 miljoen euro. In 2022 zal Aquafin echter een bijkomende factuur sturen van 10,7 miljoen euro aan de drinkwater maatschappijen (zie Handelsvorderingen). Het saldo van 2,7 miljoen euro bestaat uit een reserve van 2,5 miljoen euro die Aquafin opgebouwd heeft om herstructureringen door te voeren in het rentemanagement programma. Dit is het maximaal toegestane bedrag.

De post overige bevat enerzijds een herindeling tussen actief en passief van klanten met een tegoed saldo en leveranciers met een saldo verschuldigd aan Aquafin (890 duizend euro). Anderzijds bevat dit een provisie op te stellen creditnota’s aan onder andere het Vlaams Gewest en De Watergroep in het kader van de resultaatsverrekening binnen de Stille Handelsvennootschap (1,5 miljoen euro).

ONTVANGEN VOORUITBETALINGEN OP BESTELLINGEN

De doorrekening van de prestaties die Aquafin levert aan de gemeentelijke klanten en die nog niet voltooid zijn, worden opgenomen onder de rubriek ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen en evolueren in dezelfde zin als de bestellingen in uitvoering.

SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN

De uitstaande verplichtingen met betrekking tot belastingen betreffen de verschuldigde vennootschapsbelasting, gewestelijke, provinciale en gemeentelijke belastingen en taksen.

Omdat er voldoende voorafbetaald werd, verwacht Aquafin een teruggave van de verschuldigde vennootschapsbelasting over boekjaar 2021 en nog een gedeelte over boekjaar 2020 en 2019.

De positie Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten stijgt van 14,6 miljoen euro naar 16,1 miljoen euro. De gewestelijke, provinciale en gemeentelijke belastingen en taksen stijgen met 0,5 miljoen euro. De provisie vakantiegeld, groepsverzekering en maaltijdcheques stijgen met 1 miljoen euro, in lijn met de groei van het personeelsbestand.

OVERIGE SCHULDEN

Hieronder worden de te betalen dividenden opgenomen.

Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling goedkeurt, zal op 19 april 2022 een bruto dividend uitbetaald worden van 4.507 duizend euro aan PMV.

OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET PASSIEF

IN DUIZEND EURO

OVERLOPENDE REKENINGEN VAN HET PASSIEF

Toe te rekenen rente op leningen Toe te rekenen rente rentemanagement Overige toe te rekenen kosten

De toe te rekenen rente op leningen bevat de rente op financiering op zowel korte als lange termijn die bij afsluiting pro rata toegerekend worden aan het betreffende boekjaar. Deze zijn stabiel ten opzichte van 2020 .

Daarnaast worden ook de transacties met betrekking tot indekking van renterisico’s voor de toekomstige periode via de overlopende rekeningen geboekt. Ter indekking van het renterisico op bepaalde leningen sluit Aquafin namelijk rente-indekkingsinstrumenten af. Om een resultaatmeting voor de indekking mogelijk te maken, wordt er per indekkingsstrategie een benchmark vastgelegd. Indien de rentelasten van de benchmark hoger zijn dan de som van de rentelasten van de onderliggende lening en de fixing van de bijhorende indekkingsinstrumenten, wordt dit verschil geboekt op een opbrengstenrekening. Aangezien de rente 6 maanden voor betaaldatum gefixed wordt en dus de afwijking ten opzichte van de benchmark gekend is en aldus geboekt wordt, vindt bij afsluiting een pro rata boeking plaats via de toe te rekenen intresten rentemanagement. Overige toe te rekenen kosten bevatten enerzijds over te dragen opbrengsten waaronder 52 duizend euro opbrengsten gerelateerd aan toekomstig onderhoud van IBA’s en 323 duizend euro ontvangen subsidies voor lopende onderzoeksprojecten. Sinds 2021 omvat deze post ook 12 miljoen euro aan reeds ontvangen maar nog niet aangewende budgetten van Vlaanderen voor de uitrol van het digitaliseringsprogramma en 1,5 miljoen euro voor de uitwerking van de rol Asset Manager van Vlaanderen. Deze opbrengsten worden in de toekomst in omzet genomen a rato van de gerelateerde kosten.

Anderzijds bevat de post overige toe te rekenen kosten een aantal bankgerelateerde kosten zoals te betalen commitment fee en te ontvangen negatieve rente CP.

2021

6.663 1.079 13.976 21.718

2020

6.894 1.120 252 8.266

Commentaar bij de resultatenrekening

In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is bepaald dat de vergoeding van Aquafin gebeurt op basis van de door rekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een vergoeding voor de aandeelhouder(s) die gebaseerd is op de inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar.

Op 20 oktober 2017 keurde de Vlaamse Regering het gekalibreerde vergoedingsmodel goed, waarbij het budget werkingskosten van Aquafin voor de activiteiten binnen de beheersovereenkomst afhankelijk gesteld wordt van een aantal enveloppes, het patrimonium en de behandelde vuilvracht, het zogenaamde prestatiebudget, waarbij het resultaat van de uitkomst van de formule als redelijk wordt beschouwd. Concreet heeft dit prestatiebudget betrekking op alle werkingskosten exclusief financieringskosten

Het verschil tussen enerzijds het resultaat volgens de formule van het prestatiebudget en anderzijds de werkelijk geboekte kosten voor dit boekjaar, heeft een negatief effect van 2.962 duizend euro op het boekhoudkundig resultaat per 31 december 2021.

OMZET

Aquafin realiseert het grootste deel van de omzet uit de boven gemeentelijke activiteiten die voortvloeien uit de beheers overeenkomst met het Vlaamse Gewest. Artikel 43 van de beheersovereenkomst bepaalt dat Aquafin recht heeft op een vergoeding van het Vlaamse Gewest. Binnen deze vergoeding kan een onderscheid worden gemaakt tussen vergoedingen die betrekking hebben op bouwactiviteiten (investeringskosten) en vergoedingen met betrekking tot diensten (werkingskosten) die, in lijn met de steeds toenemende activiteiten, in dezelfde zin mee-evolueren.

De vergoedingen voor de investeringskosten betreffen de terugbetaling van opgeleverde rioolwaterzuiveringsinfrastructuur. De terugbetalingstermijnen van deze infrastructuur houden rekening met de verwachte levensduur van de onderliggende activa.

De vergoedingen van de werkingskosten betreffen de facturatie van het budget vastgelegd door de formule van het prestatie budget. De evolutie in de werkingskosten is het gevolg van de stijging van de outputparameters en indices van het vergoedingsmodel. Dit budget stijgt omwille van een stijging in activiteiten: o.m. het toekomstige opleveringsvolume, de stijging in patrimonium en de verwerkte vuilvracht. Ook de toename van de energiekosten spelen hier een belangrijke rol.

De vergoeding voor het eigen vermogen – de vergoeding eigen middelen – moet, rekening houdend met het genomen risico, een minimum aanvaardbaar rendement voor de aandeelhouder(s) waarborgen.

Daarnaast omvat de omzet de doorrekening van kosten aangerekend voor de sanering van gewest-overschrijdend afvalwater door het Brusselse Gewest, via de Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer.

IN DUIZEND EURO

OMZET

Bovengemeentelijke activiteiten Doorrekening investeringskosten Doorrekening werkingskosten Doorrekening rentelasten Vergoeding eigen middelen Contracten Brusselse Maatschappij voor Waterbeheer Correctie facturatie investeringskosten naar afschrijvingen Gemeentelijke activiteiten Overige

2021

468.588 171.936 211.720 60.349 14.913 9.670 10.986 114.247 993 594.814

2020

447.714 166.236 191.255 66.221 14.471 9.531 10.462 125.740 976 584.892

Als gevolg van een timingverschil tussen de afschrijving en de doorfacturatie van bovengemeentelijke investeringen – zoals toegelicht onder de post kapitaalsubsidies – wordt een correctie in het resultaat opgenomen, om zo de afschrijvingen met de gerelateerde omzet in lijn te brengen.

De diensten die Aquafin aanbiedt aan de steden en gemeenten die niet kaderen binnen de beheersovereenkomst resulteerden voor 2021 in een omzet van bijna 114,2 miljoen euro.

WIJZIGING IN DE VOORRAAD GOEDEREN IN BEWERKING EN GEREED PRODUCT EN IN DE BESTELLINGEN IN UITVOERING

Deze rubriek reflecteert de wijziging in de rubriek voorraden en bestellingen in uitvoering op het actief van de balans, huidige periode ten opzichte van vorige periode. Volgens de waarderings methode completed contract wordt een project in resultaat genomen wanneer het project volledig afgewerkt is.

ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN

Andere bedrijfsopbrengsten dalen met 3,7 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar als gevolg van het negatieve resultaat op het prestatiebudget. Analoog aan vorige jaren werd er in 2021 ontheffing bekomen van de bedrijfsvoorheffing inzake onderzoek en ontwikkeling over boekjaar 2020. Er werd voor 2.332 duizend euro gerecupereerd of 0,4 miljoen euro meer dan over boekjaar 2019.

IN DUIZEND EURO

VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING

Geactiveerde personeelskosten Geactiveerde overige kosten Daarnaast omvatten andere bedrijfsopbrengsten voornamelijk recuperaties van kosten die niet tot de reguliere omzet kunnen gerekend worden. Voorbeelden hiervan zijn de doorfacturatie aan derden van kosten van incidenten, opbrengsten van groenestroom certificaten, recuperaties met betrekking tot onderzoeksprojecten, …

HANDELSGOEDEREN, GRONDEN HULPSTOFFEN

De samenstelling van deze rubriek wordt hieronder – voor de belangrijkste posten – weergegeven.

De stijging ten opzichte van 2020 met bijna 15% is voornamelijk het gevolg van de hoge elektriciteitsprijzen in 2021. Ten opzichte van 2020 stijgen de elektriciteitskosten met 11,6 miljoen euro of 40%. Daar tegenover daalt het elektriciteitsverbruik op RWZI hoogspanning met 2% ten opzichte van 2020. De elektriciteits kosten met betrekking tot RWZI Hoogspanning maken ca. 75% van onze totale elektriciteitskost uit.

2021 Balans

2020

23.253 20.481 144.103 164.830 167.356 185.311

Impact resultaat mutatie

2.772 -20.727 -17.955

IN DUIZEND EURO

HANDELSGOEDEREN, GROND- EN HULPSTOFFEN

Elektriciteitskosten voor operationele activiteiten Kosten voor afvoer van slib, zand en roostergoed Exploitatie door het Brusselse Gewest Mechanisch, elektrisch en bouwkundig onderhoud Chemicaliën voor waterzuivering en slibverwerking Overige

2021

40.625 27.693 9.670 12.378 10.963 14.398 115.727

2020

29.024 25.754 9.531 12.318 10.217 13.815 100.659

De stijging bij slib, zand en roostergoed en chemicaliën is het gevolg van een uitzonderlijk nat jaar. Hierdoor spoelde meer zanden roostergoed aan. Hogere vuilvracht en slibhoeveelheden, leidden in combinatie met prijsstijgingen tot stijging van de kosten.

DIENSTEN EN DIVERSE GOEDEREN

Deze rubriek omvat kosten met betrekking tot onderhoud gebouwen, kantoor- en ICT-kosten, kosten wagenpark, erelonen, opleidingskosten, … Deze stijgen met 1,5 miljoen euro ten opzichte van vorig jaar.

Verder omvat deze rubriek ook kosten met betrekking tot gemeentelijke activiteiten zoals studiebureau- en aannemings kosten. Ten opzichte van 2020 stijgen deze met 1,1 miljoen euro.

Na de afname van de gemeentelijke opdrachten in 2020 omwille van Covid-19 merken we nu een voorzichtig herstel.

De impact van de gemeentelijke activiteiten hierboven omschreven heeft een beperkte impact op het resultaat. Deze activiteiten worden namelijk geneutraliseerd via de bestellingen in uitvoering naar de balans en worden pas in resultaat genomen na volledige afwerking van het project of de service.

IN DUIZEND EURO

BEZOLDIGINGEN, SOCIALE LASTEN EN PENSIOENEN

Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen Andere personeelskosten

BEZOLDIGINGEN, SOCIALE LASTEN EN PENSIOENEN

De stijging van de personeelskosten volgt het toenemende personeelsbestand. Deze stijging ligt in lijn met de groei van de infrastructuur die door Aquafin geëxploiteerd en uitgebouwd wordt, zowel op gemeentelijk als bovengemeentelijk vlak.

AFSCHRIJVINGEN EN WAARDEVERMINDERINGEN OP OPRICHTINGSKOSTEN, OP IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA

Het steeds groeiende patrimonium verklaart ook de continue groei van de afschrijvingen.

In het kader van de vernieuwing van de Campus werden de gebouwen Dijkstraat 10 en Ingberthoeveweg volledig en Dijkstraat 8 gedeeltelijk versneld afgeschreven (zie ook materiële vaste activa). Hierdoor werd in 2021, naast 0,4 miljoen euro reguliere afschrijving nog 0,7 miljoen euro extra afgeschreven. Daarnaast werd er 280 duizend euro minder afgeschreven op schadevergoeding terreinen.

2021

64.919 17.468 5.612 1.964 89.963

2020

61.893 16.221 5.314 2.635 86.063

IN DUIZEND EURO

AFSCHRIJVINGEN EN WAARDE VERMINDERINGEN OP OPRICHTINGSKOSTEN, OP IMMATERIËLE EN MATERIËLE VASTE ACTIVA

Gebouwen Installaties, machines & uitrusting Meubilair en rollend materieel Overige

2021

1.808 191.248 585 67 193.708

2020

1.411 185.758 763 90 188.022

Onder de rubriek installaties, machines en uitrusting is er in 2021 vooral een stijging op bouwkundige en asset management projecten van 6,3 miljoen euro als gevolg van het steeds groeiend patrimonium. Op gemeentelijke infrastructuur werd een afname in afschrijving vastgesteld met 1,3 miljoen euro, door de versnelde afboeking van twee gemeentelijke projecten vorig jaar. De afschrijvingen op het grootste deel van het patrimonium hebben geen impact op het resultaat gezien deze – gespreid in de tijd – doorgefactureerd worden aan de drinkwater maatschappijen.

WAARDEVERMINDERINGEN OP VOORRADEN, BESTELLINGEN IN UITVOERING EN HANDELSVORDERINGEN – VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN

Onderstaande tabel geeft de aansluiting met de mutaties op de gerelateerde balansrekeningen weer. De belangrijkste mutaties werden hoger bij de balansposten toegelicht.

Een aantal van onze industriële klanten zijn in 2021 failliet verklaard of hebben hun activiteiten stopgezet. Als gevolg werden de gerelateerde balansposities afgeboekt en dalen de vorderingen industrieel van 174 duizend euro naar 37 duizend euro. Er is geen impact op het resultaat vermits voor deze openstaande vorderingen al een volledige provisie werd aangelegd in het verleden.

Voorzieningen voor risico's en kosten werden reeds besproken bij de betreffende balansposities.

IN DUIZEND EURO

WAARDEVERMINDERINGEN OP VOORRADEN EN BESTELLINGEN IN UITVOERING EN HANDELSVORDERINGEN

Vorderingen beheersovereenkomst Vorderingen gemeentelijke activiteiten Vorderingen industrie

VOORZIENINGEN VOOR RISICO'S EN KOSTEN

Brugpensioenen Juridische geschillen Verzekeringsdossiers Ontslagvergoeding Slibbuffers Bovengemeentelijke projectkosten

ANDERE BEDRIJFSKOSTEN

Onder deze rubriek vallen de directe belasting en taksen die geheven worden op de installaties van Aquafin. Het betreft voornamelijk onroerende voorheffing en taksen op gewestelijk, provinciaal, gemeentelijk en milieuvlak.

Daarnaast wordt ook het tekort op het prestatiebudget opgenomen onder andere bedrijfskosten.

FINANCIËLE KOSTEN EN OPBRENGSTEN

Onder deze rubriek zijn de rentelasten op financiering op korte en lange termijn en de kosten en opbrengsten met betrekking tot het actief rentemanagement opgenomen. De huidige gunstige marktrentevoeten op korte en lange termijn, hebben een belangrijke impact op de kosten van schulden. Door een actief beheer van het renterisico kan Aquafin de financieringskost optimaliseren.

NIET-RECURRENTE FINANCIËLE OPBRENGSTEN

Hieronder valt de terugname van een gedeelte van de in het verleden geboekte minwaarde op de deelneming in Aquaplus, als gevolg van het positieve resultaat van Aquaplus in 2021.

2021 Balans

2020

374 8 37 418 267 8 174 449

2021 2020

272 233 0 566 489 363 6 346

110

110 4.725 4.359 5.906 5.673

Impact resultaat mutatie

107 0 0 107

mutatie

-217 -130 -6 220 0 366 233

BELASTINGEN OP HET RESULTAAT

De belasting op het resultaat bedraagt 3,6 miljoen euro.

Meer bepaald 4,2 miljoen euro verschuldigde belasting over boekjaar 2021 en een regularisatie van 0,6 miljoen euro met betrekking tot vorige boekjaren.

Voorstel aan de algemene vergadering

Rekening houdend met de winst na belastingen bedraagt de te bestemmen winst 6.655.486,75 euro:

• toevoeging aan de wettelijke reserve: • toevoeging aan de overige reserve: • vergoeding van het kapitaal: • overgedragen winst:

332.774,34 euro 0 euro 4.507.258,50 euro 1.815.453,91 euro

Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling goedkeurt, zal op 19 april 2022 aan PMV een bruto dividend uitbetaald worden van 4,5 euro per aandeel.

This article is from: