
4 minute read
HET LAATSTE OORDEEL
tekst Simone Vlug illustratie Ande Cremers
Duffe opsommingen of ultiem entertainment?
Advertisement
ANS verschanst zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over het onderwijs aan de RU.
STUDIE : Psychologie
COLLEGE : Statistiek I - Correlatie en Regressie
DOCENT : Eric Feddeck

UITSTRALING : Onverschillig chill
PUBLIEK : Enthousiast over andere zaken
INHOUD : Droge hap
De grauwe zaal in het Collegezalencomplex wordt langzaam gevuld door eerstejaars psychologiestudenten. Het onderwerp ‘correlatie en regressie’ lijkt niet veel enthousiasme te wekken: de studenten slenteren lusteloos naar een plek en laten de eerste rijen leeg. Eric Feddeck daarentegen ziet er energiek uit en wandelt op en neer langs het bord. Na aanvang van het college verschijnt er al snel een cartoon met de grap ‘I think the government is behind this plot’ op de slides. De typische methode-meme past helemaal bij wat je van een college statistiek verwacht. Feddeck ziet er sowieso uit als een typische statistiekdocent, maar dan het jonge aantrekkelijke broertje ervan. Hij draagt een nerdy overhemd dat net niet past, maar de opgerolde mouwen maken de look casual. Verder heeft hij net zoals een stereotiepe statisticus lang haar, maar meer als een surfer dan wetenschapsgeek. Passend bij zijn uiterlijk geeft hij op nonchalante wijze college. Als eerst wordt correlatie uitgelegd. Ondanks zijn looks weet Feddeck niet de aandacht van de studenten te grijpen. Af en toe is hij lang stil na een zin of kijkt hij veel naar het bord in plaats van naar de studenten. Na het doorklikken van de slides lijkt hij even te moeten nadenken over wat er ook alweer moet worden gezegd. Dit alles zorgt ervoor dat de aandacht van de studenten naar andere dingen gaat. Uit de zaal klinkt geritsel en van de achterste banken komt gefluister. De rumoerigheid maakt het college moeilijk te volgen. Als promovendus mist Feddeck nog een beetje de autoriteit en wellicht het ongeduld van een meer ervaren docent om hier wat van te zeggen. Hij kijkt niet eens op van het geroezemoes achter in de zaal.
De tweede helft van het college besteedt hij aan uitleg over Excel, maar slechts één op de vijf studenten is nog bij de les. Het is duidelijk dat Feddeck veel kennis van de stof heeft en hij klinkt zelfverzekerder dan eerst, wat op zijn minst een paar oplettende studenten weet te prikkelen. Zij volgen de uitleg en stellen actief vragen. Feddeck geeft alleen passieve antwoorden zoals ‘probably’ en ‘I guess’. Vervolgens laat hij de woorden variance, intercept en correlation elkaar zo vlot opvolgen dat slechts een seconde afleiding je de draad volledig laat verliezen. Dat is precies wat er gebeurt en het merendeel van de zaal is inmiddels met andere dingen bezig. Feddecks onverschilligheid blijkt wederom uit het feit dat hij ongestoord verder praat. Als vrijwel iedereen de aandacht verloren lijkt te zijn, sluit hij het college af. Hoewel er nog een halfuur collegetijd over is, laat Feddeck de studenten gaan met ‘don’t forget about the homework’. Erg overtuigend komt het niet over.
Van sociale naar solitaire student
G. J. Wood (pseudoniem) is een tweedejaars student die het liefst breekt met de bestaande studentikoze en universitaire tradities. Hij schrijft zijn ontsteltenis van zich af in de vorm van een studentkritisch stukje proza, dat zelden onomstreden blijft.


Studenten lijken sociale wezens: ze zijn dikwijls lid van verenigingen, wonen vaak samen in studentenhuizen en er zijn vele ontmoetingsgelegenheden met leeftijdsgenoten op de campus. Kortom, je zou verwachten dat studenten een rijk sociaal leven hebben. Toch geeft 80 procent van de studenten in de landelijke Monitor Mentale gezondheid aan zich regelmatig eenzaam te voelen. De oorzaak van deze eenzaamheidsgevoelens is ongelukkigerwijze de student zelf.
Dat de student haar eigen eenzaamheid teweegbrengt observeer ik werkelijk overal. In de collegezalen zit iedereen afgezonderd van elkaar. Drie lege schoolbankjes tussen jou en een onbekende is een veilige manier om nieuw contact te vermijden. De plekken direct naast jou zijn gereserveerd voor de paar ‘studiekenissen’ waarvan je eerlijkheidshalve niet alle namen kent. Zodoende ontstaan er slierten van studenten in de collegezalen die nimmer met elkander in contact komen. Twee rijen die elkaar niet kennen worden keurig gescheiden met behulp van lege bankjes.
Na afloop van het college vraagt niemand hoe het met de ander gaat. Neen, zoals het de student betaamd wordt alleen de stof nog even nabesproken. De gezelligheid opzoeken? Welnee, ze pakken zo snel mogelijk bus tien richting huis. Eindelijk bevrijd van die leeftijdsgenoten om ons heen! Thuis aangekomen zijn we door YouTube en Netflix in staat gesteld om onze vrije tijd geheel in afzondering te besteden. In de loop der jaren is het aantal vrijetijdsbestedingsmogelijkheden die je individueel kunt ondernemen vele malen sneller toegenomen dan de sociale mogelijkheden. Hierdoor is de student steeds minder gedwongen tot een vorm van sociale vrijetijdsbesteding. Vele studenten verkiezen alone-time boven de sociale vrijetijdsbesteding waarmee de student haar eigen eenzaamheid faciliteert.
De student swipet op Tinder in de hoop leuk gevonden te worden en scrolt, liked en reageert op Instagram om toch de illusie van socialiteit op te wekken. Tegelijkertijd zorgt deze oppervlakkige, gemakkelijke en snelle indirecte manier van ’sociaal’ zijn voor een diepe leegte, onvrede en eenzaamheid. Een dergelijke diep tragische analyse doet denken aan een algehele ziekelijke studentencultuur die eenzaamheid baart.
Het Laatste Oordeel der Studenten
De paar studenten die enthousiast hebben opgelet zijn erg lovend over het college. Ze complimenteren Feddecks uitleg volop: hij praat op het juiste tempo, staat open voor vragen en legt duidelijk uit. Ook een enkeling van de ongeïnteresseerde horde heeft wat te zeggen. ‘Afleiding komt van mijn maten die tegen me praten’, stelt iemand. Waar de strevers en de kletsende meute het over eens zijn, is Feddecks nonchalante zelfvertrouwen. Een beetje zelfverzekerdheid mag ook wel, wil je voor een zaal afgeleide studenten staan die overduidelijk andere dingen dan statistiek aan hun hoofd hebben. Al met al wordt het college toch nog beoordeeld met een spetterende 8,86. ANS
Samenvattend, de student ontwijkt sociale interactie in de collegezalen en op de campus. Dergelijk ontwijkingsgedrag past één-op-één binnen het plaatje van een sociale-angststoornis. De studentencultuur in haar geheel diagnostiseer ik dan ook met deze psychopathologie. En net zoals de psychologie ons leert kan alleen de patiënt zelf een verandering teweeg brengen! Mijd dus sociale media, zeg Netflix vaarwel en neem afstand van oppervlakkigheid en het individualisme! Doe het om de studentencultuur in haar geheel te genezen!