
6 minute read
Kamervragen
KAMERVRAGEN
In Kamervragen gaan twee studenten op ontdekkingstocht in elkaars kamer en speculeren ze over de persoonlijkheid, activiteiten en vreemde trekjes van de bewoner. Kunnen ze uitvinden wat voor persoon er achter de kamer schuilgaat?
Advertisement
Deze editie: Luc en Mathijs
Om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen bekijken de deelnemers elkaars kamer virtueel. Daarbij filmen ze om beurten hun kamer terwijl de ander meekijkt via Skype en commentaar geeft. Beide deelnemers hebben daarbij hun geluid uit staan. De persoon die meekijkt via Skype geeft aanwijzingen via de chat.
Luc op virtueel bezoek bij Mathijs
Luc opent zijn laptop en krijgt via Skype een donkerblauwe muur te zien die volhangt met kunstwerken. ‘Vermeers Meisje met de parel, Van Gogh en Escher’ roept hij enthousiast. ‘Hij heeft veel artistieke shit in zijn kamer hangen.’ Luc is er stellig van overtuigd dat dit erop duidt Luc dat de ander een sociaalwetenschappelijke studie doet. Al gauw komt hij hier op terug: ‘Dat is misschien een snelle conclusie.’ Dan draait de camera weg. Er komt een ruime en niet zo opgeruimde kamer in beeld. Hier en daar slingeren nog wat kledingstukken en papieren rond. Op een lage salontafel in het midden van de kamer ziet Luc een keyboard liggen. ‘De bewoner zal dus wel muzikaal zijn.’ Even later verschijnen ook twee gitaren in de hoek van de kamer en een microfoon op het bureau. ‘Ja ik weet het zeker, deze guy is een
zieke muzikant’, concludeert Luc lachend. Direct fantaseert hij verrassend specifiek over de muzieksmaak van de persoon achter de camera. ‘Ik denk dat hij new soul en rock luistert, zoals The War on Drugs, Tame Impala, Red Hot Chili Peppers en misschien The Kooks. Hij lijkt me wel een ‘szigettypetje’’, redeneert hij. Als Luc de bovenste plank van een hoge kast te zien krijgt, komt hij tot een nieuw inzicht: ‘Ik denk dat hij aan wielrennen doet, omdat de hele groep op deze foto van die broekjes draagt.’ Even fronst Luc. ‘Ik zie alleen geen fietsen.’ Dan ziet hij een fietswiel in de hoek van de kamer liggen en meerdere fietspetjes hangen. ‘Ha! Zie je wel’, brengt hij vrolijk uit. De rondleiding eindigt met een vlugge blik uit het raam. ‘Deze jongen woont in ieder geval op een zolder, misschien ergens in Dukenburg’, gokt Luc. Op basis van wat hij zojuist allemaal heeft gezien, probeert hij een inschatting te maken van de bewoner: ‘Hij sport, is bezig met muziek en studeert denk ik ook. Het lijkt allemaal wel steady te gaan in zijn leven. Mijn algemene indruk van hem is dat hij een chille gast is.’
Mathijs op vitueel bezoek bij Luc
‘Een trampoline, interessant’, zegt Mathijs vrolijk terwijl hij via een matige Skypeverbinding door Lucs gangpad naar binnen wordt geleid. De goed verlichte slaapkamer van de student is niet al te groot, maar wel praktisch ingericht waardoor het Mathijs toch ruim lijkt. ‘Ik weet niet of hij het speciaal hiervoor heeft opgeruimd, maar de kamer ziet eruit alsof er iemand woont die zijn leven wel op orde heeft’, constateert Mathijs positief verrast. Bij binnenkomst ziet hij een vintage spinapparaat en een blauwe fitnessbal. ‘Kijk! Er hangt een schrijfbord met kilometers, lichaamsvetpercentage en gewicht erop aangegeven’, brengt Mathijs duidelijk onder de indruk uit. Aan de zijkant van een grote opbergkast die in beeld verschijnt, hangt een wandtapijtje met daarop een spreuk van de Dalai Lama. In de kast staat

een verzameling inspirerende boektitels. Mathijs houdt geïnteresseerd zijn hoofd schuin om het leesvoer van de student beter te kunnen bekijken: Hoe Google werkt, Ukelele spelen en de bijbel. ‘Oké, hij maakt dus muziek en lijkt in ieder geval spiritueel aangelegd.’ Vervolgens draait de camera naar het bed van de bewoner. Hierboven hangt een poster met daarop verschillende plantensoorten. ‘Aha, hij heeft ook al een kamerplant op de kast en ik dacht een cactus te zien op het bureau. Ik denk dat hij Biologie studeert. Misschien dat hij daardoor ook meer bezig is met fitness.’ Het boek Calculus 1 dat op het bureau ligt, versterkt dit vermoeden. Een goed geordend kledingrek en een wastafel die bomvol staat met badkamerproducten zeggen volgens Mathijs ook iets over de persoon. ‘Als ik zijn spulletjes zo zie, denk ik dat hij wel op zijn uiterlijk is gesteld. Het is vast een verzorgd type.’ Als klap op de vuurpijl worden een oosterse lamp en roze lichtsnoer die aan het plafond hangen getoond. Na de vrij lange lichtshow concludeert Mathijs lachend: ‘Hij weet wel hoe je een sfeertje creëert. Een gezellige kamer dus waarschijnlijk ook een gezellig persoon.’
VRAGENUURTJE
Tijd voor de confrontatie: hadden de studenten het bij het juiste eind of sloegen ze de plank compleet mis?






‘Hallo!’ In grove pixels verschijnt het gezicht van Luc (22, tweedejaars Informatica) op het beeldscherm. Mathijs (19, eerstejaars Politicologie) steekt opgewekt zijn hand op. De twee hebben geen moeite om het gesprek op gang te laten komen en vragen elkaar vol enthousiasme het hemd van het lijf. Beide studenten slagen er niet in te raden wat de ander studeert. Luc noemt dat Mathijs vast in het Spinozagebouw studeert, waarop Mathijs begripvol reageert: ‘Ik studeer Politicologie. Ik vind kunst en cultuur wel heel interessant, dus ik snap waar je gedachte vandaan komt.’ Mathijs blijkt alleen de hint van het calculusboek te hebben opgevangen, maar niet correct. ‘Ik studeer Informatica’, onthult Luc. Als het gesprek vordert, blijkt dat de twee veel gedeelde interesses hebben, te beginnen met sport. ‘Je bent veel bezig met je gezondheid, dacht ik aan je schema te zien’, vertelt Mathijs. Luc neemt vervolgens uitgebreid zijn sportschema van de afgelopen weken door terwijl Mathijs aandachtig luistert. Geen detail blijft hem bespaard, maar dat lijkt Mathijs niet erg te vinden. Als Luc hem naar ‘de broekjes’ vraagt, vertelt Mathijs lachend dat hij inderdaad graag wielrent. Na het uitwisselen van de sportactiviteiten beginnen de studenten een uitvoerig gesprek over muziek. Bescheiden vertelt Mathijs dat hij al sinds groep 4 gitaar speelt, maar nog steeds niet erg goed is. ‘Om muziek goed tot uiting te brengen, moet het instrument ook eigenlijk een verlengde van je lichaam worden’, reageert Luc vol herkenning. ‘Dat merk ik ook als ik ga zingen en teksten schrijf. Ik ben voor het opnemen nu een microfoon-setupje bij elkaar aan het sparen.’ Mathijs vertelt dat hij al een microfoonset heeft: ‘Af en toe schrijf ik ook teksten met vrienden die ik met ze rap, dus wat betreft muziekinteresse komen we overeen.’ De gedeelde liefde voor Mac Miller en Tom Misch brengt hen nog dichter bij elkaar, waardoor er een heuse bromance lijkt te ontkiemen. Het gesprek gaat nog even door tot ze uiteindelijk beiden beamen dat ze veel van elkaar te weten zijn gekomen. Mathijs doet Luc tot slot nog een aanbod: ‘Als je een keer een microfoon wilt lenen, kom je maar langs!’ANS