3 minute read

Wilde staking in haven van

Antwerpen deed vakbonden hun werking aanpassen

50 jaar geleden legden zo’n tweeduizend havenarbeiders in Antwerpen twee maanden lang het werk neer. Nog altijd de langste staking in de geschiedenis van de Antwerpse haven. De stakers bleven na afloop met lege handen achter, maar hun actie zou wel de werking van de vakbonden beïnvloeden.

Advertisement

De staking die in 1973 de Antwerpse haven gedurende acht weken deels lamlegde, begon op 6 april in… Gent. “Onder de Gentse havenarbeiders heerste er ongenoegen over de loon- en arbeidsvoorwaarden die een jaar eerder in een nieuwe cao werden vastgelegd en een aantal extreemlinkse bewegingen, zoals Alle Macht Aan De Arbeiders (AMADA) en de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL), die in die periode aan hun opmars bezig waren, is daar meteen opgesprongen”, verklaart Raf Wouters, toen aan de slag bij de Christelijke Centrale van Vervoerarbeiders (CCV) – die later met de Diamantbewerkers en nog later met de Christelijke Vakbond van Communicatiemiddelen en Cultuur

(CVCC) zou fuseren tot ACV-Transcom. “AMADA en de RAL hadden enkele jaren eerder ook al de mijnwerkers in Limburg opgehitst.”

Dat de staking in Gent uitbrak en pas enkele dagen later navolging kreeg in Antwerpen, noemt Frans Jacobs, een andere oudgediende van de CCV, geen toeval. “De Gentse havenarbeiders stonden bekend als iets fanatieker, met een kleine, maar heel actiegerichte kern, die meer openstond voor politieke invloeden. Die invloeden en het feit dat er zich verschillende bestuursleden van de socialistische BTB onder de stakers bevonden, hebben mee bepaald dat de staking op 9 april uitbreidde naar de haven van Antwerpen.”

Ratten

Sommige bronnen spreken over een staking die de hele Antwerpse haven lamlegde, maar de realiteit was dat zo’n tachtig procent van de in totaal 12.000 havenarbeiders in Antwerpen aan de slag bleef.

“Er stonden ook niet echt piketten”, herinnert Raf Wouters zich.

“De stakers kwamen meestal samen aan het kot om vandaar al protesterend langs de vakbondsgebouwen te trekken.”

De stakers keerden zich tegen de vakbonden, omdat die de actie niet erkenden. “De vakbonden hadden amper een jaar eerder hun handtekening onder die nieuwe cao geplaatst en wilden daar niet op terugkomen. Op meer dan de belofte om bij de volgende cao-onderhandelingen een aantal zaken in te brengen, hoefden de havenarbeiders niet te rekenen.”

Dat de overgrote meerderheid van de havenarbeiders niet aan de staking deelnam, bleef niet zonder gevolgen. “In de ogen van de stakers waren hun werkwillige collega’s ‘ratten’. Een aantal stakers ging op begraafplaatsen in het Waasland schedels opgraven om die bij werkwilligen thuis door hun slaapkamerraam te gooien.”

Rijkswacht

Zonder vakbondssteun kregen de protestacties niet alleen het etiket ‘wilde staking’ opgekleefd, maar konden de stakers ook niet terugvallen op stakersvergoedingen. Op een bepaald moment begon je de miserie te zien in gezinnen met veel kinderen en mengden de echtgenotes van de stakers zich in het conflict. Ze trokken de straat op om stakersgeld en de steun van de vakbonden te eisen. “Je zag ook de nervositeit toenemen bij de toenmalige Rijkswacht”, weet Raf Wouters.

“Die mannen zaten al te lang binnen. In de binnenstad kwam het tot hevige confrontaties tussen de stakers en de Rijkswacht.” Meteen het begin van het einde.

Op 4 juni 1973 was de staking effectief voorbij. “Zonder concrete toezeggingen”, merkt Raf Wouters op. “Maar bij het ingaan van de eerstvolgende cao in 1975 kregen de dokwerkers wel een serieuze opslag”, weet Frans Jacobs nog. “Zo’n honderd frank per shift, herinner ik mij.”

De havenstaking van 1973 werd dan wel niet door de vakbonden erkend, ze zou hun werking grondig veranderen. “Die staking deed hen inzien dat het niet langer kon om cao’s af te sluiten zonder daarover eerst een referendum te organiseren. Er werden bestuursraden opgericht en de havenarbeiders werden veel meer bij de besluitvorming betrokken”, aldus Raf Wouters. //

Tientallen werknemers van de Poolse transportfirma’s Lukmaz, Agmaz en Imperia – die allen dezelfde eigenaar hebbenlegden midden maart het werk neer omdat ze al weken of zelfs maanden op hun loon wachtten. Opgeteld ging het om zo’n 300.000 euro aan achterstallige salarisbetalingen. En daarnaast waren de betrokken chauffeurs ook al langer ontevreden over hun werkomstandigheden.

De overwegend uit Georgië en Oezbekistan afkomstige chauffeurs richtten een stakerspost in op de parkeerplaats langs de A5-autosnelweg in het Duitse Gräfenhausen. Hun werkgever zocht eerst nog de confrontatie op door begin april een knokploeg ter plaatse te sturen om zijn voertuigen te recupereren – een plan dat door de politie werd verhinderd. Maar toen de stakers ook na vijf weken actievoeren en nadat een aantal onder hen intussen hun achterstallig loon had gekregen nog altijd geen aanstalten maakten om de parkeerplaats in Gräfenhausen te ontruimen, stemde de eigenaar van het Poolse transportconsortium ermee in om alle nog achterstallige lonen meteen te betalen en zijn aanklachten tegen de stakers in te trekken. De chauffeurs verbonden zich er op hun beurt toe om twaalf uur nadat het loon dat ze nog tegoed hadden op hun rekening was beland de sleutels van alle voertuigen aan de eigenaar te overhandigen.

De staking in Gräfenhausen heeft volgens algemeen secretaris Livia Spera van de European Transport Workers’ Federatie (ETF) “het welig tierende systeem van onderaannemers, illegale praktijken en schendingen van fundamentele mensen- en arbeidsrechten in de Europese wegtransportsector blootgelegd – met nietEU-chauffeurs als grootste slachtoffers”. Het is nu aan de Europese instellingen en lidstaten “om onmiddellijk maatregelen en acties te lanceren die alle chauffeurs een fatsoenlijk loon en een betere bescherming garanderen”.

Heb jij een geliefkoosd gerecht waarvan je het recept met de Tika-lezers wil delen?

Stuur een mailtje naar tika-nl@acv-csc.be en misschien verschijnt jouw suggestie in het volgende nummer.

This article is from: