SP 1990 19(3)

Page 16

ALGEMEEN Na de inzinking van 1988 gaf 1989 een opleving te zien, zowel op het gebied van veiligheid als van aantal sprongen als van aantal leerlingen. Grosso modo ligt de stijging in de orde van grootte van 30%. Enerzijds veroorzaakt door een seizoen met prachtig springweer. Anderzijds werkte het eind 1988 gehouden Veiligheidskongres in alle geledingen door met een versterkt bewustzijn voor het terugdringen van de risiko's in onze sport. De nieuwe inzichten inzake het onderkennen van en omgaan met stress werden voor het eerst behandeld tijdens

handeld, die bij Nederlandse clubs in het laatste half jaar hebben plaatsgevonden. UITKOMSTEN SPRINGTECHNISCHE ENQUETE Sprongen (zie tabel 1). GEREGISTREERDE BLESSURES Inleiding Vanaf 1 januari 1989 verloopt de blessureregistratie volgens de procedure die tijdens het Veiligheidskongres 1988 werd geĂŻntroduceerd. Deze procedure houdt in: blessures worden gemeld op het nieuwe standaard blessure-

tabel 1: aantal sprongen totaal

Club

1988

1989

2.033 2.041 3.289 3.687 15.528 493

104 % 53 r 58 % 37 z -16 z 102 z

2.398 4.343 120 2.785

4.146 3.124 5.184 5.057 13.001 997 1. 637 3.669 5.247 1.194 3.145

PCT PCMZ

15.995 1. 944

22.366 2.358

40 21

z

totaal

54.656

71.125

30

z

pcr PCHi PH PCF NPCT TU-7 CPV ENPC FD PCH NNPC

-

stijging

00

z

53 % 21 % 895 % 13 r

z

op ondermeer het verloop van de genezing, werkhervatting en het kontinueren van de sport. Zoals uit het onderstaande verslag zal blijken, was de blessure-frekwentie in 1989 percentueel beduidend hoger dan voorheen (ten opzichte van 1981-1985,1987 en 1988 resp. 29%, 24% en 16% hoger). Er zijn geen redenen om aan te nemen dat in 1989 sportparachutisten vaker geblesseerd raakten dan in voorgaande jaren. Door aanpassingen in de opleidingen is eerder het tegendeel te verwachten. We menen dan ook te mogen stellen dat het grotere aantal geregistreerde blessures het gevolg is van de grotere betrouwbaarheid van de huidige registratieprocedure ten opzichte van die, die voorheen werd gehanteerd. De konsekwenties van de bevindingen zullen in de paragraaf 'Beschouwingen' worden besproken.

In de Sportparachutist keerde de rubriek met de inmiddels volledig verouderde naam van Co ne Loek geheel vernieuwd terug (wie weet een betere? red.). In deze rubriek wordt een keuze gemaakt uit meldingen van blessures en voorvallen, waarbij de leerzaamheid geheel op de voorgrond staat. Ter vergroting van de affiniteit worden alleen gevallen beSP18

formulier dat door de afdeling Para wordt verstrekt. Dit formulier wordt ingevuld door de dienstdoende instrukteur en opgestuurd naar de afdeling Para. Na ontvangst aldaar worden een kopie van het ingevulde formulier, een vragenlijst en een gefrankeerde en geadresseerde retourenvelop aan de geblesseerde para gezonden. Deze wordt verzocht op de kopie van het meldingsformulier, waar van toepassing, aanvullingen en verbeteringen aan te brengen en de ingevulde vragenlijst en de kopie te retourneren. Een half jaar na de blessure wordt aan de betrokkene een vragenlijst gezonden, die betrekking heeft

(Zie de tabellen 2, 3, 4, 5 en 6.) Beschouwingen De vergelijkingen die hieronder worden gemaakt met 'gewone' sporten zijn mede gebaseerd op cijfers die werden gepubliceerd door de Stichting Consument en Veiligheid (uit: Sports Injuries Prevention by Information and Education, 1988). Blessure-frekwentie In 1989 lijkt de blessure-frekwentie voor alle sprongsoorten (behalve AFF) te zijn toegenomen. Er zijn geen redenen bekend, waarom sportparachutisten in 1989 relatief vaker geblesseerd zouden zijn geraakt dan in de twee jaren daarvoor. De mate waarin de gevonden waarden zijn toe te schrijven aan de nieuwe registratieprocedure kan niet nauwkeurig worden beoordeeld. Dat door de nieuwe procedure het aantal meldingen het werkelijke aantal opgelopen blessures bij de betreffende verenigingen/centra dichter benadert dan dat met vroegere procedures het geval was, is zeer waarschijnlijk (zie ook de 'Inleiding'). Hierover kan pas enkele jaren na invoering uit-

Natuurlijk zou de blessure registratie nooit kunnen plaatsvinden zonder de inzet van de betrokkenen en van het kader en de individuele leden van de betreffende verenigingen/centra: hartelijk dank voor uw inspanningen, ga alsjeblieft zo door! Er werden (de NPCT, PV KCT en PCT buiten beschouwing gelaten) 65 initiĂŤle blessuremeldingen gedaan. tabel 2: enkelvoudige

de in november wederom gestartte instrukteurskursus. Dit als voorbereiding voor een geheel nieuwe opzet van deze kursus, die plaats vindt in nauwe samenwerking met Cees Dufais van de Nederlandse Sport Federatie.

Van de 65 betrokkenen beantwoordden 56 (86%) de eerste vragenlijst en 50 (77%) de vragenlijst die een half jaar na de blessure werd toegezonden.

Blessure: (#=breuk) Hersenschudding Verrekte b.arm Pols# Scheurwond kin Gekneusde stuit Enkel# Handt Kuitbeenl Enkelbandscheur Spierscheur dij Kneuzing nek en schouder Lendewervel# WerveH Stuitbeen' Bovenbeen# Bekkenl

blessures bij AO-sprongen

Aantal sprongen: 4-8 >=9 1-3 1

1 1

Parachute: rond square 2 1 1

1 1 1 7

5

3 1

1 1

1 1

2

1

1

1

1 1 1

1 2

1 1

1

1 1 17

1 1 5 1 1 3 1

1

9

4

12

18


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.