2 DE BOUWSTENEN VAN EEN PRESENTATIE

Er bestaan meerdere programma’s waarmee je presentaties kunt maken. In deze module wordt Microsoft PowerPoint gebruikt. In elk presentatieprogramma vind je vaste onderdelen terug.

Een presentatieprogramma bevat vaak al een aantal ingebouwde sjablonen en thema’s. Elk sjabloon is een verzameling van kleuren, lettertypes ... die al op voorhand zijn vastgelegd. Wanneer je een sjabloon gebruikt, is het niet de bedoeling dat je zelf nog veel verandert aan het ontwerp van het sjabloon. Bij de start van een nieuwe presentatie kies je voor een lege presentatie of sjabloon. Later kun je dat nog aanpassen.

Zodra je presentatie is gestart, kies je voor elke dia de juiste dia-indeling:

Elke dia heeft een dia-indeling. Denk eerst na over welke info je wilt plaatsen op een dia en hoe je die wilt schikken. Kies dan de gepaste dia-indeling. Vervolgens plaats je de tekst, afbeeldingen, video’s, tabellen … op de dia.

Bekijk de dia’s en verbind ze met de meest passende dia-indeling.

Een presentatieprogramma heeft een bepaalde opbouw of indeling.

Hiermee ga je naar de backstage. Je kunt je presentatie opslaan, afdrukken ...

Dit bevat verschillende tabbladen met de gereedschappen voor het maken van een presentatie.

Hier zie je een overzicht van de dia’s in je presentatie.

Hier kun je de weergave van je presentatie instellen en een diavoorstelling starten.

Ook in de onlineversie van PowerPoint vind je deze onderdelen terug. Duid ze aan op de onderstaande afbeelding en noteer er het juiste nummer bij.

1 Lint

2 Dia-miniaturen

3 Tijdelijke aanduidingen

4 Sjablonen

5 Veelgebruikte weergaven