Max-Nederlands - Module 1 Interessante identiteiten - Proefexemplaar - inkijk methode

Page 1

Interessante identiteiten
MODULE 1 B-stroom 1B

Ontdek

Wie ben ik?

1 Bekijk de video en beantwoord de vragen.

a Wat vond je van de video? Kruis aan.

leuk grappig saai

b Ken je de personen in de video?

c Andy Peelman is een bekende Vlaming. Als jij meer wil weten over Andy Peelman, hoe ga je dan aan de slag? Kruis aan.

Ik vraag het aan

Ik zoek het op.

d Stel je voor dat jij een bekend persoon bent. Waarom ben je dan bekend? Vertel.

2 MODULE 1 Interessante identiteiten

e Als jij bekend bent, dan bestaat er van jou ook een kaartje voor het spel ‘Wie ben ik?’ Dan moet de juiste informatie op dat kaartje staan. Vul in.

ALS IK MOET KIEZEN: pizza frietjes chips snoep tekenen schilderen YouTube Netflix hond kat ijs taart sporten gamen

2 Speel het spel ‘Wie ben ik?’
3 MODULE 1 Interessante identiteiten

iemand die als beroep grappig doet

Routeplanner

Ken jezelf en leer de anderen kennen

1 Heel wat nieuwe gezichten… We gaan speeddaten!

2 Bekijk het communicatiemodel.

Het communicatiemodel

ZENDER

spreker schrijver tekenaar fotograaf

BEDOELING

Ik kies een tekst om te ontspannen, om nieuws te brengen,om iets uit te leggen …

BOODSCHAP

tekst (verhaal, vraag, artikel, instructie …)

MANIER

gesproken / geschreven beelden / gebaren

SITUATIE

waar, wanneer, omstandigheden

opdracht

ONTVANGER

luisteraar lezer

BEDOELING

Ik denk na welke boodschap de zender wil geven: ontspannen, nieuws brengen, iets uitleggen …

3 Lees de zinnen. Noteer ‘O’ als het over de ontvanger gaat en ‘Z’ als het over de zender gaat.

a De leerlingen bekijken het filmpje op YouTube.

b De komiek vertelt een grap op televisie.

c Het publiek lacht om de grap.

d De leerkracht leest de formulieren van de leerlingen.

e De leerling knipoogt stiekem naar zijn buurmeisje.

4 MODULE 1 Interessante identiteiten

4 Lees de situaties en vul aan. Bekijk eerst het voorbeeld.

a Eva vraagt aan haar broer of hij alle koekjes zal opeten.

Zender: Eva

Ontvanger: haar broer

Manier: gesproken

Boodschap: vraag

Bedoeling: Eva wil weten of ze ook een koekje mag nemen.

b De zanger vraagt aan zijn manager: “Komen er veel mensen naar het optreden vanavond?”

baas

Zender: de zanger de manager

Ontvanger: de zanger de manager

Manier: gesproken geschreven

Boodschap: instructie vraag

Bedoeling:

c Mien en Rosie zitten op de speelplaats op een bankje. Mien ziet de leerkracht struikelen, alle boeken vliegen in het rond. Ze glimlacht en geeft Rosie een stomp en wijst naar de leerkracht.

Zender:

Ontvanger:

Manier:

Boodschap: instructie: Kijk daar!

Bedoeling:

5 Bekijk de identiteitskaart. Welke informatie vind je? Vertel.

© FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
wat er gebeurt land waar je vandaan komt 5 MODULE 1 Interessante identiteiten

6 Vertel wat op jouw identiteitskaart staat. Zeg het in zinnen.

a Naam en voornaam

b Geboorteplaats

c Nationaliteit

d Geslacht

Soorten zinnen

Er zijn verschillende soorten zinnen.

Mededelende zinnen: je wil iets meedelen of vertellen. Deze eindigen met een punt

Thomas wil ook een koekje.

Vragende zinnen: je wil iets vragen. Deze eindigen met een vraagteken.

Simon, wil jij ook een koekje? Welk koekje wil Louise?

7 Lees de zinnen. Noteer ‘M’ als de zin mededelend is en ‘V’ als de zin vragend is.

a Ik droom over de vakantie.

b Hanne danst in de regen.

c Wat eet jij graag?

d De trainer vraagt of de keeper pijn heeft.

e Weet jij waar Texas ligt?

8 Je krijgt een kaartje met een woord. Maak eerst een mededelende zin met het woord en daarna een vragende zin. Zeg je zinnen luidop.

6 MODULE 1 Interessante identiteiten

9 Mensen denken vaak dat ze alles weten over bekende personen. Maar is dat wel zo? Wat weet jij over …? Bekijk de foto’s en vertel.

Moeilijk? Beschrijf eerst het uiterlijk, wat je ziet op de foto. Weet je nog iets over deze personen dat je niet ziet op de foto?

10 Keer jezelf binnenstebuiten! Voer de opdrachten uit.

a Omschrijf jezelf a.d.h.v. enkel uiterlijke kenmerken.

b Omschrijf jezelf a.d.h.v. alles wat je niet ziet: karaktereigenschappen, interesses …

Ongewoon

11 Vind jij het juiste woord in dit hoofdstuk? Noteer.

a Mijn oom is … van een groot bedrijf.

b Onze buurvrouw heeft de Chinese …

c Ik hou ervan om mensen aan het lachen te maken, … zou een goed beroep zijn voor mij.

0 1B 7 MODULE 1 Interessante identiteiten

ВЕНЕДИКТОВ / WIKIMEDIA COMMONS / CC BY-SA 3.0
© TIM FREH / WIKIMEDIA COMMONS / CC BY-SA 3.0 © КИРИЛЛ
© BELGA NEWS AGENCY / ALAMY STOCK PHOTO © BELGA NEWS AGENCY / ALAMY STOCK PHOTO © DPA PICTURE ALLIANCE / ALAMY STOCK PHOTO
© BELGA NEWS AGENCY / ALAMY STOCK PHOTO 4.0
© MUSHLACK / WIKIMEDIA COMMONS / CC BY-SA
© NLSMLCKNBCK / WIKIMEDIA COMMONS / CC BY-SA 4.0
4 5 6 9 8 7 1 2 3
© MIEL PIETERS / WIKIMEDIA COMMONS / CC BY-SA 2.0
aan de hand van
In de module Ongewoon (Max-mavo 1B) leer je ook heel wat over identiteit.

Niet zomaar een naam…

1 Lees de tekst en beantwoord de vragen.

Als het kind maar een naam heeft

bijzondere

grappig gemeenste

Nog voor een baby geboren wordt, proberen papa en mama er een passende naam voor te bedenken. Je moet dan als ouder op zoek naar een mooie en tegelijk liefst originele naam, die als het kan ook nog past bij het karakter van het kleine wezentje. Niet gemakkelijk!

de kleine baby

Sommige mensen gaan wel erg ver. Zo vond een Nieuw-Zeelands koppel er niets beters op dan hun dochtertje Talula does the Hula from Hawaii te noemen. Als je weet dat de Hula een dans is uit Hawaii, weet je dus meteen dat het arme kind eigenlijk Talula doet de Hula van Hawaii heet. Pa en ma mochten dat dan wel bijzonder geestig vinden, rechter Rob Murfitt kon er minder om lachen. Toen de ouders van het meisje gingen scheiden en beiden voor het kind wilden zorgen, besliste de rechter dat geen van de ouders voor haar zou mogen zorgen tot ze haar een nieuwe naam hadden gegeven.

De rechter had al heel wat gekke namen gehoord tijdens zijn loopbaan. Wat dacht je bijvoorbeeld van een tweeling waarvan de ene Fish en de andere Chips heette? Of die andere tweeling die met de naam van een sigarettenmerk door het leven moest: Benson en Hedges. De grofste naam was volgens de rechter echter Number 16 Bus Shelter (bushokje nr. 16). We willen niet weten wat er in dat bushokje negen maanden voor de bevalling gebeurd is…

carrière

a Wat voor namen had rechter Rob Murfitt al gehoord tijdens zijn loopbaan? Kruis alle juiste antwoorden aan.

de naam van een gerecht de naam van een videospel de naam van een bushokje de naam van een sigarettenmerk

Maar niet alleen in Nieuw-Zeeland geven mensen hun kinderen gekke namen. Zo noemde een man in Saoedi-Arabië in 2008 zijn dochtertje Ghalaa. Klinkt niet onaardig denk je misschien, maar het wordt minder leuk als je weet dat Ghalaa niet meer of minder dan ‘prijsstijging’ betekent. Leuk hoor, als je pa je daarmee gaat vergelijken…

niet slecht

strijd over wetten en regels

En dan is er nog het koppel uit Zweden dat hun zoontje Lego wilde noemen en na een lange juridische strijd nog gelijk kreeg ook. De ouders van Veranda en Ikea, twee meisjesnamen die eerder wel door de Zweedse rechtbank geweigerd werden keken er verbaasd van op.

b In welk land wilde een koppel hun zoontje Lego noemen? Markeer het land in de tekst.

In China kregen in 2001 plots 553 baby’s de naam Aoyun. Dat jaar werd bekend dat de Olympische Zomerspelen 2008 in Peking zouden plaatsvinden en Aoyun betekent… juist, je raadt het al… Olympische Spelen. Momenteel zijn er trouwens al meer dan 4000 Chinese kinderen met die naam.

8 MODULE 1 Interessante identiteiten

c Waarom kregen in 2001 in China 553 baby’s de naam Aoyun? Kruis aan.

Aoyun betekent ‘Olympische Spelen’. In 2001 werd bekendgemaakt dat de Olympische Spelen in 2008 in Peking in China zouden plaatsvinden.

Aoyon was de hoofdrolspeler in een bekende Chinese film. Aoyon was de naam van de nieuwe Chinese keizer.

samen met

Dichterbij, in België en Nederland heb je dan weer veel voornamen die een aparte betekenis krijgen in combinatie met de familienaam. Zo is Annelies Tock de naam van een bekende kinderboekenschrijfster. Niets mis met die naam natuurlijk, maar het wordt wel anders als iemand met die familienaam haar zoontje Lex zou noemen. Lex Tock… Een naam om van te snoepen!

d Vind jij in de tekst een naam om van te snoepen? Markeer die naam in de tekst.

woorden die samen grappig klinken

In 2007 ging men in een radioprogramma op de Nederlandse zender 3FM voor het eerst op zoek naar wat de ‘schaamnaam van het jaar’ genoemd werd. Iedereen mocht namen insturen op voorwaarde dat ze ook echt bestonden. En ja hoor… In de loop van de jaren doken er heel wat grappige inzendingen op. Soms is het even zoeken naar de woordspeling, maar het lukt je vast wel die te vinden.

Wat dacht je bijvoorbeeld van: Dick Wijfje, Henny-Spekken-Bonen, Mw Verdwaald-Onderwater en Yvette Kip? De wedstrijd werd dat jaar gewonnen door Wil Mostert en Jannie Uit de fles. Als je hun namen in de juiste volgorde zet, krijg je zowaar een hele zin te lezen ‘Wil – Jannie Mostert – Uit de fles?’

e Wat wordt er in de tekst bedoeld met een ‘schaamnaam’? Kruis aan.

een naam die je gebruikt om iemand uit te schelden

een naam die ervoor zorgt dat personen omwille van die naam uitgelachen worden een artiestennaam die je gebruikt i.p.v. een echte naam

in plaats van

Leuk is ook dat de ‘schaamnamen’ gecontroleerd werden op hun echtheid. De twee dj’s die verantwoordelijk zijn voor het programma, bellen zelf alle deelnemers op om te controleren of de namen niet verzonnen werden.

Ook in het Verenigd Koninkrijk, waar men een soortgelijke zoektocht ondernam, kwam men echte pareltjes op het spoor. Als je ook maar een klein beetje Engels kent, lach je je toch een deuk bij het horen van namen als Mary Christmas en Hazel Nutt.

NAAR: GUY

DIDELEZ EN FRANK POLLET, MET ILLUSTRATIES VAN CARRÉ CARTOONS, KEIGRAPPIG & WAARGEBEURD PELCKMANS UITGEVERS NV, 2018, 53-59.

f Bekijk de cartoon. Leg uit waarom dit grappig is.

9 MODULE 1 Interessante identiteiten

2 Welke woorden vind je nu nog moeilijk? Kies er twee uit. Ga op zoek naar hun betekenis.

Hoe kan je de betekenis van een woord achterhalen?

1 Kijk naar de hele zin. Begrijp je het woord dan?

2 Zit er een woord dat je wel begrijpt verstopt in jouw woord?

3 Gebruik een woordenboek.

4 Vraag aan iemand anders wat het betekent.

3 Ben jij tevreden met jouw naam? Vertel.

4 In de tekst in oefening 1 staan heel wat woorden in het meervoud. Zoek meervouden in de tekst en noteer ze in de juiste kolom. Zorg dat er in elke kolom twee woorden staan.

+ S + EN + ‘S + EREN

Vind je geen twee woorden voor elke kolom? Bedenk dan zelf een woord en noteer het erbij.

Het meervoud

Als je meer dan één van iets hebt, dan moet je woord in het meervoud staan.

Bij de meeste woorden voeg je en of s toe. boek – boeken, jongen – jongens

Let op! Bij woorden met een korte klinker moet je de medeklinker verdubbelen. vlag – vlaggen

Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met ‘s. auto – auto’s, baby – baby’s

Sommige meervouden eindigen op eren kind – kinderen

Let op! Soms veranderen er letters als je het meervoud vormt. roos – rozen, druif – druiven

een ander woord met dezelfde betekenis

5 Verbind de woorden met de juiste uitleg of een synoniem.

origineel grappig Fish en Chips strijd over wetten en regels niet onaardig carrière het kleine wezentje samen met geestig bijzonder juridische strijd gerecht met frietjes en vis

loopbaan gemeen in combinatie met de kleine baby

grof niet slecht woordspeling woorden die samen grappig klinken

10 MODULE 1 Interessante identiteiten

Publieke helden

1 Bekijk de boekcover en lees de achterflap. Vul de informatie over deze persoon aan. Beantwoord de vragen.

kwajongensstreken

gebaseerd

Astrid Lindgren

(Vimmerby, 14 november 1907Stockholm, 28 januari 2002)

Astrid Lindgren hield als kind al van boeken en verhalen. Ze groeide op op een boerderij in de natuur, waar ze speelde met haar broer en zusjes. Ze ging op ontdekkingstocht in het bos en haalde kattenkwaad uit. Het personage Pippi Langkous is geïnspireerd op haar eigen kindertijd. Astrids verhalen worden over heel de wereld gelezen, ook vandaag nog.

a

b Het gaat over een man – een vrouw.

c Deze persoon leeft nog – is overleden

d Deze persoon hield als kind erg veel van boeken en verhalen tennis spelen in het bos

e Deze persoon werd bekend omdat

f Zou jij zoals Astrid willen zijn? Waarom wel/niet?

Het lidwoord

De, het en een zijn lidwoorden. de jongen, het verhaal, een kat

2 Markeer de lidwoorden op de achterflap in oefening 1. Hoeveel heb je er gevonden van elke soort? Vul in.

de: het: een:

11 MODULE 1 Interessante identiteiten

3 Bekijk de boekcover en lees de achterflap. Vul de informatie over deze persoon aan. Beantwoord de vragen.

King Charles

(Londen, 14 november 1948)

wordt de volgende koning

Kleine Charles werd troonopvolger toen hij nog maar drie jaar oud was. Als kind hield hij al erg van de natuur. Ook nu wil hij zich inzetten voor een betere wereld. Toen hij koning werd, beloofde hij een goeie koning te zijn met respect voor het volk.

eerbied

a

b Het gaat over een man – een vrouw

c Deze persoon leeft nog – is overleden.

d Deze persoon hield als kind erg veel van voetballen de natuur zandkastelen bouwen

e Deze persoon werd bekend omdat

f Zou jij zoals Charles willen zijn? Waarom wel/niet?

Het zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord geeft een naam aan iets of iemand: planten, dieren, voorwerpen, personen …

boom, kameel, zus, matroos, Anne, rots

4 Markeer de zelfstandige naamwoorden in deze zin

Toen hij koning werd, beloofde hij een goeie koning te zijn met respect voor het volk.

Hoeveel verschillende zelfstandige naamwoorden heb je gevonden?

12 MODULE 1 Interessante identiteiten

5 Bekijk de boekcover en lees de achterflap. Vul de informatie over deze persoon aan. Beantwoord de vragen.

Coco Chanel

(Saumur, 19 augustus 1883Parijs, 10 januari 1971)

Coco Chanel was dé vrouw van de Franse mode. Als naaister gaf ze heel wat kleren een mannelijk accent. Ze zorgde ervoor dat moderne vrouwen niet meer enkel strakke korsetten en lange rokken moesten dragen. Op die manier zorgde ze ervoor dat vrouwen écht konden dragen wat ze wilden.

a

b Het gaat over een man – een vrouw

c Deze persoon leeft nog – is overleden.

d Deze persoon hield erg veel van boeken lezen naaien mode

e Deze persoon werd bekend omdat

f Zou jij zoals Coco willen zijn? Waarom wel/niet?

Het bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord geeft meer uitleg over een zelfstandig naamwoord. Het vertelt hoe het is.

mooi, groot, mannelijk, papieren

6 Markeer de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin.

Ze zorgde ervoor dat moderne vrouwen niet meer enkel strakke korsetten en lange rokken moesten dragen.

Hoeveel heb je er gevonden?

13 MODULE 1 Interessante identiteiten

7 Bekijk de boekcover en lees de achterflap. Vul de informatie over deze persoon aan. Beantwoord de vragen.

wetenschap over de natuur

Albert Einstein

(Ulm, 14 maart 1879Princeton, 18 april 1955)

Albert Einstein was als kind meestal heel stil, maar zijn hoofd zat altijd vol met ideeën. Hij hield niet zo van school, behalve van de vakken wiskunde en natuurkunde, daar was hij gek op. Toen hij nog maar een tiener was, schreef hij al boeken over wetenschap. Vooral tijd en ruimte vond hij heel interessant. Er worden vandaag nog steeds uitvindingen gedaan die gebaseerd zijn op zijn ontdekkingen.

a

b Het gaat over een man – een vrouw

c Deze persoon leeft nog – is overleden.

d Deze persoon hield als kind erg veel van wiskunde tekenen natuurkunde

e Deze persoon werd bekend omdat

f Zou jij zoals Einstein willen zijn? Waarom wel/niet?

8 Noteer twee zelfstandige naamwoorden uit de achterflap in oefening 7.

9 Bekijk de gemarkeerde woorden op de achterflap in oefening 7 en lees ze luidop. Hoor je een korte of een lange klank? Noteer de woorden in de juiste kolom. Bedenk nog een woord met een korte en een lange klank en noteer ze erbij.

IK HOOR EEN KORTE KLANK IK HOOR EEN LANGE KLANK
14 MODULE 1 Interessante identiteiten

Korte en lange klanken

Je kunt klanken kort of lang uitspreken.

a, e, i, o en u zijn korte klanken.

bal, gek, kind, dof, zus

aa, ee, oo, uu, ui, ei, ij, oe, eu, au, ou en ie zijn lange klanken.

gaan, veel, door, muur, huis, meisje, tijd, vroeg, keuze, pauw, hou, niets

Let op! Als je op het einde van een lettergreep aa, ee, oo of uu hoort, dan schrijf je maar één klinker.

staren, delen, boven, buren

10 Kleur de woorden en hun betekenis of synoniem in dezelfde kleur.

eerbied kwajongensstreken respect

gebaseerd kledingstuk voor de taille korset

geïnspireerd wetenschap over de natuur troonopvolger

kattenkwaad wordt de volgende koning natuurkunde

11 Wat is een held of heldin volgens jou? Je mag meerdere zaken aankruisen. Je mag ook zelf iets invullen.

iemand die heel sterk is iemand die heel slim is iemand die anderen helpt iemand die alles durft iemand die tegen het kwade strijdt iemand die het opneemt voor zwakkeren

12 Wie is jouw persoonlijke held of heldin? Waarom? Vertel.

15 MODULE 1 Interessante identiteiten

Ook dieren hebben een identiteit!

Heb jij een huisdier? Misschien heeft jouw huisdier ook wel een bijzondere eigenschap!

1 Lees de teksten en ontdek tien grappige dierenweetjes. Markeer in elke tekst drie belangrijke woorden. Voer de opdrachten uit.

plaats waar je staat

Duiven ‘headbangen’ voor beter zicht

Een duif kan moeilijk diepte inschatten. Dat komt doordat zijn ogen aan de zijkant van zijn kop zitten. Je kunt dit vergelijken met het kijken met één oog. Zie dan maar eens hoe ver iets van je af is. Door snel met zijn kop te schudden, krijgt de duif beelden binnen vanaf meerdere standpunten. Die brengt hij dan samen om diepte te kunnen zien. Ook kan een duif beweging beter zien door het kopschudden. Bij het lopen staan zijn kop en dus ook zijn ogen dan tijdelijk stil. En als je stilstaat zijn bewegingen veel gemakkelijker te zien dan wanneer alles beweegt.

a Dit is een vraag waarop je het antwoord in de tekst vindt.

Waarom schudt een duif met zijn kop?

b Dit is het antwoord in een goede zin.

Een duif schudt met zijn kop om beter diepte en beweging te kunnen zien.

Soorten vraagzinnen

Er bestaan verschillende soorten vraagzinnen.

Ja-neevraag: het antwoord op deze vraag is ‘ja’ of ‘nee’.

Kom je ook naar mijn feestje?

Vraagwoordvraag: deze vraag begint met een vraagwoord. Je vraagt meer informatie.

WIE? Wie gaat er mee?

WAT? Wat zullen we eten?

WELK(E)? Naar welke muziek luister jij?

WAAR? Waar ga jij naar school?

HOE? Hoe oud ben jij?

WANNEER? Wanneer ga je naar de winkel?

WAARMEE? Waarmee poets je je schoenen?

WAAROM? Waarom antwoord je niet?

Let op! Vergeet het vraagteken niet.

1
16 MODULE 1 Interessante identiteiten

normale

Een giraffe kan een tong van een halve meter hebben

De gemiddelde lengte van een volwassen giraffentong is 45 centimeter. Het komt zelfs vaak voor dat de tong langer dan 50 centimeter is! Een giraffe gebruikt zijn tong om bladeren en takjes naar binnen te krijgen. Hoe langer de tong, hoe meer hij in één hap kan eten.

te eten

c Bedenk een goede vraagwoordvraag bij het antwoord hieronder.

d Dit is het antwoord in een goede zin.

Een giraffe gebruikt zijn tong om bladeren en takjes naar binnen te krijgen.

De botten van sommige walvissen werken als klankkast

Uit onderzoek weten we dat de schedel van een baleinwalvis werkt als een klankkast. Omdat de geluiden die walvissen gebruiken van een zeer lage frequentie zijn, hebben ze een grote ontvanger nodig. De schedel van de walvis vangt de trillingen op en werkt samen met het gehoor van de walvis.

hoe vaak iets voorkomt

e Dit is een vraag waarop je het antwoord in de tekst vindt.

Waarom hebben de geluiden van een walvis een grote ontvanger nodig?

f Zoek het antwoord in de tekst en noteer het in een goede zin.

Een dolfijn herkent zichzelf in de spiegel

Dit is best bijzonder. Veel dieren denken dat ze een ander dier in de spiegel zien. We kennen allemaal de filmpjes wel van een kat die een spiegel aait (of de kat in de spiegel aanvalt). Onderzoek met jonge dolfijnen heeft getoond dat dolfijnen écht in de spiegel kijken en zichzelf herkennen.

g Bedenk een vraagwoordvraag waarop je het antwoord vindt in de tekst. Noteer je vraag hier.

h Noteer het antwoord in een goede zin.

2 3 4
kast die geluid sterker maakt zoals bij een gitaar 17 MODULE 1 Interessante identiteiten

De hoorn van een neushoorn is van hetzelfde materiaal als jouw haar De hoorn bestaat namelijk uit keratine. Dat is dezelfde stof die je vindt in onder andere mensenharen, nagels, klauwen en hoorns. Tot voor kort waren er allerlei fabeltjes rondom de hoorn van een neushoorn. Maar wetenschappers hebben ontdekt dat het geen ‘samengeperste haren’ zijn, of iets mythologisch

verzonnen verhaaltjes met dieren in de hoofdrol uit oude verhalen

i Bedenk een vraagwoordvraag waarop je het antwoord vindt in de tekst. Noteer je vraag hier.

j Noteer het antwoord in een goede zin.

Nachtvlinders vliegen naar een lamp omdat ze denken dat het de maan is Nachtvlinders die naar het licht vliegen? Gek, toch? Eigenlijk niet! Nachtvlinders gebruiken de maan om te navigeren in het donker. De laatste jaren zijn er natuurlijk ‘s nachts veel meer lichtjes waarneembaar dan alleen de maan. Nachtvlinders raken erdoor in de war en denken dat een lamp de maan is!

de juiste weg vinden

k Bedenk een vraagwoordvraag waarop je het antwoord vindt in de tekst. Noteer je vraag hier.

l Noteer het antwoord in een goede zin.

Mieren kunnen niet doodvallen

Mieren hebben een bijzonder laag gewicht ten opzichte van hun grootte. Dit zorgt ervoor dat een mier trager valt, aan maximaal vijf kilometer per uur. Ook is het lichaam van een mier ontzettend sterk gebouwd, waardoor hij wel tegen een stootje kan. Al valt een mier uit de hoogste boom van het bos, hij zal niet snel genoeg gaan om dood te vallen.

m Bedenk een vraagwoordvraag waarop je het antwoord vindt in de tekst. Noteer je vraag hier.

n Noteer het antwoord in een goede zin.

5
6 7
18 MODULE 1 Interessante identiteiten

Een slak kan drie jaar slapen zonder te eten

Een slak houdt elk jaar een winterslaap, waarin hij niets eet. De lage temperaturen zorgen ervoor dat de slak bijna niks nodig heeft. De slak ontwaakt weer als het warm genoeg is. Soms is dat pas drie jaar later omdat de zomers koud zijn geweest. Maar dat is geen probleem voor een slak!

o Bedenk een vraagwoordvraag waarop je het antwoord vindt in de tekst. Noteer je vraag hier.

p Noteer het antwoord in een goede zin.

Vlinders proeven met hun pootjes

Een vlinder heeft smaakreceptoren onder zijn pootjes, waarmee hij het oppervlak waar hij op landt direct kan proeven. Proeft hij iets lekkers, dan kan hij zijn lange tong uitrollen naar het oppervlak om ervan te snoepen.

q Bedenk een vraagwoordvraag waarop je het antwoord vindt in de tekst. Noteer je vraag hier.

r Noteer het antwoord in een goede zin.

Zeeotters houden elkaars handje vast

Zeeotters moeten ook slapen. Omdat ze veel in zee zijn, doen ze dit dan ook in het water. Daar zijn ze vaak veiliger dan aan land. Ook zijn zeeotters groepsdieren, dus om te voorkomen dat ze in hun slaap uit elkaar drijven, houden ze elkaar vast. Lief hé?

wordt wakker zenuwen waarmee je smaak proeft de grond zorgen dat het niet gebeurt

s Bedenk een vraagwoordvraag waarop je het antwoord vindt in de tekst. Noteer je vraag hier.

t Noteer het antwoord in een goede zin.

2 Welke woorden vind je nu nog moeilijk? Kies er twee uit. Ga op zoek naar hun betekenis.

10
8 9 19 MODULE 1 Interessante identiteiten

3 Werk per twee. Lees om de beurt een vraag die je noteerde bij de dierenweetjes. Vinden jullie telkens het antwoord in de tekst?

4 Denk na over jouw werk. Kruis aan.

Het lukte me om goede vragen te vormen.

Het lukte me niet altijd om een goede vraag te vormen.

Het lukt me nog niet om een goede vraag te vormen.

Het antwoord van de vraag was altijd te vinden in de tekst.

Het werkwoord

Een werkwoord is een woord dat zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt. Dit kan een handeling zijn of een toestand.

Bas loopt elke dag naar school.

Papa zaagt een plank doormidden.

Het echtpaar trouwt in het gemeentehuis.

De gasten vieren feest.

Maurice voelt zich verdrietig.

Ik heb het koud.

‘Zijn’ en ‘worden’ zijn bijzondere werkwoorden.

Samen met een zelfstandig naamwoord zeggen ze wie of wat iemand of iets is of wordt.

Papa is kampioen

De rups wordt een vlinder

Samen met een bijvoeglijk naamwoord zeggen ze hoe iemand of iets is of wordt.

Je neef is heel sportief

De kleren worden vuil

20 MODULE 1 Interessante identiteiten

5 Lees dierenweetjes 8, 9 en 10 nog eens opnieuw. Markeer alle werkwoorden. Vul daarna de tabel hieronder in.

INFINITIEF STAM (IK-VORM) STAM + T (JIJ/HIJ/ZIJ …) slapen eten

houden zorgen ontwaken proeven landen snoepen moeten doen voorkomen drijven

Let op! Als de stam van een werkwoord eindigt op -t, dan hoef je geen extra -t toe te voegen.

6 Lukt het ook bij deze werkwoorden? Vul de tabel in.

kunnen

hebben

zijn

uitrollen

IK JIJ HIJ/ZIJ WIJ
21 MODULE 1 Interessante identiteiten

Eén grote familie

1 Bekijk de video en beantwoord de vragen.

a Hoe heet de familie?

b Welke sport beoefent Francesco?

c Wat doet Stephanie van kleins af aan?

d Wie is er een goede studente?

e Wat is het belangrijkste voor Junior?

f Wat is de grote droom van Eddy?

Hoofdletters

Wanneer schrijven we een hoofdletter?

Aan het begin van een zin:

Ik schrijf een korte zin.

Bij namen (voornamen en familienamen, we noemen dat eigennamen):

Lander Mertens

Bij aardrijkskundige namen en afleidingen daarvan:

Frankrijk, Noordzee, Italiaanse …

2 Markeer alle hoofdletters in de vragen en antwoorden in oefening 1.

22 MODULE 1 Interessante identiteiten

3 Bekijk de video opnieuw. Vul de stamboom aan.

♥ Magali

Devon, Noa, Yukka

♥ Christopher

voorstelling van een familie

♥ Pauline

Iluna, Mageno, Elara

Weet je het nog?

4 Vul de zinnen aan a.d.h.v. de stamboom.

a Francesco en Junior zijn

b Devon en Iluna zijn en

c De vader van Junior is .

d De moeder van Christa is

e Magali is de tante van , en

f Stephanie is de dochter van en

23 MODULE 1 Interessante identiteiten

Mensen en dieren om mij heen

1 Noteer jouw naam of plak jouw foto in de middelste cirkel. Noteer de namen van personen of dieren uit jouw omgeving in de cirkels errond. Dat kunnen mensen uit jouw familie zijn, maar ook vrienden, buren, klasgenoten, leerkrachten, huisdieren …

2 Kies drie personen of dieren waarover je iets wil schrijven. Plak voor elke persoon of elk dier een passende sticker in de fotokaders in oefening 3.

familie en vrienden huisdieren school buren

24 MODULE 1 Interessante identiteiten

3 Schrijf twee goede zinnen bij elke persoon of elk dier.

Mededelende zinnen schrijven

Gebruik mededelende zinnen om over een persoon of dier te schrijven.

• Plaats een punt op het einde van de zin.

• Denk aan hoofdletters aan het begin van de zin en bij (eigen)namen.

• Gebruik bijvoeglijke naamwoorden (hoe-woorden).

Mijn oma Annie houdt van kleine honden

Zij woont in een rustige straat in Brugge

De fruittaart van mijn oma is de lekkerste taart van de hele wereld

Zin om meer te schrijven? Dat kan hieronder.

2 3 4 5 25 MODULE 1 Interessante identiteiten
1

Later word ik …

1 Bekijk de foto’s. Welk beroep zie je? Noteer het juiste cijfer bij elke foto.

architect (1) – dierenverzorger (2) – kapper (3) – kinderverzorger (4) – kok (5) –leerkracht (6) – postbode (7) – schrijnwerker (8) – vrachtwagenchauffeur (9)

2 Zoek met een partner informatie op over de beroepen die op de kaartjes staan. Verdeel wie over welk beroep gaat vertellen. Noteer hieronder de beroepen waarover jullie gaan vertellen. Gebruik de beroepenfiche als voorbereiding.

26 MODULE 1 Interessante identiteiten

Roadtrip

1 Lees de zinnen. Noteer ‘O’ als de onderstreepte persoon de ontvanger is en ‘Z’ als het de zender is.

a De leerkracht legt de opdracht uit.

b De leerlingen luisteren naar de uitleg van de leerkracht.

c Leerling Ali stelt een vraag.

d Papa luistert naar de uitleg over zijn nieuwe E-bike.

e Oma vraagt de buurvrouw of zij een kopje thee wil.

f Een zanger geeft een optreden voor duizend mensen.

g Het publiek vindt het optreden van de zanger maar niets.

h De assistente neemt de telefoon op en zegt: “Goedemorgen, waarmee kan ik u helpen?”

2 Lees de situaties en vul aan.

a Rik vertrekt naar school. Mama roept vanuit de badkamer: “Rik, het regent!”

Zender: mama Rik

Ontvanger: mama Rik

Manier: gesproken geschreven

Boodschap: instructie vraag

Bedoeling:

b De turnleerkracht plaatst een berichtje online. De leerlingen moeten met de fiets komen voor de les lichamelijke opvoeding. Ze gaan naar het zwembad.

Zender:

Ontvanger:

Manier:

Boodschap:

Bedoeling:

4 4 27 MODULE 1 Interessante identiteiten

c Eline stuurt een berichtje naar Pippa: “Gaan we een ijsje eten na school?”

Zender:

Ontvanger:

Manier:

Boodschap:

Bedoeling:

3 Om over na te denken… Waar of niet waar? Markeer het juiste antwoord.

a In een gesprek is de ontvanger altijd dezelfde persoon. waar – niet waar

b Het kanaal dat je gebruikt is niet belangrijk. waar – niet waar

c Een boodschap wordt niet altijd juist begrepen door de ontvanger. waar – niet waar

4 Lees de zinnen. Noteer ‘M’ als de zin mededelend is en ‘V’ als de zin vragend is.

a Ik ben gek op ijsjes.

b Hoe heet jouw broer?

c Waarom was je te laat?

d De juf vraagt wie al klaar is.

e Ik zal het hem vragen.

f Is Lotte het antwoord vergeten?

5 Maak met elk woord een mededelende zin (M) en een vraagzin (V). Denk aan het juiste leesteken.

a verjaardag

M: V:

b verliefd

M: V:

c snoepje

M:

4 6 6 28 MODULE 1 Interessante identiteiten
V:

Albert Einstein

Geboren op 14 maart 1879

Overleden op 18 april 1955

Albert Einstein groeide met zijn ouders en zusje op in een Joods gezin in Duitsland. Toen hij klein was, was hij altijd heel stil. Men dacht dat hij problemen had met spreken. Hij hield erg veel van klassieke muziek en leerde al op jonge leeftijd vioolspelen. Later verhuisde hij naar Italië en daarna naar Zwitserland. In Zwitserland ging hij studeren en werd hij leraar wiskunde en natuurkunde. In zijn vrije tijd las en schreef hij veel.

vernieuwend

6 Lees de tekst. Zoek meervouden in de tekst. Markeer ze en noteer ze in de juiste kolom. ©

In 1905 schreef hij een aantal wetenschappelijke artikelen die onze kijk op het universum voor altijd zouden veranderen. Vooral zijn relativiteitstheorie over tijd en ruimte was baanbrekend. Hij zei dat wanneer je heel snel beweegt, de tijd trager gaat en afstanden korter worden. In 1921 kreeg hij de Nobelprijs voor Natuurkunde. Zijn werk vormde de basis voor verder onderzoek rond de evolutie van het universum.

de wereld

Bedenk zelf nog enkele meervouden, zodat er in elke kolom drie woorden staan.

& CLAUDE, J., VAN KLEIN TOT GROOTS – ALBERT EINSTEIN, RIJSWIJK,
WINDSTREKEN. + S + EN + ‘S + EREN
SÁNCHEZ VEGARA, M.I.,
DE VIER
10
29 MODULE 1 Interessante identiteiten

7 Ga nu zelf aan de slag! Noteer de meervouden.

1 jongen

2 jaar

3 naam

4 zus

5 vriendin

6 kompas

7 naald

8 school

9 stapel

10 tiener

11 tijdschrift

12 wetenschap

8 Een beetje moeilijker… Ken je deze ook? Noteer de meervouden.

13 baas

14 baby 19 mama

15 ei 20 doos

16 auto

17 blad

21 taxi

22 rund

9 Noteer nu de nummers van de meervouden uit oefening 7 en 8 in de juiste kolom.

ENKELVOUD MEERVOUD ENKELVOUD MEERVOUD
ENKELVOUD MEERVOUD ENKELVOUD MEERVOUD
18 druif
+ S + EN + ‘S + EREN 10 10 10 30 MODULE 1 Interessante identiteiten

gerecht in één pan dat lang moet garen

10 Lees de tekst. Markeer de lidwoorden.

Astrid Lindgren

Geboren 14 november 1907

Overleden op 28 januari 2002

Astrid Lindgren groeide op op een boerderij in het zuiden van Zweden. Ze had een gelukkige jeugd en hield veel van buitenspelen. Astrid en haar broer en zusjes hielpen vaak mee op de boerderij, zowel op het land als in de keuken. Daar hoorde Astrid ook haar eerste sprookjes. Die werden vaak verteld terwijl er soep of stoofpot werd gemaakt. Astrid vertelde ze dan na als ze ging slapen. Zo ontdekte ze haar talent voor vertellen.

Jaren later, toen haar dochtertje Karin ziek was, vroeg ze haar moeder om een verhaaltje te vertellen over Pippi Langkous, een naam die ze net zelf verzonnen had. Astrid bedacht ter plekke een avontuur over Pippi, het sterkste meisje van de hele wereld. In 1945 verscheen het eerste boek over Pippi Langkous. Ook nu nog genieten lezers van alle leeftijden van Astrids verhalen.

11

Hoeveel heb je er gevonden van elke soort? Vul in.

de: het: een:

11 Markeer het juiste lidwoord. Soms zijn er meerdere mogelijkheden.

a de – het – een meisjes

b de – het – een kindje

c de – het – een spannend boek

d de – het – een grote jongen

e de – het – een heerlijk stuk taart

f de – het – een lange reis

© SÁNCHEZ VEGARA, M.I., & HUNTER, L., VAN KLEIN TOT GROOTS – ASTRID LINDGREN, RIJSWIJK, DE VIER WINDSTREKEN.
11
31 MODULE 1 Interessante identiteiten

12 Markeer de zelfstandige naamwoorden in deze zin.

Astrid verzon spannende verhalen over stoere meisjes en heldhaftige jongens.

Hoeveel heb je er gevonden?

13 Vul aan met een zelfstandig naamwoord. Je mag niet tweemaal hetzelfde woord gebruiken.

a de lieve

b de onbeleefde

c het kleine

d het rode

e het moeilijke

f de saaie

14 Markeer de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin.

Astrids jonge dochtertje Karin hield veel van de grappige verhalen over Pippi Langkous, het sterkste meisje van de wereld.

Hoeveel heb je er gevonden?

15 Vul aan met een bijvoeglijk naamwoord. Je mag niet tweemaal hetzelfde woord gebruiken.

a de schrijfster

b de hobby

c het verhaal

d het boek

e het dier

f de jongen

12 12 13 13 32 MODULE 1 Interessante identiteiten
16 Wat zie je op de foto’s? Schrijf een lidwoord, een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Volg het voorbeeld.
11 12 13 33 MODULE 1 Interessante identiteiten
het lekkere taartje

gebouw waar religieuze mannen of vrouwen

samenwonen

17

Lees de tekst. Bekijk de gemarkeerde woorden en lees ze luidop. Hoor je een korte of een lange klank? Noteer de woorden in de juiste kolom.

iemand die als beroep kleren ontwerpt

Coco Chanel

Geboren op 19 augustus 1883 Overleden op 10 januari 1971

Coco Chanel, die eigenlijk Gabrielle heette, is een van de beroemdste modeontwerpsters aller tijden. Nadat haar moeder overleed, groeide ze op in een klooster waar ze leerde naaien. Later ging ze werken als naaister voor een kleermaker. ’s Avonds verdiende ze een centje bij als zangeres, samen met haar zusje. Soldaten die naar haar kwamen kijken, gaven haar de bijnaam Coco.

©

IK HOOR EEN KORTE KLANK

In 1908 werd ze hoedenmaakster in Parijs. Ze opende winkels met hoeden, maar ging ook kleren verkopen, zoals broeken voor vrouwen. Haar stoere ontwerpen voor vrouwen veroverden de hele wereld. In 1918 begon Coco Chanel haar gelijknamig modehuis. Drie jaar later bracht ze ook haar eerste parfum uit: Chanel N° 5.

met dezelfde naam

IK HOOR EEN LANGE KLANK

18 Bekijk de woorden en lees ze luidop. Hoor je een korte of een lange klank? Noteer de woorden in de juiste kolom in oefening 17.

maken – struik – gek – zon – hier – lintje

19 Bedenk zelf nog twee woorden met een korte klank en twee woorden met een lange klank en noteer ze in de juiste kolom in oefening 17.

&
A., VAN KLEIN TOT GROOTS – COCO
,
SÁNCHEZ VEGARA, M.I.,
ALBERO,
CHANEL
RIJSWIJK, DE VIER WINDSTREKEN.
15 15 15
34 MODULE 1 Interessante identiteiten

16

20

20 Lees de tekst en beantwoord de vragen.

De leukste thuis

Wil jouw pa ook altijd de leukste zijn? Vertelt hij flauwe grappen aan je vrienden en vriendinnen? Begint hij in een overvolle tram of bus een liedje met jouw naam te zingen als hij je plots opmerkt? Wil hij op een warme dag in korte broek en witte sokken naar het schoolfeest gaan? Troost je, dat is allemaal niets in vergelijking met wat Rain Price, een zestienjarige jongen uit American Fork in Utah, overkwam.

a Markeer alle vragen in de tekst hierboven.

speciaal voor die dag

Zijn verhaal begon op de eerste dag van het schooljaar 2010-2011. Toen de schoolbus hem die morgen kwam ophalen, verscheen zijn vader in het deurgat om hem uit te wuiven. Papa Dale had er niets beters op gevonden dan zich voor de gelegenheid te verkleden. Rain raakte zowat in shock, maar zijn medestudenten vonden het heerlijk. Een pa die zo zot is om zich de eerste schooldag te verkleden, dat is toch om je een breuk te lachen!

b Bedenk een goede vraagwoordvraag bij het antwoord hieronder.

uit te zwaaien gek

c Dit is het antwoord in een goede zin.

Op de eerste dag van het schooljaar 2010-2011.

Vanaf dat ogenblik zorgde Dale ervoor dat hij zijn zoon elke morgen in een andere outfit kwam uitwuiven. Je kunt je de reacties op de schoolbus al voorstellen!

“Wat zou hij vanmorgen weer hebben aangetrokken?” Maar hoe straf Rains medescholieren het ook bedachten, toch slaagde Dale er keer op keer in hem te verrassen, tot en met de laatste schooldag. Hij verkleedde zich bijvoorbeeld als Batgirl, Skywalker, Elvis Presley met een ongelooflijke vetkuif, de Kerstman (zonder vetkuif, want dat zou echt geen zicht zijn…), een piraat, Sneeuwwitje, een zeemeermin met een geweldige staart waarmee hij vrolijk begon te flapperen toen de chauffeur de motor startte… en zelfs in een trouwkleed met witte kanten sluier op zijn hoofd.

d Waarin heeft papa Dale zich niet verkleed? Kruis aan.

de Kerstman een bruid een clown

Batgirl

om heel hard te lachen 35 MODULE 1 Interessante identiteiten

e Dit is een vraag waarop je het antwoord in de tekst vindt.

Hoe vaak kwam papa Dale zijn zoon Rain uitwuiven?

f Zoek het antwoord in de tekst en noteer het in een goede zin.

zonder twijfel

Omdat er in de vakantie geen schoolbus rijdt, moest Dale afscheid nemen van zijn vreemde hobby. Gelukkig voor Rain is het bij dat ene schooljaar gebleven. Misschien denkt hij wel eens terug aan het optreden dat op de schoolbus ongetwijfeld het meeste succes kende: zijn vader, zittend op een wc-pot met zijn broek naar beneden en met een krant in zijn handen, wuivend naar de bus die naar school vertrok… NAAR: GUY DIDELEZ EN

21 Bekijk de gemarkeerde werkwoorden in de tekst in oefening 20. Vul de tabel hieronder in.

INFINITIEF STAM (IK-VORM) STAM + T (JIJ/HIJ/ZIJ …) willen vertellen zingen lachen rijden denken

22 Lukt het ook bij deze werkwoorden? Vul de tabel in.

opmerken zijn

IK JIJ HIJ/ZIJ WIJ
kunnen hebben 20 20
FRANK POLLET, MET ILLUSTRATIES VAN CARRÉ CARTOONS, KEIGRAPPIG & WAARGEBEURD, PELCKMANS UITGEVERS NV, 2018, 7-10.
36 MODULE 1 Interessante identiteiten

23 Lees de tekst. Markeer de woorden die je met een hoofdletter schrijft.

geboren op 14 november 1948

charles philip arthur george werd geboren op 14 november 1948 in buckingham palace, in londen. hij was de oudste zoon van koningin elizabeth ii (toen nog prinses elizabeth) en prins philip. toen zijn moeder in 1952 koningin werd, werd hij op driejarige leeftijd troonopvolger. later volgde charles een opleiding tot straaljager- en helikopterpiloot in het leger.

in 1981 trouwde hij met lady diana spencer. ze kregen twee zonen, william en harry, voordat ze gingen scheiden. later trouwde hij met zijn goeie vriendin camilla parker-bowles. na het overlijden van zijn moeder in 2022, werd charles koning van het verenigd koningkrijk. charles zet zich al jarenlang in voor het milieu. hij vindt dat we moeten leven in harmonie met de natuur. in verbinding

© SÁNCHEZ VEGARA, M.I., & HUNT, M., VAN KLEIN TOT GROOTS – KING CHARLES, RIJSWIJK, DE VIER WINDSTREKEN.

24 Bekijk de woorden die je gemarkeerd hebt in de tekst in oefening 23. Voer de opdrachten uit.

a Omcirkel de woorden die een hoofdletter krijgen omdat ze het eerste woord zijn van een zin.

b Onderstreep de (eigen)namen.

c Onderstreep de aardrijkskundige namen dubbel

25 Bedenk voor elk soort naam drie voorbeelden. Noteer ze in de juiste kolom. Vergeet de hoofdletters niet. VOORNAMEN FAMILIENAMEN AARDRIJKSKUNDIGE

22 22 22
NAMEN
king charles
37 MODULE 1 Interessante identiteiten

Panorama

Ik word (een beetje) beroemd!

Wie is jouw idool? Ben jij fan van een zanger/zangeres, acteur/actrice, sportman/sportvrouw of misschien wel van Nobelprijswinnaar, een kunstenaar of iemand die in het boek Guinness World Records staat? Jouw idool komt naar jouw gemeente en jij mag campagne voeren!

1 Zoek zoveel mogelijk informatie op over jouw idool. Ga ook op zoek naar reportages, filmpjes, foto’s … en bekijk alles goed.

Stap 1 Bundel alle verzamelde informatie in een mindmap. Noteer de naam van jouw idool in het midden.

Stap 2 Omschrijf nu in minimum vijf en maximum tien zinnen jouw idool.

38 MODULE 1 Interessante identiteiten

2 Jouw idool is er! Jij mag hem/haar ontvangen en een interview afnemen, een unieke kans! Dit is jouw kans om alles te vragen wat je ooit al wilde weten over je idool. Bereid je interview goed voor.

Stap 1 Schrijf de vragen op die je wil stellen aan je idool. Noteer minstens vier goede vragen.

Stap 3 Werk samen met een klasgenoot. Jullie oefenen beide interviews. Daarna nemen jullie de interviews op.

3 Tijd om campagne te voeren! Maak een affiche en stel jouw idool op een originele manier voor aan je klasgenoten.

1 2
3
4
1 2 3
Stap 2 Formuleer zelf een leuk antwoord bij elke vraag. Je mag je fantasie volop laten werken. 4
39 MODULE 1 Interessante identiteiten

Portfolio

IK KAN … Ja Nee Oefentips

… het onderwerp, de hoofdgedachte en relevante informatie uit narratieve en informatieve teksten halen. mezelf en anderen beschrijven.

… het communicatieschema toepassen op eenvoudige boodschappen.

… mededelende zinnen en vraagzinnen gebruiken. het meervoud van veelvoorkomende woorden vormen. lidwoorden herkennen en gebruiken.

zelfstandige naamwoorden herkennen en gebruiken. bijvoeglijke naamwoorden herkennen en gebruiken. uitleggen wat een synoniem is en een synoniem geven van enkele woorden.

zelf vragen en antwoorden bedenken bij een leestekst. de tegenwoordige tijd van veelvoorkomende werkwoorden gebruiken.

… hoofdletters gebruiken aan het begin van een zin, bij (eigen)namen en bij aardrijkskundige namen. over verschillende beroepen vertellen. mijn idool interviewen en voorstellen.

kijken schrijven

luisteren handeling

spreken tip

gesprek woordenschat lezen onthouden

uitbreiding

Colofon

Auteur Eva Sarens

Design & Lay-out die Keure

Eerste druk 2024 SO 2023/1099 - ISBN 9789048648696

Bestelnummer 908500200 (module 1 van 8)

KB D/2024/0147/104 - NUR 117 - Thema YPCK21

Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge

© Copyright by die Keure, Brugge - RPR 0405 108 325

bekijk kijk naar beantwoord geef het antwoord kruis aan zet een kruisje in het vakje vertel zeg het aan de klas vul in schrijf op het lijntje voer uit doe omschrijf vertel hoe het is noteer schrijf markeer kleur met je markeerstift bedenk verzin verbind trek een lijntje vul aan schrijf wat ontbreekt zoek op zoek informatie over volg doe zoals omcirkel teken een cirkeltje rond onderstreep trek een streep onder onderstreep dubbel trek twee strepen onder

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. De uitgever heeft naar best vermogen getracht de publicatierechten volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die niettemin menen nog aanspraken te kunnen doen gelden, kunnen dat aan de uitgever kenbaar maken.

Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council® (FSC®) draagt. Dit product is gemaakt van materiaal afkomstig uit goed beheerde, FSC®-gecertificeerde bossen en andere gecontroleerde bronnen.
9 789048 648696
40 MODULE 1 Interessante identiteiten
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.