Spelling
De jacht op de taalfouten
N
iet meer dan vijf fouten per pagina. Dat leek docent wijsbegeerte Jeroen de Ridder een schappelijke grens voor de tussentijdse opdracht die hij aan zijn derdejaars studenten gaf. “Ik zeg vooraf altijd dat dit mijn regel is. Het gaat mij om echte spelfouten, geen typefouten. Zelfs over een tussen-n of een verkeerd geplaatst streepje doe ik niet moeilijk.” Dat moest haalbaar zijn, dacht hij. Dat had hij verkeerd gedacht: een derde van zijn studenten kreeg een onvoldoende. Volgens hen was hij te streng. Eén student klaagde op het evaluatieformulier zelfs dat hij dankzij de docent geld aan een correctiebureau had moeten uitgeven. Het bracht de filosoof aan het twijfelen. Maakt hij het zijn studenten nou zo moeilijk?
Taalbeugel werkt niet
Docenten worstelen met hun eisen aan de taalvaardigheid van studenten. Welke fouten tel je mee? Wanneer geef je een onvoldoende? DOOR FLOOR BAL ILLUSTRATIE MERLIJN DRAISMA
16
Volgens de nota Taalbeleid uit 2008 is De Ridder juist te toegeeflijk. Er mogen in een werkstuk niet meer dan drie spel- of tikfouten per pagina of tien fouten in totaal in staan. Anders kan het stuk niet door de ‘taalbeugel’. Slechte spellers krijgen in dat geval het document ongecorrigeerd terug. Wie hetzelfde stuk drie keer met te veel fouten inlevert, krijgt een onvoldoende. Het gaat hierbij om taal- en tikfouten die door de spellingscontrole van Word eruitgehaald kunnen worden, fouten in de werkwoordspelling én fouten in het aan elkaar schrijven van woorden. De taalbeugel was bedoeld als beleidsmatige ondersteuning voor docenten die onverzorgd taalgebruik niet willen tolereren. Zij konden ook een speciale sticker op het werk van de student plakken: “Dit kan niet door de taalbeugel.” In de praktijk blijkt dat de taalbeugel bijna niet gebruikt wordt. Hoewel de richtlijn strenger is dan De Ridder zelf, heeft hij niet zoveel aan de nota. Aan het tussentijds teruggeven van opdrachten doet hij niet. “De collegereeks duurt negen weken. Dan heb ik niet veel tijd om het nog eens terug te sturen. Vooral als ik de opdracht in de week erna wil bespreken. Ik denk niet dat de oplossing erin ligt dat er meer beleid komt. Als elke docent het een beetje in de gaten houdt, kan ik me niet voorstellen dat ze in het derde jaar nog zoveel fouten maken.”
nr 16 — 5 april 2017
ADVALVAS