APm : Allard Pierson mededelingen, afl. 97

Page 1


INHOUD Pl. 1

voorzijde omslag

1 ROBERT LUNSINGH SCHEURLEER

VERZAMELAARS EN HET MUSEUM

6 WILLEM VAN HAARLEM

EEN THEBAANSE SARCOFAAG IN HET MUSEUM

(artikel Verzamelaars in het museum)

Schijndeur en tegelijk stèle van Ankhef uit Ehnasya el-Medina.

12 ROBERT LUNSINGH SCHEURLEER

TONEELSPELERS ONTMASKERD?

17 GERALDA JURRIAANS-HELLE

IN DE BAN VAN PAN - PANIEK IN HET MUSEUM

24 ROBERT LUNSINGH SCHEURLEER

WIJNZAKKEN

Via de schijndeur trad de ziel (ka) van de overledene in contact met de wereld van de levenden.

MEDEDELINGENBLAD

Kalksteen, h. 92 cm,

ISSN nr. 0922-159x

NR . 97

Eerste Tussenperiode, ca. 2160-1994 v. Chr. APM 16.000

Pl. Il (artikel Een Thebaanse

sarcofaag in het museum)

Mummiekist van een Amen-priester . Het hoofdeinde aan de binnenkant van de kist: het Horusoog onder een gevleugelde zonneschijf. Hout en stuc, Egypte, Luxor, 21st • dynastie, 1075-945 v. Chr. APM 16.500

Het Mededelingenblad is een publicatie van de Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum OudeTurfmarkt 127 Postbus 94057 1090 GB Amsterdam tel. 020 52 52 556 www.allardpiersonmuseum.nl

COLOPHON

René van Beek Geralda Jurriaans-Helle Robert Lunsingh Scheurleer Vladimir Stissi K en S ontwerpers, Alkmaar VORMGEVING: Michiel Bootsman FOTOGRAFIE : Stephan van der Linden Josée van den Berg DIGITALE BEWERKING : Ter Burg Offset, Alkmaar DRUK: Ter Burg Offset, Alkmaar REDACTIE:


VERZAMELAARS

ROBERT LUNSINGH

EN HET MUSEUM

SCHEURLEER, DIRECTEUR

Wanneer eens de geschiedenis van het Allard Pierson Museum geschreven wordt dan zal het jaar 2008 bepaald niet als kalm gekarakteriseerd worden . Op het moment van schrijven staan de gevels van het museum in de steigers . Het vroegere hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank dat op 10 mei 1869 in gebruik werd genomen, wordt van buiten hersteld en geschilderd . Dat heeft gevolgen voor de veiligheid van de collectie en terwijl men op de stellingen aan de slag is, wordt binnen het alarmsysteem gemoderniseerd . Vanaf 2010, zo is de planning , zal groot onderhoud gepleegd worden, hoognodig in een gebouw dat meer dan dertig jaar dienst heeft gedaan als museum en waar bijna een miljoen bezoekers een bezoek brachten.

EIGEN

VLAG

Intussen zijn de buren van de Bijzondere Collecties, deel van de Universiteitsbib liotheek, onze collega's geworden . Achter de gevels aan de Oude Turfmarkt beheren zij de kapitale co llecties antieke boeken, handschriften en typografie. Overigens, zij zijn gehuisvest in een gebouw waarvan de architectuur al leen al een aanrader is. En omdat de ingang van de Bijzondere Collecties net als die van het Allard Pierson bezoekers toegang tot beide instellingen biedt, loopt men binnendoor van de were ld van de oud heid naar de wereld van de boeken en omgekeerd. Dat kan vanaf 15 december 2008 elke dag want hel Allard Pierson Museum en de Bijzondere Collecties zijn vanaf die datum ook op maandag geopend. De praktische kanten van beheer van beide universitaire co llecties zijn in ĂŠĂŠn erfgoeddivisie van de universiteit ondergebracht en waar samengewerkt kan worden, gebeurt dat ook . Meestal is dat voor de bezoeker onzichtbaar, maar recente tentoonstellingen zoals het succesvolle Lectori Salutem. Boek en oud heid, en de komende expositie over de kunstenaar Romeyn de Hooghe (1645-1708) in de tentoonstellingszalen van het museum getuigen ervan.

afb. 1 Sistrum , een muziek instrument waarvan de klank, die vergeleken werd met het suizelen van de wind in papyrusriet, bijzonder behaagde aan Egyptische godinnen. Egyptische faience, h. 36,7 cm, Late Tijd. APM 13.000,schenking van

de Vereniging van Vrienden van het museum

Voor alle duidelijkheid , het Allard Pierson Museum blijft actief onder de vertrouwde eigen naam, met een eigen 'gezic ht' en met een eigen directeur. VERZAMELEN

Kalm rond de co ll ectie is het ook al niet dit jaar. Schenkingen en bruiklenen versterkten de presentatie aanzienlijk. Is dat dan zo essentieel? Ja, aanwinsten plaatsen al aanwezig bezit in een nieuw licht , geven meer diepgang aan de co llectie en maken het mogelijk nieuwe verbanden te tonen . In een universitair museum is dat goed voor onderwijs en onderzoek, terwijl ook bezoekers van de co llectie en de tentoonstellingen er van profiteren. De afdelin g Egypte werd bijzonder verrijkt. Wie de geschiedenis van die co llectie kent, weet dat in 1934 met de verzameling C.W. Lunsingh Scheurleer ook diens Egyptische oud heden naar Amsterdam kwamen. Hij had zich altijd geconcentreerd op Gr iekse kunst maar zijn belangstelling reikte veel verder. Zo was hij er in geslaagd de verzameling van de Duitse egyptoloog professor F.W. van Bissing in zijn museum in Den Haag aan de Carnegielaan onder te

MEDEDELINGENBLAD

NR.

97

/ 2008


2

Genoeg hier over de geschiedenis, alleen de conclusie: het museumbezit aan Egyptische oudheden in de hoofdstad omvat een uitgelezen collectie antiquiteiten uit de laatste duizend jaar van de Oudegypti che cultuur terwijl de eerdere fasen minder sterk vertegenwoordigd zijn. Daar nu verander ing in brengen is niet eenvoudig. Zeker, de kunsthandel en de veilingen bieden een overvloed aan legaal verkrijgbare Egyptische oudheden aan. Elk voorjaar en najaar ploft de ene verkoopcatalogus na de andere op de deurmat. Maar de hele wereld wil Egyptische oudheden , de concurrentie is fel en het museum is geen partij. Wil het museum het hele verhaal van de Egyptische beschaving in Amsterdam vertellen, dan ligt de oplossing allereerst in museale samenwerking. Dat betekent in ons geval met het nationa le Rijksmuseum van Oudheden . Zo completeren, bijvoorbeeld, de mummie uit Leiden in de zaal van het hiernamaals en de houten modellen van een graanschuur en een bierbrouwerij in de vitrines 34 en 39 die gewijd zijn aan het dagelijks leven, al sinds lang het beeld van de faraonische beschaving in het Allard Pierson. Zoals bekend bedacht het Gemeentemuseum Den Haag ons met de overdracht van de oudheden die daar in het verleden verzameld waren '. Voor de Egyptische collectie betekent dat een fantastische verrijking met voorwerpen uit de vroegste fasen van de Egyptische beschaving, met sculptuur en met faience. afb . 2 Twee fragmenten van de handgrepen van sistra , rituele muziek instrumenten voor

gebru ik in de tempel. Rechts met de konink-

brengen. De bedoeling daarbij was die collectie over een periode van enkele jaren voor dat museum te verwerven. De crisis van de jaren dertig torpedeerde het grootse project. Gelukkig kon, met de steun van vele vrienden, de Allard Pierson Stichting en de Vereniging Rembrandt de verzameling Lunsingh Scheurleer voor de Universiteit van Amsterdam verworven worden.

lijke namen van farao Osorkon Il, links met die van farao Amasis . De grepen hebben de vorm van bundels samengebonden papyrusriet. De rib bels aan de onderkant van het exemplaar rechts herinneren aan het koordje dat ze bijeenh ield. Egyptische faience, h. resp . 8,84 cm en 7, 93 cm . APM 16.485(links) en 16.484(rechts ). Herkomst: de voormalige collectie Ir. J. Janette Walen .

1

Dankzij de medewerking van Von Bissing kwamen toen ook de Egyptische oudheden uit de Griekse, Romeinse en Koptische tijd van dat land (ruwweg ontstaan tussen de vierde eeuw voor Christus en de zevende eeuw na Christus) naar Amsterdam. Die 'late ' oudheden vormen een belangwekkend geheel dat schitterend aansluit op de Griekse en de Romeinse verzameling. Bij alle tevredenheid over het behoud van de collecties moet worden opgemerkt dat de verdere verzameling van Von Bissing helaas verkocht is. Sommige voorwerpen bleven behouden voor Nederland. Enkele stukken zijn , ja heus, uiteindelijk ook in het Allard Pierson gekomen dankzij de schenking door mevrouw Nina van Leer van de verzameling van haar vader W.A. van Leer. Maar ab olute toppers zoals de portretten van de dochters van farao Achnaton en het nijlpaard van albast uit de 1ste dynastie zijn nu de trots van Berlijn en de Glyptoth eek te Kopenhagen.

Over de Egyptische oud heden ui t het Gemeen temuseum De n H,1ag: R. A. Lunsingh S heurl eer, Egypti sche aanw insten uit Den ! laag, M ededel,ngenb"1d Amsterdam 83, 2002, 5- 13, afb. 1-20.

Tenslotte is er de nauwe band met liefhebbers, vr ienden en verzamelaars. Die kwam dit jaar tot uiting in een langdurig bruikleen van een interessante Egyptische mummiekist uit particulier bezit die na afronding van de conservatie in het museum in de zaal van het hiernamaals te zien is. Zie de presentatie door Willem van Haarlem in dit Mededelingenblad. En dat is zeker niet al het Egyptologisch nieuws! FUNDAMENTEN

Zo schonk een kleinzoon van de verzamelaar Ir. J. Janette Walen oudheden en gipsafgietsels die zijn grootvader eens bijeenbracht. Daarbij zijn twee handgrepen van sistra, rituele rammelaars die in Egyptische tempels gebruikt werden. Hoe poĂŤtisch: het rinkelende geluid van sistra werd door de goden ervaren als het ruisen van een bries in een bos papyrusriet. In 1993 kon het museum al dankzij de Vereniging van Vrienden een compleet sistrum aan de verzameling toevoegen (te zien in vitrine 84 van de Egyptische afdeling ). Het werd besproken in Mededelingenblad 56 (afb. 1). De twee nieuwkomers zijn interessant omdat ze beide de namen van een farao dragen: Osorkon 11,uit de 22 ste dynastie, 860-837 voor Christus (afb. 2a) en Amasis, uit de 26 ste dynastie, 570-526 voor Christus (afb. 2b) . De lange eeuwen die deze volstrekt gelijksoortige cultische instrumenten scheiden, zijn een getuigenis van de duurzaamheid van de beleving van de godsdienst in Egypte.


3

DE SCHENKING

W. ARNOLD

MEIJER

De band met een verzamelaar en een liefhebber van Egyptische oudheden kwam wel heel nadrukkelijk tot uiting in het Mededelingenblad 93, dat verscheen in 2006. Daarin werd de schenking van een kolossale houten mummiekist openbaar gemaakt en er werden, tegen de achtergrond van de tentoonstelling Objecten voor de eeuwigheid, oudheden uit de particuliere collectie van W. Arnold Meijer bekeken in het licht van het eigen museumbezit. De tentoonstelling die te zien was van 17 november 2006 tot 25 maart 2007 trok veel bezoek. u kan met blijdschap bericht worden dat Arnold Meijer vier belangrijke stukken uit zijn verzameling aan het museum geschonken heeft. De vier aanwinsten vullen de collectie op wezenlijke punten aan en het is een genoegen om ze, onder zeer grote dank, allereerst bij de vrienden van het museum te introduceren. Het volgend jaar, dat van het 75-jarige jubileum van het museum en het 40-jarige jubileum van de Vereniging van Vrienden, zullen deze schenkingen op de tentoonstelling Toekomst voor het verleden te zien zijn. Uitdrukkelijk wordt hier verwezen naar de wetenschappelijke catalogus van de collectie W. Arnold Meijer waarop de volgende notities gebaseerd zijn 2 •

EEN

BAARDIGE

MAN

Het oudste stuk uit de schenking Meijer is 4,8 cm hoog en tegelijk een kapitale aanwinst (afb . 3 ). Op de tentoonstelling maakte een foto van het compacte figuurtje, sterk vergroot, diepe indruk door de plastische kwaliteiten die zichtbaar werden. We herkennen een baardige figuur in een mantel die de armen en het bovenlichaam verhult. De onderkant van het plastiekje ontbreekt. De gladde s hedel en de puntige baard kenmerken het hoofd. Maar de nu holle oogkassen waren oorspronkelijk met een kontrasterend materiaal ingelegd en moelen oorspronkelijk zo hel meest sprekende element van het figuurtje geweest zijn. Vergelijkbare plastiekjes zijn gevonden in graven in Egypte die stammen uit het tijdvak rond 3200 voor Christus en zelfs vroeger. Ze zijn dus van vààr het begin van de Egyptische geschiedenis, vandaar ook de term predynastisch waarmee ze benoemd worden. Welke betekenis de Egyptenaren aan deze figuren toekenden is niet bekend. Sommige exemplaren tonen onderaan resten van de tanden van een kam. Kammen zijn in Egypte door de eeuwen heen in het graf meegegeven. Men kent ze wel een magische, zelfs erotische betekenis toe. Maar dil figuurtje is aan de onderzijde zo afgebroken dal niet vast te stellen is wat voor vorm het verder had. Wel kunnen we constateren dat dit soort figuren etappes vertegenwoordigen in de vroegste ontwikkeling van een traditie die leidt tot de ons vertrouwde Egyptische vormgeving. D E S C H I J N D E U R VAN

AN K H E F

afb . 3

De schijndeur was een centraal element van het graf in het oude Egypte (afb . 4 en Pl. 1). Het is een vertaling in duurzame steen van een echte deur van hout en rieten matten. Door deze deur die tegelijk een monument voor de overledene is, kan diens ziel, de ka, in dit geval van de commandant en opzichter van de velden Ankhef, uit zijn grafkamer treden om offers van voedsel en drank Leontvangen van zijn nabestaanden. Dit type monument is kenmerkend voor de begraafplaats van de antieke stad ennesoet in de Fayoem. Dat was een belangrijke nederzetting tijdens de onzekere jaren na het Oude Rijk die als EersteTussenperiode (2160-1994 voor Christus) de overgang naar het Middenrijk vormt. Deze schijndeur is gehakt uit kalksteen en bewaart interessante resten van beschildering. In het vlak boven de twee Horusogen die weer boven de eigenlijke deur zitten waardoor de overledene in symbolische zin in de wereld van de levenden kijken kan, is de grafeigenaar afgebeeld bij een hoog met offers opgetaste tafel. Naast de deur is enerzijds de eigenaar van het graf, Ankhef afgebeeld zittend op een stoel, terwijl aan de andere kant 'z ijn geliefde vrouw Thek' staat terwijl ze aan een lotus ruikt.

2

Gestileerde en baardige menselijke figuur, gesneden uit ivoor. De ogen waren oorspronkelijk ingeleg d . Het figuurtje is een vertegenwoordiger van de vroegste fasen van de Egyptische sculptuur. Ivoor, misschien van een nijlpaard, h. 4,8 cm. ca. 3200 v. Chr. APM 15.999 Opgesteld

in

vitrine 10.

D • W. Arnold Meijer collec11c: C.A.R. Andrews en). van Dijk (edsl, Objew for Etcrnit). Egvptian AntiquitiC'!,irom the \,V. Arnold Meijer Collection, Mainz am Rhein, 2006. De sch1jndcur,het schrijfpalet en de Horusstèle zijn hierin gt•publiceercl door dr. )a,1p van D1Jk,het predynastische figuurtje door dr. Carol Andrews.

MEDEDELINGENBLAD

NR.

97

/ 2008


4

afb. 4 Schijndeur en tegelijk stèle van Ankhef uit Ehnasya el-Medina. Via de schijndeur trad de ziel (ka) van de overledene in contact met de wereld van de levenden . Offers

bestendigden het voortbestaan van de dode.

Kalksteen, h. 92 cm, Eerste Tussenperiode,

ca. 2160-1994 v. Chr. APM 16.000 Opgesteld in de lange gang van de benedenverdieping

van

het museum.

afb . 5 Schrijfpalet. In Egypte schreef men met de stengel van een bies, een soort penseel dus,

die in inkt gedoopt werd. Dit schrijfpalet op naam van de schrijver

Nafi heeft twee ronde holtes één voor rode en één voor zwarte inkt. De langwerpige opening in

het midden was bestemd voor de penselen. Het

In combinatie met het belangrijke houten beeld van de ka van een overledene uit het Oude Rijk (vitrine 16) kan het museum nu dankzij de schenking Arnold Meijer de Oudegyptische opvattingen tonen over de ziel en zijn relatie met de wereld van de levenden door middel van het offer.

aanwinst zijn nu twee traditionele types van Egyptische pen en inkthouders te zien in het museum: de dubbele inktpot van faience waarvan de reservoirs voor rode en voor zwarte inkt bijeengevoegd zijn in een sjen-ring, een koninklijke cartouche die het symbool van almacht is (APM 11.847 in vitrine 54) en het houten schrijfpa let waarop ook, rond de reservoirs voor inkt, de sjen-ring aangebracht is.

schrijfpalet is geschikt voor dagelijks gebruik,

SCHRIJFPALET

maar het komt waar-

Schrijven en schrift zijn een wezenstrek van de Oudegyptische beschaving. Het houten schrijfpalet van afi die schrijver was van de graanschuur van de tempel van de god Amon, stamt uit de latere jaren van de 13de of het begin van de 1gde dynastie (afb. 5). Met deze

schijnlijk uit een graf en zal dus zijn eigenaar in het hiernamaals van nut

geweest zijn. Hout en

VAN

NAF I

HORUSSTÈLE

De Oudegyptische beschaving was doortrokken van geloof in magische krachten. Horusstèles zijn daar een voorbeeld van (afb . 6) . De reliëfs, de naam zegt het

droge inkt, twee bijeen

behorende helften, 1.35,6 cm. Nieuwe Rijk,

..

laat 18d• - vroeg 19de

.:·.-:~

dynastie, ca. 1330-1280 v. Chr. APM 15.998. Opgesteld in vitrine 54.

~-

::

-

..:::-:..~

,.··:f

-


5

afb . 6 'Magische stele' met een voorstelling van de jonge god Horus die op krokodillen staat en kwalijke dieren in de han-

den heeft : Horus beteugelt zo het kwaad . De teksten die op dergelijke stenen staan, zijn bezweringsformules . In dit geval zijn ze te verbasterd om nog gelezen te kunnen worden . Hun magische kracht

blijft onverminderd . Zulke stenen behoren tot de volksreligie . Ze werden betast en met water overgoten dat zo de kracht van de steen in zich opnam en een genezende werking had . Serpent1niet ,

h. 10,2 cm. Ca. 180-30 v. Chr.

APM 15 997 Opgesteld in vitrine 26.

al, dragen aan de voorkant een figuur van de goddelijke zoon van lsis en Osiris, Horus. Hij wordt naakt, als kind, weergegeven terwijl hij staat op krokodillen. Die symboliseren het kwaad dat de god kan neutraliseren door het te vertrappen en die bezwerende functie blijkt ook uit de slangen, de schorpioenen en de leeuw en de gazelle die hij in zijn handen houdt. Boven het hoofd van Horus zit een masker van de welwillende god Bes. Op dergelijke stèles die in vele exemplaren, groot en klein, bewaard zijn, staan overal magische teksten die soms totaal verbasterd zijn. Als klein amulet werden ze op het lichaam gedragen. Grotere exemplaren stonden in de openbare voorhoven van heiligdommen waar de mensen ze konden aanraken. Daar werden ze overgoten met water dat zo de magische lading van de voorstelling van de Horusstèle opnam en ziektes en kwalen genas. Meestal zijn ze, net zoals dit exemplaar, sterk afgesleten. Dat is een bewijs van intense verering. Het museum bezat tot nu toe alleen een gehavend exemplaar van deze klasse. TOT

SLOT

Het is duidelijk: zo bewijzen vrienden niet alleen door hun aantal maar ook door schenkingen en bruiklenen een betrokkenheid bij het museum en verankeren het zo in de maatschappij.

SUMMARY

The past year has been ful l of activities, highlighted by important gifts. Besides building activities, the organizational integration of the Allard Pierson Museum and the Special Collections (Bijzondere Collecties) of the University of Amsterdam, comprising distinguished holdings of antiquarian books, manuscripts and maps, marks 2008 as memorable. Especially the Egyptian collection benefited from the generosity of friends. A richly clecorated wooden coffin, typical of the 21 st Dynasty, is now on long-term laan from a private collector, for which see the article by W illem van Haarlem in this Mededelingenblad. Two gifts are sistrum hand les made of Egyptian faience, alternately bearing the royal names of Osorkon and Amasis. They can fitting ly take their place beside a complete sistrum acquired a few years ago (fig. 2a -b). W. Arnold Me ijer has generously given four remarkable objects to the Egyptian department. Mr. Meijer's collection was exhibited in the Museum from overnber 2007 to March 2008 and has been published in a catalogue by C.A.R. Andrews and J. van Dijk (eds), Objects for Eternity. Egyptian Antiquities from the W Arnold Meijer Collection, Mainz 2006. The gifts include: ivory bearclecl predynastic figurine (fig . 3), limestone false-door stela of Ankhef of the First lntermediate Period, (fig . 4 , Pl. Il, wooden scribal palette of Nafy who livecl during the New Kingclom (fig . 5) and Ptolemaic Horuscippus of serpentine (fig . 6) . The importance of these outstancling gifts is clearly evident not only frorn the individual objects themselves bul also from their historica! significance within the Museum's Egyptian holdings. For their detailed publication see the collection catalogue available in the Museum.

MEDEDELI

N GE NB LAD NR . 97 / 2008


6

EEN THEBAANSE IN HET MUSEUM WILLEM

VAN HAARLEM , MET EEN BIJDRAGE

SARCOFAAG

VAN JOSÉE VAN DEN BERG

Kortgeleden heeft het museum een houten sarcofaag uit de 21 st e dynastie (1075-945 voor Christus ) in langdurige bruikleen gekregen ' (afb . 1a-f, PI.Il, IV) . Hij vult de collectie van de andere complete - vooral late - sarcofagen in het museum uitstekend aan en voorziet daarmee in een lacune 2 . Het museum bezat tot nu toe slechts twee fragmenten van eenzelfde soort sarcofaag . Dit complete exemplaar geeft echter een beter beeld van de begrafenisgewoonten uit die tijd.

afb. 1a Mummiekist van een Amen -priester . Hout en stuc , Egypte, Luxor, 21 st• dynastie , 1075-945 v. Chr. APM 16.500

Voorkant van het dek sel: het bovenlichaam is bedekt met kett ingen en bloemenkransen . Daaronder zijn afgebeeld van boven naar beneden : de god Heh van de One indigheid, aan weerskanten beschermd door valken met grote vleugels, voorstellende de dodengod Sokaris of de zonnegod ReHoracht i. Heh houdt twee ' kerfstokken ' in de handen waarop het verstr ijken van de t ijd symbolisch wordt b ijgehouden. Daaronder staat een valk met beschermend gespreide vleugels . In de middenbaan volgt daaronder een Ba-vogel (met mensen hoofd ), symbool voor levenskracht en contact met de wereld van de levenden . Daaronder is een scarabeekever afgebeeld als teken van wedergeboorte , met aan weersz ijden het teken voor het Westen (= de Onderwereld ); tenslotte staan hele maal onderaan twee figuren die het symbool voor de moedergodin lsis flankeren . De tekst b ij de voeten is beschadigd en niet meer leesbaa r.

De twee delen van de arcofaag, de kist en het deksel, staan opgesteld in een speciaal gebouwde v itrine in de mummiezaal. In dezelfde zaal zijn in vitr ine 125 de twee sarcofaagfragmenten van dezelfde tijd en herkomst (Pl. llla-b)3 te zien, die het museum al langer in bezit heeft. Deze zijn versierd met vergelijkbare motieven zoals gevleugelde scarabeekevers. De stijl daarvan is duidelijk zorgvuldiger dan die van de wat schetsmatigere afbeeldingen op deze nieuwe sarcofaag. EEN DRAAGBAAR

ROTSGRAF

De sarcofaag stamt uit de 21 sle dynastie (1075945 voor Christus) en is afkomstig van de Westoever van Thebe, het moderne Luxor in Boven-Egypte. Waarschijnlijk komt hij uit de geheime bergplaats van mummies van Amon-priesters in de rotsen bij de tempel van koningin Hatsjepsoet te Deir el-Bahari. Daar zijn in de 19de eeuw vele tiental len van dergelijke sarcofagen te voorschijn gekomen. Deze kisten zijn overal ter wereld verspreid geraakt, ondank s het feit, dat het destijds om offi c iële opgravingen van de Egyptische Oudh eidkundige Dienst ging. De meeste zijn evenwel nog steeds in het Egyptisch Museum van Cairo te zien. Door de grote hoeveelheid gedecoreerde kisten kunnen er verschi ll ende 'ambachtsli eden' of werkplaatsen uit worden afgeleid . In de 21 s1e dynastie werden de noodzak elijke teksten en de vele vereiste afbeeldingen voor het voort bestaan in het hiernamaals , die eerst op grafwand en stonden, steeds vaker op de kisten zelf (en op meegegeven papyri) gezet. Dat kwam omdat individu ele graven te kwetsbaar waren geworden voor grafrovers. In de door burgeroorlo gen onrustige tijden die de 2,s 1e dynastie beleefde , schoot het adequaat bewaken van al die graven er wel eens bij in . Zo konden de kisten met bijbehorende teksten en al gemakkelijk in veiligheid word en gebracht en bewaakt in grote verborgen verzamelpl aatsen. Zond er al di e garanties zou de overledene slecht af z ijn . De beschild erde sarcofaagwanden waren als het war e draagbare beschilderd e grafw anden geworden. DECORA TI E

Dit type sarcofaag wordt gekenmerkt door versieringen in de vorm van grote bloemenkr ansen, die als een soort boa's om de nek hangen. Een ander kenmerk is dat 1

APM 16.500 H. 1,80 m, br. 57 cm, d. 5 1 tm. Cederhout(/) met stuclaag. Bruikleen van een particuliere collectie.

2 W.M. van Haarlem. Een zeldzame li)kkis l uit Egypl<'. in· Mededel,ngenb/ad Amsterdam 93, 2006, 4-9. 3 APM 8 102 en 8 103. Twee fragmenten van dezelfde sarcofaag. APM 8102: linker schoudcrdcel. H. 31 cm, br. 50 cm. R. A. Lunsingh Scheurlecr, Egypte, geschen• van de Nijl, 1992, 31, fig. 10. APM 8 103: linker bcendeel. H . 28,8 tm, br. 66 cm. Idem, 29, fig. 8. H.A.G. Bnjder, G. Jurriaans-Helle, Een gid, voor de collecties van het Allard P,erson Musmm, 2002, 38, 42, afu. 24.


7

afb . 1b Linker zijkant van de sarcofaag. Deksel: van hoofdeinde naar voeteneinde: twee staande figuren , één met als hoofd een veer (= Ma'at, de godin van de Waarheid en de Kosmische Orde), de ander met een slangenkop; daaronder een zittende figuur; dan opnieuw dezelfde twee staande figuren. Daaronder staat lsis of Nephthys (te beschadigd om precies te identificeren) met uitgespreide vleugels, als beschermster van Osiris, de identiteit die iedere overledene aanneemt. Tenslotte 2 staande figuren waarvan de linker een Ma'at-veer als hoofd heeft .

Kist: van links naar rechts: een offertafel staat tussen de twee al bekende staande figuren, een met als hoofd een veer, de ander met een slangenkop. Dan volgt een Ba-vogel, staande op het teken voor het Westen, tegenover een mummievormige figuur . Rechts daarvan zien we vier staande figuren, waarvan één met als hoofd een veer. Rechts daarvan waken twee gevleugelde slangen (dit keer staan beiden waarschijnlijk voor de beschermgodin Wadjet) over een scarabeekever, met daaronder twee zittende figuren. Dan volgt rechts daarvan een

Ba-vogel, vervolgens een bizarre figuur met twee ganzenkoppen (Gengen -Wer, een schepper-god), de giergodin en beschermster Nechbet en een figuur met een slangenkop. Tenslotte een Ba-vogel tegenover Hathor, in de gedaante van een koe, die uit een woestijnberg tevoorschijn komt . Hier heeft deze multifunctionele godin de rol van beschermster van de westelijke woestijn, waar de Dodenstad zich immers bevindt.

mummievormige figuur. Daarnaast zit een mummievormige figuur tegenover een Ba-vogel, die staat op het teken voor het Westen, met links daarvan een figuur met een slangenkop. Een tweede figuur met een slangenkop staat tegenover een gevleugelde (beschermende) slang met daarnaast een figuur die een Ba-vogel aanbidt, die hier bovenop het teken voor het Westen staat. Daar links van staat weer een figuur met het symbool voor mummificatie voor zich;

vervolgens een offertafel en opnieuw een Ba-vogel, die bovenop het teken voor het Westen staat, gevolgd door een figuur met een slangenkop. Dan komt weer een staande figuur met opnieuw het symbool voor mummificatie voor zich; en tenslotte, net zoals op de andere kant, een Ba-vogel tegenover de koeiengodin Hathor, die uit een woestijnberg te voorschijn komt .

afb. 1c Rechter zijkant van de sarcofaag. Deksel: hier staan dezelfde figuren als op de linkerkant (afb . 1b), alleen heeft de staande figuur onderaan niet een veer als hoofd. Kist: van rechts naar links: een zonneschijf met een vleugel beschermend boven een scarabeekever . Dan staan twee mummievormige figuren tegenover elkaar met daarnaast een gier (de godin Nechbet) bovenop een offertafel tegenover een zittende

er bijna geen leeg plekje op deze sarcofagen te vinden is; altijd staat er buiten de voornaamste afbeeldingen wel de een of andere hiërog lief of decorat ieve band. D ie werden in bredere of smallere vorm ook gebruikt om de registers van elkaar te scheiden: een vorm van horror vacui. Al leen op hel hoofd- en voeteneinde aan de buitenzijde van de kist en aan de binnenzijde van hel deksel staat niets. In de beschrijv ing worden slechts de belangr ijkste elementen uil het versierings-schema genoemd. Op de sarcofaag zijn al lerlei belangrijke en minder belangrijke goden, wier pre ieze rol niet altijd meer te achterhalen is, afgebeeld. Veel elementen worden steeds maar weer herhaald om hun heilzame effect op het voortleven na de dood te onderstrepen. Het veelvuldige en opvallende afbeelden van slangen heeft ermee te maken,

dat daar meestal (maar niet altijd) een positieve, beschermende rol aan toebedacht werd in de Egyptische religieuze symboliek. Vaak vervult de helper-slangengod Neheb-Kau deze laak. HET DEKSEL

(afb . 1a, Pl. IV)

De voorgestelde overledene draagt een lange pruik die de oren vrijlaat. Zijn borst is bedekt met een groot aantal kralenkettingen en bloemenkransen . De onderste krans bestaat uit een rij lotussen. Twee gekruiste banden zijn eroverheen gedrapeerd. De handen zijn plastisch uitgevoerd en steken uil de symbolische mummiewindselen. Hel onderlichaam is bedekt met afbee ldingen van verschillende goden. Deze afbeeldingen lopen door op de linker en rechter zijkant van hel deksel (afb . 1b en 1c) .

MED EDELI NGENBLAD NR . 97 / 2008


8

afb . 1d De bodem aan de binnenzijde van de kist. Van boven naar beneden: een valk in een (zonne) boot ; daaronder staat een tweede valk tegenover een zittende figuur met een slangenkop. Daaronder lmentet, de Godin van het Westen, met staf en dorsvlegel in de handen als koningsattributen. Daar links van, van boven naar beneden : een staande mummievormige figuur; dan volgt een gesloten houten schrijn; en een slang met vele windingen . Rechts van lmentet, van boven naar beneden: een sfinx; een zittende valk en twee staande mummiefiguren. Tenslotte vinden we onderaan een grote scepter, geflankeerd door twee staande mummievormige figuren met de ruggen er naartoe gekeerd.

DE BUITENKANT

VAN

DE KIST

(afb . 1b -c)

Op de zijkanten van de kist staan - in tegenstelling tot de figuren op de zijkant van de deksel - de figuren naast elkaar. Ze zijn van hoofd naar voeten te bekijken. Bovenaan is een rij van afwisselend Ma 'atveren en uraeus-slangen aangebracht. Een hiëroglyfische tekst (afb. 2) staat zes maal op rechterzijde aan de buitenkant, en zeven maal op de linkerzijde (met lichte variaties), als scheiding tussen de verschillende scènes: 'De vereerde Osiris, de Heer van Eeuwigheid van het Westen'. Een naam is helaas niet gegeven, wel kunnen we er van uit gaan dat deze sarcofaag bestemd was voor een mannelijke priester van Amon.

afb . 2 Hiëroglyfische tekst, veelvuldig herhaald op beide buitenzijden van de kist .

DE BINNENKANT

VAN

DE KIST

(afb . 1d -f)

Op de bodem zijn van boven naar beneden allerlei figuren afgebeeld. Het grootste is lmentet , de Godin van het Westen, afgebeeld. Ze beschermt het lichaam van de overledene, dat als het ware bovenop haar rust (afb . 1d) . Aan het hoofdeinde aan de binnenkant van de kist staat een Horusoog met gevleugelde zonneschijf als bescherming van het hoofd (afb . Pl. Il) . Op de opstaande zijkanten staan de afbeeldingen weer onder elkaar. Dichtbij het lichaam staan hier onder andere de Zonen van Horus, begeleiders van de overledene en beschermers van de inwendige organen van de mummie , die apart gemummificeerd en opgeborgen worden in de 'canopenvazen ' (afb . 1e-f) .


9

afb. 1e De linker zijkant binnenin de kist . Van boven naar beneden : een gesloten houten schrijn; daaronder staan drie mummievormi ge figuren. Dan volgen de Zonen van Horus, met de volgende namen: eerst Duamutef (met de hon denkop , voor de maag) en Hapi (met de bavia nenkop voor de longen) ; en dan Kebehsenuef (met de valkenkap voor de darmen) en Amset (met het mensenhoofd , voor de lever) .

afb. 1f De rechter zijkant binnenin de kist . Van boven naar beneden : een houten schrijn ; daaronder staan drie mummievormige figuren. Dan volgen de Zonen van Horus, eerst Hapi en Duamutef , dan Amset en Kebehsenuef .

MEDEDELINGENBLAD

NR . 97 / 2008


10

afb . 3a-b Mummiekist. APM 16.500

Het gezicht vààr en na de restauratie .

RESTAURATIE

(JOSÉE

VAN

DEN

BERG )

Na binnenkomst in het Museum werd de kist voor onderzoek naar het restauratieatelier gebracht. Zowel deksel als kist bleken samengesteld te zijn uit vele stukken hout, die in elkaar gezel waren met behulp van pen-en-gat verbindingen. Hout was en is nu eenmaal schaars in Egypte en elk stukje moet dus worden gebruikt. Het hout is bedekt met een laagje stuc op basis van gelatine en kalk waar papyrusvezels doorheen gemengd zijn, op sommige plaatsen met linnen verstevigd. De stuclaag is overal aangebracht en beschilderd behalve aan de onderkant van de kist. De natuurlijke pigmenten die daarvoor werden gebruikt, bestonden uit rode en gele oker, roet, kalk, malachiet (voor groen) en verschillende mineralen voor blauw, zoals kobalt en azuriet. Onder andere op het gezicht zit een laagje lak dat oranje verkleurd is. Blauwe pigmenten onder de lak zijn daardoor groen geworden. Op sommige plekken

afb . 4a-b Mummiekist . APM 16.500

De kruisbanden over de borst vààr en na de restauratie.

heeft de lak losgelaten en is helder blauwe en helder witte pigment te voorschijn gekomen. Onderzoek met ultraviolet licht heeft maar op een enkele plek op de bodem van de kist moderne lak aangetoond als restant van een vorige restauratie-poging. Voordat de kist in het museum werd opgesteld, is hij behandeld. De beschilderde stuclaag die op verschillende plekken losliet, is weer vastgezet. Daarna werden losse delen hout verlijmd en verstevigd. Enkele schroeven die ooit waren aangebracht om de kist in een plexiglazen vitrine te bevestigen, maar intussen roestig waren geworden, werden verwijderd. De oude pen-engat verbindingen voldeden nog prima; de originele houten pennen zijn geconsolideerd en gelijmd. Daarna zijn ze weer in het daarvoor bestemde gat teruggeplaatst. In de loop der eeuwen hebben insecten zich een gangenstelsel gevreten door het hout. Daardoor heeft dat hier en daar een sponsachtige structuur gekregen en is het sterk verzwakt. Door intensief te injecteren met een


11

verstevigend middel is het hout weer geconsolideerd. Soms was de stuclaag met de verf bol gaan staan. Door het stuc voorzichtig week te maken en daarna met gewichtjes erop langzaam weer vlak te trekken, kon het laagje uiteindelijk weer vastgezet worden op het hout. Het gezicht is na reiniging met zachte penselen en wattenstaafjes met gedemineraliseerd water aanzienlijk li hter van kleur geworden. Ontbrekende delen in het stuc zijn aangevuld en geretoucheerd (afb . 3a -b). De gekruiste oranje banden over de borst zijn op dezelfde manier beter zichtbaar geworden (afb . 4a -b). Grote barsten in de stuclaag zijn zoveel mogelijk gevuld en geretoucheerd. Bij de kist ontbrak een stuk hout aan de bovenkant: daar is nu een stuk balsahout ingevoegd. Ook daar werden de houten pennen hergebruikt (afb . 5) . Het hoofdeinde van de kist is er helemaal af geweest (afb . 6 ). Het loszittende beschilderde stuc is weer vastgezet en ook zijn de houtwormgaatjes gevuld. De kist en het deksel zijn nu aanzienlijk verstevigd, zodat het ensemble kan worden tentoongesteld.

afb . 5 Mummiekist. APM 16.500

Plaatsing van een nieuw stuk hout als vervanging van een ontbrekend stuk.

afb . 6 TOT SLOT

Mummiekist.

Hoogstwaarschijnlijk heeft deze kist nog een binnenkist bevat, waarin de mummie met een stucco masker opgeborgen zat. Deze onderdelen zijn in de loop van de tijd gescheiden van de sarcofaag geraakt en misschien wel verloren gegaan. Het is evenwel niet onmogelijk, dat ze nog in enige andere collectie te vinden zijn. Tot die te voorschijn komen, heeft de buitenste kist in ieder geval al een mooie plaats gevonden in Amsterdam.

APM 16.500

Herplaatsing van de zijkant van de kist na consolidering.

LITERATUUR

G. Chassinat, La Seconde Trouvaille de Deir el-Bahari, Cairo 1909 G. Daressy, Cercueils des Cachettes Royales, Caïro 1909, CGC 61034 (sarcofaag van Djed-Ptah-iuf-anch) H. Gauthier, Cercueils Anlhropoides des Prètres de Montou , Cairo 1913 E. Gubel (ed.), Egypte Onomwonden. Egyptische Oudheden van het Museum Vleeshuis, Antwerpen 1995, 88-92 W.M . van Haarlem, Corpus Antiquitatum Aegyptiacarum, Allard Pierson Museum Amsterdam. Fase. 4: Sarcophagi and Related Objecls, Amsterdam 1998, 17-24 Lexikon der Ägyptologie 1, Wiesbaden 1986, 892-893 / V, 441-444 S. lkram / A. Dodson , The Mummy in Ancien/ Egypl, London 1998, 228-233 B. Porter/ R.Moss, Topographical Bibliography I, Theban Necropolis 2, Royal Tombs and Smaller Cemeleries, Oxford 1964 2 , 630-642 R. v. Walsem , The Coffin of Djedmonthuiufankh in the National Museum of Anliquities at Leiden 1, Leiden 1997, 379 ; Il, Pl. 46 (82a) / 131 (283). (Type 12 Bb) R.H. Wilkinson, The Complete Gods and Coddesses of Ancient Egypl, London 2003

SUMMARY

Description of the wooden sarcophagus APM 16.500 (Thebes, 21 st Dynasty), on long-term loan to the Museum. This is one of the many coffins of Amun priests founcl in cachettes on the Theban west bank near Deir el-Bahari. A detailed analysis and an explanation are given of the numerous representations on the coffin, including the lid, all meanl to ensure the survival of the deceased in the afterlife. An account of the conservalion process is provicled as wel 1.

MEDEDELINGENBLAD

NR . 97 / 2008


12

TONEELSPELERS

afb . 1

ROBERT LUNSINGH

ONTMASKERD?

SCHEURLEER

De slimme slaaf, een populair type uit de Nieuwe Komedie . Het masker met zwaar aangezette gezichtstrekken bedekt het gehele hoofd. Onder de korte mantel is de

A ct e urs in d e oudhe id droeg e n m ask er s t ijdens de voorstell ing e n z o zijn z e ook meest al we e rg e g e ven . Maa r de Griek e n waren, net als wij nu , ge ïntr igeerd door de mens achter het m ask er. Soms w ordt in hun b e eldende kunst de tegenstell ing tussen de f iguur die de acteu r speel t op het toneel en de ma n acht e r het m asker ben adrukt . Bij enkele terr acott as uit het Hellenistisch e Egypte zij n er reden e n om te vermoeden d at z e , nog afge zi en van hun kwalite it als anti e k e portretten , het ware ge zi cht van acteurs tonen . Een kennismaking is d an op zijn plaats .

arm zichtbaar waar -

Ptolemaeus (305-282 voor Christus). Beeldjes die er gemaakt werden van gebakken en beschilderde klei - de archeoloog spreekt van terracotta's - staan volledig in de tradities van de Griekse plastiek. Dat blijkt uit een figuur van een staande man en twee kopjes (afb. 3-5) . Het lichaam met mantel van de mannelijke figuur is een kleine versie geïnspireerd op de grote sculptuur uit de derde eeuw voor Christus. De gelaatstrekken van de twee kopjes zijn niet alleen identiek maar ook zo boeiend en persoonlijk dat het portretten moeten zijn. Opmerkelijk , alle drie de terracotta's hebben een puntige muts op het hoofd. Een dergelijke muts wordt ook gedragen door een acteur in Hildesheim , die eveneens in Egypte gevonden is (afb. 6) en door een toneelknecht op een Hellenistisch schilderij dat bekend is door een mozaïek uit Pompeii (afb. 2).

van de hand naar de kin gebracht is. Dat gebaar geeft in de antieke kunst aan dat er nagedacht wordt ; hier beraamt de slaaf een list. Egypte, terracotta, h. 10,2 cm, Jd• eeuw v. Chr. APM 7134

PUBLIEKE

FIGUREN

Theater is een spiegel van het menselijk gedrag. De toeschouwer wordt betrokken bij het lief en het leed van de figuren op het toneel en leeft mee naar de ontknoping. Men laat zich ontroeren of amuseren. Door hun vermogen de emoties te bespelen worden toneelspelers pub lieke figuren. Hun eigen persoon lijkheid en de rollen die ze spelen lopen in elkaar over. In onze wereld hebben de helden van film en tv die publieke rol van toneelspelers grotendeels overgenomen . Toch worden juist de sterren van het toneel nog steeds geëerd met portretten. Theaters als de Amsterdamse Stadsschouwburg zijn galerieën waar hun roem voortleeft. Hoe ging dat in de oudheid? Werden acteurs vereeuwigd? Toneel was populair'.

TERRACOTTA$

Bij opgravingen in de jaren rond het begin van de vorige eeuw werd duidelijk dat Memfis , de eeuwenoude hoofdstad van Beneden Egypte, onder Alexander de Grote en zijn opvolgers een belangrijk centrum van Hellenistische kunst werd. Daar werkten handwerkslieden volgens de nieuwste internationale trends. Ze kwamen uit Griekenland en Macedonië , het land van oorsprong van de nieuwe heersers, zoals de energieke generaal 1

Vitrine 262 op de bovenverdieping van het mu~eum is gew11daan het antieke theater. Nummer 20 van dit

Mededelingenblad, dat in 1980 verscheen naar aanleiding van de tentoonstelling 'Toneel ten Toon', gaat in op veel aspecten van het toneel in de oudheid. Een goede inleiding op het antieke theater met veel verdere literatuur· R. Green en E. Handley, Images of the Greek Thea/re, The British Museum, Londen 1995.

Elke antieke stad had zijn

eigen theater, het een nog groter en mooier dan het ander. Nu nog zijn de afmetingen, de zorgvu ldige bouwwijze en rijke afwerking even zove le aanwijzingen voor het belang dat men hechtte aan toneelvoorstellingen. Dionysus, almachtige god van de wijn en de vervoering, presideerde over het theater. Hij had er een altaar waarop hem offers gebracht werden. Acteurs reisden rond om voorstellingen te geven. Ze waren lid van beroepsverenigingen die onder de bescherming van Dionysus stonden. Samen werd er gegeten, gedronken en gefeest ter ere van de god. In het antieke theater zaten en stonden de toeschouwers in rijen op een natuurlijke of gebouwde glooiing die zicht gaf op het eigenlijke toneel. De voorstelling vond plaats op een podium. Daarop zag men, vaak van grote afstand, de toneelspelers aan het werk. Ze droegen maskers, de voorlopers van de tegenwoordige geschminkte koppen. Maar ook de op effect berekende opmaak van onze clowns zet die traditie voort.


13

afb . 2 Tekening naar een mozaïek uit het 'Huis van de Tragediedichter' te Pompeii. Acteurs gegroepeerd rond hun regisseur. Rechts wordt een toneelspeler

in zijn

pluizige sileenspak geholpen door een hulpje met een muts op het hoofd. Mozaïek, 1st• eeuw n. Chr., naar een veel oudere schildering . Musea Archeologico Nazionale, Napels. Naar: Guida del Musea Nazionale

di Napoli e suoi principali monumenti ,;

i//ustrati, Napels

;

,

(

,/'

l"<• t.

z.d., pl. 25

VERSTILD

afb . 3

Nu zijn de weergaven van toneelspelers uit de oudheid en hun maskers verstilde resten van een wereld die eens vol leven was, waar het gesproken woord, het grote gebaar en het gejuich heersten. Het publiek kende de maskers. Direct bij het opkomen van een acteur wist men precies welk personage verbeeld werd. De maskers van toen zijn bekend door antieke beschrijvingen en door afbeeldingen die bewaard zijn in handschriften, op wandschilderingen en vazen, op mozaïeken en door de weergaven in brons en marmer, ivoor, gips en aardewerk. Zo was er de populaire drukke slaaf met zijn slimme ogen onder hoge wenkbrauwen. Met zijn grote bek was hij tot in de verste hoeken van het theater te verstaan. Het publiek was dol op hem. Een dergelijke figuur is uitgebeeld in een fascinerende terracottafiguur uit Memfis: ook in Egypte haalde hij zijn streken uit (afb . 1).

Staande figuur. Het om de schedel liggende kapje verwijst naar zijn beroep als acteur. De afwerking van het uit mallen gevormde lichaam met een spateltje maakt het tot een klein kunstwerk. Een mooi effect geeft het contrast tussen de onbedekte delen van het lichaam en de rijke plooival van de mantel die bij de typering van een

Maskers zoals dat van de slimme slaaf en de andere rollen werden door een specialist gemaakt, de skeuopoios. Ze moesten groot zijn want ze bedekten niet alleen het gezicht maar het gehele hoofd van de acteur. Misschien rustten ze net als een helm op een beschermende kap van vilt of leer. Ze waren kleurig beschilderd. Dat bewijzen de antieke modellen van maskers van terracotta. Ze waren ook met haar beplakt. Maar waarvan ze precies gemaakt waren, staat niet vast. Het moeten vergankelijke materialen geweest zijn zoals linnen, gips, leer en papiermaché van papyrus. Bewaard is er niet een.

filosoof passen. Afkomstig

uit Memfis

in Egypte. Terracotta met resten van beschildering,

h. 10,8

cm, 3de eeuw v. Chr. APM 7243

KOMEDIE

Met de verbreiding van de Griekse cultuur tot aan India en Assoean verrezen, in het kielzog van de soldaten van Alexander de Grote, overal nieuwe steden. MEDEDELINGENBLAD

NR. 97 / 2008


14

afb. 4 Portretkopje,

De werken hangen aan elkaar van ingewikkelde intriges die natuurlijk over de liefde gaan, met persoonsverwisselingen, vondelingen en koppelaarsters, slappelingen en zwendelaars. De gelaatstrekken van Menander zijn goed bekend door een portret dat in een vijftigta l exemplaren van verschillende grootte in brons en marmer overgeleverd is; een bewijs van zijn enorme reputatie.

wellicht

portret van een acteur met een kalotje op het hoofd. Identiek met het portretkopje

van

afb. 5. Van een figuur als afb. 3. Terracotta met resten van kleur,

HOOFDDEKSEL

afkomstig uit Memfis,

Toneelspelers die niet in actie zijn, worden meestal weergegeven met hun masker in de hand, zodat ze als acteur herkenbaar zijn . Het zogenaamde huis van de tragediedichter in Pompeii is beroemd door een mozaïek waarop een gezelschap acteurs staat (afb. 2) . Rond hun leider maken zij zich klaar om op te komen . De dubbelhobospeler repeteert danspassen met twee spelers en rechts staat een acteur die de rol van een sileen moet spelen en die in de harige maillot die bij die rol hoort, gehesen wordt door een hulpje of een jonge collega met een mutsje.

Egypte, h. 3,5 cm, 3de eeuw v. Chr.

APM 7439

Er was altijd, onmisbaar voor de Griek, een sportschool (gymnasion ) en een theater. Daarmee onderscheidden zij zich van vreemde culturen. In die eeuwen was de ieuwe Komedie de Griekse toneelvorm bij uitstek die overal in de Hellenistische wereld gespeeld werd . De grootste reputatie als schrijver ervan had de Athener Menander (342-293 voor Christus) 2 • Van zijn oeuvre zijn nogal wat stukken teruggevonden, meestal fragmentarisch, die geschreven z ijn op Egyptische papyrus. Het droge klimaat van het land van de Nijl heeft ze bewaard.

afb . 5 Portretkopje.

Uit

dezelfde vorm als afb.

Net zo'n hoofddeksel wordt gedragen door de staande man uit Memfis die in de huidige toestand 10,8 cm hoog is (afb. 3) . Hij is gehuld in een mantel die in ruime plooien laag om de heupen geslagen is en de benen grotendeels bedekt. Enkels en voeten zijn verloren gegaan. Het linkerbeen is voor het rechter been geplaatst waardoor de figuur, die ook enigszins draait om zijn as, een S-vormige curve vertoont. Borst en welvende buikpartij met de navel zijn onbedekt. De mantel zit over de rug, valt over de linkerschouder en hing neer vanaf de nu ontbrekende maar oorspronkelijk naar voren gestrekte linker benedenarm. De breuk bij de rechter schouder geeft aan dat de ontbrekende arm gestrekt was. Het lichaam is gevormd uit mallen voor voorkant en achterzijde. De voeg tussen beide helften is nog te ontwaren bij de draperie langs de linker arm, Maar verder zijn sporen uitgewist want de figuur is na het vormen zorgvuldig afgewerkt met een modelleerhoutje. Het resultaat is van een boeiende plastische kwaliteit.

4. Van een figuur zoals afb. 3. Afkomstig

uit

Memfis, Egypte. Terra cotta met resten van kleur, h. 4 cm, 3de eeuw v. Chr.

APM 7440

1

Over Mcnander: N. Zagagi, The Comedy of Menander. Com·ention , Variation & Orig1na/1ty, Bloomington en lnd,anapolis 1995.

PROBLEEM

Bij de hals van de figuur van afb. 3 zitten resten van een witte grondlaag die eens de hele figuur bedekte. En daar stuiten we op een probleem. Hoofd en lichaam zijn nu bijeengevoegd. Maar horen ze wel bij elkaar? Bij onderzoek in het restauratieatelier van het museum bleek dat de breukvlakken niet echt naadloos op elkaar passen. Anderzijds is de klei van hoofd en lichaam identiek van structuur en kleur. Het blijft mogelijk dat kop en lijf wel bijeenhoren en dat het figuurtje, in gebroken toestand gevonden, slordig 'gerestaureerd' is. In elk geval, het kopje past in de serie die ons hier interesseert. De witte grondlaag zit ook op delen van het gezicht waarover bovendien sporen van een lichte huidkleurige tint bewaard zijn gebleven. Door die restjes kleur en de beschadigde neus is het moeilijk om de gelaatstrekken goed te ontwaren. Maar het is duidelijk dat een niet meer zo heel jonge man voorgesteld is. Zijn gezicht wordt omgeven door een rij springerige krullen die onder het mutsje uitkomen. Het opvallende hoofddeksel komt


15

afb . 6

nogmaals voor bij twee terracotta kopjes in het museum (afb . 4 en 5) . De twee zijn zo gelijkend dal ze wel uit dezelfde vormen moeten komen en dus ook uit één en hetzelfde atelier zullen stammen. Dergelijke ' multiples ' zijn kenmerkend voor terracottawerkplaatsen die immers in serie werkten. Maar ze zijn zelden bewaard.

Lijvige toneelspeler. De armen waren apart gemaakt en zijn verdwenen. De staande acteur keek naar zijn gebarende rechter arm .

Ook voor deze kopjes geeft de inventaris van het museum Memfis als herkomst. Ze zijn gemaakt uit twee mallen: een voor het gelaat en een voor het achterhoofd met muts. In het voorhoofd zitten twee rimpels en langs de zijkanten van de mond huidplooien. Boven de neus zitten telkens twee groefjes. De twee kopjes zijn een fractie groter dan het hoofd van de staande figuur. De kleur van de gebakken klei is hetzelfde. Ook al gezien de herkomst zou er een relatie tussen de twee en het hoofd van de staande man kunnen zijn. Verschillen in grootte laten zich verklaren door de techniek. Afdrukken uit mallen werden wel gebruikt om nieuwe negatiefvormen Lemaken. Krimp van de klei bij hel drogen verklaart het verschil in grootte van de exemplaren uit de opeenvolgende 'generaties' mallen.

Terracotta, h. 16,5 cm,

3de

eeuw v. Chr .

Hildesheim , Pelizaeusmuseum, inv. 2235

ZWAARLIJVIG

De archeoloog Nikolaus Himmelmann heeft de drie terracottas in Amsterdam vergeleken met een figuur van een zwaarlijvige acteur in Hildesheim, met uitgesproken gelaatstrekken (afb. 6) 3 • Ook deze draagt weer het puntige hoofddeksel. Onder zijn korte mantel zit een hemd waarvan de rand bij de hals duidelijk zichtbaar in de klei is aangegeven. Himmelmann stelt voor al deze figuren als toneelspelers te beschouwen. Zijn suggestie heeft bijval gevonden. Misschien stelt ook

afb . 7a-b Kopje met een puntig hoofddeksel. Rimpels in het voorhoofd

en zeer

persoonlijke trekken maken het tot een fascinerend portret . Egyptische faience. De kleuren, waren oorspronkelijk waarschijnlijk feller . Ze zijn nu lichtgroen en blauw voor de pupillen en de springerige haarlokken . H. 3,8 cm ,

3 de

eeuw v. Chr.

Part iculiere collectie

3 N. l limmelmann noemt in zijn

Alexandria und der Realismw, in der griechi~chenKunst, Tübingen 1qsJ, p. 36, noot 75. pl. 5 en 4a en b, het figuu rtje en de twee kopJes tn de collectie van het A llard P,erson en brengt ze in vc-rband met de figuur in Hil desheim.

MEDEDELINGENBLAD

NR . 97 / 2008


16

uitgesproken, om niet te zeggen karikaturale gelaatstrekken . In de artistieke tradities van de Hellenistische kunst worden volkse types op die manier weergegeven. De twee Dioscuren, de ook in Egypte vereerde goddelijke zonen van Leda, zijn herkenbaar aan puntige mutsen of helmen, al dan niet met een ster er boven. Zij hebben echter steevast rimpelloze en jeugdige gezichten zonder uitgesproken portrettrekken. Tenslotte wordt Odysseus weergegeven met een puntige muts die hem kenmerkt als reiziger. Hij echter heeft weer altijd een baard. Voorlopig houden wij het er op dat de kopjes portretten van toneelspelers zijn die even bekend waren in hun tijd als de latere Romeinse acteurs die we soms nog bij naam kennen.

afb . 8 Toneelspeler uit Pompeii . Onder zijn mantel (pallium) draagt hij een hemd net zoals de lijvige toneelspeler van afb. 6. Terracotta .

h. 1,15 m, ca. 70 n. Chr. Museo Archeologico Nazionale di Napoli, 22249

FILOSOOF

?

De weergave van mensen in de Griekse beeldhouwkunst van de eeuwen na Alexander de Grote, de Hellenistische periode , kan ingedeeld worden naar typeringen waarmee de maatschappelijke rol van de voorgestelde aangegeven wordt. Zo zijn er naast de vergoddelijkte vorsten, de goden zelf die er als baardige en atletische (groot)vaders uitzien. Er zijn fraai geproportioneerde sportlieden en vergeestelijkte filosofen. Het lichaam van de figuur waarvan niet vaststaat of het hoofd er bij hoort (afb . 3), deels ontbloot, niet atletisch en gehuld in een mantel, lijkt nog het meest op de weergave die passend geacht werd voor filosofen en redenaars. Die, beroemdheden vaak, worden in de Hellenistische kunst slechts met een omgeslagen mantel afgebeeld . Het lijkt er op dat het portret van een toneelspeler gevoegd is bij het lichaam van een filosoof of een redenaar. Het beeld van de toneelspeler zoals de man in Hildesheim, is op dit type voorstelling geïnspireerd (afb . 6) . Minder vergeestelijkt, waarschijnlijk meer begaan met zijn comfort, wordt hij weergegeven met een tuniek onder zijn mantel. Die gewoonte leeft voort in een levensgroot beeld van een toneelspeler uit Pompeii dat in 1762 gevonden werd (afb . 8) •. Zijn ware gezicht gaat voor altijd verloren achter zijn masker.

een portretje van Egyptische faience van een man met rimpels in het voorhoofd een toneelspeler voor (afb . 7a-b). Het is bij de hals afgebroken en aan de rechterzijde zit een nog niet verklaarde beschadiging . Het was tot nu toe ten onrechte onbekend. De traditionele Egyptische faiencetechniek is hier met verbazingwekkend meesterschap gebruikt voor een portret dat zo boeiend is dat de beschouwer zich onwillekeurig vragen stelt over de persoonlijkheid van de geportretteerde. Dat is een kenmerk van een geslaagd portret. De muts geeft misschien ook hier aan dat we te doen hebben met een toneelspeler. Toegegeven, er zijn nog andere voorbeelden van dergelijke hoofdd eksels uit Egypte bekend . Zo komen ze voor in combinati e met koppen met zeer 4

Voor de acteur uit Pompeii vergelijk: Th. Kraus, L. Von Matt, Pompeii und Hercu laneum. Antl,tz und Sch,cksa/ zweier antiker Städte, Keulen 1977, pl. 40.

SUMMARY

In antiquity, actors were usually shown as masked (fig. 1). Early Hellenistic workshops at Memphis, Egypt, manufactured a standing man and two small, identical terracotta heads portraying individual features (figs . 3-5) . In fact, the body and head of the standing man may not belong together, as the body is the philosopher type . Each hcad ha a pointed cap. Anolher image of an actor in Hildesheim has the ame poinled cap (fig . 6). And an additional miniature portrait, in this instance made of Egyptian faience, can be added to the series (f ig. 7). Could it be that the individual faces of normally masked actors are revealed in these fascinating documents from Ptolemaic Egypt?


17

IN DE BAN VAN PAN PANIEK IN HET MUSEUM GERALDA JURRIAANS -HELLE

De meeste mensen kennen de god Pan als de herde rsgod met zijn bokkenpot e n en hore ntje s, die er om bekend sta at dat hij er een du ivels plez ier in heeft mens en dier te laten schrikken . Maar de god he eft vele ged aantes en zijn uiterlijk ve randert door de eeuwen heen evenals z ijn betekenis . De kle ine god die spelend op zijn panflu it door het afgelegen Arkadi ë op de Peloponnesos dwaalt , groe it uit tot een allesomvattende god . Hoe sterk de collectie van het Allard Pierson Museum is, blijkt we l weer uit het fe it dat vrijwel alle stadi a van de ze ontw ikkel ing te illustreren zijn aan de hand van voorbeelden uit het museum .

ARKADIË

De god Pan heeft zijn wortels in het afgelegen binnenland van de Peloponnesos, Arkadië. Dat gebied werd vooral door herders bevolkt en Pan was de god die de kuddes beschermde en zorgde voor de vruchtbaarheid. Er zijn uit de zevende en zesde eeuw voor Christus enkele afbeeldingen van rechtopstaande en dansende bokken bewaard en waarschijnlijk werd Pan zo voorgesteld. De naam Pan wordt etymologisch in verband gebracht met de stam pa die ook bijvoorbeeld in pastor 'herder' is terug te vinden. Er zijn meerdere verhalen in omloop over zijn afkomst. Zo wordt hij een zoon van Zeus en Kallisto genoemd, maar andere schrijvers zeggen dat hij een kind is van Apollo of Hermes en Penelope (Herodotus , Historiën 2, 145). Waarschijn lijk is dit een plaatselijke nimf , maar door de gelijke naam zag men er ook wel de vrouw van Odysseus in. De god zou dan Pan heten omdat hij de zoon is van Penelope en alle vrijers. Zijn naam werd hierbij op grond van een onjuiste etymologie in verband gebracht met het Griekse woord pan dat 'alles' betekent. Deze onjuiste etymologie wordt

ook gevonden in de Homerische hymne aan Pan (Hymne 19, 45-47) uit de vierde eeuw voor Christus: daar wordt verteld dat hij Pan genoemd werd omdat alle goden hem leuk vonden. Hij hoorde echter niet bij de O lympische goden, maar verbleef in Arkadië.

afb . 1 Pan in de gedaante van een staande bok speelt op een dubbele hobo bij een symposion met

Zijn aanwezigheid werd het best gevoeld wanneer op een hete namiddag de schapen en geiten die rustig lagen te herkauwen , plotseling zonder aanwijsbare reden opsprongen en er van door gingen. Dan was de kudde vo lgens de Grieken panikos , 'door Pan bezeten', in paniek. Het rustige leven van Pan veranderde aan het b gin van de vijfde eeuw voor Christus.

Dionysus . Afbeelding op de rand van een krater. Aardewerk, h. 10,5 cm, Athene, ca. 490 v. Chr. APM 2117

MARATHON

In 490 voor hristus reisde de Athener Pheidippides (of Philippides) door de Peloponnesos om de Spartanen om hulp te vragen in de strijd tegen de Perzen. Hoewel de Spartanen om religieuze redenen niet aan dit verzoek voldeden, was de reis van Pheidippides niet voor niets: onderweg kwam hij bij het Parthenion-gebergte de god Pan legen. Deze vroeg hem waarom hij niet vereerd MEDEDELINGENBLAD

NR.

97 / 2008


18

afb . 2

Pan met bokkenpoten en horens als schaapherder. Aardewerk , h. 17,8 cm, Boeotië, 4de_3de eeuw v. Chr. APM 1032

werd door de Atheners terwijl hij hun toch vaak van nut was geweest en dat ook in de toekomst zou zijn (Herodotus , Historiën 6, 105-106 ). Volgens Pausanias(1, 28,4) beloofde de god naar Marathon te komen om voor de Atheners te vechten. En inderdaad raakten de Perzen, die met een overmacht tegenover het Atheense leger stonden, in paniek. Zij liepen elkaar omver en verloren de slag. De Atheners hebben toen als dank aan de noordkant van de Akropolis een heiligdom voor Pan opgericht. Vanaf dat moment werd Pan in Athene vereerd en vervolgens veroverde hij in de loop van de vijfde eeuw de gehele Griekse wereld. Zijn landelijk e afkomst verloochende hij nooit , want hij werd bij voorkeur in grotten en een landelijke 'Arkadische' omgeving vereerd. Een van zijn attributen is de lagobolon , een soort werpstaf die herders gebruikten om op klein wild te jagen. De vermoedelijk oudste afbeelding van Pan op

afb . 3

Antefix met kop van Pan. Aardewerk, h. 17,8 cm, Tarente, ca. 350 -325 v. Chr. APM 1116

Attisch aardewerk, geschilderd kort na de slag bij Marathon , bevindt zich in het Allard Pierson Museum (afb. 1) '. Op de rand van een krater, een vat waarin bij het drinkgelag wijn en water werden gemengd, is een staande bok afgebeeld die op een dubbele hobo speelt. Hij staat aan het voeteneind van een aan ligbed en rondom dansen satyrs en een maenade. Vermoedelijk is

een van de aanl iggende mannen Diony5us, de god van de wijn. Pan is hier nog geheel voorgesteld als een bok, zijn enige menselijke trekje is het feit dat hij rechtop staat en de hobo bespeelt. BOK EN MENS

1 APM 2 117. Mededelingenblad Amsterdam 30, 1984, IJ; idem 68, 1997 , 20, afu. 2 1; idem 75/76, 1999, 38, nr. 35; L/MC s.v. Pan, nr. 4; Boardman, John, Tlw great god Pan: the Survival of an Image, Londen-New York 1997, 27, fig. JO. 2 APM 1032. Mededelingenblad Amsterdam 68, 1997, 20, !'I.V. 3 APM 1116 . Patricia 5. Lulof, Architectural Tcrri1cottasir1the Allard Pierson Museum, Allilrd Pierson Series, Collct1 1ons 2, Amsterdam 2007, 63-64, nr. 66, fig. 26a-b, Pl. 2 1c-d. 4 APM 7 1O H. . van Gulik, Catalogue of th<' 8ronz<'s ,n the Al/are/ Pierson Museum, Amsterdam 1940 , nr t 55;L/MC s.v. Pan, nr. 19. 5 APM 3248.

Vanaf de tweede helft van de vijfde eeuw voor Christus wordt Pan steeds menselijker afgebeeld. Een Boeotische terracotta (afb. 2) uit de vierde eeuw voor Chr istus toont Pan als een staande man met bokkenpoten , dierlijke oren en horens 2 • Zijn gezicht is menselijk , maar met dierlijke trekken. Het schaap aan zijn voeten laat zien dat hij nog steeds een herdersgod is. Een mooi voorbeeld van een vermenselijkte Pan staat op een antefix 3, een afsluitplaat die ooit de dakrand van een gebouw in Tarente sierde (afb. JJ. De god is duidelijk herkenbaar aan zijn horens. Zijn gezicht is menselijk , waarbij vooral zijn dikke wenkbrauwen en ruige haardos voor een dierlijk effect zorgen. Het type blijft de gehele oudheid bestaan: ook het bronzen masker uit de Romeinse periode (afb. 10) toont Pan als een man die vooral dankzij de horens en de puntige baard als de bokkengod herkenbaar is• . Naast het type van Pan als oudere en ernstige man, ontstaan er ook andere varianten: Pan als schone jongeling, slechts herkenbaar aan zijn horens en Pan als een klein koddig godje dat graag achter de vrouwen aanzit en opduikt in het gezelschap van Dionysus (afb. 4) .


19

wedstrijd. Natuurlijk verliest hij , maar koning Midas is aanwezig bij de wedstrijd en zegt als enige dat hij de muziek van Pan mooier vindt. Als straf geeft Apollo hem ezelsoren (Ovidius , Metamorfosen 11, 146-179). Dit verhaal is een doublet van het verhaal van de satyr Marsyas die de dubbele hobo bespeelt. Ook hij daagt Apollo uit voor een wedstrijd en met hem loopt het slecht af: als straf voor zijn hoogmoed wordt hij levend gevild , een straf die Pan ontgaat, wellicht omdat hij als god toch wat hoger in aanzien stond dan de satyr. Op twee voorwerpen in het museum is Pan afgebeeld in combinatie met een satyr. Op een kornalijnen gem is het ook letterlijk een combinatie: de achterhoofden van Pan en de satyr zitten tegen elkaar aan (afb . 6) 8 . Onder de koppen zijn in Grieks alfabet de letters Pen een M geschreven, wellicht een verwijzing naar de beginletters van de namen Pan en Marsyas, wier mythen zo op elkaar lijken en die vaker met elkaar vermengd worden. Een vergelijkbare voorstelling staat in reliëf op een Romeins oscillum, een marmeren plaat die tussen de zuilen van een peristilium werd gehangen•. Hier gaat het echter om twee maskers die met de achterkanten tegen elkaar liggen (afb. 7) . De afbeeldingen lijken echter zoveel op elkaar dat het ook hier heel goed om Pan en Marsyas zou kunnen gaan.

afb . 4

Kleine Pan achtervolgt een maenade . Aardewerk, h. 22,2 cm, Zuid-Italië, Capua Schilder, ca. 350 v. Chr. APM 3248

afb . 5

Pan met panfluit, bestaande uit rieten buisjes van verschillende lengte. Terracotta, h. 8,5 cm, Egypte, Romeinse periode. A PM 7305

Op een Zuiditalische oliefles (/ekyth) ' jaagt hij achter een maenade aan die voor hem wegvlucht , zoals de meeste vrouwen in de mythen zijn liefde niet beantwoorden. Een van deze onbeantwoorde liefdes leidde tot de uitvinding van de Panfluit. SYRINX

Het instrument dat onlosmakelijk met Pan is verbonden, is de panfluit of syrinx (afb . 5) 6 • Aan de uitvinding ervan is een mooie mythe verbonden die Ovidius in zijn Metamorfosen vertelt (1, 689-712 ): Pan die graag bij de nimfen vertoeft, wordt verliefd op de nimf Syrinx. Zij wil echter niets van hem weten en vlucht voor hem. Hij achtervolgt haar en wanneer hij haar bijna heeft ingehaald, smeekt zij de waternimfen om haar te redden. Op het moment dat Pan haar vastpakt, verandert zij in riet. Uit het riet snijdt Pan dan stengels van verschillende lengte en voegt die samen tot een panfluit , zodat hij altijd de slem van Syrinx bij zich heeft. De Hellenistische dichter Theocritus (ca. 310-240 voor Christus) heeft een kunstig gedicht geschreven over Pan dat de vorm van een syrinx heeft: de regels worden steeds korter 7• 6 7

PAN EN MARSYAS

De panfluit speelt ook een rol in een ander bekend verhaal: Pan vindt zijn muziek zo mooi dat hij Apollo , de god van de muziek, uitdaagt voor een

APM 7305 . M ededelingenblad Amsterdam 68, 1997, 2 1, afb. 23; idem 75176. 1999, 15, atb. 34; 37 nr. 28. Een bespreki ng en vertalin g doo r Prof. A.G.Ve rdenius van dil 1ypi sche Hellenistische raaclselgedi cht is Ie vinden in Herme111• u<42 (1970- 197 1) nr. f>, 123-330. Op de wcbs 11 e van hel Nederlands Klassiek Verbond www. nkv.nl is het bl..id Hcrmcne us digitaal te vinden.

8 9

APM 79 11. A PM 15.076. 11.A.G. Brijd er, G. lurri aans-1lell e, fen gids voor de co ll ecties ,·an het A l/are/ Pierson Mu seum, 2002, 196, 197 afb. 178; Medede linfsl'll l>lad Ams terdam 83, 2002, 15, afö. 1

MEDEDELINGENBLAD

NR. 97 / 2008


20

DIONYSUS

afb . 6 Pan en de satyr Marsyas(?). Onder de koppen zijn een Griekse P en een M geschreven. Cornalijnen gem,

Al op de oudste afbeelding van Pan (afb. 1) wordt de god in verband gebracht met Dionysus. Waarschijnlijk werd hij vanwege zijn halfdierlijke uiterlijk geassocieerd met de vaste gezellen van de wijngod , de satyrs. Het uiterlijk van Pan neemt vanaf de vierde eeuw vaak trekken over van satyrs en omgekeerd. Vaak zijn alleen de horens een teken dat het Pan is die is afgebeeld en niet een satyr. Onder invloed van de satyrs, van wie er meer zijn , worden dan ook vaak meerdere Pannen afgebeeld op hetzelfde voorwerp. Een duidelijk voorbeeld is de grote Dionysus-sarcofaag (afb. Sa-d) 10• Hierop staat Pan meerdere malen afgebeeld. De duidelijkste is de grote dansende Pan aan een van de zijkanten. De god is frontaal afgebeeld en houdt in zijn ene hand zijn panfluit en in de andere een lagobolon.

h. 1,1 cm, Egypte?, Romeins? APM 7911

afb. 7 Oscillum met maskers van Pan en satyr (Marsyas?). Marmer, h. 28,7 cm, Romeins, 1st• eeuw n. Chr. APM 15076 10

APM 10.654. Medede l,ngenb lad Am<terdam 30, 1984, 23-29; 68, 1997, 2 1, afb. 22; E.M. Moormann, Ancient Sculpture in the Allard Pierson M useum Am,;terdam,Allard Pierson Series,Collcc-tions 1,

Amslerdam 2000, 161-164 nr. 22 1, fig. l0A-D, Pl. 77-79; H.A.G. Brijder, G. Jurriaans- Helle, Een gids voor de collecties van het Allard P1erson Museum, 2002, 202 , 205 afb. 186, 187.

Onder hem staat een cisla, een ronde doos met voorwerpen die bij de riten werden gebruikt , waaruit een slang kruipt. Het lijkt of Pan al dansend de deksel heeft open geschopt. Links onder aan de voorkant copuleert een kleine Pan met een geit (afb. Sb) . De groep is beschadigd, maar de scène is ook bekend van andere sarcofagen en beelden. Op de andere zijkant weert een kleine zittende Pan een bokje af (afb. Se). Daarboven is in de achtergrond het profiel van Pan uitgehakt (afb. Sd) . THEATER

Een andere link tussen Dionysus en Pan is het theater. Het woord 'tragedie' betekent letterlijk 'bokkenzang' en waarschijnlijk gaan de opvoeringen terug op voorstellingen met als bokken verklede koorleden. Dat brengt ons terug bij de reeds genoemde vroege


21

afb . Sa Dansende Pan bij een cista mystica, waaruit slang kruipt. Detail van Dionysus-sarcofaag. Marmer, h. 81 cm, Rome,

200-225 n. Chr. APM 10854

afb . Sb Pan copuleert met een geit . Detail van Dionysus-sarcofaag . APM 10.854

afb. Se

afb . Sd

Zittende Pan weert geit af. Detail van Dionysus -sarcofaag .

Profiel van Pan. Detail van Dionysus -sarcofaag .

APM 10854

APM 10.854

MEDEDELINGENBLAD

NR.

97 / 2008


22

voorzagen een godenbeeld van hun eigen portret. De (van oorsprong Griekse) opvolgers van Alexander namen deze gewoonte over. Sommigen van hen lieten zich uitbeelden als de god Pan, zoals Ptolemaeus lil van Egypte (afb . 11) 12. Dat lijkt misschien een wonderlijke keuze, maar sinds Marathon werd Pan gezien als de god die de vijanden in paniek brengt en daarmee zorgt voor de overwinning en succesvolle veldheren wilden graag met hem geassocieerd worden.De keuze van Ptolemaeus voor Pan is echter ook te verklaren uit de Egyptische godsdienst. De Griekse goden waren menselijk van gedaante en Pan was daarop een uitzondering. In Egypte werden de meeste goden als dier of als mens met een dierenkop vereerd en er waren verschillende goden met de kop of horens van een schaap of geit. Zeus Amman had ramshorens, evenals Chnoem , die in Mendes vereerd werd. Herodotus (Historiën 2, 46 en 145) spreekt van een Egyptische god Mendes (en bedoelt waarschijnlijk Chnoem , de god van Mendes) die hij gelijkstelt met Pan en zegt dat deze in Egypte tot de oudste generatie goden werd gerekend.

afb. 9 Votiefgeschenk in de vorm van masker van Pan . Aardewerk, h. 12,5 cm, Sicilië, 3de_2d• eeuw v. Chr. APM9998

De genoemde goden werden in de Griekse tijd gezien als alles beheersende goden. Enerzijds op grond van de gelijkstelling van Pan met de god van Mendes, anderzijds op grond van de onjuiste etymologie die de naam Pan van het Griekse pan 'alles ' afleidt , werd Pan in de filosofis che stroming van de Stoa een pantheïstische god Pl. 10

Masker van Pan met horens en baard . Brons, h. 12,6 cm, Romeins, ca. 50 n. Chr. APM 710

voorstellingen van rechtop dansende bokken. Ook satyrs speelden een belangrijke rol in het theater, vooral natuurlijk in de satyrspelen. In dergelijke toneelstukken kwam Pan ongetwijfeld ook voor. Het museum bezit een alleraardigste groep aardewerken votiefgeschenken in de vorm van een toneelmasker . Allerlei vaste figuren uit de komedie zijn uitgebeeld , onder wie ook Pan (afb . 9), duidelijk herkenbaar aan zijn horentjes 11 • Zijn rechtopstaande haar wordt wel in verband gebracht met zijn eigenschap om mensen aan het schrikken te maken. DE ALGOD

Door de veroveringen van Alexander de Grote vermengde de Griekse cultuur zich aan het eind van de vierde eeuw voor Christus met de culturen van Egypte en het Nabije Oosten. Oosterse ideeën over goden en koningschap deden hun intrede in de Griekse wereld en waren ook van invloed op het uiterlijk en het karakter van Pan. In het oud e Griekenland was het ondenkbaar dat een politi cus of generaal zichzelf als god zou afbeelden . Zelfs belangrijke overwinningen als die van de Griek en op de Perzen werden verbeeld als de strijd tegen de Trojanen of Amazon es. Maar in Egypte en het Nabije Oosten werden de heersers als goden vereerd. Zij lieten zich vaak als een van de goden afbeelden of

11 APM

9g98. H.A.G. BriJder, G. )urri aans-Hell e, Een !l•ds voor de co llec t,es van het A llard P1C!r<0n Museum, 2002, 152, 153 afb. 139. 12APM 7453 . Laubscher, Hans-Peter, Hellenist,sche Herrscher und Pan, Athenische Mitteilungen 1985, 347ff, Taf. 70, 1.2; Marquardl, Nathalie, Pan in der hellenistischen und kai,erzeitlichen Plast ik, Bonn 1995, 323. S.C. Ponger, k"atalog der griechischen und römischen Skulptur im Allard Pierson Museum. Amsterdam 1942, 18. E.M. Moormann, Ancicnt Sculpture in the Allard Pierson Museum Amsterdam, Allard Pierson Serie, Collections 1, Amsterdam 2000, 72-73, nr. 85, Pl. 39c-d.

13 APM 7819.


23

die het Heelal beheerst. De dubbele natuur van zijn lichaam zag men als een afspiegeling van hemel en aarde. Wellicht is deze kant van de god uitgeb eld in het uit Egypte afkomstige marmeren kopje met bokkenhorens (afb. 12) 13• Het serene gezicht doet niet meer denken aan het kleine aardse herdersgodje uit Arkadië, maar eerder aan een van de grote eerbiedwaardige goden. PAN

IN

afb . 11 Koning Ptolemaeus 111 van Egypte als Pan. Aardewerk, h. 10,3 cm, Egypte,

2de_1st • eeuw v. Chr. APM 7453

EUROPA

Volgens de overlevering klonk er tijdens hel bewind van Trajanus een jammerklacht over de zee dat Grote Pan dood was. Vermoedelijk hangt dit verhaal samen met rituelen waarbij de dood en wedergeboorte van de natuur werden gevierd. Voor latere romantische dichters gaf deze gebeurtenis het einde van de antieke beschaving aan. Bij hen werd Pan het symbool van het onschuldige leven van vroeger en de verloren eenheid van mens en natuur. Ook bij Herman Gorter is Pan de atuur. In zijn 12.000 regels tellende gedicht Pan, het langste gedicht uit de Nederlandse literatuur, geeft hij een marxistische visie op de bevrijding van de mens. Hij beschrijft hoe Pan, de God van het Heelal, nadat de arbeiders ontwaakt zijn, er oorlog en revolutie zijn geweest en het proletariaat bevrijd is, liefdesgeluk vindt bij het Gouden Meisje waarmee de eenheid van Natuur en Mensheid hersteld wordt. En tegenwoordig? Pan leeft voort: in hel museum kunt u hem in allerlei gedaanten aantreffen, in de latere beeldende kunst zien wij zijn uiterlijk terug in de afbeeldingen van de duivel en in de literatuur wordt hij het symbool van het verloren ideaal van een onbedorven landelijk leven. En in ons dagelijks taalgebruik leeft hij voort dankzij zijn eigenschap die iedereen wel eens aan den lijve heeft ondervonden: zijn vermogen mens en dier in 'paniek ' te brengen.

afb . 12 Pan als eerbiedwaardige god . Marmer, h. 13,5 cm, Egypte,

151• eeuw v. Chr. 151• eeuw n. Chr. APM 7819

LITERATUUR

Brommer, Frank, Pan im 5 . und 4. Jahrhundert v. Chr., Marburg 1950 Herbig , Reinhard, Pan: der griechische Bocksgott: Versuch einer Monographie, Frankfurt am Main 1949 Roscher, W.H., Ausführliche Lexikon der griechi chen und römischen Mythologie , Leipzig 1884-1937

L/MC - Le'<icon iconographicum mythologiae classicae. Zürich-Düsseldorf 1981-1999

SUMMARY

Pan is best known as the small Arcadian pa toral god with hoofs and horns, who likes lo frighlen men and cattle. Bul his appearance and character changed over time and he became a pan-Hellenic deity, an ally in war, and ultimately a panthc1stic all-god. This developmcnt is skctched and illuslrated by scveral of the Pans in tlw Museum.

MEDEDELINGENBLAD

NR . 97 / 2008


24

WIJNZAKKEN

ROBERT LUNSINGH

SCHEURLEER

Een aanwinst is voor een museum een uitnodiging om de samenhang van de nieuwkomer met ouder bezit te onderzoeken . Dat geldt ook voor een fraai geglazuurd schenkkannetje dat in 2002 uit het Gemeentemuseum Den Haag naar het Allard Pierson Museum kwam.

afb. 1a-b Askos of w ijnzak . De vorm van het kannetje her innert aan een wijnzak of waterzak gemaakt van een geprepareerde ge itenhuid . De wijnbladeren

die

in reliëf op het

In het archeo logische jargon noemt men zo' n kan een askos (afb. 1a-b) . Want het model is afgeleid van een wijnzak die gemaakt is van een afgestroopte en geprepareerde dierenhuid 1 . In het Grieks spreekt men over askos en dat woord komt al voor bij Homerus. Hij verhaa lt hoe Odysseus van de verliefde en bedroefde Kalypso bij zijn vertrek per vlot van haar eiland 'twee zakken ' meekrijgt, 'een met donkere wijn , en een grote zak water ' (OdysseeV , 264-265 , vertalin g M.A. Schwartz). In het Latijn leeft askos nog voort als Grieks leenwoord in 'ascopa ' en 'ascopera' .

man die tijdens het gelag schrij lings op een grote wijnzak zit (afb. 2) . De positie van die drinkebroer is weinig stabiel, maar dat moet nu juist de grap geweest zijn . Duidelijk , askoi horen bij de were ld van Dionysos en wijn en een populair beeld, gevonde n in Herculaneum in meerdere exemplaren, laat een vrolijke satyr zien die met moeite zo'n gevu lde wijnzak torst (afb. 3) . Dat is nu eenmaal hun lot. De satyr op de ' Hemelrijk -vaas', een Atheens mengvat voor wijn en water uit 480-470 voor Chri stus, is een voo rvader van dit beeld (vitr ine 2366 van de Griekse afdelin g).

Net als amforen moeten dergelijke grootverpakkingen overal in de antieke wereld in gebruik geweest zijn. Maar amforen zijn stevig, heel geschikt voor transport voor de lange afstand. Ze zijn in groten getale bewaard. Lederen askoi met hun klotsende en bewegende inhoud zullen vooral plaatselijk dienst gedaan hebben. Maakt men het leer nat, dan heeft dat een verkoelende werking op de inhoud . Het materiaal is vergankelijk en askoi zijn dus niet over. Maar de Spaanse wijnzak waarmee een straal wijn zo keurig in de keel gespoten kan worden , bewaart de oeroude traditie.

Als wijnka n van aardewerk wordt de askos populair in de vierde eeuw voor Christus. Exemplaren van zwart beschilderd aardewerk in het museum, typische producten van de zeer actieve werkplaatsen in Apulië (Zu id-Itali ë), hebben twee openingen: een brede om de kan te vullen en een schenktu it (afb. 4). De vorm heeft een lang leven gekend en was in brons in alle Romeinse gewesten in gebruik, voora l tussen de eerste eeuw voor Christus en de eerste eeuw na Christus. Uit Pompeii komen luxe exemp laren van brons (afb . 5) en kleurig glas. Die werden gebruikt in een were ld vol begrip voor de aansporingen van de fi losoof Epicurus die ons leert om te genieten van het leven zolang het kan. De boodschap van een mozaïek in apels met een staand skelet dat in elke hand een flinke askos heeft, is overduidelijk . Overigens, het mozaïek laat zien dat de kannen ook in paren in gebruik waren (afb. 6). Dat men in Romeins Nederland de askos kende, bewijst de vondst van een handvat van een exemplaar van brons

oppervlak zitten, verwijzen naar de funct ie als wijnkan . De inhoud van de kan is zo bescheiden dat hij eerder een cultische functie gehad zal hebben dan een praktische. Aardewerk met gele , groengevlekte loodglazuur ,

1.ca. 13 cm , ca. 50 v. Chr. - 50 n. Chr.

DRINKGELAG

APM 14.230

Een roodfigurige drinkschaal uit Athene van omstreeks 510 voor Christus toont een drinkende jonge-

Deze ceramiek is ondcrzo ht door A. Hochuli-Gysel, ldeinJsiatische g/Jsie rte ReliefAeramik, (50 v. Chr. bis 50 n. Chr./ und ihre oberitalischc Nachahmungen. Bern 1977 (Acta Berniensa VIII 1977, waarin fragmenlen uit Amsterdam zijn opgenomen.


25

afb. 2 Voorstelling op een Atheense kyl ix. De feestv ierder op de drinkschaal , zittend op zijn wankele rijdier, nodigt uit hem te volgen in een evenwichtsstr ijd van Dionysische allure. In zijn graf te Vulci waar de schaal gevonden werd , wist de dode dat hem in het hiernamaals een eeuwig dr inkgelag wachtte . Roodfigurig aardewerk , 'Scheurleer schilder', ca. 510 v. Chr. Parijs, Louvre , G 70

afb . 3 Een satyr d ie een wijnzak torst . Het gewicht van zijn last blijkt uit de houd ing van deze metgezel van Dionysus. De voorstelling verwijst naar de overvloed die aan de god van de wijn en de vervoering te danken is. Uit Herculaneum. Marmer, h. beeld zonder sokkel, 55 ,5 cm, ca. 1st • eeuw n.

Chr. Museum van Napels . Uit : T. Budetta , in:

L. Franchi del'Orto

en

A. Varone (red .), Pompeii

wiederendeckt , 1993 tentoonstell ingscatalogus , o .a. Amsterdam , Nieuwe Kerk, nr. 191

afb. 4a-b Twee askoi . Vorm en te chniek en besch ildering van deze kannen zijn typerend voor de ' Gnatia ' ceramiek uit Zuid Ital ië. De ribbels horen ook bij dit soort aardewerk . Ze leven voort in de crèmekleurige

Wedgwood

serv iezen

van het model 'Edme '. Aardewerk, h. 14,8 cm, ca. 280 v. Chr. APM 6117en h. 9,5 cm, ca. 280 v. Chr. APM 6219

MEDEDELINGENBLAD

NR . 97 / 2008


26

afb . 5 Rijk versierde kleine askos met een gegoten handgreep waarop Eros ligt in een ornament van bladeren en ranken. De jonge god heeft zijn plaats in het gezelschap van Dionysus. Op de rand bokken, Dionysische dieren. Uit Pompeii, brons. Musea Archeologico

Nazionale, Napels. Uit: Raccolta de/Ie piu

interessante Dipinti e de piu belli Musaici rinvenute negli Scavi di Ercolano , di Pompei , e di Stabia che ammiransi nel Musea Rea/e Borbonico, Napoli , een proefdruk voor de uitgave uit de jaren dertig van de

19de eeuw. Particuliere Collectie

.:: .

afb . 6 Moza ïek met afbeelding van een skelet, in elke hand

waar de aanligbedden

voor het drinkgelag

(triclinium). De voorstelling naar de eindigheid

stonden

is een sprekende verwijzing

van het menselijk bestaan: 'pluk de

dag'. Uit een van de Vesuvius-steden, zwarte en witte mozaïeksteentjes,

h. 91, br. 70 cm. Musea Archeologico

--

.........

een askos. Waarsch ijnlijk een vloermozaïek uit de ruimte

1

i,:

1

Nazionale van Napels, nr. 9978. Hier gereproduceerd naar 5. de Cara, Musea Archeo/ogico

Naziona/e di

Napoli, I mosaici. La Casa de/ Fauna, Napels 2001, 39

--

: ,n

""i

.

., ·-·

r.

.....

• ::r.&1 ~;

. . ..

• :

afb. 7 Kruikje in de vorm van een wijnzak. Om de vloeistof binnen te houden moet het kruikje omhoog op de achterpoten

en de staart rusten. Een koord om de hals

geeft aan hoe de wijnzak dichtgesnoerd

kan worden.

Klein Azië? Brons, hoogte staande op de vier poten 4,8 cm, 1. 10,2 cm, 2d• eeuw n. Chr. APM 14.005

.


27

in ijmegen 2 • Romeins is ook een wijnzak van gegoten brons die een paar jaar geleden voor de museumcollectie verworven werd. De wijnzak die bescheiden van formaat is, staat opgesteld in vitrine 326 in de Romeinse afdeling. De vorm van de huid van een bok is in detail gevolgd (afb . 7 ). De formaten van deze askoi gaan van groot naar zeer klein. De kannetjes met een zeer geringe inhoud kunnen nauwelijks voldaan hebben aan de noden van een enthousiaste wijndrinker. Ze zullen wel in de cultus van Dionysus een rol gespeeld hebben, tenzij ze geacht werden als grafgiften in de eeuwigheid hun nul te bewijzen. In de oudheid sluit de ene functie de andere trouwens niet uit.

afb . Ba-c Askos met voorstellingen

in reliëf

op de buik: een man met een juk waaraan een rieten mand en een pot hangen en, aan de andere zijde, een man met een mand en een bloemenkrans,

het

benodigde

voor een

drinkgelag.

Egypte,

aardewerk, h. 11 cm, ca. 1st • eeuw n. Chr. APM 7556

model met de zorgvuldig opgebrachte kleurrijke glazuur ontleent zijn bekoring aan de fijne versiering met florale motieven. Zoiets suggereert een voorbeeld van kostbaar metaal, bijvoorbeeld zilver, als inspiratie. De nieuw verworven askos staat voor de geraffineerde Grieks-Romeinse beschaving rond het begin van de jaartelling waarin vanzelfsprekend Dionysus en zijn vervoerende gave een centrale rol vervulde.

WIJNRANKEN

De versiering op een askos uit Romeins Egypte heeft onmiskenbaar betrekking op een feest waar wijn aan te pas kwam. Aan elke kant staal een slaaf met proviand voor de feestgangers, hel kannetje symboliseert de wijn die het kon bevatten (afb . Ba-c)3 . Die symboliek zet zich voort in de versiering van de askos van aardewerk die zich nu voegt bij de reeks in Amsterdam. Het kannetje heeft een opvallende overtrek van gele en groene glazuur en een versiering van wijnbladeren in reliëf (afb . 1a-b). Dit loodglazuur onderscheidt zich duidelijk van, bijvoorbeeld , Egyptische faience. Via de Islamitische beschaving bereikte de techniek ook het latere Europa. De askos is met behulp van mallen gemaakt; twee voor de zijkanten die in lengterichting bijeengevoegd zijn en één voor de ovale bodem. De handgreep met een klein steuntje voor de duim, is weer apart vervaardigd. Wellicht is het een product uit een werkplaats die actief was in wat tegenwoordig Turkije is. Maar verwante kannetjes komen ook uit Italië. Dat geldt bijvoorbeeld voor een exemplaar in het Louvre dat sterk op het onze lijkt•. Het elegante

SUMMARY

The acquisition of a fine, lead glazed askos, which comes possibly from Asia Minor, but more likely from ltaly, offers the opportunity to discuss askoi in the Museum and elsewhere.

2

3

Voor het handvat uit Nijmegen: M. H. P. den Borstcrd, Dl'scnption ot the Collec:tionsin thC'Rijksmuseum

kam at N11megen.V. Th<•Bronw Vessel< , Ni1megen1956 , nr. 113, pl. X. askoiv\,n fig. 7 en 8 z,c ~ R. van Beeket al., De oudheid \erpaJ..t.f('nfoonstellingsc.a1.1logu,; Allard Pie>rson Museum, Amsterdam !<-)()7,cat. no. 14, Jfh. 19 ..1-b(broni;)en c.1t. no. 51, afb. 77 a en h. OC'c1skos m het Louvre:A. Cauhct en G. Piem.11-Bonnel"oi,; (red.). Fail.'nceo; d<'/',mtiqwté de l'lg\pte .i f'lran, lC'ntoonc.,tcllingsc.atalogus Louvre, Parij!t2005, nr. S12. Da.ir ook rc~ulti.1ten v~,ntc-chnisd1ondcrl(.>ekna.ir Ül'

de glazuur .

MEDEDELINGENBLAD

NR . 97 / 2008


t}~

Archea

Geoffrey Turner Ancient Art

ANCIENT ART

Een ruime keuze aan archeologische objecten uit Mesopotamië , Egypte, Griekenland en het Romeinse Rijk Geopend op donderdag , vrijdag en zaterdag 11.00 -17.30 uur en verder op afspraak BAAF Basel 7-12 november stand A5 www .baaf .ch PAN Amsterdam 22-30 november stand 73 www .pan .nl

Roodfigurig visbord Diomeler 20.3 cm Grieks Poeslum. co 320 v. Chr. NIEUWE 1017

DC

SPIEGELSTRAAT 37 l AMSTERDAM

Tel 020 6250552 info@orcheo . nl

Albasten hoofd van een vrouw (Zuid-Arabië), de ogen zijn ingelegd. 1' 10 eeuw voor hristus- lste eeuw na Christus. Dil beeld maakte deel uit van de tentoonstelling Albast uit Arabië in 1981 in het Allard Pierson Museum.

119 RUE DE LA SOURCE 1060 BRUSSEL TEL. +32.(0)2.5386330 BY APPO[NTMENT / OP AFSPRAAK

www.archea.nl

Kunsthandel Mieke Zilverberg ARCHAEOLOGY - ANCIENT COINS

HUUB PRAGT

Mencheperra. de hogepriester\ an Amon _ regeerde gedurende t\\ eeëm eertig _jaarals koning O\ er het zuiden \ an Egypte. Deze debuutroman \ an egyptoloog Huub Pragt \ onnt een zoektocht naar zijn nog niet ontdekte koningsgraf.

www.denrborgentombe.nl

of 035-68 31 657

MEDEDELINGENBLAD

NR. 97 / 2008


Pl. lila (artikel Een Thebaanse sarcofaag m het museum)

Fragment van sarcofaag . Buitenzijde met gevleugelde scarabee links en de ibiskoppige schrijver-god Thot rechts. Hout en stuc, Egypte , Luxor, 21st• dynastie, 1075-945 voor Chr. APM 8102 Pl. lllb (artikel Een Thebaanse sarcofaag m het museum)

Fragment van sarcofaag. Buitenzijde met driemaal de god Hapy. Hout en stuc, Egypte, Luxor, 21st • dynastie, 1075-945 voor Chr. APM 8103

Pl. IV achterzijde omslag (artikel Een Thebaanse sarcofaag in het museum)

Mummiekist van een Amen-priester . Hout en stuc, Egypte, Luxor, 21st • dynastie, 1075-945 voor Chr. APM 16.500



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.