APm : Allard Pierson mededelingen, afl. 84

Page 1


Pl. la Afrollen van een zegel in vochtige klei kan met behulp van een door het zegel gestoken stokje. Het is ook mogelijk dat het zegel met de vingers door de klei werd gerold, vergelijk afb. 1 en 55 Serpentijn, h. 3,5 cm, Akkadisch 2350-2170 v. Chr. APM 6381 Pl. lb Detail van de Poort van Babylon, een kleurige poort, geïnspireerd op de lsjtar poort, h. 31 cm. waarop duidelijk is te zien hoe de zegels zijn afgedrukt. Keramiek van Nicole Bots, Amsterdam 2003 (vergelijk afb. 58) Voorzijde omslag: Een aantal kleurige rolzegels uit diverse perioden, gemaakt van verschillende materialen en in uiteenlopende formaten. De plaat is samengestelduit zegels die worden beschreven in afb. 3, 18, 26 en 52

Eindredactie: Redactie:

Geralda Jurriaans-Helle René van Beek Vincent Boele Herman Brijder Robert Lunsingh Scheurlee r

Vormgeving: Fotografie:

Erica Holema Joost Kist Nicole Bots Michiel Bootsman Digitale bewerking: Ter Burg Offset, Alkmaar Druk: Ter Burg Offset, Alkmaar

De tentoonste llin g ' Indrukk en van het Verleden', 3000 jaar Nabije Oosten in zegels en afdrukken is te zien in het Allard Pierson Museum van 23 mei tot en met 31 augustus 2003

Mededelingenblad nr. 84 mei 2003 ISSN nr 0922-159x

Het Mededelingenblad is een publicatie van de Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum , Oude Turfmarkt 127, 1012 GC Amsterdam. Tel 020 5252556

INHOUD Robert Lunsingh Scheur leer Impressies van het verleden Joost Kist Drieduizend jaar reliëfs in miniatuur D. Collon, R.A. Lunsingh Scheurleer, F.A.M. Wiggerman Een indruk van het verleden Gera lda Jurriaans-Helle Grote goden op klein formaat René van Beek Oude rolzegels en modern aardewerk


Impressies van het verleden Robert Lunsingh Scheurleer, directeur

Rolzegels zijn een Mesopotamische uitvinding. Afdrukken in klei bewijzen dat ze al rond 3500 voor Christus gebruikt werden in het gebied van Eufraat en Tigris.Maar ze zijn ook elders in het Nabije Oosten gemaakt. Zo toonde het museum tussen december 1981 en januari 1982 rolzegels uit Syrisch overheidsbezit. Het drieëntwintigste nummer van dit Mededelingenblad besteedde er aandacht aan. Wat is een rolzegel? Een rol- of cilinderzegel is een cilindervormig stuk steen waarin een voorstelling is gekerfd, soms met toevoeging van een inscriptie. Zowel inscriptie als beeld zijn in spiegelbeeld gesneden. Door het zegel in vochtige klei af te rollen, ontstaat een positieve afdruk (afb. 1 en pl. la). Rolzegels waren algemeen in gebruik om eigendommen te merken en contracten te zegelen. Ze werden gedragen op metalen spelden die in de kleding werden gestoken, of aan een koordje gehangen als amuletten (afb. 2). Het aantal bewaarde zegels is zeer groot. De Griek Herodotus uit de vijfde eeuw voor Christus, geboren in Klein-Azië, overdreef zeker niet toen hij schreef dat 'elke Babyloniër een zegel heeft' (Hist. 1, 195). De vele duizenden zegels en zegelafdrukken die tegenwoordig bekend zijn, komen ten dele uit wetenschappelijke opgravingen. Wanneer

hun herkomst bekend is, is het mogelijk ze te classificeren en te dateren. Zo bieden rolzegels een belangrijk inzicht in de beschavingen waarbinnen ze ontstonden. Inzicht in de contacten, godsdiensten en de kunstgeschiedenis is er voor een groot deel op gegrondvest. Van vele andere zegels is de herkomst echter onbekend; ze zijn bij toeval gevonden, of buit van plunderaars op zoek naar handelswaar. Vanzelfsprekend is de archeologische informatiewaarde van zulke zegels minder. Maar ook zij verdienen de aandacht. Professor Henri Frankfort (1896-1954) zag al vroeg het belang van rolzegels in. Als auteur van een belangrijke studie (1955) over rolzegels gevonden bij zijn opgraving in het Diyala-gebied in Irak, geldt Frankfort als één der grondleggers van de wetenschap die zich bezighoudt met het rolzegel. In 1934 kocht de van oorsprong Nederlandse archeoloog zegels in de bazaar van Bagdad voor studiedoeleinden in Amsterdam. Nu vormen deze zegels een belangrijk onderdeel van de nieuwe afdeling Nabije Oosten en de Aegeïsche wereld van het Allard Pierson Museum. Over de Amsterdamse verzameling verneemt u meer in een bijdrage van Geralda Jurriaans-Helle. Dr. mr. J. Kist (1929) komt uit de wereld van de uitgeverij. Hij was tot voor kort lid van de raad van commissarissen bij de vermaarde uitgeverij

afb. 1 Afrollen van een zegel in vochtige klei. Serpentijn, h. 3,5 cm, Akkadisch, 2350-2170 v. Chr. APM 6381 (vergelijk met plaat la en afb. 55)


pelijke publicatie van de collectie Kist bij uitgeverij Brill te Leiden. De belangrijkste auteur is de vooraanstaande kenner van zegels dr. Dominique Col Ion, conservator bij het Brits Museum te Londen. Ten behoeve van dit Mededelingenblad mocht de redactie haar Engelse introductie voor Ancient Near Eastern Seals in the Kist Collection aanpassen. Een ruime keuze van de interessantste zegels wordt daarbij voor het eerst gepubliceerd. Professor dr. FransWiggerman (Vrije Universiteit , Amsterdam) schreef voor de wetenschappelijke publicatie een artikel over de iconografie en godsdienstige aspecten van de zegels. Zijn opmerkingen zijn in dit Mededelingenblad verwerkt in het artikel 'Een indruk van het verleden' (p. 5). Het doorwerken van vroegere beschavingen in de kunst en cultuur is een fenomeen dat ons bijzonder boeit. Toen de kans zich voordeed om moderne keramiek van de kunstenares Nicole Bots te tonen, hebben we niet geaarzeld. Zij gebruikt afdrukken van antieke rolzegels in haar werk. Sommigen komen van zegels uit de collectie Kist. De antieke reliëfs zijn voor haar een bron van inspiratie. René van Beek besteedt aandacht aan haar werk.

afb. 2 Rolzegels aan een speld bevestigd die in de kleding werd gestoken (tekeni ng M. Kriek)

afb. 3 Een godin en een adorant (rechts) ter weerszijden van een offertafel. Achter de adorant een vorst of functionaris en daar weer achter een boom in een pot, een zitte nde draak en boven diens rug de schrijfstift van Nabu naast de spade van Marduk onder een gevleugeld e zonneschijf, het symbool van Assur. Neo-Assyrisch, 900-612 v. Chr. (zie voorzijde omslag)

2

Bril 1. Het drukken op papier wekte bij hem de belangstelling voor het drukken op klei. Een groot deel van zijn omvangrijke collectie rolzegels en stempelzegels is nu voor enige maanden te gast in het museum. De verzameling vult het museumbezit prachtig aan, niet in het minst door de iconografie van de stenen. Zegels, afdrukken en fotografische vergrotingen maken het de bezoeker mogelijk om als een tijdreiziger naar eerdere fasen van de cultuur te verhuizen. Kist zelf, in een korte bijdrage , vertelt één en ander over zijn verzameling en zijn passie voor zegels. Bij gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt een wetenschap-

De verzamelaar Joost Kist, de kunstenares Nicole Bots en de medewerkers van het museum verdienen dank voor hun bijdragen aan een bijzondere tentoonstelling. Dat moge ook blijken uit dit speciale nummer van ons Mededelingenblad.

Literatuur

H. Frankfort, Cylinder Seals: a Oocumentar y

Essay on the Art and Religion of the Ancient Near East, Londen 1939 H. Frankfort, Stratified Cylinder Seals from the Diyala Region, Chicago 1955 D. Col Ion, Ancient Near Eastern Seals in the Kist Collection, Leiden 2003


Drieduizend jaar reliëfs in miniatuur Joost Kist

'l\s a rule, showing one 's co/fection is an intrinsic part of a coflector 's way of selfexpression' (W. Muensterberger in: Coflecting: An Unruly Passion: Psychological Perspectives, Princeton 1994).

Rolzegels verschijnen in Mesopotamië in de Vroege Bronstijd, aan het begin van de zogenaamde Proto-literaire periode, in het midden van het vierde millennium voor Christus. Dat is waarschijnlijk ook de tijd waarin een vroege vorm van het schrift zijn intrede deed in de vorm van pictogrammen. Samen met de nog vroegere zegelstempels behoren de kleine cilindervormige zegels tot de eerste gemakkelijk vervoerbare voorwerpen met herkenbare en betekenisvolle symbolen die dienden voor het overbrengen van ideeën en opvattingen (afb. 3). Tegelijkertijd is het rolzegel één van de kleinste voorwerpen die ooit door steensnijders en schrijvers van teksten zijn gemaakt. Zij werkten in groot detail met eenvoudig en simpel gereedschap (afb. 4). Hun materiaal omvat een verscheidenheid van steensoorten zoals marmer, kalksteen, chalcedon, kwarts, serpentijn, steatiet, haematiet en lapis-lazuli (zie omslag). Sommige zegels zijn van een door mensen gemaakt of natuurlijk materiaal: brons, been, faience en glaspasta. Ook hout zal vaak gebruikt zijn, doch dat materiaal is op een enkele uitzondering na niet bewaard gebleven. afb . 4 Tekening van het doorboren en versieren van kralen, naar een Egyptische afbeelding en een reconstructie van een primitieve boor

Eigendom smerk

afb. 5

Zegels werden afgedrukt in zachte, vochtige klei (afb. 1) en de afdrukken dienden om goederen in manden, kisten en kruiken te beschermen met een eigendomsmerk (afb. 5), om ruimten af te sluiten (afb. 6), dan wel als een persoonlijke identificatie op met spijkerschrift beschreven kleitabletten. Kleine zegels die op kralen lijken, werden gedragen als amuletten die geluk moesten brengen en bescherming van de kant van de goden. De keuze van de steensoort zelf werd bepaald door de veronderstelde magische kwaliteiten van het materiaal. Zegels zijn karakteristiek voor de beschavingen van Mesopotamië en de andere culturen in het Nabije Oosten, waar ze dienden om authenticiteit en gezag te waarborgen. Ze werden, zoals Herodotus noteerde, aan een koordje gedragen (afb. 2). Zegels bleven vaak nog eeuwen nadat ze gemaakt waren, in gebruik.

Verzegelde mand, pot en zak (tekening M. Kriek)

Ver zam elaar

Zegels en zegelafdrukken kunnen vanuit verschillende gezichtspunten worden verzameld: - als kunstvoorwerpen of deel van een verzameling oudheden. - als bron van beeldende informatie. De kleine reliëfs die gegraveerd zijn in de steen, vormen een bron van kennis voor godsdienstige opvattingen, culturen, particulier bezit, handelsrelaties, artistieke tradities, mode, jacht en oorlog. - als een bron van technische of documentaire informatie over administratieve en politieke ontwikkelingen. De handeling van het zegelen, een techniek van 'drukken' op klei die uniek is voor het Nabije Oosten, is in gebruik geweest om contracten te bezegelen tussen koningen en heersers, om overheids- en persoonlijk bezit te garanderen, als ondertekening voor partijen in een wettelijke of zakelijke overeenkomst en voor de bescherming van een huis of van goederen tegen diefstal.

afb . 6 Een verzegelde houten deur

3


afb. 7

Hammurabi

Rolzegel van een schrijver,

In de jaren vijftig , als een rechtenstudent in Leiden, begon ik oudheden uit het Nabije Oosten op bescheiden schaal te verzamelen. In die tijd was ik zeer onder de indruk van antieke juridische documenten en - vanzelfsprekend - van de Codex van Hammurabi (1792-1750 voor Christus) zoals die gegraveerd is op een reusachtige stèle van gepolijst basalt, nu in het Louvre te Parijs. Boven staat de Koning biddend tegenover de zonnegod Sjamasj, de opperrechter, gezeten op een troon. Later verwierf ik een klein OudBabylonisch zegel van zwarte steen, twee centimeter hoog, waarop tot mijn verbazing en genoegen in miniatuur een zelfde soort voorstelling stond met een Koning voor een godheid op een troon . De echte schok van herkenning kreeg ik vele jaren later toen ik uitgever en drukker was en ik mij realiseerde dat rolzegels in feite de

een zg. purkullu , met inscriptie . Ur 111periode,

2200 -2000 v. Chr.

vroegste voorbeelden van druktechniek waren (afb. 7), duizenden jaren vóór de 'uitvinding ' van het drukken van houten blokken , lang vóór de boekdrukken van Gutenberg, Caxton en, zo men wil , Coster. Toen begon ik serieus zegels te verzamelen , steeds bewuster kiezend , niet kwantiteit maar kwaliteit telde. Nog veel later, werkend aan een proefschrift over informatie en communi catie en 'publishing -ondemand', Bibliodynamics , uitgegeven in Amsterdam in 1996, ontdekte ik vele overeenkomsten tussen de antieke en moderne maatschappelijke informatie - en communicatiesystemen. Ik kwam tot de conclusie dat voor mij het verzamelen van rolzegels meer was geworden dan een hobby ; aanwinsten leidden tot verdere studie en de voldoening en de opwinding die gepaard ging met elke nieuwe aanwinst (geen twee zegels zijn hetzelfde! ) maakte dat ik - een willig - slachtoffer werd van het ongeneeslijke verzamelvirus . Ik hoop dat mijn affectie niet alleen uitdrukking vindt in de wetenschappelijke catalogus, uitgegeven door de Koninklijke Bril! NV, uitgevers sinds 1683, maar ook in de tentoonstelling van deze collectie in het Allard Pierson Museum , het archeologisch museum van de universiteit waar ik promoveerde.

Bogazköy

Ankara

Kültepe(Kanesj) ANATOLIË

~V

NemrudDag Selenkahiye

Assur

Sidon Tyrus ~

-Es /§

"5

Jeruzalem TellJemmeh

4

Nimrud

TellBrak

CYPRU ~

n

an~ URARTU Niniveh

u

Palmyra SYRI Ë Mari Damascus

MESOPOTAMIË

Esjnunna

TepeGiyan

IRAN Jemdet-Nasr Susa

Babylon Akkad Kisj

Uruk Ur

ELAM


Een indruk van het verleden Rolzegels uit de verzameling Joost Kist D. Collon, R.A. Lunsingh Scheurleer, F.A.M. Wiggerman *

De rolzegels en de stempelzegels die met enthousiasme en doorzettingsvermogen door Joost Kist bijeengebracht zijn1 illustreren vrijwel alle perioden van de beschaving van het Nabije Oosten. Ze zijn afkomstig uit oudere particuliere verzamelingen en uit de internationale handel, niet uit wetenschappelijke opgravingen. De huidige handelswaarde van rolzegels maakt dat ze veel worden nagemaakt en dat beschadigde exemplaren bijgesneden worden. Soms is dat moeilijk vast te stellen, zelfs voor de kenner. Hieronder zijn de zegels ingedeeld naar de tijd van ontstaan. Over de chronologie zijn de specialisten het niet altijd eens. Richtpunt voor de data hier is een regeringstijd tussen 1792 tot 1750 voor Christus voor koning Hammurabi van Babylon. Periode 1: Uruk en Jemdet-Nasr perioden , 35 00- 3000 voor Chri stus

Naarmate de dateringstechnieken in de archeologie verfijnder worden, blijken de eerste zegels steeds vroeger gemaakt te zijn. In het zuiden van Mesopotamië, het 'Twee Stromenland', zijn er behalve uit Uruk maar enkele zegels uit deze periode bekend, meestal alleen door antieke afdrukken in klei. Vindplaatsen daarentegen uit het noorden van Mesopotamië, uit Zuidoost-Anatolië en West-Iran leveren steeds meer goed gedateerde voorbeelden. Alles wijst er op dat rond het eind van het vierde millennium voor Christus rolzegels algemeen in zwang waren. Niet alleen hoge ambtenaren gebruikten ze uit hoofde van hun functie. Ook komen afdrukken van zegels voor met slordig gesneden voorstellingen, kennelijk gemaakt voor minder aanzienlijken. Ze zijn gevonden op manden, potten en zakken (afb. 5), op verpakkingsmateriaal dus van goederen die vanuit de vele nederzettingen vaak over grote afstanden verhandeld werden. Zulke zegels behoren tot de zogenaamde Jemdet-Nasr periode (3500-3000 voor Christus) en ze blijven in gebruik tot aan het begin van het derde millennium voor Christus. Tot voor kort dacht men dat in deze periode boren met een slijpschijfje als kop in gebruik waren. Recent onderzoek van Margaret Sax, verbonden aan het British Museum Research Laboratory, heeft echter uitgewezen dat de slijpschijf op z'n vroegst pas laat in de

zeventiende of in de zestiende eeuw voor Christus uitgevonden is. Daarvóór gebruikte men slechts boor en vijl. Het gebruik van de vijl heeft beperkingen: wanneer men een verticale inkeping wil maken kan dat alleen over de hele lengte van het rolzegel, omdat de vijl het gehele oppervlak raakt (afb. 8). Wanneer men de vijl horizontaal of diagonaal op het zegel plaatst, kan men - doordat het zegel rond is - wél korte lijnen maken. Op die manier kon men geometrische patronen op de zijden inkerven. Sommige van deze 'simpele' motieven blijven zo'n duizend jaar in gebruik voor kralen en rolzegels. Sommige Jemdet-Nasr zegels kunnen daarom veel later gemaakt zijn dan hun uiterlijk doet vermoeden; misschien zijn ze zelfs modern. Omdat korte verticale lijnen vermeden moesten worden, hebben dieren voorpoten die diagonaal geplaatst zijn en gebogen achterpoten (afb. 9). Zwaar aangezette horizontale lijnen vormen een zeer herkenbaar 'oog' motief. Soms zitten de 'oogmotieven' in een kader van gebogen lijnen die waarschijnlijk aangebracht zijn met een puntig instrument dat verticaal werd vastgehouden (afb. 10). Het gebruik van de boor is goed te zien op het meest uitgesproken type van Jemdet-Nasr rolzegels waarop vrouwen zijn afgebeeld met een haarvlecht. Vaak zitten ze op een mat en nemen deel aan een plechtigheid. Soms zijn ze aan het weven of bezig met het maken van potten (afb. 11). Rolzegels met gestileerde spinnen komen vaak voor en zijn wellicht een verwijzing naar textielpatronen.

afb. 8 Met een vijl aangebrachte verticale inkepingen over de hele lengte van het zegel verdelen het beeldveld . JemdetNasr periode , 3500-3000 v. Chr. afb 9 Antilope en schorpioen. JemdetNasr periode , 3500-3000 v. Chr.

afb . 10 Het oogmotief. Jemdet-Nasr periode , 3500-3000 v. Chr. afb. 11 Werkende vrouwen met lange vlechten. Jemdet-Nasr periode , 3500-3000 v. Chr.

5


afb. 12 Antilope , vogel en kruis. De uitvoering van dit zegel sluit aan bij de Jemdet-Nasr periode . Vroeg-Dynastische periode 1,3000-2800 v. Chr.

Periode Il: Vroeg-Dynastische periode, 3000-2300 voor Christus

afb. 13 Fraai 'ritmisch' patroon. De kleine cirkels zijn met een holle boor gemaakt. Vroeg-D ynastische periode 1, 3000-2800 v. Chr.

Tijdens het derde millennium voor onze jaartel ling blijven dezelfde instrumenten in gebruik en ook de motieven en voorstellingen op de rolzegels sluiten aan bij vroegere. De dieren op afb. 12 zijn op dezelfde wijze gemaakt als die uit de Jemdet-Nasr tijd , maar door vergelijkbare exemplaren uit opgravingen is bewezen dat ze vroeg in Periode Il thuishoren. Opvallend lange dunne rolzegels zijn vervaardigd van steatiet dat verhit werd waardoor het een witte oppervl aktelaag kreeg die contrasteert met de ingegrifte voorstelling . Deze bestaat uit bogen, cirkels , facetten, gearceerde driehoeken en kruismotieven waaraan vaak kleine ci rkels toegevoegd zijn die gemaakt werden met een holle boor (afb. 13 en 14). Vergelijkbare bogen met een patroon van strepen komen op een groep latere zegels voo r die allemaal van lapis-lazuli (lazuursteen) zijn. De stralend blauwe steen werd uit Afghanistan gehaald en dergelijke zegels zijn misschien een plaatselijke vorm van kralen . Vele exemplaren kwamen te voorschijn uit de koninklijke graven van Ur in Zuid-Irak. Op grond daarvan moeten ze uit omstreeks 2600 voor Christus stammen.

Hij staat rechtop op zijn achterpoten. Dit wezen moet onderscheiden worden van de stier met menselijk hoofd die ook vaak in strijd-scènes een rol speelt. Leeuwen, die nog veel voorkwamen in Mesopotamië tot aan de negentiende eeuw na Christus, zijn het belangrijkste roofdier op zegels, maar ook luipaarden werden afgebeeld (afb. 18). Een adelaar, soms met leeuwenkop , die zijn prooi grijpt (afb. 19) is een motief dat ook in de volgende periode voortleeft. Het tweede thema is het banket. Sommige werden kennelijk ter gelegenheid van een militaire overwinning , de jacht of een landelijk feest gehouden. Het is onbekend wie er aan deelnamen. Het is zo moeilijk om de voorgestelde figu ren te identificeren omdat de vorsten kennelijk priesterfunct ies bekleedden en goden slechts op een enkel laat Vroeg-Dynastisch zegel herkenbaar zijn. Vaak zitten een man en vrouw te drinken in aanwezigheid van bedienden. Sommigen drinken door een riet uit een vat (afb. 17 en 20). De drank is waarschijn lijk bier waarop ongerechtigheden drijven. Op een paar zegels staan andere zaken zoals strijdwagens afgebeeld (afb. 21 en 22).

' Ritmisch' patroon afgewisseld

Strijd en banket

Periode 111:a. Akkadische periode, 2334 -2200 voor Christus

met (boven) een gehoornd dier

Twee thema's komen al vroeg in deze tijd voor en worden ook later nog gebruikt. Vaak vinden we ze gecombineerd op hetzelfde zegel (afb. 15). Het eerste is de strijd waarin dieren met elkaar vechten (afb. 16). Soms komen ook mensen of heroïsche figuren voor die de dieren beschermen of juist aanvallen (afb. 17). Vaak worden ze geholpen door een stier-man. Deze heeft een menselijk hoofd en torso en het onderlichaam en de horens van een stier.

Tijdens de dynastie van koning Sargon van Akkad ontstonden enkele van de mooiste zegels. Om zijn rijk tot een eenheid te smeden voerde deze vorst een godsdienstpolitiek , waarbij de vele plaatselijke goden, meestal Sumerische stadsgoden van de akkerbouw, samengingen met de Semitische hemelgoden van de Akkadiërs. Zijn handwerkslieden ontwierpen een nieuwe stijl en een nieuwe beeldtaal die zich via rolzegels verspreidde.

afb. 14

en (beneden) een schorpioen. Vroeg-Dynastische periode 1, 3000-2800 v. Chr. afb. 15. Boven: een banket. Beneden: een leeuw valt een geit aan. Vroeg-Dynastische periode lil , 2600 -2300 v. Chr.

6


afb. 16 Strijdende dieren en een vogel ('Anzu') met gespreide vleugels . Vroeg-Dynastische periode 111 , 2600-2300 v. Chr.

Grote zegels, in de koninklijke werkplaatsen gemaakt van zeldzame en kleurige stenen, werden meer gebruikt als sieraden en tekenen van koninklijke waardering dan om er werkelijk mee te stempelen. In Noord-Mesopotamië (zoals in Tell Brak in Syrië) aan de rand van het rijk van Sargon werden deze zegels overigens wel degelijk gebruikt door het ambtelijke apparaat. Naast deze exemplaren uit de wereld van de elite bestond er ook een productie van zegels die weliswaar minder spectaculair, maar zeker niet minder interessant zijn.

afb. 17 Rechts: een naakte held met boomerang (?) in gevecht met wilde dieren. Links: een zittende man die door een riet uit een vat drinkt, wellicht bier. Vroeg-Dynastische periode 111, 2600-2300 v. Chr.

Goden

Voordat koning Sargon aan de regering kwam, werden goden zelden herkenbaar weergegeven. Daarna worden ze gekenmerkt door hun gehoornde hoofdtooien en hun attributen; ze maken soms deel uit van mythologische voorstellingen. De mythen waartoe ze behoren, zijn vaak niet meer bekend of slechts ten dele overgeleverd in latere teksten. Hun betekenis is niet altijd duidelijk. Hiertoe horen voorstellin gen als 'De strijd der goden', de 'Stier aan de Gevleugelde Poort' (afb. 23), de 'Slangegod voor een Altaar' en 'Etana en de Adelaar' waarbij de legendarische herder-koning van Kisj door een adelaar naar de hemel wordt gebracht. Tot de meest gel iefde goden behoort de zonnegod die wordt weergegeven met stralen die uit zijn schouder komen. Soms is hij zittend afgebeeld met zijn mes met zaagtanden, maar meestal wordt hij weergegeven terwijl hij zic h hiermee bij zonsopgang een weg baant door de bergen van het Oosten terwijl zijn gevolg de poorten openhoudt (afb. 24). Ea, de god van het water, wordt weergegeven met stromen water die uit zijn schouders vloeien of die uit een vat komen dat hij vasthoudt.

afb. 18 Een held staat tussen twee paren vechtende dieren: een leeuw (de kop van boven gezien) in gevecht met een stier en een stier met frontaal mannenhoofd die door een luipaard wordt aangevallen. Vroeg-Dynastische periode 111 , 2600-2300 v. Chr. (zie voorzijde omslag) afb . 19 Zegel en afdruk. Boven: twee figuren op een stoel en een viervoeter. Onder: een adelaar met gespreide vleugels en een antilope tegenover een leeuw met gebogen kop. Vroeg-Dynastische periode 111 , 2600-2300 v. Chr. afb. 20 Rechts: een feestscène waar bier door een riet uit een vat gedronken wordt. Midden: de bouw van een altaar door twee figuren. Links: twee dieren staande op de achterpoten. Vroeg-Dynastische periode 111 , 2600-2300 v. Chr.

Betekenis van de voorstellingen

De voorstellingen die op rolzegels voorkomen, kunnen vr ijw el allemaal gerangschikt worden onder één van de volgende drie thema's: een goede relatie met de goden, bescherming tegen het kwaad en magische krachten. In de Mesopotamische godsdienst is het verzorgen en voeden van de godheid in zijn tempel van groot belang. De koning zorgde ervoor dat de tempel werd gebouwd en dat de cultus werd uitgevoerd, de onderdanen moesten trouwe

afb. 21 Man in strijdwagen getrokken door onagers, tussen de poten een verslagene (?) Vroeg-Dynastische periode 111 , 2600-2300 v. Chr.

afb. 22 Een overwinningsparade? Strijdwagen met vier massieve wielen getrokken door onagers, waaronder een verslagen vijand ligt. Een naakte gevangene, de handen gebonden op de rug, wordt door een krijgsman voortgedreven. Vroeg-Dynastische periode 111,2600-2300 v. Chr.

7


afb. 23 'De stier aan de gevleugelde poort'. Links: een god op een opvouwbare zetel. Rechts:een adorant. Akkadische periode, 2334-2200 v. Chr. afb. 24 De zonnegod met een voet op een heuvel. Stralen komen uit zijn schouders.Akkadische periode, 2334-2200 v. Chr.

afb. 25 (links) Zittende mannen in lange gewaden met franje drinken - met rieten - bier uit een vat. Erboveneen halve maan. Akkadische periode, 2334-2200 v. Chr.

8

dienaren zijn van de koning en de goden en op gezette tijden een bijdrage leveren aan het banket van de godheid. De koning en zijn onderdanen mochten beelden van zichzelf in de tempel neerzetten. Deze hadden een beker om zo deel te kunnen nemen aan het banket met de goden. De vaak op zegels afgebeelde banket-scène moet in deze context worden gezien: men neemt deel aan het banket met de godheid, wordt door hem als gast aanvaard en verkrijgt zo een langer leven. De banket-scène uit de Vroeg-Dynastische periode wordt in de Akkadische periode vervangen door de presentatie-scène, waarbij de godheid zijn sterfelijke onderdaan, die soms een offer bij zich heeft, bij zich ontvangt en zo zijn goedkeuring laat blijken. Degene die door de godheid ontvangen wordt, kan de eigenaar van het zegel zijn, of de koning die door zijn goede relatie met de godheid voor het welzijn van al zijn onderdanen zorgt, of de beschermgod van de eigenaar. Vaak zijn er nog meer goden aanwezig, bijvoorbeeld een manlijke god met een staf die de rol heeft van ceremoniemeester aan het 'hof' van de god, of een beschermgodin. In later tijden is de godheid herkenbaar aan zijn attributen, zoals de schrijfstift die bij de god Nabu hoort. Op sommige zegels is de godheid vervangen door de koning die een beker vasthoudt. Deze zegels behoorden toe aan belangrijke ambtenaren. Zij namen deel aan het banket van hun vorst en maakten dus deel uit van zijn naaste omgeving. Naast de presentatie-scène blijft ook de afbeelding van figuren die samen drinken (net als in Periode Il) bestaan (afb. 25). De strijd-scène heeft te maken met bescherming tegen het kwaad. In de Akkadische periode krijgt de strijd met dieren een vereenvoudigde en monumentalere compositie. De stier-man en de stier met het menselijk hoofd van Periode Il blijven, maar krijgen nu gezelschap van een baardige van voren geziene naakte held met zes haarlokken. Ook verschijnt er een water-

buffel met reusachtige gebogen horens, misschien ingevoerd uit India (afb. 26 en 27). De zeslokkige held en de stier-man zijn kwaad afwerende figuren die ook op huizen en tempels worden gevonden. In de strijd-scène vechten zij tegen wilde dieren, monsters, vreemde goden en menselijke vijanden. De koninklijke jacht is een voor de hand liggende variatie op de strijd-scène. Ook specifieke mythologische strijd-scènes, bijvoorbeeld met Gilgamesj zijn niet een illustratie van het epos, maar een variant op de strijd van het goede tegen het kwade. In Mesopotamië speelde magie een belangrijke rol. De keuze van de steensoorten voor de zegels werd evenzeer bepaald door de technische mogelijkheden als door de magische krachten die aan de verschillende steensoorten werden toegekend. Een magische betekenis kan ongetwijfeld ook worden toegekend aan de vele kleine figuren die de ruimtes tussen de hoofdfiguren opvullen. Helaas is daar slechts in enkele gevallen de betekenis van bekend. b. Post-Akkadi sche en Ur III perioden, 2200- 2000 voor Christus De ineenstorting van het Akkadische rijk weerspiegelt zich in de mindere uitvoering van de zegels. Strijd-scènes blijven, maar in plaats van de fraai bijeenpassende paren op de beste Akkadische zegels, staan nu twee helden elk aan een kant van een leeuw of een leeuwgriffioen. Presentatie-scènes leven voort in een versimpelde vorm en het motief van de adelaar met prooi uit Periode Il komt terug (afb. 28). Het opleven van een sterk cent raal gezag tijdens de Derde Dynastie van Ur had tot gevolg dat sommige voorstellingen steeds weer op dezelfde wijze worden weergegeven. Telkens weer wordt de vereerder voor de troon van een vergoddelijkte vorst met een beker in de hand of godheid geleid meestal door een godin. De weergave van kleding en tronen is

afb. 26 Strijd-scènes:een stier-man met leeuw en tweemaal een man met een buffel. Akkadische periode, 2334-2200 v. Chr. (zie voorzijde omslag)


aan strikte regels gebonden (afb. 29). Inscripties vermelden de naam en titel van de eigenaar van het zegel. De titels zijn overigens vaak weggeslepen door latere bezitters en opnieuw ingevuld. Het komt voor dat mensen die geen zegel hadden, speciaal voor een transactie hun naam lieten zetten op een nieuw zegel. Dat was vaak van gips. Periode IV: Oud-Babylonische periode, 2000-1600 voor Christus De val van de Derde Dynastie van Ur omstreeks 2000 voor Christus werd onder andere veroorzaakt doordat Amoritische stammen uit de woestijn zich vestigden rond de steden. Uit deze stammen kwamen dynastieën voort, waaronder die van de concurrerende steden lsin en Larsa. De Eerste Dynastie van Babylon werd steeds machtiger en uiteindelijk vormde Zuid-Mesopotamië een eenheid onder koning Hammurabi van Babylon (1792-1750 voor Christus). Deze vorst voerde oorlog in het gebied van de Eufraat en voorbij de Tigris en onderwierp de koninkrijken Mari, Noord-Mespotamië en Esjnunna. Babylon werd in 1596 voor Christus veroverd door de Hittieten die afkomstig waren uit centraa l Turkije. Dat betekende het einde van de Oud-Babylonische periode.

Dit is de tijd waarin lezen en schrijven zich in het gehele Nabije Oosten verbreidde net als het gebruik van rolzegels. Zoals we zagen waren rolzegels een instrument van het bestuur in de eerdere perioden. In de OudBabylonische periode werd dit gebruik algemeen in Noord-Mesopotamië, Syrië, Iran en Anatolië (het tegenwoordige Turkije). Er ontwikkelde zich een ingewikkeld patroon en een rangorde in het gebruik van zegels. De zegels van deze periode zijn ideaal van formaat voor afrollingen. Niet te groot zoals Akkadische zegels, niet te klein (zoa ls sommige Post-Akkadische zegels). Gemiddeld zijn ze 2,5 tot 3 cm. hoog en 1,2 tot 1,5 cm. in doorsnede. In deze periode zou de boor met het slijpschijfje in gebruik zijn geraakt, waardoor het mogelijk was korte verticale lijnen te maken. De meeste zegels zijn van haematiet, een steensoort die zeer geschikt is voor afrollen. Zegels van haematiet kwamen al eerder voor tijdens de Ur 111periode, maar nu werden ze overal gebruikt. Haematiet is een harde, fijnkorrelige steensoort die weliswaar moeilijk te bewerken is en kan afsplinteren, maar een zeer scherpe en bestendige afbeelding geeft. Ook tegenwoordig wordt het nog gebruikt. In de oudheid kwam het waarschijnlijk uit Oost-Turkije, maar ook in Syrië zijn vindplaatsen bekend. Net zoals andere ijzeroxides die er op lijken, zoals magnetiet en goethiet met hun donkergrijze metalige glans, is haematiet in deze periode zeer veel gebruikt. Later komt

het minder voor, juist omdat het moeilijk te bewerken is. Ook andere steensoorten komen voor in de Babylonische periode, bijvoorbeeld kwarts. Maar terwijl de voorstellingen op zegels van haematiet haarscherp uitkomen, zijn die op gespikkelde agaat en jaspis moeilijk te ontwaren. De ornamenten zijn daarom vaak grof uitgesneden. Zegels met inscripties werden zorgvuldiger gemaakt. In het algemeen zijn juist deze inscripties afgedrukt op documenten. De grover uitgesneden zegels van groter formaat behoorden aan vrouwen toe en werden waarschijnlijk meer als sieraad gebruikt dan voor ambtelijke toepassingen. De uiteinden van het rolzegel werden vaak voorzien van kapjes van edelmetaal die werden versierd met granulatie. Maar weinig van deze kapjes zijn bewaard gebleven, waarschijnlijk omdat ze van goud waren en zijn omgesmolten. Maar de afdruk ervan is soms te herkennen op kleitabletten.

afb. 27 Strijd-scènes: stieren met baardige menselijke hoofden , mannen met een ' kilt' en een leeuw. Akkadische periode, 2334-2200 v. Chr.

afb. 28 Teruggrijpen naar motieven uit de Vroeg-Dynastische periode: een adelaar met prooi. Post-Akkadische en Ur 111perioden , 2200-2000 v. Chr.

afb . 29 Strikte regels regeren de voorstellingen zoals in deze presentatie-scène. Naast de voorstelling een boot met een vogel. Ur 111periode , 2200-2000 v. Chr.

9


afb. 30

Babylonische zegels

Een klassieke presentatie-

Eerst wordt nu aandacht geschonken aan zegels uit Babylonië omdat hun beeldtaal, hun iconografie , die van de omringende streken beïnvloedde. Op de oudste Vroeg-Babylonische zegels komen strijd-scènes niet zo vaak voor, maar nog wel veel presentatie-scènes. Deze tonen nog steeds de vereerder die door een godin voor een god op een troon wordt geleid (afb. 30) of voor een vergoddelijkte zittende koning met een beker, net zoals op Ur 111 zegels. In de negentiende eeuw voor Christus, gedurende de lsin/ Larsa periode, kreeg de presentatie-scène een andere compositie. Daarbij wordt de vergoddelijkte koning op een troon benaderd door een figuur in een wijde mantel met gevouwen handen. Achter deze figuur staat een biddende godin in een gewaad met stroken, de handen geheven in een bede om voorspraak (afb. 31 ). Zij schijnt de lijfgodin te zijn van de eigenaar van het zegel. In presentatie-scènes komt zij in de plaats van de godin die op zegels uit de Ur 111en OudBabylonische perioden staat (afb. 29 en 30). De eigenaar van het zegel, in zijn lange gewaad, geschoren en soms met kaal hoofd, staat met gevouwen handen voor de tronende vergoddelijkte koning. Presentatie-scènes voor staande godheden vervingen geleidelijk dergelijke voorstellingen voor tronende goden en koningen (afb. 32). Zegels van goede kwaliteit hebben een inscriptie met de naam van de eigenaar, zijn titels en de naam van zijn beschermgod of koning. Vaak echter zijn zulke zegels opnieuw gebruikt en is de tekst weggehaald of is een nieuwe naam aangebracht.

scène, zoals tijdens de Ur 111 periode . Oud-Babylonische periode , 2000-1600 v. Chr. afb . 31 De eigenaar van het zegel met gevouwen handen voor de goddelijke koning die op een troon zit . Oud-Babylonische periode ,

2000-1600 v. Chr.

afb. 32 Presentatie-scène: staande god, man en bemiddelende godin. Oud-Babylonische periode , 2000-1600 v. Chr. afb. 33 De zonnegod Sjamasj met het mes met de zaagtanden. Oud-Babylonische periode,

2000-1600 v. Chr.

De koning komt op verschillende manieren voor. Hij is niet een bepaalde vorst, maar staat voor het idee van koningschap in het algemeen en de aspecten die dat belichaamt zoals orde en bescherming. Hij zou heel goed een wezen kunnen zijn met koninklijke trekken dat bescherming biedt. Zoals al besproken, vindt de voorstelling van de koning op een troon met een beker in de hand zijn oorsprong in de Ur 111 periode. Hij is gehuld in ceremoniële gewaden en op latere rolzegels komen we hem staande voor een godheid tegen, soms met een offerdier. De zogenaamde 'ko ning met de knots' die in het algemeen voor de smekende godin staat (bijv. op afb. 32) beeldt de krijger-koning uit. Er is verondersteld dat hij dezelfde is als de sedu, een beschermgod en brenger van geluk. Priesters, geschoren en gekleed in een schort, met een plengvaas of loof en een emmertje in de hand komen soms voor in presentatiescènes. Op sommige zegels staan figuren met een schort als begeleiders. In afbeeldingen van strijd met dieren en op grover uitgevoerde zegels zijn zij vaak de enige menselijke figuren.

De zonnegod Goden en godinnen zijn te herkennen aan hun hoofdtooi met één of meer paren horens. Sjamasj (Utu in het Sumerisch) heeft in de regel een duidelijk herkenbaar mes met zaagtanden. Soms houdt hij zijn mes recht omhoog en dat is misschien een traditie die stamt uit het Syrische Midden-Eufraat gebied aangezien zoiets ook voorkomt op zegels uit Mari (afb. 33, 34 en 55). Hij draagt een lange, verticaal gestreepte of geplooide openvallende mantel en staat met één voet op een kleine heuvel alsof hij klimt. Ook heeft hij zijn voet wel op een liggende stier met mensenhoofd. Sjamasj heeft geen stralen die uit schouders komen meer zoals vroeger tijdens de Akkadische periode. De beroemde stèle van Hammurabi in

10


afb. 34 Goden, vorsten, adoranten en begeleiders zoals die op zegels uit deze periode voorkomen. Geheel rechts lsjtar, daarnaast Sjamasj. Oud-Babylonische periode, 2000-1600 v. Chr.

het Louvre te Parijs is overigens een uitzonderlijk voorbeeld waar de stralen wel zijn aangegeven. Amurru en Adad

De godheid Amurru schijnt de god te zijn van de Amoritische stammen. Hij draagt vaker een hoofdtooi die op een hoge hoed lijkt, dan een tooi met horens (afb. 56). Ook heeft hij een herdersstaf. Vaak is alleen de staf weergegeven. De stormgod Adad is in het algemeen herkenbaar door zijn bliksem en door zijn eigen dier, de stier. Zijn cultus werd belangrijk in de achttiende eeuw voor Christus. Op afb. 35 verbeeldt de bliksem boven de stier de stormgod zelf. Soms treffen we alleen de bliksem aan. Een naakte godin is wellicht de gemal in van de stormgod, Sjala, een symbool van vruchtbaarheid, of een kwaadafwerende figuur. Ze wordt frontaal weergegeven, de handen ineen, met haar tot op de schouders, maar zonder hoofdtooi met horens (vergelijk afb. 56). De overige goden

Een aantal goden kan niet benoemd worden maar heeft wel een eigen iconografie die overigens vaak slordig is weergegeven. Veel figuren kunnen alleen maar als goden worden herkend aan hun mantel met stroken, hun hoofdtooi met horens of aan de samenhang waarin ze voorkomen, zoals de god op afb. 36 aan wie een offerdier wordt aangeboden. Vulmotieven

Tijdens de Oud-Babylonische periode is een hele reeks van voorwerpen tussen de figuren en

afb. 36 Een presentatie-scène: een god krijgt een dier. Oud-Babylonische periode, 2000- 1600 v. Chr.

in de ruimte rond de voorstelling weergegeven. Deze moeten een eigen betekenis hebben gehad die ons nu ontgaat. De zonneschijf samen met de maansikkel, de maansikkel alleen en sterren zijn zeer gebruikelijk. Verder komen de vlieg voor, de dwerg met kromme benen, de aap, die waarschijnlijk in verband werd gebracht met het koningschap, het 'vat' en de 'staf met een bal'. Sommige daarvan zijn attributen van bepaalde goden en konden die symboliseren, bijvoorbeeld de staf van Amurru, de bliksem van de stormgod Adad, en de kromme staf met de leeuwenkop die verscheidene goden symboliseert (zie afb. 37).

afb. 35 De bliksem boven de stier verbeeldt de stormgod Adad. De naakte godin is diens echtgenote Sjala. Oud-Babylonische periode, 2000-1600 v. Chr.

Oud-Assyrische zegels

In dezelfde tijd vestigde zich in NoordMesopotamiĂŤ een Amoritische dynastie in de stad Assur aan de Tigris. Tussen 1950 en 1920 voor Christus gingen handelaren uit Assur in handelsposten buiten de belangrijkste steden van Oost- en Midden-Turkije wonen waar zij ruilhandel dreven: tin en geweven stoffen tegen zilver en goud. Tevens brachten zij de kennis van het schrift, hoogwaardige administratieve en zakelijke technieken en het rolzegel. Hun zakelijke correspondentie, geschreven in spijkerschrift op kleitabletten werd verstuurd in

afb. 37 Een vorst met een knots staat tegenover een god met scepter. Tussen hen in bliksem en maansikkel. Ondersteboven: een held met zijn voet op de kop van een verslagen stier en een op de achterpoten staande leeuwgriffioen met een lange staf. Oud-Babylonische periode , 2000-1600 v. Chr.

11


afb. 38 Een leeuw valt een geit aan, een figuur met een koninklijk hoofddeksel staat met een drietand

voor een

koning met

een knots. Onder de 'o pvullende ' voorwerpen een menselijk hoofd , een kromstaf, een haak, een egel en een vlieg. Oud-Assyrische periode , 2000-1600 v. Chr. afb. 39 Banket-scène temidden van vulmotieven . Uit Ugarit , Oud -Syrische populaire stijl, 2000-1600 v. Chr. afb. 40 Twee knielende helden die hun armen naar een gevleugelde zonneschijf opheffen. Aan beide zijden en tussen hen in twee gekruiste leeuwen . Klassiek-Syrische stijl, ca. 1800 v. Chr. afb. 41 Een boogschutter in een strijdwagen; een tegenstander wordt vertrapt. KlassiekSyrische stijl, ca. 1800 v. Chr.

afb. 42 Een figuur en een gehoornde viervoeter bij een boom. De driehoekjes zijn wellicht een imitatie van metalen kapjes. Post-Kassitische stijl, 1200 -1 100 v. Chr.

enveloppen van klei die werden verzegeld met behu lp van - vaak lokaal gemaakte - rolzege ls in de stijl van Assur of in de plaatselijke stijl. Hun belangrijkste handelspost heette Kanesj en lag net buiten de stad Nesa (nu Kültepe). Deze streek werd later door de Romeinen Cappadocië genoemd en daarom noemt men deze Assyrische kolonies en hun cultuur wel Cappadocisch. De nederzetting is uitvoerig opgegraven en er zijn huizen van koop lieden teruggevonden . Vier hadden grote zakelijke archieven . Laag 2 van de handelspost werd door vuur verwoest omstreeks 1850 voor Christus en werd weer opgebouwd rond 1810 om uite indelijk definitief te worden verwoest tegen 1740 voor Christus. Een zegel in de OudAssyrische stijl van Assur is te zien op afb. 38.

Oud-Syrische populaire stijl Ook in Syrië ontwikkelden zich nieuwe stijlen dankzij de handel gedurende de Derde Dynastie van Ur (Periode 111) en de kooplieden van Assur tijdens Periode IV. Ze zijn gebaseerd op die van vroegere perioden. Het enige zegel in de collectie waarvan de herkomst bekend is, is afkomstig uit Ugarit aan de kust van NoordSyrië (afb. 39). Het is een voorbeeld van de Oud-Syrische populaire stijl. Dergelijke zegels zijn in het algemeen gemaakt van zachte steen, meestal chloriet. Een hele serie vertoont dezelfde stijl die omstreeks 2000-1600 voor Christus gangbaar was. Op het zegel staat een banket-scène met iemand die door een rietje uit een pot drinkt. Klassiek-Syrische stijl Deze stijl ontstond kort voor 1880 voor Christus ten dienste van de Syrische elite. De rolzegels zijn meestal van haematiet (afb. 40 en 41 ), maar sommige zegels zijn gemaakt van andere kleurige steensoorten zoals groene jasp is. Omdat dergelijke zegels interessant en aantrekkelijk worden gevonden, zijn ze zeer gewild met als gevolg dat afgesleten exemplaren vaak bijgewerkt zijn en er ook nogal wat vervalsingen circuleren.

PeriodeV: Late Bronstijd, circa 1500- 1000 voor Christus Na de ondergang van de Dynastie van Babylon rond 1595 voor Christus begint in het hele Nabije Oosten een periode waarvan weinig bekend is. Als er weer schriftelijke bronnen opduiken , zijn de Kassieten aan de macht in Babylon, de Mitanni in Noord- Irak en Syrië en de Elamieten in West-Iran. Kassitisch en Post-Kassitisch Babylonië

Over de herkomst van de Kassieten is weinig bekend. Ze zetten de beschaving van de Babylonië rs voort en dat is te zien aan de Kassitische rolzegels uit omstreeks 1400-1300 voor Christus. Waarschijnlijk werden die aan goden gewijd want ze dragen lange wijdingsinscripties. Regelmatig terugkerende voorstellingen tonen een aanbidder voor de god op een troon. Daarnaast ontwikkelt zich een tweede, wat lossere stijl (1350-1200 voor Christus) waarin weer vaak een held tussen twee dieren wordt afgebeeld. Post-Kassitisch (1200-1100 voor Christus) is de benaming voor een nog lossere stijl met plantmotieven . De zegels zijn vaak

12


voorzien van een driehoekige versiering langs de randen van de voorstelling. Misschien zijn het imitaties van metalen kapjes (afb. 42). Mitannische zegels

Omstreeks 1500 voor Christus werden NoordMesopotamië en Syrië deel van het rijk van de Mitanni dat rond 1340 voor Christus ineenstortte. Mitannische zegels zijn gemaakt van faience, een materiaal dat aan glas verwant is en dat gemakkelijk te snijden is. De oppervlaktelaag is helder van kleur. Omdat dergelijke rolzegels goedkoop en aantrekkelijk zijn, werden ze ook als kralen gebruikt en veel verhandeld (afb. 43). Mitannische rolzegels kunnen vaak vanwege de terugkerende motieven van hun versiering aan bepaalde werkplaatsen toegeschreven worden. Midden -Assyrische zegels, 1400-1250 voor Christus

De Assyriërs slaagden er tenslotte in zich te ontworstelen aan de macht van de Mitanni. Ze ontwikkelden opeenvo lgende eigen herkenbare stijlen (afb. 44).

beschaving vervulde de Assyriërs met bewondering en afgunst. Herhaaldelijk vielen ze Babylon binnen en in 689 voor Christus werd Babylon ingenomen en verwoest. Aan het einde van de zevende eeuw voor Christus werd Babylon weer zelfstandig. De Chaldaeërs verenigden zich met de Meden uit Iran en brachten het Assyrische rijk ten val. In 614 en 612 voor Christus werden de grote Assyrische steden zoals Assur, Nimrud en Ninive geplunderd. Daarna begonnen de Chaldaeërs hun veroveringen in het westen onder koning Nebukadnesar Il die in 597 voor Christus Jeruzalem veroverde en de Joden naar Babylon deporteerde . Babylon zelf werd in 539 voor Christus veroverd door de Achaemenidische koning Cyrus 'de Grote'. Babylonische zegels bleven overigens in gebruik tot omstreeks 500 voor Christus. Hoewel de historische data van deze tijd goed bekend zijn, is het moeilijk rolzegels uit de eerste helft van het eerste millennium te dateren.

afb. 43 Vijf mannen met lange mantels en breedgerande hoeden lopen naar rechts. Boven: gehoornde dieren. Mittannische stijl, 1500- 1340 v. Chr. afb. 44 Man met gedood dier bij boom. Het zegel is later bijgewerkt. MiddenAssyrische stijl, 1400-1250 v. Chr.

afb. 45 Twee gevleugelde sfinxen aan

Cyprus en de Levant

weerszijden van een boom.

Dat rolzegels niet alleen in Mesopotamië gebruikt werden, blijkt uit het zegel met twee gevleugelde sfinxen dat wellicht uit Cyprus komt (afb. 45). Behalve de Mitannische zegels waren er gedurende de tweede helft van het tweede millennium voor Christus in Syrië ook andere stijlen voor rolzegels in gebruik. Exemplaren die zijn opgegraven te Ugarit illustreren dat duidelijk. De rolzegels op afb. 46 en 47 zijn daarom mogelijk uit Syrië of streken verder naar het zuiden afkomstig, maar het zou ook best kunnen dat ze uit de streken komen die al besproken zijn.

Cypriotisch, ca. 1000 v. Chr.

Periode VI : N eo-Assyrisch en NeoBabylonische perioden , 900 -5 00 voor Christus

Vanaf 1200 voor Christus volgt er een tweede tijdvak waarvan weinig bekend is. Hieruit stond in Noord-Mesopotamië het Assyrische rijk weer op, nu veel agressiever en overheersender. In Zuid-Mesopotamië vestigden zich de Chaldeeuwse stammen. Zij behielden de tradities van hun voorgangers. De Babylonische

afb. 46 Een gevleugelde godin op een dier dat naar rechts loopt. Levantijns, ca. 1000 v. Chr.

afb. 47 Liggende griffioenen. Levantijns, ca. 1000 v. Chr.

13


afb. 48 Eenboogschuttermet baard legt aan op een struisvogel. Tussenhen in een padur boompje. Neo-Assyrisch, 900-612 v. Chr. afb. 49 Eengevleugeldebaardige held grijpt de voorpoten van een griffioen en een gevleugeldestier. Neo-Assyrisch,900-612 v. Chr.

Neo-Assyrische zegels, circa 900-612 voor Christus

Neo-Assyrische rolzegels werden tussen 900 en 750 voor Christus overwegend in een lineaire stijl uitgevoerd. Men werkte in serpentijn , een steensoort die eerder veel gebruikt werd in de Akkadische tijd (Periode lil). Veel van de voorstellingen komen ook voor op de reliëfs in de Assyrische paleizen. Een thema is de koning die een offer brengt, gewoonlijk in gezelschap van een dienaar, maar ook andere voorstellingen met goden komen voor (afb. 3). Ook dieren worden weer afgebeeld, soms jagend , soms met elkaar in gevecht. Zegels van faience beleefden een nieuwe bloei, in het bijzonder rond 700 voor Christus. Ze vonden net als hun Mitannische voorgangers een wijde verspreiding. De voorstellingen tonen boogschutters en helden die vechten tegen wilde dieren en monsters (afb. 48 en 49). Daarnaast komen goden met hun attributen voor zoals de godin Gula (afb. 50). In de achtste eeuw voor Christus ontstond er op rolzegels van harde steensoorten zoals chalcedon en cornalijn een nieuwe stijl, waarbij de schijfboor en de boor weer gebruikt werden. Gelovigen in verering voor goden zijn een gebruikelijk thema; ze staan voor een gestileerde boom met een gevleugelde zonneschijf erboven, die de god Sjamasj of misschien ook de nationale god Assur (vergelijk afb. 3 en 57) symboliseert. Na de veroveringen van Babylonië in 729 en 710 voor Christus namen de Assyriërs waarschijnlijk handwerkslieden waaronder zegelsnijders mee. Dat zou het op leven van de technieken en de producti e van opvallende zegels kunnen verklaren. Een geliefd onderwerp is de gevleugelde held die de voorpoten van een springend dier grijpt. Deze stijl zette zich voort tot in de laatste eeuw van het Assyrische rijk.

die de klauw van een leeuw of een monster grijpt terwijl hij een kromzwaard achter zich vasthoudt in zijn linker hand. Vaak is een klein dier of voorwerp afgebeeld tussen de figuren . Iran

De stijlen van rolzegels gemaakt in Perzië rond 500 voor Christus zijn meestal afgeleid van die uit Mesopotamië. Sommige zegels behoren tot een groep die afkomstig is uit het grensgebied van Iran, Babylonië en Assyrië. In deze zegels zijn kenmerken van de verschi llende stijlen van deze drie gebieden te herkennen. Enkele zegels zijn misschien Neo-Elamitisch (afb. 51 en 52). Periode VII: De Achaemenidisch-Perzische periode, 539-400 voor Christus

Het toenemende gebruik van het Aramese alfabet, geschreven op papyrus en leer, maakte dat omstreeks 700 voor Christus rolzegels werden vervangen door stempelzegels. De documenten werden met een klompje klei verzegeld en daarvoor zijn stempelzegels handiger dan rolzegels. Maar de Achaemeniden keerden niet alleen terug tot het gebruik van kleitabletten voor de koninklijke administratie, ze zegelden deze ook met rolzegels. Onder hun bewind ontstond een eigen stijl. Het meest gebruikte motief was de koninklijke held die twee dieren of monsters in bedwang houdt; een thema dat afgeleid is van Neo-Assyrische zegels van rond 700 voor Christus (afb. 49). De held heeft een kroon met kantelen op het hoofd en draagt een Perzisch gewaad met schuine plooien aan de zijkant en verticale plooien aan de voorkant (afb. 53). Soms komt de sfinx voor. De vogelman met een schorpioenenstaart is overgenomen van Neo-Babylonische zegels en monsters met de horens van een steenbok zijn populair. Twijfelachtige en bijgewerkte zegels

Neo-Babylonische zegels, 1000-500 voor Christus

Veel Babylonische zegels uit het eerste millen nium voor Christus zijn versierd met diagonale lijnen. Dit wijst eerder op het gebruik van een vijl dan van een boor (vergelijk Periode 1). Di eren worden staand tegenover elkaar of jagend weergegeven. Andere voorstellingen vinden hun oorsprong paradoxaal genoeg in MiddenAssyrische voorbeelden en geven een held weer 14

Het vervalsen van zegels is van alle tijden. Tijdens de Afghaanse oorlog waren er aan de grenzen werkplaatsen van stempelsnijders die grote hoeveelheden zegels maakten voor goedgelovige toeristen. Met hun dollars werden geweren voor de oorlog gekocht. Wanneer één enkel zegel met een goede herkomst op een veiling wordt verkocht voor duizenden dollars, is het voor vervalsers duidelijk dat er een markt was voor rolzegels van de


allerbeste kwaliteit. Geen wonder dus dat schitterende vervalsingen, soms vervaardigd met moderne tandartsapparatuur en te mooi om waar te zijn, de laatste tijd op de markt komen. Soms kan de authenticiteit van een zegel boven alle twijfel worden vastgesteld. Herkomst, voorstelling, stijl en materiaal passen dan bij elkaar. Als kenmerkende eigenschappen van verschillende perioden in ĂŠĂŠn zegel voorkomen en als voorstellingen niet begrepen zijn door de vervalser, dan weet de kenner dat er iets mis is. Er zijn ook zegels waarvan de authenticiteit betwijfeld wordt, maar die niet zonder meer als vervalsingen kunnen worden bestempeld. Sommige stijlen zijn namelijk nog niet goed bestudeerd of ze blijken gebruikelijk in afgelegen streken. Zo worden bij opgravingen zegels en antieke zegelafrollingen gevonden waarvan de herkomst vast staat, maar die als vals zouden gelden indien ze zonder die herkomst op de markt zouden komen. Dat geldt bijvoorbeeld voor veel zegels die zijn opgegraven in Ugarit. Het komt regelmatig voor dat een zegel aanvankelijk als vals gekwalificeerd wordt maar later toch echt blijkt te zijn. Dan is er het probleem van de bijgewerkte zegels. Bijwerken gebeurde al in de oudheid. Wetenschappelijk gezien is het mooier maken van afgesleten zegels met als oogmerk hun marktwaarde te verhogen een kwalijke gewoonte. Authentiek archeologisch materiaal wordt er op z'n minst zwaar door gehavend. Soms is de oorspronkelijke voorstelling zelfs niet meer te zien. Ook worden afgesleten zegels door de plaatselijke bevolking tot kraal of amulet versneden. Zo kent elke collectie twijfelgevallen die moeilijk te classificeren zijn, maar die

waarschijnlijk wel antiek zijn. Zegels uit de handel blijven een probleem. Uiteindelijk zijn alleen wetenschappelijk opgegraven stukken volledig betrouwbaar. Zij vormen voor de archeoloog het fundament voor zijn onderzoek.

afb. 50 Gula, de godin van de genezing, staat op haar attribuut, een hond . Voor haar een adorant. Achter haar een gevleugelde

* Deze tekst is een Nederlandse bewerking van de artikelen die Dominique Collon en Frans Wiggerman schreven voor de wetenschappe1ijke catalogus van de verzameling Joost Kist. Het spreekt vanzelf dat de auteurs, die hun tekst allervriendelijkst ter beschikking stelden, niet verantwoordelijk zijn voor deze Nederlandse versie.

stier-man. Neo-Assyrisch, 900-612 v. Chr. afb. 51 Een strijdwagen met een wagenmenner en een boogschutter; erachter een krijger. Onder de paarden ligt een onthoofde tegenstander.

Summ ary

Iran, Neo-Elamitisch ,

A special exhibition devoted to Near Eastern cylinder seals, however modest in size, gives an excellent overview of glyptic art from the Predynastic Period onwards, illustrating a highly characteristic aspect of Mesopotamian culture. The seals were selected from the large collection which Dr. Joost Kist acquired over many years, none of which has been publicly displayed before. Dr. Dominique Col/on, a keeper at the British Museum, published the seals in 'Ancient Near Eastern seals in the Kist Collection' (Leiden 2003). She divides them into chronologica/ periods from 3500 BC til/ 500 BC, using the so-called Middle Chronology which dates the reign of Hammurabi to 1792-1750 BC. lndividual iconographical elements give information about religion and mythology, the natures of deities and kings. The seals had administrative functions and served to seal goods traded in pots as welf as to denote ownership.

ca. 500 v. Chr.

afb. 52 De koning op een troon bij een altaar of tafel. Voor hem een dienaar met waaier. De tekst noemt de god Kidin Sjimut. Iran, Neo-Elamitisch, ca. 500 v. Chr. (zie voorzijde omslag) afb. 53 De vorst grijpt twee stieren met menselijk gelaat bij de horens. Achaemenidisch, 539-400 v. Chr.

15


Grote goden op klein formaat Geralda Jurriaans-Helle

afb. 54 Herder verdrijft leeuwen van een gedode geit. Witte kalksteen,h. 2,2 cm, Vroeg-Dynastisch111, 2600-2350 v. Chr. APM 6353

De nieuw ingerichte vitrines op de afdeling Nabije Oosten in het Allard Pierson Museum weerspiegelen de grote verscheidenheid aan volkeren die tussen ongeveer 4000 vóór en 500 na Christus het gebied dat zich uitstrekt van Iran tot en met Turkije hebben bewoond. Toch hebben al deze volkeren ook een aantal gemeenschappelijke kenmerken , zoals het gebruik van het spijkerschrift en de gewoonte om met de afdruk van een zegel iets als bezit aan te merken De oudste zegelafdrukken stammen uit het zesde millennium voor Christus. Aanvankelijk gebruikte men stempelzegels maar rond 3500 voor Christus kwam in Mesopotamië het rol zegel in gebruik. Deze cilindervormige zegels zijn meestal in de lengte doorboord zodat ze als een kraal gedragen konden worden. In het zegel werden voorstellingen in spiegelbeeld uitgesneden met behulp van vijl of boor. Door het zegel af te rollen in zachte klei ontstond een doorlopende band met een zich telkens herhalende voorstelling in reliëf. Zo was het mogelijk om in één keer een groot kleitablet met tekst of de afsluiting van een vat van zegels te voorzien. In het gebruik van de zegels ligt besloten dat elk exemplaar anders is. Wel hadden ze vaak hetzelfde type voorstelling, zoals strijd-scènes van mensen en dieren , banket-scènes of de presentatie van een mens bij een godheid. Uit de collectie van het Allard Pierson Museum wordt hier een zestal zegels gepresenteerd die samen een beeld geven van de verschillende cu lturen en de rijke godenwereld van het Nabije Oosten. Uit de afbeeldingen kan men iets over de aard van de maatschappij aflezen en zien hoe met de macht van bepaalde volkeren ook die van de goden meeverandert.

16

Sumerië In de tweede helft van het vierde millennium voor Christus ontstonden in Mesopotamië de eerste steden met grote tempels. Ook het spijkerschrift werd in deze periode uitgevonden, waarmee men de administratie bijhield op kleitabletten. Toen rond 3000 voor Christus het water van de rivieren Eufraat en Tigris ging zakken en grote gebieden droog kwamen te liggen , werd een goed georganiseerd irrigatiesysteem van levensbelang. In de verschillende Sumerische steden wierpen bepaalde families zich op als leiders die de stad en vooral de watervoorziening beschermden tegen andere belanghebbenden. Naar deze dynastieën wordt de periode Vroeg-Dynastisch genoemd (3000-230 0 voor Christus). De maatschappij was gericht op landbouw en veeteelt en dat is af te lezen aan de afbeeldingen op de zegels. Op het door midden gebroken witte stenen zegel (Pl. lla) staat een vegetatiegodheid afgebeeldl. Hij draagt een rok met drie lagen franje boven elkaar. Dit is waarschijnlijk een geweven nabootsing van een kledingstuk gemaakt van schapenvacht, de zogenaamde kaunakes. Zijn haar is opgestoken in een wrong en hij heeft een baard. In zijn linkerhand houdt hij een korenaar. Voor hem is water met een vis afgebeeld, een koe die een kalf zoogt, daarboven een steenbok, een schorpioen, een vogel met een lange hals (we lli cht een gans) en een maansikkel. De schorpioen wordt vaak afgebeeld en heeft geen slechte bijbetekenis, maar is juist een teken van vruchtbaarheid en rijkdom. De god zou Dumuzi kunnen zijn, de Sumerische vegetatie- en vruchtbaarheidsgod die tevens de goede herder was. Er waren echter zeer veel vegetatie-godheden in deze agrarische maatschappij en misschien is het beter om deze godheid niet nader te benoemen.


Het tweede zegel (afb. 54) stamt uit dezelfde periode en laat zien dat in deze maatschappij ook de veeteelt belangrijk was: een herder probeert twee leeuwen te verjagen van een gedode geit2. De zegelsnijder heeft aangegeven dat het beest al dood is door het ondersteboven af te beelden. De kop met enorme horens hangt naar beneden. De vacht is door middel van visgraat-strepen aangegeven. De leeuwen staan aan weerskanten van het dier op hun achterpoten met hun staart omhoog. De herder, gekleed in een kort gewaad, staat achter de rechter leeuw en steekt hem met een speer in de nek. Om de laatste vrije ruimte op te vullen is een dolk afgebeeld boven de rug van de gewonde leeuw.

Akkad Rond 2330 voor Christus bracht koning Sargon van Kisj geheel Zuid-Mesopotamië onder zijn bewind. Hij stichtte het Akkadische rijk. De hemelgoden van de Semitische Akkadiërs gingen samen met de vegetatie-goden van de Sumerische bevolking. De goden worden vanaf dat moment vaak met hun attributen afgebeeld, waardoor ze wat gemakkelijker geïdentificeerd kunnen worden. Zeer populair is de zonnegod Sjamasj. Op het zegel van serpentijn 3 is hij afgebeeld terwijl hij na zijn nachtelijke tocht door de onderwereld te voorschijn komt tussen de bergen (afb. 55). Zonnestralen komen uit zijn schouders tevoorschijn en in zijn rechterhand houdt hij een mes met zaagtanden, waarmee hij zijn weg door de bergen heeft opengelegd. Aan weerskanten van hem zijn de deuren van de hemel te zien . De rechter deur wordt opengehouden door een godheid, bij de linker deur is de godheid die in andere gevallen hier staat, vervangen door een boom. Beide goden dragen een lang geplooid gewaad . Hun hoofddeksel , een platte kap met horens, geeft aan dat zij goden zijn. De zonnegod heeft zijn haar in een wrong opgestoken, de andere god heeft zijn haar in een staart, hetgeen wellicht zijn jeugd aangeeft. Ook op het zegel van zwarte kalksteen (achterzijde omslag) zijn de gehoornde hoofddeksels duidelijk zichtbaar. Hierop staat een presentatiescène met een zittende god met een beker in de hand die wordt begroet door een andere god4. Achter de troon staan nog twee goden, van wie de linker een knots lijkt vast te houden. Boven de hand van de zittende god is een maansikkel afgebeeld. Alle goden dragen een lang gewaad met franje. Het gaat hier om een lange doek die zó om het lichaam wordt gewikkeld dat de franje te zien is langs de onderkant en in een verticale baan. Zij hebben baarden en hun haar is in een wrong opgestoken. De goden zijn niet nader te benoemen.

Babylon Het Akkadische rijk verloor zijn macht rond

2200 voor Christus. Daarna speelde in het zuiden de stad Ur een belangrijke rol. In het noorden ontstond het Assyrische rijk. Rond 2000 voor Christus vestigden Amoritische stammen zich in Babylon en andere steden in het zuiden. De Amoritische koning Hammurabi van Babylon (1792-1750 voor Christus) bracht geheel Mesopotamië onder zijn bewind . Met de Amorieten deden nieuwe goden hun intrede. Op het zegel van haematiet (afb. 56) staat een naakte godin met losse haren frontaal afgebeeldS. Zij houdt haar handen onder haar borsten, een gebaar dat gedurende vele eeuwen kenmerkend is voor vruchtbaarheidsgodinnen. Daarom wordt zij soms met de godin lsjtar geïdentificeerd, de godin van liefde en oorlog. Anderen zien in haar een andere vruchtbaarheidsgodin: Sjala, de vrouw van Adad, de Babylonische god van onweer , storm en regen, die op zijn beurt met Baal wordt gelijkgesteld. Naast haar staat een man in een kort gewaad. Zijn baard wordt door de wind uiteengeb lazen. Op andere zegels draagt deze figuur soms een knots en wordt dan gezien als een krijger-koning. Wanneer een man in deze houding echter een puntmuts draagt en geen knots vasthoudt , zoals in ons geval, zou het om een godheid gaan. De derde godheid is gekleed in een lang geplooid gewaad. Hij draagt een hoge cilindervormige hoed en kan daarom geïdentificeerd worden als de Amoritische berggod Amurru .

afb. 55 De zonnegod verschijnt tussen de bergen. Serpentijn, h. 3,5 cm, Akkadisch, 2350-2170 v. Chr.

APM 6381 afb. 56 God tussen naakte vrouwelijke godin en de god Amurru. Haematiet, h. 2,3 cm, Oud-Babylonisch , 1800-1600 v. Chr.

APM 6361

!.

1 i

17


afb. 57 Priester voor de symbolen van de goden Assur, Marduk en Nabu. Chalcedon, h. 2,3 cm, Neo-Babylonisch, 625-539 v. Chr. APM 6391

Het Oud-Babylonische rijk dolf in 1596 voor Christus het onderspit tegen de Hittieten. Daarna heersten verschi llende volkeren in Mesopotamië onder wie de machtige Assyriërs. Deze werden in 614-612 voor Christus verslagen door de Meden en de Babyloniërs. In de Neo-Babylonische periode kwam Babylon nog eenmaal tot bloei. In 539 voor Christus veroverden de Perzen onder leiding van koning Cyrus Mesopotamië en maakten het een deel van het Achaemenidische rijk. Uit de Neo-Baby lonische periode komen prachtig gesneden zegels (afb. 57). Op het zegel van chalcedo n6 staat een man, wellicht een priester, afgebeeld. Hij heft zijn handen in vrome verering op voor goddelijke symbolen, een spade en een schrijfstift, op de rug van een gehoornd dier. Aan weerskanten hiervan zijn de zon en de maan afgebeeld. De man is gekleed in een lange mantel over een korte rok. Zijn blote linkerbeen is zichtbaar . Voor hem staat een klein tafeltje met offers. Achter het dier staat een heilige boom met een gevleugelde zonneschijf, het symbool van de god Assur, de belangrijkste god van de Assyriërs. De spade en de schrijfst ift zijn de symbolen van de Babylonische goden Marduk en Nabu. De stormgod Marduk was de stadsgod van Babylon wiens ster rees toen de stad steeds machtiger werd. Hij werd uiteindelijk de oppergod die hemel, aarde, mens en dier heeft geschapen. Nabu was zijn zoon. Hij was de god van de wetenschappen en het schrift. Het gehoornde die r zou de draak van Marduk kunnen zijn, maar het kan ook een gewone stier zijn. Door de combinatie van Assyrische en Babylonische goden kan dit zegel gedateerd worden in het begin van de zevende eeuw voor Christus, toen Assyrië en Babylon verenigd waren. De zegels waren bestemd voor dagelijks gebruik. Ze werden versierd met thema's die de eigenaren bezighielden en met goden die door hen werden vereerd. Zo is er aan de afbeeldingen op deze kleine zegels de geschiedenis van het gebied af te lezen, met de opkomst en ondergang van volkeren en hun goden. Literatuur De zegels van het Allard Pierson Museum zijn wetenschappelijk uitgegeven door Henri

18

Frankfort in: jaarbericht Ex Oriente Lux 3 (1935) 153-157, pl. XV-XVI; D.J.W. Meijer in: jaarbericht Ex Oriente Lux 25 (1977-1978) 7-34, pl. I-VI. Andere museumpublicaties over de zegelcollectie: D.J.W. Meijer in: Mededelingenblad Amsterdam 8 (1974) 3-5; J.M. Hemelrijk et al., Gifts to mark the Re-opening 1976, Allard Pierson Museum, Amsterdam, Archaeo logical Collection of the University of Amsterdam, Amsterdam 1976, 38-39, Pl. 18; M.N . van Loon, D.J.W. Meijer, B.I.W. Rossmeisl, Gids voor de afdeling West-Azië, Allard Pierson Museum Amsterdam 1989, 58-67, omslag, Pl. 1, afb. 40-46; Mededelingenblad Amsterdam 68 (1997) 7, afb. 8; Herman Brijder, Geralda Jurriaans-Helle (red.), Een gids voor de collecties van het Allard Pierson Museum, Amsterdam 2002, 72-76, afb. 64. Noten 1. lnv. nr. 6357. Witte kalksteen, h. 2,4 cm, Diam. 1,4 cm, gekocht in Bagdad, VroegDynastisch 111, 2600-2350 v. Chr. Me ijer 1977-78, p. 14, nr. 13, pl. 11,13. 2. lnv. nr. 6353. Witte kalksteen, h. 2,2 cm, Diam. 1,2 cm, gekocht in Bagdad, VroegDynastisch 111, 2600-2350 v. Chr. Meijer 1977-78, p. 13, nr. 11, pl. 1,11. 3. lnv. nr. 6381. Serpentijn, h. 3,5 cm, Diam. 2,3 cm, gekocht in Bagdad, Akkadisch, 2350-21 70 v. Chr. Meijer 1977-78, p. 19, nr. 21, pl. 111,21. 4. lnv. nr. 6389. Zwarte kalksteen, h. 2,9 cm, Diam. 1,8 cm, gekocht in Bagdad, Akkadisch, 2350-2170 v. Chr. Meijer 1977-78, p. 22, nr. 26, pl. 111 ,26. 5. lnv. nr. 6361. Haematiet, h. 2,3 cm, Diam. 0,9 cm, gekocht in Bagdad, Oud-Babylonisch, 1800-1600 v. Chr. Meijer 1977-78, p. 27, nr. 36, pl. IV,36. 6. lnv. nr. 6391. Chalcedon, h. 2,3 cm, Diam. 1,4 cm, Neo-Babylonisch, 625-539 v. Chr. Meijer 1977-78, p. 32, nr. 47, pl. Vl,47. Summary

The Allard Pierson Museum houses a nice collection of Mesopotamian cylinder seals, mostly bought by Henri Frankfort in Baghdad in 1935. In the choice of images one can follow the rise and fall of the different cultures and peoples of the Near East and their gods.


Oude rolzegels en modern aardewerk René van Beek

Millennia geleden werden rolzegels gebruikt om handelswaar, eigendommen en officiële documenten te waarborgen. Door het cilindervormige rolzegel met in negatief uitgesneden voorstelling in de vochtige klei af te rollen wordt de voorstelling in reliëf zichtbaar. De Amsterdamse kunstenares Nicole Bots gebruikt antieke cilinders om haar vee/kleurige aardewerken 'bouwsels' te versieren. Enkele jaren geleden kreeg Nicole Bots een 5000 jaar oude Mesopotamische rolzegel in handen. Deze intrigeerde haar en inspireerde om keramische objecten mee te versieren. Het resultaat was opmerkelijk. Zij kreeg van verzamelaar Joost Kist een aantal zegels in bruikleen die zij heeft kunnen gebruiken ter decoratie van haar werk. En daarmee is de decoratie een essentieel onderdeel geworden in haar keramisch oeuvre. De geheimzinnige tekens van de zegels geven de keramische objecten een extra dimensie en een grote originaliteit. Het maakproces begint met het uitrollen van grote plakken klei. Vervolgens wordt een zegel erop uitgerold, waarna de plakken met voorstellingen gekleurd worden met pigmenten. Uit deze gekleurde plakken vochtige klei worden stroken en stukjes klei gesneden en verwerkt tot vazen of architectonische objecten. Nadat het object op ca. 1000° C is gebakken, wordt de kleur

afb. 59 Tuin van Babylon, kleurrijke

bijgewerkt en wordt glazuur aangebracht; hierop volgt een tweede bakproces op een temperatuur van ca. 1120° C. Op de tentoonstelling staan enkele recent gemaakte vazen en bouwwerken. Zo is er een poort met hoge doorgang die duidelijk geïnspireerd is op de lsjtar poort van Babylon uit ca 600 v. Chr. zoals die in het Pergamonmuseum te Berlijn is te zien (afb. 58 en plaat lb). De Babyloniërs bekleedden hun bouwwerken met kleurrijke decoraties in de vorm van geglazuurde tegels. Een ander bouwsel is geïnspireerd op een ziggurat (plaat llb). Dit waren de hoge terrassen of trapvormige tempeltorens, vaak met een kenmerkende brede oprit die eerder een symbolische dan een praktische verbinding met de hemel vormden. Deze hoge bouwwerken zullen dominant geweest zijn in het antieke Mesopotamische landschap. Nicole Bots gebruikt aantrekkelijke kleuren en de talloze kleine hokjes en kamertjes maken van het gebouw een kleurig doolhof. De tussenwanden zijn van fragiele dunne lapjes klei opgebouwd. De vazen zijn, net als het antieke aardewerk, niet gemaakt als bloemenvazen maar als zelfstandige voorwerpen die hun verhaal vertellen door de kleur en de versiering (afb. 59). Nicole Bots is duidelijk geïnspireerd door oude culturen en dat uit zich in linten met voorstellingen zonder dat de precieze betekenis van die voorstellingen van groot belang is. Die raadselachtige voorstellingen gecombineerd met een prachtig kleurenpalet maakt haar werk intrigerend.

vaas opgebouwd uit met zegel afdrukken versierde plakken klei, h. 27 cm. Keramiek van Nicole Bots, Amsterdam 2003

afb. 58 Summary

The Amsterdam potter Nicole Bots uses ancient cylinder seals to decorate her ceramics which are inspired by the architecture of Mesopotamia.

Poort van Babylon, een kleurig bouwsel, geïnspireerd op de lsjtar poort, h. 31 cm. Keramiek van Nicole Bots, Amsterdam 2003

19


Geoffrey Turner Ancient Art

Steun deVereniging vanVrienden van het Allard Pierson Museum Word vriend van het museum, doe een schenking of laat een legaat na. Deze kunnen geheel belastingvrij aan de Vereniging ten goede komen. Raadpleeg uw notaris. Parthia, 3rd-lst century B.C. monkey with tambo urine terracotta, H . 6.7 cm.

119 RUE DE LA SOU RCE 1060 BRUSSEL TEL. +32 2 253 863 36 BY AP POINTMENT / OP AFS PRAA K

Oude Turfmarkt 127 1012 GC Amsterdam Fo rtisbank nr. 24.14.23.643 D e Vereniging van Vriend en van het Allard Pierson M useum is vrijgesteld van schenkin gs- en successierechten.

f3~

Archea

ANCIENT ART

Een ruime keuze aan archeologische objecten uit Mesopotamië, Egypte, Griekenland en het Romeinse Rijk

Sumerie, groot gee l jaspis rolzegel met or iginele bron'Z. en ring, aanbidders rondom boom en vogel.

5.S x 2.I cm. 2 1 1-2000v.Chr.

Geopend op donderdag, vrijdag en zaterdag 11.00-17.30 uur en verder op afspraak

Kunsthandel Mi eke Zif verberg Ancient Art-Ancient Coins Rokin 60 1012 KV Amsterdam TelJFax: (31-20) 625 95 18 Mobiel: 06-53 83 26 01 www.kunsthandelzilverberg.nl

Openln1 hourr. Mondoy-Friday I 1.00 am to '8 .00 pm

Stenen rolzegel mei afdruk Zegel Neo Assyrisch , 900 - 61 2 v Chr

Deelnemer

NIEUWE SPIEGELSTRAAT 37A'

BAAF

l 017 DC AMSTERDAM

Brus sels Ancient Art Fair 10 t/m 15 juni 2003 www .baaf .be

TEL 020 6250552 E-MAIL : in fo@archeo .nl

website : www .orchea .nl


VERENIGING VAN VRIENDEN ALLARD PIERSON MUSEUM ARGfEOLOGISCH MUSEUM VAN DE UNNERSITEIT VAN AMSfERDAM

NI EUWSBRIEF

NR 2-MEJ 2003

OUDE TURFMARKT 127 , 1012 GC AMSTERDAM TEL . (020) 525 25 57 (E - MAIL : VVAPM @UBA . UVA . NL) F ORTISBA K 24 . 14 . 23 . 643 ; POSTBANK 70 . 86 . 86

Beste vrienden, de voorbereidingen voor de tentoonstelling In druk ken van het verleden - 3000 j aar Na bije Ooste n in zegels en afdrukk en zijn in volle gang. Het is heel bijzonder dat het museum de gelegenheid krijgt om een tentoonstelling te maken over enkele honderden rolzegels met afdrukken uit de grote verzameling van dr. Joost Kist. In deze nieuwsbrief leest u er meer ove r. Wij hopen U tijdens de opening op 22 me i te kunnen begroeten. Een uitnodiging is U reeds toegezonden. Ook vindt u informatie ove r lezingen , een concert en nieuwtjes die ons museum aangaan, zoals nieuwe aanwinsten en de verbouwing van de hal. Speciale aandacht is er dit keer ook voor de jeugd . Voor hen organiseert ons museum een doe-het-zelf rol zegel activiteit. In samenwerking met de Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis worden twee zondagmiddagen voor kinderen tussen de 9 en de 16 over antieke mythologie gehouden. We wensen u veel leesplezier en we hopen u in de nieuwe hal of bij één van de vriendenactiviteiten te mogen ontmoeten. I ND RUKKEN VAN HET VERLEDEN -

L EZING ROLZEGELS

3000 JAAR NAB IJE Ü OSTEN IN ZEGELS EN AFDRUKKEN

Op zaterdag 14 juni aanstaande zal dr. Joost Kist een korte introductie geven op zijn verzameling antieke rolzegels die dan voor een deel in het museum is tentoongesteld. Na zijn inleiding zullen hij en onze directeur, dr. Robert Lunsingh Scheurleer U rondleiden over de tentoonstelling. Aanvang van de lezing 14.00 uur.

Meer dan 5000 jaar geleden werden in het land van de Tigris en de Eufraat rolzegels in de vochtige klei uitgerold waardoor een reliëf 'in het klein' ontstond. Deze afdrukken, kunstwerken op de vierkante centimeter, werden onder meer gebruikt als eigendomsmerk op aardewerken vaten en op kisten met handelswaar. De inkervingen met voorstellingen van goden, dieren en mensen, van strijd en feest geven een beeld van de oeroude beschavingen van Irak. In deze tijd, waarin iedereen verbijsterd is over de teloorgang van cultuurschatten in Irak, is een tentoonstelling met kostbare kleinoden uit het tweestromenland op zijn plaats. Maar er is ook aandacht voor het tweede leven van een rolzegel. In de tentoonstelling is ruimte ingebouwd voor de hedendaagse kunstenares Nicole Bots. Zij maakt zeer kleurrijk aardewerk dat is versierd met afrollingen van antieke rolzegels. Bij deze brief ontvangt U ook een nieuw Vriendenblad dat geheel is gewijd aan de rolzegels. De tentoonstelling zal tot en met 31 augustus te zien zijn. Afdruk van een neo-Assyrisch rolzegel(900-612 v. Chr.). Een godin en een adorantbij een offertafel(collectie].Kist). Originelegrootte cn. 2,5 cm.

R OLZEGELSMAKEN

Speciaal voor de jeugd wordt op woensdagmiddag 28 mei, 4, 11, 18 en 25 juni een rolzegel-activiteit georganiseerd. Meer hierover op pagina 3 van deze nieuwsbrief.


LEZINGEN PROGRAMMA NA DE ZOMER

NIEUWE AANWINSTEN IN HET MUSEUM

Het succes van de lezingencyclus over de invloed van de oudheid op de middeleeuwen was groot en wij zullen proberen na de zomer met een nieuwe cyclus te starten als vervolg hierop. In de volgende nieuwsbrief brengen wij U daarvan op de hoogte.

Op de tweede verdieping van het museum treft U een vitrine aan waarin een aantal grote Romeinse amforen staat opgesteld. Recent heeft het museum een bijzondere schenking gekregen van de erfgenamen van de beroemde zanger Bernard Kruysen. Deze schenking betreft niet alleen Romeins aardewerk waaronder de amforen, maar ook een hals van een zilveren wijnkan . Tezamen met een zilveren bordje met een afbeelding van de drie gratiën staan deze objecten in vitrine 325 (metalen vaatwerk) op de Romeinse afdeling. Deze twee bijzondere objecten zullen binnenkort intensief (natuur)wetenschappelijk worden onderzocht. Wij houden U op de hoogte. Een andere spectaculaire schenking betreft een bronzen offerschaal of phiale. Deze schaal dateert uit de vijfde eeuw voor Christus, is afkomstig uit Thracië en zal worden opgesteld in de Griekse afdeling.

ÜVERIGE LEZINGEN

Graag willen wij U ook informeren over activiteiten van andere verenigingen als het de oudheid of het museum betreft . Zo organiseert het Klassiek Verbond in samenwerking met Ex Oriente Lux een lezing op dinsdag 20 mei in het Vossius Gymnasium in Am sterdam, Messchaertstraat 1, aanvang 20.15 uur. Dan zal professor R.J. van der Spek spreken over Mesopotamië na Alexander de Grote. CONCERT

Op 22 juni is er weer een concert in het museum. Het Zanzaretta quintet zingt madrigalen van Gesualdo. Het Zanzaretta Quintet is in 1997 opgericht door Sandra Macrander, die twee zangers en twee zangeressen heeft uitgenodigd om samen met haar de fascinerende vijfstemmige madrigalen van Gesualdo da Venosa (1560 - 1613) tot klinken te brengen. Het ensemble heeft zich vernoemd naar één van de ondeugendste teksten die Gesualdo heeft geïnspireerd, waarin een minnaar jaloers beschrijft hoe het onwillig voorwerp van zijn liefde wordt gestoken door een zanzaretta, een mugje .. . Toegang gratis voor bezoekers van het museum. Aanvang van het concert: 14.00 uur.

HAL

Eind mei zullen de werkzaamheden voor de hal van het museum zijn voltooid. Een geweldige facelift zorgt ervoor dat de bezoekers op een prettige manier het museum zullen binnenkomen. Dan is ook het moment gekomen om meer aandacht te besteden aan de museumwinkel. Een nieuw assortiment boeken en geschenken zal in de loop van dit jaar de nieuwe balie sieren!

VRIEND MAAKT VRIEND!

Steun van vrienden is onontbeerlijk voor het museum. Maak daarom nieuwe vrienden. U kunt ook een cadeaulidmaatschap geven. Op Uw verzoek sturen wij U een folder met een kaart waarmee U lid kunt worden of een lid kunt maken. God tussennaakte vrouwelijkegodin en degodA murru. Haematiet, h. 2,3 cm, Oud-Babylonisch, 1800-1600v.Chr. (APM 6361)

!.

Een overwinningsparade? Strijdwagen met vier massieve wielen getrokken dooronagers, waaronder een verslagen vijand ligt. Een naakte gevangene , de handen gebonden op de rug, wordt door een krijgsman voortgedreven; 2600-2300 v .Chr. Collectie J.Kist


ROLZEGELS VOOR KINDEREN

Op de woensdagmiddagen 28 mei, 4, 11, 18 en 25 juni zal er speciaal voor kinderen (van ongeveer 9 tot 14 jaar) die de rolzegeltentoonstelling bezoeken de mogelijkheid bestaan om zelf rolzegels te maken en af te rollen in de vochtige klei. Pas door het zelf doen, kom je erachter hoe het echt werkt! Onder leiding van een vrijwillig educatief medewerkster kunnen de kinderen tussen 15.00 en 16.00 uur terecht. De kosten bedragen slechts 2 euro; dit is exclusief de toegang voor het museum. Graag vantevoren aanmelden. Dit kan tot één dag voor de workshop (tel. 020525 55 55). SAMENWERK! G MET DE NJBG De afgelopen tijd is er gewerkt aan een samenwerking tussen de Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis en onze Vereniging. De NJBG is een landelijke vereniging met vele enthousiaste jongeren tussen de 9 en 26 jaar die geïnteresseerd zijn in archeologie en geschiedenis. De jeugdbond organiseert uiteenlopende activiteiten en zomerkampen, zowel landelijk als regionaal. Onze Vereniging wil graag samenwerken met de hiervoor speciaal opgerichte afdeling Amsterdam van de NJBG. Voor kinderen tussen de 9 en 16 jaar organiseert de NJBG op twee zondagen in mei en juni in de Nina van Leerzaal in het museum twee aantrekkelijke middagen die in het

Afrollen van een zegel in vochtigeklei. De zonnegodverschijnt tussen de bergen.Serpentijn, h. 3,5 cm, Akkadisch,2350-2170v. Chr.(APM 6381)

teken staan van de antieke mythologie. Het programma bestaat in ieder geval uit een inleiding, een bezoek aan een onderdeel van de collectie van het museum en natuurlijk een glas limonade! Op zondag 25 mei, van 14.00 uur tot 16.30 uur zal aandacht worden besteed aan mythologische voorstellingen in de antieke sculptuur. Er zal een bezoek worden gebracht aan de 'gipsenzolder' van het museum! Op zondag 15 juni gaat het over mythologische voorstellingen op Grieks aardewerk. Leden van onze vereniging werken als vrijwilliger mee evenals de medewerkers van de NJBG. Bij deze bijeenkomsten zijn ook de kinderen van leden van onze vereniging welkom. Zij kunnen als introducé meedoen en betalen dan net als de NJBG leden 2,50 euro voor de gehele middag. De toegang voor de kinderen die aan de activiteiten meedoen is gratis! Het is wel aan te raden als zij van te voren opgeven bij de NJBG of zij komen. Aanmelden bij Mira Spijker, NJBG, tel 070 3476598 of e-mail: mira@njbg.nl. Kijk voor meer informatie ook op www.njbg.nl Als er onder onze vrienden vrijwilligers zijn die willen assisteren bij de activiteiten voor de jeugd kunnen zij ook met Mira Spijker contact opnemen op bovenstaand adres.

Een strijdwagen met een wagenmenner en een boogschutter; erachtereen krijger.Onder de paardenligt een onthoofdetegenstander.Iran, Neo-Elamitisch,ca. 500 v.Chr.

NIEUWE TENTOONSTELLING

De Erasmusprijs 2003 wordt uitgereikt aan voedseldeskundige Alan Davidson en naar aanleiding daarvan zullen diverse musea aandacht besteden aan eetculturen. Ook ons museum laat zich niet onbetuigd. De volgende grote tentoonstelling in het museum gaat over eten en drinken in de oudheid. Al kokend, denkend en lezend zijn de conservatoren Geralda Jurriaans en René van Beek bezig met dit smakelijke onderwerp. Het volgend vriendenblad zal geheel zijn gewijd aan voedsel, koken en de vele aspecten die daarmee samenhangen. De data voor de tentoonstelling zullen wij in de volgende nieuwsbrief bekend maken.


ALGEMENE

LEDENVERGADERING

Op dinsdag 8 april hebben wij de algemene ledenvergadering gehad. Traditiegetrouw was de opkomst tijdens de vergadering niet groot. De bestuursleden mevrouw J.W. van ZadelhoffHortulanus, mevrouw M.P. van Karnebeek-van Lede, en de heren mr. F.G. Vreede en mr. C.W. van Boetzelaer hebben afscheid genomen en zijn door de voorzitter uitvoerig bedankt voor hun inzet voor de vereniging. Gelukkig is het bestuur weer aangevuld met de volgende bestuursleden: de heren P. Mol (penningmeester), R. A. Lunsingh Scheurleer, mr. K.E.J. Dijk en mr. G.A. Greidanus . De Vereniging heeft het afgelopen seizoen diverse activiteiten ontplooid. Er zijn veel lezingen georganiseerd, er waren succesvolle excursies en er is een prachtige museumgids uitgekomen. Ook voor de komende tijd staan uiteenlopende activiteiten op het programma. Volgend jaar bestaat het museum 70 jaar en de Vereniging bestaat dan 35 jaar! Mede gezien de extra kosten die een lustrumjaar met zich meebrengen en door de gestegen kosten in het algemeen kondigde de voorzitter tijdens de vergadering aan dat overwogen wordt om voor 2004 de contributie te verhogen naar 30 Euro. Poort van Babylon, een kleurig bouwsel, geĂŻnspireerd op de Isjtar poort, h. 31 cm. Keramiek van Nicole Bots, Amsterdam 2003

EXCURSIE

De excursie naar Tongeren en Maastricht op 16 maart van dit jaar was een succes. Uit een kleine enquĂŞte bleek dat veel deelnemers graag meer excursies zouden bijwonen. Wij zullen deze wens ter harte nemen en wij hopen in de volgende nieuwsbrief opnieuw een excursie te kunnen aankondigen. Omdat wij veel mensen in maart hebben moeten teleurstellen, kondigen wij nu alvast aan dat in principe volgend jaar opnieuw een excursie naar de TEFAF antiekbeurs van Maastricht wordt georganiseerd waarbij dan bij ' overinschrijving ' voorrang wordt verleend aan diegenen die zich dit jaar tijdig hadden ingeschreven maar toch niet meekonden. NIEUWSBRIEF

De volgende nieuwsbrief kunt u in de zomer verwachten. Daarin zullen de aankondigingen voor lezingen en voor een excursie worden opgenomen. Andere tentoonstellingen Ook maken wij U attent op twee tentoonstellingen in het Rijksmuseum van Oudheden. Vanaf 15 mei is daar de kindertentoonstelling Mysterie Middeleeuwen te zien . De tentoonstelling Voortempel en kroeg. Romeins geld uit de Keizertijd is in hetzelfde museum en is gemaakt door Het Koninklijk Penningkabinet. Deze tentoonstelling waarvoor ons museum diverse bruiklenen ter beschikking heeft gesteld, duurt nog tot 28 september.

We hebben een nieuw e-mail adres: vvapm@uba.uva.nl. Het oude adres is komen te vervallen.

(Nieuwe) leden Uit de ledenadministratie blijkt dat een aantal leden nog steeds geen contributie voor 2003 heeft betaald. Ondanks aanmaningen blijft een aantal leden in gebreke. Wij hopen dat zij spoedig hun achterstallige contributie zullen overmaken. Gezien het feit dat het museum volgend jaar 70 jaar bestaat en de Vereniging 35 jaar is er alle reden om nieuwe leden te werven. Wij doen ons best om nieuwe leden te krijgen en wij hopen dat U ons daarin steunt. Voor het komend seizoen zullen wij een passende actie op touw zetten!


Pl. lla Zegel met afdruk waarop een vegetatie-godheid met vis in water, zogende koe, geit, schorpioen en gans te zien zijn. Witte kalksteen, h. 2,4 cm, VroegDynastisch 111 , 2600-2350 v. Chr. APM 6357

Pl. llb Ziggurat van Ur, een op een ziggurat geĂŻnspireerd bouwwerk, h. 16 cm. Keramiek van Nicole Bots, Amsterdam 2003

Achterzijde omslag: Afrolling van zegel. Goden aanbidden een hogere god. Zwarte kalksteen, h. 2,9 cm, Akkadisch, 2350-2170 v. Chr. APM 6389


Vereniging van Vrienden Al lard Pierson M èseum Amsterdam "


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.