DOSSIER - Jeugdhuiswerk Anno 2014

Page 1

dossier

JEUGDHUISWERK ANNO 2014

Het grote jeugdhuisonderzoek Geen jeugdhuis zonder jongeren. Maar wie zijn zij en wat vinden zij nu écht van hun jeugdhuis? En hoe staat het ervoor met de jeugdhuizen zelf? In 2013 en 2014 werkten meer dan 1000 bezoe­ kers en medewerkers van jeugdhuizen mee aan het grote jeugdhuisonderzoek. Het resultaat? Een onderzoeksrapport vol cijfers en bevindin­ gen over jeugdhuiswerk anno 2014.

dossier•1

JEUGD HUISW ERKAN NO2014


dossier•2

K R E W S I U H D G U JE ANNOgr2ot0e14 Het zoek jeugdhuisonder

Onderzoekers van de VUB en Katholieke Hogeschool VIVES bevraagden in 2013 en 2014 meer dan 1000 bezoekers en mede­werkers van jeugdhuizen. Het resultaat? Een onder­ zoeks­rapport vol cijfers en bevindingen over jeugdhuiswerk anno 2014. In dit dossier doen we opmerkelijke conclusies uit de doeken en geven we een aantal aanbevelingen. Wil je weten wat jeugdhuisbezoekers tevreden houdt, waar jeugd­huizen sterk in zijn of wat beter kan? Je leest het in dit dossier. Tekst: Gerd Vermeenen

Jeugdhuiswerk anno 2014 Het jeugdhuisonderzoek kwam er op vraag van minister Pascal Smet en de Vlaamse Overheid. Het maakt deel uit van een grotere reeks onderzoeken in het jeugdwerk. Zo verscheen er in 2011 al een onderzoeksrapport over de jeugdbewegingen in Vlaanderen. Met dit onderzoek wil de Vlaamse Overheid een beeld vormen van wat jeugdhuizen doen, hoe ze werken en wat ze voor jongeren en hun medewerkers betekenen.

jeugdhuizen en gingen ze te rade bij zo goed als alle beroepskrachten die actief zijn in het jeugdhuiswerk. Formaat speelde tussenpersoon en uiteindelijk kregen meer dan 1.000 voorzitters, bestuurders, bezoekers en beroepskrachten een digitale vragenlijst voorgeschoteld. Iedereen die hieraan deelnam verdient een welgemeende dankjewel. Zowel zij die de vragenlijsten invulden als de Vlaamse overheid en de onderzoekers. Want nooit eerder werd het jeugdhuiswerk op zo’n grote schaal onderzocht.

1.000 Enquetes

Jeugdhuizen scoren een 8,1 op 10

In 2013 gingen de onderzoekers van de VUB (Vrije Universiteit Brussel) en Katholieke Hogeschool VIVES van start met het onderzoek. Via internetenquêtes bevraagden ze voorzitters, bezoekers en medewerkers van

En wees maar zeker dat het eindresultaat interessant is. Logischerwijs bevestigt het onderzoek grotendeels wat jeugdhuiskenners al langer wisten. Bezoekers en vrijwilligers zijn zeer tevreden in het jeugdhuis. Deze doel-

groep geeft de sector gemiddeld maar liefst 8,1 op 10. Verder is nu ook officieel bevestigd dat jeugdhuiswerk leidt tot meer democratisch burgerschap bij jongeren. Op deze manier dragen jeugdhuizen bij tot een open, solidaire en sociale samenleving. Deze vaststellingen lijken misschien vanzelfsprekend, maar ze zetten wel de kracht van jeugdhuiswerk in the picture. Het onderzoek brengt ook een aantal succesfactoren en uitdagingen aan het licht. Een goede infrastructuur (afgestemd op de doelen van het jeugdhuis), een sterk aanbod aan activiteiten, een goede relatie met de buurt en inspelen op de motivatie van bezoekers en vrijwilligers zijn belangrijke triggers voor sterk jeugdhuiswerk. Je leest er meer over in dit dossier.


dossier•3

Met dit onderzoek wil de Vlaamse Overheid een beeld vormen van wat jeugdhuizen doen, hoe ze werken en wat ze voor jongeren en hun medewerkers betekenen.

Hans Vermeersch Katholieke VIVES

Hogeschool

“Een aantal aanbevelingen uit het onderzoek springen er wat mij betreft uit. Als een jeugdhuis de kans krijgt of beslist om met een beroepskracht aan de slag te gaan, moeten ze zichzelf ook als ‘werkgever’ professionaliseren. Een beroepskracht aansturen en evalueren vraagt om een professionele aanpak. Daar lijkt nog wat werk aan de winkel. Daarnaast is het interessant om na te denken over het open karakter van jeugdhuizen. Hoe problematisch is het als bepaalde groepen systematisch minder worden bereikt? De vrouwelijke bezoekers bijvoorbeeld, of bezoekers met een andere muzieksmaak. Dat is iets waarmee de jeugdhuizen zelf aan de slag moeten gaan.”

Johan Van Gaens Agentschap Jeugd

“Jeugdhuizen, maar ook de overheid, halen veel uit het onderzoek. Aan de hand van de resultaten hopen we ons beleid (bijvoorbeeld de subsidiëring van jeugdhuisprojecten) kritisch verder te ontwikkelen en inspiratie te geven aan de lokale overheden. We moeten voldoende aandacht blijven hebben voor de diversiteit van en in de jeugdhuizen. Maar ook als jeugdhuis moet je goed nadenken over welke rol je wilt spelen ten aanzien van verschillende jongeren. Hoe breng je hen samen en maak je een leuke plek van je jeugdhuis? Verder blijven we samen met de andere overheden waken over de hoeveelheid regels die aan jeugdhuizen worden opgelegd. En natuurlijk nemen we de aanbevelingen over de projectsubsidies mee in de evaluatie daarvan.”

Het jeugdhuisonderzoek in cijfers

• 1.117 jeugdhuislovers werkten mee aan het onderzoek. • 73 jeugdhuisverantwoordelijken (lees: voorzitters) vulden een vragenlijst in over de werking van het jeugdhuis. • 795 bezoekers en 245 bestuurders/kernvrijwilligers uit ongeveer 80 jeugdhuizen beantwoordden vragen over wat het jeugdhuis voor hen betekent. • 114 beroepskrachten uit 75 jeugdhuizen beantwoordden de enquête over wat het betekent om als beroepskracht actief te zijn in het jeugdhuis. • Het onderzoek duurde anderhalf jaar. • Jeugdhuis Krak stak iedereen de loef af. 101 jongeren en vrijwilligers vulden er een enquête in. Respect. • De vragenlijst voor bezoekers telde 57 vragen en 20 pagina’s. • De onderzoekers vulden meer dan 300 pagina’s om al hun bevindingen neer te schrijven.

In dit dossier komen de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen uit het jeugdhuisonderzoek aan bod. Voor een volledig overzicht van de resultaten en conclusies kan je terecht op de website van het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk. www.wela.bewww.sociaalcultureel.be/jeugd/onderzoek.aspx


dossier•4

DOOR DE OGEN VAN …

Het jeugdhuisonderzoek biedt zeer veel stof tot nadenken. Jeugdhuizen evolueren en bezoekers, vrijwilligers en beroepskrachten veranderen mee. Het jeugdhuisonderzoek brengt de sterktes van jeugdhuizen en jeugdhuisjongeren in kaart, maar geeft ook ruimte aan verbeterpunten en aanbevelingen. Zoveel verschillende jeugdhuizen, zoveel verschillende resultaten. Het loont alvast de moeite om ze even voor te leggen aan twee mensen met kennis van zaken, Jochen Smets en Joris De Bleser. Tekst: Gerd Vanmeenen & Inge de Wolf

INTERVIEW

COLUMN

Jochen Smets /

Joris De Bleser /

Wat onthoud je uit de conclusies van het jeugdhuisonderzoek?

“Er zijn nog zekerheden in het leven en soms helpt een onderzoek om je daaraan te herinneren. Toen ik mijn allereerste stappen in het jeugdhuis zette was de muziekkeuze onderwerp van vele verhitte discussies, vond het oude bestuur nooit nieuwe vrijwilligers, investeerde de gemeente nauwelijks in het afgeleefde rijtjeshuis, vroegen de jongens zich af waarom er zo weinig meisjes waren en bleven de meisjes weg omwille van de stank van de wc’s. Wat ik mij ook herinner is dat wij ons geweldig amuseerden, dat we ons identificeerden met ons jeugdhuis, er al bij al heel content over waren en dat wij enthousiast meededen met alles wat ons sterkte in ons kritisch maar democratisch burgerschap. Toen deed men daar nooit onderzoek naar. Vandaag gelukkig wel. Het is voor onze samenleving een goede zaak dat er jeugdhuizen zijn. Dat wisten wij uiteraard al langer, maar het is goed om dit bevestigd te zien in conclusies en aanbevelingen van een wetenschappelijk gefundeerd onderzoek. De onderzoekers erkennen dat de manier waarop jeugdhuizen met jongeren werken vruchten afwerpt. Het zijn de jongeren zelf die kiezen, plannen, beheren, besturen en beslissen. Jeugdwerkers in het buitenland benijden ons hiervoor. We zijn er fier op. Jazeker, deze manier van werken heeft zijn sterktes. Maar ook zijn zwaktes, iets waar de onderzoekers niet voorzichtig rondfietsen maar waardevolle aanbevelingen over geven. Ik zou graag zien dat jeugdhuizen ook in de toekomst verder groeien en bloeien. Ik zou graag meer overheden zien die bewust kiezen voor een stevige investering in jeugdhuiswerk, omdat zij geloven dat het een goede belegging is met op termijn een verzekerde return on investment. Ik zou graag jeugdhuizen nog beter ondersteund zien, niet enkel om hun boîte beter te kunnen runnen, maar vooral om op een duurzame manier te kunnen evolueren en vernieuwen. Ik zou graag meer jeugdhuizen zien als gelijkwaardige partners, om sterker in te kunnen spelen op de reële noden en interesses van hun jongeren. Ik breek dan ook graag een lans voor meer professionele jeugdhuiswerkers, niet om het werk van de vrijwilligers af te pakken, maar om ervoor te zorgen dat er nog veel meer enthousiaste en gemotiveerde, jonge vrijwilligers zijn. En ja, ik zou ook graag zien dat die jonge gasten blijven discussiëren over muziekkeuzes, pop of rock, hiphop of r&b.”

jeugdconsulent in Leuven

“De conclusies komen overeen met wat ik zie in de praktijk bij de Leuvense jeugdhuizen. Jongeren engageren zich in het jeugdhuis voor de sfeer en het groepsgevoel. Dat is de essentie van jeugdhuiswerk voor mij. Uit het onderzoek blijkt wel dat jeugdhuizen die de sfeer en de groep als belangrijkste sterkte zien, vaker een minder groot en divers publiek hebben. De hechte groep kan het voor nieuwe jongeren soms moeilijk maken om hun eigen plek te vinden in de werking. Op zoek gaan naar een evenwicht tussen werken aan een hechte teamsfeer en het opzetten van een werking die jongeren uit de hele buurt bereikt, is voor mij een belangrijke, zo niet de belangrijkste, uitdaging voor elk jeugdhuis.”

Wat zijn verder belangrijke uitdagingen voor het jeugdhuiswerk? “Een buurtgerichte aanpak is essentieel. Dit lees ik in het onderzoek en zie ik ook in de Leuvense jeugdhuizen. Als een jeugdhuis anno 2014 niet werkt aan het uitbouwen van een goede relatie met de buurt, dan heeft het vroeg of laat een probleem. Je moet van een buurt zeker tolerantie verwachten ten aanzien van jongeren en hun activiteiten. Maar als jeugdhuis kan en moet je dat absoluut in de hand proberen werken en de eerste stap durven zetten.”

Op welke manier kunnen jeugddiensten jeugdhuizen helpen om deze aanbevelingen in de praktijk waar te maken? “Door actieve betrokkenheid te tonen, zoals ook in de conclusies te lezen is. Ik raad alle jeugddienstmedewerkers om regelmatig in hun jeugdhuizen binnen te springen en af en toe samen met de jeugdhuizen initiatieven op te zetten. Een jeugddienst blijft natuurlijk wel ingebed binnen de context van het lokaal bestuur. De visie van een schepen of burgemeester op jeugdhuiswerk bepaalt vaak wat je wel en niet kan doen. Anderzijds kan je, door te blijven hameren op het belang van jeugdhuiswerk, wel een lans breken voor de jeugdhuizen en hun vrijwilligers en hen hoger op de politieke agenda zetten.”

“Een evenwicht tussen werken aan een hechte teamsfeer en het opzetten van een werking die jongeren uit de hele buurt bereikt, is de belangrijkste uitdaging voor elk jeugdhuis.”

voorzitter van Formaat


dossier•5

VRIJWILLIGERS S R E K E O Z E B & rde cijfers

Voor het jeugdhuisonderzoek werden meer dan 1000 bezoekers en vrijwilligers bevraagd over hun ervaringen met en in het jeugdhuis. Wat kenmerkt hen en wat hebben zij gemeen? De be­ langrijkste achtergrondkenmerken op een rij.

De ha

BEZOEKERS SECUNDAIR HOGER UNIVERSITAIR 35% MEISJES 65% JONGENS

DE HELFT VAN DE BEZOEKERS IS JONGER DAN 21 JAAR

DE HELFT VAN DE BEZOEKERS HEEFT OUDERS DIE OOIT HEBBEN DEELGENOMEN AAN JEUGDWERK

DE MEESTE BEZOEKERS HEBBEN EEN HOOGGESCHOOLDE ACHTERGROND

EEN DERDE VAN DE BEZOEKERS MOET ZICH MINDER DAN 1 KILOMETER VERPLAATSEN OM HET JEUGDHUIS TE BEZOEKEN

VAN DE SCHOOLGAANDE BEZOEKERS VOLGT EEN DERDE SECUNDAIR ONDERWIJS, EEN DERDE HOGER ONDERWIJS EN ONGEVEER EEN KWART UNIVERSITAIR ONDERWIJS

DE HELFT VAN DE BEZOEKERS VAN HET JEUGDHUIS ZIJN VASTE GASTEN. ZIJ GAAN MINSTENS ÉÉN KEER PER WEEK NAAR HUN JEUGDHUIS.

DE HELFT VAN DE BEZOEKERS OVERWEEGT LATER VRIJWILLIGER TE WORDEN IN HUN JEUGDHUIS

VRIJWILLIGERS SECUNDAIR HOGER UNIVERSITAIR 27% MEISJES 73% JONGENS

DE MEESTE VRIJWILLIGERS ZIJN TUSSEN DE 20 EN 23 JAAR

DE MEESTE VRIJWILLIGERS HEBBEN EEN HOOGGESCHOOLDE ACHTERGROND

EEN JEUGDHUIS HEEFT GEMIDDELD EEN VASTE GROEP VAN 17 VRIJWILLIGERS

DE HELFT VAN DE VRIJWILLIGERS HEEFT OUDERS DIE OOIT HEBBEN DEELGENOMEN AAN JEUGDWERK

DE HELFT VAN DE VRIJWILLIGERS IS SCHOOLGAAND. VAN DE SCHOOLGAANDE VRIJWILLIGERS VOLGT EEN VIJFDE SECUNDAIR ONDERWIJS, TWEE VIJFDE HOGER ONDERWIJS, EN EEN DERDE UNIVERSITAIR ONDERWIJS

DRIEKWART VAN DE BEZOEKERS MOET ZICH MINDER DAN 2 KILOMETER VERPLAATSEN OM HET JEUGDHUIS TE BEZOEKEN

DE HELFT VAN ALLE VRIJWILLIGERS IS BETROKKEN BIJ DE WERKING VIA VRIENDEN, KENNISSEN OF FAMILIE


dossier•6

L E P M E R D E D R VE

O

ekers o z e b is u h d g u e J in de kijker

Het hebben van een degelijk bezoekersbestand is essen­ tieel voor een goede jeugdhuiswerking. Daar trappen we uiteraard een open deur mee in. Maar er zijn nog meer opvallende resultaten, vaststellingen en aanbevelingen. We zetten er een aantal op een rij en zoomen in op wat jongeren motiveert om naar het jeugdhuis te komen. Tekst: Finn Van Dinter

Veel bezoekers? Dat het jongerenbereik belangrijk is, dat is logisch. Maar wat zorgt er nu voor dat het ene jeugdhuis meer bezoekers heeft dan het andere? Hét antwoord vinden we niet in het onderzoek, maar het onderzoek legt wel een aantal succesfactoren bloot. Een goede infrastructuur, een sterke vrijwilligersploeg, een beroepskracht en een goede relatie met de buurt werken alvast een groter jeugdhuispubliek in de hand. Daarnaast kunnen ook meisjes een impact hebben op het aantal jongeren dat zijn weg vindt naar het jeugdhuis. Hoe meer meisjes, hoe meer bezoekers en hoe blijer ze zijn.

De eerste keer Gemiddeld stappen jongeren voor het eerst het jeugdhuis binnen op hun zestiende. Wervingsstrategieën focussen zich dan ook best op deze leeftijdsgroep. Jongeren laten zich in de eerste plaats overtuigen door vrienden of familie die al naar het jeugdhuis gaan. Slechts 37% van de bezoekers bracht een eerste bezoek aan het jeugdhuis uit eigen beweging.

Drempels voor nieuwe jongeren

Eens bezoekers de weg naar het jeugdhuis gevonden hebben willen ze vooral een toffe tijd in het jeugdhuis beleven. Sfeer, vrienden ontmoeten en de amusementsfactor zijn dé belangrijkste redenen om naar het jeugdhuis af te zakken.

Je zou kunnen zeggen dat jeugdhuizen vooral jongeren werven in de doelgroepen die ze het beste kennen: vrienden van vrienden. Een gevolg daarvan is dat jeugdhuizen een aantal jongeren structureel niet aanspreken. En dat is jammer, want er is nog marge.

Sfeer, vrienden ontmoeten en de amusementsfactor zijn dé belangrijkste redenen om naar het jeugdhuis af te zakken.

Jongeren die uit eigen beweging voor het eerst naar een jeugdhuis komen, doen dit voornamelijk voor een activiteit die ze niet willen missen.

Uit vorig onderzoek blijkt dat 80% van alle Vlaamse jongeren nog nooit een voet in een jeugdhuis heeft gezet. Dit betekent dat er dus een erg grote wervingsreserve is. Waarom zijn deze jongeren nog nooit in een jeugdhuis geweest? De grootste reden hiervoor is dat die jongeren, hun ouders en de buurt geen of een fout beeld hebben van wat er in het jeugdhuis gebeurt. Twee derde van de jeugdhuisvoorzitters geeft deze onwetendheid als de reden aan waarom jongeren de weg

naar het jeugdhuis niet vinden. Een imagoprobleem dus. Hoe zet je het jeugdhuis en je werking beter in the picture? De resultaten geven ons een aantal ideeën. Inzetten op de buurt is alvast een goed begin. Maak je bekend in de buurt, werk hiervoor samen met de jeugddienst en zorg ervoor dat zoveel mogelijk verengingen en actoren uit de buurt het jeugdhuisverhaal kennen. Ouders zijn daarbij van een niet te onderschatten belang. Tenslotte kunnen ook scholen interessante partners zijn. Uit de resultaten blijkt dat een samenwerking met scholen uit de buurt ervoor kan zorgen dat meer jongeren het jeugdhuis kennen en er ook daadwerkelijk over de vloer komen.


dossier•7

Activiteiten Zoek het vooral niet te ver. Een sterk en uitdagend activiteitenaanbod blijft een trigger voor een sterk bereik. Jongeren die uit eigen beweging voor het eerst naar een jeugdhuis komen, doen dit voornamelijk voor een activiteit die ze niet willen missen. Wil je de 80% van de jongeren die nog nooit in een jeugdhuis is geweest bereiken, dan is het essentieel om in te zetten op het werven via de vriendenkring van de huidige bezoekers én op activiteiten. Kies voor een gericht, maar divers aanbod.

Opvallende cijfers

• Driekwart van de bezoekers kan het zeer goed vinden met de kernvrijwilligers: ze vertrouwen hen en beschouwen hen als vrienden. • De gemiddelde tevredenheid van de bezoekers hangt zeer sterk samen met de mate waarin ze tevreden zijn met de muzikale stijl van het jeugdhuis en hun relatie met de kernvrijwilligers. • Bezoekers verwachten van het jeugdhuis in de eerste plaats het organiseren van feestjes. • Een derde van de jeugdhuisbezoekers wil graag meer jongeren in het jeugdhuis zien. • Rock is overduidelijk het favoriete muziekgenre van de gemiddelde jeugdhuisbezoeker. De jeugdhuisbezoeker geeft een score van 7,8/10 aan de muzikale stijl van zijn jeugdhuis. • Voor de helft van de bezoekers is naar het jeugdhuis gaan hun favoriete vrijetijdsbesteding.

TERUG NAAR SCHOOL Uit het onderzoek blijkt dat het werven van jon­ geren via scholen bijzonder effectief is. Weinig jeugdhuizen gaan daar echter mee aan de slag. Wollewei in Turnhout spreekt regelmatig de scholen in de buurt aan. Anil (25), educatief me­ dewerker in Wollewei, legt uit. “Om nieuwe bezoekers te betrekken bij ons jeugdhuis richten we ons tegenwoordig ook op scholen. Tijdens de middagpauze van de middelbare scholen in de buurt delen we flyers uit om onze activiteiten en feestjes onder de aandacht te brengen. Zo willen we een nieuw publiek bereiken voor onze Happy Hour op vrijdag en voor onze middagmomenten. Elke schoolmiddag bieden wij in het jeugdhuis goedkope drankjes en croques aan. Voor 1 euro eet je al een croque en de drankjes worden met 20 cent goedkoper dan normaal verkocht. Op vrijdag serveren we zelfs een warme maaltijd aan een lage prijs. Natuurlijk kunnen jongeren ook hun eigen boterhammen bij ons komen opeten. Tijdens de middag schenken we uiteraard geen alcoholische dranken. Sinds we op scholen reclame maken voor de middagmomenten begint het jeugdhuis tijdens de middag steeds vaker vol te lopen. Af en toe zitten we zelfs stampvol. Het loont dus zeker om eens op een andere manier reclame te maken voor je activiteiten.”

“Sinds we op scholen reclame maken begint het jeugdhuis steeds vaker vol te lopen.”


dossier•8

VRIJWeIrLn LvaInGhEetRS De k verhaal

De gemiddelde leeftijd om als vrij­ williger te starten in het jeugdhuis ligt tussen de 18 en 19 jaar. Dit be­ tekent dat jeugdhuisvrijwilligers al vrij snel na hun eerste bezoek de transitie maken. Sfeer, een plaats om vrienden te ontmoeten en amu­ sement zijn nog steeds dé klassieke redenen om als vrijwilliger aan de slag te gaan in het jeugdhuis. Maar er is meer. Tekst: Finn Van Dinter

Tevreden vrijwilligers Wanneer vrijwilligers tevreden zijn en onderling goed kunnen samenwerken, straalt dat af op de werking en op de bezoekers. Meer nog, het zorgt voor een hogere tevredenheid bij bezoekers. Dat werkt aanstekelijk. Daarom is het essentieel om ervoor te zorgen dat de graad van tevredenheid bij de vrijwilligers zo hoog mogelijk ligt. Hier zijn een aantal factoren van belang, die voor elke vrijwilliger anders zijn.

Organisatieklimaat In de eerste plaats hangt de algemene tevredenheid samen met een positief organisatieklimaat. Een degelijke interne communicatie is hiervan de basis. Deze versterkt op haar beurt het onderlinge vertrouwen binnen de ploeg.

Vrijwilligers zijn op zoek naar erkenning en horen graag dat hun inzet ertoe doet.


dossier•9

Opvallende cijfers

Appreciatie Wanneer vrijwilligers zich meer geapprecieerd voelen – door bezoekers, andere bestuurders, ouders, de gemeente, maar ook de samenleving in het algemeen – geven ze ook een hogere mate van tevredenheid aan. Appreciatie kan veel vormen aannemen: een complimentje, een eigen plek in het jeugdhuis. Vrijwilligers zijn op zoek naar erkenning voor wat ze doen. Ze horen graag dat hun inzet ertoe doet. Het is beter wanneer deze schouderklopjes niet alleen van binnen het jeugdhuis komen. Een blijk van erkenning van een jeugdconsulent, een schepen of een ouder kan wonderen doen. Hiervoor is natuurlijk een goede relatie met de buren, buurt en andere lokale actoren nodig. Een jeugdhuis dat geen goede verstandhouding heeft met zijn lokaal bestuur, zal zelden of nooit dat schouderklopje krijgen dat het verdient.

Ga op zoek naar de verschillende motiverende factoren bij de bezoekers en vrijwilligers van je jeugdhuis. meer tevreden. En in een jeugdhuis valt veel te leren: omgaan en communiceren met anderen, de organisatie draaiende houden, projectmatig werken …

Leerkansen

Kernvrijwilligers die vinden dat hun jeugdhuis erin slaagt om kansen tot zelfontplooiing te bieden zijn zelf ook het meest tevreden. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat het bieden van zelfontplooiingskansen hand in hand gaat met het innovatieve klimaat van het jeugdhuis. Hoe innovatiever het jeugdhuis is, hoe sterker die zelfontplooiingsfactor weegt op de motivatie van vrijwilligers.

Jeugdhuizen zijn leerplekken. Dat uit zich ook in de motivatie van vrijwilligers. Vrijwilligers die het gevoel hebben dat ze iets leren zijn

Het bieden van leerkansen heeft daarnaast impact op de doorstroom van bezoekers naar vrijwilligers. Bezoekers die zeer tevreden zijn

• De helft van de vrijwilligers krijgt een vergoeding voor hun engagement. Dat gebeurt meestal in natura. Minder dan 1% van de vrijwilligers ontvangt hiervoor een financiële vergoeding. • Vrijwilligers nemen vooral activiteiten organiseren, tappen en schoonmaken op zich. • Vrijwilligers krijgen vooral waardering van collega vrijwilligers, beroepskrachten en hun partner. • Andere vrijwilligers zijn de grootste bron van ondersteuning. • Vrijwilligers leren door hun engagement in het jeugdhuis het meest over organiseren en plannen, omgaan met anderen, doorzetten en initiatief nemen. • Top 3 van jeugdhuisdoelstellingen volgens vrijwilligers: jongeren plek geven om elkaar te ontmoeten, veilig samen te zijn en bij te leren. • 40% van de vrijwilligers volgde ooit vorming in het kader van hun jeugdhuisengagement • Vrijwilligers stoppen omwille van de leeftijd of als er teveel andere vrijwilligers opstappen.

met hun jeugdhuis en zelfontplooiing belangrijk vinden zijn het meest geneigd om vrijwilliger te worden in het jeugdhuis. Dit is veel minder het geval bij jongeren die sfeer of de chill-factor hoog in het vaandel dragen.

Motiverende factoren De helft van alle bezoekers geeft aan ooit vrijwilliger te willen worden in het jeugdhuis. Ga dus op zoek naar de verschillende motiverende factoren bij de bezoekers en vrijwilligers van je jeugdhuis. Zorg ervoor dat die voorlopige overeenkomst niet louter een belofte blijft. Actie!


dossier•10

EEN PLEK N O Z E D R E D N O tuur van Infrastruc het jeugdhuis

Gezond huis, gelukkig huis Het jeugdhuisonderzoek bevestigt het belang van een goede en geschikte infrastructuur. Zo trekken jeugdhuizen gemiddeld meer bezoekers en vrijwilligers aan als de infrastructuur gezonder, moderner en groter is en verschillende ruimtes bezit voor afzonderlijke doeleinden. Jongeren voelen zich meer op hun gemak als de toiletten in goede staat zijn, als het er warm is in de winter en als het interieur gezellig en proper is. Hoe beter het gebouw, hoe meer volk en hoe beter het imago. Daarnaast zorgt een goede locatie ook voor meer tevredenheid bij de vrijwilligers. Het neemt een hoop frustraties weg, want de helft van de jeugdhuisverantwoordelijken beschouwen een minder goede infrastructuur als een hinderpaal voor de werking en een bron van irritatie.

Gezond huis, gelukkige buurt Ook voor een constructieve relatie met de buurt is een goed gebouw, met een degelijke geluidsisolatie, een zegen en een voorwaarde, zo blijkt uit de resultaten. Als het jeugdhuis een sterk en gevarieerd activiteitenaanbod kan uitwerken zonder veel implicaties voor de buurt en omwonenden, dan maakt dit een goede relatie met de buurt veel makkelijker. De gedragenheid van het jeugdhuis in de buurt stijgt en mensen staan er meer positief tegenover. Resultaat: een sfeer van vertrouwen en een goed imago. Dé basis om een sterke werking met een groot bereik uit te bouwen. Een positieve vicieuze cirkel en het bewijs dat een goede infrastructuur zowel het jeugdhuis als de omgeving enkel maar ten goede komt.

Een goede infrastructuur is essentieel voor elk jeugdhuis. Dat blijkt ook uit de resultaten van het jeugdhuisonderzoek. Een gebouw kan een trigger zijn voor sterk jeugdhuiswerk, maar kan ook wrevel opwekken als ze niet aangepast is aan de werking van het jeugd­ huis. We zetten hieronder een aantal resultaten op een rijtje. Tekst: Sandra Bogaerts

Opvallende cijfers

• 69% van de jeugdhuizen is in orde inzake brandveiligheid. • Driekwart van de jeugdhuisvoorzitters vindt zijn gebouw ruim genoeg voor het aantal bezoekers dat het jeugdhuis bereikt. • 40% van de jeugdhuisvoorzitters zou de inrichting van het jeugdhuis vernieuwen als ze daarvoor budget zouden hebben. Een betere zichtbaarheid en isolatie maken de top 3 van de infrastructuurwensen compleet. • In 45% van de jeugdhuizen functioneren de toiletten goed en zijn ze hygiënisch • 61% van de jeugdhuizen is over het algemeen best tevreden met hun infrastructuur. • De kleine helft van de jeugdhuizen heeft afzonderlijke ruimtes voor verschillende doeleinden. • 48% van de jeugdhuizen ziet infrastructurele problemen als een bedreiging voor het jeugdhuis. • 30% van de jeugdhuisvoorzitters vindt dat hun jeugdhuis op een opvallende en goed zichtbare plek gelegen is. • 70% van de bevraagde jeugdhuizen ligt in een dorpskern. • Bijna 80% van de jeugdhuizen is omgeven door woningen. Dat zorgt ervoor dat geluidsisolatie enorm belangrijk is.

Jeugdhuisinfrastructuur anno 2014 De meerderheid van de bevraagde jeugdhuizen (61%) is best tevreden met hun infrastructuur. Toch wil dat niet zeggen dat er geen problemen zijn. Want voor ongeveer de helft van de bevraagde jeugdhuisverantwoordelijken is de infrastructuur een reële bedreiging voor de werking. Zaken die ze graag zouden willen veranderen? De inrichting, de isolatie, de zichtbaarheid van het gebouw en de concert/fuifzaal.

Hoe beter het gebouw, hoe meer volk en hoe beter het imago.


dossier•11

Rol voor de overheid en het jeugdhuis Er is dus nog wat werk aan de winkel. Een goede infrastructuur is essentieel voor sterk jeugdhuiswerk, maar niet elk jeugdhuis heeft zo’n goed gebouw tot zijn beschikking. En alles kan altijd beter. De onderzoekers roepen daarom lokale overheden op om voldoende aandacht te blijven hebben voor de infrastructurele tekortkomingen van jeugdhuizen. Het onderzoek geeft alvast een idee over welke onderdelen van de infrastructuur een facelift kunnen gebruiken in veel jeugdhuizen, bijvoorbeeld isolatie en sanitair. Daarnaast zijn ook de jeugdhuizen zelf verantwoordelijk voor hun infrastructuur. Het is belangrijk dat het bestuur en de vrijwilligers aandacht besteden aan een gezellige uitstra-

ling en hun jeugdhuis zelf uitbouwen tot een toffe plek. Ze beseffen dat zelf ook maar uit het onderzoek blijkt dat ze hierbij zeker advies en hulp kunnen gebruiken.

Formaat helpt je op weg

'T SCHIPKE VERNIEUWD Het sanitair van ’t Schipke in Lauwe werd een aantal jaar geleden volledig vernieuwd en dat levert op. Voorzitter Zeno (22) vertelt. “Een tijdje geleden hebben wij ons sanitair volledig vernieuwd. Er waren voordien veel problemen: de wc’s zaten constant verstopt. Blijkbaar zat de essentie van het probleem in de sanitairbuizen onder de vloer. Dat heeft ertoe geleid dat we het hele sanitaire blok onder handen hebben genomen. Gelukkig staat de stad aan onze kant als we werken willen uitvoeren. Hun subsidies helpen ons echt vooruit. ” “Sinds deze veranderingen hebben de bezoekers meer respect voor het jeugdhuis. Voordien hingen de wc’s vol toiletpapier en de deuren vol stickers. Vandaag is het er altijd netjes en hangen er enkel stickers van het jeugdhuis zelf. Meisjes én jongens appreciëren het nieuwe sanitair. We merken ook het belang van een goede infrastructuur op onze samenwerking met de buurt. Telkens als we iets veranderen zijn de buren er als de kippen bij om de nieuwigheden te keuren. Zo zien ze dat wij als werking niet stilstaan, maar innoveren en moderniseren. Het infrastructuurverhaal is dus zeker nog niet voorbij voor ’t Schipke. De vrijwilligers en bezoekers verdienen een goed jeugdhuis.”

Sinds 2014 biedt Formaat ondersteuning aan jeugdhuizen die willen investeren in hun infrastructuur. Dit doen we samen met enkele partners die brugprojecten organiseren. Tijdens een brugproject voeren leerlingen van het deeltijds beroepsonderwijs werkzaamheden uit in de jeugdhuizen. Deze handige Harry’s voeren klusjes uit, schilderen muren, installeren isolatie, lossen hardnekkige sanitaire problemen op en meer. Ondertussen is er altijd een begeleider van de partnerorganisatie aanwezig die garant staat voor een deskundige en technische ondersteuning ter plaatse. Belangrijk voor Formaat is het ‘jeugd voor jeugd’-verhaal. Het project brengt de jongeren van het deeltijds onderwijs in contact met de jeugdhuissector en geeft hen de kans om werkervaring op te doen. Heeft je jeugdhuis ook baat aan een extra paar (en meer) handige handen? sandra.bogaers@formaat.be


dossier•12

B ON THnEinJhO et jeugdhuis e

Beroepskracht

De onderzoekers van VIVES schotelden zo'n 130 beroepskrachten een vra­ genlijst voor. Ze vroegen naar hun achtergrondkenmerken, hun functies en taken, waar ze fier op zijn en welke impact ze kunnen hebben op een werking. En ja hoor, het jeugdhuisonderzoek geeft duidelijke antwoorden, maar legt ook een aantal pijnpunten bloot. Tekst: Gerd Vanmeenen

Beroepskrachten ondersteunen De resultaten liegen niet. Beroepskrachten hebben expertise die vrijwilligers soms niet hebben. Daarbovenop zijn ze sterk in het ondersteunen en begeleiden van vrijwilligers bij het runnen van hun jeugdhuis. Zowel beroepskrachten als jeugdhuisverantwoordelijken beschouwen de begeleiding op maat die professionals kunnen bieden als een belangrijke meerwaarde voor het jeugdhuis. Beroepskrachten houden jongeren wakker en stimuleren hen.

Jeugdhuizen met tewerkstelling zijn vaker open, bereiken meer jongeren en hebben een betere relatie met de buurt.

Andere werking

Niet voor elk jeugdhuis

Toch zorgt een beroepskracht niet altijd voor een betere werking of extatische vrijwilligers. Professionals in een jeugdhuis maken eerder een ander type werking mogelijk. Jeugdhuizen met tewerkstelling zijn vaker open, bereiken meer jongeren en hebben een betere relatie met de buurt. Daarnaast zijn ze sterker in het ondersteunen van vrijwilligers en bieden ze meer experimenteerruimte. Anderzijds blijkt dat jeugdhuizen zonder beroepskracht vaak beter scoren op sfeer en groepsgevoel.

Een beroepskracht is een meerwaarde voor bepaalde jeugdhuizen. Maar voor anderen niet, bijvoorbeeld voor kleinschaligere jeugdhuizen. Meer dan de helft (64%) van de jeugdhuizen is geen vragende partij voor een beroepskracht. Dit klinkt misschien raar, maar er is een duidelijke reden voor. Jeugdhuizen vrezen de spontaniteit en vrijheid van de vrijwilligers te verliezen.

Opvallende cijfers

• Belangrijkste meerwaarde van een beroepskracht volgens voorzitters? Ze beschikken over expertise (wetgeving, ondersteunen van vrijwilligers …) die vrijwilligers niet hebben. • Vrijwilligers ondersteunen, wetgeving/administratie en activiteiten begeleiden zijn de drie belangrijkste taken volgens beroepskrachten. • De veelzijdigheid van het werk, de relatie met de jongeren en de flexibiliteit zijn dé troeven van een job in het jeugdhuis. • Volgens beroepskrachten ligt hun meerwaarde in het feit dat ze jongeren kunnen stimuleren tot inspraak en initiatief. Zij kunnen jongeren helpen hun talenten te ontdekken. • 90% van de beroepskrachten vindt zijn functie in het jeugdhuis uitdagend. • Beroepskrachten vinden zichzelf het sterkst in het begeleiden en motiveren van jongeren. Daarnaast beschouwen zij het onderhouden van contacten met partners als een sterk punt. • Met de werkdruk, administratie en de verwachte flexibiliteit hebben beroepskrachten het soms lastig. • 65% van de beroepskrachten zegt geen coaching te krijgen. • Jeugdhuizen die een team van beroepskrachten tewerkstellen hebben meestal een beter uitgewerkt personeelsbeleid. • Driekwart van de beroepskrachten vindt dat projectmatig werken (bijvoorbeeld de bovenlokale projecten) kansen biedt voor het jeugdhuis om nieuwe richtingen in te slaan.


BEROEPSKRACHTEN

DE HELFT VAN DE BEROEPSKRACHTEN IS JONGER DAN 30

EEN BEROEPSKRACHT HEEFT MEESTAL EEN BACHELOR DIPLOMA OP ZAK (52%)

EEN BEROEPSKRACHT START MEESTAL OP Z’N 21STE AAN ZIJN OF HAAR JEUGDHUISCARRIÈRE

36% VAN DE BEROEPSKRACHTEN IS AFGESTUDEERD ALS BACHELOR SOCIAAL CULTUREEL WERK

Werk aan tewerkstelling Een beroepskracht is geen automatisch succes. Een doordacht personeelsbeleid en goed werkgeverschap zijn van essentieel belang. Deze twee elementen beïnvloeden de tevredenheid en het functioneren van een beroepskracht. De onderzoekers roepen jeugdhuizen op om systemen uit te werken voor het opvolgen, vormen en evalueren van hun beroepskrachten. Hier wringt nu net het schoentje. Niet elk jeugdhuis heeft voldoende aandacht voor werkgeverschap. Zo bevestigt slechts de helft van de bevraagde beroepskrachten dat hun bestuur over voldoende kennis beschikt om als werkgever op te treden. Er is werk aan de winkel.

90% van de beroeps­krachten vindt zijn functie in het jeugdhuis uitdagend.

MEER DAN DE HELFT VAN DE BEROEPSKRACHTEN WAS ZELF VRIJWILLIGER IN HET JEUGDHUISWERK

ER ZIJN MEER MANNEN (69%) DAN VROUWEN (31%) ONDER DE BEROEPSKRACHTEN

29% VAN DE VRIJWILLIGERS WIL OOIT BEROEPSKRACHT WORDEN

BEROEPSKRACHTEN GEVEN HUN JEUGDHUIS GEMIDDELD 7,3 OP 10

DE MEESTE BEROEPSKRACHTEN ZIEN ZICHZELF NOG MINSTENS 3 JAAR IN HET JEUGDHUIS WERKEN. LEEFTIJD EN EEN GEZINSLEVEN ZIJN BELANGRIJKE REDENEN OM UITEINDELIJK VOOR EEN ANDERE JOB TE KIEZEN.

dossier•13

Beroepskrachten zijn er in alle soorten en maten. De opvallendste achtergrondkenmerken uit het jeugdhuisonderzoek op een rijtje.


dossier•14

CAVE DE MAitN eit in het Divers jeugdhuis

Jongens zijn oververtegenwoordigd in de meeste jeugdhuizen. Toch bereiken jeugdhuizen waar meer meisjes rondlopen over het algemeen meer jongeren.

Het jeugdhuisonderzoek onder­ zocht de diversiteit aan vrijwilli­ gers en bezoekers van de jeugdhui­ zen. Hoeveel jongeren hebben een andere etnische afkomst, komen er jongeren uit ASO, TSO en BSO en zijn vrouwen voldoende vertegen­ woordigd? We zetten het voor jou op een rijtje. Tekst: Jolien Clauw

Een gedeelde identiteit De resultaten zijn duidelijk. Niet iedereen vindt zijn weg in en naar het jeugdhuis, en dat is eigenlijk ook een beetje logisch. Jeugdhuizen zijn het product van een groep mensen die er een gedeelde identiteit vormen. Ze werken en leven er samen, delen hun interesses en scheppen zo een unieke jeugdhuiscultuur, een eigen stijl. Deze jeugdhuisstijl verenigt jongeren, maar zorgt er ook voor dat jongeren die deze stijl niet delen afhaken of zich niet aangesproken voelen. De onderzoeksresultaten leren ons dat ‘het jeugdhuispubliek’ – en daarmee bedoelen bezoekers en vrijwilligers – vooral bestaat uit hoger opgeleide jongeren waarvan beide ouders in België geboren zijn. Zo volgden 54% van bezoekers les in het ASO-onderwijs. Al moeten we dit ook nuanceren, want dat wil ook zeggen dat de kleine helft van de bezoekers hun voeten niet onder de ASO-schoolbanken schoven. Ze komen dan vooral uit het KSO en het technisch onderwijs. Zij komen vaker naar het jeugdhuis om dingen bij te leren en zichzelf te ontplooien. Jongeren uit BSO zijn wel duidelijk ondervertegenwoordigd.

Meisjes VS jongens Daarnaast zijn vooral jongens in de meerderheid. 3 op 10 van de vrijwilligers zijn meisjes. Als bezoeker vinden meisjes wel makkelijker hun weg naar het jeugdhuis en de activiteiten, maar ook daar zijn de jongens met 65% in de

meerderheid. Dit inspireert de onderzoekers om jeugdhuizen te omschrijven als mancaves. Plekken waar vooral jongens komen, waar vooral ‘mannelijke’ muziekgenres gedraaid worden (metal of rock) en het sanitair groezelig is. Dat is natuurlijk een karikatuur en doet een beetje oneer aan de vele inspanningen die jeugdhuizen doen om meer meisjes aan te trekken. Maar toch kunnen we ons er iets bij voorstellen.

Meer diversiteit, meer plezier

Een divers publiek is vaak een blijer publiek. Jongeren rapporteren een hogere tevredenheid over hun jeugdhuis als er meer meisjes en jongeren met verschillende sociaalculturele achtergronden zijn. Het zorgt voor dynamiek en een grotere uitstraling van het jeugdhuis. Jeugdhuizen waar meer meisjes rondlopen bereiken over het algemeen meer jongeren, hebben een beter imago, een meer aantrekkelijke infrastructuur en een betere band met de buurt. Toch plakt er ook aan deze medaille een (kleine) keerzijde. Diversiteit gaat soms ten koste van de sfeer in het jeugdhuis en maakt het voor de groep moeilijker om een gedeelde identiteit op te bouwen. Zo zijn jongeren uit jeugdhuizen met een klein en selectief publiek enthousiaster over de sfeer in hun jeugdhuis, dan jongeren uit meer diverse jeugdhuizen. Dat brengt ons bij een belangrijke vraag voor de toekomst: hoe zorg je ervoor dat het jeugdhuis een plek is waar

Jeugdhuizen waar meer meisjes rondlopen bereiken over het algemeen meer jongeren, hebben een beter imago, een meer aantrekkelijke infrastructuur en een betere band met de buurt.

jongeren uit verschillende leefwerelden zich thuis kunnen voelen en tegelijkertijd een eigen betekenis aan het jeugdhuis kunnen geven? En moet dat wel altijd?

Verlaat die mancave Leve het verschil. Jeugdhuisvoorzitters beseffen dit ook. Want vaak zien zij een meer divers bereik als een belangrijke uitdaging voor het jeugdhuis. De vraag is dan: hoe? Op basis van het jeugdhuisonderzoek kunnen we alvast zeggen: begin met het jeugdhuis aantrekkelijk te maken voor meisjes. Breek los van dat mannenbastion. Zorg voor propere wc’s en dito sanitair, geef meisjes de kans om je interieur te pimpen en maak het jeugdhuis ook voor hen gezellig. Je zal versteld staan van de gevolgen.

Kies je platen Muziek bepaalt mee de smoel van het jeugdhuis, het zorgt voor id entiteit. Maar het kan ook een drempel zijn voor nieuwe jongeren. Als jongeren te vaak muziek horen die ze niet leuk vinden, haken ze sneller af. Wissel dus af, zorg ervoor dat iedereen aan zijn trekken komt. Maar doe dit subtiel, want een te grote kakafonie aan muziekstijlen kan er op zijn beurt voor zorgen dat niemand zich echt thuis voelt in het jeugdhuis.

Opvallende cijfers

• 73% van de vrijwilligers in jeugdhuizen is mannelijk. • 35% van de bezoekers is vrouwelijk. • 48% van de vrijwilligers wil meer meisjes in het jeugdhuis. • 46% van de jeugdhuisbezoekers sleet zijn secundair onderwijs niet op een ASO-schoolbank. • 10% van de jeugdhuisjongeren studeert aan de universiteit.


dossier•15

INGE (24)

Tekst: Cynthia Van Wiele

Inge is ondervoorzitter van jeugdhuis Achterban in Sint-Amandsberg. Ach­ terban valt onder de categorie ‘vrou­ wenjeugdhuis’. Het bestuur bestaat voor driekwart uit vrouwen. In de zes jaar dat Inge naar het jeugdhuis komt, zag ze heel wat veranderingen in de man-vrouw verhouding. “Je kan Achterban wel een vrouwenjeugdhuis noemen. Bij onze bezoekers is er geen overwicht van een geslacht, maar ons bestuur is wel vrij vrouwelijk. Daardoor voel ik me 100% op mijn gemak. Vroeger was Achterban meer een mannenkot. Dan moest je je als vrouw vaker bewijzen. Zo’n 2 jaar geleden was er een perfect evenwicht tussen mannen en vrouwen. Eigenlijk vond ik dat het beste. Maar de laatste twee jaar krijgen de vrouwen de bovenhand. Gelukkig sijpelt dit niet te hard door naar onze activiteiten. De enige activiteit die écht alleen op vrouwen is gericht, is de kledingruil. Dan komen de vrouwen samen, drinken we champagne en ruilen we onze kleren. Ook de muziekstijl van Achterban varieert. We draaien een mix van genres, al staan we bekend voor onze reggae. Zelf stap ik ook niet graag binnen in een jeugdhuis waar ze een zeer uitgesproken muzieksmaak hebben. Als er enkel metal of punkrock wordt gedraaid zou ik me er minder amuseren. Ook smerige jeugdhuizen, en dan vooral vuile wc’s, vind ik echt niet aantrekkelijk. Ja, je moet wat doen om vrouwen gelukkig te houden. Het is in een jeugdhuis belangrijk om iedereen gelijk te behandelen. Laat vrouwen evenwaardig hun zeg doen in het bestuur. Sta open voor vrouwen door de ruimte gezellig te maken en organiseer af en toe een exclusief evenement.”

“Het is in een jeugdhuis belangrijk om iedereen gelijk te behandelen.”


dossier•16

T E H N A V T S I L DE HOT K E O Z R E D N O S JEUGDHUI en op een rij ing

ind 13 centrale bev

1 Jeugdhuizen zijn een goede maatschappelijke investering, ook in tijden van crisis en besparingen. Jeugdhuisparticipatie versterkt het democratisch burgerschap van jongeren en draagt zo bij tot een solidaire, open en sociale samenleving. 2 Jongeren zijn fier op hun jeugdhuis en geven het een 8 op 10. Vrijwilligers en jeugdhuisverantwoordelijken zijn vooral fier op de sfeer en het groepsgevoel in hun jeugdhuis, de ruimte die ze er krijgen om mee te denken en te participeren en het sterke activiteitenaanbod. Volgens de bezoekers is een sterk activiteitenaanbod dan weer het uithangbord van het jeugdhuis. 3 Jongeren uit niet-ASO richtingen halen meer uit hun jeugd­huisengagement dan jongeren die een ASO-richting volgden. Zo geven ze vaker aan actief te zijn in het jeugdhuis omdat ze er zichzelf kunnen ontplooien en dingen kunnen bijleren. Bij jongeren met een ASO-achtergrond staat sfeer en groepsgevoel vaker op de eerste plaats. Inspelen op deze verscheidenheid aan wensen en motieven is belangrijk. Zo blijven vrijwilligers tevreden en gemotiveerd. Af en toe een babbel met de vrijwilligers over hun engagement en wat ze daarmee willen bereiken in het jeugdhuis is aangeraden. 4 Een goede relatie tussen lokale overheden en jeugdhuizen zorgt voor een tevreden vrijwilligersploeg en is een sleutel tot sterk jeugdhuiswerk. Een actieve betrokkenheid van de jeugddienst en het lokaal bestuur ten aanzien van het jeugdhuis (regelmatig contact, bezoeken …) is een goed recept voor een sterke onderlinge relatie.

5 Een goede jeugdhuisinfrastructuur is essentieel. Een goed gebouw zorgt voor meer bezoekers en vrijwilligers, een hogere tevredenheid en een betere relatie met de buurt. Kortom, degelijke infrastructuur op maat van het jeugdhuis komt zowel het jeugdhuis als de omgeving ten goede. Maar net die infrastructuur is voor veel jeugdhuizen een probleem. 6 Een aantal succesfactoren voor een groot bereik zijn: • Een beroepskracht • Een goede infrastructuur • Een sterke vrijwilligersploeg • Een goede relatie met de buurt 7 Een aantal succesfactoren voor een grote vrijwilligersploeg zijn: • Een beroepskracht • Een goede infrastructuur • Voldoende financiële middelen • Een goede relatie met de buurt 8 Veel bezoekers hebben goesting om hun schouders onder het jeugdhuis te zetten. De helft van de bevraagde bezoekers zegt ooit vrijwilliger te willen worden in het jeugdhuis. 9 Beroepskrachten kunnen jeugdhuizen een boost geven, bijvoorbeeld omdat ze expert zijn in het ondersteunen en stimuleren van vrijwilligers. Ze zorgen onder meer voor sterke vrijwilligersploegen die op hun beurt zorgen voor tevreden bezoekers. Jeugdhuizen met een beroepskracht zijn over het algemeen vaker open, hebben een groter en meer divers bereik, organiseren meer activiteiten en vorming en leggen een sterke nadruk op het ondersteunen en begeleiden van jongeren.

10 Te weinig mensen kennen het jeugdhuiswerk. Een gebrek aan kennis over wat er in een jeugdhuis gebeurt zorgt ervoor dat nieuwe generaties de weg naar het jeugdhuis niet altijd vinden. Daarnaast vissen veel jeugdhuizen hun jongeren uit de vijvers die ze kennen (familie en vrienden van leden). De uitdaging? Zorg ervoor dat mensen weten wat je doet en waarom en betrek hier partners bij. Scholen en jeugddiensten zijn alvast interessante potentiële partners. 11 De onderlinge band en communicatie tussen de vrijwilligers is heel belangrijk voor de uitstraling van het jeugdhuis. Een sterk en tevreden vrijwilligersteam zorgt voor tevreden bezoekers en een sterker imago. 12 Een divers jongerenbereik is een goed recept voor een succesvolle werking en zorgt voor een groter jongerenbereik in het algemeen. Denk na over je activiteitenaanbod en probeer in te spelen op de interesses van zoveel mogelijk verschillende groepen jongeren. 13 Muziek heeft veel invloed op de tevredenheid van jongeren met het jeugdhuis. Als de bezoekers zich niet kunnen vinden in het muziekaanbod van het jeugdhuis, zullen zij minder tevreden zijn over het jeugdhuis in het algemeen. Een te specifieke muziekstijl kan dus een divers jongerenwerk in de weg staan. Anderzijds is een kakafonie aan muziekgenres in het jeugdhuis ook niet altijd de oplossing, omdat jongeren zich dan niet kunnen identificeren met het jeugdhuis. Een goede balans vinden qua muziekstijlen is dus zeer belangrijk.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.