Jg8nr3 de laatste getuigen april 2005

Page 1

Special Periodiek van het departement Communicatie Erasmushogeschool Brussel Edition

www.com.ehb.be

Jaargang 8, nummer 3, april2005

HET COMMUNIQUE

Naar Auschwitz p. 20-21

Zwart en wit p. 28-29

Ten einde p. 32

DE LAATSTE GETUIGEN FOTO: JAN VANDEVYVER


‘Je mag het een wonder noemen dat ik hier met jou zit te praten. Ik heb zo vaak de dood voor ogen gezien, dat het een mirakel is dat ik hier in mijn zetel zit.’ Rachel Pira (89, Boortmeerbeek)

‘Ik vond mijn schoenen niet. Mijn neef is toen meegegaan in mijn plaats. Ze hebben hem doodgeschoten. Hij en verschillende vrienden hebben hun eigen graf moeten graven voor ze gefusilleerd werden.’ Henri ‘de rosten’ Durant (87, Oostduinkerke)

‘Ik was 21 toen de oorlog eindigde. De schoonste jaren van mijn leven heb ik opgesloten gezeten, maar na de oorlog was het weer kermis. Er stonden tenten op het plein en we mochten weer lachen en dansen. Het is pas dan dat je weet wat vrijheid waard is.’ Irene Van den Cruyce (82, Kobbegem)

‘Een Duits soldaat zei tegen mijn moeder: Wees blij mevrouw, voor jullie is het voorbij. Wij moeten vluchten. We zijn kapot. Ik ga sterven. Ik zal mijn familie en kinderen nooit meer terugzien.’ Emile Adant (79, Halle)


VRT-journalist Maurice De Wilde blijft voor velen de onbetwiste vader van de Vlaamse onderzoeksjournalistiek, in het bijzonder waar het de tweede wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande collaboratie betreft. De Wilde nam geen genoegen met een halve waarheid. De Wilde ging tot op het bot, en dan nog even verder. Zijn interviews waren bijzonder confronterend, zelfs provocerend (“Ik stel hier de vragen, en daarmee basta!”) en altijd minutieus voorbereid (“Nee meneer, ge liegt, en ik heb de papieren om het te bewijzen.”). Het leverde hem de bijnaam pitbull op. Toen hij eind ’98 overleed verscheen in een krant het relaas van een gewezen collaborateur uit het Antwerpse, die vijftien jaar voordien de pitbull op bezoek had gekregen. De inmiddels weer op het goede pad geraakte man snikte nog na. “Hij wilde niet weggaan, meneer. Hij blééf maar vragen stellen. Ik heb hem op den duur als een vuige hond van mijn erf moeten stampen.” Het verhaal typeerde De Wilde ten volle. Het was een ere-saluut dat kon tellen. Wat u in deze bundel aantreft is van een andere, journalistiek meer bescheiden orde. Maar het grijpt je even goed naar de keel. Zo’n dertig jonge journalisten zijn op pad gegaan, hebben evenveel mensen gezocht en gevonden met levendige herinneringen aan een tijd toen Vlaanderen oorlogsgebied was. Krasse zeventigers, tachtigers en negentigers die het hebben meegemaakt en die het nooit zullen/kunnen vergeten. Ervaringsdeskundigen avant-la-lettre, zo u wil. De journalisten - zelf prille twintigers - spraken met hen, luisterden, en vergaten de volgende vraag te stellen. Interviewtechnieken werd een begrip uit een ander melkwegstelsel, en ik vond het als vaklector voor één keer niet erg. Wat begon als journalistiek project, werd als vanzelf plots zoveel meer. De interviewees kregen het volle podium, de journalisten zaten er bij en noteerden hun verhalen. Voor het nageslacht. Voor u en voor mij. Lees, nee, luister ernaar. Patrick Pelgrims Lector Redactie – Opleidingscoördinator Bachelor Journalistiek Erasmushogeschool Brussel – Departement Communicatie

Met dank, en veel respect:

Augusta Vangilbergen (83, Leuven), Jan Michiels (77, Mazenzele), Aline Maddens (84, Kortrijk), Emile Adant (79, Halle), Pierre Putteman (81, Lebbeke), Jacqueline De Rudder (80, Aalst), Raphaël Cardon (80, Pittem), Stan Smans (83, Vlimmeren), Marie-Jeanne André (80, Mechelen), Adriaan Mertens (81, Weelde), Romain Van Der Sype (83, Brussel), Griet Saenen (78, Woluwe), Roger Bottecaer (79, Poperinge), EH Marcel De Vlieghere (86, Brugge), Gaston De Wit (77, Leuven), Henri Durant (87, Oostduinkerke), Irene Van den Cruyce (82, Kobbegem), François Tissen (84, Grimbergen), Lucienne Ô (81, Brussel), Raymond Ronsmans (85, Bertem), Rachel Pira (89, Boortmeerbeek), Aimeé Maesen (78, Charleroi), Mariette Goossens (77, Leuven), Pierre Appelmans (78, Wimpelberg), Pierre Minschaert (92, Etterbeek), Catharina Stevens (82, Lanaken)


Het Communiqué

Ooit weer oorlog?

Colofon Hoofdredacteur Elm Vandevorst

ELM VANDEVORST Nooit meer oorlog! Dat werd de nieuwe strijdkreet na de Eerste Wereldoorlog, toen de laatste soldaten uit de loopgraven kropen. Een wereldoorlog later werd dat motto terug van onder het stof gehaald. Tevergeefs. Nog geen vijf jaar na de Tweede Wereldoorlog stonden er weer twee landen klaar om elkaar te bekampen. Wat begon met bekvechten, mondde uiteindelijk uit in de Korea-oorlog, een drie jaar durende strijd tussen het noorden en het zuiden van Korea. Blijkbaar was het nog niet in alle kopjes doorgesijpeld tot welke wantoestanden de mens in staat is. Want niet alleen eiste de Tweede Wereldoorlog ongelooflijk veel slachtoffers, ook de manier waarop zoveel mensen aan hun eind zijn gekomen, moet voor altijd in ons geheugen gegrift blijven. Voorbeelden zijn er genoeg: de meer dan één miljoen slachtoffers van het concentratiekamp Auschwitz, de 75.000 onmiddellijke doden na de atoombom op Hiroshima of de 13 miljoen Russische soldaten die

omkwamen. Helaas leert de mens moeilijk van de fouten die hij maakt. De wereld is tussen 1945 en nu niet bepaald oorlogsvrij gebleven. Maar ondanks al die oorlogen om ons heen, kunnen we toch een beetje trots zijn op onszelf. België mag misschien maar een vlekje op de wereldbol zijn, sinds 1830 leven Vlamingen en Walen naast en met elkaar. Allemaal Belgen, slechts gescheiden door een taalgrens die je enkel op een kaart kan terugvinden. Een voedingsbodem voor conflicten is er altijd geweest, is er ook nu nog. De splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde zorgt tot op de dag van vandaag voor de nodige problemen tussen Vlaanderen en Wallonië. Dat deden de Wet Franchorchamps, Voeren, de nachtvluchten etc. ook al. Maar nooit heeft iemand een wapen verkozen boven het woord. Verstandige jongens, die Belgen. Oproerkraaiers hebben we maar weinig gehad. Stijn Meuris, de zanger van Monza, is één van de laatsten die het heeft ‘geprobeerd’. In de jaren negentig met zijn toenmalige groep Noordkaap en de hit “zou een heel klein beetje oorlog soms niet beter kunnen zijn”. Nooit meer oorlog? Er is nooit vrede geweest.

Adjunct-hoofdredacteur Jan Sents Eindredacteur Steven Lepez Chef lay-out Birte De Groote Margot Brenael Fotoredacteurs Anne Saeys Elm Vandevorst Redactiesecretaresse Anne Saeys Correctoren Floris Cavyn Veerle De Wolf Redacteurs Denis Delbecque Marleen Wynant Eindredactie lay-out André Lapeere Algemeen hoofdredacteur Patrick Pelgrims Met dank aan Joost Goethals, Joods Museum van Deportatie en Verzet, Gaston De Wit

Het vergiet van België Er is iets wanstaltigs aan de tijd: hij windmolens, maar wie weet blijft er wel wat van hangen. Misschien wel gaat voorbij en is onverbiddelijk. Ook het besef dat één druppel bloed nooit aan de mens is er iets wanstaltigs: vergoed kan worden. Zelfs niet door hij vergeet en ook dat is onverbiddelijk. Het geheugen een hele berg goud. van de mensheid is één Misschien wel het dat een oorlog groot vergiet. Je kan het Een tijdsgeest is besef alleen maar vanuit het tot de boord vullen, maar geen excuus oogpunt van de verlieuiteindelijk loopt het steeds weer leeg. De zer kan worden bekeherinneringen sijpelen ken, omdat er alleen maar verliezers zijn. Misschien wel één voor één weg. Of men dat nu wil het besef dat het zo niet had moeten of niet. Net daarom is het zo zijn. Misschien ook niets… belangrijk om nog éénmaal te Herman de Croo probeerde ooit eens luisteren naar de “laatste getuigen”. Om nog éénmaal het vergiet tot de de misdaden van ons land in Belgisch boord te vullen. Het maakt ons iets Kongo te vergoelijken door te beweren dat het “een andere tijdsgeest was”. langer bestand tegen het verval en het “vergieten”. Net daarom is het Een tijdsgeest is geen excuus. Dat is het nooit. Enkel de zwakkeling, de zo belangrijk om nog éénmaal het laatste woord te lezen in de laatste domme en de zieke nemen er hun zinnen. Het is vechten tegen de toevlucht in. Het is het ultieme

cynisme van het ultieme “vergieten”. Jammer genoeg is het niet geheel denkbeeldig dat binnen enkele jaren op gelijkaardige wijze naar de Tweede Wereldoorlog zal gekeken worden. De haat en de holocaust? “C’était une autre époque.” Het is een idee dat me doet huiveren en kokhalzen. Net daarom luister ik naar de laatste getuigen. Net daarom luister ik naar de echo’s die nog van de geschiedenis overblijven. Een geschiedenis die zo onmenselijk is dat zij niet anders dan menselijk kan zijn. Ik kijk recht in de ogen van vijftig miljoen doden. Hun vragen zijn de mijne. Mijn onwetendheid is die van hen. Uit miljoenen monden klinkt doorheen de tijd steeds weer dezelfde vraag: waarom… Steven Lepez

12 maart 1938: Duitse troepen vallen Oostenrijk binnen

2


Special Edition

10 mei 1940

Ontvluchten kan niet meer In de vroege ochtend van 10 mei 1940 vallen de eerste Duitse bommen op ons land. Daarmee komt een einde aan de “drôle de guerre”. De periode waarin ons land al in oorlog verkeerde, maar er eigenlijk niets gebeurde. Vanaf 10 mei 1940 wordt het echter menens. Ook bij ons. Een land is niet alleen in oorlog, maar ook in twijfel. Je kunt blijven of je kunt vluchten, maar een uitweg is er niet. De hel laat zich niet ontvluchten. Als ze er is, dan is ze overal. STEVEN LEPEZ & BIRTE DE GROOTE

J

e moet het meegemaakt het vliegveld van Gosselies. De me nog goed dat we vaak van de trein hebben om het te begrijpen”, vliegtuigen vlogen zo laag dat ik begon moesten springen als de vliegtuigen zegt Aline Maddens (84). Ze te huilen en ik ben de hele dag niet boven onze hoofden dreigden. We was achttien en stond op het meer gestopt. Ik was toen moesten dan punt te trouwen toen de Duitsers dertien jaar. ’s Avonds viel allemaal onder binnenvielen. Tijdens de eerste er een bom in onze tuin. “De Belgische propa- de trein schuibombardeWe besloten te ganda had iedereen len of in de menten vergaan schuilen orenvelden doodsbang gemaakt kgaan bleef ze bij in de galerijen liggen tot voor de Duitsers.” haar toevan een glasde raid voorbij komstige blazerij in de was. Ik kan schoonfamibuurt. We verniet gezegd lie. Ze trokbleven daar drie dagen. krijgen, hoe bang ik ben geweest.” ken naar de Later keerden we terug kelder om te naar huis. Eénmaal thuis EEN OEFENING EN EEN VLUCHT schuilen, begon de miserie pas “Weer oefeningen van het Belgische maar daar echt. Het eerste jaar heb leger”, dacht Catherina Stevens (82) was het ook ik geen greintje brood of toen ze de eerste ontploffingen niet veilig. vet gezien. Het grootste hoorde. Deze waan sleepte echter Aimée: 18 in 1940 “Er werd probleem bij ons was het niet lang aan. “Er heerste veel enorm hevig gebombardeerd. Toen de tekort aan eten.” verwarring onder de bevolking toen brug van Kortrijk ontplofte, werd het duidelijk werd dat de Duitsers zich dak en de voordeur van het huis EEN TREIN DIE STILSTOND op ons land wierpen. De Belgische volledig weggeblazen. Kort daarop De eerste bombardementen waren propaganda had iedereen doodsbang kwamen de Duitsers binnen. We voor de moeder van Griet Saenen (78) gemaakt voor de Duitsers. Mijn hoorden hun zware voetstappen het teken om op de vlucht te slaan. ouders besloten om te blijven. Ik boven ons. Mijn Ze was bang dat de niet. Ik vluchtte naar Oost-Vlaanschoonmoeder soldaten zich op haar deren. Het was bloedheet en “De weinige toiletten vier jonge dochbesloot om naar aartsgevaarboven te gaan. ters zouden lijk. Onderop de trein puilden ‘Was ist los’, vroeg richten. “De weg moesten uit van de ze aan de Duitse vlucht naar we regeluitwerpselen.” soldaten. De solFrankrijk was matig in de daten vroegen geen lachertje”, g r e p p e l haar of er nog een zegt Saenen. springen vrouw in huis was. Ze schudde met De trein zat stampvol en na wanneer haar hoofd en zei ‘Nein’. Toen zijn de amper een dag was het er al vliegtuigen Duitsers gewoon weer weggegaan, niet meer uit te houden. Die overvlogen. waarschijnlijk omdat ze Duits verdomde hitte van mei 1940 De Duitsers praatte.” toch. Alsof het nog niet bleven opmoeilijk genoeg was. Door de rukken en SCHUILEN IN DE GALERIJ warmte stonk het er enorm. wij bleven Ook voor Aimée Maesen (78) was de Bovendien liepen de weinige vluchten. Griet (r) in 1941 eerste oorlogsdag een ware toiletten op de trein over van Uiteindelijk verschrikking. “Toen ik opstond om de uitwerpselen. De trein zelf stond raakte ik niet verder dan Marke. Daar naar school te vertrekken, vloog een meestal stil en als hij reed, dan reed mocht ik bij een familie schuilen. Ik Duits vliegtuig over ons huis”, vertelt hij vaak heen en weer zonder heb nog contact met hen. Na de overMaesen. “We woonden niet ver van vooruitgang te boeken. Ik herinner gave van de koning keerde ik terug.”

9-10 november 1938: Kristallnacht in Duitsland --- 15 maart 1939: Hitler bezet Tsjechië

3


Het Communiqué

Pierre Minschaert (91) was soldaat in ‘40

“Voor we het wisten stonden we in de vuurlinie” Als de oorlog in 1940 begint is Pierre Minschaert 26 en soldaat. Hij heeft nog nooit van oorlog gehoord, maar plots wordt het bittere ernst voor hem. Hij komt oog in oog te staan met de Duitsers en wordt onder andere ingezet aan het Albertkanaal. Dat is op dat moment één van de belangrijkste strategische plekken in ons land. “Voor we het wisten, stonden we in de vuurlinie”, zegt Minschaert. Achttien lange dagen bevecht hij de vijand met zijn kameraden. Dagen en nachten aan een stuk door: zonder voedsel, zonder slaap. SHEAFRA MC GRATH “LES ALLEMANDS SONT SIGNALÉS DEVANT NOUS” e achttien dagen zware vuurgevechten in mei 1940 waren hels. Het was alsof we de kogels rond onze oren hoorden vliegen. Wij bevonden ons aan één kant van het Kempisch kanaal. Aan de overkant lagen de Duitsers op de loer en dat op nog geen vijftig meter afstand! Plotseling waren ze daar. Ze waren met veel meer en de strijd was ongelijk. We moesten daar natuurlijk iets op vinden. In groepjes van drie gingen we Soldaat Pierre in ‘40 gedurende een kwartiertje op de ene plek schieten. Wat later dan weer vanop een andere plek. Zo gingen we maar door. De Duitsers kregen op die manier de indruk dat we met veel meer waren. Dit hielden we drie volle dagen en drie nachten vol. Op 14 mei zei één van onze bevelhebbers dat we moesten verhuizen naar het Albertkanaal. In het begin leek dat

D

een onmogelijke taak, want we waren al volledig uitgeput. Veel keuze

“Op nog geen vijftig meter afstand lagen de Duitsers op de loer.” hadden we natuurlijk niet. We vertrokken in de vroege ochtend. Onderweg werden we voortdurend bestookt met kogels en granaten. We konden slechts moeizaam onze tocht verder zetten. Overal waar we kwamen zagen we vernieling.”

Albertkanaal leidde. Onze missie was eindelijk volbracht.” “Aan het Albertkanaal moesten we de bruggen verdedigen, maar daar aangekomen merkten we op dat die al door de Duitsers waren vernietigd. Dus moesten we het kanaal weer via omwegen en via het resterende puin zien over te steken. Enkele meters verder stond een Belgische wachter die ons verwittigde dat het stationnetje waar wij langs moesten elk moment kon ontploffen. Op dat ogenblik kreeg ik een fantastische ingeving. Laat ons de telefoonlijn volgen, dat zal ons toch ergens n a a r t o e leiden.”

AANSLUITING BIJ ANDERE SOLDATEN KABAAL AAN “Dat deden HET KANAAL we dan ook. “Ondanks alle En inderdaad: moeilijkheden we kwamen probeerden we uit bij een allemaal gemogroep Beltiveerd te blijgische soldaven. We moesten die ons na ten en we een grondige zouden het ondervraging Albertkanaal bij hun pelobereiken. Met ton lieten ladders zijn we aansluiten. de Nete overZo’n onderFOTO: SHEAFRA MCGRATH gestoken, en vraging was met behulp van routine, ze “Kogels vlogen ons om de oren.” de overgebleondervroegen ven brokstukiedereen die ken van bruggen zijn we op een grote beweerde een Belgische soldaat zijn. vlakte geraakt die ons naar het Want we hadden evengoed Duitse

22 april 1939: Italië sluit met Duitsland het Staalpact --- 23 augustus 1939: Duits-Russische niet-aanvalspact getekend

4


Special Edition

soldaten in Belgische uniformen kunnen zijn. Toen ze beseften dat we geen verraders waren, legden ze

“Laat ons de telefoonlijn maar volgen, dat zal ons toch ergens naartoe leiden.” ons te slapen en de volgende morgen gingen we samen verder op pad.” “Later zijn ik en mijn medesoldaten gevangen genomen door Duitse soldaten. Ze hebben ons meegenomen naar een plaats, waarvan ik tot op de dag van vandaag nog steeds de exacte naam niet weet. Het enige dat ik echt zeker weet is dat het gebouw niet ver van Brussel lag. Geblinddoekt en vastgebonden namen ze ons mee en sloten ze ons op in een lege, kille school. Ik moet toegeven dat de Duitsers ons daar goed verzorgden. We kregen eten, drinken en redelijk wat comfort om

“Geblinddoekt namen ze ons mee en sloten ons op in een lege school. Ik moet toegeven dat de Duitsers ons goed verzorgden.” te slapen. De buurtbewoners mochten ons voedsel en drinken brengen. We bleven daar iets langer dan een week.” WEER VRIJ “Uiteindelijk werden we na een paar dagen voorwaardelijk vrijgelaten. We mochten terug naar huis, maar na negen uur ’s avonds mochten we niet meer buiten worden gesignaleerd. We moesten ons werk weer hervatten en kregen verbod om naar de Belgische radio te luisteren. Onderweg naar huis kwam ik enkele vluchtelingen tegen. Ze waren zo vriendelijk om me met de wagen naar Brussel te brengen. Gedurende de rest van de oorlog leefden mijn vrouwtje en ik voortdurend met de angst dat ik opgeroepen zou worden en naar Duitsland gebracht zou worden. Dat is gelukkig nooit gebeurd!”

ABC van de Tweede Wereldoorlog AUSCHWITZ: vernietigingskamp van de Duitsers in Polen. Het kamp werd in 1940 opgericht in de stad Oswiecim. De Duitsers veranderden de naam in Auschwitz, wat ook de naam werd van het kamp. BLITZKRIEG: dit is een oorlogsterm die staat voor een zeer snel verlopende veldtocht. Deze strategie werd het eerst toegepast door de Duitsers in Polen 1939. CAPITULATIE: overeenkomst tussen strijdende partijen met betrekking tot een overgave van een land of leger. “Ich werde nimmer kapitulieren!” aldus Hitler. D-DAY: de landing van de geallieerden in Normandië op 6 juni 1944. ENDLÖSUNG: de naam van Hitlers plan om alle joden in Europa uit te roeien. FÜHRER: Duits woord voor leider. Hitler werd gedurende zijn bewind met deze term aangesproken. “Jawohl, mein Führer.” GERMANIA: de hoofdstad van het Derde Rijk, ontworpen door Albert Speer (de architect van Hitler). Het project werd nooit uitgevoerd. HOLOCAUST: aanduiding van de vernietiging van het Europese jodendom door de Duitsers. IJZEREN KRUIS: hoogste Duitse militaire onderscheiding. JUNGMÄDEL: Duitse nationaal-socialistische beweging voor 10 tot 14 jaar jonge meisjes. KRISTALLNACHT: de nacht van 9 op 10 november 1938. Die nacht staken de Duitsers 250 synagogen in brand en arresteerden tienduizenden joden. LEIBSTANDARTE: dit waren de elitetroepen van de nazi’s. Oorspronkelijk de lijfwacht van Hitler. Later groeiden ze uit van een gemotoriseerd infanterieregiment tot een pantserdivisie. MEIN KAMPF: boek geschreven door Hitler waarin hij de grondbeginselen van het nationaal-socialisme beschrijft. Het werd geschreven in gevangenschap (1924). NAZISME: afkorting van nationaal-socialisme, de politieke ideologie van Hitler, die uitgaat van de superioriteit van het Germaanse ras en sterk leiderschap. Het Nazisme was racistisch en anti-democratisch. ODESSA: “Organisatie der Ehemaligen SS Angehörigen”, geheime organisatie van oud-SS’ers. Zorgde na WOII voor huisvesting en nieuwe identiteiten voor SS’ers. PROCESSEN VAN NEURENBERG: internationale processen tegen Duitse oorlogsmisdadigers, gehouden in Neurenberg van 20 november 1945 tot oktober 1946. RSHA: Reichssicherheitshauptambt: inlichtingen en veiligheidsdienst van het Derde Rijk. SS: SchutsStaffeln. Machtige organisatie binnen het Derde Rijk. Deze werd ingezet voor beveiliging politieke kopstukken, bemanning van concentratiekampen en voor militaire, veiligheids- en politiedoelen. TOTALKRIEG: totale oorlog, oorlog waarbij alles in dienst staat van de oorlog. De burgerbevolking is daar ook bij betrokken. ÜBERMENSCH: mens met de meest positieve geestelijke en lichamelijke eigenschappen. Tegengestelde van de Untermensch. Basis van de nazifilosofie. VERGELTUNGSWAFFEN: geheime wapens die Hitler aan het eind van WOII nog in extremisch de overwinning moesten brengen: V1, een vliegende bom en V2 een raketwapen. WEHRMACHT: de Duitse strijdkrachten. Ze werden onderverdeeld in Kriegsmarine (marine), Luftwaffe (luchtmacht) en Heer (landmacht). ZYKLON-B (BLAUWZUUR): gifgas dat in vernietigingskampen gebruikt werd om voornamelijk joden te vermoorden.

26 augustus 1939: Hitler garandeert de neutraliteit van België, Denemarken, Luxemburg, Nederland en Zwitserland

5


Het Communiqué

“Het onderwijs moet leerlingen beter informeren”

Onwetendheid leidt tot onverschilligheid Vele leerlingen uit de derde graad van het secundair onderwijs hebben ooit al wel eens gehoord over iets dat Auschwitz heet. Ook weten ze wat Holocaust betekent, maar ga je dieper graven, beginnen ze te stotteren en te blozen. Veel meer dan die enkele begrippen kennen ze niet over de zwarte bladzijden uit de wereldgeschiedenis. En dat is spijtig. BIRTE DE GROOTE, ANNE SAEYS & STEVEN LEPEZ

D

imo Kavadias, professor aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB), peilde tussen 2001 2002 naar de kennis rond Auschwitz en de Holocaust van leerlingen uit het vijfde en zesde jaar secundair onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De leerlingen kregen een lijstje met 13 stellingen waar ze ‘juist’, ‘fout’ of ‘weet niet’ konden invullen. Uit dat onderzoek kwamen toch enkele opmerkelijke resultaten. Op pijnlijke manier werd duidelijk dat het slecht gesteld is met de algemene kennis van de jongeren over de oorlog. De meeste leerlingen kunnen uitleg geven rond de basisbegrippen, maar wanneer je meer in detail wil treden, moeten de meesten het antwoord schuldig blijven. Wie enkel aan het oppervlak van de geschiedenis schuurt, zal er niet veel van begrijpen.

het onderwijs gestoken worden.

Wie enkel aan het oppervlak van de geschiedenis schuurt, zal er niet veel van begrijpen

dat het Arische ras – het Germaanse ras – superieur is aan alle andere rassen. De nazi’s maakten daarbij gebruik van de theorie van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. Nietzsche predikte in zijn filosofie de meerwaarde van de “Übermensch” en stelde zelfs dat de die zich niet te veel moet bekommeren om de “Untermensch”. De filosofie van

“Jongeren zijn minder en minder geïnteresseerd. De motivatie om er iets van te leren, om het te weten, ontbreekt bij velen”, vertelt De Leeuw. Het onderwijs zou, volgens haar, meer aandacht moeten schenken aan de zwarte pagina’s uit de wereldgeschiedenis. “De interesses van jongeren verschuiven”, vervolgt De Leeuw, “maar het is noodzakelijk dat ze weten welke gruwelijkheden zich FOTO: ANNE SAEYS hier in België hebben afgespeeld. Ze moeten INTERESSEVERSCHUIVING De Dossinkazerne: voor vele bijvoorbeeld weten dat ook Ondanks alle informatie die de Vlaamse joden het begin van het einde Belgen zich aangesloten jongeren krijgen over de bevrijding, hebben bij de ideologie van de oorlog en de concentratiekampen, het nationaal-socialisme en dat de weet ook vandaag een groot deel Nietzsche werd echter uit zijn conopmars van Hitler geen losstaand adolescenten nog niet wat het text gerukt. Nietzsche haatte het geval was.” allemaal echt betekent. Alleen de anti-semitisme met zijn hele hart. derde graad secundair onderwijs met Hij brak er zelfs zijn vriendschap met HISTORISCHE de vinger wijRichard Wagner door af. Wagner was CONTEXT zen zou oneen anti-semiet in hart en ziel en Het nationaaleerlijk zijn. Als heeft Nietzsche zich nooit mee “Jongeren zijn minder en socialisme of het daar je in het midkunnen verzoenen. Het muzikale geminder geïnteresseerd.” nazisme is een delbaar weinig nie van Wagner was gekoppeld aan ideologie die de over de oorlog een gigantische racistische domheid. jaren dertig te weten komt, Voor de nazi’s was het antioverheerste. Deze ideologie is uit is de kans klein dat je in het hoger semitisme van Nietzsche totaal geen het extreme nationalisme gegroeid, onderwijs plots alles weet. Volgens belet. Het ideaalbeeld van de dat aan het einde van de Betty De Leeuw, gids in het Joods “Übermensch” was voor hen een negentiende eeuw een enorme opMuseum van Deportatie en Verzet, grote blondharige man met blauwe mars kende. Het komt er hier op neer kan de schuld slechts gedeeltelijk op ogen. Ironisch genoeg beantwoordde

1 september 1939: Duitsland valt Polen binnen --- 3 september 1939: Britten en Fransen verklaren Duitsland de oorlog

6


Special Edition

Hitler daar zelf niet aan; hij had complexe verhaal van WOII niet zich zo tegen de joden kantte. donker haar en donkere ogen. volledig kan behandeld worden. Maar Daarop kreeg ik het antwoord dat De vermeende superioriteit uitte tot voor kort kwam het onderwerp Hitler in zijn jeugd eens ruzie had zich sterk in de idee dat andere zelfs meestal niet aan bod. Men gehad met een jood en dat daardoor rassen uitgebuit mochten worden. Je spreekt pas van geschiedenis een gigantische haat was ontstaan.” mocht ze zelfs martelen en doden als wanneer de feiten zich minstens 50 De geschiedenis is geen sprookje en zij jouw eigen jaar eerder waar sprookjes oppervlakkig mogen groei belemhebben voorzijn, daar kent de geschiedenis een meren. De gedaan. enorme diepgang. De geschiedenis is De geschiedenis is geen “inferieure rasNaast de school complex. Het is geen opstapeling van sprookje sen” moesten spelen ook de losse feiten. Alles heeft met elkaar uitgeroeid wormedia een te maken. den opdat enkel het superieure ras enorm grote rol. Jongeren informeren Vandenborght vaart ook uit naar de zou overblijven. De joden werden kop zich meer en meer via alternatieve kennis van de leerkrachten zelf. “Ik van Jut. Het nazisme speelde hanmedia. Wie leest er in godsnaam nog zag onlangs op televisie een dig in op een diep gewortelde jodeneen boek over de geschiedenis? Neen, leerkracht geschiedenis vertellen dat haat die zich al in de 19de eeuw had in plaats daarvan gaat men naar de de concentratiekampen pas in 1940 ontwikkeld. Dat gebeurde zowel in film. Maar films tonen vaak slechts of zo in gebruik werden gesteld. Ik Duitsland, Oostenrijk, Rusland als een klein beeld van wat dacht dat ik toen van in andere landen. De nazi’s richtten er gebeurd is en dan mijn stoel ging vallen. zich niet enkel tegen de joden. Ook vaak nog aangevuld Daar vergist hij zich de zigeuners, homoseksuelen, met sappige en spanmet vijf jaar! Al vanaf gehandicapten, communisten en nende wendingen. het moment dat Hitler andersdenkenden kregen het hard te Bovendien dienen aan de macht kwam, verduren. films in de eerste begon hij plannen uit Ze werden gevangen genomen en plaats toch om te te werken om commoesten in strafkampen of conentertainen. Informunisten en anderscentratiekampen onmenselijk zware meren komt pas later. denkenden op te sluidwangarbeid verrichten. Anderen ten. Dat gebeurde SIMPLISTISCH werden doorgestuurd naar uiteffectief in het midden Ook Gaston Vandenroeiingskampen. In zes uitroeiingsvan de jaren ‘30. Als borght struikelt vaak kampen werden tussen 1940 en 1945 dat geschiedenis verover de gebrekkige zes miljoen mensen vergast en tellen is... Bovendien kennis van jongeren. vermoord. zijn de concentratieWat weet de jeugd? Vandenborght zat “Wanneer ik studenten vraag of ze kampen een uitvinding tijdens de oorlog in het het verschil kennen tussen van de Engelsen. Ze verzet. Vandaag de dag is hij Breendonk en de Dossinkazerne in gebruikten ze aan het begin van de voorzitter van het Verzetshuis in Mechelen, dan kunnen ze meestal 20ste eeuw tijdens de BoerenBrussel en geeft hij rondleidingen in niet antwoorden”, vertelt Betty De oorlogen in Zuid-Afrika. Maar wie de verschillende concentratiekamLeeuw. “Breendonk was een praat daar nog over?” pen. strafkamp waar vooral politieke gevangenen zaten. In Mechelen Vlak voor de viering van de zestigste NUANCERING werden uitsluitend joden gevanverjaardag van de Het zou natuurbevrijding van gengezet. En de kazerne diende als lijk verkeerd zijn “Het collectief geheugen om enkel naar Auschwitz was hij transitkamp, niet echt als strafkamp. Na verloop van tijd werd de nog ter plekke. Hij het onderwijs te in handen van enkele leidde er een groep meerderheid op konvooi richting duizenden leerkrachten kijken. De hele zestienjarigen concentratiekampen gezet.” gemeenschap leggen zou toch al te rond en woonde draagt een verONDERWIJS de voorbereiantwoordelijkgemakkelijk zijn.” Volgens De Leeuw moet het dingen van de heid. Het colleconderwijs veel verder gaan in het viering bij. “De tief geheugen in informeren van de jongere generaties jongeren schrikken vaak als ik hen handen van enkele duizenden leerover deze oorlog en zijn gruweldaden. de kampen toon”, vertelt krachten leggen, zou gemakkelijk “De oppervlakkige kennis is er wel,” Vandenborght. “Of het nu om zijn. herhaalt ze, “maar als ik hen vraag Auschwitz gaat of om een ander Het is net daarom dat het werk van om vergelijkingen te maken tussen kamp: de gruwel is overal. Je kan dus Michel Vandenborght en Betty De kampen of wat het verschil is tussen niet zeggen dat de jongeren Leeuw zo belangrijk is. Net daarom Birkenau en Auschwitz, dan kunnen ongevoelig zijn geworden.” dat het niet verloren mag gaan. Zij ze me dat niet vertellen. En daar zou Toch valt het Vandenborght op dat informeren de jongeren en conhet onderwijs een grotere rol in jongeren de geschiedenis al te fronteren hen met het verleden. Het moeten spelen.” simplistisch opvatten. “Ze kennen verleden is onaangenaam, maar het Het is een feit dat in het beperkte het hele verhaal niet. Ik vroeg hen is er en daar moeten we nu éénmaal lessenpakket “Geschiedenis” het ooit eens hoe het kwam dat Hitler mee leren leven.

8 november 1939: Hitler ontsnapt aan een bomaanslag in de Bürgerbraukeller in München

7


Het Communiqué

Wit en zwart tijdens de oorlog

“Du bist ein Schmuggler!” Voor een kleine garnaalvisser te paard vertoefde Henri Durant in zijn leven verbazend veel in het gezelschap van voorname heren. Hij ging op audiëntie bij de paus en vertelde schunnige moppen aan koning Albert II. Nu kan de 87-jarige geen paard meer berijden en ook geen garnalen meer kruien. Vertellen kan hij nog wel. Over smokkelen met de Duitsers, een bordeelbezoek met een staartje en de rol van een paar schoenen. FLORIS CAVYN

H

et eerste wat ik deed bij het Toen ik thuiskwam was er niemand officier vroeg me of ik een glas wou begin van de oorlog, was meer van mijn familie. Ik woonde meedrinken. Na enkele flessen, zei mijn paarden verkopen. Ik toen in Zuidschote, op een boerderij. ik tegen die Duitser: ‘Du bist ein deed dat louter uit Wat ik wel vond, was een dode Smuggler!’.’Nein, nein, nein’, was winstbejag. Als ik ze niet verkocht, Engelsman in mijn bed. Ik schrok zijn antwoord. Ik kon het maar namen de Duitsers me rot! Ik dacht proberen, hé.” ze toch in beslag. “De officier loste een eerst dat het mijn “Ik verloor de tijd uit het oog in het Die gasten namen vrouw was! Buiten bordeel. Ik had er weliswaar mijn paar schoten richting lagen er nog meer handen vol (lacht uitbundig). Plots alles wat loszat in plafond en iedereen beslag. Het was dus Engelsen. Allemaal was het te laat om nog naar buiten een behoorlijk linke dood. De Duitsers te mogen. Door de avondklok die was vluchtte naar buiten. zaak om mijn hadden hier lelijk ingesteld, mochten we vanaf een paarden achter de We hadden de vrouwen huisgehouden. Dat bepaald uur niet meer op straat voor ons alleen.” rug van de Duitsers was duidelijk!” komen. De enige oplossing voor mij te verkopen. Alles was te overnachten in het bordeel. wat je had, moest je SMOKKEL EN De volgende ochtend bracht de immers aangeven. Ik had mijn GEWILLIGE HOEREN Duitse officier mij naar huis. paarden op stal gezet bij vrienden. “Tijdens de oorlog heb ik geregeld Eenmaal aangekomen zei hij dat hij Toen ik daar op een dag wou gesmokkeld, samen met de Duitsers. de volgende dag om twee uur bij mij vertrekken, kwam er een Duitse Maakt dat van mij een collaborateur? zou komen. Mijn ouders wisten niet soldaat aangemeer waar ze het reden op zijn hadden. Ze motorfiets. Ik vervreesden dat ik in stopte me vliede gevangenis gensvlug achter zou belanden.” een houten schuur. DE VOLGENDE De Duitse solDAG OM TWEE daat parkeerde UUR zijn voertuig “De volgende dag tegen de voorreed er een grote gevel. Aangezien vrachtwagen onze de boerderij geen binnenplaats op voordeur had, met de SS-officier moest de soldaat die ik in het rondwandelen bordeel had leren naar de achterkennen. Samen kant van het met een aantal gebouw. Eenmaal andere soldaten Henri (23) op het strand van Oostduinkerke hij achter een kwam de officier muur verdwenen was, kwam ik vanNeen, dat denk ik niet. Als het bij ons binnen en zette zich aan tafel. achter die schuur, nam die kermis was, slachtte ik een koe en Ze vertelden dat ik me om twee uur motorfiets en vertrok zo snel als ik deelde die uit aan de arme mensen. die middag bij de gendarmerie moest kon. Ik smokkelde al die koeien uit melden. ‘Zie je wel, nu vlieg je naar Onderweg naar huis reed ik langs een Frankrijk. Op mijn terugweg Duitsland’, zei mijn vader oncolonne krijgsgevangenen. Eén van passeerde ik wel eens een bordeel. middellijk.” hen herkende ik en riep hem toe dat Daar zat een Duitse SS-officier dure “Bij de gendarmerie werd ik echter hij achterop de motorfiets moest champagne te drinken met een hartelijk ontvangen en kreeg ik een springen. Hij durfde niet… viertal hoeren. Ik ging binnen en de Duits uniform. Samen met de

23 november 1939: Poolse joden ouder dan 10 jaar worden verplicht om een gele ster te dragen

8


Special Edition

hoofdofficier ging ik met een vrachtwagen naar Frankrijk. De koeien die ik indertijd smokkelde, haalde ik bij mijn schoonbroer die in Lens woonde. Mijn schoonbroer viel praktisch achterover toen hij me in een Duits uniform zag aankomen. We zetten de dieren op een vrachtwagen en zwaar geladen keerden we terug naar België. Voor het transport moest ik een koe en een zwijn afgeven. De rest was voor mij. Ik heb daar een aardige cent mee verdiend. Met deze hoofdofficier ging ik achteraf naar Ieper. Daar zaten toen veel gewillige vrouwen. We betraden een café en daar stelden een stuk of vier vrouwen zichzelf tentoon. De officier loste een paar schoten richting plafond en iedereen vluchtte hals over kop naar buiten. We hadden de vrouwen voor ons alleen. Later heb ik vernomen dat die officier gefusilleerd werd omdat hij smokkelde en geld had ontvangen… van mij.”

machines en materiaal werden verklikt en moest daarvoor de prijs gestolen of vernield. Sommigen betalen. Ik stel me toch serieuze vragen bij wat ze spanden zelfs kadat mens hebben bels over de weg en “Als ik was meegegaan, aangedaan. als de Duitsers was mijn verhaal ten Wat zou jij zelf kwamen aangedoen als je een reden met hun einde. Mijn neef en zoon had die open jeeps, werverschillende vrienden opgepakt werd den ze onthoofd. hebben hun eigen door de DuitGruwelijk. sers? Zou je hem Eens wilde ik vergraf moeten graven beschermen of zetsmannen helvooraleer ze niet? Wat doet pen, maar ik had gefusilleerd werden.” een merrie als plots geen schoehaar pasgeboren nen meer om aan jong bedreigd te doen. Mijn vrouw had ze verstopt. Ik kon niet wordt? weg. Ik had niets om aan mijn voeten Heeft Laplasse verraad gepleegd? Ik denk het niet, maar de vete bestaat nog altijd in Oostduinkerke. Ik was erbij toen ze gefusilleerd werd op de binnenkoer van de gevangenis in Brugge. Ik zie het nog altijd gebeuren. Ik zat toen ook in de gevangenis, voor smokkel. De advocaat, die haar normaal moest verdedigen, durfde niet eens te pleiten. Dan moet je volgens mij ook geen advocaat zijn.”

FOTO: FLORIS CAVYN

HET ‘VUILE’ VERZET “Wat er in de witte brigade zat, was crapuul. Zo had je de toenmalige commissaris van Oostduinkerke. Hij heeft de hele oorlogsperiode rondgereden voor de Duitsers. En na de oorlog was het een ‘witte met een zwart gat’. Bovendien zaten er in de witte brigade veel te veel jongetjes van veertien of vijftien jaar. Als je hen een klap verkocht, gingen die uitwenen bij hun mama. Zijn dat soldaten? Dat is toch niet serieus. Ze wisten nog niets van de wereld. Ze hebben na de Henri (87): smokkelaar op rust oorlog gewoon geprofiteerd van de situatie. te doen. Mijn neef is vlug in mijn Bij het einde van de oorlog smokplaats gegaan, maar de Duitsers kelde ik veel uit Frankrijk. Ik wist hebben hem toen neergeschoten. Als dat het einde er aankwam omdat de ik was meegegaan, was mijn verhaal ten einde. Schluss! Mijn neef en verschillende vrienden hebben hun “Een witte met eigen graf moeten graven vooraleer ze gefusilleerd werden.” een zwart gat.” Duitsers achteruittrokken. Daarbij werden ze door verschillende verzetsgroepen gehinderd. De paarden van de Duitsers werden gestolen. Hun

DOOD LAPLASSE “Na de oorlog werden alle ‘zwarten’ opgepakt. Hier in Oostduinkerke had je natuurlijk Irma Laplasse. Laplasse had een aantal verzetsmensen

Op 30 mei 1945 werd Irma Laplasse in de gevangenis van Brugge gefusilleerd nadat het krijgshof in Gent en de krijgsraad in Brugge haar ter dood hadden veroordeeld. Voor het Belgische gerecht was zij schuldig aan verklikking en verraad met de dood van zeven verzetsmensen als gevolg. Dat vonnis steunde echter op meineed van de kroongetuige, de bevelhebber van de Witte Brigade van Oostduinkerke. Dit bleek uit het onderzoek van professor Karel Van Isacker op 30 mei 1993. Aan de hand van deze nieuwe inzichten, vroeg toenmalig minister van Justitie Melchior Wathelet op 23 februari 1994 een herziening van het proces. Op 14 februari 1996 sprak het Militair Gerechtshof in Brussel het nieuwe vonnis uit. Ook deze keer werd Irma Laplasse schuldig verklaard aan verraad en verklikking. Haar vonnis werd wel omgezet van de doodstraf naar levenslang. Daar had Laplasse - ruim een halve eeuw na haar terechtstelling natuurlijk maar weinig aan.

10 mei 1940: Duitse inval in België, Nederland, Luxemburg en Frankrijk

9


Het Communiqué

“De zwarte markt floreerde”

Kartoffelsalat van Hitler Oorlog of niet, het leven gaat door. Ondanks de moeilijke situatie moeten mensen toch elke dag brood op de plank hebben, als er al brood is. Zij die kunnen, gaan met hun voedselbonnen naar de nog overblijvende kruideniers, de anderen zoeken andere methoden om aan eten te geraken: smokkelen, controles ontwijken of de zwarte markt. Over honger en ziekte, en de creativiteit van de mens in de donkerste tijden. ANNE SAEYS & ELM VANDEVORST

T

ijdens de oorlog was het eten schaars”, zegt Lucienne (81). “De zwarte markt profiteerde natuurlijk van de situatie. Wie daar eieren kocht, betaalde 20 frank per ei. In de winkels betaalden we met voedselbonnen. We moesten niet voor die bonnen betalen maar ik kan niet zeggen hoe dat allemaal ineen zat, wie dat allemaal regelde. Hoe vaak heb ik niet aangeschoven in de winkel en hoorde ik, toen het bijna mijn beurt was, dat de voorraad op was! De Duitsers werden natuurlijk eerst bevoorraad. Ik had veel geluk dat ik bij mijn vader in Geraardsbergen kon halen wat op dat moment moeilijk te vinden was in de winkels: bloem, boter, brood, eieren,… Om de veertien dagen ging ik er heen om mijn voedselvoorraad aan te vullen. Mijn twee neven plaatsten de hele voorraad op hun fiets en fietsten van Geraardsbergen naar Ninove. Je moest er iets voor over hebben, als je wilde eten.” KOFFIE VAN JACQMOTTE “Wij hadden een kruidenierszaak en

“De zwarte markt profiteerde natuurlijk van de situatie. Wie daar eieren kocht, betaalde makkelijk 20 frank per stuk.” de leveringen liepen inderdaad niet altijd zoal het moest”, herinnert Jan Michiels (77) zich. “De mensen ham-

sterden veel en op den duur was “maar dat was zeker niet voldoende, onze winkel leeg. We zijn dan zelf zeker in de steden is er veel honger goederen bij leveranciers geleden. Alles was gerantsoeneerd en gaan halen. Mijn oudste slechts verkrijgbaar met zegels. broer en ik zijn zo eens Eigenlijk was je beter af op het helemaal naar Brussel platteland. Daar trokken de mensen getrokken om koffie op te zich uit de slag door zelf wat halen bij Jacqmotte. Het principe voor de voedselbonnen was eenvoudig: “Je was beter af op het de mensen moesten zich platteland. in een beDe stadsmens had het paalde winkel inschrijmoeilijker.” ven en volgens het aantal inverschillende groenten en granen te schrijvingen kweken. De bevolking in de stad had kreeg de het echt wel moeilijk. Met wat ze winkel dan kregen van zegeltjes kwam men niet een goedetoe, dus begon men te smokkelen. renvoorraad. Er werd wat extra gehaald bij een Wij hadden boer. Die profiteerde er natuurlijk veel inschrijvan om zijn prijs op te drijven, want vingen omzoveel hadden de boeren zelf ook niet. Jan Michiels (77/15): dat de menZe moesten namelijk een groot deel hopen zegels sen van van hun gewassen afstaan aan de geplakt Mazenzele Duitsers. Uiteraard sjoemelden ze ons daardoor wilden steunen. Dat hier wat mee. Als je dan wat op het maakte natuurlijk platteland had ook dat we veel gekocht moest werk hadden. Ik je er ook nog heb hopen zegels mee thuis gegeplakt (lacht). De raken. Er wamensen moesten, ren verschiltelkens als ze iets lende controkwamen halen, les en als ze je een zegel afgeven. ontdekten naWij moesten die men ze alles op een formulier af. En je geld plakken en afgeVoedselbonnen maar lege rekken erbij! Er werven op het geden vooral meentehuis. Dat aardappelen gaf recht op een bon waarmee we gegeten, maar in barre tijden zijn de goederen konden halen.” mensen inventief. Zo werd er ook brood gebakken van kastanjes, of SMOKKEL EN INVENTIVITEIT boomschors. Lekker was het niet, “Ja, ik ken die zegels ook nog,” maar het vulde de maag. Zelf heb ik vertelt Romain Van Der Sype (83), nooit honger moeten lijden. Mijn

11 mei 1940: Duitse troepen omsingelen Luik

10


Special Edition

grootvader woonde namelijk op het platteland en die hielp ons geregeld aan wat eten. Ook heb ik nooit kou gehad. Steenkool en gas waren wel gerantsoeneerd, maar dat viel zeer goed mee.” “Het dagelijks leven bleef grotendeels hetzelfde”, weet Aimée

“Het beste graan gaven ze aan de varkens, en daar hebben we een beetje van geprofiteerd.” Maesen (78). “Maar voor ons was het echt vechten om eten op tafel te krijgen. Smokkelen was soms de enige oplossing. Mijn moeder ging naar Vlaanderen, naar Harelbeke, om tabak te halen. Ik verkocht die tabak dan, met winst. Mijn echtgenoot smokkelde vanaf 1942 boter. Hij nam de trein naar Normandië waar echt een overvloed aan boter en graan was. Het beste graan gaven ze aan de varkens. En daar hebben wij een beetje van geprofiteerd.” PENICILLINE, GOED SPUL “Toen we in mei 1940 op de vlucht sloegen, was er onderweg bitterweinig te eten”, vertelt Griet Saenen (78). “Altijd als we een boerderijtje zagen, dan stormden we daar als bezetenen naartoe.We kochten er dan een eitje en wat brood. Mijn moeder moest vijf magen vullen en dat was niet gemakkelijk. Een probleem voor iedereen in de oorlog, natuurlijk. Ik weet nog dat mijn vader later, als we weer thuis waren, last kreeg van oedeem door te weinig voedsel. Het water hoopte zich in zijn benen op alsof hij ballonnetjes onder zijn huid droeg. Zelf hadden we allemaal dan weer te kampen met dikke en pijnlijke zweren. We moesten tot de komst van de Amerikanen wach-

“We bakten brood van kastanjes of van boomschors.” ten, vooraleer we daarvan afgeraakte. De Amerikanen maakten toen al gebruik van penicilline. Dat kenden wij nog niet. Een neef van mij

geraakte er via een Amerikaan aan en zette ons allemaal een spuit. Daarna verdwenen de zweren echt heel snel. Goed spul, die penicilline. Maar dat was dus veel later in de oorlog.” AARDAPPELSALADE “Ik ben in het begin van de oorlog opgepakt geweest en naar Leipzig gevoerd”, vertelt Raphaël Cardon (80). “We moesten in de fabriek werken en konden in een café overnachten. Het enige probleem was eten vinden. In het café was geen voedsel overgelaten en omdat we zwaar werk moesten verrichten, was het ook belangrijk goed te eten. We gingen daarom vaak beurtelings voedsel stelen. Kippen uit een kippenren, patatten van een veld, noem maar op. Rechtover het café was een restaurant. De chef van dat

de fabriek of in het werkkamp hadden we nooit gehoord van de concentratiekampen. En áls we er iets van hoorden, dan durfden we het niet te geloven. De dag daarna was iedereen in de fabriek op de hoogte van de feiten. De geheime politie kwam me ‘s

“In de fabriek of in het werkkamp hadden we nooit gehoord van de concentratiekampen.” middags ondervragen. Toen heb ik mijn uitspraak veranderd in ‘We gaan Kartoffelsalat maken vóór Hitler’, waarop ze me lieten gaan.”

IN ’T ZWART “Bij ons thuis hadden we een paar dieren: konijnen, schapen en een geit”, weet Pierre Appelmans (78) te vertellen. “Zo konden we toch een klein beetje vlees eten, maar veel hadden we niet. Maar we mochten niet klagen. Wij hadden tenminste nog dieren waarmee we konden kweken en zo hadden CARL M YDANS we ook meer vlees. We teelHet gebrek aan voedsel was een groot probleem den in die tijd ook zelf wat graan, aardappelen en verschillende restaurant had een zwak voor de groenten. Als je moest rondkomen buitenlanders die ‘vrijwillig’ zijn land met voedselbonnetjes dan kwam je kwamen verrijken. Op een dag nodigde hij ons uit om Kartoffelsalat te eten. In het restaurant waren ook “Niet iedereen is van de Duitsers aanwezig, niet dat ik me oorlog slechter daar iets van aantrok. Toen de aard– geworden, de boeren appelsalade voor onze kwijlende ogen verscheen, zei ik plots iets in verdienden goed, in de stijl van: ‘We gaan Kartoffelsalat ’t zwart welteverstaan.” maken van Hitler.’ Geen seconde later vliegt er een leeg bierglas naar er meestal niet. Velen gingen mijn hoofd gevolgd door: ‘Pas maar daardoor ook bij boeren kopen, in ’t op of we sturen je weg en niemand zwart. Dat waren voor die boeren ziet je ooit nog terug!’ Ik begreep niet gouden tijden. Niet iedereen is van waar de opvliegende zwarte die oorlog slechter geworden hoor.” (collaborateur, nvdr.) het over had. In

16 mei 1940: de Belgische regering vestigt zich in Oostende --- 17 mei 1940: Duitse leger trekt Brussel binnen

11


Het Communiqué

Oorlog en geen oorlog

Echtgenoot in gevangenschap Bij de bombardementen op een Leuvense fabriek ontsnapt Augusta Vangilbergen (toen 18, nu 83) ternauwernood aan de dood. Enkele weken later wordt haar echtgenoot Léon Francoys opgepakt bij een razzia. Na maanden van hoop op een terugkeer slaat het noodlot toe en wordt het prille huwelijksgeluk van Augusta verscheurd door het overlijden van Léon. “En toch heb ik eigenlijk geen oorlog meegemaakt”, vertelt Augusta. MELISSA AERTS

B

FOTO: MELISSA AERTS

heb ik niet meer, ij het begin van de oorlog kwam maar niet. maar toch nog woonde u met uw echtHet wachten duurenkele. De doorgegenoot Léon Francoys in de eindeloos lang. smokkelde brieven Kessel-Lo bij Leuven. Wat Hij was in de heb ik eens aan was daar uw eerste oornamiddag naar het een leerkracht gelogservaring? voetbal geweest en schiedenis uit“Ik stond samen met mijn man in aan het voetbalveld geleend en nooit onze winkel in de Joseph hadden de Duitsers teruggekregen. Die Pierrestraat. Léon hoorde de een razzia gehougesmokkelde brievliegtuigen laag overvliegen. Wij den en daar hebben ven zaten echt nog vluchtten naar de kelder en mijn ze Léon meegeonder de modder, schoonouders nomen. want die werden liepen de velNet als Léon kort voor arrestatie meegebracht door den in. Nadat vele jonontsnapten die het lawaai van ge mandoor water en slijk gevlucht waren. de vliegtuigen nen. De volgende dag In Duitsland moest hij in het Duits en bommen hebben ze mij dan laten schrijven en een studiegenoot van voorbij was, weten dat hij als politiek hem vertaalde die brieven dan voor gingen we tegevangene in de gemij. Ik stuurde hem ook veel brieven. rug naar bovangenis van de Maria Ik moest die dan laten goedkeuren ven. Toen Theresiastraat in Leuven door de veldwachter voordat die bleek dat ze zat. Mijn man was sinds verstuurd mochten worden. Soms fabrieken waar februari 1942 lid van het stuurde ik oorlogs-mateVerbond hem pakjes riaal gemaakt der OnderAugusta 65 jaar later met proper werd, gebomgrondse ondergoed, bardeerd hadWeerstandsmaar ook met den. Ons huis lag slechts op een groepen voor Leuven wafeltjes en kwartiertje wandelafstand van die en Omliggende. Hij tabak. Die fabriek ging dan pakjes heeft en talloze naar de hij wel gebommen geheime “Voor mij was de kregen. Hij hadden n a c h t v e r bevrijding geen schreef dat in hun doel gaderingen. bevrijding. Ik ben pas zijn brieven gemist. Daar waren en een medeIn onze veel later bevrijd van de alle politiegevangene die straat ke mannen pijnlijke gevoelens van ontsnapt was, zijn toen aanwezig, die periode.” is me dat ook vele doeigenlijk zakomen verden geten daar tellen. Af en vallen, gelukkig geen familieleden.” evenveel Engelsen als toe mocht ik Belgen.” hem gaan beEnkele maanden later maakte u zoeken, maar voor een tweede keer kennis met Je hebt nog verdat varieerde de harde realiteit van de oorlog. scheidene brieven Begrafenis van Léon vaak van “Léon en ik hadden kaarten om op van Léon. Was dat gevangenis tot gevangenis.” een avond in december 1942 naar het jullie enige vorm van contact? theater te gaan. Ik maakte me klaar “Hij stuurde mij en zijn ouders Waar heeft Léon gevangen en wachtte op mijn man, maar hij brieven zo vaak hij kon. Alle brieven

26 mei 1940: de regering Peirlot trekt naar Groot-Britannië --- 27 mei 1940: evacuatie Britse troepen uit Duinkerke

12


Special Edition

gezeten? twee plaatsen, Dachau en Mittelbau“Eerst zat hij een hele tijd in Leuven. Dora. Ik weet dus niet eens waar hij Een paar maanden in de Maria omgebracht is. Als je dat zo jong Theresiastraat, daarna een week in meemaakt… Zo jong en zo snel je de Cremerstraat, vervolgens in de echtgenoot verliezen, dat is een Leopoldstraat en dan nog meer dan een jaar in de Tiensestraat. Daar heeft hij altijd gedacht dat ze hem zouden laten gaan en dat hij naar huis zou kunnen terugkeren. Hij had er echt goede Brief uit concentratiekamp Buchenwald hoop op en verscheidene hooggeplaatste mensen zijn dikwijls enorme slag. Dat draag je een heel voor hem geen babbelen, maar het leven mee.” mocht niet baten. Hij moest wel niet de hele tijd in de gevangenis blijven Voor u ging de oorlog natuurlijk en werd niet mishandeld. Hij reisde verder. mee met de Duitsers omdat hij “Ja, gelukkig was ik niet alleen. Wie moest tolken voor hen. Léon sprak weet wat er anders van mij was vele talen en geworden? dat kwam Ik ben tetoen goed van ruggekeerd pas: Nenaar mijn derlands, ouders. Dat Frans, Duits was op de en Engels. boerenbuiten Na zijn verin Binkom blijf in Leubij Tienen. ven is hij dan Wij leefden overgebracht daar redelijk naar het fort ver weg van van Breenhet wrede donk. Tot slot oorlogsgehebben ze woel. Ver hem dan weg van de meegevoerd grote baan naar de conwaar het centratieleger paskampen in s e e r d e . Duitsland. Echt oorlog Toen de Enhebben we gelsen bindaar bij ons nenvielen, dus niet raakten de echt meegeDuitsers het maakt. Eio v e r z i c h t “De oorlog zal toch niet blijven duren...” genlijk hebkwijt en dan ben we er is hij zijn voorkeursbehandeling niet veel van gemerkt. Enkel de meteen verloren. En in een bombardementen op Leuven hebben concetratiekamp in Duitsland is hij we gehoord. En natuurlijk de dan uiteindelijk overleden.” vluchtelingen, die hebben we ook veel gezien. Die liepen hier ‘s nachts Weet u veel over zijn overlijden? door de velden. Echte schimmen in “Neen, op zijn overlijdensakte staan de duisternis.”

Gaven jullie dan onderdak aan die vluchtelingen? “Meestal raadden we hen aan om terug te keren naar de grote baan, waar ze hun weg wel zouden vinden. Maar mijn grootouders hebben minstens twee jaar mensen uit mijn straat in Kessel-Lo onderdak gegeven. Een vrouw die bij ons onderdak vond, baarde zelfs nog een kindje tijdens de oorlog. Zelf hadden we ook wel een kar klaarstaan met al het nodige indien we moesten vluchten, maar we hebben die kar nooit moeten gebruiken.”

“Zo jong je echtgenoot verliezen, tekent je.” Jullie hadden dan wel niet echt last van de oorlog, maar ik veronderstel dat jullie toch ook wel op rantsoen leefden. “Mijn grootouders waren boeren, wij hadden kippen, varkens en koeien. Wij hebben nooit moeten leven van het rantsoen dat we kregen. We gingen natuurlijk wel altijd onze zegels ophalen, maar voor de rest zorgden we zelf. In het geheim natuurlijk. Want je moest alles aangeven aan de veldwachter en die kwam dan controleren. Dus als we een varken wilden vetmesten om te slachten, moesten we dat beest ergens verstoppen. We zetten die dan in de kelder waar niemand dat zag. We moesten daarmee echt wel voorzichtig zijn.” Als jullie weinig van de oorlog zagen, hoe hebben jullie het einde dan vernomen? “Niet iedereen had in die tijd een radio, maar wij hadden er al een. We gingen dan boven naar onze radio luisteren. Maar we hadden toch schrik dat ze ons gingen betrappen en dus ging er altijd iemand op de uitkijk staan. De radio kwam toen van Engeland, van Londen en zo vernamen we dan dat de Engelsen altijd maar dichter en dichter kwamen. We hebben dan ook de Duitsers zien weglopen, dwars door de velden heen. Die Duitsers keken echt naar niks. Maar voor mij was de bevrijding helemaal geen bevrijding. Ik ben pas veel later bevrijd van de pijnlijke gevoelens van die periode.”

28 mei 1940: Koning Leopold tekent de overgave van België --- 10 juli 1940: begin van ‘De Slag om Engeland’

13


Het Communiqué

“Dis ist der helle und ich bin dein Duivel”

Fort van Breendonk: van verdedigingsfort tot gruwelkamp Op 20 september 1940 komen de eerste gevangenen in het voormalig Belgisch legerfort aan. Het fort vangt gevangenen op die bestemd zijn om later gedeporteerd te worden. Spoedig wordt het een bastion van de Gestapo in bezet België. Een baken van het schrikbewind dat ernaar streeft ieder verzet in het land te verlammen. Het uitzicht van Breendonk zal spoedig veranderen: de gevangenen brengen eerst rondom het fort een versperring van prikkeldraad aan. Vervolgens moeten zij de aarde, waaronder de gebouwen bedolven lagen, verwijderen. Driehonderdduizend kubieke meter aarde wordt met de hand verplaatst. Een binnenplaats wordt aangelegd, de grachtwallen aanzienlijk verhoogd. Minstens 3.532 gevangenen zullen, tot september 1944, in het «AUFFANGLAGER (doorgangskamp, nvdr.) BREENDONK» worden opgesloten. 1.733 doden. 185 terechtstellingen. DENIS DELBECQUE & FLORIS CAVYN

H

et is vroeg, koud en miezerig weer. Slaapdronken rijden we de parking van Breendonk op. Moeizaam stappen we uit de wagen en slepen ons voort naar het hekken. Aan dat hekken hangt een klein bordje: “HALT! Wer weiter geht wird erschossen!. Wie verdergaat wordt doodgeschoten.” Een bedreiging die nu misschien minder indruk maakt, maar 60 jaar geleden aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Hier ontmoeten we gevangene nummer 2938: Gaston De Wit (77). Gaston leidt ons de komende twee uur rond in ‘de hel’ waarin hij als zestienjarige terecht kwam. De aanblik van het fort geeft ons een ietwat ongemakkelijk gevoel in de buik. “Breendonk staat bekend als één van de gruwelijkste kampen tijdens de Tweede Wereldoorlog”, merkt Gaston op. “Zelf heb ik van het kamp echter nooit veel gezien. Omdat ik in het verzet zat, kwam ik in een arrestantenkamer terecht. Daar mochten we zelden de kamer verlaten. En als we dan toch eens buiten gingen, moesten we een speciale donkerblauwe kap, de cagoule, over onze kop trekken.” Het fort is het best te vergelijken met een grote boze reus. De ingangspoort als een enorme gapende mond, klaar om zijn slachtoffers te verslinden. De donkere gangen als darmen die elk leven verteren en vervolgens uitscheiden als een hoopje fecaliën.

Hier is een zwijn meer waard dan een mensenleven. Hier doet de folterkamer nog steeds het haar op

getuigenis van iemand die was vrijgelaten uit het fort. Toch waren heel wat verzetslieden niet op de hoogte van de gruwelpraktijken in Breendonk. De gevangen genomen verzetslui stond dan ook een

“Gezicht opengereten door gekarteld beton.”

FOTO : JAN VANDEVYVER

Einde wereld, begin Breendonk je armen rechtop staan. Dit is ‘Breendonk-de-dood’. “WIE EEN KIK GAF WERD MET HET HOOFD TEGEN DE MUUR GESLAGEN.” Tijdens de oorlog deden er allerlei geruchten de ronde over Breendonk. De clandestiene pers en de ‘Engelse radio’ brachten af en toe een

onaangename verwelkoming te wachten. “Ik werd samen met mijn vader in de nacht van 17 op 18 maart ’44 opgepakt tijdens een razzia in onze Leuvense verzetsgroep. Ze voerden ons met vrachtwagens naar Breendonk. Gewoon uitstappen was niet aan de orde bij onze aankomst in het kamp. Vlaamse SS’ers trokken ons uit het laadruim en smeten ons hardhandig met de neus tegen de muur aan de ingangspoort. Er werd gestampt en geslagen. Wie een kik gaf, werd met het hoofd tegen de muur geslagen waardoor het hele gezicht opengehaald werd door het ruw gekartelde beton. De Vlaamse SS’er Wyss riep ons in zijn typerend Vlaams-Duits toe: ‘Dis ist der helle und ich bin dein Duivel’. We wisten onmiddellijk waarin we beland waren.” Onderweg naar het inschrijvingsbureau gebeurde het dat de gevangenen tussen twee rijen Wehrmacht-soldaten, de bewakers

24 augustus 1940: eerste bombardementen op Londen --- 20 september 1940: Breendonk wordt in gebruik genomen

14


Special Edition

HET LEVEN ZOALS HET WAS… IN BREENDONK De tijd dat de FOTO: JAN VANDEVYVER gevangenen niet aan het werken Gaston De waren, brachten ze door in hun celkamer. Een “kazemat” van amper 12 bij 5,5 meter waar 48 man opeengepakt zat. Het grootste gedeelte werd ingepalmd door twee rijen stapelbedden van drie hoog. De rest

van de ruimte werd ingenomen door twee tafels, enkele stoelen en wandkastjes, twee Kübels (nacht-

arrestantenkamer terecht, anders had ik dit nooit overleefd. Wij moesten niet de hele dag werken zoals de gevangenen in de werkkamers. Wel werden we verplicht van ’s morgens tot ’s avonds voor ons bed in correcte houding post te vatten en te zwijgen. Iedereen fluisterde natuurlijk wel met zijn buur als de bewakers afwezig waren. We hoorden de SS immers van ver aankomen. Hun ijzeren hakken maakten een hels lawaai in de gangen. Dan werd het ineens emmers) en een kachel, die je enkel weer muisstil. Dat ik niet in een mocht gebruiken mits toestemmig. werkkamer zat, betekende niet dat het “Zo een kazemat is ongelooflijk kil en een lachertje was. Ik was gescheiden vochtig. Druppels water parelen aan het van m’n vader en zat daar tussen plafond. Alsof het cement huilt.” allemaal oudere mannen. Als knaap van Naast de kazematten had je ook amper 16 had ik het knap lastig maar cellen. Hierin werden ‘belangrijke’ echt bang was ik op dat moment nog gevangenen opgesloten, verzetsniet. Ik hield me kranig.” leiders. De cellen boden slechts De straffen waren niet enkel indiplaats aan één persoon, maar soms vidueel, maar ook collectief. Gevanwerden er twee in gestoken. Het genen moesten soms langer werken enige voordeel dat je had in een cel of turnoefeningen uitvoeren na hun was dat je niet hoefde deel te nemen arbeid: “Hinlegen! Aufstehen! aan de dwangarbeid. Wel moesten de (Neerliggen! Opstaan!, nvdr.)”. celgevangenen de ganse dag recht“Als 16-jarige waren deze drilstraffen voor mij niet zo zwaar maar stel je eens voor: bejaarde mannen die op commando telkens moesten neerliggen en weer opstaan. Natuurlijk konden zij dat niet volhouden en werden ze wederom afgeslagen. Slaan, slaan en nog eens slaan… het hield nooit op!” Vanaf de eerste minuut van de dag werden de gevangenen opgejaagd. Amper tijd voor een kattewasje en toiletbezoek. Ondertussen moesten de twee gevangenen die van corvee waren de nachtemmers legen en de kamer poetsen. Eenmaal terug was het tijd voor de Bettenbau, het opmaken van het bed. “De Wit (77), gevangene nr. 2938, vertelt Bettenbau was één van dé momenten waarop de SS hun staan en waren ze geketend. Zij frustraties konden botvieren op de behoorden ook tot de groep die de gevangenen. Alle bedden werden grootste kans had in de folterkamer streng gecontroleerd. Wie niet in orde te belanden. was, kreeg slaag en miste het “Ikzelf kwam gelukkig in een ochtendmaal.” FOTO: JAN VANDEVYVER

van het kamp, moesten lopen waarbij ze schoppen kregen van de laarzen (met ijzeren punt) en slagen van de geweerkolf. Als kampcommandant Schmitt in de buurt was, konden velen van de nieuwelingen kennismaken met zijn hond. Een Duitse herder die erop getraind was gevangenen te bijten. De aanmelding bij het SS-bureau ging vaak gepaard met gewelddadige pesterijen. Als de nieuwelingen zich niet op de correcte manier aanmeldden, werden ze buiten geklopt en moesten ze het opnieuw proberen. Soms tot driemaal toe. Veel hing af van het humeur van de SS. Eenmaal in het bureau, noteerde de verantwoordelijke SS’er de identiteitsgegevens en het arrestatiemotief op steekkaarten. Elke gevangene kreeg een nummer waarmee hij van dan af werd aangesproken. Een naam had hij niet meer. Ook moest hij al zijn persoonlijke bezittingen afgeven. Na de registratie werden de gevangenen naar de kleermakerij geleid. Hier werd hun burgerplunje ingewisseld voor die van het kamp. Dit waren geen pakken met verticale zwart-wit strepen, maar oude Belgische uniformen van de Eerste Wereldoorlog die in het fort lagen gestockeerd. Op de linkerborst van het uniform werd het gevangenennummer genaaid en een wit of geel lint. Geel voor de joden en wit voor de rest. Aan hun voeten kregen ze klompen. Daarna moesten ze langsgaan bij de kapper die hen kaalschoor.

21 november 1940: Belgische regering in ballingschap verklaart Italië de oorlog

15


Het Communiqué

Na de controle volgde het ontbijt, wat bestond uit 100 gram brood en 2 koppen “Ersatz-koffie”: een aftreksel van gebrande eikels. Dan opnieuw inspectie van de SS en een appèl op

Het collectieve toiletgebeuren vond plaats onder de ogen van de bewakers die het blijkbaar leuk vonden de gevangenen te vernederen

300.000 m³ aarde met de hand verplaatst het binnenplein voor de werkers. Daarna begon hun werkdag. Acht uur, enkel onderbroken voor het middagmaal dat niet meer was dan twee schamele borden soep. Bij de terugkeer naar de kazematten was er opnieuw een appèl waarna het avondeten genuttigd werd: 125 gram brood en 2 koppen Ersatz-koffie. Om acht of negen uur werd het licht gedoofd. Gevangenen waren als geraamtes. Acht uur per dag zware dwangarbeid en niet genoeg voedsel om op krachten te komen. De dwangarbeid bestond erin de aarde af te graven die het fort bedekte: tot 300.000 kubieke meter werd met de hand verplaatst. De gevangenen afbeulen en breken was het enige doel. In tegenstelling tot de andere kampen had de arbeid in Breendonk dus geen enkel economisch nut. Tijdens het werk, werden de gevangen ook nog eens enorm geterroriseerd door de bewakers. “Een medegevangene vertelde me dat de bewakers een jongen tot aan zijn hoofd in het zand hadden ingegraven. Dat hadden ze gedaan op bevel van de Vlaamse SS’ers De Bodt en Wyss. Aan het eind van de werkdag, verplichtten de bewakers alle werkers één voor één over het hoofd van de jongen te marcheren. De meesten barstten in tranen uit. Dat ze verplicht werden een medegevangene zo te folteren, woog bijzonder zwaar op hun gemoed. De moraal was nihil.” “BROEK AF! NEERHURKEN! SCHEISSEN! OPSTAAN! BROEK AAN!” Het toiletbezoek was voor velen één van de meest vernederende en onaangename momenten van het kampleven. In de beginjaren van het kamp waren er slechts vier Franse toiletten voor meer dan honderd gevangenen. Later acht voor driehonderd mensen. Als oplossing liet de kampleiding één grote ton neerzetten. Deze bood plaats aan twaalf mensen, zitvlak tegen zitvlak.

doucheruimte een kamer van 6 vierkante meter die plaats moest bieden aan 32 mensen. SSUnterschturmführer Arthur Prauss slaagde erin de douchetijden niet langer dan zeven minuten te laten duren. Afwisseling tussen ijskoud en heet water. De gevangenen waren amper opnieuw aangekleed wanneer ze zich met natte kleren op de appèlplaats moesten melden. Handdoeken waren niet ter beschikking. Het gebeurde dat sommige gevangenen zich reeds in hun kamer moesten ontkleden om naakt op de appèlplaats hun beurt af te wachten. “In onze kamer stond enkel een nachtemmer voor 48 man waarin we onze behoefte konden doen. De ramen moesten ten allen tijde dicht blijven, van frisse lucht was dus geen sprake. Bovendien heb ik zelf nooit een douche mogen nemen. De stank was werkelijk niet te harden.”

DE VLAAMSE BEULEN WAREN HET Gangen die je dreigen te verslinden ERGST De leiders van het kamp terwijl ze hun behoefte deden. Van waren echte beulen. Vooral de privacy was dus allerminst sprake. kameroverste en werkopzichter De duur van het toiletbezoek was Walter Obler (een Joodse overloper!) ook al beperkt. Gemiddeld mag je en SS-Unterschturmführer Prauss aannemen dat de gevangenen twee waren gevreesde figuren. In minuten de tijd kregen om te doen september 1941 traden de eerste wat ze moesten doen. “Twee minuten Vlaamse SS’ers in dienst. Twee van is weinig. Zeker voor diegenen die aan hen groeiden uit tot de meest wrede dysenterie (buikloop met bloedbewakers van het kamp: Richard De ontlasting, nvdr.) leden. Alles gebeurde Bodt en Fernand Wyss. De twee op bevel: “Broek af! Neerhurken! hadden er plezier in gevangenen te Scheissen! Opstaan! Broek aan!” Velen slaan en in de ijskoude gracht te durfden zich niet gooien. Gooiend ontlasten uit schrik met stenen en om verrast te slaand met een worden door het “De stank was werkelijk spade, dwongen ze niet te harden.” bevel opstaan. de gevangene in Toiletpapier - in die het water te tijd trouwens een blijven tot deze luxeproduct - was uiteraard niet ter verdronk. Soms lieten ze er één beschikking. Sommigen slaagden erin langs de oever omhoog kruipen om een stukje krantenpapier of vod mee te hem daarna weer de gracht in te smokkelen naar het toilet.” duwen of te laten creperen langs de In het kamp waren 64 douches kant van het water. aanwezig. Aan weerszijden van de “Sadisten in hart en nieren, die twee! FOTO : JAN VANDEVYVER

14 februari 1941: begin van de oorlog om Afrika --- 22 juni 1941: Duitsland valt Sovjet-Unie binnen

16


Special Edition

Een weddenschap tussen hen beiden was typerend voor hun onmenselijk gedrag. Wie het eerst een gevangene kon doden zonder hem aan te raken kreeg een fles cognac. Wyss was de ‘winnaar’.” In 1942 werd een echte folterkamer ingericht. De ondervragingen werden niet afgenomen door de SS’ers van Breendonk zelf, maar door de SipoSD (de inlichtingendienst van de nazi’s). In de ‘bunker’, zoals de folterkamer genoemd werd, kwamen alleen verzetlieden terecht. De katrol was het favoriete werktuig in de bunker. De handen van de gevangenen werden achter hun rug samengebonden waarna ze aan de katrol werden opgetrokken. Je kon het even volhouden, maar het duurde niet lang voor je schouders ontwricht werden. Onder de katrol stonden twee houten wiggen waarop de gefolterde met knieën en scheenbenen hard terecht kwam. Soms werd een gevangene onderste-

VERHAKKELD VLEES… DE rerende burgemeester van Charleroi ANGST SLAAT TOE en een vooraanstaand lid van de Rex“In de folterkamer ging je praten of stierf partij. je. Zo simpel was het. Eén enkele keer Tussen 1942 en 1945 werden in waren we getuige van de gruweldaden Breendonk meer dan 160 mensen die zich daar afspeelden. Op een avond gefusilleerd. Allemaal als antwoord in april ’44 hoorden we nergens SS’ers op verzetsdaden. Het merendeel van en iemand had het venster op een kier de executies werd uitgevoerd door de gezet. Even later zagen we een groep Wehrmacht-soldaten. Velen misten soldaten passeren hun doel of raakmet in het midden ten het slecht een grote fiere vent. “In de folterkamer sprak (van op vijf meIn hun kielzog ter!). Een geje of stierf je.” Prauss, Wyss, De nadeschot moest Bodt en co… allen de klus afmaken. op weg naar de folterkamer. Een uur Prauss, Wyss en De Bodt namen met later kwamen die terug en loerden we plezier deze verantwoordelijkheid op door het venster. Wat ik toen zag, zal ik zich. In 1943 kwam er een schavot nooit vergeten. Die grote fiere vent bij. sleurden ze over de kasseien van de Drie galgen, drie treden, drie binnenplaats. Eén pak bloed en valluiken. Breendonk: de heilige drieverhakkeld vlees. Hoogstwaarschijnlijk vuldigheid van de hel. was dat iemand die gezwegen had. Nu kreegt Prauss in de gaten dat het “Jongeren zoals jullie hebben het geluk venster op een kier stond. Nog voor hij gehad nooit een oorlog meegemaakt te z’n revolver in de hand had, lagen we hebben”, zegt Gaston terwijl we het fort verlaten. “Dat kan echter van dag op dag veranderen. Hou daar altijd rekening mee, zeker als je gaat stemmen!” Een boodschap die weerklinkt door alle gangen van het fort.

DE BEULEN VAN BREENDONK Philipp Schmitt: Sturmbannführer, de eerste kampcommandant van Breendonk. Raakte persoonlijk geen gevangen aan maar liet het vuile werk opknappen door zijn goed afgerichte hond, Lump. FOTO: JAN VANDEVYVER

“Vanaf die avond maakte mijn jeugdige moed plaats voor nooit aflatende angst.” boven aan de katrol gehangen. Naast de katrol beschikte de Sipo over duimschroeven en vingerklemmen, hoofdklemmen met loden bollen, roodgloeiende ijzeren staven en een apparaat om elektrische stroom op ‘gevoelige plaatsen’ van het lichaam te zetten. Ook de psychologische oorlogsvoering paste de Sipo graag toe. De verzetslieden kregen dreigementen te horen aan het adres van hun familie of medegevangenen.

allen op de grond. Hij vuurde door het onderste raampje, recht de kamer in. De kogel zoefde de hele kamer rond, telkens afketsend op de betonnen muur. Dat geluid hoor ik tot op de dag van vandaag nog altijd. Vanaf die avond maakte mijn jeugdige moed plaats voor nooit aflatende angst.” De eerste executies vonden plaats op 27 november 1942. Zes communisten werden gefusilleerd als wraak voor de moord op Jean Teughels. Teughels was de collabo-

Arthur Prauss: Untersturmführer. Hij was belast met het toezicht op de gevangenen. Van Schmitt kreeg hij vrij spel. Richard De Bodt: Vlaamse SS’er. Vertrouwenspersoon van Schmitt. Hij was geslepen en stak andere bewakers op tegen gevangenen. Fernand Wyss: Vlaamse SS’er. Voormalig bokser en speelbal van De Bodt. Hij was diegene die De Bodt’s gruwelplannen met plezier uitvoerde.

17 september 1941: start van de algemene deportatie van Duitse joden --- 7 december 1941: aanval op Pearl Harbour

17


Het Communiqué

Henningdorferstrasse 17, Berlin

Deportatie naar Duitsland In maart 1944 wordt Stan Smans (toen 21, nu 83) door de Duitsers gevangengenomen na een avondje stappen. Een handvol dagen later wordt hij op de trein gezet en gedeporteerd naar Berlijn. Smans moet in het verre Duitsland zware arbeid verrichten. Bij de zware bombardementen, die Berlijn haast volledig vernietigen, brandt de gruwel zich voor goed op zijn netvlies. JOKE VERRIJCKT

H

et dagelijkse leven werd naarmate de oorlog vorderde steeds gevaarlijker, moeilijker. De Millitärverwalltung, weet u wel. Er werd nauwelijks iets geduld. Denk maar aan de avondklok. Op een avond in maart 1944 waren mijn broer en ik nog even gaan ‘buurten’ en op straat zagen we de Gestapo. We zetten het op een lopen, maar enkele straten verder konden ze ons vatten. We moesten hen volgen tot in het huis van een dorpsgenoot. Twee broers was een beetje te veel van het goede en mijn broer werd gelukkig vrijgelaten. Ik bleef achter.” Dat was het einde van jouw vrije leven? “Op dat moment begon er heel wat miserie, ja. Twee dorpsgenoten en ikzelf werden meegenomen naar Turnhout waar we in het kasteel werden opgesloten. De derde dag moesten we de tram op naar AntW ALTER E LKINS werpen. Daar werden we opgesloten in de Berlijn in gevangenis, waar nog meer mannen zaten. Iedereen die in de provincie gevangen genomen was, zat daar te wachten op de deportatie naar Duitsland. Enkele dagen later moesten we alles inpakken en ons naar het station begeven waar een trein ons stond op te wachten. Er was heel veel bewaking op de trein richting Duitsland. De reis heeft drie dagen en drie nachten geduurd. Op een gegeven moment kwamen we in een grote stad. In het station zagen we

de naam: Berlin. Dat was mijn hoofd: dat zal toch geen schrikwekkend, want Berlijn was elektrische stoel zijn zeker? Ik kreeg toen de stad die het meest gebomeen nummer op mijn jas, zat daar bardeerd werd. Dat hebben we ook met een heel klein hartje … en op gemerkt. Er was een gegeven moin Berlijn geen ment ging er een “Als die jongen niet in klik, maar ik was moment rust. Je de bunker mag, ga ik er niet dood! Het bleek was er nooit veilig. De stad werd een fotocel te zijn en ook niet in.” bijna doorlopend iedereen die een gebombardeerd. Duitse Ausweis Wat een lawaai dat dat maakte. Die moest hebben werd daar gefotograsirenes, en het geluid van die feerd. Toen het gedaan was, moest je langs de andere kant terug naar buiten.”

‘45: “De stad was dood, één grote bommen. Het was oorverdovend.” DOOD OF EEN FOTO “We moesten de eerste dag aanschuiven voor een barak. Iedereen die er binnen ging, kwam er niet meer uit. Dat was natuurlijk zeer verontrustend. Waar bleven die mannen? Toen het mijn beurt was en ik binnenkwam, zag ik in een hoek een hokje met elektrische draden en het flitste meteen door

Hoe heb je die tijd in Berlijn doorgebracht? “Iedere dag moesten we met de trein naar het gemeentehuis van Pankow. Dat stond midden op een heel groot plein in het hart van de stad. Iedereen moest op dat plein staan wachten, tot er bazen van allerlei bedrijven werkkrachten kwamen ophalen. Op een gegeven moment puinhoop.” moest ik in een buitenwijk gaan werken. Ik belandde bij een oud vrouwtje. Ze vertelde me dat haar man tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de IJzer was gesneuveld. Ze gaf me wat kleren en ’s middags at ik met haar mee. Toen er een bomalarm was, zei ze dat ik mee naar de schuilkelder moest gaan. Maar de burgerwacht liet me er niet in omdat ik een Auslander was. Het ‘moederke’ antwoordde: ‘Als die jongen niet in de bunker mag, ga ik er ook niet in.’

11 december 1941: Duitsland verklaart de V.S. de oorlog --- 27 mei 1942: Belgische joden moeten jodenster dragen

18


Special Edition

Uiteindelijk mocht ik binnen, maar moest wel aan de deur blijven staan.”

bombardeerden, bestookten en vernielden de Russen de straten en huizen. Na enige dagen kwam het einde van Berlijn. De stad was dood; er bleef enkel één grote puinhoop over. De stad was iets onwezenlijks geworden. Ze leek niet meer op wat ze ooit was. De gevolgen van de

Hadden jullie in die tijd nog contact met het thuisfront of werd dat volledig verboden? ”Af en toe mochten we naar huis schrijven en dan vroegen we om pakjes op te sturen. Zodra ik mijn adres had, Henningdorferstrasse 17 Berlin, stuurde ik mijn eerste brief naar huis waarin ik vroeg om een pakje met voedsel en tabak. De tabak wisselde ik in op de zwarte markt voor een heel brood. Als ik zo’n pakje kreeg, was ik natuurlijk blij. De momenten vol angst waren jammer genoeg talrijker. Op Palmzondag zat ik eens in de mis, toen het Richtig Alarm afging. Dit wil zeggen dat iedereen zich zo snel mogelijk in veiligheid moet stellen. De pastoor zei: ‘Iedereen wordt verzocht zo vlug mogelijk naar huis te gaan. Iedereen die hier is, heeft voldaan aan de paasplicht.’ Ik geraakte niet meer tot aan het kamp. Je zag vliegtuigen aankomen, wel honderden! Als je weet dat ze bommen komen werpen is dat een heel angstwekkend gezicht. Men had ons geleerd om in zo’n situatie op je buik te gaan liggen, met de handen in je nek. Ik dus op mijn buik tegen de straat. Maar zo zie je niets en ik draaide me om, zo kon ik tenminste oorlog zijn voor mij nooit duidelijker zien waar de vliegtuigen bleven. Dit zichtbaar geweest als toen. was het zwaarste bombardement dat Ook de Duitse bevolking had het niet ik heb meegemaakt. Ik herinner me gemakkelijk. Ze werden langs alle dat ik toen dacht: ‘Als hier nu een kanten aangevallen, terwijl er velen kist stond, zou ik erin willen kruipen. onder hen met de Nagel ze maar oorlog eigenlijk dicht en ik heb het “Het was de eerste keer niet echt iets te gehad.’ Ik heb daar twee uur in een dat ik ons vader en ons maken hadden. Alle Duitsers gruwelijke hel moeder zag wenen.” werden door de gelegen, vol brulgeallieerden zo lende motoren van goed als over dezelfde kam geschobommenwerpers, kogels en granaten. ren. Vele mensen hun laatste Dat zijn dingen die je nooit vergeet.” bezittingen werden nog afgenomen. Vooral die Russische soldaten waren Wat betekende de landing in 1944 geen lieverdjes.” voor u? “Na de landing in Normandië op 6 Dit betekende dus het einde van juni 1944, heeft het voor ons nog de oorlog. Konden jullie toen bijna een jaar geduurd vooraleer we naar huis? naar huis konden. Pas op 9 mei 1945 “We dachten inderdaad dat we naar kwam er plots een groep soldaten huis konden. Maar eerst moesten we vanonder de brug. Ze pakten de twee het kamp ontruimen om plaats te wachten vast, namen hun geweer af maken voor Duitse krijgsen stampten hen tegen hun broek. gevangenen. De tweede nacht vielen Toen wisten we dat ons kamp bevrijd er een heleboel Russische soldaten was. Toen begon de slag om Berlijn. binnen. Volgens hen moesten we Terwijl de Engelsen vanuit de lucht

naar het oosten als we gerepatrieerd wilden worden, maar daar wilden we niet naartoe. Dat was immers richting Rusland en we waren er helemaal niet op uit om naar daar meegevoerd te worden. We besloten om het leger te volgen. Zo trokken we dagenlang verder, tot we aan de

Elbe kwamen. Met een klein roeibootje zijn we voorzichtig over geraakt, tot we bij de Amerikanen kwamen. Zij brachten ons enkele dagen onder in een kleine school waar we eindelijk wat eten en drinken kregen en waar we eens goed konden slapen. Een ongeloofelijk gevoel van rust was dat. Ten slotte werden we naar het station gevoerd waar we de trein namen richting België.“ “Na enkele dagen bereikte ik Vlimmeren. De eerste die ik zag toen ik daar aankwam, was mijn neef Lot. Hij kwam als een leeuwenjong op me afgevlogen en samen rolden we over het karrenspoor. ‘In Vlimmeren dachten ze allemaal dat je nooit meer terug zou komen en dat je dood was’, zei mijn neef. Hij ging mijn moeder en vader roepen, terwijl ik langs de gevel naar de achterdeur sloop. De deur ging open en daar stonden mijn vader en moeder … Het was de eerste keer dat ik ‘ons vader’ en ‘ons moeder’ zag wenen… Het was een erg emotioneel moment.”

5 augustus 1942: Het eerste Belgische jodentransport arriveert in Birkenau

19


Het Communiqué

Van Mechelen naar Auschwitz

De poort naar de dood Op 27 januari 1945 bevrijden de Russen het uitroeiingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen. Zestig jaar later wordt die bevrijding in de hele wereld herdacht, ook in het Joods Museum voor Deportatie en Verzet in Mechelen. Het museum bevindt zich nog steeds in de Dossinkazerne waar tijdens de Tweede Wereldoorlog meer dan 25.000 joden en zigeuners op een trein worden gedwongen om nooit meer terug te keren. De Dossinkazerne is de poort van de hel. Een reis van drie dagen en vier nachten brengt de gedeporteerden in de armen van de dood: Auschwitz. Slechts 1207 mensen die in Mechelen vertrekken, overleven het kamp. VEERLE DE WOLF & ANNE SAEYS

N

a 18 dagen strijd capituleert bevindt zich halfweg tussen Brussel vinden dit verdacht. Ongeveer 6.000 het Belgische leger op 28 mei en Antwerpen. In deze steden wonen mensen gehoorzamen niet en blijven 1940. Vanaf dan regeert de meeste joden. thuis. Als reactie op deze ongeGeneraal von Falkenhausen Ook loopt er naast de kazerne een hoorzaamheid organiseren de Duitover ons land. Onmiddellijk dwingen spoorlijn die de Duitsers perfect sers vier razzia’s: drie in Antwerpen de Duitsers alle joden in en één in Brussel. De Duitsers zijn een speciaal statuut door daarbij erg gewelddadig. Ze trappen een aantal discriminerende deuren in en mensen worden maatregelen (Verordnungen) hardhandig uit hun bed getrokken. in te voeren. Het is bijvoorDe eerste slachtoffers vallen al beeld verboden om als jood tijdens de overbrenging van de tram te nemen of naar de Antwerpen naar Mechelen in bioscoop te gaan. gesloten vrachtwagens. Elke razzia Aan de ingang van parken brengt ongeveer 1.000 joden naar de worden plakkaten geplaatst kazerne. Daar worden ze op een “Verboden voor honden en mensonwaardige manier behandeld. joden” en joodse kinderen Ze worden gefouilleerd, hun worden uit Belgische bezittingen worden afgenomen en ze FOTO: ANNE SAEYS scholen geweerd. De meest krijgen een nieuwe identiteit: een gevaarlijke ‘Verordnung’ is cijfer op hun arm. Vanaf dan zijn ze Vergast bij aankomst in Auschwitz ongetwijfeld de verplichte enkel nog een nummer, geen mens registratie in het meer. Voor de Duitsers is het gemeentelijke jodenboek. Daar kunnen gebruiken voor de deportatie. makkelijker een nummer te worden de identiteitspapieren met De bezetter stelt onmiddellijk 10.000 schrappen dan mensen. Het verblijf JOOD-JUIF bestempeld. Zo bevelschriften op. Daarin worden de in de kazerne bereidt de gevangenen beschikken de Nazi’s over de joden opgeroepen ‘om te gaan werken’ voor op het lot dat hen in Auschwitz gegevens van de 56.000 joden in in Duitsland. De Vereniging van te wachten staat. België. De eerste stap van de Joden in België (VJB) krijgt de Mechelen is een doorgangskamp. De deportatie. opdracht om deze brieven uit te joden blijven hier maar enkele dagen. delen. Er wordt nog een brief aan Het zal niet lang duren of de OPGEROEPEN ‘OM TE GAAN toegevoegd om de WERKEN’ joden tot gehoorIn het voorjaar van 1942 worden zaamheid aan te Voor de Duitsers is het makkelijker joden verplicht een gele ster te manen. Bijna 4.000 een nummer te schrappen dragen. Op enkele weken tijd joden begeven zich dan mensen verschijnen in het straatbeeld naar Mechelen, duizenden burgers die als jood omdat men hen in gebrandmerkt zijn. In juli 1942 opent ruil veiligheid voor de SS het ‘SS-Sammellager hun familie aanbiedt. Ze lopen echter gevangenen gaan de Poolse hel Mecheln’, beter gekend als de de deportatie en een gruwelijke dood tegemoet. “Dossinkazerne”. De kazerne wordt tegemoet. het verzamelkamp voor de deportatie Het oproepingsbevel is niet alleen REIS NAAR DE HEL van de joden van België. De keuze tot volwassenen gericht. Ook In 30 weken tijd vertrekken vanuit om zich in Mechelen te vestigen, is kleuters en ouderen worden op deze Mechelen 28 konvooien. Op deze een puur strategische. Mechelen manier opgeroepen. Sommige joden manier worden in totaal 25.257 joden

23 augustus 1942: start van de slag om Stalingrad, voor de Duitse troepen het begin van het einde

20


Special Edition

en 351 zigeuners naar Auschwitz gedeporteerd. De treinen bestaan uit veewagons ‘type 8 paarden’, maar de Duitsers proppen er 110 mensen in. Deze beestenwagons zijn goedkoop en niemand kan zien wat er achter de houten deuren getransporteerd wordt. Het traject is verschrikkelijk hard: drie dagen en vier nachten rechtstaan in erbarmelijke omstandigheden. De gedeporteerden mogen maar twee uur per etmaal uit de wagons en krijgen nauwelijks te eten. Er is maar één toilet voor 300 mensen. HET TWINTIGSTE KONVOOI Het twintigste konvooi is uniek in de geschiedenis van de deportaties. Op 19 april 1943 om 21u verlaat het de Dossinkazerne. Veertig gewapende manschappen van de ‘Schutspolizei’ fungeren als bewakers, verdeeld over een wagon vlak achter de locomotief en een wagon op het einde van het treinstel. Rond 23u rijdt de trein aan verminderde snelheid in een bocht tussen Boortmeerbeek en Haacht. Op die plaats wordt de trein door drie jonge mensen tot stilstand gebracht. Initiatiefnemer is Youra Livschitz, een jonge joodse dokter uit het Brusselse. Hij krijgt hulp van twee vrienden, Jean Franklemon en Robert Maistreau. Om de trein te doen stoppen, hebben ze een rode

chinist het rode signaal opmerkt, doet hij de trein onmiddellijk halt houden. Met een revolver in de hand springt Livitsch voor de locomotief om te beletten dat de trein terug zou vertrekken. Zijn twee vrienden hebben zich elk langs een kant van de trein opgesteld. Maistreau slaagt erin om met een knijptang een wagon te openen. Hij roept de verbaasde joden toe FOTO: ANNE SAEYS FOTO: ANNE SAEYS dat ze uit de wagon moeTreinreis naar ten springen en zich in de omliggende velden moeten verbergen. Slechts zeventien passagiers durven uit de wagon te springen. Maistreau wil een tweede wagon openen, maar doordat de Duitse bewakers naderen, moeten de drie vrienden vluchten. Bij de grensovergang in Duitsland, blijkt dat in totaal 231 gevangenen ontsnapt zijn. Ze zijn onderweg uit de rijdende trein gesprongen. Deze gevaarlijke sprong naar de vrijheid was spijtig genoeg voor sommigen een sprong naar de dood. De dag nadien worden 23 lijken aangetroffen langs het traject. De heldendaad van de drie vrienden wordt nog elk jaar in Boortmeerbeek herdacht.

DE ONTMENSELIJKING Bij de aankomst in Auschwitz komt de trein definitief tot stilstand. De mensen worden uit de trein geschopt en grote schijnwerpers zijn op hen gericht. Hier gebeurt onmiddellijk een eerste selectie. Vrouwen en kinderen moeten links gaan staan en de mannen rechts. Veel tijd om afFOTO: ANNE SAEYS scheid te nemen krijgen ze niet. Lichamen verdwenen in ovens Ouderen, zwakkere mensen, stormlantaarn op de spoorlijn zwangere vrouwen en kinderen geplaatst. Wanneer de Belgische majonger dan zestien worden meteen

vergast. Tweelingen worden voorlopig gespaard, zij kunnen nog van pas komen bij de onmenselijke en gruwelijke medische experimenten van dokter Mengele.

Auschwitz duurde 3 dagen Na de eerste selectie worden de hoofden van de overblijvers kaalgeschoren. Ze moeten een ontsmettend bad nemen en krijgen een plunje toegewezen. Ze worden getooid in een hemd en broek uit zeer lichte stof, ze krijgen een muts. Op het ochtendappèl moet iedereen in volledig uniform buiten staan. Wiens muts verloren of gestolen is, krijgt onmiddellijk de kogel. De gevangenen van Auschwitz moeten dwangarbeid verrichten. Door de gebrekkige hygiëne heersen er vele epidemieën. Het harde werk (10 uur per dag!) en gebrek aan voedsel verzwakt iedereen. De gemiddelde levensverwachting in de concentratiekampen is drie maanden. Alleen als je jong en sterk bent, heb je een overlevingskans. Ook vrienden zijn in deze omstandigheden van enorm belang. Wie ziek is of gewond, heeft iemand nodig die voor hem eten haalt. Wie er niet snel weer bovenop raakt is ten dode opgeschreven. DE BEVRIJDING Op 27 januari 1945 bevrijdt het Rode Leger Auschwitz-Birkenau. De bevrijding brengt echter weinig vreugde met zich mee. De meeste families zijn verscheurd of zelfs volledig uitgemoord. Iedere overlevende draagt littekens die nooit meer verdwijnen.

17 december 1942: “Verklaring van Londen”: veroordeling Duitse oorlogsmisdaden --- 1 juli 1943: proeflancering V2

21


Het Communiqué

Pierre ging als wees de oorlog in

“De Duitsers en de zwarten wilden alles” Het kost Pierre Putteman (80) nog steeds veel moeite om zonder tranen over de Tweede Wereldoorlog te praten. “Voor de meeste mensen begon de oorlog in 1940, de mijne brak al twee jaar eerder uit”, zegt hij. “De Tweede Wereldoorlog was enkel de bittere kers op een reeds verzuurde taart.” Een pakkende getuigenis over hoe een 15-jarig kind uit het Oost-Vlaamse Lebbeke de oorlog ouderloos overleeft. DAVID MORENO

A

ls vijftienjarige knaap vernam ik in 1940 via de radio dat de oorlog uitgebroken was. Na al de miserie die ik al gekend had, was dat gewoon de bittere kers op een reeds helemaal verzuurde taart. In 1938 stierf mijn vader door een werkongeval. Hij werkte bij de spoorwegen en werd door twee wagons verpletterd. Enkele maanden later werd mijn moeder voor de eerste keer geopereerd aan de borst. Alles verliep prima, al was de ingreep een grote streep door de rekening. De steeds groter wordende financiële druk zorgde ervoor dat ze moest hertrouwen.” “Enkele maanden later begon de borst van mijn moeder te infecteren en volgens de dokters kon enkel een

naar zijn zin verliep, zag dit echter vader kwam op een zonnige ochtend niet zitten. Tijdens een hoog naar me toe en gaf me twintig frank. opgelopen ruzie sloeg hij haar op de Hij zei dat hij ging vluchten met zijn borst en de wonde vrienden en dat van mijn moeder mijn broer en ik het “De echte schurken sprong weer open. huis moesten bevan de oorlog Met man en waken. Wij konden macht poogden we volgens hem niet waren de een kliniek te mee omdat we de Vlamingen zelf.” vinden die ons groep zouden verwou helpen, maar tragen. De dag allen wensten op voorhand betaald erna stond hij er al terug. Zijn te worden. Dat bedrag hadden we verraad heb ik hem nooit vergeven.” echter niet en in 1939 overleed mijn moeder aan haar slecht verzorgde HOPEND OP BETERE TIJDEN wonde. Mijn broer en ik werden “Door de moeilijke financiële situatie weeskinderen net voor de oorlog thuis moest ik, zoals vele andere begon. Mijn stiefvader, die chauffeur kinderen in de streek, aan de slag. was bij een kartonfabriek, was Voor mijn stiefvader was dat de nauwelijks een steun. Nu besef ik meest normale zaak van de wereld. dat de onafhankelijkheid die we toen Ik wilde veel liever naar school ontwikkeld blijven gaan, maar dat kon niet. Ik hebben, ons begon samen met mijn stiefvader te door de zware werken in de kartonfabriek, hopend uitputtingsop betere tijden. Meestal kreeg ik de slag van de late en de vroege shift. Dat combiwereldoorlog neerde ik met het huishouden en het heeft geholonderhouden van mijn broer. Het pen.” waren zware tijden. Ondergoed was er niet, we sliepen op zakken gevuld DOODSANGST met kaf en je moest kolen gaan “Iedereen was stelen om de kachel aan te maken. doodsbang van De boeren kenden wat betere tijden. de Duitsers. Ze beschikten immers over genoeg Onze ouders voedsel. Ze verstopten vaak een hadden ons de varken voor de Duitse controle, dat Duitse gruwelze dan aan de buurt verkochten voor daden van de grof geld. Gelukkig verdiende ik niet Eerste Wereldslecht in de kartonfabriek en konden FOTO: DAVID MORENO oorlog in geumijn broer en ik nog relatief goed ren en kleuren leven.” “Mijn stiefvader gaf me 20 frank en vluchtte.” verteld. Toen amputatie redding brengen. Mijn we vernamen dat de Duitsers onze ENTARTETE MUSIK stiefvader, die erg op orde en discirichting uitkwamen, duurde het ook “Toen in 1941 mijn stiefvader vrijwillig pline gesteld was en maar al te graag niet lang vooraleer de Lebbekenaars in Duitsland ging werken, zijn riem gebruikte als er iets niet begonnen te vluchten. Mijn stiefverhuisden mijn broer en ik naar

5 juli 1943: “Unternehmen Zitadelle”: Duitsers lanceren grootste tankslag ooit --- 25 juli 1943: arrestatie Mussolini

22


Special Edition

mijn tante. Dat werd de mooiste was te jong en niet moedig genoeg hadden blijkbaar zin in een feestje periode van mijn leven. Zij was vrij om me bij ‘de witten’ aan te sluiten. en we dronken de hele nacht door. gegoed en haar Voor mij zijn dat de echte Een kater voelde nog nooit zo goed liefde en genegenhelden van de oorlog. (glimlacht voor de eerste maal). “De Witte Brigade Meestal kregen die De vreugde maakte echter snel heid gaven mijn leven plots betemensen na de oorlog ook plaats voor woede. Iedereen die maar vergeeft nooit.” kenis. Voor het mooie plaatsen aaneen greintje sympathie voor de eerst in vele jaren geboden, als teken van Duisters had gekoesterd, moest voelde ik me weer gelukkig. Zij kocht dank. Terecht. Op een dag fietste een gestraft worden. Vrouwen die met me een trompet en elke dag speelde vrouw, waarvan iedereen wist dat ze Duitse soldaten naar bed waren ik een beetje. een ‘zwarte’ was, door de straat. Een geweest, werden kaalgeschoren op Ik mocht meedoen in een harmonie man op het voetpad haalde een het marktplein. Anderen kregen een en regelmatig traden kogel door de wij eens op in een kop. Daar clubje. Dat was de zaten een enige vorm van hoop onontspanning die de schuldige Duitsers toelieten. m e n s e n Bijna alles was tussen. Zo ‘entartete musik’: ook mijn ontaard en dus verbroer. Hij boden. Regelmatig werd door de kregen we controle ex van zijn over de vloer. Ze vriendin vielen dan met veel neergescholawaai en machtsten met het vertoon binen, maar excuus dat geweld werd zelden hij een ‘zwarof nooit gebruikt. We te’ was. Ik kwamen er bijna mis hem nog altijd met de schrik steeds.” vanaf. Dat vat mijn erva“Ik begrijp de ringen uit de oorlog jongeren niet goed samen. Iederdie nu nog een was enorm bang, achter het Pierre (tweede van links) en vrienden in 1944 maar zelf ben ik er gedachtegoed goed van afgekomen. van Hitler Daar ben ik erg dankbaar voor, al weet geweer boven en schoot haar neer staan. Ze spreken over iemand die ik niet wie ik daarvoor bedanken en riep ‘denk na eer je vrienden ze niet echt kennen en idealiseren moet.” verraadt. De Witte Brigade vergeeft een periode die ze niet beleefd hebnooit’.” ben. Oorlog is geen romantische tijd. ZWART EN WIT Integendeel. Er is niets heldhaftigs “De echte schurken van de oorlog BEGIN VAN HET EINDE om als soldaat te gaan vechten en waren de Vlamingen zelf. De “Op het einde van de oorlog zagen onschuldigen van het leven te sympathisanten van de Duitsers we nog maar weinig Duitsers. Ze proberoven. Haat lijdt tot niets anders zagen hun kans om de macht te beerden nog zoveel mogelijk schade dan nog meer haat en geweld.” grijpen. De ‘Zwarte Brigade’ aan te richten door Dendermonde te “Ik ben onlangs Breendonk gaan beterroriseerde de bevolking en roofde bombarderen, maar veel meer dan zoeken, waar mijn nonkel een menserop los. Eten, meubels, fietsen, lawaai maakonwaardig kookpotten, kolen, noem maar op. De ten ze niet. einde heeft Duitsers en de zwarten wilden alles. Hun bommen gekend. Als “Ik begrijp de jongeren Ik herinner me de dag dat ze een waren niet een kind niet die nu nog achter krachtige stoomtrein opeisten om echt doelgeweende ik bij materiaal te vervoeren. Daardoor richt. Toen de de gedachte het gedachtegoed van moest de trein tussen Dendermonde Engelsen en dat hij daar Hitler staan.” en Jette door een veel te kleine Canadezen in doodgemarteld locomotief getrokken worden. Op een Lebbeke aanis geweest. kleine helling in Zellik kon de trein kwamen heb ik me bezat. Nooit was En waarom? Welk doel heeft zijn pijn niet meer vooruit. Alle sterke ik zo dronken als toen. en lijden nu gehad? Niemand kan me mannen moesten toen uitstappen en De soldaten bleven vaak bij mensen op deze prangende vragen een de trein voortduwen.” thuis overnachten. Bij ons thuis duidelijk antwoord geven. Echt “Als reactie op de zwarte brigade verbleven vijf Engelsen die een grote niemand. Zoveel jaren later en nog ontstond snel de witte brigade. Ik voorraad likeuren mee hadden. Ze voel ik zoveel pijn.”

8 september 1943: overgave van Italië --- 6 januari 1944: Sovjettroepen vallen Polen binnen

23


Het Communiqué

De clandestiene pers tijdens de bezetting

Lezen en doorgeven “Het is vijf voor twaalf” bloklettert het clandestiene blad ‘België Vrij’ hoopvol in augustus 1942. “De Amerikanen en Engelsen zijn in aantocht.” Helaas. Het is een andere vijf voor twaalf die de klok aangaf. Niet de Amerikanen noch de Engelsen zijn in aantocht, de Duitse censuurmachine is dat wel. ‘België Vrij’ wordt na amper dertien nummers en een hele reeks arrestaties volledig opgerold. Een lot dat een groot deel van de clandestiene pers onder de oorlog beschoren is. STEVEN LEPEZ & JAN SENTS

D

e meest gelezen Vlaamse bladen onder de bezetting waren Le Soir, De Standaard (verscheen als Het Algemeen Nieuws) en Het Laatste Nieuws. Die laatsten voerden beide een aanwezigheidspolitiek en kwamen tijdens de oorlog enige tijd onder een Verwalter te staan, een controleur. Dat werd door de clandestiene pers niet echt op gejuich onthaald. Die kranten kregen het in de clandestiene pers dan ook zwaar te verduren. “Het Laatste Nieuws en andere moffenkranten...” schrijft De Werker. De socialisten hadden verschillende verzetskranten en De Werker was daar één van. Ook De Gentenaar, Het Nieuws van den Dag en De Verscheen eerst in Antwerpen, Dag verkochten aardig en later in heel Vlaanderen. tijdens de oorlog. Vooral het succes van De Dag was treffend. Het trachtte te ontlopen, en was een Antwerps boulevardblad dat onder haast onmogelijke al voor de oorlog omstandigheden erg gesmaakt werd werken. “Het Laatste Nieuws is moest en zijn succes Met zeer beeen moffenkrant.” onder het oorlogsperkte mogegedruis gewoon lijkheden verder zette. Bommen of geen bomtrachtte ze zoveel mogelijk men: roddels gaan er bij de mensen mensen te bereiken. “Lezen altijd wel in. en doorgeven” was dan ook de leus. DE PEN AAN DE HAAK De kranten hadden het niet TEGEN DEN DUITSCHER gemakkelijk onder de bezetting. Vaak ging het om eenmansVooral vanaf 1943 was de censuur bladen en andere kleine medogenloos. Heel wat journalisten initiatieven, maar er bestond konden, gemuilkorfd door de ook een meer georganiseerde bezetter, niet anders dan de pen aan clandestiene pers. Op gevaar de haak hangen. Gelukkig was er nog voor eigen leven namen de de clandestiene pers die de censuur medewerkers het op tegen de

bezetter. Zij raadden de mensen af om in Duitsland te gaan werken en riepen op om de krachten te verenigen. Zij publiceerden lijsten met collaborateurs en brachten naar buiten wat de Duitsers geheim wilden houden. Zij kondigden de val van de Duitsers aan, maar niet zelden zou hun eigen val daaraan voorafgaan. Ongeveer drieduizend mensen uit de clandestiene pers werden opgepakt. Meer dan 1500 van hen zouden de vrijheid van hun pen, betalen met hun leven. Geen verzetsdaad was zo gevaarlijk als schrijven en drukken. Je was nooit en nergens veilig. De persvrijheid moest je al te vaak met bloed afkopen. SOCIALISTEN Het eerste Vlaamse socialistische krantje was het maandblad Morgenrood. Het verscheen voor het eerst

Karikatuur van Frans Poot die later door de Duitsers onthoofd werd.

6 juni 1944: D-Day: de geallieerden landen in Normandië --- 13 juni 1944: de eerste V1’s storten neer in Engeland

24


Special Edition

in december 1940. Om de kwaliteit van het blad hoog genoeg te houden, trok Morgenrood professionele journalisten aan en enkele dichters, waaronder Richard Minne. Minne had reeds veel ervaring als ‘politiek schrijver’. Tijdens de Eerste Wereldoorlog had Minne een pacifistisch en marxistisch tijdschrift uitgegeven. Twee decennia later mocht hij zijn pacifistische pen weer boven halen. Zoals een groot deel van de verboden kranten, werd Morgenrood in Brussel gedrukt met de hulp van Waalse vrienden. De Brusselse drukkerij van Morgenrood werd evenwel in 1942 opgedoekt. De verantwoordelijken werden gevangengenomen of geëxecuteerd. Daarmee kwam er echter geen einde aan Morgenrood, dat uitweek naar een kleinere drukkerij in Oudergem. Kenmerkend aan Morgenrood was dat het blad sterk gecentraliseerd en gestructureerd was. Eind 1943 sloten verschillende andere socialistische bladen zoals De Werker en Bevrijding zich aan bij

Verscheen vanaf 1941. Hoofdredacteur van Extergem werd een jaar later geëxecuteerd.

en anderzijds van Gentse universiteitsstudenten. Tijdens de oorlog werd de “Leraarsbond” opgericht. Deze bond kantte zich tegen de Duitsers en ook tegen een aantal andere leerkrachten die openlijk collaboreerden en die zich in de bond van het “Officieel Middelbaar Onderwijs” organiseerden. Antifascistische leraren namen het dus resoluut op tegen hun fascistische collega’s. De antifascistische Leraarsbond publiceerde verschillende omzendbrieven en sloot zich aan bij het Onafhankelijkheidsfront. Dat Onafhankelijkheidsfront steunde vele plaatselijke initiatieven en gaf Front nam na verdwijnen van België Vrij zelf het maandblad diens rol over en publiceerde namenlijsten Front uit in de laatste van collaborateurs. maanden van de Morgenrood. oorlog. De inhoud van Front was Nic Bal nam de leiding op zich en grotendeels dezelfde als die van De moest sinds 1942 ondergedoken Roode Vaan. Zij werden ook beide leven. Wie zijn pen de vrijheid wou geleid door Bert Van Hoorick. Front geven, moest zijn eigen vrijheid nu bleef na de oorlog als weekblad eenmaal opgeven en onderduiken. bestaan en publiceerde verscheidene malen hele lijsten met COMMUNISTEN mensen die mogelijk collaborateurs De Roode Vaan was het blad van de waren. Zo droeg Front bij in de toenmalige Kommunistische Partij. klopjacht op de ‘zwarten’. Het verscheen vanaf begin 1941 en zou zowel de oorlog als vele van zijn DE WITTE BRIGADE medewerkers overleven. Bert Van De Witte Brigade beschikte over haar Hoorick en Jef van eigen blad. Steeds Extergem vormden Verenigd werd de kern van de vanaf 1942 “Meer dan 1500 eerste redactie. journalisten zouden de tweetalig gedrukt. Van Hoorick werd Het blad was sterk in 1943 vrijheid van hun pen met royalistisch en aangehouden. Jef publiceerde vele hun leven betalen.” van Extergem werd lijsten met namen in maart 1942 en adressen van tegen de muur gezet. Na de bevrijcollaborateurs. Nog in 1941 werd de ding bleef De Roode Vaan nog even hele ploeg van Steeds Verenigd al als dagblad voortbestaan. Onder gevangengenomen en werd het blad andere Louis Paul Boon werkte er ten grave gedragen. Leider van de nog aan mee. Witte Brigade, Michel Louette, zou Steeds Verenigd later in de oorlog LERAREN EN FRONT weer oprichten, maar opnieuw was Twee bijzondere initiatieven kwamen het blad geen lang leven beschoren. enerzijds van leerkrachten uit het Ditmaal maakte de arrestatie van niet-katholiek middelbaar onderwijs Louette er een einde aan.

24 augustus 1944: bevrijding van Parijs --- 3 september 1944: Brussel wordt bevrijd

25


Het Communiqué

“Mijn grootmoeder lag een maand thuis in haar doodskist”

Gevlucht met de Cadillac Vrijdag 10 mei 1940 heeft Jacqueline De Rudder (80) een examen geschiedenis. Zij is reeds om vier uur in de ochtend opgestaan om nog wat bij te leren. Plots hoort zij een enorm lawaai en voelt zij een harde klap. Enkele honderden meters verder is een bom gevallen. Jacqueline zet de radio wat luider en hoort “dat het begonnen is”. Ze maakt onmiddellijk haar vader wakker, die bij het leger zit. Hij springt uit zijn bed en vertrekt naar de kazerne. BIRTE DE GROOTE

D

ie dag ging het dagelijks leven nog zijn gewone gang, maar ‘s avonds hebben we in Aalst een zwaar bombardement over ons heen gekregen. De Duitsers hebben toen alle fabrieken rond de Dender in puin gelegd. Van mijn vader moesten we in de

ik samen met onze buren gevlucht de Loire. Op de terugweg zagen we richting Gent. Mijn vader moest naar overal puin en doden liggen. Alles Frankrijk om daar te vechten. Via een was aan flarden geschoten of neef hielden we contact. Op onze vlucht kwamen we een rijke industrieel tegen. Hij nam ons mee “De kogel stak nog in de in zijn Cadillac en we vertrokken spiegel van de wastafel, naar betere oorden. We trokken naar dus ze moet op slag dood het zuiden van Frankgeweest zijn.” rijk. Van de oorlog zelf, hebben we gebombardeerd. Het was vertoen niet schrikkelijk!” veel gezien. ZINKEN KIST We waren “Mijn grootmoeder woonde in Gent. een tijdje Op het einde van de oorlog was Aalst rustig in al bevrijd, maar in Gent werd nog Frankrijk, zwaar gevochten. Tijdens die laatste maar het gevechten is mijn grootmoeder duurde doodgeschoten terwijl ze van achter niet lang het gordijn uit het raam keek. Ze voor de stierf een maand voor het einde van Duitsers de oorlog. Mijn vader heeft altijd ook daar gedacht dat ze ‘s nachts soldaten waren. We voorbij hoorde komen en dat ze aan Jacqueline in Coëx, Zuid-Frankrijk zijn dan het raam was gaan kijken. De kogel terug naar stak nog in de spiegel van de achterkeuken schuilen, want daar Aalst vertrokken, omdat we niets wastafel, dus ze moet op slag dood konden we niets op ons hoofd anders konden doen. Op een bepaald geweest zijn. Er was echter een krijgen. Die vrijdag was het heel goed moment moesten we de Loire over, probleem. We konden haar niet weer en de zon reflecteerde op de maar de Fransen hadden alle begraven, de Duitsers hadden de vallende bommen. Vanuit een bruggen vernietigd. Gelukkig kant van de vaart bezet waar de venster zagen mijn moeder en ik de beschikten de Westerbegraafbommen als goud uit de lucht Duitsers over plaats zich neerkomen. Dat was een ‘mooi’ vlotten om de bevond. Om naar “Zowel de Duitse als de zicht.” rivier over te het kerkhof te Belgische soldaten steken. Toen de gaan, moest je de ontmoetten elkaar als ze OP NAAR BETERE OORDEN Duitsers onze vaart over en dat “De volgende dag overspoelden reisgenoot - de was op dat moniet vochten.” Engelse en Franse soldaten ons rijke industrieel ment onmogelijk. land. Onder de Belgische bevolking - geld zagen Om grootmoeder ontstond grote paniek. Na het bovenhalen, waren ze zeer gewillig. in de grafkelder - we hadden een bombardement zijn mijn moeder en We waren in een mum van tijd over familiegraf - bij te leggen werd een

4 september 1944: bevrijding Antwerpen --- 11 september 1944: Amerikaane soldaten steken de Duitse grens over

26


Special Edition

zinken kist gekocht. Mijn grootmoeder heeft een maand in haar huis in die kist gelegen, omdat de

“Ik wilde bij het Engelse leger gaan, natuurlijk zonder dat mijn ouders het wisten.” weg naar afgesloten.”

het

kerkhof

ergens aan de Belgische kust onder vuur genomen. Van zijn soldaten hebben we gehoord dat hij de hele tijd op de trein is gebleven. Hij had geen schrik van de Duitsers. Zijn leuze was ‘Als ze u moeten hebben, dan hebben ze u’. De grootste teleurstelling van mijn vader? Dat hij de feestelijkheden van de bevrijding heeft gemist. Hij werd op 30 september 1945 gevangen genomen, de oorlog eindigde één maand later.”

was BOETE BETALEN “Tijdens de oorlog ben ik veel van school veranderd. In Aalst liep ik school in het Frans en ook thuis werd Frans gesproken. Toen mijn vader werd overgeplaatst naar SintNiklaas-Waas, moest ik in het midden van het schooljaar naar een Nederlandstalige school gaan. Later zijn we terug naar Aalst verhuisd waar ik weer naar het Frans moest over-

Elke dag veranderde het boekje van eigenaar. Op die manier konden de kinderen die slecht waren in Frans op een maand tijd een aardig woordje meepraten.” FEEST IN AALST “Sommige delen van België waren al bevrijd, andere niet. In Aalst kwamen de mensen op straat en er werd uitbundig feest gevierd. Er heerste een sfeer van opluchting en geluk. De tanks rolden lustig binnen, soldaten werden begroet en bedankt en overal hoorde je roepende en feestvierende mensen. Wij hadden geluk, ons huis stond nog recht en al onze bezittingen waren nog heel.

“Mijn vader heeft in beide oorlogen meegevochten en is zelfs als krijgsgevangene naar Duitsland gebracht. In de Eerste Wereldoorlog lag hij met zijn regiment aan de IJzer, “Wij hadden geluk, ons hij was mitrailleur. huis stond nog recht en al Het ging niet goed, ze waren nog maar onze bezittingen waren er met elf soldaten en nog.” hun regiment was door vijandige troepen ingesloten. Op Onze huisbaas, die de hele tijd in een bepaald moAalst is gebleven, heeft op ons huis ment raakte er een gepast. Hier was de nachtmerrie wel Duitse officier gedaan, maar er werd nog steeds gewond en die man oorlog gevoerd tegen Japan. Ik wilde begon te krijsen van de pijn. Hij was er erg aan toe. Mijn vader gaf bevel aan zijn soldaten om die officier bij hem FOTO DHR. LAMBILLOTTE te brengen. Toen de officier in hun kamp Jacqueline, 18 jaar lag begon deze in het Duits te roepen schakelen. naar de overkant. Plots stopte Op sommiiedereen met vuren. Het gevecht ge scholen werd gestaakt. Je moet weten dat die waren ze erg soldaten, de Duitsers en de Belgen, FOTO: MARGUERITE DE JAEGER streng. Als je er één “Als je één woord woord Nederlands Nederlands sprak, s p r a k , moest je een boete moest je betalen.” een boete van een paar centieFOTO: BIRTE DE GROOTE elkaar ontmoetten als ze niet men betavochten. Ze gaven elkaar zelfs len. Dat was Jacqueline (80): ”Ik wou meevechten met de Engelsen.” sigaretten. veel! Er was Tijdens de Tweede Wereldoorlog zelfs een kregen mijn moeder en ik plots geen methode om de leerlingen te bij het Engelse leger gaan, natuurlijk nieuws meer van mijn vader. Later betrappen. Er werd in de klas onder zonder dat mijn ouders het wisten. ontdekten we dat hij door de de leerlingen een soort van agenda Ik werd afgekeurd omdat ik nog geen Duitsers gevangen genomen was. Hij doorgegeven. Daarin werden alle 18 jaar was en nog niet over een zou normaal met de trein naar namen opgeschreven van de rijbewijs beschikte. Dat was een Frankrijk gaan, maar de trein werd kinderen die Nederlands spraken. grote ontgoocheling.”

16 december 1944: start Ardennenoffensief --- 4 februari 1945: ontmoeting Rooseveldt, Stalin en Churchill in Yalta

27


Het Communiqué

Verzet en collaboratie kleuren wit en zwart In de door Duitsland bezette gebieden wordt tijdens de Tweede Wereldoorlog op verschillende manieren verzet geboden. In de eerste jaren van de oorlog blijven de sabotagedaden beperkt tot individuele acties, die het Duitse apparaat alleen maar wat schaafwonden toebrengen. Pas later in de oorlog gaat het verzet meer georganiseerd te werk. Daarnaast zijn er natuurlijk ook mensen die meeheulen met de nazi’s. Vooral het Vlaamsgezinde gedachtegoed krijgt al snel een fascistisch en anti-joods karakter. Een kort overzicht, van ‘wit’ en ‘zwart’. MARGOT BRENAEL & MARLEEN WYNANT

DE WITTEN: mEER DAN DE WITTE BRIgADE ONAFHANKELIJKHEIDSFRONT Met het oog op de bundeling van de diverse verzetsgroepen in één organisatie kwam in 1941 het Onafhankelijkheidsfront (OF) tot stand. Bezielers waren Demany, Marteaux en Boland. Het OF groeide snel uit tot de belangrijkste verzetsorganisatie. Het OF-orgaan Front nam actief deel aan de bevrijdingsgevechten. In 1944 werden drie van de leiders in de regering-Pierlot opgenomen, maar zij namen na drie maanden ontslag uit protest tegen de door de regering afgekondigde ontwapening van de verzetsgroepen. De Gewapende Partizanen waren een belangrijk onderdeel van het OF. GEWAPENDE PARTIZANEN De Gewapende Partizanen vormden de speerpunt van het communistisch verzet. Ze werden ook wel het Belgisch Leger der Partizanen genoemd. Hun oprichting gaat terug tot de zomer van 1940. Een aantal van de partizanen had reeds gevochten in de Spaanse Burgeroorlog en was dus al behoorlijk vertrouwd met de antifascistische strijd. Onmiddellijk na de Belgische capitulatie gingen zij de strijd aan met harde middelen. Zij opereerden zowel in Vlaanderen als in Wallonië. De leider voor Vlaanderen was Louis Van Brussel en voor het Waalse deel was dit Raoul Baligand. GEHEIM LEGER Na de capitulatie van het Belgische leger besloten enkele officieren de strijd clandestien voort te zetten en Het Belgisch Leger werd opgericht. In 1941 smolten Het Belgisch Leger van Kolonel Lentz, het Belgisch Legioen van Commandant Claser en de groep rond Kolonel Bastin samen. Tot ’43 zou het verbond Belgisch Legioen heten. Dat Legioen was onvoorwaardelijk trouw aan Leopold III. Hierdoor werden zij in linkse kringen afgeschilderd als antidemocratisch en anticommunistisch. Onder impuls van de Belgische regering in Londen kreeg het Legioen in 1944 de naam Geheim Leger. Ze kregen als opdracht de geallieerden te helpen als zij aan de voordeur van ons land zouden staan. WITTE BRIGADE De Witte Brigade werd in juni 1940 opgericht door de Antwerpenaar Marcel Louette. De Witte Brigade was vooral actief in Vlaanderen. De groep werd onder de bevolking al snel symbool voor het gehele verzet. Als eerbetoon werd later de schuilnaam van Louette ‘Fildelio’ gebruikt. GROEP G Groep G werd in 1941 opgericht door vier vrienden. Leider was Jean Burgers (foto). Burgers trad op onder de schuilnaam Fernand Gérard, vandaar ook de eerste benaming Groep Gérard. Deze werd in 1943 omgevormd tot Groep G. Ze verwierven vooral naam door goed doordachte sabotagedaden uit te voeren. Groep G betaalde er echter een hoge prijs voor. Hun leider werd op 3 september 1944 in Buchenwald geëxecuteerd. Foto’s Sélys 15 februari 1945: België volledig bevrijd --- 12 april 1945: President Roosevelt overlijdt

28


Special Edition

DE zWARTEN: VRIENDEN VAN HITLER DE ALGEMEENE SS - VLAANDEREN In hartje Brussel werd in 1940 de Algemeene SS-Vlaanderen opgericht. Reeds in oktober 1940 waren er ongeveer 1.000 Vlamingen lid geworden en tegen januari 1941 was dit aantal opgelopen tot 3.200. De SS legde haar leden een aantal leefregels op: trouw aan zichzelf, aan vrouw, kinderen en kameraden, trouw aan Führer en volk, trouw aan leer en wet. Vandaar ook de SS-leuze: Meine Ehre heisst Treue - Trouw is mijne eer. Wie de trouw verbrak, verloor zijn eer en werd onverbiddelijk uit de SS gestoten. DEVLAG In 1935 werd door studenten van de universiteiten van Leuven en Keulen de Vlaams-Duitse studentenvereniging Duits-Vlaamse Arbeidsgemeenschap-DeutschVlämische Arbeitsgemeinschaft opgericht. Deze naam werd al snel afgekort tot DeVlag. Op dat ogenblik was de DeVlag een vereniging die culturele uitwisseling beoogde met Duitsland. Priester-dichter Cyriel Verschaeve werd voorzitter van de Vlaamse Cultuurraad en Jef Van de Wiele (foto) zijn secretaris. DeVlag werd gesteund door de SS en kon spoedig een stevige organisatie uitbouwen. Cultuur werd daarbij meer en meer naar de achtergrond verdrongen door de opmars van nationaal-socialistische idealen zoals bloed, ras en bodem. REX De Waal Léon Degrelle (foto) dweepte met de fascisten in Italië. Mussolini was zijn grote voorbeeld. Toen Hitler aan de macht kwam, flirtte hij openlijk met het nationaal-socialisme. Zijn dictatoriale neigingen kwamen spoedig tot uiting. Rex was geboren en kwam in 1936 ook op in Vlaanderen als Rex-Vlaanderen. Degrelle waande zich de nieuwe leider van België. Zijn overmoedigheid werd hem spoedig fataal en de triomf van de Rex-beweging zou van korte duur blijken. Degrelle werd in 1940 opgepakt en sleet een paar maanden in erbarmelijke omstandigheden in Franse concentratiekampen totdat hij op 18 juli vrijkwam en op 30 juli 1940 naar België terugkeerde. Hij had bij zijn terugkeer onmiddellijk een onderhoud met enkele Duitse diplomatieke vertegenwoordigers. Léon Degrelle werd in 1944 bij verstek ter dood veroordeeld, en vluchtte naar Spanje als Leon Jose de Ramirez Reina. Hij had er een keten van wasserijen en overleed in 1994 in Malaga. VERDINASO Het Verdinaso, Verbond van Dietsche Nationaalsolidaristen, was een GrootNederlandse, fascistische en anti-semitische beweging met aan het hoofd Joris Van Severen (foto). De grondbeginselen waren duidelijk: tucht, hiërarchie en gezag. Het doel van Van Severen en zijn Verdinaso was kort samengevat: “De Belgische Staat vernietigen en op de puinen ervan een Groot-Nederland vestigen.” Het ledenaantal van het Verdinaso steeg langzaam maar zou nooit de 4000 overschrijden. Hij werd bij het uitbreken van de Wereldoorlog door de Staatsveiligheid als ‘staatsgevaarlijk’ aangehouden en naar Frankrijk weggevoerd. Van Severen werd met zijn trouwe volgeling Jan Rijckoort, vastgehouden in een muziekkiosk in het nabijgelegen Abbeville. Van Severen werd er iets later doodgeschoten. VNV Op 7 oktober 1933 werd in Gent het Vlaamsch Nationaal Verbond opgericht. Staf De Clercq (foto) was de grote man. De klemtoon lag zowel op de hereniging met Nederland als op de politieke onafhankelijkheid van Vlaanderen. Het VNV bekampte ook resoluut het economische en politieke liberalisme en het marxisme. Het VNV wilde alle Vlamingen opleiden tot volwaardige “Dietsers”. Het VNV nam onder de naam Vlaams Nationaal Blok deel aan de parlementsverkiezingen van 24 mei 1936 en behaalde daarbij een aanzienlijke overwinning. Wanneer op 10 mei 1940 Duitsland België bezette, schaarde De Clercq zich openlijk achter de nazi’s en hitste hij zijn leden op om deel te nemen aan de razzia’s tegen joden en andersdenkenden. Henrik Elias volgde De Clercq op na diens dood in 1942. Elias werd in 1945 in Zuid-Duitsland aangehouden, naar ons land overgebracht en ter dood veroordeeld. In 1951 verkreeg Elias gratie en werd zijn straf omgezet in levenslange gevangenisstraf. Foto’s Sélys 25 april 1945: Amerikaanse en Russiche troepen bereiken elkaar bij de Elbe --- 28 april 1945: Mussolini opgehangen

29


Het Communiqué

Het verzet van Adriaan Mertens

“Appel en peer!” Er is iets niet pluis, denkt Adriaan Mertens (toen 16, nu 81) als hij op een avond in 1941 met zijn zakken vol kogels naar huis stapt. Hij legt de kogels in een struikje aan de kant. Twee minuten later komt hij enkele Duitse soldaten tegen. Hij moet zijn zakken leegmaken. “Mijn hart bonkte in mijn keel”, vertelt hij nog steeds geëmotioneerd. JAN SENTS

D

e schotwonden in zijn benen en armen laat hij als eerste zien. Je ziet ze niet goed meer. Ze doen ook geen pijn meer. Maar ze gaan nooit meer weg. Zo is het ook met zijn oorlogs– verhalen. “Weelde, het dorpje waar ik in mijn jeugd woonde telde nauwelijks achthonderd inwoners. De Duitsers lieten ons dan ook grotendeels met rust. Bovendien werd er uit ons dorp bijna niemand opgevorderd om voor de Duitsers te gaan werken. Dat had mijn grootvader, die burgemeester was, geregeld. De Duitsers hadden behoefte aan dennenhout. Dat werd via het kanaal geleverd. Van het kanaal moest het hout naar het station. Er was geen weg van het kanaal naar het station. Dus eiste mijn grootvader alle jonge mannen uit de streek op om een weg aan te leggen voor de Duitsers. Op die manier bleef iedereen dicht bij huis.” BIGGENBEDROG ”We leefden op een grote boerderij en hadden dus nooit voedsel te kort. Wat we zelf niet hadden, smokkelden we over de grens met Nederland. Suiker, tabak, krenten, alles was er te krijgen. De Duitsers stuurden wel controleurs langs. Een groot deel van de opbrengsten moesten we namelijk afgeven. Maar wij lieten dat niet gebeuren. Er waren verschillende trucjes. Zo namen de Duitsers paarden in beslag. Maar zonder paard op het land kan een boer niet werken. Dus zorgden wij ervoor dat onze merrie

door de hengst gedekt werd. Een kwam. Zij hebben me dan bij het gedekte merrie namen de Duitsers geheim leger gebracht. Dat was een niet mee. Ook onze varkens gaven grote organisatie van verzetslieden.” we nooit mee. Na een bezoek van de EEN VALS controleurs slacht- “Biggetjes smokkelen was SNORRETJE ten we onze var”Ik kende van trouwens één van de kens. We gingen het verzet eigevaarlijkste dingen. Die genlijk niedan in Nederland nieuwe halen. Als beestjes stopten niet met mand echt. Ik die controleurs wist van nieschreien.” terug kwamen, vonmand zijn echden ze dat onze te naam en zag varkens nog niet bijna nooit iegroot genoeg waren. Biggetjes mand zijn gezicht. Wij werkten altijd smokkelen was trouwens één van de ’s nachts, en waren meestal wat gevaarlijkste dingen. Die beestjes vermomd met een vals snorretje, een stopten niet met schreien.” grote pet of een sjaal. We werkten met drie samen om neergestorte BOERENVERZET piloten op te vangen. Ik heb de twee “Vele mensen hadden honger en andere pas leren kennen toen we na gingen dus op de velden stelen. de oorlog gedecoreerd werden. Onze Daarom hadden de boeren een opdrachten kregen we van een boerenwacht opgegewezen majoor. Dat was alles wat richt. Zij kregen van ik van de man wist. Ik wou ook niet de Duitsers een meer weten, want te veel weten was aantal armbanden en gevaarlijk. Als de Duitsers je in hun mochten daarmee ’s handen kregen, zorgden ze er voor nachts ondanks de dat je wel ging spreken. Net voor de avondklok op straat bevrijding is er één van de komen. Dat was verzetsleiders aangehouden op café. natuurlijk een uniek Die man had een lijst mee met voorrecht. Omdat ik daarop 27 namen. Die mannen zijn de kleinzoon van de allemaal opgepakt en we hebben daar burgemeester was, nooit meer iets van gehoord.” mocht ik daarin meelopen. BovenMAJOOR IN DE STAL dien volgde ik ’s ”Op een plek in het veld ging ik alle avonds ook een curdagen kijken. Als er een piloot was sus in de landbouwneergestort, of er was een andere school. Maar in weropdracht, vond ik daar informatie. Er kelijkheid gingen de stond op het briefje niets meer dan lessen maar de helft van de tijd door. twee paswoorden en een tijdstip. Als De cursus Esperanto die gegeven de Duitsers dat vonden, konden ze werd, ging voor op de onze. Ik moest daar niks mee doen. Nadat ik het dus nooit thuis zijn en mocht ’s briefje vond, verbrandde ik het. Op nachts buiten. Het duurde dan ook het afgesproken tijdstip ging ik dan niet lang voordat het Kempisch naar een stalletje waar we de Legioen, een plaatselijk groepje opdrachten kregen. Voor ik dichterbij verzetslieden, met mij in contact mocht komen, moest ik het eerste

30 april 1945: Hitler pleegt zelfmoord --- 7 mei 1945: Duitsland ondertekent de onvoorwaardelijke capitulatie

30


Special Edition

wachtwoord luid roepen. Daarna het tweede om nog dichter te kunnen komen. Ik herinner me nog mijn laatste twee paswoorden: appel en peer! De majoor zag ik niet. Die stond achter de deur en vertelde wat ik zou gaan doen. Als ik piloten moest wegbrengen werden die een dag later naar daar gebracht. Ik moest ze dan een stuk verder brengen. Daarbij moesten we regelmatig langs Duitse posten. Maar we hebben nooit problemen gehad. De enige post waar we vaak werden tegengehouden, was op de noodbrug boven het Kempisch Kanaal. De Duitsers hadden schrik dat die cruciale brug opgeblazen zou worden. Het kanaal zwommen we dan ook bijna steeds over.” BOEM! “Eén enkele keer kreeg ik de opdracht om een huis te dynamiteren. Dat moest ik samen met een andere kerel

boven de koeien in de stal. Het waren Rond elf uur ’s avonds was er nooit vriendelijke jongens. Ze hielpen mee iemand op straat en we konden dus op het land en deelden hun eten met rustig onze gang gaan. Ik dacht het ons. Het was voor ons ook een soort dynamiet gewoon in het huis te van buffer.We hebben thuis geen leggen en tot ontploffing te brengen. controle Maar de andere man m e e r had al eerder dingen “Met een ijzerdraad gehad. Als opgeblazen. Hij sloeg er Duitsers met een hamer en tussen twee plankjes naar ons beitel gaten in de sneden ze iemand gestuurd muren van het huis. de keel over.” werden, Stak daar de staven dan kwadynamiet in en verbond men die ze met één ontsteker. Zo’n Duitse piloten met hen praten en ontploffing had ik nog nooit gezien. gingen ze terug weg. We moesten naEen enorme knal, en alles vloog in tuurlijk wel wat oppassen dat ze niks het rond. in de gaten kregen. We luisterden We maakten ons uit de voeten. De dan ook nooit naar ‘Radio Londres’ Duitsers zijn drie dagen bezig geals zij er waren. Daar begonnen de weest om alles op te ruimen en de uitzendingen regelmatig met de zin: weg weer berijdbaar te maken.” ‘We doen ons best zonder te boffen, maar toch zullen we ze hebben de DUITSERS IN DE STAL moffen’. Bij de bevrijding hebben we “Tegen het einde van de oorlog hen aan de Engelsen overgeleverd.”

Zo’n ontploffing had ik nog nooit gezien. Een enorme knal, en alles vloog in het rond. doen, die ik nog nooit gezien had en hebben we ook nog drie ge– die met een Antwerps dialect sprak. deserteerde Duitsers onderdak Ons doel was gegeven. Dat waren een grote ook piloten die wat “Ik merkte pas later dat verder neergestort villa, waar niemand ik gewond was omdat ik waren. Die jongens meer in waren echt gedegoubloedde en gaten in mijn teerd van de oorlog. woonde. Het kleren had.” opblazen van Ze wilden ook niet het huis zou meer terug naar hun de opgang kazerne. De Duitsers van de Duitsers moeten blokkeren. hadden geen vliegtuigen meer, en die Die zouden de volgende dag tanks en mannen zouden naar het front wagens over die weg verplaatsen. Er gestuurd worden. We hebben met waren toen nog niet zoveel wegen. hen nooit last gehad. Ze sliepen

BRITISH ARMY “Toen we bevrijd werden ben ik me samen met een aantal anderen gaan aangeven in Antwerpen. Omdat ik een beetje Engels sprak mocht ik met het Engels leger mee, in The First British Belgium Company. Ik heb daar de Engelse commando’s aan het werk gezien. Dat waren echte gekken. Die hadden een ijzerdraad met twee plankjes aan gebonden. Daar sneden ze dan iemand zijn keel mee over. Die commando’s vielen ook tanks aan. Ze slopen daar langzaamaan naartoe en wierpen een granaat in de geschutskoepel. Van die jongens in de tank bleef niet veel meer over.” Met het Engels leger zijn we nog meegetrokken tot aan de Rijn . Veel vechten was daar niet meer aan. De Duitsers gaven zich in grote getalen over of sloegen op de vlucht. Op het einde stootten we op groepjes Duitsers, vaak jongens van 12, 14 jaar. Ze schoten op alles wat bewoog. Ik heb er een aantal schotwonden aan over gehouden. Ik merkte pas later dat ik gewond was omdat ik bloedde en gaten in mijn kleren had. De inslagen had ik door de schokken van mijn eigen mitrailleur niet gevoeld. Maar die jongens, dat waren geen mensen meer, dat waren verwilderde, opgejaagde beesten.Die verschrikkelijke beelden zijn me altijd bijgebleven.”

6 en 9 augustus 1945: de atoombommen ‘Little Boy’ en ‘Fat Man’ worden boven Hiroshima en Nagasaki gedropt

31


Het Communiqué

Chocolade eten en Amerikanen kussen

“The end is near ...” Dansende mensen, enorme opluchting, overal feest. De bevrijding is een feit. Eind 1944 worden de Duitsers door de geallieerden uit België verdreven. Een tijd van vreugde geluk en plezier. Maar achter het feestgedruis schuilt ook het verlies. Het verlies van geliefden, vrienden, kennissen en familie. Bovendien is er de zware last van de wederopbouw. Tussendoor worden al dan niet fictieve rekeningen vereffend. MARGOT BRENAEL & JAN SENTS

R

omain Van Der Sype (83) vertelt hoe mensen aan het einde van de oorlog van de gelegenheid gebruik maak– ten om wraak te nemen. “Onschuldige mensen werden beschuldigd van collaboratie, omdat

weer kan tonen, niet altijd oppassen wat je deed en zei, was een onbe– schrijfelijk gevoel. In elk huis kregen de geallieerden onderdak en wij hadden twee Britse koks op bezoek. ’s Avonds brachten ze soepvlees en chocolade mee.” Ook Aimée Maesen (78) was opgelucht. Ze stond al een tijdje op de Amerikanen te wachten: “We wisten al in de voormiddag dat ze gingen komen, maar niet langs waar. Toen ik de Amerikaanse tanks zag, was ik dolgelukkig. Ik kuste een Amerikaan van blijdschap. Mijn bordeaux sjaaltje heeft hij meegenomen als souvenir. Maar het waren ook momenten van rouw. FOTO : ASCANIA We kwamen toen te weten wat de Duitsers Op het gemeenteplein van Asse worden hadden aangericht in de ‘zwarte’vrouwen kaalgeschoren. concentratiekampen. men op iemand een pik had. Er waren Aan de andere kant waren we blij dat er overlevenden waren en dat de natuurlijk mensen die samenwerkten met Duitsers, ‘zwarten’ krijgsgevangenen terugkwamen.” noemden we die. Zij werden dan publiekelijk gestraft. Ook vrouwen die iets hadden met een nazi werden in het openbaar gekleineerd. Ze werden beschimpt en men knipte hun haar af. De mensen namen het recht in eigen hand. Plots was drie kwart van de Belgen lid van de ‘Witte Brigade’! De collaborateurs werden opgesloten in het Klein Kasteeltje. De rechters hebben dan een onderzoek verricht en de schuldigen gestraft.” De thuiskomt van Raphaël Cardon (p. 13): “Er hing een WEG MET DE ANGST welkomstbericht boven de deur De bevrijding was voor Catharina en de brouwer had een hele Stevens (82) een enorme opluchting: camion bier voorzien.” “De blijheid die je na vier jaar angst

Ook zijn er een aantal goede dingen uit de nadagen van de oorlog gekomen. Zo ontmoette Griet Saenen (78) haar man. “Tegen het einde van de oorlog leerde ik hem kennen. Hij had zich net als vrijwilliger bij het Engelse leger opgegeven. In Brussel volgde hij een opleiding en daar liet hij zijn oog op mij vallen. Eind 1945 moest hij echter naar Duitsland waar hij Duitse gevangenen moest bewaken. We kenden elkaar amper, maar de hele tijd dat hij in Duitsland zat, schreef hij mij poëtische liefdesbrieven. Ik was nog maar zestien jaar en wist toen niet beter dan de brieven aan mijn zussen te laten lezen. Er werd hevig om gegiecheld. Ze dachten dat het allemaal wel snel zou overgaan. Niet dus. In 1948 ben ik met hem getrouwd.” HEROPBOUW Na de euforie en het feestgedruis vielen we in de harde realiteit. Alles moest heropgebouwd worden en dat kostte enorm veel geld. Zo ervaarde ook Aline Maddens (84). “Wij konden niet alles heropbouwen omdat alles te veel kostte. Sommige mensen kregen wel een vergoeding, maar het was ontzettend moeilijk om alles F OTO : RIJKSINSTITUUT VOOR weer op te bouwen wat door de oorlog OORLOGSDOCUMENTATIE vernield was. Vele mensen hadden niet eens een dak boven hun hoofd. Mijn zus heeft toen kamers aan mensen gegeven om te zorgen dat ze ergens terecht konden. Iedereen hielp iedereen, niet zoals nu.”

14 augustus 1945: Japan tekent de onvoorwaardelijke overgave

32

32


Special Edition

‘Uit de oorlog heb ik geleerd dat je tevreden moet zijn met wat je hebt, met het leven zelf. Daarnaast leerde ik om iedereen te aanvaarden, om iedere mening te aanvaarden. En zo hebben we dat ook aan onze kinderen geleerd.’ François Tissen (84, Grimbergen)

FOTO: CGWOII BRUSSEL



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.