Architectenweb magazine #3

Page 1

architectenweb Interview Fiona de Vos

Thema Zorg

Achtergrond Ouderenhuisvesting

Project Meander Ziekenhuis

nummer 3 — jaargang 1 — december 2013



Geveloplossingen

Ieder gebouw zijn eigen identiteit met keramische bouwmaterialen

Jeroen Bosch ziekenhuis, ‘s-Hertogenbosch - EGM architecten, Dordrecht

Bouwen met vertrouwde producten

Bouwen met individuele expressie

Materiaalgebruik, vorm en kleur zijn bepalend voor de identiteit van gebouwen en woningen. Het materiaal beĂŻnvloedt de vorm en bepaalt de levensduur. Vorm en kleur zorgen voor de sfeer. Keramische bouwmaterialen leveren aan al deze elementen een waardevolle bijdrage. Wienerberger werkt voortdurend aan kwaliteit en nieuwe mogelijkheden in keramisch bouwen. We bieden keramische bouwmaterialen in honderden vormen en kleuren: natuurlijke, duurzame producten die gebouwen warmte en geborgenheid geven, maar ook dat eigen gezicht. Kijk op www.wienerberger.nl voor informatie en inspiratie.

Bouwen in menselijke maat


Als eerste op de hoogte? @materia en #mx2014

22 — 24 JANUARI

2014 AHOY ROTTERDAM

Material Xperience Thema ‘The Smart Environment’ Material Xperience, het jaarlijkse materiaalevenement voor architecten en andere creatieve professionals, presenteert de nieuwste innovatieve materialen uit de onafhankelijke collectie van Materia en van geselecteerde fabrikanten. Dit jaar staat het programma in het teken van ‘The Smart Environment’. Gedurende het driedaagse evenement worden verschillende lezingen gegeven, door onder anderen Ken Yeang (Maleisië) en Michael Pawlyn (UK).

Gratis toegangskaart? Ga naar www.materialxperience.nl In samenwerking met:

Mediapartners


Geberit Monolith

Wereldklasse.

Geberit Monolith sanitair elementen inspireren direct bij het eerste aanzicht en ook de details vallen op, dankzij de hoogwaardige materialen. De elementen bieden veel ruimte voor individuele wensen, zo kunnen ze bijvoorbeeld gecombineerd worden met verschillende wastafel- en toiletmodellen. Geberit Monolith voelt zich in elk huis thuis, of het nu een appartement of een luxe villa is.


IN DEFENCE OF GOOD IDEAS

base

design by Llu铆s Peir贸

Pedro de Medinalaan 5e, Amsterdam 路 Tel. 020-337 3270

info.benelux@dynamobel.com 路 www.dynamobel.com


Besam SL500 Innovatief, slim en modulair

De Besam SL500 schuifdeurautomaat is uniek door zijn modulaire opbouw. Dankzij deze innovatie bepaalt u op basis van uw behoefte en uw budget zelf de samenstelling van uw schuifdeursysteem. Maak eindeloze combinaties tussen comfort, veiligheid, beveiliging, duurzaamheid en design. Veranderen uw wensen? De Besam SL500 verandert met u mee. Uw behoefte, uw budget Anticipeert op hoeveelheid en type verkeer Slank design, voor ieder prestatieniveau Flexibel, ook na installatie

www.besam.nl


In dit nummer

28

32

70

In beeld Een drietal beelden waarbij het juist niet om het beeld gaat maar om de prestatie: huiselijkheid, functionaliteit en geruststelling. 16—21 Waardevolle ruimte Het Meander Ziekenhuis in Amersfoort is het eerste ziekenhuis dat atelier PRO heeft ontworpen. Het is een feest van ruimte. 22—25 Zoveel prikkels als je zelf wilt In het Emma Kinderziekenhuis zijn de patiëntenkamers voorzien van glazen schuifdeuren van KONE, waarmee kinderen zelf hun verhouding tot de gemeenschappelijke ruimte kunnen instellen. 26—27 Wall-linQ en Handicare 8 — architectenweb

70—73 De ontmanteling van het medisch bolwerk De opkomst van de professionele zorg resulteerde in de twintigste eeuw vaak in voor patiënten zeer intimiderende gebouwen. Vanaf de jaren zeventig worden deze medische bolwerken voor patiënten stap voor stap toegankelijker gemaakt. Een interview met architectuurhistorici Noor Mens en Cor Wagenaar.

28—31 Voorbereid op vele mogelijke toekomsten Door het Bernhoven Ziekenhuis in Uden in functionele delen op te splitsen heeft De Jong Gortemaker Algra een bijzonder flexibel gebouwencomplex ontworpen. 32—37 Ruimte om te bewegen In de visie van architect Frank Pörtzgen van Wiegerinck wordt het ziekenhuis in de toekomst enerzijds kleiner, maar anderzijds ook onderdeel van een netwerk van zorggebouwen waarin samenwerking centraal staat.


38—44 Het einde van het ziekenhuis? Een interview met architecten Gijs Raggers en Willemineke Hammer van EGM architecten.

Hoofdredactioneel

45—47 Desso, Caparol en Tarkett

74—82 Nieuwe producten Een selectie van specifiek voor de zorg ontwikkelde producten.

Door de bezuinigingen op de zorg zal de sector na jaren van stevige groei volgend jaar lichtjes krimpen, zo heeft het economisch bureau van ING becijfert. Deze verwachting camoufleert het feit dat de zorg momenteel een metamorfose ondergaat. Een metamorfose die volgens EGM architecten zo drastisch is, dat we deze nog lang niet volledig kunnen overzien. Zijn er straks nog wel ziekenhuizen?, vraagt architect Gijs Raggers zich hardop af (p38). Uit een onderzoek dat Total Identity vorig jaar onder de lezers van Architectenweb hield, kwam naar voren dat architecten de zorg op dit moment als de belangrijkste groeimarkt zien. Met reden. Niet alleen zorgt de metamorfose die de zorg ondergaat voor heel veel werk voor architecten. Ook heeft de zorgsector de afgelopen jaren nadrukkelijk zijn deuren geopend voor nieuwkomers in de markt. Juist deze nieuwkomers, zoals Opera (p22) of 2.0 architecten (p62), zijn in staat zorgconcepten werkelijk te herdenken en de vragen van dit moment te beantwoorden. Een van die vragen is om patiënten gerust te stellen en ouderen zich thuis te laten voelen. Steeds meer onderzoek laat zien dat architectuur hier een belangrijke rol in kan spelen. Een heldere oriëntatie, daglicht, uitzicht op groen en een huiselijke sfeer zijn een paar van de basisingrediënten hiervoor. Maar het gaat veel verder. Tijdens het congres dat Architectenweb deze themaperiode organiseerde, hield omgevingspsycholoog Fiona de Vos de zaal voor dat architecten op dit punt verder moeten kijken dan hun eigen intuïtie. Onderzoeken bieden volgens haar nooit sluitende antwoorden, maar kunnen een ontwerp wel laten aarden. Om haar heen ziet ze nog veel te vaak oplossingen waarvan bekend is dat deze niet werken. Op p48 is een interview met haar te lezen. In deze themaperiode ‘Zorg’ hebben wij als redactie zowel ingezoomd op de patiëntenzorg als op de ouderenzorg. Hoewel op het oog zeer verschillend, maken beide eenzelfde soort metamorfose door, waarbij de ouderenzorg iets voor ligt. Het sleutelwoord is zelfredzaamheid. Uit wens, maar ook uit noodzaak, blijven ouderen steeds langer in hun eigen huis wonen, daarbij ondersteund door technologie en zorgpunten in de wijk. Pas als het echt niet meer anders kan, zoals bij dementie, worden ouderen nog in verzorgingstehuizen opgenomen. Eenzelfde ontmanteling van instituties staat ook de patiëntenzorg te wachten. De veel te groot geworden ziekenhuizen zullen uiteen spatten tot een netwerk van gespecialiseerde instellingen, waarvan een deel veel meer dan vroeger ook gewoon in de wijk een plek zal krijgen. Een eerste schets van hoe dit nieuwe zorglandschap eruit ziet wordt gegeven door architect Frank Pörtzgen van Wiegerinck (p32). Het ziekenhuis zal gereduceerd worden tot zijn medische kern, terwijl alle overige zaken een plek zullen krijgen in een zwerm van gebouwen rond het ziekenhuis. Werk aan de winkel! —

84 Colofon en advertentie-index

Michiel van Raaij Hoofdredacteur

48—53 “Biedt elke keer weer die geruststelling” Als het gaat om het verminderen van stress bij patiënten en agressie bij ouderen is er in de zorg nog veel te winnen, stelt omgevingspsycholoog Fiona de Vos. 54—57 Gezonde variatie in werkplekken De introductie van Het Nieuwe Werken bij de GGD in Eindhoven wordt ondersteund door een variatie aan meubilair van Gispen. 58—61 Herstellen in een viersterrenhotel Voor Herstelhotel Udens Duyn leverde Limburgia verschillende typen deuren, van inpandige voordeuren tot douchedeuren.

54 62—69 Zo huiselijk mogelijk Een overzicht van de ontwikkelingen in de ouderenzorg met vier actuele voorbeelden.

architectenweb — 9


Thuis Thuis is waar je eigen spullen staan. In een verzorgingstehuis moeten ouderen daarom hun eigen kamer kunnen inrichten. In WZC Hoogstraten naar ontwerp van Osar kunnen ouderen grote meubels, die ze in hun eigen kamer niet kwijt kunnen, ook in de volledig beglaasde gemeenschappelijke ruimtes plaatsen. Een koekoeksklok bijvoorbeeld. Maar thuis zijn gaat bovenal over huiselijke routines, stelt architect Michiel Verhaegen. ’s Ochtends met koffie en de krant in de keuken ontbijten, ’s avonds in de keuken helpen met koken. Of daar commentaar op geven. In plaats van het beeld van huiselijkheid te creëren, is het veel belangrijker dat de huisvesting werkt als een huis. Met een gemeenschappelijke keuken waar ’s avonds gekookt wordt is dat zo. — Foto: Sven van Baarle

10 — architectenweb


architectenweb — 11


Test Begin twintigste eeuw liet Helene Kröller-Müller een ontwerp van Mies van der Rohe, voor het museum dat ze wilde oprichten, in hout en canvas op haar landgoed bouwen om te testen hoe het daar eruit zou zien. Uiteindelijk besloot ze haar museum elders te realiseren. De testen die Mecanoo dit najaar uitvoerde van de plattegronden van het nog te bouwen Zaans Medisch Centrum waren een stuk minder poëtisch. Iedere week bouwde een groep van bouwkundestudenten van de TU Delft in karton en tape een nieuwe afdeling op, om deze vervolgens door de zorgverleners en zorgvragers te laten testen. Het belangrijkste criterium: werkte het efficiënt genoeg? — Foto: Mecanoo

12 — architectenweb


architectenweb — 13


Transparantie “Als kinderen huilen, kunnen ze niet goed onderzocht worden”, zegt bestuurslid Kees Sol van het Oogziekenhuis. “Het is dus van belang dat de kinderen zich thuis voelen.” In het ontwerp van Eklund_terbeek en Marijke van der Wijst voor het Kinderoogcentrum, op de begane grond van het Oogziekenhuis in Rotterdam, zorgen kunst, ronde vormen, gebalanceerd kleurgebruik en lichtinval voor een kindvriendelijke uitstraling. Door het ontbreken van gangen is het Kinderoogcentrum op de begane grond heel overzichtelijk. De spreek- en onderzoekskamers liggen rondom een centrale ontvangst- en wachtruimte. Semitransparante wanden geven een gevoel van openheid en voorspelbaarheid. In de ontvangstbalie zit een opstapje speciaal voor kinderen waardoor ze op dezelfde ooghoogte komen als de baliemedewerker. — Foto: René de Wit

14 — architectenweb


architectenweb — 15


16 — architectenweb


Waardevolle ruimte

Met hernieuwde focus op de ruimtelijke kwaliteit van het ziekenhuis gaf atelier PRO vorm aan het nieuwe Meander Medisch Centrum in Amersfoort. Een lange laan, meerdere binnenpleinen en uitzicht op het omliggende landschap bieden patiĂŤnten, bezoekers en het zorgpersoneel een overzichtelijke en lichte zorgomgeving. Tekst Robert-Jan de Kort

architectenweb — 17


18 — architectenweb

over de frisse blik die gewenst werd bij deze opgave.

Drie gebouwen De focus op de kwaliteit van ruimtes in het ziekenhuis, en daarmee de noodzaak voor zorgvuldige architectuur heeft, naast de actuele interesse in healing environment, een tweede oorzaak. Sinds 2007

Een architect zonder ziekenhuiservaring moest zorgen voor een frisse blik op de opgave

zijn ziekenhuizen zelf verantwoordelijk voor de financiering van hun gebouwen. Dit dwingt de organisaties om hun gebouwen optimaler dan voorheen te plannen en te exploiteren. Omdat een te duur gebouw een negatieve waarde op de balans veroorzaakt, wordt meer dan voorheen ingezet op specificiteit en kwaliteit. De functies van het Meander Medisch Centrum zijn ondergebracht in drie bouwdelen met elk een specifiek kostenplaatje: de zogenoemde hot floor met daarin onder meer de operatiekamers, laboratoria en intensive care; de verpleegafdelingen waar patiënten verblijven; en de poliklinieken en werkplekken van de artsen. De hot floor is door de noodzaak aan talrijke installaties de duurste zone van het ziekenhuis, terwijl de poliklinieken ondergebracht kunnen worden in een

Foto: Dirk Verwoerd

Nooit eerder ontwierp architect Hans van Beek van atelier PRO een ziekenhuis. Totdat hij in 2005 door het bestuur van het Meander Medisch Centrum werd geselecteerd als architect van hun nieuw te bouwen topklinisch centrum in Amersfoort. De organisatie verruilt met de kerst zijn huidige twee verouderde onderkomens voor een gloednieuw gebouw. Van Beek kreeg de opdracht om in zijn ontwerp de patiënt centraal te stellen. Het verblijf in het ziekenhuis dient optimaal bij te dragen aan de gemoedstoestand van de patiënt, hetgeen volgens vele theorieën, onder de verzamelterm healing environment, een positieve bijdrage levert aan zijn genezing. De situering van het ziekenhuis in een landschappelijke omgeving draagt hier aan bij. De ruimte binnen het ziekenhuis moet vervolgens zorgen voor rust, overzicht, uitzicht en ontmoeting. De hernieuwde aandacht voor de gesuggereerde correlatie tussen de kwaliteit van ruimtes en genezing maakt het ontwerpen van een ziekenhuis een voorname architectonische opgave. Dat de organisatie koos voor een architect zonder ziekenhuiservaring zegt veel


gebouw vergelijkbaar met een kantoorgebouw. De verpleegafdelingen zitten qua bouwkosten tussen deze twee uitersten in. Door deze opsplitsing kan elk bouwdeel een voor zijn functie specifieke ruimtelijke opzet krijgen en, belangrijker, zijn de minst specifieke bouwdelen niet onnodig duur.

Publieke ruimtes Een voornaam deel van de ontwerpopgave betrof datgene wat de drie bouwdelen verbindt; de ruimtes ertussen. Van Beek kende de voornaamste publieksfunctie toe aan de brede en lange ruimte tussen de verpleegafdelingen en de poliklinieken. Deze ruimte, treffend de Laan genoemd, vormt de entree voor alle bezoekers en de as waaraan de meest toegankelijke functies van het ziekenhuis gelegen zijn. Dit zorgt voor een grote overzichtelijkheid van het ziekenhuis. Bezoekers te voet komen aan het begin van de Laan via een flauwe helling het ziekenhuis binnen. De Laan ligt namelijk op de eerste verdieping, doordat de gehele parkeergarage voor bezoekers op de begane grond gesitueerd is. Halverwege de Laan komen de bezoekers vanuit de parkeergarage boven. In tegenstelling tot oudere ziekenhuizen zijn de wachtruimtes niet per kliniek afzonderlijk in het gebouw gesitueerd, maar zijn deze zoveel mogelijk ondergebracht op de binnenpleinen. Het grootste binnenplein, de Brink, wordt begrensd door de bouwdelen waarin de poliklinieken en de werkruimtes van de artsen zijn ondergebracht. In de afwerking van deze ruimte is veel hout gebruikt. Via het glazen dak valt daglicht binnen en via de glazen puien biedt De Brink zicht op het omliggende landschap. Naast de wachtruimte is er ook het restaurant gesitueerd voor patiënten, bezoekers en het medisch personeel. Het combineren van deze functies en verkeersstromen maakt het tot een plek met een stedelijke karakter. Ten zuidoosten van de Laan ligt de Orangerie: een tweede wachtruimte waar patiënten kunnen wachten op bijvoorbeeld het prikken van bloed of het maken van röntgenfoto’s, scans en echo’s. Deze diensten worden ad hoc gebruikt en zijn daarom minder strak in te plannen. Omdat de gemiddelde wachttijden hier langer kunnen zijn is het karakter van de Orangerie rustiger dan die van de Brink.

Doorsnede

Atelier PRO richtte zich niet alleen op de bouwdelen zelf, maar ook op de ruimte ertussen

1e verdieping

Ook in deze ruimte is veel hout toegepast en zijn verschillende rustplekken gecreeerd. Voor wie zich echt wil afzonderen van de rest van de bezoekers is aan de Laan een stilteruimte gesitueerd die uitzicht biedt op een groen binnenhof. De Laan eindigt met een toegang tot het Meanderpark.

Weg van de gang Tussen de poliklinieken op het noordwesten en de hot floor op het zuidwesten strekken zich de vier bouwvolumes uit van de verpleegafdelingen. Hier is het ziekenhuis uiteindelijk ook het hoogst. Ieder volume is vanaf de Laan toegankelijk via een eigen liftkern en trappenhuis. Het laatste volume huisvest de gesloten psychiatrische afdeling, die vanzelfsprekend geen directe toegang aan de Laan heeft, maar wel verbonden is met de hot floor. Van Beek kreeg de opdracht enkel eenpersoonskamers te ontwerpen; een tendens die bij meerdere nieuwe ziekenhuizen zichtbaar is. Uit verschillende onderzoeken blijkt namelijk dat een eenpersoonskamer een positieve uitwerking heeft op de beleving van de patiënten en op het verplegend personeel. De verwachting is dat het verblijf in het Meander Medisch Centrum korter kan zijn dan in een ziekenhuis met meerpersoonskamers. De eenpersoonskamers bieden maximale privacy aan de patiënten. De achterwanden van de bedden zijn voorzien van verschillende kleuren zodat elke kamer zich onderscheidt. Hoge ramen laten daglicht binnen en bieden uitzicht op de binnenhoven waaraan de kamers gelegen zijn. Van Beek koppelde de individualiteit van de eenpersoonskamers aan een col-

Begane grond

Parkeerverdieping

lectieve sfeer op de afdeling. De gangbare ruimtelijke opzet van een verpleegafdeling, met kamers aan een middengang, werd herzien. Van Beek stelt dat de gangen in ziekenhuizen vaak weinig verblijfskwaliteit hebben en tevens vaak gebruikt worden voor de tijdelijk opslag van materieel van het verplegend personeel. In het ontwerpproces leidde dit tot een opzet met trechtervormige ruimte tussen de kamers. Deze is smal aan de zijde waar de logistieke verbindingen van het verplegend personeel zich bevinden en breed aan de zijde van de Laan. Van een gang is daardoor geen sprake, eerder van > architectenweb — 19


een steeds breder wordende extra kamer, waar patiënten hun tijd buiten de eenpersoonskamers kunnen doorbrengen. De schegvorm nodigt uit om naar het breedste en lichtste deel te lopen, waar kan worden uitgekeken over de Laan. Op de hoger gelegen verdiepingen biedt een groot venster zicht op het groene landschap. Van Beek beoogde een wisselwerking tussen de individuele kamers en de collectieve tussenruimtes. De ingangen van de kamers zijn dan ook voorzien van een brede schuifdeur. Door deze al dan niet

De wachtruimtes zijn zoveel mogelijk ondergebracht op de binnenpleinen 20 — architectenweb

te openen naar de tussenruimte kan de patiënt kiezen voor afzondering op zijn eigen kamer of juist contact met de tussenruimte.

Daglicht tot in operatiekamers Achter de verpleegafdelingen ligt de hot floor. Dit bouwdeel, met zijn interne gangen en talloze kamertjes, doet nog het meest denken aan een ziekenhuis oude stijl. Dit is inherent aan de hoge bouwkosten en de daaruit volgende noodzaak om dit bouwdeel zo compact mogelijk te organiseren. De hot floor ligt het verst verwijderd van de centrale Laan, maar heeft goede verbindingen met de verpleegafdelingen. Via een aparte ingang aan het ambulanceplatform worden patiënten voor spoedeisende hulp direct geholpen of naar een operatiekamer gebracht. Op de onderste verdieping van de hot floor bevindt zich het logistiek centrum waar alle goederen

aankomen en via een logistieke ring alle delen van het ziekenhuis kunnen bereiken. Ondanks de dure vierkante meters ervan, bracht Van Beek ook in de hot floor licht en lucht. Het bouwdeel is georganiseerd rondom twee binnenhoven waar-


Boven De patiëntenkamers komen uit op een wigvormige gemeenschappelijke ruimte. Onder Ter ondersteuning van de oriëntatie heeft iedere afdeling zijn eigen kleuraccent gekregen. Linkerpagina boven De Laan verbindt de verschillende gebouwdelen en atria met elkaar. Linkerpagina onder Een blik naar buiten, richting een van de binnentuinen.

door aanliggende interne ruimtes, ook de operatiekamers, voorzien zijn van ramen en dus van daglicht. Mochten de chirurgen dit niet wensen, dan zijn de ruimtes te verduisteren.

Een stuk van de stad

een enkele verdieping. Tevens kan een van de schijven in de toekomst wellicht een hotelfunctie krijgen en dan relatief autonoom functioneren. Het Meander Medisch Centrum kan wel fysiek groeien bij de poliklinieken. Aan deze zijde is er rekening gehouden met een toekomstige verlenging van de bouwvolumes. Aangezien dit relatief goedkope gebouwdelen zijn is deze transformatie financieel te behappen. Een bouwvolume met een schoolgebouw van het Gezondheidszorg College is los van de Laan gebouwd. Deze zou in de toekomst aan het Meander Medisch Centrum verbonden kunnen worden, bijvoorbeeld als er een noodzaak is tot het gebruiken van

het auditorium van het ziekenhuis. In dit groeiscenario zal het ziekenhuis met de Laan als centrum steeds meer een stedelijke plek kunnen worden met een intensief gebruik van de voorzieningen door meerdere groepen. Een plek waar mensen voor een kort verblijf en voor een specifiek zorgproduct naar toe zullen komen. En passant gebruik makend van de winkels en het restaurant en misschien van het (zorg)hotel. De ruimtelijke opzet van het nieuwe ziekenhuis heeft het in zich om het Meander Medisch Centrum als stedelijke plek, in plaats van ondoorgrondelijk zorggebouw, te laten nestelen in het collectief geheugen van Amersfoort. —

De opzet van het Meander Medisch Centrum zegt veel over de verwachte transformatie die het gebouw in de toekomst zal ondergaan. De hot floor kan horizontaal nog uitbreiden, maar de verpleegafdelingen kunnen binnen de huidige kaders niet groeien. Wel bevinden zich op de verpleegafdelingen nu twee verdiepingen met kantoren. Deze zouden later van functie kunnen veranderen. Dwars op de verpleegafdelingen staat een centrale gang waaraan eveneens kamers zijn gesitueerd. Deze gang bevat ‘ademruimte’ voor iedere afdeling. Waar de ene afdeling wellicht zal krimpen, zal de andere groeien. Zo kunnen de afdelingen naar verwachting beperkt blijven tot architectenweb — 21


— advertorial

Zoveel prikkels

De nieuwe zorgaanpak van het AMC Emma Kinderziekenhuis gaat uit van de gedachte om de jonge patiënt meer te bieden dan zorg alleen. Het kind moet, zoals in het dagelijkse leven, kunnen kiezen of hij op zoek wil naar prikkels of zich ervan wil afsluiten. OD205 en Opera Amsterdam hebben dit vertaald in een ruimtelijk concept, met de stad als metafoor: aan de openbare ‘straten’ liggen pleinen en openbare ruimtes; de patiëntenkamers zijn het ‘huis’ waarvan de patiënt de glazen deur af en toe achter zich kan dichttrekken. Het kind moet niet voor de duur van de behandeling uit zijn leven geplukt en vervolgens teruggebracht worden, want diens ontwikkeling staat niet stil. Dat is de vernieuwende visie van waaruit het Emma Kinderziekenhuis wil werken. Vanuit de grondgedachte ‘het ontwikkelende kind geneest beter’ wil het ziekenhuis zoveel mogelijk onderdeel en verlengstuk van de maatschappij zijn. De grootscheepse verbouwing die het kinderziekenhuis, gesitueerd op de bovenste verdieping van het beddenhuis van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, momenteel ondergaat, is dan ook zeker geen louter cosmetische facelift van het interieur. De verbouwing is een integrale benadering op basis van de nieuwe zorgaanpak: behandeling en ruimtelijke voorzieningen sluiten naadloos op elkaar aan en versterken elkaar. OD205 architectuur heeft de ruimtelijke uitleg compleet herzien en een eerste concept in samenwerking met Opera 22 — architectenweb

Amsterdam uitgewerkt. Opera is verantwoordelijk voor het losse en een deel van het vaste interieur, het kleur- en grafisch ontwerp, de bewegwijzering en de aansturing van de betrokken illustratoren.

Verbonden met de stad Een belangrijke leidraad bij de nieuwe ordening van de ruimte vormden orientatie en zichtlijnen. Voor het Emma Kinderziekenhuis is als thema de stad Amsterdam gekozen. Op de verschillende afdelingen wordt gerefereerd aan de verschillende aspecten van de stad, zoals Artis, Leidseplein, Hortus, Haven, historische binnenstad, et cetera. Juist omdat de kinderen en hun familieleden in het ziekenhuis emotionele achtbanen berijden, is het belangrijk dat ze hier een sociaal leven kunnen leiden dat het gewone bestaan benadert. De verwijzingen in het interieur naar de stad ondersteunen dit. Peter Defesche van OD205 om-

schrijft het ontwerp als een ‘bewoonbare’ structuur, een kleine stad voor de patiëntjes, ouders, vriendjes en familie, alsook voor de artsen en verpleegkundigen. Martijn Elzinga van Opera geeft aan dat de koppeling met de stad is geconcretiseerd door alle kamers aan de gevel te plaatsen, alle gangen te beëindigen met grote ramen en alle pleinen aan grote raampartijen te situeren. “Overal waar je je bevindt – in de gangen, de pleinen, maar ook de kamers – houd je de notie van en de verbinding met de buitenwereld”, zegt Elzinga. “Je kunt zelfs zeggen dat de grote transparante wanden met glazen deuren refereren aan de Nederlandse doorzonwoning.” In het ontwerp stond de beleving van de jonge patiënt en diens directe omgeving centraal. “We hebben de verschillende zones benaderd vanuit de mate van prikkeling en die gerelateerd aan de prikkelingen die je ervaart in de stad”, legt Elzinga uit. Indien gewenst kan het kind veel prikkeling opzoeken in de hoofdstraat, maar het kan zich ook terugtrekken in zijn prikkelarme kamer, zijn ‘huis’. De balans tussen prikkelarme ruimtes en ruimtes waar voldoende prikkels zijn, is onderdeel van het uitgangspunt dat het

Foto’s: Mike Bink

als je zelf wilt


advertorial —

Voor het Emma Kinderziekenhuis is de stad Amsterdam als thema gekozen ziekenhuis meer biedt dan medische zorg en tegemoet komt aan de wensen van het ontwikkelende kind.

Hoofdstraat met voorzieningen Als basis voor het nieuwe ontwerp heeft slechts het gebouwcasco gediend. Daarbinnen hebben leeftijdsgebonden en specialismengebonden patiëntengroepen elk een eigen afdeling gekregen en zijn de algemene voorzieningen op strategische punten geplaatst. Uitgaande van een flexibel basisontwerp krijgt elke afdeling – Zuigelingen, Grote Kinderen, Tieners, Kinderoncologie, Intensive Care en High Care – haar eigen karakter en uitwerking, gebaseerd op het bijpassende Amsterdamse thema. Op die manier kan invulling worden gegeven aan de specifieke eisen van elke afdeling en kan elke groep een eigen herkenbare plek worden geboden. De architecten hebben als het ware eerst ‘de straten en pleinen’ van de ‘stedelijke structuur’ gemaakt. Daarna volgden de adressen, de tijdelijke verblijfsplekken. Dominant in de nieuwe infrastructuur is een hoofdstraat, die alle afdelingen verbindt. Langs deze hoofdstraat – de Parade – liggen de sociale programma’s: plekken voor informele sociale interactie, speelruimte voor kinderen, verblijfsruimte voor familieleden en ontmoetingsruimte voor de werknemers. De publieke plekken voegen kwaliteiten toe aan de afdelingen. Er is een tienerlounge, een lounge met een vissenwand, een speelplein met een interactieve > Boven De kamers zijn voorzien van hermetisch sluitende schuifdeuren van KONE. Onder Langs de Parade liggen sociale programma’s, zoals de ‘vissenlounge’.

architectenweb — 23


— advertorial

Links Voor het Emma Kinderziekenhuis heeft Opera onder meer eigen symbolen ontworpen. Onder De patiëntenkamers zijn opgevat als glazen ‘huizen’ in de ‘stad’. Rechterpagina boven De stafkamers zijn voorzien van sterk geluidwerende schuifdeuren. Rechterpagina onder Op elke afdeling is een ander, passend onderdeel van het thema Amsterdam uitgewerkt.

wand, een terras, een tuinkamer, een IC ouderhuiskamer en een stiltelounge. Op uiteenlopende manieren halen de ontwerpers de ervaring van een buitenwereld naar binnen. Aan de Parade liggen ook bijzondere functies als de school, de film- en evenementenzaal, de bibliotheek en het restaurant. Alle dragen ze bij aan de essentiële afwisseling van prikkelrijke en –arme ruimten.

Glazen huizen Als de gangen gezien worden als straten en de hal als een klein plein – zoals OD205 en Opera erover spreken – dan liggen aan die straten de ‘huizen’ van de patiënten. De patiëntenkamer is in de eerste plaats het domein van het kind en zijn ouders. Het kind en de familie centraal stellen, betekende voor de architecten dat ze in de eerste plaats een kinderkamer (en geen ziekenhuiskamer) wilden ontwerpen. “Het is een combinatie van respectvolle, rustige, kwalitatief goede architectuur en verdieping door kleuren, illustraties en materialen”, zegt Elzinga. “Bouwkundige constructie, interieur en illustraties zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.” Alleen de hoogst noodzakelijke ziekenhuisvoorzieningen zijn in de kamers aangebracht en dan zoveel mogelijk buiten het zicht. Elke patiënt heeft een eigen adres; een digitaal paneel dient als naambordje en het huisnummer is verwerkt in de vloer. “Het versterkt de toe-eigening van de ruimte.” Voor een grote mate van contact tussen het interieur van de ‘huizen’ en de ‘straat’ of het openbare gebied zijn de ‘gevels’ zo trans24 — architectenweb

Voor het Emma Kinderziekenhuis heeft KONE tal van speciale deuren geleverd parant mogelijk gehouden. Daarnaast is er door de overstap in het kinderziekenhuis van ligzalen naar individuele kamers de noodzaak voor personeel om ook vanuit de gang eenvoudig zicht te houden op de patiënt. Om die redenen zijn de ‘gevels’ van de ‘huizen’ in glas uitgevoerd,

inclusief de deuren. De gebruiker (kind, ouder, behandelend personeel) kan het doorzicht desgewenst afsluiten met speciaal voor het EKZ ontworpen gordijnen.

Speciale deuren De schuifdeuren zijn geleverd door KONE, fabrikant van automatische deuren, roltrappen, liften en gevelliftinstallaties. Op verzoek van de architect zijn de schuifdeuren van de ‘gewone’ beddenkamers transparant en is de deurtechniek in het plafond verwerkt. De deuren zijn tevens dertig minuten brandwerend. Bijzondere patiëntenkamers vragen om


advertorial —

Elke afdeling heeft een eigen kleurenschema en illustrator gekregen conform EN 16005 uitgevoerd: dat betekent dat niemand, inclusief spelende kinderen, verwond kan raken door of beklemd tussen bewegende delen aan de deuren.

Rijke illustraties

specifieke oplossingen. Er zijn geconditioneerde kamers, waarin door middel van overdruk bacteriën en vuil buiten worden gehouden. Voor deze patiëntenkamers heeft KONE schuifdeuren gemaakt die, naast brandwerend, hermetisch sluitend zijn. “In deze isoleerkamers verblijven kinderen die een zeer ingrijpende behandeling moeten ondergaan”, vertelt Jacob van den Essenburg van KONE Deursystemen. “Ze komen gedurende de weken van hun behandeling niet uit de kamer. In die periode betreden bezoekers en personeel de kamer niet via de transparante, hermetische schuifdeur, maar via een sluis.” De deur naar

de sluis ligt naast de schuifdeur en is niet transparant, maar volledig in het fleurige wandontwerp opgenomen. De stafkamers zijn eveneens van een bijzondere schuifdeur voorzien. Deze schuifdeuren zijn sterk geluidwerend, omdat artsen vertrouwelijke en persoonlijke gesprekken moeten kunnen voeren met patiënten en hun familieleden. KONE heeft ook andere speciale deuren geleverd, zoals draaideuren die als calamiteitendeur kunnen fungeren. Alle deuren die KONE in het project heeft geleverd – in totaal zo’n 240 – voldoen aan de eisen en verordeningen van het Bouwbesluit. Ze zijn bovendien alle

Opera heeft ook de visuele identiteit voor het Emma Kinderziekenhuis ontworpen. Die heeft het bureau uitgewerkt in kleuren en grafische symbolen, typografie en illustraties. Deze elementen zijn bijvoorbeeld gebruikt voor de bewegwijzering, die is aangebracht op vloeren en wanden. Ze zijn gecombineerd met speelse pictogrammen om de publieke functies te visualiseren. Het kleurenschema verandert subtiel per afdeling en staat variatie toe. Elke afdeling – inclusief de stafafdeling – heeft een eigen grafisch ontwerp en een eigen illustrator gekregen. “Alles is tot op de millimeter ontworpen voor de wanden en de deuren”, stelt Elzinga. “Elke illustrator heeft specifiek voor een afdeling samen met Opera een verhalend ontwerp met een rijke gelaagdheid gemaakt. Kinderen kunnen er allerlei zaken in zoeken en herkennen, terwijl het geheel, samen met de architectuur, een rustig beeld geeft.” Van de verbouwing, die is gestart in 2008, zijn inmiddels drie fasen afgerond. De complete vernieuwing van het kinderziekenhuis wordt naar verwachting in 2015 afgerond. — Meer informatie KONE De Smalle Zijde 20A 3903 LP Veenendaal 088-8444777 kone.nl

architectenweb — 25


— advertorial

Fluisterstille renovatie

Onder de naam ‘operatie comfort’ ondergaat het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven een grote metamorfose. Onlangs zijn de eerste verpleegafdelingen gerenoveerd, waarbij de bouwoverlast kon worden geminimaliseerd door toepassing van het Tape Drywall System. Fase 1 van de grootscheepse aanpak van het Eindhovense Catharina Ziekenhuis is in september afgerond. Er is een nieuw polikliniekgebouw in gebruik genomen en de apotheek en er is een groot aantal verpleegafdelingen gerenoveerd. In Fase 2 worden het bestaande polikliniekgebouw en de overige verpleegafdelingen gerenoveerd. Daarnaast wordt meer nieuwbouw gerealiseerd. De gehele operatie is gericht op het vergroten van de gastvrijheid, de ruimte en het comfort voor patiënten en bezoekers. In de nieuwbouw heeft Architecten aan de Maas voor korte looplijnen gezorgd en valt overal daglicht binnen. De wachtruimtes zijn huiselijk en sfeervol ingericht.

Beperken geluidsoverlast In het nieuwe achtlaagse polikliniekgebouw zijn ook twee tijdelijke verpleegafdelingen opgenomen. Bij Fase 1 fungeerden deze als wisselruimte bij de renovatie van de oude verpleegafdelingen. Omdat de afdelingen naast, boven en onder de te renoveren afdelingen gewoon in gebruik bleven, was het belangrijk de geluidsoverlast voor met name de patiënten sterk te beperken. Bouwbedrijf Heijmans koos daarom voor het Tape Drywall System van WalllinQ. Met dit systeem was de vervanging van de traditionele studwanden op rela26 — architectenweb

tief stille wijze mogelijk. In tegenstelling tot de gangbare gipsplaatwanden werkt het Tape Drywall System met een enkele plaat. De platen, met vierzijdig afgeschuinde kanten, worden bevestigd op staanders met een speciale tape. Schroeven komen er nauwelijks aan te pas. Omdat er bijzonder weinig geboord hoeft te worden, kan dat gebeuren op afgesproken tijden. Een ander voordeel van dit systeem is de korte bouwtijd.

montage echter ook zwaar mee. Projectleider Bert Pieters: “Wij wilden een korte bouwtijd met een duurzaam systeem dat voor zo min mogelijk geluidsoverlast zou zorgen.” —

Vlak en veilig Bij de traditionele dubbel beplate wanden moet in het midden worden geschroefd en blijven naden zichtbaar. Het Tape Drywall System resulteert volgens Wall-linQ in vlakke, naadloze wanden. Het Catharina Ziekenhuis heeft hiermee esthetisch aangename en veilige nieuwe ruimten, waarvan de wanden voldoen aan de geldende Europese eisen met betrekking tot luchtgeluidsisolatie, brandwerendheid en stabiliteit. Voor Heijmans woog de stille

Meer informatie Wall-linQ Uranusweg 27 4105 JW Culemborg 0345-501777 wall-linq.nl


advertorial —

Steun voor een comfortabele vakantie Vakantiecentrum De Imminkhoeve in Overijssel richt zich op senioren en mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Bij de huidige nieuw- en verbouw wordt met de specifieke doelgroep rekening gehouden in het ontwerp, van de ruimte in de kamers en het gebruik van domotica tot de hulpmiddelen van Handicare in de sanitaire ruimte. De Imminkhoeve in Lemele (Overijssel) is een vakantielocatie voor senioren en mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. De Haagse Invalidenbond kocht in de jaren zeventig van de vorige eeuw de boerderij van de familie Immink. De bond richtte er een vakantiecentrum in voor mensen met een beperking, voor wie tot dan toe geen accommodaties bestonden. Anno 2012 is de Imminkhoeve naar eigen zeggen uitgegroeid tot één van de meest bekende vakantielocaties voor mensen met een beperking in Europa. Een aantal jaren geleden is gestart met een grootscheepse metamorfose van het vakantiecentrum. Voor het ontwerp is Peters&Lammerink Architecten, gespecialiseerd in projecten voor ouderenzorg en gehandicaptenzorg, gevraagd. Als onderdeel van de verbouw en nieuwbouw is recent De Schaapskooi gerealiseerd. Het nieuwe gebouw, waarvan de architectuur is ontleend aan de typisch Sallandse boerderijtypologie, biedt plaats aan acht tot zestien gasten.

Hulpmiddelen De architecten hebben op verschillende manieren rekening gehouden met de toegankelijkheid van de boerderij. Zo ligt met het oog op rolstoelgebruikers de maatvoering van de kamers minimaal twintig procent boven de ANWB-norm en is gebruik gemaakt van domotica. Alle kamers zijn voorzien van een aangepaste badkamer met speciaal toilet en een aangepaste douche. Zo zijn er, voor veiligheid en comfort, wandbeugels van Handicare toegepast. Deze beugels kunnen bijvoorbeeld worden geplaatst in de douche, naast de wastafel of, zoals hier, bij het toilet. De buis

van de wandbeugel Ergogrip is 60° gebogen, zodat hand en pols bij het vasthouden een natuurlijke stand innemen en vingers niet bekneld raken. In De Schaapskooi zijn opklapbare toiletbeugels toegepast. Opgeklapt neemt de beugel minder ruimte in, wat prettig is wanneer de gebruiker zich wil verplaatsen van rolstoel naar toilet en andersom, maar ook tijdens het schoonmaken van de toiletruimte. De wand- en toiletbeugels zijn van het merk LinidoSolutions, evenals het hangend frame dat in de badkamer is toegepast. Aan dit frame kan indien gewenst gemakkelijk een zitje worden geklikt. Zo wordt comfort en gemak geboden en wordt er tegelijkertijd voor gezorgd dat er in de badkamer niet meer hulpmiddelen aanwezig zijn dan de gast nodig heeft. —

Meer informatie Handicare Patient Handling Postbus 70 2640 AB Pijnacker 015-3695440 handicare.com

architectenweb — 27


Voorbereid op vele mogelijke toekomsten

Voor de nieuwbouw van ziekenhuis Bernhoven te Uden heeft De Jong Gortemaker Algra een groot complex ontworpen dat bestaat uit separate gebouwen rond een groen binnenterrein. Deze gebouwen zijn onderling verbonden, maar kunnen in de toekomst ook worden afgestoten of afzonderlijk worden geëxploiteerd. Het ontwerp is gebaseerd op de visie van De Jong Gortemaker Algra dat ziekenhuizen een kleinschalige sfeer moeten houden, waarin er naar binnen toe een gradiënt van zorg wordt ingericht.

De opdeling van Bernhoven in verschillende gebouwen is interessant als vastgoedprincipe en is afgeleide van de visie op ziekenhuiszorg die De Jong Gortemaker Algra in de loop der jaren heeft geformuleerd. Architect Henk de Jong van het bureau signaleert dat de evolutie van ziekenhuismodellen direct te koppelen is aan een veranderende kijk op zorg in de maatschappij. Zoals men vroeger dacht dat op bed liggen en langdurige 28 — architectenweb

medicatie de weg naar genezing was, zo is tegenwoordig een afgemeten snelle behandeling en daarmee spoedige terugkeer naar huis de norm. Het ziekenhuis als gebouwtype heeft daarmee een transformatie doorgemaakt van gesloten naargeestige beddentoren tot open aangenaam zorgcentrum. Tegenwoordig is het ziekenhuis een verlengstuk van de stad en de samenleving, waardoor patiënten zich minder buitengesloten voelen.

Bij Bernhoven geldt dat hoe dieper je het gebouw ingaat, hoe specifieker en langduriger de behandeling wordt. Dit resulteert in een voor bezoekers en patiënten met kleine aandoeningen weinig confronterende omgeving: je hoeft niet door eindeloze gangen voor een poliklinische behandeling. Daglicht, uitzicht en een heldere routing moeten verder bijdragen aan een prettige omgeving. De aanwezigheid van

Foto’s: Iemke Ruige

Tekst Aldo Trim


In het ontwerp voor Bernhoven is de in het stedenbouwkundig plan voorgeschreven rooilijn en materialisering gevolgd.

veel groen en voorzieningen voor ontspanning zijn volgens De Jong ontzettend belangrijk om voor patiënten een heilzame sfeer te creëren. Deze ontwerpelementen zijn wel regelmatig in strijd met het machinale functioneren van een ziekenhuis. Toch ziet hij het als de taak van de architect om die strijd aan te gaan, om een balans te vinden tussen functies direct gerelateerd aan het ziekenhuis en de meer alledaagse voorzieningen.

Geperforeerd bouwblok Het stedenbouwkundige plan voor Bernhoven omschreef een u-vormig bakstenen volume met een strakke rooilijn. Dit impliceerde meteen al een andere insteek voor het ontwerp. Vaak worden ziekenhuizen van binnenuit ontworpen met een rafelig exterieur. In het geval van Bernhoven is dit min of meer omgedraaid en is het grillige binnenterrein het gevolg van de rechtlijnige omtrek. Vervolgens wordt

met de opzet van de losse gebouwen extra permeabiliteit in het complex gecreëerd; vanuit elk gebouw is veel uitzicht naar de omgeving mogelijk en dringt veel daglicht binnen. Helaas is de door de architecten voorgestelde ondergrondse parkeergarage uit kostenoverwegingen bovengronds rondom het complex aangelegd. Dit verstoort de relatie tussen ziekenhuis en omgeving enigszins, wat wel gecompen- > architectenweb — 29


seerd wordt door de hoeveelheid ruimte en groen op het binnenterrein.

Gradiënt van zorg De losse gebouwen kennen een specifieke functie zoals publieksomgeving, consultomgeving, hotelgebouw, hot floor, onderzoeksgebouw en het facilitair en medisch ondersteunend centrum. Logistieke verbindingen zijn voor een groot deel ondergronds gelegd om de bovengrondse openheid te behouden. Ook blijft de grootte van het complex door de losse opzet zo gevoelsmatig beperkt, wat bijdraagt aan de gewenste kleinschaligheid. Voor De Jong is het ruimtelijke en functionele concept de belangrijkste factor in ziekenhuisontwerp. Hiermee moeten efficiency en menselijk contact hand in hand gaan binnen een healing environment. De gradiënt van zorg is bij Bernhoven letterlijk vertaald in de organisatie van het ziekenhuis. Vanaf de centrale hal kom je meteen bij de polikliniek. Twee lichte en ruime zijgangen leiden naar de spreekonderzoekkamers. Perforaties in het gebouw leveren kleine patio’s op ter afwisseling van de kamers. Links en rechts van de polikliniek liggen respectievelijk de apotheek en de afdeling radiologie, functies waar ook met grote regelmaat mensen naar toe

Iedere functie in het ziekenhuis heeft zijn eigen bouwkundige structuur komen. Iets dieper het gebouw in, in het hotelgebouw, liggen de spoedpost en fysiotherapie. Naar boven neemt de duur en zwaarte van de zorg toe met de operatiekamers, Intensive Care en dialyse. Middenin het complex is een ogenschijnlijk los gebouw geplaatst met de facilitaire dienst en laboratoria. Dit gebouw is ondergronds verbonden met de rest van het complex.

Flexibiliteit Gezien de onzekere toekomst van ziekenhuizen in het algemeen – marktwerking, veranderende levensgewoonten en mondigere patiënten zetten de zorg onder druk – is bij Bernhoven gekozen voor een ontwikkelmodel dat ruimte laat voor veranderingen in de toekomst. De losse gebouwen van het complex kunnen uitgebreid of aangepast worden zonder dat de totale functionele configuratie van het ziekenhuis daardoor wordt verstoord.

De helende groene omgeving is in het interieur doorgezet in de vorm van grote prints.

30 — architectenweb

Grote ramen bieden patiënten riant uitzicht over de (straks) groene binnentuinen

Ook is in het stedenbouwkundig plan genoeg ruimte opgenomen voor nieuwbouw aan de oostkant van het complex. Zo kan het ziekenhuis uitgroeien tot een werkelijke zorgstad rond het binnenterrein, of kan het ruimte bieden voor een mix aan zorg en andere functies zoals wonen, hotel of kantoren. Met betrekking tot het techniek en de constructie van de gebouwen heeft het vastgoedprincipe geleid tot een ontwerp dat is toegespitst op de zorgactiviteiten die gediend worden. Vooral de gekozen structuur van de gebouwen speelt in op de gewenste flexibiliteit en exploitatie. Het hot floor-gebouw heeft een functioneel grid met grote overspanningen en vlakke vloeren. Operatiekamers vereisten hier een zware infrastructuur en gebouwconstructie. Het hotel heeft een stramien passend bij één-persoonskamers en de polikliniek met kantoren incluis heeft een typische 1,80 stramienmaat. De kopgevel van de polikliniek kan gemakkelijk gedemonteerd worden zodat het gebouw met een aantal stramienen verlengd kan worden. Bovenop elk gebouwdeel bevindt zich een aparte technische ruimte met installaties afgestemd op de functie. Qua energiedistributie en luchtbehandeling wordt elk gebouw afzonderlijk bediend, wel kent het gehele complex een centraal warmtesysteem.


2e verdieping

De meest gebruikte en lichtste zorgfuncties zijn direct boven de entreehal gelegd.

1e verdieping

Begane grond

Helend groen Voor het interieurontwerp van de gebouwen heeft De Jong Gortemaker Algra geprobeerd zich zoveel mogelijk in te leven in de ervaring van patiënten. Het belangrijkste aandachtspunt van het bureau was dat patiënten zich op hun gemak voelen en dat het gebouw positief bijdraagt aan hun stemming of zelfs hun behandeling. Hiervoor is het ontwerpthema ‘Bernhoven in het groen’ ingezet. Dit als middel om het ziekenhuis met de streek te verbinden en vanwege het door evidence

based design bewezen positieve psychologische effect dat natuur heeft op het menselijk welbevinden. Veel groen in het interieur werkt samen met het uitzicht op de omgeving. Meteen al in de centrale hal vormt een plantenwand een gezond ogende entree. Zowel de hal als het hotelgebouw hebben een warme huiselijke uitstraling gekregen door toepassing van een ‘houten’ vloer, behang met kruidenmotieven en vaste inrichting met natuurlijke accenten en bruintinten. In de consultomgeving met polikliniek hangen grote landschapsfoto’s aan de muur van de zijgangen waardoor rust en afleiding wordt geboden tijdens het wachten. Er is extra aandacht geschon-

ken aan het materiaal en ontwerp van de polibalies aangezien dit dé plek is waar de bezoeker in fysieke aanraking komt met het ziekenhuis. Met veel gevoel voor de kleine en grote emoties die spelen in een ziekenhuisomgeving is De Jong Gortemaker Algra erin geslaagd om een actueel en ook toekomstbestendig gebouw te realiseren. Ziekenhuizen verkeren in zwaar weer en daarom is ervoor gezorgd dat het huidige complex zich goed kan aanpassen aan veranderingen in de zorgbehoefte. Een van de scenario’s is dat de zorgbehoefte afneemt en dat Bernhoven transformeert tot multifunctioneel collectief in het groen. Op deze en vele andere mogelijke toekomsten is het gebouw voorbereid. — architectenweb — 31


Ruimte om te bewegen In de toekomst zullen ziekenhuizen transformeren tot netwerken van zorggebouwen, waarvan een deel zich in de wijken zullen vestigen. Dat is de visie van architect Frank Pörtzen van Wiegerinck. “Het draait om flexibiliteit en schaalbaarheid.”

De afgelopen decennia zijn een aantal zeer grote ziekenhuizen gebouwd. Kunnen deze gebouwen de grote veranderingen die in de zorg op stapel staan absorberen? Architect Frank Pörtzgen van Wiegerinck betwijfelt dit. “Deze ziekenhuizen hebben straks een probleem.” Volgens hem zullen ziekenhuizen in de toekomst teruggebracht worden tot kernziekenhuizen, waar een netwerk van gebouwen met aanvullende functies omheen ligt. Sommige van deze aanvullende voorzieningen zullen de nabijheid van het kernziekenhuis opzoeken, en zich bijvoorbeeld op een ziekenhuiscampus verzamelen, andere voorzieningen zullen zich dichterbij de patiënten, in de wijk, vestigen. Al deze voorzieningen zullen in de visie van Pörtzgen samenwerken in een netwerk waarin het niet langer draait om elkaar te beconcurreren, maar om elkaar aanvullen. De woorden die Pörtzgen herhaalt zijn ‘flexibiliteit’ en ‘schaalbaarheid’. Om effectief in te kunnen spelen op de veranderingen in de zorg moeten ziekenhuisgebouwen een grote mate van flexibiliteit krijgen en moet het eenvoudiger worden een gebouw erbij te plaatsen of af te stoten. Bij het ontwerpen van nieuwe ziekenhuizen, zoals het Tergooi Ziekenhuis of het Amphia Ziekenhuis, hanteert Wiegerinck daarom een meer stedenbouwkundige dan architectonische benadering. In plaats van het ziekenhuis als één gebouw te ontwerpen, wordt het opgeknipt in verschillende losse gebouwen die met patio’s en galerijen onderling met elkaar verbonden worden. In plaats van een enkel gebouw, ontwerpt het bureau een stedelijk weefsel. In het geval van het Tergooi 32 — architectenweb

Ziekenhuis staan de gebouwen wat verder van elkaar, om het complex op te laten gaan in het omliggende bos. Bij de stedelijker omgeving van het Amphia Ziekenhuis staan de gebouwen wat dichter bij elkaar. De ‘molochen van ziekenhuizen’ die de afgelopen decennia zijn gebouwd, zijn vaak wel flexibel, maar heel beperkt schaalbaar. Daar een gebouw aan toevoegen of een gebouw van afstoten is lastig. De grote gebouwen stammen uit een tijd dat de overheid de zorg nog volledig beheerste. De stabiliserende werking die van het overheidsbeleid uitging maakte investeringen in dergelijke grote gebouwen logisch – de overheid stond immers financieel garant. Sinds 2006 de overheid de ziekenhuiszorg sterk geliberaliseerd heeft, is deze situatie radicaal veranderd. Ziekenhuizen zijn voortaan zelf verantwoordelijk voor de financiering van hun vastgoed. Met de in het verleden op veel plaatsen geproduceerde overcapaciteit bij ziekenhuizen, lijkt de bouw van nieuwe grote ziekenhuizen voorlopig van de baan. Veranderingen in de zorg blijven echter wel om aanpassingen van het bestaande vastgoed en beperkte nieuwbouw vragen. Deze nieuwbouw zal een steeds specifieker karakter

Beeld en foto’s: Wiegerinck

Tekst Michiel van Raaij


krijgen: het moet aan een heldere vraag beantwoorden en iets toevoegen aan wat er al is. Door ziekenhuizen vanuit een kernziekenhuis uit kleinere eenheden op te bouwen, kunnen gebouwen eenvoudiger getransformeerd worden, kunnen er eenvoudiger gebouwen worden toegevoegd of weer worden afgestoten.

Open solids “Tot 2006 was het zo dat wanneer de overheid een nieuwbouwplan voor een ziekenhuis had goedgekeurd, de financiering daarvan op nacalculatie werd verrekend. De financiering was gezekerd”, vertelt Pörtzgen. “Dit betekende dat iedereen erop uit was een zo groot mogelijk gebouw neer te zetten. De ziekenhuizen die wij aan het eind van de twintigste eeuw ontwierpen, het Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en het Flevoziekenhuis in Almere, getuigen van deze situatie.” Om het bestaande Flevoziekenhuis in Almere ontwierp Wiegerinck een 18 meter breed, ringvormig gebouw dat ruimte bood aan allerlei nieuwe functies en op allerlei plaatsen met de oudbouw verbonden was. Met de nieuwbouw werd het Flevoziekenhuis getransformeerd tot een stedelijke super bouwblok dat goed aansloot bij de door OMA ontworpen verstedelijking van de Almeerse binnenstad. Het Maasstad Ziekenhuis dat het bureau in Rotterdam ontwierp heeft een vergelijkbare structuur, al ging het hierbij om volledige nieuwbouw. >

Boven en linkerpagina Door ziekenhuizen modulair op te bouwen, zoals hier bij het Tergooi Ziekenhuis, wordt het eenvoudiger bouwdelen bij te bouwen of af te stoten.

Onder Rond het bestaande Flevoziekenhuis heeft Wiegerinck een 18 meter brede ring ontworpen, waarmee het gebouw tot een ‘open solid’ transformeerde.

architectenweb — 33


“Deze gebouwen zijn een soort solids, in de zin van dat ze een universele en flexibele structuur hebben”, zegt Pörtzgen. “Maar ik noem het ook open solids, omdat het meestal gebouwen zijn met atria en patio’s.” Naast het Flevoziekenhuis en het Maasstad Ziekenhuis vallen het Meander Medisch Centrum, ontworpen door atelier PRO, en het Jeroen Bosch Ziekenhuis, ontworpen door EGM architecten, wat Pörtzgen betreft ook in deze categorie.

Boven Open solid: het Maastad Ziekenhuis in Rotterdam. Onder Schillenmodel: het Gelre Ziekenhuis in Zutphen

Schillenmodel “Toen kwam 2006”, vertelt Pörtzgen, “en veranderde alles. In plaats van dat de ziekenhuizen alles betaald kregen wat ze bouwden, gold ineens een normatieve huisvestingscomponent.” De vergoeding voor huisvesting werd in het nieuwe beleid volledig gekoppeld aan de productie van het ziekenhuis. Dit nieuwe beleid stimuleerde de sector om de bestaande huisvestingsstrategie te herdenken. In dit proces werd het schillenmodel ontwikkeld. “Een ziekenhuis valt eigenlijk in vier gebouwtypen uiteen”, stelt Pörtzgen. “Er is een hotfloor, dat zijn de hoogwaardige technisch-medische voorzieningen. Er is een hotel, dat zijn de verpleegafdelingen. Er zijn kantoren, dat zijn de poliklinieken en de daadwerkelijke kantoorruimten. En er is een fabriek, dat zijn de facilitaire voorzieningen zoals wassen, koken, werkplaats, magazijn, et cetera.” “De hotfloor en het hotel moeten dicht bij elkaar geplaatst worden, het kantoor kan op kleine afstand daarvan staan, en de fabriek kan bij wijze van spreken ook op een bedrijventerrein staan”, vertelt Pörtzgen. “Er ontstaat een diversiteit in het vastgoed, waarbij de gedachte was dat het kantoor of hotel eventueel ook afgestoten kon worden en door een andere partij gehuurd of uitgebaat kon worden. Het leek mogelijk om een terrein te ontwikkelen waarop allerlei functies een plek zouden kunnen vinden, waaronder een ziekenhuis.” “Dat was voor de crisis, toen er nog vraag was naar functies zoals kantoren. Vanaf 2008 is die vraag natuurlijk verdampt en zijn we er een beetje van teruggekomen dat er een alternatieve aanwendbaarheid bestaat voor ziekenhuisgebouwen.” Zelf heeft Wiegerinck in samenwerking met Royal HaskoningDHV zijn ontwerp voor het Gelre Ziekenhuis in Zutphen volgens het schillenmodel uitgewerkt. Het kantoor en hotel hebben in dit ontwerp een plek gekregen in een kamvormig bouwvolume. Zorglandschap

b b

Z

b

Z

Z

b

Z

b

b

b

b b

b

b

b b

b

ac

b

ac

Z

Z

Z b

Bestaande situatie: regionale ziekenhuizen bieden hetzelfde aan en beconcurreren elkaar.

34 — architectenweb

Z

b

b

b

b

Gewenste situatie: een netwerk van verschillende en samenwerkende ziekenhuizen en anderhalvelijnscentra.

“De poten hiervan kunnen desgewenst groeien of krimpen, waarbij krimpen betekent dat er een andere functie in komt”, legt Pörtzgen uit. “De hotfloor zit hier aan een zijde ingeprikt. Bij de hotfloor is de techniek duurder dan het gebouw zelf. Wanneer de installaties hierin na 20 jaar vervangen moeten worden, kan er gewoon een nieuwe hotfloor naast de oude gebouwd worden. Van de ene op de andere dag kan dat overgestapt worden op de nieuwe hotfloor – onderwijl kan het ziekenhuis hetzelfde blijven functioneren.”

Crisis “Ziekenhuizen hebben het momenteel zwaar”, vindt Pörtzgen. “Dat heeft met een aantal zaken te maken. Allereerst zijn ziekenhuizen in korte tijd getransformeerd van gezekerde semioverheidsinstellingen naar zelfstandige ondernemingen. Op papier, want de zorg is nog altijd sterk gereguleerd, niet alleen door de overheid maar in toenemende mate ook door de zorgverzekeraars. Het gaat om een onvolledige marktwerking.” “Ziekenhuizen wordt uitgedaagd met elkaar te concurreren en meer productie te draaien. Maar aan die productie zit zowel een ondergrens, een minimum, als een plafond, een maximum. Te weinig verrichtingen mag niet, teveel ook niet. Een vrije markt is dat natuurlijk niet.” “De financiering van ziekenhuisprojecten is momenteel een drama. Er zijn in wezen maar vier banken in Nederland. ABN Amro financiert geen ziekenhuizen en ING doet het maar mondjesmaat, waardoor de Rabobank en de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) eigenlijk altijd samen aan de beurt zijn.”


Het ziekenhuis als zorgcampus: ontwerp voor het Medisch Centrum Alkmaar.

“Het inkomstensysteem is nog altijd zeer complex en ondoorzichtig, ook voor de ziekenhuizen zelf. In de praktijk betekent deze onvolledige marktwerking naar mijn idee dat ziekenhuizen ernaar streven niet achter te blijven bij hun concurrenten en allemaal hetzelfde aan willen bieden. Er wordt daardoor veel overcapaciteit gecreëerd. Dat is een verspilling van publieke middelen.”

Netwerk “In mijn visie zal het hele zorglandschap zich van concurrentie naar samenwerking bewegen. Dat zal ook buiten de zorg gebeuren, het is een maatschappijbeeld. Concurrentie betekent per definitie dat er verliezers zijn. En die hebben we al genoeg, ook in de zorg. We moeten weg van het neoliberalistische concurrentiemodel naar een model waarin we kijken wat we elkaar te bieden hebben.” Pörtzgen schetst het huidige zorglandschap: in een regio liggen verschillende regionale ziekenhuizen met allemaal hun eigen verzorgingsgebied en centraal een academisch ziekenhuis. De afgelopen jaren ziet Pörtzgen dat de regionale ziekenhuizen in hun verzorgingsgebied buitenpoliklinieken zijn gaan realiseren: kleinere medische centra voor eenvoudigere diensten. Zo bewaken de ziekenhuizen hun territorium. “Er wordt om de patiënten gestreden.” “Dit model leidt tot veel verlies”, stelt Pörtzgen. “De afgelopen jaren zijn er ook daadwerkelijk een paar ziekenhuizen failliet gaan. In Spijkenisse, maar technisch gezien in Beverwijk en Zoetermeer ook. Dat is het gevolg van het nieuwe krachtenspel.” In de visie van Pörtzgen zou het zorglandschap moeten transformeren tot een netwerk waarin zorginstellingen elkaar niet bestrijden, maar werkelijk samenwerken en zich specialiseren. “Wat is mijn kracht? Wat kan jij goed?” In die situatie kunnen er echt kleurverschillen ontstaan tussen ziekenhuizen.

“Het hele zorglandschap zal zich van concurrentie naar samenwerking bewegen”

En dat netwerk zou zich volgens Pörtzgen uit moeten strekken tot in de wijk, met eerstelijns, anderhalvelijns en tweedelijns voorzieningen. “Je ziet nu al schoorvoetend bewegingen in deze richtingen”, zegt Pörtzgen. “Ik ben ervan overtuigd dat dit het nieuwe zorglandschap is dat zal ontstaan.” “Er wordt bijvoorbeeld al gesproken over populatiegebonden bekostiging van de zorg. Dit is een systeem waarbij zorgverzekeraars per regio – op basis van de demografie en ziektebeelden – aan het collectief van zorgverleners een bepaald bedrag geven om de populatie gezond te houden. De zorgverleners kunnen dan onderling uitmaken wat er vervolgens gedaan wordt. Samenwerking ligt dan al veel meer voor de hand dan concurrentie. Het zou een manier van regie zijn waarin wel kaders geschapen worden, maar waarin de zorgverleners ook bewegingsruimte krijgen om de zorg te optimaliseren.”

Schaalbaarheid De transitie van concurrentie naar samenwerking levert niet direct ziekenhuizen op die er heel anders uitzien. Met de liberalisering van de sector en een verwachte verdere deregulering achter de rug, zal de zorg zich wel veel vrijer gaan ontwikkelen. Met meer, maar kleinere, mutaties in het zorgnetwerk. Het belang van schaalbaarheid van de zorg zal daarmee toenemen. Als gevolg van het samenwerkingsmodel zullen bouwopgaven veel meer van onderop komen. Iedere bouwopgave zal, of het nu gaat om transformatie, sloop of nieuwsbouw, veel sterker dan voorheen gefundeerd zijn op een daadwerkelijke vraag. Als gevolg hiervan zullen gebouwen, binnen een flexibel kader, ook steeds specifieker worden. “Er zal een sterkere differentiatie tussen ziekenhuizen ontstaan.” “Zelf denk ik dat ziekenhuizen ook steeds modulairder zullen worden”, stelt Pörtzgen. In verschillende prijsvragen heeft Wie- > architectenweb — 35


“Er zal een sterkere differentiatie tussen ziekenhuizen ontstaan” 36 — architectenweb

Links Om de uitbreiding van het Amphia Ziekenhuis flexibel en schaalbaar te maken, is deze modulair van opzet gemaakt. Rechtsboven Het ontwerp van Wiegerinck voor het Imaging Center van het VUmc kenmerkt zich door een grote transparantie. Rechtsonder Impressie van het modulair opgezette masterplan voor het VUmc van Studio Hartzema.

De wijk in Het terugbrengen van het ziekenhuis tot een kernziekenhuis maakt het ook mogelijk een deel van de voorzieningen die deze nu nog uitvoeren dichterbij de mensen te brengen. Pörtzgen: “Centraliseren waar dat nodig is, maar decentraliseren waar dat mogelijk is.” “Eenvoudigere ingrepen en de behandeling van chronische ziekten kunnen ondergebracht worden in vergrote medische centra, anderhalvelijnscentra. Specialisten kunnen daar ook consulten houden en kleinere ingrepen doen. Dichterbij de mensen, in de wijk. Bovendien staan deze centra op een lager financieringsniveau: ze zijn goedkoper dan ziekenhuizen.” Samen met een aantal partijen ontwikkelt Wiegerinck een flexibel bouwconcept voor deze anderhalvelijnscentra. Het bureau wil met dit bouwconcept straks opdrachtgevers benaderen. Volgens Pörtzgen is het bouwconcept zo opgebouwd dat het na een bepaalde gebruiksperiode getransformeerd kan worden tot woningbouw of gedemonteerd kan worden. “We zoeken nadrukkelijk naar die flexibiliteit, die beweeglijkheid.”

Toekomst Wat betreft ziekenhuizen denkt Pörtzgen dat de belangrijkste opgave in de toekomst de transformatie van bestaande gebouwen is. Zelf werkt Wiegerinck momenteel aan de transformatie van het Laurentius Ziekenhuis in Roermond. “Er is daar zo’n zeven decennia aan gerommeld, waardoor het ziekenhuisterrein nu hele-

Beeld: Studio Hartzema

gerinck dit concept aan de praktijk getoetst. Voor het Medisch Centrum Alkmaar (MCA) ontwierp het bureau in een groengebied een campus van zorggebouwen die zich langs een verkeerskundige structuur kon ontwikkelen. Startend met een aantal modules die het kernziekenhuis zouden vormen, zou deze campus zich kunnen uitbreiden met gebouwen voor geestelijke gezondheidszorg, radiologie, extra poliklinieken, zorghotels, et cetera. “Stap voor stap kan de stad zich dan ontwikkelen.” “Het ontwerp voor het Amphia Ziekenhuis is een uitwerking van dit concept, hoewel het qua schaal nog wel fors is. De modules zijn echter al wel heel behapbaar”, zegt Pörtzgen. “Voor het Tergooi Ziekenhuis geldt eigenlijk hetzelfde.” Het stedenbouwkundig plan van Studio Hartzema voor het VUmc in Amsterdam laat volgens Pörtzgen zien hoe dit concept van schaalbaarheid zich in een hoogstedelijke context als die van de Zuidas vertaalt. Achter het bestaande ziekenhuis wordt daar, rond de bestaande hortus, een ring van zorggebouwen gerealiseerd. Wiegerinck werkt aan het eerste gebouw dat binnen dit masterplan gerealiseerd zal worden, het Imaging Center. “In dit gebouw worden alle beeldvormende technieken van het VUmc samengevoegd”, vertelt Pörtzgen. “Bij dit gebouw wilden we niet dat de gevel bepaald zou worden door individuele werkvertrekken, maar door de publieke ruimte. Omdat voor veel van de functies in het gebouw daglicht ongewenst is, kon dat ook heel goed. Die foto’s moet je in het donker maken.”


Om sneller in te kunnen spelen op veranderingen zullen ziekenhuizen steeds modulairder worden

Aan het Laurentius Ziekenhuis wordt een nieuw entregebouw met hotfloor toegevoegd. Door een hotfloor aan het bestaande Laurentius Ziekenhuis toe te voegen, ontstaat in de oudbouw ruimte voor renovatie.

parkeren

hoofdentree

zorghotel

hotfloor

maal is volgebouwd, en de structuur zoek is. Een vastgelopen complex.” “De opdrachtgever dacht aanvankelijk aan volledige nieuwbouw, maar uit oogpunt van duurzaamheid en identiteit hebben we onderzocht welke van de bestaande gebouwen nieuw leven ingeblazen kon worden.” Uit dat onderzoek kwam naar voren dat de grootste gebouwen prima gerenoveerd konden worden en dat een aantal functies, zoals het operatie complex en de radiologie, op die plek lastig te renoveren zijn zonder het zorgproces in gevaar te brengen.” Om het Laurentius Ziekenhuis beter te hechten in de stad en ruimte te creëren voor nieuwbouw worden aan wat vroeger de achterzijde was een aantal gebouwen gesloopt en wordt hier een nieuw entreegebouw gerealiseerd. “Aan de entree koppelen we een nieuw gebouw dat de bestaande structuur nieuw leven zal inblazen”, vertelt Pörtzgen. “Dat nieuwe gebouw is de hotfloor, met operatiekamers, intensive care en spoedeisende hulp.” Door verplaatsing van deze functies uit de oudbouw naar de nieuwbouw ontstaat intern ruimte om de oudbouw te renoveren en op te schonen. De zorgvuldigheid waarmee de bestaande structuur behandeld wordt vindt Pörtzgen een voorbeeld voor andere ziekenhuizen. — architectenweb — 37


De nieuwbouw van het Erasmus MC in het centrum van Rotterdam heeft EGM architecten een verticale geleding gegeven.

38 — architectenweb


Het einde van het ziekenhuis?

Geen architectenbureau in Nederland heeft zoveel ziekenhuizen ontworpen als EGM architecten. Nu deze bouwopgave op zijn eind loopt, oriënteert het bureau zich op de toekomst. Een open gesprek met de jongste partners bij het bureau, Gijs Raggers en Willemineke Hammer. Tekst Michiel van Raaij

Over alleen ziekenhuizen hebben ze het eigenlijk liever niet meer. “Wij hebben de naam een ziekenhuisbureau te zijn”, zegt Gijs Raggers. “Maar we doen veel meer dan dat alleen”, vult Willemineke Hammer aan. Ze spreken liever over een bureau dat is ‘gespecialiseerd in zorg’: van ouderenzorg via psychiatrische instellingen via ziekenhuizen tot laboratoria. Het probleem van het ziekenhuis, en daarmee van het ziekenhuisbureau, legt Raggers direct op tafel: “We werken er nog wel aan, maar nieuwe ziekenhuizen zitten niet meer in de pijplijn. Ze worden niet meer gefinancierd. En iedereen voelt aan dat het allemaal wel wat efficiënter kan. Hebben de ziekenhuizen wel toekomst?”

Het ziekenhuis is dood, leve het ziekenhuis “Ik maak graag de vergelijking tussen een platenzaak en een ziekenhuis. De platenzaak is er inmiddels niet meer, het is aannemelijk dat het ziekenhuis er over dertig jaar ook niet meer staat”, zegt Raggers. “Muziek bestaat nog wel, maar is nu een app op je telefoon. Zo zal ziekenhuiszorg ook blijven bestaan, maar wel een andere vorm hebben.” “Vanaf het jaar 2000 is er een informatierevolutie gaande”, vertelt Raggers. “De ziekenhuizen lopen door hun grootte hier een beetje op achter. Maar de manier waarop we met informatie omgaan, en dat is heel breed, raakt de zorg in sterke mate. De technologie die de platenindustrie heeft getransformeerd, is ook beschikbaar in de patiëntenzorg. Het principe van ‘kennis is macht’ is aan het verdwijnen, want kennis wordt gewoon gedeeld.” Digitale technologie heeft de platenindustrie volgens Raggers getransformeerd tot een netwerk met knooppunten en communicatielijnen daartussen. De muzikant, de winkel, de luisteraar… alles heeft een plek in dit netwerk. Het belangrijkste verschil met vroeger: “Iedereen kan op dit netwerk inpluggen. Hierdoor is de platenindustrie, dat een onwaarschijnlijk machtig bolwerk was, buitenspel gezet. De ziekenhuizen, die ook onwaarschijnlijk machtige bolwerken zijn, zal dit ook overkomen.” Raggers vertelt dat zijn verhaal zowel binnen als buiten EGM architecten ongemakkelijk gevonden wordt. Dat is ook zijn bedoeling. Het is in zijn ogen best mogelijk dat over dertig jaar de meeste ziekenhuizen nog in gebruik zijn, maar > architectenweb — 39


“De informatierevolutie raakt de zorg in sterke mate” de vorm die de ziekenhuizen nu hebben vind hij onmiskenbaar eentje van het verleden. Met alle technologische, economische, politieke en maatschappelijke veranderingen die de zorg treffen moet volgens Raggers goed nagedacht worden wat de meerwaarde van het ziekenhuis nu nog is. Zijn polemiek is bedoeld om dat scherp te krijgen. “Het is daarbij heel moeilijk om voorbij het beeld van de bestaande ziekenhuizen te kijken”, zo definieert hij de opgave.

Zelfredzaamheid “In het traditionele ziekenhuis gaf je je als patiënt over aan de zorg”, stelt Hammer. “Van die overgave, gaan we nu naar een zo groot mogelijke zelfredzaamheid. Zowel binnen het ziekenhuis, als daarbuiten. We gaan toe naar een situatie waarin iedereen zoveel mogelijk in zijn eigen zorg voorziet. Iedereen wil zijn zorg zelf kiezen.” In de visie van Raggers en Hammer zullen patiënten zelfredzamer moeten worden, maar ook willen worden. Tech-

nologie gaat volgens hen veel diagnoses en handelingen overbodig maken. Ook zullen zorgbehoevenden in de toekomst een groter beroep gaan doen op hun sociale omgeving: familie, buren, vrienden. Vanuit die brede basis van zelfredzaamheid zal er een netwerk ontstaan waarin problemen opgelost kunnen worden. Zeker bij meer routinematige in-

Boven In het atrium tussen de oudbouw en nieuwbouw van het Erasmus MC komt een decentraal wachtgebied. Onder oor het bestaande Erasmus MC wordt een haakvormige nieuwbouw gerealiseerd.

40 — architectenweb

grepen is een ziekenhuisomgeving daarvoor niet nodig. “De dialyse hebben in Haarlem uit het ziekenhuis gehaald en in een winkeltje in de stad geplaatst”, vertelt Hammer. Zo wordt aan alle kanten gekeken of behandelingen niet eenvoudiger kunnen. “Moet je ervoor opgenomen worden en een bed krijgen, of kan het ook in een dag, terwijl je op een stoel voor een raam zit?” Volgens Hammer zal technologie de manier waarop we ons door ziekenhuizen bewegen sterk beïnvloeden, en doet dat het nu ook al. In zowel het Jeroen Bosch Ziekenhuis als het Erasmus MC is de inschrijfbalie al vervangen door een aanmeldzuil. Je gegevens heb je immers thuis op je computer al ingevuld. “We vinden het nu al heel normaal dat onze mobiele telefoon ons naar de voordeur van een ziekenhuis leidt”, zegt ze. “Waarom eindigt die navigatie daar? Dat zou ook binnen door kunnen lopen.” “In alle discussies hierover komt een bepaald moment de vraag naar voren: wie zorgt op welk moment voor het welkome contact”, vertelt Hammer. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis heet een


gastvrouw bezoekers welkom. “Maar dit speelt op de afdelingen zelf ook. Haalt de arts zijn patiënten zelf op, of is iemand anders beter in staat patiënten op dit punt te begeleiden en ze op hun gemak te stellen? In een ontwerpproces kun je dat zorgproces helemaal uiteenrafelen.” De traditionele wachtruimte, waarin je ieder moment opgeroepen kan worden, zorgt volgens Hammer voor veel stress bij patiënten. Het zou veel beter zijn wanneer op een app te zien zou zijn op welke tijd de behandeling precies ingepland staat. In de tussentijd kun je dan nog wat rondwandelen, winkelen of koffie drinken. Bij het uitgebreide Erasmus MC wachten patiënten straks in een decentraal wachtgebied: het nieuwe atrium tussen oudbouw en nieuwbouw. Hier hebben patiënten allerlei voorzieningen, zoals horeca, binnen handbereik. Tien minuten voor aanvang van de behandeling krijgen patiënten een signaaltje. “Zo is de patiënt altijd ‘just in time’ op de afdeling”, vertelt Hammer. “Het reduceert stress en scheelt bovendien veel ruimte.”

Boven Overzicht van het entreegebied van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Onder De eentreehal van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.

Tien procent medisch

Het principe van de zelfredzaamheid willen Raggers en Hammer zo ver mogelijk het ziekenhuis in trekken. “Om een zo normaal mogelijke omgeving te creëren in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, hebben we teruggegrepen op normale stedenbouw en normale architectuur”, vertelt Raggers. Tussen de schijfvormige gebouwen liggen ‘kloostertuinen’, de gebouwen onderling worden verbonden door een volledig beglaasde ‘straat’. “Na binnenkomst lijkt het nog steeds of je buiten staat”, vindt Raggers. “Vervol-

“Het hele ziekenhuis zijn we aan het ‘ont-medisch-eren’”, zegt Raggers. “Het blijkt dat voor 90% van de ziekenhuisfuncties helemaal geen medische omgeving nodig is. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis, dat 120.000 vierkante meter groot is en waar ik vanaf het begin aan gewerkt heb, ziet er helemaal niet meer uit als een ziekenhuis.”

“We gaan toe naar een zo groot mogelijke zelfredzaamheid”

gens is de straat maar zes meter breed. In Rome is dat niet anders en werkt dat ook.” “Ieder gebouw heeft vervolgens een eigen uitstraling”, vertelt Raggers. “Voor de patiënten heeft ieder gebouw een grote lounge met uitzicht over de tuin. Deze ruimte hebben we ontworpen als een huiskamer. Hier is iedereen zelfredzaam en kan bijvoorbeeld koffie gezet worden.” Dit alles verandert zodra patiënten een van de deuren achter de lounge doorgaan. “Dan stap je een grens over. Die hebben we heel letterlijk als grens vormgegeven. Achter die deuren is alles wit en groen. Daar lopen mensen in witte pakken. Daar is alles medisch. Ook qua eisen die aan de omgeving gesteld worden overigens”, vertelt Raggers. Maar het contrast is ook bedoeld om mensen in hun hoofd een switch te laten maken. “Achter die deuren ben je patiënt en > architectenweb — 41


Links Het Jeroen Bosch Ziekenhuis ziet er niet uit als een ziekenhuis. Rechts De wachtruimtes in het Jeroen Bosch Ziekenhuis bieden uitzicht op groene binnentuinen.

loop je achter de arts aan”, zegt Raggers. “Kom je weer terug in de lounge, dan ben jij weer aan zet. De zelfredzaamheid loopt tot die grens.” Raggers vertelt dat de traditionele artsenkamer in nieuwe ziekenhuizen eigenlijk niet meer voorkomt. “Het patiëntencontact is gescheiden van de kantoorfunctie. Dat bevordert ook de samenwerking tussen de disciplines.” In het Jeroen Bosch Ziekenhuis is alle kantoorruimte op één verdieping verzameld, de verdieping boven de poliklinieken. “Daar kan een arts gebruik maken van een volwaardig kantoorlandschap, met overlegplekken, presentatieruimtes, et cetera. Maar het scheelt ook ruimte. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis is een fusie van drie ziekenhuizen en gaat wat betreft zijn kernfuncties terug van 150.000 naar 100.000 vierkante meter.”

Delen van faciliteiten (en patiënten) “De ziekenhuizen die we kennen, hebben deels een industrieel karakter”, vertelt Raggers. “Als je de keuken, het logistiek centrum, de apotheek, de sterilisatie en dergelijke weghaalt, dan hou je eigenlijk een soort kantoorgebouw over waarin je mensen ontvangt en waarin geopereerd wordt, en dat een hotel op het dak heeft. Zonder die industriële component hoeft het ziekenhuis ook niet 42 — architectenweb

meer op zo’n autistisch eilandje aan de rand van de stad te staan, maar kan het terug naar de stad zelf.” Het afstoten en centraliseren van deze ondersteunende industriële functies is volgens Hammer volop gaande. Op initiatief van het Erasmus MC is langs de A15 bij Gorinchem naar ontwerp van EGM architecten een 4.000 vierkante meter grote faciliteit voor de productie van geneesmiddelen verrezen. De helft van dit gebouw bestaat uit cleanrooms. Andere ziekenhuizen kunnen zich aansluiten bij deze Apotheek A15, zoals deze faciliteit genoemd wordt. “Je kunt een healing environment maken door een hele moeilijke machine leefbaar te maken, maar je kunt beter het programma aanpassen”, stelt Raggers. “Al die ziekenhuizen werkten voorheen behoorlijk autonoom. Nu zie je onder de financiële druk die op de ziekenhuizen wordt uitgeoefend overal samenwerkingsverbanden ontstaan, in eerste instantie binnen regio’s.”

“We zijn het hele ziekenhuis aan het ontmedisch-eren”

Volgens Raggers worden patiënten ook niet langer zoveel mogelijk binnengehouden bij de instelling waar ze toevallig aanklopten. “Patiënten worden steeds vaker doorgestuurd naar de plek waar hij het beste behandeld kan worden. Soms is dat bij laagwaardiger, en dus goedkopere zorg.” De zorgverzekeraars maken de dienst uit, waarschuwt Raggers.

Concentratie van kennis en zorg “Het Erasmus MC heeft er bewust voor gekozen in de stad te blijven en haar centrumlocatie uit te nutten”, vervolgt Hammer. “Samen kijken we welke kernfuncties op deze locatie nodig zijn voor wat het ziekenhuis wil zijn. Hoort de revalidatie afdeling er nog bij? Hoeveel bedden zijn er nodig? Welke functies zouden ondergebracht kunnen worden in zorghotels? Bij het Erasmus MC gaat het om de drieluik zorg, onderwijs en onderzoek. Tot welke omvang is concentratie zinvol?” “Op bestuurlijk niveau heeft het Erasmus MC de visie ontwikkeld dat het de zorg zo goed mogelijk rond de patiënt wil organiseren en medische kennis wil borgen”, vertelt Hammer. “Vanuit hun opleiding gaan artsen op een bepaald moment allemaal een andere kant op, de ene richt zich bijvoorbeeld op kanker, de andere op keel, neus en oren (KNO).


Boven Erasmus MC heeft zijn medicijnproductie verzelfstandigd in de Apotheek A15. Onder De helft van de Apotheek A15 bestaat uit cleanrooms.

“Het ziekenhuis is nu een motor voor stedelijke ontwikkeling” Wat als je kanker aan je oor hebt? Dan wil je die specialisten toch bij elkaar hebben. Als het gaat om kennisdeling heb je het niet over een groot en hoog, maar over een compact gebouw.” “Bij dat kernachtige ziekenhuis ontstaat dan ruimte om ook andere functies, zoals horeca, toe te laten die de leefbaarheid van het ziekenhuisterrein vergroten”, vertelt Hammer. “Met de gemeente Rotterdam praten we over hoe het Erasmus MC zich met die voorzieningen in het stedelijk netwerk hecht.” Raggers: > architectenweb — 43


“Zelfstandigheid, dat is de kern van healing environment” “Was het ziekenhuis vroeger een slot met een gracht eromheen, daar is het nu een motor voor stedelijke ontwikkeling.”

Ronald McDonald Huiskamer Omdat het over patiëntenzorg en beleving gaat, vertelt Raggers graag over zijn ontwerp voor het Ronald McDonald huis bovenop het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. “Een paar jaar geleden zou het een ‘parasiet’ genoemd worden: een ‘huiskamer’ van 200 vierkante meter bovenop de entreehal van een 40.000 vierkante meter groot ziekenhuis.” “Als je over die afdelingen loopt, begin je spontaan te huilen”, vertelt Raggers. “Die kinderen maken zoveel mee; samen met hun ouders, broertjes en zusjes. Familiedrama’s. Die families willen soms gewoon even dat ziekenhuis uit, naar een plek waar ze als familie even samen kunnen zijn. Dat is waar de Ronald McDonald huiskamers voor zijn.” Om de families echt het gevoel te geven een moment te ontsnappen, heeft Raggers het contrast tussen de Ronald McDonald huiskamer en het ziekenhuis gemaximaliseerd. De huiskamer staat letterlijk los van het ziekenhuis en is toegankelijk via een soort navelstreng. Van binnen is het huis vervolgens volledig gematerialiseerd in hout. “Een boomhut”, noemt Raggers het, die vertelt dat het een heel gevecht was om dit houten interieur te laten voldoen aan de eisen van het UMC. “Maar als je ziet hoe het 44 — architectenweb

werkt, dan was dit het meer dan waard.” Binnen de Ronald McDonald huiskamer hebben families even weer zelf de touwtjes in handen. “Ze kunnen koffie zetten, zich wassen, zich terugtrekken, een boek lezen… alles wat je als familie wenst om zelfstandig te kunnen functioneren”, zegt Raggers. “En die zelfstandigheid, voor mij is dat de kern van healing environment.” —

Boven Het Ronald McDonald huis ligt bovenop de entreehal van het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. Onder Om een zo huiselijk mogelijke omgeving te creëren is het interieur van het Ronald McDonald huis helemaal uitgevoerd in hout.


advertorial —

Stil tapijt

In het Nederlands Herseninstituut in Amsterdam volgt een onderzoeksteam mensen in hun slaap. De afdeling moet stil zijn en een aangename uitstraling hebben. De teamleiding koos voor de gang het sterk geluiddempende Desso AirMaster, dat ook luchtzuiverend werkt. Onder leiding van Prof. Dr. Eus Van Someren buigt een groep onderzoekers in het Nederlands Herseninstituut zich over de wisselwerking tussen langdurige slapeloosheid en het functioneren van het brein. Voor het onderzoek slapen mensen in het instituut. De afdeling bestaat uit een gang waaraan vier kamers liggen. Aan het begin van de gang bevindt zich het controlecentrum, waar de onderzoekers de slapers volgen op beeldschermen. De afdeling is afgesloten van de rest van het gebouw, dat naast het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam ligt.

Stilte, slapers! “De mensen die worden onderzocht verblijven meestal een nacht of twee in het instituut”, vertelt Van Someren. “We wilden voor die personen een omgeving creeren die stil is en er mooi uitziet. Het is uiteraard belangrijk dat er geen geluidsoverlast is. Een snurker in kamer 1 moet niet de lichte slaper in kamer 2 wakker houden. Daarom zijn de kamers gerealiseerd als een doos-in-doos-constructie.” De gang bleef echter een probleem doordat de zwevende vloer fungeerde als een klankkast. In plaats van het aanvankelijk geïnstalleerde linoleum, werd gekozen voor tapijt in de gang. Hiervoor is Desso AirMaster met SoundMaster toegepast.

voor slaaponderzoek

SoundMaster is een laagconstructie van het tapijt, die de geluiddempende en -isolerende eigenschappen van zachte vloerbedekking verder versterkt. Het systeem zorgt voor een reductie van het contactgeluid van minimaal 10 dB bovenop de standaardwaarde. Daarnaast verbetert SoundMaster de akoestische prestaties van het tapijt met 60% ten opzichte van standaard tapijten.

Zuivere lucht “Het tapijt is akoestisch aangenaam en geeft bovendien een luxe uitstraling”, zegt Van Someren. “Dat past bij ons idee dat we de mensen die hier komen meer in een hotel- dan in een ziekenhuissfeer willen ontvangen. Ze moeten zich prettig en bijna verwend voelen.” Hij benadrukt dat de onderzochte personen niet ziek zijn; ze

hebben geen open huid en er is geen infectiegevaar, dus de ruimten kunnen hier minder klinisch zijn. Van Someren is ook blij met de luchtzuiverende werking van AirMaster. De structuur van Desso AirMaster zorgt voor het opvangen en vasthouden van fijnstof uit de binnenlucht. De open structuur van het product zorgt ervoor dat het stof eenvoudig kan worden verwijderd. “Ik vind het ook belangrijk dat personen niet van het onderzoek zijn uitgesloten door een allergie of een probleem vaan de luchtwegen. Het is goed dat we de mensen een stille, een aangename en een gezondere omgeving kunnen bieden.” — Meer informatie Desso Taxandriaweg 15 5142 PA Waalwijk 0416-684130 desso.nl

Gedefinieerde verfstof PA 6 - PA 6.6 garen Primaire rug Precoating + stabilisator Laag op basis van Desso EcoBase met stabilisator + los geweven glaslinnen Desso SoundMaster (100% PES, 80% gerecyclede inhoud)

architectenweb — 45


— advertorial

Het effect van kleur Een bezoek aan een ziekenhuis brengt voor veel mensen spanningen met zich mee. Kleuren kunnen helpen de omgeving prettig en comfortabel te maken, maar niet elke ruimte vraagt om dezelfde oplossing. Verffabrikant Caparol heeft daarom het concept Health_Care ontwikkeld. Het ontwerpen van een interieur is veel meer dan het opstellen van een inrichtingsplan. Het ontwerp moet de functie die voor de ruimte is bedacht faciliteren, maar zeker zo belangrijk is dat de ruimte door bezoekers als prettig wordt ervaren. De sfeer van een interieur wordt voor een belangrijk deel bereikt door kleurgebruik. Mensen reageren anders op verschillende kleuren: verzadigde kleuren uit het gele/oranje/rode deel van de kleurencirkel stimuleren over het algemeen de energie, terwijl tinten uit het blauwe/groene deel kalmerend werken, in zowel fysiek als mentaal opzicht. Ook is het zo dat hoe verzadigder een kleur is, hoe sterker de gevoelsreactie is die hij oproept. Om het gewenste effect in een interieur te bereiken, moet de ontwerper naast de uitgangspunten voor goede vormgeving rekening houden met deze emotionele effecten van kleuren.

Rust en vertrouwen Juist in een zorgomgeving zou het interieur moeten bijdragen aan het creëren van een rustige en vertrouwenwekkende sfeer. Een bezoek aan het ziekenhuis gaat immers voor veel mensen gepaard met onzekerheid en stress. Voelt een patiënt zich op zijn gemak, dan heeft dat een positief effect op de medische behandeling. Bij de kleurkeuze moet rekening worden gehouden met het soort afdeling en de duur van het verblijf. De kinderafdeling vraagt andere kleuren en contrasten dan de afdeling gerontologie. Een patiëntenkamer voor langer verblijf moet in de eerste plaats rust en veiligheid uitstralen, daar kunnen dus het beste zachte tinten worden toegepast. In verkeerszones kunnen felle kleuren daarentegen bijdragen aan de oriëntatie.

Concept Health_Care Caparol, fabrikant van professionele bouwverven, heeft een samenhangende visie geformuleerd op vastgoedonderhoud en interieurdesign in de zorg: concept Health_Care. Deze visie omvat een afgestemd kleurenschema dat bestaat uit 63 basis-, ondersteunende en accentkleuren. De Health_Carebrochure geeft praktische voorbeelden voor publieke ruimten, semipublieke ruimten (wachtkamers, personeelskamers, restaurant), niet-publieke ruimten (patiëntenkamers) en bijzondere ruimten als onder46 — architectenweb

zoekskamers, operatiekamers, intensive care en therapieruimten. Daarnaast wordt rekening gehouden met esthetische en functionele eisen als stootbelasting, duurzaamheid, onderhoud en de mogelijkheid tot desinfectie. Voor alle partijen in de zorg die zich over het kleurgebruik in het interieur buigen, biedt de visie van Caparol zo een goed beginpunt om tot een afgewogen kleurontwerp te komen. —

Meer informatie DAW Coatings Nederland Postbus 1122 3860 BC Nijkerk 033-2475000 caparol.nl


advertorial —

Het nieuwe Meander Medisch Centrum van Amersfoort is meer dan 100.000 vierkante meter groot. Ondanks haar grootschaligheid oogt het complex overzichtelijk en vriendelijk doordat het uit meerdere gebouwdelen bestaat. Ter ondersteuning van de oriëntatie heeft atelier PRO gebruik gemaakt van kleuraccenten bovenop een beperkt aantal basiskleuren en materialen, zoals de overwegend lichte vloerbedekking van Tarkett. Mensen die onder druk staan moeten het ziekenhuis als een rustgevende omgeving ervaren, stelt atelier PRO. Oriëntatie, daglicht en natuur zijn essentiële onderdelen voor het welbevinden van de patiënten, maar ook van de bezoekers en de medewerkers. Het architectenbureau heeft het Meander Medisch Centrum, waarvan de bouw inmiddels is afgerond, daarom ontworpen als een aantal gekoppelde gebouwen. Een ‘laan’ en een aantal ‘pleinen’, van waaruit alle ‘huizen’ bereikbaar zijn, zorgen voor een overzichtelijke structuur. Vanaf de entree vormt de Laan de centrale as vanwaar alle openbare bouwdelen zichtbaar en toegankelijk zijn. De drie pleinen – de Brink, Foyer en Oranjerie – zijn glasoverkapte ruimten. Belangrijke oriëntatiepunten groeperen de publieke functies als het restaurant, de apotheek, het auditorium en de wachtruimten. De poliklinieken liggen in losse gebouwen aan de Laan. Tussen de gebouwdelen liggen grote buitenruimten, die zorgen voor ruim zicht op het omringende natuurgebied en voor ruime daglichttoetreding.

eenheid maakt het mogelijk om de functies die door de gebouwen terugkomen er met een kleuraccent uit te laten springen. Zo zijn balies altijd in groen uitgevoerd, hebben wachtkamers altijd een groene achterwand en hebben alle verpleegkamers een warme houten achterwand. Per afdeling is dit subtiel aangevuld met andere accentkleuren. Ook hebben de toegangen naar poliklinieken verschillende kleuren, voor herkenning en een afwisselend beeld. Atelier PRO wilde kleur niet laten overheersen; een rustige, warme, aangename basis was van belang. In de gebieden van de operatiekamers en de intensieve zorg wilde de opdrachtgever lichte vloeren met het oog op hygiëne.

Familie van vloeren In de verpleegkamers is de IQ Natural van Tarkett toegepast. Deze duurzame vloer (geheel recyclebaar, voor 75% vervaardigd uit hernieuwbare grondstoffen en ftalaatvrij) is ook gebruikt in de laboratoria en gangen van de poliklinieken.

De vloer als rustige basis De IQ-serie van Tarkett is op meer plaatsen toegepast; in verschillende uitvoeringen is de vinyl vloerbedekking geschikt voor diverse ruimten. Zo is kleurig IQ Optima met hoge chemische resistentie gebruikt voor de wanden van de laboratoria en ligt in de OK’s de geleidende vloerbekleding IQ Granit SD. Atelier PRO heeft ook Tarkettvloeren met een warme uitstraling van eiken planken toegepast in bijvoorbeeld de gangen tussen de poliklinieken en de verpleegafdelingen en in het gehele Psychiatrisch Centrum. De IQ-serie kenmerkt zich verder door goede technische specificaties zoals grote slijtvastheid, geringe indrukgevoeligheid en hoge chemische resistentie. Daar komen voor het ziekenhuis ook interessante eigenschappen bij als duurzaamheid en zeer lage exploitatiekosten. —

Groene balies Met het oog op oriëntatie en herkenbaarheid heeft het architectenbureau gekozen voor een diversiteit in verschijningsvormen en gebouwhoogtes. Door gebruik te maken van een beperkt aantal basiskleuren en materialen is de eenheid in het ziekenhuis echter behouden gebleven. Deze

Meer informatie Tarkett Postbus 362 4900 AJ Oosterhout 076-5780760 tarkett.nl

architectenweb — 47


“Bied iedere keer weer die

geruststelling” Een ziekenhuis tot een prettige omgeving maken, is dat mogelijk? Welke factoren zorgen er voor dat een patiënt een omgeving als aangenaam ervaart? Fiona de Vos (Studio dVO), pionier in de omgevingspsychologie in Nederland, slaat de brug tussen de eindgebruiker, de architect en de opdrachtgever. Wat zijn volgens haar de kritieke succesfactoren voor het ontwerpen van een healing environment? Tekst Rosi de Kok Haar interesse voor omgevingspsychologie begon in 1992 bij het lezen van een artikel over de layout van een ziekenhuisgang op een verpleegafdeling, vertelt Fiona de Vos. “In Nederland kennen we veelal de lange gangen met een zusterpost aan het begin. De verpleging komt

bij de patiënten aan het einde van de gang veel minder vaak langs dan bij die aan het begin. In Amerika daarentegen maken ze al heel lang vierkante of ronde plattegronden, met een open verpleegpost in het midden. Dat heb ik Nederland tot op heden nog niet gezien. Daardoor is er 24/7 toezicht. Als je weet dat je gezien wordt, voel je je als patiënt rustiger en doe je minder snel een appèl op de verpleging. De verpleging heeft gelijke loopafstanden naar iedereen, overziet alles en houdt, doordat ze minder loopt, meer tijd over voor de zorg aan de patiënt. Dat vond ik zo fascinerend, ik dacht: daar wil ik wat mee.”

Vanuit eenpersoonskamers mobiliseren Fiona de Vos is in alle fases van het ontwerp betrokken. “Voordat er over bouwen nagedacht kan worden moet er een visie worden vastgelegd. Wat wil je als organisatie bereiken? En hoe vertaal je die visie vervolgens naar een gebouw? In de visie worden veel zaken al vastgelegd die daarna een logisch vervolg krijgen in het Programma van Eisen. Als je zegt: pa- > 48 — architectenweb

Om in het Kankercentrum van het VUmc in Amsterdam een huiselijke omgeving te kunnen creëren heeft D/Dock een enorme strijd geleverd om, voor een ziekenhuis, onconventionele materialen toe te kunnen passen.


architectenweb — 49


Boven Via inpandige ramen wordt in het Kankercentrum van het VUmc daglicht gesuggereerd. Onder Een ontspanningsruimte in het Kankercentrum van het VUmc.

“De kosten voor het voorzien in eenpersoonskamers verdient zich terug”

tiëntveiligheid is onze missie, dan kun je niet meer volstaan met meerpersoonskamers. Evidence based design helpt hierbij om de keuzes toe te lichten. Uit onderzoek blijkt dat de kosten voor het voorzien in eenpersoonskamers zich terugverdienen. Dat is wel het moeilijke: je koppelt een bouwbudget aan exploitatiebudget. Eenpersoonskamers reduceren kruisinfecties en de communicatie tussen het personeel en de patiënt is beter. Het sociale aspect waar wij in Nederland aanvasthouden weegt niet op tegen de voordelen van een eenpersoonskamer. Dat betekent niet dat de sociale interactie niet ontzettend belangrijk is. Bij het Orbis Medisch Centrum in Sittard is daar slim op inge-

speeld. Daar zijn de eenpersoonskamers voorzien van glazen schuifdeuren. Als je ziek bent kun je de schuifdeuren dichtdoen en de blinds naar beneden doen. Dan heb je totale privacy. Zodra je je lekkerder voelt kun je ze openzetten. Wanneer je beter bent kun je naar het middengebied, dat is slechts vier stappen, en daar kan je mensen ontmoeten. Je moet het contact opzoeken, je moet je mobiliseren. Iedere dag dat je in bed ligt stijgen ligduur en sterfte exponentieel. Daarom is mobiliseren ontzettend belangrijk, zeker bij de grotere ouderenpopulatie. De ontwerper kan hier een grote invloed op uitoefenen bij het ontwerpen van een ziekenhuis. Overtuig de opdrachtgever er

van dat die mobiliteit cruciaal is in het genezingsproces. Mensen kunnen eerder naar huis als ze meteen worden gemobiliseerd. Wanneer krijg je mensen aan het lopen? Als er iets is om naar toe te gaan. Ook het ontlasten van het personeel door bijvoorbeeld het plaatsen van zitjes op de gang helpt hier bij.”

Eerste zeven seconden “Het bezoeken aan een zorginstelling brengt vaak stress met zich mee. Daardoor wordt je waarneming beperkt. Het zichtbaar maken van de entree, dat is het verwelkomen van mensen. En dat moet overduidelijk zijn, de route naar de entree moet als een rode loper zijn. In stressvolle situaties is het belangrijk mensen steeds te blijven bevestigen dat ze op de goede weg zitten, ook al kunnen ze geen andere kant op. Mensen bepalen in de eerste zeven seconden hoe ze zich in een gebouw en een ruimte voelen. Vandaar dat het beeld, de geruststelling, de bevestiging, maar ook de afleiding die wordt geboden in deze eerste seconden cruciaal zijn. Dit is vergelijkbaar met het betreden van een hotellobby. Zorg voor een balie waar je verwelkomd wordt. Als je daar gebruik van wilt maken kan dat, biedt de keuze, zorg iedere keer weer voor die geruststelling. Bedenk daarnaast dat heel veel patiënten tegenwoordig via de eerste hulp binnenkomen. Hoe is die routing en hoe beleef je die? Als je op je rug ligt, wat zie 50 — architectenweb


Boven Bij het Orbis Medisch Centrum, naar ontwerp van Bonnema Architecten, zijn de patiëntenkamers voorzien van glazen schuifdeuren. Onder Om de patiëntenruimten in het Kankercentrum van het VUmc er zo huiselijk mogelijk uit te laten zien, zijn de medische voorzieningen er zoveel mogelijk uit het zicht geplaatst.

je dan? Kijk je in lampen of zijn de lampen weggewerkt? Dit vraagt een andere benaderingswijze.” D/Dock heeft zich in het nieuwe kankercentrum van het VUmc in Amsterdam volledig gefocust op de beleving en geruststelling van de patiënt. “Het bureau heeft een enorme strijd geleverd met de gevestigde orde over gebruik en positionering van materialen en verlichting. In het ontwerpproces stond de patiënt constant centraal: de patiënt gaat wachten in daglicht, artsen krijgen inpandige werkruimtes en ook gangen zijn gelegen aan daglicht. Het resultaat is een licht interieur, met onconventionele materialen, verlichting en de toepassing van inpandige ramen die suggereren dat er daglicht doorheen komt.”

Een ziekenhuis als een hotel “Eigenlijk willen we een hospitality concept creëren in het ziekenhuis. We optimaliseren in Nederland nu een oud systeem, maar misschien moeten we dat even helemaal loslaten en iets nieuws gaan doen. Een geweldig voorbeeld >

“Eigenlijk willen we een hospitality concept creëren in het ziekenhuis” architectenweb — 51


is de aanpak van Gerard van Grinsven bij het Henry Ford West Bloomfield Hospital, Michigan, USA. De voormalig manager van het Ritz-Carlton Hotel vertaalde het hotelconcept naar het ziekenhuis. Eenpersoonskamers, móóie kamers, room service en alle bijbehorende faciliteiten. Deze service verdient zichzelf terug doordat mensen sneller beter worden. Van Grinsven keek verder dan alleen het gebouw an sich: welke rol speelt het gebouw in de gemeenschap? Komen mensen bij je als je ziek bent, of weten ze al van jouw bestaan af op andere manieren? Kun je pro-actief een band aangaan met omwonenden door voorzieningen aan te bieden op het gebied van wellness, gezond eten en medicatie? Heel inspirerend: hij creëert wellness voor een gemeenschap die helemaal niet ziek is, maar wel andere behoeften heeft. Dit kan voor iedere zorgfunctie gelden; bij een huisartsenpraktijk, gezondheidscentrum, ziekenhuis of verzorgingstehuizen.”

Ouderenzorg weer onderdeel van samenleving De Vos is ook betrokken bij het ontwerp van verzorgingshuizen waar ouderen 52 — architectenweb

“Gedrag als agressie komt door een misfit tussen de persoon en zijn omgeving” met dementie leven. “Daar is de omgeving cruciaal. Onderzoek toont aan dat je medicijngebruik met vijftig procent kunt reduceren als je een omgeving inzet als middel om te compenseren wat mensen niet meer kunnen en te stimuleren wat ze wél kunnen. Gedrag als boosheid, agressie en desillusies wordt vaak toegeschreven aan de ziekte, maar het komt eigenlijk door de misfit tussen de persoon en de omgeving. Bijvoorbeeld: Je bent opgesloten, dus is er een ruimte gecreëerd waarbinnen je vrij kan bewegen. Er bevindt zich een glazen deur naar buiten toe die op slot zit. Iedere keer krijg je weer die prikkel, een uitnodiging om naar buiten te gaan en vervolgens de frustratie dat de deur op slot zit. Zorg dus dat deuren waar mensen niet

Boven Verpleeghuis Hogeweyk in Weesp is ontworpen als een kleine stadswijk.

Onder De kamers in het Henry Ford West Bloomfield Hospital zien eruit als hotelkamers.


“Bij verzorgingshuizen moet de grens van de leefomgeving bij de entree van het complex lopen” doorheen mogen volledig gecamoufleerd zijn, dat ze niet opvallen. Creëer daarnaast een veilige buitenruimte die via een glazen deur toegankelijk is. In het geval van grootschalige verzorgingstehuizen is het belangrijk dat de begrenzing van de leefomgeving van de bewoners niet eindigt bij de woongroep, maar eindigt bij de entree van het complex. Een mooi voorbeeld hiervan is verpleeghuis Hogeweyk in Weesp, ontworpen door MolenaarBolVanDillen architecten. Dementerende ouderen wonen hier bovendien in kleine woongroepen die zijn ingedeeld op leefstijl zoals Goois, stads, christelijk of Indonesisch. Deze woningen zien er totaal verschillend uit, er wordt anders gegeten en sluiten daardoor beter aan op de achtergrond van de mensen die er wonen. De komende generatie ouderen zal echter steeds langer thuis moeten blijven wonen. We moeten nadenken hoe gezondheidsvoorzieningen een ontmoetingsplek kunnen worden. Een plek waar mensen samen komen, samen kunnen eten en van verschillende diensten gebruik kunnen maken, maar wel thuis wonen. Het is tijd de gezondheidsvoorzieningen meer in te bedden in de gemeenschap.” — Links In verpleegtehuis Hogeweyk zijn de woongroepen ingedeeld op leefstijl, zoals Goois.

architectenweb — 53


— advertorial

Gezonde variatie in

werkplekken De GGD Brabant Zuid-Oost heeft recent zijn intrek genomen in de Witte Dame in Eindhoven. Bij zijn nieuwe huisvesting wilde de zorginstelling Het Nieuwe Werken implementeren. I’M architecten heeft die wens beantwoord door een gevarieerde invulling van de werkvloer met een diversiteit aan meubelen. Werknemers kunnen de werkplek nemen die aansluit bij hun activiteiten op dat moment: geconcentreerd werken, samenwerken, vergaderen, klanten ontvangen.

54 — architectenweb

Rechts Op de begane grond van de Witte Dame ontvangt de GGD haar bezoekers in een warme, open ruimte.

algemene kwalitatieve eisen aan de werkomgeving, de inrichting en het meubilair waren opgenomen. Ook omvatte het plan een functionele beschrijving van het front- en backoffice. I’M architecten, dat participeerde in meerdere werkgroepen rond het plan, heeft het concept van Veldhoen+Company vertaald naar plattegronden en sfeerbeelden. Het architectenbureau heeft op basis van de wensen en eisen, maar ook op basis van het ge-

bouw en gesprekken met medewerkers een interieurconcept ontwikkeld. De nieuwe huisvesting van het hoofdkantoor biedt een werkplek aan alle medewerkers en is tegelijkertijd de locatie waar klanten en partners in een aangename sfeer ontvangen worden. De keuze voor een bestaand gebouw als nieuwe huisvesting en de keuze om door middel van Het Nieuwe Werken substantieel te besparen op het aantal

Foto’s: Joost Duppen

Bij de zoektocht van de GGD BrabantZuidoost naar een nieuw onderkomen in Eindhoven, stond voor de instelling vast dat het zich zou vestigen in een bestaand gebouw. I’M architecten uit Deventer maakte op verzoek tweemaal een haalbaarheidsplan: de eerste keer voor een pand op Strijp T, daarna voor ruimten in de Witte Dame in het centrum van de stad. De GGD koos voor het tweede plan, met name op basis van de ligging en de kosten. De zorginstelling huurt nu in de voormalige Philips-fabriek een vloeroppervlak van vierduizend vierkante meter, verdeeld over twee bouwlagen. Op de begane grond zijn de publieksbalies gesitueerd; op de vijfde verdieping van het gebouw is de kantoorruimte van de GGD ondergebracht. In het kader van de verhuizing stelde Veldhoen+Company een Functioneel Plan van Eisen op, waarin onder meer de


advertorial —

I’M architecten schaart onder het thema duurzaamheid ook het welbevinden van mensen

vierkante meters kantoorruimte, zijn beide ingegeven door het duurzaamheidstreven van de GGD. I’M architecten nam dit als basis voor het interieurontwerp en voegde hier de missie van de GGD aan toe: mensen helpen gezond te leven en ziekten te voorkomen. Vanuit de duurzaamheidgedachte heeft I’M architecten de opdrachtgever weten te overtuigen om bestaande plafondeilanden en de vloerbedekking

te hergebruiken. Voor de GGD was dat ook nog eens kostenbesparend en verbeterde het de akoestiek in het industriële gebouw. Met betrekking tot het nieuwe meubilair is gekozen voor Gispen-meubels, die voldoen aan de eisen van Cradle to Cradle. Duurzaamheid strekt zich volgens het architectenbureau echter verder uit dan energiebesparing, milieuvriendelijke materialen en Cradle to Cradle-producten. Duurzaamheid omvat volgens I’M architecten ook het welbevinden van de medewerkers. Ook daaraan kan de werkomgeving bijdragen. Het concept van het bureau gaat daarom uit van “een prettige, natuurlijke werkomgeving. Geen lange rijen van werkplekken, maar voor iedere medewerker een eigen plek in de natuur.” > architectenweb — 55


— advertorial

Links De Gispen Ellen Duolounges bieden afgezonderde overlegplekken. Onder De kantoorruimte is afwisselend opener en geslotener ingericht. Rechterpagina boven De bibliotheek met krantenknipselwand en stoelen van Richard Hutten. Rechterpagina midden De kleuren en zachte materialen van het interieur contrasteren met het industriële gebouw. Rechterpagina onder Het Nieuwe Werken wordt ondersteund door een diversiteit aan werkplekken.

Zo divers als een bos Voor de medewerkers zou het even wennen worden: geen vaste werkplek meer. Om hen binnen het principe van Het Nieuwe Werken een aangename omgeving te bieden, hebben Lisette Koekkoek en Martin Kleine Schaars van I’M architecten voor variatie in de werkplekken gezorgd. De werknemers kunnen de werkplek kiezen die aansluit bij de activiteit of wens van het moment. Als metafoor in het interieurconcept kwamen Koekkoek en Kleine Schaars zo op ‘het bos’. Het bos is een natuurlijke en afwisselende omgeving, waar men graag wandelt en tot rust komt. Het Nieuwe Werken, een prettige werkomgeving en het imago van de GGD als gezondheidsinstelling komen hierin bij elkaar. Voor de twee verdiepingen heeft het architectenbureau drie ‘bosomgevingen’ ontworpen: het (dichte) bos, de open plek in het bos en de bosrand. De open plek in het bos is het centrale communicatiegebied. Dit open gebied wordt aan twee zijden begrensd door verdiepingshoge volumes, die fungeren als gesloten vergaderkamers. Verticale elementen aan de zijkanten en een hoog, donker akoestisch plafond zorgen voor een combinatie van openheid en geborgenheid, de ‘schaduw’ op de open plek, aldus I’M architecten. Direct om deze open plek heen liggen de samenwerkingsplekken, die divers van karakter zijn. Losjes verspreid over de vloer vormen ze een afwisselend opener en dichter ‘bos’. Voor de verschillende activiteiten zijn er diverse meubels beschikbaar. De Ellen Duolounge, met de witte achterwand en gekleurde kussens, 56 — architectenweb

Werknemers kiezen voor elke activiteit de meest geschikte werkplek leent zich volgens Gispen bijvoorbeeld goed voor overleggen, discussiëren of het gezamenlijk opstellen van een document. Dankzij een schuifbaar blad en elektrische hoogteverstelling kan de werkplek eenvoudig naar behoefte worden ingesteld. Voor meer besloten sessies is op verzoek van de architect een speciale versie in een U-vorm ontwikkeld, verklaart Gispen. Voor een activiteit met veel communicatie, zoals een ad hoc overleg,

kunnen de medewerkers aan de lange, houten projecttafel aanschuiven. Voor de natuurlijke uitstraling zijn de stoelen in groen uitgevoerd. Veelal hebben Koekkoek en Kleine Schaars niet voor algemene verlichting gekozen, maar voor directe dan wel indirecte verlichting, afhankelijk van de werkplek. De concentratiewerkplekken bieden rust; hier zitten de medewerkers verder van elkaar af. Privacy wordt bijvoorbeeld geboden door de op maat gemaakte Gispen CubiC-bureaus. Dankzij de glazen wand blijft het contact met de omgeving gewaarborgd. Van deze serie zijn diverse modellen toegepast. De CubiC-bureaus


advertorial —

De inrichting zorgt voor een functionele en tegelijkertijd informele sfeer Ontwerp

kenmerken zich door de zijwanden of -wangen, die doorlopen tot op de vloer. Naast een rustig beeld geeft dit de mogelijkheid om bekabeling weg te werken en het geperforeerde staal draagt bij aan een verbeterde akoestiek. Het blad is schuifbaar en in hoogte verstelbaar. Deze bureaus zijn goed te combineren met de Gispen SDK schuifdeurkasten, die hier eveneens zijn toegepast. Tussen bovengenoemde zones in zijn op strategische plaatsen zones voor informeel overleg geïntroduceerd: de ‘bosrand’. De GGD heeft in het gebruik al gemerkt dat er veel spontaan gebruik van wordt gemaakt.

Hoewel de GGD Brabant Zuid-Oost bewust heeft gekozen voor een bestaand fabrieksgebouw, was de instelling aanvankelijk bezorgd of het pand een sfeervolle en comfortabele werkomgeving zou bieden. Met een vrije verdiepingshoogte van vier meter en grote glasvlakken aan de oost- en de westgevel is het een ruimtelijk gebouw met een Spartaans karakter, menen Koekkoek en Kleine Schaars. Het bureau wilde dat niet versterken door ook nog eens strakke meubels, industriële verlichtingsarmaturen en louter rechte lijnen toe te passen. In plaats daarvan wilden de architecten een contrasterende invulling creeren. Het bureau heeft gekozen voor veel zachte materialen en een ruime toepassing van kleur en beeld. Op de begane grond zien de klanten en medewerkers uitvergrote beelden van bacteriën en foto’s van Eindhoven, als verwijzingen naar het werkterrein van de dienst en de locatie. Op de vijfde verdieping zijn de bibliotheekwanden voorzien van graphics met krantenknipsels waarin de GGD wordt vermeld. Hier heeft het architectenbureau ook heldere kleuren gesteld tegenover het grijs van het casco. De Bronto-stoel uit de Gispen Home Collectie vormt hier een speels en zacht contrast met het industriële gebouw. Volgens de zorginstelling zijn de medewerkers en de bezoekers positief over het resultaat. Niet alleen over de functionele indeling is de instelling tevreden, ook de warme en rustige uitstraling van het interieur noemt ze geslaagd. Aan die functionele en tegelijkertijd informele sfeer dragen de zachte materialen, de warme kleuren en de vrije opstelling van de meubels in belangrijke mate bij. — Meer informatie Gispen Postbus 30 4100 AA Culemborg 0345-474211 gispen.nl

architectenweb — 57


— advertorial

Het theatraal vormgegeven atrium heet de gasten in het herstelhotel van harte welkom.

58 — architectenweb


advertorial —

Herstellen in

een viersterrenhotel Het viersterrenhotel Udens Duyn, ontworpen door de Jong Gortemaker Algra, verwelkomt zijn gasten met luxe kamers en faciliteiten in de omgeving van het natuurgebied De Maashorst. Het hotel ontvangt niet alleen de gangbare gasten, maar ook gasten die zorg nodig hebben en in alle rust en ruimte werken aan hun herstel. Het ‘herstelhotel’ Udens Duyn biedt voor de gasten die dat nodig hebben vierentwintig uur zorg en verpleging, buiten de omgeving van het ziekenhuis. Het initiatief tot dit bijzondere hotel is genomen door BrabantZorg, BrabantWonen, ziekenhuis Bernhoven en revalidatieorganisatie Tolbrug. De komst van het nieuwe ziekenhuis in Uden was aanleiding voor de samenwerking. De partners willen met dit initiatief gasten de mogelijkheid bieden om gebruik te maken van een nieuw type zorgverlening en gastvrijheid. Het achterliggende idee is dat de rust en het comfort in een andere omgeving een spoedige re-

Foto’s: Hotel Udens Duyn

Het atrium verwijst in zijn vormentaal, kleurstelling en met licht van boven naar de ervaring van een canyon

validatie stimuleert. Daarmee zou het hotel, dat afgelopen september is geopend, bijdragen aan een snellere doorstroming in de zorg. Het hotel ligt aan de noordkant van Uden en past in de gebiedsvisie die is ontwikkeld voor Uden-Noord. De visie voorziet in een ‘central strip’ met de nieuwbouw voor het ziekenhuis Bernhoven, dat eveneens is ontworpen door de Jong Gortemaker Algra (dJGA), als hoofdfunctie. Hotel Udens Duyn ligt aan de noordboulevard van deze strip en grenst aan het ziekenhuis. Op steenworp afstand ligt het natuurgebied De Maashorst met een zandverstuiving. Volgens het beeldkwaliteitsplan worden de gebouwen aan de buitenzijde van de strip uitgevoerd als gemetselde volumes. Het ontwerp van dJGA laat het hotel hierop aansluiten: het gebouw heeft een arcade van donkere gemetselde penanten en daarboven een volume in gemetselde rode stenen. De gevel van Udens Duyn volgt de rooilijn van de andere gebouwen aan de strip, die daardoor helder leesbaar is.

Warme ontvangst De buitenzijde van Hotel Udens Duyn heeft dJGA ingetogen gehouden. Het is het interieur dat direct de aandacht van de bezoeker trekt. Een centraal geleden atrium met opvallend gewelfde vormen verbindt hier de verschillende verdiepingen. Hier verbindt een centraal gelegen atrium met gewelfde vormen de verschillende verdiepingen. Op de begane grond en de eerste verdieping strekt het atrium zich uit van de noordgevel tot de zuidgevel. De vormgeving van de ruimte verwijst volgens het bureau naar die van een canyon, wat tot uitdrukking komt in de vloeiende lijnen en kleurstelling van de wanden, en het daglicht dat van boven binnenvalt. De ruimtelijke ervaring die de ‘canyon’ bij binnenkomst oproept, staat wat betreft dJGA symbool voor het warme welkom in het herstelhotel. De golvende wanden van het entreegebied beginnen al buiten de glazen façade van het entreegebied. Het gebruik van natuurlijke materialen als natuursteen voor de vloeren en hout voor de wanden draagt bij aan de prettige ontvangst. Geheel in de slingerende vormen opgenomen is de receptie: een ellipsvormig meubel, dat doorloopt als een bar. Rond dit volume liggen de lounge, ontbijtruimte en het restaurant, met een terras op de zuidzijde. Aan de oostzijde ligt een aantal – van de in totaal 55 – hotelkamers. Aan de voorzijde, onder de arcade, ligt een commerciële ruimte. > architectenweb — 59


— advertorial

het ziekenhuis. De vierde en vijfde verdieping van Udens Duyn zijn gereserveerd voor uitbreiding van het aantal hotelkamers en bieden ruimte aan de technische installatie.

De receptie en bar zijn volledig in de slingerende atriumwand opgenomen.

Op de begane grond liggen voorts de serviceruimten, de personeelsvoorzieningen en de logistieke ruimten ten behoeve van het personeel, de zogenoemde ‘back of the house’. Het personeel heeft een eigen entree aan de oostzijde van de arcade. Deze sluit direct aan op de kleedruimten en van hieruit bereikt het personeel eenvoudig het back of the house. Via een trap, die in geval van nood ook dienst doet als noodtrap, kunnen de hotelmedewerkers naar de revalidatie- en wellnessafdeling op de eerste verdieping.

Indeling verdiepingen In het centrale atrium bevinden zich twee bezoekersliften en een open trap. Deze trap vormt een uitnodigende verbinding van de begane grond met de eerste verdieping. Hier liggen de ruimten voor ergotherapie, fysiotherapie, fitness, de oefenzaal en het sportcafé met lounge. Coaches van revalidatieorganisatie Tolbrug begeleiden de op maat gemaakte (revalidatie-)programma’s. Op de tweede en derde verdieping 60 — architectenweb

Vulcan-deuren

De kamers in Udens Duyn voldoen aan de eisen die gasten stellen aan een viersterrenhotel bevinden zich de hotelkamers. Deze zijn bereikbaar via twee gangen, die zich oost- en westwaarts vanuit het hart van de vloer uitstrekken. Tussen de gangen in ligt het liftenblok. Op de tweede verdieping ligt een verbinding met het ziekenhuis, voor het geval dat er een spoedopname nodig is. Op de verdiepingen ligt achter de liften de serviceruimte voor het personeel. Via een goederenlift is deze verbonden met het servicegebied op de begane grond en het souterrain, waar ruimte is voor tussenopslag. Vanuit het souterrain wordt het zorghotel met een gang het logistieke centrum van

De golvende vormen en lijnen die het entreegebied kenmerken, zijn ook op andere plekken terug te vinden. De vloerbedekking en de wanden in de gangen vertonen een groter of kleiner streepmotief; in de vloerbedekking is een golvende lijn aangebracht. Veelal zijn vloeren en wanden in naturel- en bruintinten uitgevoerd. Het gehele hotel is voorzien van utiliteitsdeuren van Limburgia. Dit zijn onder andere dertig en zestig minuten brandwerende deuren, al dan niet in combinatie met voorzieningen voor geluidwerendheid. In het atrium gaan de deuren met een houtmotief op in de golvende houten wanden ervan. In de rest van het gebouw zijn de deuren wit gehouden. Bij de hotelkamers zijn inpandige voordeuren gebruikt. De deuren zijn voorzien van Vulcan-randafwerking. Deze naadloze afwerking van Limburgia biedt geen voedingsbodem aan bacteriën – wat bijzonder gunstig is in de zorgomgeving – en beschermt door de stoot- en slagvaste kanten tegen beschadigingen. Dat laatste is positief gezien zowel de zorg- als recreatieve functie


advertorial — In de badkamers zijn matglazen Vari-Doors schuifdeuren met soft close toegepast.

De inpandige voordeuren van Limburgia zijn voorzien van een naadloze Vulcan randafwerking De kamers van zorgbehoevenden en andere gasten zien er in basis hetzelfde uit.

zelfde uit. Wanneer ‘gewone’ gasten van de kamers voor zorgbehoevende gasten gebruik maken dan worden zij niet met allerlei hulpmiddelen geconfronteerd. Voor zorgbehoevende gasten kunnen, door speciaal ontworpen inbouwelementen, eenvoudig beugels en voorzieningen als een bedpapegaai en persoonsalarmering worden toegevoegd. Bedden zijn in hoogte verstelbaar. Ook is het mogelijk een van de bedden van de kamer te verwijderen, zodat er meer ruimte is voor het verlenen van extra zorg. In de drempelloze douche kan een douchestoel worden geplaatst. Bij de badkamers zijn matglazen Vari-Doors schuifdeuren met soft close van Limburgia toegepast. Ze bieden een chique ruimtelijk effect en gebruiksvriendelijkheid voor de gasten.

Professionele zorg

De ‘canyon’ doorsnijdt het hotel van voor tot achter, en loopt zelfs naar buiten toe door.

van Hotel Udens Duyn, waar zowel rolstoelen als koffers tegen de deuren kunnen botsen. Overigens zijn met het oog op het verplaatsen van rolstoelen, rollators en apparatuur alle deuren in het hotel extra breed. De kamers zijn ruim en voldoen ruimschoots aan de eisen die gasten van een viersterrenhotel stellen. Elke kamer heeft ruimte voor twee bedden, een zitje en een bureau, en voorzieningen voor kleding en bagage; de badkamer is voorzien van een toilet, een wastafel en een inloopdouche. Via een raamstrook in de badkamerwand valt daglicht uit de kamer ook de badkamer in. Zowel de kamer als het sanitair zijn ingericht op gebruik door gasten met een rolstoel. De kamers van de zorgbehoevenden en hotelgasten zien er in basis het-

Naast personen die herstellen en revalideren, richt het herstelhotel zich op mensen die op een wachtlijst staan voor een verpleeghuis of een woning met zorgindicatie, patiënten wier mantelzorgers een pauze nodig hebben, of mensen met een continue zorgbehoefte die op vakantie willen. De gasten kunnen gebruik maken van de professionele ondersteuning van een fysiotherapeut, ergotherapeut, logopediste en diëtiste. Ook zijn er de klok rond gediplomeerde, BIG-geregistreerde verpleegkundigen en verzorgenden beschikbaar, die alle steun en bijbehorende zorghandelingen kunnen en mogen uitvoeren. Revaliderende gasten wensen geen andere omgeving dan ‘gewone’ hotelgasten, stelt de Jong Gortemaker Algra. Herstelhotel Udens Duyn laat zien welke ruimtelijke kwaliteit deze benadering op kan leveren. Revalideren gebeurt hier in een ‘normale’ omgeving waar door een slimme logistiek en slimme voorzieningen eventueel noodzakelijke zorg toch Meer informatie Limburgia Postbus 65 5710 AB Someren 0493-441410 limburgia.nl

architectenweb — 61


Zo

huiselijk

In de participatiemaatschappij worden ouderen gestimuleerd zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen woning te blijven wonen, daarbij ondersteund door mantelzorg of zelf ingekochte zorg. Wanneer de stap naar een woonzorg complex of zelfs verzorgingstehuis gemaakt moet worden, zullen ouderen ontdekken dat deze nieuwe omgeving zo huiselijk mogelijk gehouden is, om hun welbevinden en zelfstandigheid te ondersteunen. De op ouderenzorg afgestemde woongebouwen zijn bijkans nauwelijks meer te onderscheiden van de reguliere woningbouw. Tekst Lisa Wagemans

62 — architectenweb

Foto’s: Dick Holthuis

mogelijk


Kleinschalig wonen ST. JOSEPH s In Nederweert is een zorgcentrum gerealiseerd naar ontwerp van 2.0 architecten waar dementerende ouderen en ouderen met een lichamelijke beperking in woongroepen samenwonen. Om een zo huiselijk mogelijke omgeving te creëren en de bewoners uit te dagen naar buiten te gaan, is het zorgcentrum opgeknipt in drie kleinere gebouwen. Iedere woongroep heeft twee woonkamers en een balkon. De verschillende gebouwen zijn op de begane grond met elkaar verbonden en bieden daar ruimte aan een hoofdentree met receptie, restaurant en kapsalon. Zowel de voorzieningen in het zorgcentrum zelf als de achterliggende boomgaard zijn toegankelijk voor omwonenden.

Het ontwikkelen van specifieke woonvormen voor ouderen was een van de speerpunten van het ouderenbeleid dat na de Tweede Wereldoorlog, als onderdeel van de verzorgingsstaat, in Nederland uitgerold werd. Dit heeft een enorme hoeveelheid gebouwen opgeleverd die specifiek op ouderenzorg zijn geënt. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw groeide de kritiek op het institutionele karakter van de ouderenzorg. Ook werden ouderen steeds mondiger en begonnen zij hogere eisen te stellen aan de hun aangeboden ouderenzorg. In combinatie van de grootscheepse bezuinigingen in de zorg, heeft deze kritiek verschillende ontwikkelingen in de ouderenzorg op gang gebracht, waarbij nu de eerste stappen gezet worden in het scheiden van wonen en zorg.

Kleinschaligheid Als antwoord op de scheiding van wonen en zorg worden in de praktijk nu allerlei nieuwe combinaties tussen de twee onderzocht. De woonfunctie vormt hierbij steeds het startpunt. De trend daarbij is kleinschalig en huiselijk wonen, waarbij de zorg zoveel mogelijk onzichtbaar is. Een zorggebouw moet er zo veel mogelijk uitzien als een regulier appartementencomplex en functioneren als onderdeel van de wijk. Deze visie is te herkennen in zorggebouw St. Joseph, naar ontwerp van 2.0 architecten, zorggebouw Beth San, naar ontwerp van ZEEP architecten en het woonzorg gebouw De Waterman, naar ontwerp van De Zwarte Hond. Wat deze projecten gemeen hebben is dat ze – of het nu een suburbanere of stedelijkere omgeving betreft – een sterke dialoog met het omliggende wijk hebben. De gebouwen zijn nadrukkelijk verbonden met het netwerk van openbare ruimte. Daar bovenop creëren de in de gebouwen > architectenweb — 63


@

@

@

zitje

Begane grond

1e verdieping

De ouderenhuisvesting St. Joseph ziet er niet anders uit dan reguliere woningbouw.

Flexibiliteit Het kabinet wil met het regeerakkoord Rutte II de financiering van de lichtere zorg uit de zorgzwaartepakketten schrappen (ZZP 1 t/m ZZP 4) en de financiering van de zwaardere zorg versoberen (ZZP 5 t/m ZZP 10). Door deze bezuinigen wordt wonen in een verpleeghuis voor ouderen met een lichte zorgbehoefte niet meer mogelijk en voor ouderen met een zware zorgbehoefte steeds duurder. Dit beleid zal ervoor zorgen dat ouderen de stap naar het verpleegtehuis zo lang mogelijk zullen uitstellen, en zullen proberen zo lang mogelijk in hun vertrouwde thuisomgeving te blijven wonen, en daarbij zelf mantelzorg zullen organiseren of zullen inkopen. Er wordt verwacht dat door dit beleid verzorgingstehuizen binnenkort alleen nog mensen met een behoefte aan zware zorg, zoals dementeren, zullen huisvesten en dat aan veel minder ver64 — architectenweb

Grotere programma’s worden over meerdere kleinere gebouwen verdeeld zorgingstehuizen behoefte zal zijn. Wat er met de overtollige verzorgingstehuizen moet gebeuren is nog onduidelijk. Hier lijkt zich een nieuwe transformatieopgave aan te dienen.

Levensloopbestendige woningen Uit het ontbijt rond ouderenzorg, dat Architectenweb op 17 oktober 2013 hield, bleek dat architecten een grote opgave zien ontstaan in het levensloopbestendig maken van zowel de bestaande als de nog te bouwen woningbouw. Woningbouw zal structureel flexibel en aanpasbaar moeten worden. Veel van de huidige woningbouw is niet in staat huishoudens met een zorgvraag te faciliteren. Veel van de wo- >

Foto’s Mark van den Boorn

opgenomen voorzieningen, zoals een restaurant en kapper, ontmoetingen tussen de bewoners en buurtbewoners. Hierdoor worden het gebouw en de bewoners geïntegreerd in de wijk. Wanneer sprake is van een groot programma, dan wordt dit verdeeld over meerdere kleinere gebouwen.


Boven Ieder gebouw binnen Beth San heeft een eigen karakter gekregen. Linksonder Een deur is weer echt een deur. Rechteronder De gemeenschappelijke woonkamers zijn zo huiselijk mogelijk vormgegeven.

Zelfstandigheid stimuleren GEBOUW H, BETH SAN s In Aalten is het verouderde zorgcomplex in fases gesloopt en wordt deze nu, eveneens in fases, vervangen door een ensemble van zeven kleinschaliger woonzorggebouwen. Om een institutionele uitstraling te voorkomen, heeft ieder gebouw een eigen karakter gekregen. Het door ZEEP architecten ontworpen Gebouw H is de nieuwste toevoeging aan het ensemble en bevat zes woongroepen. In de architectuur is getracht een zo huiselijk mogelijke sfeer neer te zetten om zo de zelfstandigheid zoveel mogelijk te stimuleren. Daarbij worden de ouderen, via deuren, terrassen en balkons, zoveel mogelijk in contact gebracht met buiten.

Begane grond

architectenweb — 65


De ouderenhuisvesting wordt nadrukkelijk verbonden met de omliggende wijk

Dementie Binnen de toekomstige ouderenhuisvesting is er een aparte opgave voor ouderen die zware zorg nodig hebben. Vooral dementerenden worden hierin een belangrijke groep. Bij het ontwerpen voor deze groep blijkt het belangrijk dat re- > 66 — architectenweb

Onderdeel van de wijk DE WATERMAN s In Sneek kreeg De Zwarte Hond de opdracht om tussen een bestaande wijk en een nieuwe rondweg drie nieuwe bouwblokken met woonzorgappartementen te ontwerpen. De Waterman is het eerste gerealiseerde blok hiervan. Compositorisch en programmatisch bestaat het gebouw uit twee delen. Een basement van drie bouwlagen bevat een parkeergarage en psychogeriatrische zorgwoningen. Op het basement staat een bovenbouw van vijf lagen met sociale huurappartementen voor senioren. De zorgwoningen en de appartementen hebben ieder een eigen entree die prominent in de wijk ligt. Door de positie van de entree hoopt De Zwarte Hond dat er een betere integratie is van de bewoners in de wijk.

2e verdieping

Foto’s: Gerard van Beek

ningen zullen hiervoor aanpassingen moeten ondergaan. Bij een lichte zorgvraag blijkt dit nog vrij eenvoudig. Een toilet of een slaapkamer op de begane grond verhelpt al veel problemen. Bij een zwaardere zorgvraag moeten grotere aanpassingen gedaan worden en zullen sommige woningen zelfs uitgebreid moeten worden. Het wordt hoog tijd dat deze flexibiliteit bij nieuwbouw wordt ingebouwd, bij bestaande woningen zal dit puzzelen worden. Als gevolg van dat ouderen langer in hun eigen woning blijven wonen, zullen in de wijk zorgsteunpunten moeten worden gerealiseerd. Deze zorgsteunpunten kunnen de lichte zorgvraag opvangen, zoals hulp bij het aankleden en medicijngebruik en het doen van kleine ingrepen. Een groot voordeel van zorgverlening in de eigen woning is dat ouderen binnen hun vertrouwde kennissenkring kunnen blijven. Ouderen hebben in grootschalige verzorgingshuizen vaak last van vereenzaming. De ouderen blijven thuis optimaal geïntegreerd in de wijk en onderdeel van de samenleving. Veel architecten menen dat dit concept ook de mantelzorg, die de overheid voor ogen heeft, stimuleert. “Het is makkelijker je buurvrouw te helpen als je haar regelmatig tegenkomt dan wanneer je er speciaal voor naar een verzorginghuis moet”, zegt architect Marianne Loof van LEVS.

1e verdieping


Linksboven De Waterman ligt aan een zijde aan de rondweg van Sneek. Rechtsboven De brede galerij stimuleert ontmoetingen tussen bewoners. Onder Een brede trap verbindt het gebouw nadrukkelijk met de omliggende wijk.

architectenweb — 67


68 — architectenweb

Foto’s: Marcel van der Burg

Opname stedelijke voorzieningen KALEIDOSKOOP s Architectenbureau LEVS gelooft dat het vooral belangrijk is dat de ouderen onderdeel blijven van de samenleving. De bewegingswereld van ouderen wordt steeds kleiner. “Daarom is het belangrijk om de stad of het dorp naar de ouderen toe te halen”, stelt architect Marianne Loof. In het project Kaleidoskoop in Nieuwkoop zijn naast verschillende types zorgwoningen een Kulturhus met een restaurant, een bibliotheek, een multifunctionele zaal, muzieklokalen en infoloketten voor de bewoners opgenomen. Buurtbewoners en bewoners van Kaleidoskoop profiteren beide van activiteiten in het gebouw. Dankzij de verschillende functies kunnen op een vanzelfsprekende manier ontmoetingen plaatsvinden tussen de oude en jonge mensen, zodat de ouderen onderdeel blijven van de samenleving.


Linksboven De bij de woningen in Kaleidoscoop geleverde zorg varieert van licht tot zwaar. Rechtsboven Kaleidoscoop bevat verschillende openbare voorziengen, zoals een café-restaurant en een bibliotheek. Onder In het hart van het gebouw ligt een multifunctionele zaal.

2e verdieping

1e verdieping

Begane grond

De wijk profiteert mee van de in de gebouwen opgenomen voorzieningen kening wordt gehouden met de specifieke beleving die dementie met zich meebrengt. Kleinschaligheid en huiselijkheid zijn ook hier thema’s. Daarbij dient het wonen voorop te staan. De nieuwe splitsingregeling maakt dit mogelijk: hierdoor kunnen zorg en wonen afzonderlijk kunnen worden geoptimaliseerd. Wat betreft hun eigen kamer/woning is de trend om ouderen deze zelf te laten indelen en enkele meubels uit hun oude woning mee te laten nemen. Zo wordt onthechting voorkomen. Daar bovenop is het belangrijk dat ouderen hun eigen woongroep, en hun eigen woning daarin, goed kunnen herkennen. Het inrichten van een soort voortuintje, met enkele herkenbare voorwerpen, kan hierbij helpen. In het kleurgebruik kunnen contrasten worden versterkt en kan de herkenbaarheid van voorwerpen worden vergroot. Ook buiten de eigen kamer/woning

kan architectuur een belangrijke rol spelen om dementerende ouderen op hun gemak te stellen. Door het introduceren van O-vormige circuits kan tegemoet gekomen worden aan de loopbehoefte van deze ouderen, zonder dat er kans is dat ze de beschermde omgeving ontsnappen. In de praktijk blijken dichte deuren voor agressie te zorgen. Het ontwerpen van glazen deuren waar deze ouderen niet doorheen mogen, is daarom niet slim. Deuren die zij niet kunnen gebruiken, kunnen beter zo onzichtbaar mogelijk gemaakt worden. Ook domotica kan ouderen veel vrijheid geven. Via een armband kan er per patiënt worden geregeld welke deuren zij kunnen gebruiken. Met dit systeem kunnen de bewoners ook worden gevolgd via camera’s en microfoons zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. De splitsingsregeling maakt het voor woningcorporaties of zorginstellingen lastiger zelfstandig voor de ouderenzorg te bouwen. Samenwerking tussen verschillende partijen en de afstemming van verschillende bouwprojecten lijkt de sleutel. Bij de stroomlijning van deze samenwerking en de afweging van de verschillende belangen kunnen architecten een belangrijke rol spelen. De integratie van de bewoners in de buurt blijkt ook bij dementerenden een belangrijk uitgangspunt voor het ontwerp. De Kaleidoskoop, ontworpen door LEVS architecten, kent een gemengd programma van zorgwoningen, ‘gewone’ woningen en diverse functies, zoals een restaurant, een bibliotheek, een multifunctionele zaal en muzieklokalen. Hierdoor komen de ‘gezonde’ bewoners van het complex en de buurtbewoners in aanraking met zorg. LEVS hoopt dat buurtbewoners dan sneller de zorgbehoevende ouderen een helpende hand bieden. Zo kan de architectuur het ontstaan van de participatiemaatschappij ondersteunen. — architectenweb — 69


De

ontmanteling

De opkomst van de professionele zorg resulteerde in de twintigste eeuw vaak in voor patiënten zeer intimiderende gebouwen. Vanaf de jaren zeventig worden deze ‘tempels van medische wetenschap en techniek’ voor patiënten stap voor stap toegankelijker gemaakt. Het inzicht in hoe dit het beste kan gebeuren is de afgelopen decennia sterk gegroeid. Ondertussen dient de volgende opgave zich alweer aan. Een interview met architectuurhistorici Noor Mens en Cor Wagenaar. Tekst Kirsten Hannema Ze schreven verschillende overzichtsboeken over de zorgarchitectuur, adviseren ziekenhuisdirecties en werken momenteel aan een Design Manual voor uitgeverij Birkhäuser. Zelfstandig architectuurhistorici Noor Mens (1962) en Cor Wagenaar (1960), universitair hoofddocent aan de TU Delft en voorgedragen als Thomassen à Thuessink-hoogleraar in Architectuur, Stedenbouw en Zorg aan de Rijksuniversiteit Groningen. Wat kunnen zij met hun kennis van het verleden zeggen over de toekomst van de zorgbouw?

70 — architectenweb

De zorgarchitectuur heeft bij veel mensen een negatieve connotatie. Hoe komt dat? Cor Wagenaar — “Dat heeft verschillende redenen. De belangrijkste is de spanning tussen de vaak angstige en meestal onwetende patiënt, en het harde, technisch-wetenschappelijke medische establishment. Daarvan is het klassieke ziekenhuis de meest sprekende manifestatie. In het oude, op schaarste gebaseerde zorgstelsel hoefde het ziekenhuis niets te doen om het verblijf van de patiënt te veraangenamen. Die kwam toch wel. Ondertussen is veel veranderd. De marktwerking dwingt ziekenhuizen met elkaar te concurreren. Aftandse en onprettige gebouwen staan dat in de weg. Bovendien is er bewijs voor het effect van de subjectieve ervaringen op het genezingsproces van de patiënt. Dat effect blijkt objectief meetbaar. En dat maakt dat het aanbieden van een architectonische omgeving die als positief wordt ervaren ook vanuit medisch perspectief relevant.”

Portretfoto: Mirelle Boot

van het medisch bolwerk


Linksboven Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam (1894) is een voorbeeld van een ziekenhuis dat is opgebouwd uit vrijstaande paviljoens. Linksmidden Het Allgemeines Krankenhaus in HamburgEppendorf (1888) is een ander voorbeeld van het paviljoentype.

Linksonder Een voorbeeld van het kamtype is het Sint Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg (1982). Rechts Het Diaconessenhuis in Eindhoven (1966) is een voorbeeld van een breedvoedziekenhuis.

Noor Mens — “Het leidt tot een omslag in het denken over zorgarchitectuur. Daarvan zijn er in de geschiedenis verschillende geweest. Bijvoorbeeld na de grote brand in het Parijse Hôtel-Dieu in 1772. Dat werd gezien als een symbool van een politiek verrot bestel. Het was door de kerk opgericht vanuit het oogmerk van liefdadigheid. Maar in de praktijk was het een massale slaap- en eetplek voor de armen, met soms wel vier man op een bed. Geen plek om beter te worden, maar om mensen weg te stoppen – wie het kon betalen liet de dokter thuiskomen.” CW — “Na de brand ontstonden revolutionaire ideeën over het ziekenhuis als genezingsmachine. Ziekte werd gezien als een kwaal van de moderne stedelijke samenleving. Aan de natuur, en met name frisse lucht, werden helende krachten toegeschreven.” NM — “Zo kwam de gedachte op van een ziekenhuis opgebouwd uit losse paviljoens – het standaardtype van de negentiende tot en met het begin van de twintigste eeuw.” CW — “De omslag van armenhuis naar medisch centrum kwam eind 19de eeuw met de uitvinding van de medische technologie, te beginnen met het röntgenapparaat. Dat luidde de opmars in van het ziekenhuis als tempel van medische wetenschap en techniek. Met als gevolg dat de traditionele gebruikersgroep, de armen, niet langer in staat waren ziekenhuisopnamen te betalen. Daarin kwam in 1941 verandering met de afkondiging van het Ziekenfondsbesluit.” > architectenweb — 71


NM — “Vanaf de jaren vijftig zie je een volgende bouwgolf, van ziekenhuizen met uitbreidbare plattegronden in de vorm van een T, H of K. Die ‘alfabettypen’ zag je tot eind jaren zestig. Toen raakte het zogenoemde breedvoetziekenhuis in zwang: een hoogbouw met het beddenhuis op een platte ‘koek’ met de medische voorzieningen en de poliklinieken. Destijds was er al veel kritiek op. Men vond het teveel een bolwerk van de arts en de techniek.” Wanneer ontstond het idee dat het anders moest? NM — “De eerste golf van kritiek richtte zich op het zogenaamde medische bolwerk. Aan het eind van de jaren zeventig kwamen daaruit de laagbouwziekenhuizen voort. Vaak waren het kamstructuren aan weerszijden van een lange gang, latere typen maken van de gang een passage of atrium. Het laagbouwziekenhuis was een vertaling van het anti-autoritaire gedachtegoed. De medische zorg moest vermaatschappelijken, de patiënt moest centraal staan.” CW — “In de jaren tachtig kwam in de Verenigde 72 — architectenweb

Staten het evidence based design op. Roger Ulrich was de grote inspirator. Eind jaren negentig is zijn onderzoek in Nederland geland. Het leverde belangrijke bouwstenen voor het bewijs dat subjectieve ervaringen objectief meetbare medische effecten hebben.” Maar in veel zorgprojecten lijkt het tot vormgeving te leiden waarvan het wetenschappelijk fundament zwak oogt. Een vrolijk kleurtje hier, een plantje daar – nattevingerwerk. Welke instrumenten kent het evidence based design? NM — “Denk aan de oriëntatie in een groot ziekenhuis. De weg kwijtraken of een verloren gevoel hebben geeft stress, en stress beinvloedt alles negatief. Akoestiek is belangrijk, ziekenhuizen zijn vaak onnodig lawaaiig. Privacy is van belang, je ziet dat ziekenhuizen overschakelen op eenpersoonskamers. Risicofactoren, zoals de kans op vallen, spelen een rol. Je moet dus ook kijken naar het ontwerp van douche en bed. En keuzevrijheid, de mogelijkheid om ergens met je familie te zitten.” CW — “Het gaat verder dan ‘de patiënt centraal’. Je kunt het een ziek kind nog zo naar de zin maken, maar als de ouders niet kunnen blijven slapen, kan een ziekenhuisopname een traumatische ervaring zijn. Maar ondertussen krijgt ook bij volwassen het concept van ‘family-centered care’ steeds meer aandacht.” NM — “‘Zorgpad’ is een nieuw begrip dat Boven De verschillende van groot belang is. Wie ziek wordt gaat vrij- functies die Level in wel nooit meteen naar een ziekenhuis. Het Leiden huisvest – zoals eerste bezoek is meestal aan de huisarts. zorghotel, spa, fitness en hogeschool – zijn Daarna volgen nog talloze stappen: de fy- onderling samenwersiotherapeut, de apotheek. Slechts een klein kingen aangegaan.

Foto’s: Ronald Tilleman

“De uitvinding van medische technologie transformeerde het armenhuis to medisch centrum”


deel van dit traject speelt zich af in het ziekenhuis. De wirwar van verschillende stappen is voor de patiënt soms nauwelijks te begrijpen en neemt onnodig veel tijd in beslag. Er is veel mee gewonnen als daar verandering in komt. Dat geeft de patiënt het gevoel meer controle te hebben, en maakt het uiteindelijk mogelijk om een deel van het zorgpad zelf in te richten en efficiënter te maken.” CW — “Straks gaan we het via de smartphone orkestreren. Je hebt dan je eigen medisch dossier op zak, maakt je afspraken per sms. Veel efficiënter, en als patiënt heb je inzicht in wat er gebeurt. De techniek is er al.” Heeft dat nog met architectuur te maken? CW — “Zorg draait ook om social support. De Maggie’s Centres in het Verenigd Koninkrijk zijn daarvan een goed voorbeeld. Die gebouwen hebben nauwelijks een medische functie, het zijn kenniscentra voor kankerpatiënten. En ze zijn stuk voor stuk ontworpen door toparchitecten.” Het einde van de tijd waarin alleen gespecialiseerde architecten ziekenhuizen ontwierpen is nabij? NM — “Het is tekenend dat een van de grote topklinische complexen, het Meander Ziekenhuis in Amersfoort, ontworpen is door een bureau dat niet in zorg was gespecialiseerd: atelier PRO. Het is bedacht als een kleine stad, inclusief openbare ruim-

“Via onze smartphone orkestreren we straks ons zorgpad”

ten. Er zijn alleen eenpersoonskamers. De Boven karakteristieke ziekenhuisgang ontbreekt. In Het Gebouw, een ontwerp van Wachten gebeurt in openbare ruimtes met VenhoevenCS, wordt namen als ‘De Oranjerie’. De groene omge- ouderenhuisvesting ving is overal in het gebouw te ervaren. Het gecombineerd met buurtfuncties. ontwerp bewijst dat een niet-gespecialeerde ontwerper zo’n opgave ook aankan.” Welke projecten wijzen de weg naar de toekomst? NM — “Ik verwacht veel van het kinderziekenhuis dat Herzog & de Meuron in Zürich gaan bouwen. Level in Leiden, door MVSA architecten, is een goed voorbeeld van hoe je functies kunt clusteren. Zorghotel, fitness en spa zijn onderdeel van het dagelijks leven. De vanzelfsprekende combinatie van ouderenwoningen en buurtfuncties, zoals in Het Gebouw in Leiden Noord van VenhoevenCS, is ook interessant. Ouderen willen deel blijven uitmaken van de maatschappij.” Welke opgaven zien jullie in Nederland? CW — “De overheid stuurt aan op een scheiding van wonen en zorg. Architecten moeten straks gaan meedenken over de consequenties, van de mantelzorgwoning in de tuin tot het toegankelijke huis.” NM — “Renovatie wordt belangrijk. Het idee van de participatiemaatschappij gaat nog meer leegstand opleveren. Het bejaardentehuis zal grotendeels verdwijnen; alleen echt zware zorg vindt straks plaats binnen verpleeghuizen. Wat doe je met die lege complexen? Verder zie ik kansen voor gecombineerde zorggebouwen, bij een school, fysiotherapiepraktijk of apotheek. Loketten voor de buurt. En er komt meer aandacht voor preventie.” CW — “Zaken als riolering, schoon water en volkshuisvesting hebben in het verleden de grootste impact gehad op de gezondheidszorg. De vraag is wat we nu aan de gebouwde omgeving kunnen veranderen voor een soortgelijk effect.” — architectenweb — 73


Dynamisch ledplafond voor helende omgeving

Nieuwe producten

74 — architectenweb

Als onderdeel van een helende omgeving in het ziekenhuis heeft Philips een groot interactief lichtgevend plafond ontwikkeld. Het systeem is gebaseerd op ledverlichting en kan bijvoorbeeld vitaliserend daglicht nabootsen of rustgevende beelden weergeven. Het lichtgevende vlak bevat 15.400 leds en loopt vanaf het plafond door naar de wand tegenover het bed van de patiënt, waardoor diens blikveld grotendeels wordt gevuld. Het systeem is geïntroduceerd in het academisch ziekenhuis Charité Berlin binnen het stressverminderend concept ‘Parametric Spatial Design’. De kliniek heeft het concept in gebruik genomen in twee intensive care-kamers om het effect van de helende omgeving voor ernstig zieke patiënten te onderzoeken. Het ledlichtplafond past zich aan de gezondheidstoestand en de wensen van de patiënt aan op basis van gezondheidsgegevens die de arts heeft ingevoerd op een tablet-pc. Het kamerconcept is ontwikkeld door architectenbureau GRAFT, ontwerpbureau ART+COM en Charité Berlin. Philips heeft met zijn expertise op het vlak van lichtdesign en technologie bijgedragen. philips.com


Supernova XS Binnen de Delta Light-collectie is Supernova in korte tijd uitgegroeid tot een klassieker. De verlichtingsfamilie biedt een uitgebreid aanbod aan verlichtingsarmaturen in pure geometrische vormen. Ze garanderen een uiterst krachtige lichtstraling en atmosfeer, waarbij de Supernova harmonisch opgaat in de ruimte waarin deze is toegepast. De Supernova XS, met een diameter van 26 of 33 centimeter, mag de ‘baby’ in het gamma genoemd worden. De prestatie is echter heel volwassen. De perfect gebogen aluminium cirkel is slechts zes centimeter hoog, maar verbergt een geclusterde interne plaat met de nieuwste generatie powerleds. Deze geven volgens Deltalight een aangenaam diffuus licht. deltalight.nl

Little Perillo Züco’s Little Perillo is geïnspireerd op de Perillo, een stoelontwerp dat is bekroond met de Red Dot Award. De Little Perillo is smaller en lichter, maar niet minder spannend. De multifunctionele stoel is niet alleen opvallend, maar ook comfortabel. Little Perillo is verkrijgbaar in zes verschillende kleuren en met vier verschillende onderstellen. De mogelijkheid om de stoelen te leveren met zitkussens of ze geheel te bekleden in Lavalina-leer maakt het programma compleet. dauphin.nl >

architectenweb — 75


Stijlvolle ophanging Met de Artiteq Contour Rail is de ophanging een wezenlijk onderdeel van de presentatie aan de wand geworden. Er wordt volstaan met een zo klein mogelijk formaat: ‘less rail, more art’. De rail is uitgevoerd in een aantrekkelijk, strak design en kan worden geleverd in elke gewenste RALkleur. De keuze van kunstwerk en rail kunnen hierdoor volledig op elkaar worden afgestemd. Naast stijlvol op verfijnde wijze is de Contour Rail sterk en betrouwbaar. De gebruiker behoudt daarbij de flexibiliteit om wanddecoraties gemakkelijk te verplaatsen of te vervangen, zonder de muren te beschadigen. artiteq.com

Randloze communicatie Een nieuw product voor visuele communicatie en bewegwijzering is het C-frame aluminium magneetframe. Het systeem bestaat uit een gemakkelijk te wisselen, randloze drager van geprinte boodschappen en mededelingen op drie millimeter composietplaat. C-Frame kan onverlicht toegepast worden of met led verlicht worden. Profielen zijn beschikbaar in een dikte van tien, twintig, dertig, veertig en zestig millimeter en zijn brute, blank of zwart geanodiseerd. Door gebruik te maken van een zuignap kunnen panelen binnen enkele seconden gewisseld worden. C-Frame wordt al ruim toegepast voor eenvoudig te vervangen deurbordjes. Op Dibond geprinte foto’s kunnen met CFrame ook fraai afgewerkt worden en blind worden opgehangen. comhan.nl

76 — architectenweb


Meer mogelijk met minder Blücher EuroPipe is een push-fit roestvrij stalen leidingsysteem voor afwatering. Mechanisch polijsten geeft Blücher EuroPipe een sterke, duurzame en corrosiebestendige afwerking, waarvoor geen coating gebruikt wordt. De verbindingen zijn rond, glad en zeer snel en eenvoudig te installeren. De insteekkoppelingen zorgen voor lage installatiekosten in vergelijking met andere stalen of kunststof systemen. Volgens de producent scoort Blücher EuroPipe zeer goed op ´total costs of ownership´: rvs is vrijwel onderhoudsvrij en zonder verlies van eigenschappen honderd procent recyclebaar. blucher.nl

Elegant klimaatraam aam De Lambda 100 is binnen de Lambda-serie rie van che en Hueck het raamsysteem dat goede thermische akoestische eigenschappen combineert. Het klimaatimaatraam, zoals de Lambda 100 ook wordt aangeduid, geduid, bestaat uit een binnenvleugel met een voorgeplaatste plaatste buitenvleugel. De hierdoor ontstane tussengelegen gelegen luchtbuffer draagt bij aan de goede prestaties op het gebied van geluids- en warmte-isolatie. Akoestisch estisch isoleert het raam tot 49 dB (RW). Met een volledig integreerbare zonwering kan een Uf-waarde tot 1,1 W/m2K worden bereikt. De zonwering is in deze constructie beschermd tegen weersinvloeden en kan worden gereinigd door ontkoppeling van de vleugels. leugels. De toepassing van smalle profielen houdt het Lambda 100-systeem slank en elegant. eduard-hueck.de hueck.de

architectenweb — 77


Ergonomische en veilige mengkraan De nieuwe Securitherm thermostatische eengreepsmengkraan is speciaal ontwikkeld met het oog op mindervaliden. De kraan met lange hendel biedt aanzienlijk meer ergonomie en functionaliteit, zo stelt de fabrikant. De Securitherm-kraan is comfortabel en veilig in gebruik; verbranding wordt voor de gebruiker voorkomen doordat de kraan is uitgerust met een thermostatisch sequentieel patroon, steeds opent en sluit op koud water, en beschikt over de Securitouchtechnologie. Bovendien is de binnenkant van de kraan volledig glad, wat de ontwikkeling van bacteriën afremt. Het beperkte debiet van zeven liter per minuut zorgt ervoor dat tot vijftig procent water kan worden bespaard. delabie.nl

Noodverlichting met oled De K4 van ETAP betekent een primeur voor noodverlichting: de nieuwe signaleringsreeks maakt gebruik van oledtechnologie. Dit is een ledvariant op basis van organische materialen. De lichtbron en signalering vormen één geheel, waardoor de afmetingen van het toestel flink gereduceerd worden. Zo is de signaleringsplaat slechts vier millimeter dik. Een sensor meet continu de effectieve helderheid van de signalering en waarschuwt wanneer deze niet meer voldoet aan de norm EN1838. De nieuwe noodverlichting werkt in combinatie met het centrale batterijsysteem EBS Compact. Hierdoor worden de afmetingen van elektronica en behuizing gereduceerd en het onderhoud vereenvoudigd. K4 is beschikbaar als inbouw-, wand- en plafondarmatuur. etaplighting.com

78 — architectenweb


Algemeen licht en onderzoekslicht in één De bijzondere ledarmatuur Eira komt tegemoet aan de behoefte aan flexibiliteit in zorgruimtes. De Eira, ontwikkeld in samenwerking met het Britse lichtontwerpbureau Speirs + Major, combineert algemeen licht en onderzoekslicht in één armatuur. Het onderzoekslicht bestaat uit een led-performance-ring met lenzen die het licht, zonder te verblinden, naar het bed straalt. De hoogkwalitatieve ledmodule presteert tevens bijzonder goed met betrekking tot levensduur en energieverbruik. De Eira is een opvallend sieraad, dat ook kan dienen als gerichte werkplekverlichting boven een receptiebalie of conferentietafel. fagerhult.nl

Schuiven, vouwen, draaien Sunflex is gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van vouwwanden, schuifsystemen, schuif-draaisystemen en horizontale schuifwanden van glas. Het assortiment van de onderneming biedt een grote verscheidenheid aan vormen en uitvoeringen. Zo zijn er verschillende materialiseringen mogelijk: er kan gekozen worden uit aluminium, houten en volglazen systemen. Het glas is leverbaar in verschillende diktes en met uiteenlopende eigenschappen, zoals warmtewerend of geluidswerend. sunflex.nl

architectenweb — 79


Ventilatiewarmtepomp Het Energielabel van bestaande bouw in één keer twee sprongen omhoog laten gaan. Volgens Inventum is dat mogelijk met de hybride installatie van een HR 107 combiketel en de Inventum Ecolution-ventilatiewarmtepomp. Door de warmte uit ventilatielucht terug te winnen, en dit te gebruiken om het tapwater en de verwarming mee voor te verwarmen, kan het systeem voor grote besparingen op het energieverbruik zorgen. Bij de Ecolution-ventilatiewarmtepompen gaan maximale energiebesparing en voldoende ventileren voor een gezond binnenklimaat op een unieke manier samen, meldt Inventum trots. inventum.com

Strakke hoekbescherming Het hoekafwerkingsprofiel van Helbig beschermt en verstevigt hoeken en structuren, waarbij het profiel tevens voor een esthetische strakke lijn zorgt. Het laat zich goed toepassen voor de afwerking van bijvoorbeeld melamineof stratifiéhoeken in verstek. Het eenvoudig te monteren hoekafwerkingsprofiel is zowel horizontaal als verticaal toe te passen. In een natuurlijk geanodiseerde uitstraling is het profiel uit voorraad leverbaar; op aanvraag kan het ook worden geleverd in zwart, brons- of champagneuitstraling. helbig.be

80 — architectenweb


Stoffering voor de zorg De comfortabele projectstoffen in de collectie Spectrum Care zijn speciaal geschikt voor de veeleisende toepassingen in ziekenhuizen, seniorenwoningen en hotels. De stoffen zijn voorzien van een beschermende behandeling waardoor ze zelfs in de lichtste kleuren kunnen worden gebruikt in een omgeving waar hygiëne een hoge prioriteit heeft. Zonder extra onderhoud kunnen de stoffen zo bijdragen aan een gevoel van welzijn. De Spectrum Care-stoffen zijn antibacterieel, zijn water- en vlekbestendig en hebben een hoge slijtweerstand. De nieuwe dessins en kleuren bieden ruime mogelijkheden voor aansluiting op het ontwerp van de zorgomgeving. verotex.nl

Organische vormgeving De lichte Airdeck-vloeren met specifieke krachtenafdracht lenen zich uitermate goed voor organische, asymmetrische gebouwen, waarin grote open ruimtes zijn voorzien. Airdeck Build Vision is een slim open betonskelet, dat zich niet richt op begrenzingen, maar op de ruimte tussen de grenzen, inclusief de klimatologische omstandigheden. Airdeck Build Vision is er op gericht om ontwerpers en uitvoerende partijen te ondersteunen in het creëren van een functioneel design, waarin gebruikscomfort, welzijn en constructief ontwerp elkaar vinden. Deze aanpak geeft een tastbare en zichtbare bijdrage in het gerealiseerde gebouw. airdeckvloer.nl

architectenweb — 81


Eenvoudig toegangbeheer

Nanotechnische meerwaarde

Het P&E eAccess is een veilig en comfortabel toegangscontrolesysteem. Het elektronische systeem kan stand alone worden toegepast, maar ook een geheel wireless online systeem is mogelijk. De basis van P&E eAccess bestaat uit kaartlezers en een elektromechanisch krukgekoppeld, SKG-goedgekeurd beslag. Het beslag voldoet voorts aan de hoogste eisen wat betreft inbraakwerendheid en brandveiligheid.

De toepassing van nanotechniek geeft het Fenix-materiaal een aantal bijzondere eigenschappen. Het materiaal heeft een ultramatte afwerking en een zeer lage lichtreflectie. Verder voelt Fenix fluweelzacht aan. Vingerafdrukken zijn niet zichtbaar. De nanotechniek heeft een zelfherstellend vermogen: kleine krassen verdwijnen door wrijvingswarmte. Fenix is verkrijgbaar in veertien actuele kleuren, van wit, grijstinten tot een matzwart met zacht rubberen uitstraling. Er zijn ingetogen metallics en houtreproducties. Fenix is verticaal en horizontaal toe te passen in vrijwel alle interieurtoepassingen. fenixntm.com

posteneger.nl

82 — architectenweb


Bijzondere maatwerkoplossingen Groene Hart Ziekenhuis, Gouda

Heeft u maatwerk nodig voor een heel een ontwerp- of inrichtingsprobleem aan? Leg het voor aan Dekker Zevenhuizen en Erbi. Wij zijn gespecialiseerd in het verwerken van hoogwaardige plaatmaterialen.

Het aanbod van bladmaterialen is zeer breed: – TopLaminaat – Greenpanel – DecorTop – TopCore – Fenix – LG Hi-Macs – Massief hout – Corian – LightBeton – Terrazzo – Glas – Rvs – European Quartz (composiet) – European Granite (graniet) – European Ceramics (keramiek)

Dekker Zevenhuizen B.V.

|

Postbus 11

Dus heeft u bijzondere wensen? Leg ze aan ons voor, wij realiseren ze graag samen met u. Kijkt u voor meer inspiratie op www.dekkerzevenhuizen.nl/nl/projecten

|

2760 AA Zevenhuizen

|

Tel.: 0180 - 637 637

|

www.dekkerzevenhuizen.nl architectenweb — 83


Colofon Architectenweb magazine Architectenweb magazine verschijnt vier maal per jaar ISSN 1877-8690

Redactieadres Architectenweb B.V. Postbus 92103 1090 AC Amsterdam 020 - 71 30 600 redactie@architectenweb.nl www.architectenweb.nl Uitgever Martijn Postmus mp@architectenweb.nl Hoofdredacteur Michiel van Raaij mvr@architectenweb.nl Redactie Robert Muis rm@architectenweb.nl Ronnie Weessies rw@architectenweb.nl Redactiestagiaire Lisa Wagemans Medewerkers aan dit nummer Kirsten Hannema, Rosi de Kok, Robert-Jan de Kort, Sjoerd Reitsma, Karin Roelofse en Aldo Trim Basisontwerp en vormgeving Solar Initiative, Amsterdam Drukkerij Ipskamp Drukkers, Enschede Coverfoto Dick Holthuis Advertenties Bart Sakkers 020 - 71 30 600 sales@architectenweb.nl

84 — architectenweb

Advertentie-index Abonnementen Jaarabonnement (4 nummers) € 79,– Nabestellingen € 24,50 per nummer (incl. BTW en verzendkosten) Alle prijzen zijn onder voorbehoud van prijswijzingen. Het abonnementsgeld dient bij vooruitbetaling aan het begin van ieder kalenderjaar te worden voldaan. Voor de betaling ontvangt u een factuur. Abonnementen kunnen per nummer ingaan en worden zonder tegenbericht aan het einde van het kalenderjaar automatisch verlengd. Opzeggen dient schriftelijk te gebeuren bij Architectenweb B.V., minimaal vier weken voor het einde van het kalenderjaar. Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven. Wet op de persoonsregistratie Wij maken u erop attent dat wij enkele door u als abonnee verstrekte gegevens, zoals naam, adres en telefoonnummer, hebben opgenomen in ons gegevensbestand. Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook. © 2013 — Architectenweb B.V. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of op enigerlei wijze worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Architectenweb B.V. Het binnenwerk van Architectenweb magazine is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier.

Branded content Caparol — 46 Desso — 45 Gispen — 54 Handicare — 27 KONE — 22 Limburgia — 58 Tarkett — 47 Wall-linQ — 26 Advertenties Besam — 7 Dekker — 83 Dynamobel — 6 Espero — 86 Geberit — 5 Gira — 85 Material Xperience — 4 Reynaers — 87 Saint-Gobain Glass — 88 VNU — 2 Wienerberger — 3 Advertorials Arpa — 82 Artiteq — 76 Blucher — 77 Comhan — 76 De Hoop Pekso — 81 Deltalight — 75 Delabie — 78 Dauphin — 75 Etap Verlichting— 78 Fagerhult — 79 Helbig — 75 Hueck — 77 Inventum — 75 Posteneger — 82 Sunflex — 79 Verotex — 81


Hoogwaardig. Klassiek. Volmaakt van vorm. Gira ClassiX Met volmaakte oppervlakken en harmonieus afgeronde hoeken stelt het schakelaarprogramma Gira ClassiX nieuwe maatstaven voor klassieke interieurs en moderne binnenhuisinrichtingen met een exclusief design. Passend bij de sfeer zijn afdekraamvarianten verkrijgbaar in goudglanzend messing, geborsteld brons of zilverglanzend chroom. Alle afdekramen zijn zowel volledig van metaal verkrijgbaar als in combinatie met zwarte of crème-witte elementen. In de designlijn ClassiX Art worden de elegante afdekramen extra verfijnd door kunstige ornamenten. Meer informatie via www.gira.nl/classix Afb. v.l.n.r.: tweevoudige combinatie drukvlakschakelaar/wandcontactdoos met randaarde, Gira ClassiX messing-zwart, brons-crème wit, chroom

Neem nu een abonnement op een van onze nieuwsbrieven.

architectenweb.nl/nieuwsbrief architectenweb

them@gazine

Een overzicht van het belangrijkste nieuws uit de wereld van de architectuur.

De nieuwste bouwproducten gegroepeerd per productcategorie, zoals sanitair, vloerafwerking of isolatie.

nieuwsbrief

webspecial

architectenweb — 85


b e zo e k o n ze n i e u we we b s i te : www.espero .nl

dB In de zorgsector is privacy van groot belang. Mensen moeten in rust met elkaar kunnen communiceren en vertrouwelijke informatie dient binnen vier muren te blijven.

Door continue innovatie en onderzoek van materialen is Espero als fabrikant en leverancier van mobiele wanden erin geslaagd de toch al hoge geluidsisolatiewaarden van hun wandsystemen met enkele decibellen te verhogen tot max. Rw-waarde 58 dB (laboratorium).Waardevolle dB’s voor nog meer privacy en gebruiksgemak. Zo creëert u flexibel in te delen ruimtes door het opstellen of weghalen van mobiele wanden: een grote ruimte voor groepstherapie tot meerdere kleine vertrekken voor individueel gerichte aanpak of enkele spreekkamers tot één grote vergaderzaal of ontmoetingsruimte. Vraag onze documentatie aan voor meer informatie en mogelijkheden van wandtypen Sonico, Flexio, Visio, Visio 85, Uno & Duplo en Skyfold elektrische verticale wandsystemen met geluidsisolatiewaarden t/m 56dB. Uitgebreide bestekservice en projectpresentatie vindt u op onze website: www.espero.nl of op www.skyfold.com

MOBIELE

WANDEN Espero BV Sluisweg 26 -28 5145 PE Waalwijk T 0416 338955 E info@espero.nl I www.espero.nl



Saint-Gobain Glass is de eerste glasfabrikant die Environmental Products Declarations (EPD) uitbrengt op basis van een complete Life Cycle Assessment. De Life Cycle Assessment (LCA) is een beproefde wetenschappelijke aanpak die het mogelijk maakt in elke levensfase van het product te beoordelen en te kwantificeren (CO2-uitstoot, energie- en waterverbruik, luchtverontreiniging, …). De LCA is gebaseerd op internationale ISO-normen en daarmee van grotere waarde dan een privaat label.

Stap 2: productie van vlakglas Stap 3: behandeling van het oppervlak (coating)

Stap 1: grondstofwinning

Life Cycle Assessment

Stap 4: verwerking

Stap 5: transport

Stap 7: end of life

Stap 6: levensduur van de beglazing

De LCA resultaten kunnen op gebouwniveau worden geconsolideerd. Dankzij dit instrument kan Saint-Gobain Glass dagelijks haar beperken en zo een bijdrage leveren aan een duurzame leefomgeving.

The future of glass. Since 1665. Scan de QR-code om meer over EPD te lezen en de resultaten te bekijken.

Aan dit logo herkent u beglazing die een Life Cycle Assessment heeft ondergaan. De Environmental Product document waarin de beoordelingsresultaten worden getoond. Om volledig transparant te zijn hebben we besloten de resultaten door een derde partij te laten verifiëren. www.sgglca.com


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.