Architectenweb magazine #10

Page 1

architectenweb Thema Zorg Interview Osar

Project Eltheto

Achtergrond Dementie

nummer 10 — jaargang 3 — januari 2016


SPEEL MET RUIMTE BREEDVELD geeft ruimtes een nieuw perspectief

TRANSPARANTIE & DESIGN

Schuifwanden met grote glasopeningen geven vastgoed méér dan een ruimtelijk effect. Dankzij een combinatie van vernuftige technieken en design biedt deze wand alles wat de gebruiker maar kan wensen. Soepel schuifgemak, extra geluidsisolerende mogelijkheden en optimale transparantie en flexibiliteit. Kijk op onze website en laat u inspireren door de impressiepagina.

www.breedveld.com T 0487 542888

PA N E E LWA N D E N G L A S WA N D E N S C H U I F WA N D E N V O U W WA N D E N


Innovatieve Producten maken Innovatieve Projecten

Heilzaam daglicht Daglicht en uitzicht bevorderen het genezingsproces en dragen bij aan een goed dag-nacht ritme. Hunter Douglas draagt met haar systeemoplossingen voor licht- en warmteregulering bij aan duurzame gebouwen waar daglicht overvloedig aanwezig is en getemperd kan worden als dat nodig is. Screen Nature Ultimetal is de laatste innovatie op dit gebied en bestaat voor bijna 100% uit glas en een microscopisch dun laagje aluminium. Screen Nature Ultimetal paart duurzame materiaaleigenschappen aan exceptioneel licht-, zicht- en warmtecomfort. Dat dat ook nog energie bespaart, is mooi meegenomen. Hunter Douglas Architectural Projects Nederland Piekstraat 2 - 3071 EL Rotterdam - Postbus 5072 - 3008 AB Rotterdam Tel. (010) 486 92 93 - info@hunterdouglas.nl - www.hunterdouglas.nl

Project : Hub Group headquarters Product : EOS速500 Gemotoriseerde Rolgordijnen Architect: Solomon Cordwell Buenz


Partners Een overzicht van de partners van Architectenweb.

MBI

4 — architectenweb


Lighting

The Floor is Yours

world leading in bamboo

architectenweb — 5


In dit nummer

10—15 In beeld Bij het ontwerp van healing environments blijft de natuur steevast het startpunt. 16—21 Woonzorgwijk 2by4-architects heeft een woonzorgwijk ontworpen waar ouderen met een verschillende zorgindicatie bij elkaar wonen. 22—27 “Kijk naar wat er echt aan de hand is” Interview met architect Reimar von Meding (KAW) over de kern van de zorgopgave. 28—31 Revalideren in helende hotelsetting Bij ‘revalidatiehotel’ Intermezzo Zuid in Rotterdam is gekozen voor de slijtvaste vinyl vloerbekleding van Tarkett. 6 — architectenweb

16

22

58 58—63 Minimalisme omdat het moet In het UMC Utrecht heeft Atelier Kempe Thill samen met Osar een dubbel complex van operatiekamers ontworpen. Dat het bureau geen ervaring met het ontwerp van OK’s had, zag de opdrachtgever als ‘een kans om ingesleten mechanismes te herzien.’ Uit een constructief proces is een volkomen nieuwe en zeer efficiënte opzet voor de OK’s ontstaan.

32—35 Woonvormen voor mantelzorg Versoepelde regelgeving rond de bouw van mantelzorgwoningen heeft geleid tot allerlei nieuwe ontwerpen en concepten. 36—39 Hands-on ontwerpen voor dementie Op initiatief van Cordaan en het Stimuleringsfonds van Creatieve Industrie is ontwerponderzoek gedaan naar dementie. 40—45 Vernieuwing van de zorg via ruimtelijk ontwerp Interview met het Belgische architectenbureau Osar, dat de bestaande gebouwtypologieën in de zorg radicaal wil vernieuwen.


46—49 Prettige en professionele ontvangst In de nieuwe entreehal van het Diakonessehuis Utrecht heeft Inbo gekozen voor de sprekende materialen van Baars & Bloemhoff.

Hoofdredactioneel

50—51 Transparantie op Intensive Care In het ontwerp van de nieuwe Intensive Care en Scopie van het Bravis Ziekenhuis in Roosendaal is gekozen voor de stijlvolle schuifdeuren van KONE.

70—77 Nieuwe producten

Wat betreft hun impact op de zorgarchitectuur springen momenteel twee ontwikkelingen in het oog. Onder alle betrokkenen is er een toenemende aandacht voor het ontwerp van de fysieke omgeving waarin zorg wordt verleend. Een zo normaal mogelijke omgeving die enkel positief prikkelt kan enorm bijdragen aan het welbevinden van ouderen en het herstel van patiënten. Hierachter echter begint een enorme transitie in de zorg zichtbaar te worden die gedreven wordt door nieuwe (medische) technologie. Wat de impact hiervan op de zorg zal zijn is nog moeilijk te zeggen, maar de eerstelijnshulp en het ziekenhuis zoals we dat kennen zou er hierdoor weleens heel anders uit kunnen komen te zien. Als het om de ouderenzorg gaat, begint de opgave bij de bestaande woonomgeving, stelt architect Reimar von Meding van KAW (p22). Het overgrote deel van de ouderen woont immers thuis, ook met een beginnende dementie. In het ontwerp van de woningen en hun omgeving zou hier veel meer rekening mee gehouden moeten worden. Met het door de rijksoverheid ingezette beleid om ouderen langer zelfstandig te laten wonen, gekoppeld aan de vergrijzing, is dit een groeiende opgave. Waar ouderen na de oorlog nog vaak in tehuizen aan de groene stadsranden ondergebracht werden, daar moeten nu woonomgevingen gerealiseerd worden die de zelfstandigheid promoten. De woonzorgwijk die 2by4-architects in Rijssen heeft ontworpen, laat goed zien hoe zo’n omgeving eruit kan zien. In deze wijk wonen ouderen met een verschillende zorgindicatie bij elkaar rond compacte straten en pleinen. Door inzet op de interactie tussen de bewoners is het architectenbureau er zelfs in geslaagd de mantelzorg in de wijk een impuls te geven. Wat betreft healing environment worden in matige omgevingen regelmatig elementen toegevoegd die hier positieve impulsen aan moeten geven. Een voorbeeld hiervan zijn de snoezelruimtes, waar de zintuigen van dementerende ouderen worden geprikkeld. Recent onderzoek naar dergelijke elementen heeft veelbelovende resultaten opgeleverd (p36), maar het risico is dat het bij ‘pleisters plakken’ blijft. Het zou er toch om moeten gaan de woon- en zorgomgeving van A tot Z op een hoger niveau te brengen. Het werk van het Belgische bureau Osar laat goed zien wat een holistische aanpak op kan leveren (p40). Wat betreft het ziekenhuis toont het nieuwe Medisch Spectrum Twente van IAA Architecten welke stappen ook in Nederland gezet kunnen worden (p52). Net als de woonzorgwijk van 2by4 ligt ook dit ziekenhuis in de stad. Het gebouwencomplex heeft een variatie aan klimaten waardoor de seizoenen binnen te ervaren zijn, en het verplegend personeel in een koelere omgeving kan werken dan de stilliggende patiënten. Als het om de impact van nieuwe (medische) technologie in de patiëntenzorg gaat, dan bieden apps als Thuisarts en Zorgpad een voorzichtige introductie van wat eraan komt. De beroemde digitale arts Dr. Watson en zijn feilloze diagnoses kondigt al een heel andere fase hierin aan. Wat zal dit alles betekenen voor het ontwerp van het ziekenhuis voor de toekomst? In een ingezonden artikel neemt Wiegerinck de verschillende onderdelen van het ziekenhuis onder de loep en speculeert het bureau hoe deze er over tien jaar uit zouden kunnen zien (p66). Nu de zorg op talloze vlakken snel verandert, zijn veel meer van dit soort vergezichten gevraagd!

78 Colofon en advertentie-index

Michiel van Raaij Hoofdredacteur

52—57 De stad als healing environment In de binnenstad van Enschede is de afgelopen jaren de nieuwbouw van Medisch Spectrum Twente naar ontwerp van IAA Architecten verschenen. 64—65 Als architectuur en fotografie samenvallen Voor de glazen binnenwanden van een kantoorvilla maakte architectuurfotograaf Thea van den Heuvel/DAPh een fotokunstwerk.

40 66—69 Ziekenhuizen: afpellen en tot bloei laten komen Onder invloed van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen staat het ziekenhuis een enorme transformatie te wachten.

architectenweb — 7


SHARE YOUR STORY ON ARCHELLO

www.archello.com



Landschapsformatie In een bospartij in Heemstede is woonzorgcentrum Nieuw Overbos gerealiseerd. Het ontwerp is van de hand van Drost + van Veen Architecten, dat inmiddels is opgesplitst in Van Veen Architecten en Simone Drost Architecture. Boven een plint met zorgvoorzieningen is er een laag voor kleinschalig groepswonen; weer daarboven wonen ouderen zelfstandig. Aanhakend op heuvelachtige landschap is het woonzorgcentrum door projectarchitect Evelien van Veen vormgegeven als een soort landschapsformatie. De helende werking van de omgeving is zo letterlijk onderdeel geworden van de architectuur. — Foto Ronald Tilleman 10 — architectenweb


architectenweb — 11


12 — architectenweb


Midden in de natuur De introductie van natuurlijke elementen in het interieur heeft een bewezen helende werking. In zijn Hilversumse vestiging is het Tergooi Ziekenhuis een stap verder gegaan en kunnen kankerpatiënten nu ook echt in de natuur hun chemokuur ondergaan. Het houten paviljoen dat hiervoor is gerealiseerd, heeft architect Bart van der Salm gebaseerd op het ruimtelijke principe van de strandstoel. Aan zijn achterzijde is het paviljoen ingebed in een aarden wal. Door de waaiervorm heeft iedere patiënt het gevoel in zijn eigen landschapskamer te zitten. Healing environment to the max. — Foto Milad Pallesh architectenweb — 13


Gastvrij onthaal Het onlangs geopende Reinier de Graaf Gasthuis in Delft heeft EGM architecten voor een groot deel ontworpen volgens de principes van evidence based design. Zo heeft het ziekenhuis groene binnentuinen gekregen, en zijn in de publieke ruimten veel natuurlijke materialen en vrolijke kleuren toegepast. Het ziekenhuis heeft één entreehal van waaruit roltrappen direct omhoog leiden naar de poliklinieken, waar het grootste deel de bezoekers voor komt. De hoofdroute in het ziekenhuis is gemarkeerd met een opvallende vloer, zodat verdwalen niet meer mogelijk is. — Foto Reinier de Graaf Gasthuis 14 — architectenweb


architectenweb — 15


Woonzorgwijk rond het gebouw wandelden, maar op de parkeerplaats stoelen neergezet hadden en daar in de zon zaten. Op die parkeerplaats was het een komen en gaan van mensen; daar gebeurde het. Allemaal heel logisch eigenlijk, vindt Remijnse. Ouderen willen onderdeel blijven van het leven, van de stad. Voor de opgave hadden de opdrachtgevers Goede Woning en Carint Reggeland verschillende Het ontwerp van Woonzorgplein Eltheto in Rijssen architectenbureaus om een visie gevraagd. Hierbij begon met de vraag om een vervangende nieuwwas 2by4 de enige die de bestaande plek van de bouw te ontwerpen voor een verouderd verpleegzorginstelling in twijfel trok en voorstelde deze onhuis. Het was zo’n typisch “fort in het groen”, ver- derdeel te maken van de stad. Gedurende het onttelt architect Remko Remijnse van 2by4-architects. werpproces verbreedde de vraag van de opdrachtBij het bezoek aan het verouderde verpleeghuis viel gevers zich en groeide het plan om een omgeving te hem ook direct op dat de ouderen niet in het groen maken waar ook ouderen met een lichte zorgvraag

16 — architectenweb

Foto’s: Fotorijssen.nl

In de kleine stad Rijssen heeft 2by4-architects een zorgwijk ontworpen waar ouderen met een verschillende zorgindicatie in vier gebouwen bij elkaar wonen. Door een nauwkeurig ontworpen verhouding van de woningen tot de buitenruimte en het ontwerp van die buitenruimte wil het architectenbureau de ontmoeting tussen de ouderen stimuleren. — tekst Michiel van Raaij


terecht konden. Remijnse: “De nadruk is daarbij verschoven van de zorg naar het wonen, en het zo lang mogelijk alles zelf kunnen blijven doen.”

Levendige buitenruimte Woonzorgplein Eltheto ligt aan de rand van de oude binnenstad van Rijssen en heeft voor dit uit de kluiten gewassen dorp een hoge dichtheid gekregen. De vier gebouwen omsluiten een compacte buitenruimte en oriënteren zich daar ook zoveel mogelijk op met hun entrees en balkons. “De buitenruimte is erop gericht bewoners actief te betrekken bij het sociale leven en zo eenzaamheid te voorkomen”, vertelt Remijnse, die benadrukt dat een compacte buitenruimte daarvoor essentieel is. Maar voor die ontmoeting is de autovrije buitenruimte ook geprogrammeerd. Zo is er bijvoorbeeld een plek waar jeu de boules gespeeld kan worden en waar samen kan worden getuinierd. De gezamenlijke buitenruimte voor verstandelijk gehandicapte ouderen is vaak omheind, maar hier

Links Centraal in de zorgwijk ligt woongebouw ‘de Bolder’ met zorgvoorzieningen in zijn plint. Rechts De tot de voordeur lopende openbare ruimte en brede galerij van de zorgwoningen van ‘het Landvast’ moet de interactie en toe-eigening stimuleren.

“In het proces is de nadruk verschoven van de zorg naar het wonen” heeft 2by4 ervoor gekozen deze verdiept aan te leggen en via verspringende terrassen met de straat te verbinden. Centraal in de zorgwijk ligt gebouw ‘de Bolder’. De vorm van dit gebouw heeft 2by4 zo gekozen dat de buitenruimte er “omheen kan vloeien.” Op de vier verdiepingen van het gebouw liggen zorgtoegankelijke appartementen, ontsloten vanuit een lichtstraat. De transparante plint van het gebouw huisvest enerzijds de nodige zorgfuncties, maar anderzijds ook een restaurant, kapper en stiltecentrum. De buitenruimte wordt vanuit dit gebouw kortom stevig gevoed. Het restaurant serveert ook maaltijden voor > architectenweb — 17


Op basis van workshops heeft 2by4 vier groepen ouderen gedefinieerd de intramurale bewoners van het naastgelegen verpleeghuis Eltheto, die hun gebouw verlaten om hier te komen eten. Een aangename afwisseling in het dagprogramma van deze ouderen, die dan even van hun gesloten afdeling afkomen en hier andere bewoners ontmoeten. De gevels van het restaurant kunnen geheel geopend worden, zodat bij mooi weer buiten en binnen fysiek in elkaar kunnen overlopen.

Vier leefstijlen Vroeg in het ontwerpproces heeft 2by4 workshops gedaan met de ouderen om hun behoeften in kaart te brengen. Daarbij viel het Remijnse op dat sommige ouderen graag met anderen iets actiefs wilden doen, terwijl andere ouderen liever een beschermde omgeving wilden. Uit de workshops heeft 2by4 vier groepen gedefinieerd rond de figuurlijke assen introvert tot extravert en ego tot groep. De ouderengroep introvert+ego wil bijvoorbeeld grote zelfstandigheid, terwijl de ouderengroep extravert+groep elkaar graag helpt. De vier onderscheiden leefstijlen heeft 2by4-architects allemaal 18 — architectenweb

een plek willen geven in de zorgwijk. Daarbij zijn bij bepaalde zorgindicaties soms enkele leefstijlen dominanter dan andere. Een voorbeeld is het kleinschalige groepswonen van verstandelijk gehandicapte ouderen in gebouw ‘de Roef’. De meeste ouderen hier vallen onder de leefstijl introvert+groep, waar rust en steun aan elkaar centraal staat. In het ontwerp van het gebouw heeft 2by4 hierop ingespeeld door een gang van zeven meter breed te ontwerpen, waarin themanissen zijn opgenomen. Op de gesloten afdelingen is zo toch nog van alles te beleven. De verstandelijk gehandicapte ouderen die zelfstandiger leven, zijn op de begane grond ondergebracht en hebben daar een buitenruimte aan de straat. Het ontwerp van verpleeghuis ‘Eltheto’ ernaast heeft 2by4 toegespitst op de leefstijlen introvert+ego en introvert+groep. In het verpleeghuis zijn vier woongroepen voor psychogeriatrie opgenomen en twee woongroepen somatiek. “De ouderen hier hebben behoefte aan een sociaal veilige omgeving met uitzicht op een levendige buitenruimte”, aldus Remijnse. Via grote ramen, patio’s, loggia’s en balkons hebben alle kamers in dit gebouw een brede blik op de buitenwereld. Bij de zorgtoegankelijke woningen ziet 2by4 een bredere schakering aan leefstijlen, waarbij vooral zelfstandigheid een grote rol speelt. De zorgindicatie van de ouderen die hier wonen varieert van 1 tot 3. De woningen zijn in twee gebouwen ondergebracht. Allereerst in het eerder genoemde


Linkerpagina De buitenruimte voor de verstandelijk gehandicapte ouderen. Rechts Vogelvluchtperspectief van de zorgwijk. Onder Blik vanuit verpleeghuis ‘Eltheto’ op woongebouw ‘de Bolder’.

vijf verdiepingen hoge gebouw ‘de Bolder’ in het midden van de wijk. Maar daarnaast ook in een twee verdiepingen hoge rij woningen ‘het Landvast’ aan de stadskant van de wijk. Deze rij woningen heeft het silhouet gekregen van eengezinswoningen – om zo aan te sluiten bij de bebouwing in de omgeving – maar bevat enkel gelijkvloerse appartementen. Om de interactie tussen de bewoners van de laagbouw van ‘het Landvast’ te stimuleren, loopt de buitenruimte op de begane grond door tot aan de woningen en wordt de bewoners de mogelijkheid geboden een deel van deze ruimte zich toe te eigenen. De galerij erboven is extra breed uitgevoerd en biedt eveneens die mogelijkheid tot toe-eigening. De appartementen zelf hebben twee slaapkamers, waarbij de hoofdslaapkamer met een schuifdeur verbonden is met de woonkamer. Hierdoor blijft een bewoner die moet rusten of aan bed gekluisterd is eenvoudig onderdeel van de dagelijkse activiteiten in de woning.

Spontane mantelzorg Nu een klein jaar na de opening van de zorgwijk werkt deze wat Remijnse betreft zoals verwacht, al moet het gebruik van bijvoorbeeld de gezamenlijke tuin nog wel groeien. Het is voor de bewoners even wennen dat ze deze tot hun beschikking hebben en hoe ze het gebruik hiervan moeten organiseren. Nog één zomer, stelt Remijnse, en het werkt. >

Met zijn inrichting en programmering stimuleert de buitenruimte ontmoeting architectenweb — 19


Boven Plattegrond van de zorgwijk met in het midden ‘de Bolder’ met zijn publieke plint, boven de zorgwoningen ‘het Landvast’, rechts het groepswonen ‘de Roef’ en onder het verpleeghuis ‘Eltheto’. Onder Luchtfoto van de zorgwijk met vooraan verpleeghuis ‘Eltheto’ en erachter ‘de Bolder’.

Ouderen met een lage zorgindicatie verlenen spontaan mantelzorg In de wijk is ook iets ontstaan dat het architectenbureau niet eens bedacht had: ouderen met een lage zorgindicatie hebben zich spontaan aangemeld als vrijwilliger en verlenen mantelzorg bij andere ouderen. Remijnse denkt dat de manier waarop de openbare ruimte is ingericht hieraan bijdraagt. Al zal de compacte en heldere opzet van de wijk ook een rol spelen. In de publieke plint van het centrale woongebouw ‘de Bolder’ is momenteel ook nog een plek over. De dagopvang voor ouderen die daar zou komen, is komen te vervallen. Momenteel wordt met het idee gespeeld om er een kinderopvang te huisvesten. Remijnse kan dat alleen maar toejuichen: zo kan een levendige mix van jong en oud ontstaan. 20 — architectenweb


Boven en onder Ieder gebouw in de zorgwijk verhoudt zich anders tot de buitenruimte. Bij het vier verdiepingen hoge verpleeghuis

‘Eltheto’ draait het om het uitzicht op de buitenruimte, terwijl het naastgelegen en lagere ‘de Roef’ een beschermender gebaar maakt.

Het ontwerp voor woonzorgplein Eltheto laat zien hoe ouderen met een lage tot hoge zorgindicatie in een zo normaal mogelijke omgeving kunnen blijven wonen en daar echt onderdeel uit kunnen blijven van het stedelijke leven. Daarbij biedt de leefstijlenbenadering van 2by4 een interessant alternatief voor de leefstijlenbenaderingen die elders gehanteerd worden. Zo worden in Hogeweyk in Weesp ouderen gegroepeerd rond bijvoorbeeld hun Gooise, stadse of Christelijke leefstijl. 2by4 kiest daarentegen voor een benadering waarin de verhouding van ouderen tot elkaar centraal staat. Hieruit is een open en flexibele wijk ontstaan, die met alle ingrepen om het onderlinge contact te bevorderen, uit kan groeien tot een wijk waarin elkaar ontmoeten en elkaar helpen echt centraal staan. — architectenweb — 21


“Kijk naar wat er echt aan de hand is”

Met zijn bureau KAW realiseerde architect Reimar von Meding onder anderen de eerste levensloopbestendige woonwijk van Nederland, het water- en energieneutrale Centrum Kinderhandel Mensenhandel en Veilige Veste, een opvanghuis voor slachtoffers van loverboys – winnaar van de Hedy d’Anconaprijs voor Excellente Zorgarchitectuur 2014. Wat is zijn visie op de toekomst van de zorgarchitectuur? — tekst Kirsten Hannema

22 — architectenweb

De diversiteit van de zorgprojecten waaraan KAW werkt, zegt veel over de manier waarop Von Meding de zorg observeert, met een brede, bijna panoramische blik. “De eerste associatie die mensen bij zorgarchitectuur hebben, is een ziekenhuis. Maar cure is een heel beperkte ontwerpopgave in Nederland, waar slechts enkele architectenbureaus zich mee bezig houden. Het gros van de zorggebouwen draait niet om genezen, maar om care – ouder worden, het leven met zorg in de woonomgeving. Dat is waar wij ons mee bezig houden.” Von Meding hecht er belang aan om het begrip zorg helder te definiëren voordat hij, gezeten aan de grote vergadertafel in de kantoorruimte van zijn bureau in de Van Nellefabriek, verder vertelt. “‘Goede zorgarchitectuur’ dreigt net zo’n containerbegrip te worden als duurzaam bouwen. Dan gaat het over ‘een mooi gebouw’ maken, met


Boven In woonzorgcentrum Petterhusterstate in Stiens, ontworpen door KAW, wonen 24 dementerende ouderen bij elkaar. Onder De besparingen wat betreft energie en personeel die de nieuwbouw in Stiens oplevert, zijn weg te strepen tegen de bouwkosten.

‘eeuwigheidswaarde’. Dat vind ik slap, simpelweg omdat vorm en architectuur nauwelijks aan elkaar te koppelen zijn in de zorg. Ik geloof dat je moet kijken naar wat er echt aan de hand is.” Hij somt op.

Foto’s: Gerard van Beek

Eerst ‘techniek’, dan pas vormgeving Allereerst: mensen worden steeds ouder. “Dat is leuk, maar tegelijk neemt de complexiteit van ziektebeelden toe. Fysieke beperkingen gaan vaker gepaard met ziekten als dementie; patiënten passen niet meer in een hokje. Daarnaast rijst de vraag wat de langere levensduur betekent voor de emancipatie van senioren. De babyboomgeneratie gaat echt niet achter de geraniums zitten; zij willen zelf beslissen hoe en waar ze die ‘extra’ tijd doorbrengen. En dan is er nog een ruimtelijke component. We > architectenweb — 23


Lifestyle en woonmilieu-analyse ouderen en zorg gemeenschappelijk

“Het gros van de zorggebouwen draait om care, om zorg in de woonomgeving” gaan geen verzorgingstehuizen in weilanden meer neerzetten; de focus ligt nu op bouwen in de stad, de transformatie van bestaande gebouwen en wijken.” Als tweede punt noemt Von Meding de ontwikkeling van nieuwe technieken, zoals domotica. Een woord waar veel mensen van gruwelen – en terecht, vindt de architect. “Wat je op dit vlak ziet, is wat ook in de woningbouw gebeurt. De ontwikkelaar verzint iets, wat de bewoners ervan vinden lijkt van secundair belang. Het menselijke niveau moet veel meer aandacht krijgen; de opgave schuilt ook in het onttechnologiseren.” Tot slot speelt geld een niet te onderschatten rol. Von Meding toont een diagram, waarin de bouwkosten van een zorggebouw tegen de exploitatiekosten (5 x bouwkosten) en de kosten inclusief personeel (200 x bouwkosten) tegen elkaar zijn afgezet zijn. “Je ziet het”, wijst hij op de exponentieel groeiende cirkels. “Het effect aan de ‘achterkant’ is gigantisch.” Hij legt uit hoe dit gegeven is uitgebuit bij het ontwerp voor zorgcentrum Petterhusterstate in Stiens. “Door een relatief kleine besparing op de energielasten en personeelskosten worden gedurende de levensduur van het gebouw ongeveer evenveel kosten uitgespaard, als de nieuwbouw heeft gekost. Als je er vanuit de lange termijn naar kijkt, hebben wij feitelijk door een slimme ingreep een ‘gratis’ gebouw gerealiseerd.” Dit ‘drieluik’ vormt de basis 24 — architectenweb

afhankelijk van zorg

onafhankelijk van zorg

individueel

Total cost of ownership van zorgcomplex

ontwikkeling uitvoering

100

voor KAW’s benadering van zorgarchitectuur. “Je ziet: het zijn geen vormgevingskwesties, maar allemaal ‘technische’ zaken. De opgave is om deze aspecten samen te brengen in de architectuur – die uiteraard goed is ontworpen. Ik wil absoluut niet in hoek gedrukt worden van ‘mooi is niet belangrijk’. Maar de realiteit is dat zorgarchitectuur veel meer omvat.”

onderhoud energie

activiteiten personeel

500

20.000

Levensloopbestendige wijk Maar dan: hoe pak je het aan? “Het is belangrijk om je te realiseren hoe gedifferentieerd de zorgvraag is; het idee dat de overheid met een ‘recept’ gaat komen, werkt daarom niet – dat zie je aan hoe de introductie van de ‘participatiemaatschappij’ verloopt.” Von Meding pakt er een tweede diagram bij,


Boven en onder In de Tilburgse Vogeltjesbuurt heeft KAW woningen ontworpen met een oplopende levensloopbestendigheid. Alle woningen hebben een EPC van nul.

waarop de resultaten te zien zijn van het onderzoek dat het bureau heeft gedaan, naar de individuele en collectieve zorgbehoefte in Nederland. Opvallend is dat de vraag naar zware, collectieve zorg – in ander woorden: het bejaardenhuis – beperkt is, terwijl dat het gebouwtype is waar in relatie tot zorgarchitectuur het meest over gesproken wordt. “Omdat daar het meeste geld naar toe gaat. Maar tachtig procent van de mensen overlijdt thuis, in bed.” “Ons primaire doel is om hun woningen geschikt te maken om ouder te worden, en – als thuisblijven niet meer gaat – zorginstellingen zo vorm te geven dat mensen zich er thuis voelen.” Het project voor de Tilburgse Vogeltjesbuurt is een goed voorbeeld van hoe

dit idee in de praktijk is uitgewerkt. Het is een arbeiderswijk, waar families met meerdere generaties bij elkaar wonen, en elkaar helpen. Het vastgoed belemmerde dat, onder meer door de smalle trappen en deuren, waardoor oudere mensen die slecht ter been zijn moesten verhuizen.

KAW heeft de herstructurering aangegrepen om een wijk met een ‘gelaagd’ aanpassingsvermogen te bouwen. Het spectaculaire zit ‘m in het feit dat het sociale huurwoningen betreft, met een EPC van nul (waardoor de energierekening minimaal is), gebouwd voor >

“De babyboomgeneratie gaat echt niet achter de geraniums zitten” architectenweb — 25


85.000 euro/woning (bouwkosten incl. sloop, excl. BTW). Essentieel voor het behoud van de sociale structuur is dat de bewoners recht op terugkeer hadden; doordat per huis werd gesloopt/ gebouwd, konden zij binnen 25 werkdagen terugverhuizen. “We hebben dit project bewust productmatig opgezet”, legt Von Meding uit. “Zonder de stedenbouwkundige principes te verloochenen.” De stedelijke structuur is vertaald naar een aantal ‘bouwstenen’. De rijwoning met traplift-optie biedt het lichtste niveau van zorg, daarna komen de gelijkvloerse appartementen. Op de hoekkavels liggen eenlaagse patiowoningen, die honderd procent rolstoeltoegankelijk zijn. Zo kunnen opa en oma letterlijk om de hoek blijven wonen – ook omdat de inrichting van de hele wijk afstapvrij is.

Verlagen van exploitatiekosten Ook in het project Veilige Veste zijn herstructurering, verduurzaming en de vraag naar betaalbare woningbouw met elkaar gecombineerd in een win/ 24 — architectenweb

De Veilige Veste: integraal business model en aansprekende architectuur

Boven en onder Als je de nieuwe composieten gevel van de Veilige Veste ziet, zou je niet denken dat er een casco uit de jaren zeventig onder zit.

win-model. Door het jaren zeventig kantoor grondig te renoveren, wordt nu 90 procent energie bespaard ten opzichte van de oude situatie; dat geld is aangewend voor de opvang, waar aanvankelijk geen budget voor was. Het is de ontwikkeling van dit integrale


“Integreren, daarin schuilt de grote meerwaarde voor de zorgarchitectuur”

business model – in combinatie met de aansprekende architectuur – waarvoor KAW de Hedy d’Anconaprijs ontving. “De prijs heeft de waarde van onze strategie erkend. Het Centrum Kinderhandel Mensenhandel hebben we daarna op dezelfde manier ontwikkeld, we geven lezingen over onze aanpak in het buitenland, en we gebruiken dit model nu ook bij het ontwerp van een revalidatiecentrum in Rotterdam. De opdrachtgever zag geen andere oplossing dan het jaren zestig pand dat hij had te slopen. Wij lieten hem zien dat je voor de helft van de nieuwbouwprijs op een hoger duurzaamheidsniveau kunt komen. Daarbij bleek het bestaande gebouw van architect Krijgsman ruimtelijk goud waard; een dergelijke, flexibele kolomstructuur is tegenwoordig onbetaalbaar.”

Integratie in de wijk Een project waar Von Meding naar uitziet, is de realisatie van de Provenier in de Rotterdamse Provenierswijk, een zorggebouw waar mensen met dementie, een verstandelijke of lichamelijke

Middenboven en rechtsboven Het Centrum Kinderhandel Mensenhandel in Leeuwarden naar ontwerp van KAW is voorzien van een cortenstalen gevel vol detail. Rechtsonder Een blik op het atrium van het Centrum Kinderhandel Mensenhandel.

beperking ‘beschermd’ wonen. “Het gebouw kent een enorme ruimtelijke complexiteit. Het staat binnen een 19eeeuwse verkaveling, op de plek waar in de jaren tachtig een enorme ‘klont’ was gebouwd. Die fout gaan wij nu stedenbouwkundig herstellen, door een ‘kop’ met collectieve functies aan de singel te bouwen, met een ‘staart’ van woningen erachter, rond een gemeenschappelijke hof.”

“In de Provenier hebben we verschillende gradaties van beslotenheid aangebracht, door de gevels te geleden. De hoeken van het blok worden afgeschuind, zoals je dat elders in de wijk ziet. We gebruiken de typologie van de wijk om een zorggebouw te maken. Normaal gaat het precies andersom: er wordt een programma van eisen in de wijk ‘uitgerold’. Dan weet je zeker dat het niet gaat passen, en moet je achteraf gaan ‘camoufleren’ met voorzetgevels en franjes.” Hij herhaalt het nog een keer: “Integreren, daarin schuilt de grote meerwaarde voor de zorgarchitectuur.” — architectenweb — 27


— advertorial

Revalideren in helende

hotelsetting In haar nieuwe ‘revalidatielocatie’ wil de Rotterdamse zorgorganisatie Laurens excellente geriatrische revalidatie aanbieden in een excellente hotelsetting. Een volledig nieuw concept, waarvoor architectenbureau HD Groep | Architectuur in Rotterdam Zuid een passend gebouw met gastvrije omgeving heeft ontworpen. De toepassing van vinyl vloerbekleding van Tarkett is welhaast symbolisch: functioneel in gebruik, warm in uitstraling. De gasten worden ontvangen in een entree met lobby, in de revalidatielocatie bevinden zich een grand café en een restaurant waar gasten kunnen ontbijten, lunchen en dineren, en op de verdiepingen bevinden zich koffiehoeken. Tijdens hun verblijf kunnen gasten gebruik maken van wifi en roomservice. Tegelijkertijd is Intermezzo Zuid een zorginstelling, gericht op een specialistisch en breed aanbod aan geriatrische revalidatie: van revalideren na orthopedische ingrepen tot revalideren vanwege een neurologische aandoening. Naast de setting is de locatie anders dan bij een gewoonlijk revalidatiecentrum of verpleeghuis met revalidatie, legt architect Martijn Verhagen van HD Groep | Architectuur uit. Evenmin is het concept vergelijkbaar met de zorghotels, zoals we die nu kennen. “Het project biedt de balans tussen voorzieningen voor revalideren en de uitstraling en services van een hotel”, zegt Verhagen. Opdrachtgever Laurens, de grootste aanbieder van zorgdiensten in Rotterdam en omstreken, stelde bij dit project hospitality voorop; de onderneming wilde een gastvrije omgeving als basis voor een healing environment. 28 — architectenweb

De iD Inspiration vinyl vloer van Tarkett is in allerlei dessins leverbaar, waaronder die van sfeervolle houten vloer.


advertorial — Het atrium vormt het kloppende hart van het revalidatiehotel.

Foto links: Tarkett; foto boven: Paula Romein

Gastvrije omgeving Intermezzo Zuid biedt onderdak aan 160 hotelkamers, uitgevoerd als eenpersoonskamers met eigen sanitair. Verder beschikt het gebouw over behandelkamers, fysiozalen en verschillende recreatieve functies. Vanzelfsprekend is in alle ruimten rekening gehouden met rolstoelgebruikers en zijn er aanpassingen gedaan voor revalidatie bij ernstig functionele beperkingen. Het verblijf in Intermezzo Zuid is altijd tijdelijk; alle revalidatie is gericht op terugkeer naar de thuissituatie. De gasten – zoals ze, in plaats van patiënten, cliënten of bewoners worden aangeduid – verblijven van circa zes weken tot maximaal een jaar in het revalidatiehotel. Uitgangspunt van Laurens is dat een

omgeving waarin de gasten zich prettig voelen het revalidatieproces bevordert. De omgeving moet dan ook geenszins klinisch overkomen. Om een sfeer van rust en geborgenheid te creëren is in het interieur gekozen voor de toepassing van vele natuurlijke materialen en in kleurgebruik voor warme aardetinten. Dit is bijvoorbeeld herkenbaar in het gebruik van hout voor lambrisering, meubels en wandafwerking bij de trappen, liften en balkons. In met name de ontmoetingszones zijn natuursteen en kopshout toegepast als vloerafwerking. Het gebruik van warme en kwalitatief hoogwaardige materialen is doorgezet op de verdiepingen en in de individuele kamers. Vanuit functionele en hygiënische overwegingen heeft de

opdrachtgever hier gekozen voor vinylvloerbekleding. Met het oog rolweerstand bij rolstoelen is op de gangen en in de kamers iD Inspiration 70 van Tarkett toegepast. Met de TopClean XP PUR oppervlaktebehandeling is de vinyl vloer ongevoelig voor vlekken en laat deze zich eenvoudig onderhouden, aldus Tarkett. Daarbij is de slijtlaag van 0,7 millimeter bijzonder slijtvast en indrukbestendig. Tegelijkertijd sluit het warme houtdessin van het gekozen product aan bij het inrichtingsconcept. Ook in de sanitaire ruimtes is vinyl toegepast: Optima Multisafe van Tarkett. Dit is een speciale vloer voor natte ruimtes; ze biedt een goede grip, zelfs als er op de vloer water en zeep ligt. Bovendien zorgt het dichte, > ondoordringbare oppervlak van de architectenweb — 29


— advertorial

Daglichtstroken In zijn gebouwontwerp heeft HD, met het oog op een geborgen omgeving, gekozen voor organische vormen. Zo is de vorm het atrium geïnspireerd op een boomblad en zijn de vrijstaande kolommen rond uitgevoerd. “Ook hebben we gebruik gemaakt van de kleuring van het daglicht in het revalidatiehotel”, vertelt Verhagen. De stedenbouwkundig vastgestelde rooilijnen in combinatie met de hoogterestricties bepaalden de strakke contouren van het revalidatiehotel. De randvoorwaarden resulteerden in een diepe bouwenvelop en ongelijke hoekverdraaiingen. Het architectenbureau heeft daarom gebruikgemaakt van een wigvormige verdraaiing om daglicht diep in het gebouw te brengen. Geïnspireerd op het natuurlijke voorbeeld van Antelope Canyon, een diepe en smalle kloof in de Amerikaanse staat Arizona, heeft het architectenbureau strategisch daglichtstroken in de gevel en het dak ontworpen. 30 — architectenweb

Boven Vanwege de kleine footprint van het gebouw is als buitenruimte gekozen voor een daktuin. Onder De individuele kamers zijn ingericht als hotelkamers.

Daglichtstroken splitsen het gebouw op in drie delen, die onderling via ‘bruggetjes’ zijn verbonden. Het atrium fungeert als middel- en oriëntatiepunt, legt Verhagen uit. Het architectenbureau heeft gezorgd voor zichtrelaties vanuit zowel de lift als vanaf de trappartij. Dit stuurt de routing en zorgt er voor dat gasten altijd snel weten waar zij zich in het gebouw bevinden. Ook op de begane grond en behandelverdieping maken zichtlijnen de plek en routing helder. Dat draagt bij aan een gerust en geborgen gevoel van de gasten. “Tevens zijn er door het gehele gebouw grote visuals in de vorm van oude Rotterdamse foto’s te vinden”, vertelt de ontwerper. “Elke verdieping heeft een eigen thema en hoofdbeeld.

Enerzijds zorgt dit voor herkenning in het gebouw, anderzijds zetten de beelden aan tot interactie en onderzoek, door de nieuwsgierigheid op te wekken.”

Rust en activiteit De hospitality binnen het concept van Laurens en HD heeft een tweeledig, schijnbaar tegengesteld doel. De gasten moeten zich op hun gemak voelen en rusten, maar tegelijkertijd moeten ze worden uitgedaagd tot activiteit en ontmoeting met andere gasten. In het ontwerp heeft HD daar door het hele gebouw, ook op de kamerverdiepingen,

Foto’s middenonder: Tarkett Foto’s links- en rechtsboven: Paula Romein

Optima Multisafe voor een hygiënische en goed schoon te maken vloer. In de natte ruimtes heeft de vloer een gemarmerd dessin.


advertorial —

Boven Het exterieur van Intermezzo Zuid verwijst naar de wederopbouwarchitectuur in de omgeving. Rechts Informeel zitje aan het atrium op een van de verdiepingen. Onder De Optima Multisafe vinylvloer van Tarkett in de sanitaire ruimtes biedt onder alle omstandigheden goed grip.

Stedenbouwkundige context

vlakbij het Rotterdamse Zuidplein. Het rommelige bedrijventerrein uit de jaren vijftig van de vorige eeuw, waarop het gebouw staat, is momenteel weer sterk in ontwikkeling. “Belangrijk was in het exterieur een sfeer na te streven die recht doet aan de bijzondere gebouwen uit de Rotterdamse wederopbouwperiode”, zegt Verhagen. Als voorbeeld daarvan geeft hij het tegenover gelegen Verzamelgebouw Zuid van Huig Maaskant. HD heeft gekozen voor een helder en rustig, lichtgetint gevelraster als basis. Dit grid heeft een invulling van naar voren liggend baksteen in donkerbruine nuances. Daarmee biedt het gevelontwerp volgens Verhagen een hedendaagse interpretatie van de architectuur in de omgeving, maar sluit het exterieur ook nadrukkelijk aan bij het concept van het revalidatiehotel. De opdrachtgever en de architect wilden een zorggebouw realiseren dat ook aan de buitenzijde warmte en geborgenheid uitstraalt. Verhagen: “Een gebouw voor hotelgasten in een kwetsbare fase van hun leven, een gebouw voor mensen.” —

De kwalitatieve binnenomgeving van het gebouw vormt een contrast met de locatie, die volgens de architect, “niet echt als een healing environment werkt.” Het gebouw is gerealiseerd in een zakelijke, binnenstedelijke omgeving

Meer informatie Tarkett Denariusstraat 21 4903 RC Oosterhout NB 076 5780 786 vloeren.projecten.tarkett.nl

elementen voor gecreëerd. “Overal bevinden zich ontmoetingsruimten in alle denkbare gradaties”, zegt Verhagen. “Kleine en grote, zoals de koffiebalkons aan het atrium en het restaurant op de begane grond. Maar ook besloten en open nissen en hoekjes, zoals de stilteruimte en de entresols in de lichtstrook. De ruimtelijke opzet vormt een uitnodiging tot verkenning van het gebouw.” Terwijl ruimtes als het restaurant, de binnentuin, de entreelobby, de bruggetjes en de fitnessruimtes uitnodigen tot activiteit, vinden de gasten rust in bijvoorbeeld de stilteruimte, nissen bij de lichtstrook of de lift, verblijfsplekken met een erker, de salons op de zesde en zevende verdiepingen en de daktuin. De indeling van boven naar beneden staat uiteindelijk symbool voor een geslaagd revalidatietraject: het is de weg van passief naar actief, van rust naar levendigheid, van privacy naar openbaar, feitelijk van intramuraal naar huis.

architectenweb — 31


Woonvormen voor mantelzorg De toenemende vergrijzing en een overheid die zich steeds meer terugtrekt uit de zorg betekent dat zorgtaken steeds meer bij burgers zelf komen te liggen. Daarnaast is er een verandering merkbaar in de sociaal-culturele perceptie van ouderenzorg; we willen ouderen zo lang mogelijk in onze samenleving houden en niet ‘wegstoppen’ in verzorgingstehuizen. Mensen kiezen er daarom steeds vaker voor om, wanneer de woonsituatie dit toelaat, zorgbehoevende ouders in huis te nemen. Vaak is er een aanpassing of uitbreiding van de woning nodig om dit mogelijk te maken en moet er handig omgesprongen worden met regelgeving.

Verbouwen Architect Leo Harders besloot met zijn vrouw om samen met haar moeder en zijn drie kinderen in een rijtjeshuis in Delft te gaan wonen. Het huis uit de jaren ’30 was met 140m 2 ruim, maar niet groot genoeg voor vijf slaapkamers en een goede woonruimte. Dankzij de versoepelde regelgeving was het 32 — architectenweb

mogelijk om maximaal vier meter in de tuin uit te bouwen, als dit niet meer dan 50% van het tuinoppervlak zou beslaan. Dit zou in de vorm van een losse unit kunnen, maar Leo Harders gaf de voorkeur aan een uitbreiding van het huis, vanwege de meerwaarde voor het pand en de praktische voordelen die dit bood. Door de begane grond als het ware in tweeën te splitsen ontstond een langwerpige zone naast de eetkeuken. Hierin liggen de slaapkamer van zijn schoonmoeder, een kleine badkamer en een toilet in één lijn. Door het toilet van twee kanten toegankelijk te maken, is de kamer van zijn schoonmoeder apart toegankelijk vanuit de hal, zodat meer privacy ontstaat. Via een schuifdeur zijn beide zones weer met elkaar verbonden en vloeien verschillende levensfasen ruimtelijk in elkaar over. Een soortgelijke ingreep, maar met een andere achtergrond, is de verbouwing die architect Peter Masselink deed voor zijn zoon Sverre, die leidt aan een ernstige stofwisselingsziekte. Het

gezin wilde graag in het huis blijven wonen, omdat de dochter goed opgevangen wordt door buren als de zoon plotseling naar het ziekenhuis moet en er een afhankelijkheid is van mantelzorgers in de buurt. Een gevecht met de gemeente volgde, aangezien het huis niet geschikt werd bevonden voor de noodzakelijke ingreep. Maar volhardendheid van de architect heeft ervoor gezorgd dat er vanuit de gemeentelijke WMO uiteindelijk steun kwam voor het verbouwingsplan. Net als bij de ingreep van Leo Harders heeft Masselink de bestaande woning, na een uitbreiding, in de lengte opgedeeld. Het gedeelte waar het bed en bad van zijn zoon staat is geheel te openen door gebruik te maken van een panelenwand. Zo blijft Sverre onderdeel van het gezin, maar kan er ook voor rust gezorgd worden wanneer > dat nodig is.

Beeld: Broekbakema

Sinds de vergunningseis voor het bouwen van een mantelzorgwoning meer dan een jaar geleden verviel heeft deze woonvorm zich snel ontwikkeld. Er bestaat inmiddels een schakering aan ontwerpen, van verbouwingen van bestaande woningen tot complete ‘woonconcepten’. — tekst Aldo Trim


Boven en onder De mantelzorgwoning die Broekbakema heeft ontworpen, wordt in een pakket aangeboden waarin ook de bijbehorende dienstverlening en ďŹ nanciering is opgenomen.

architectenweb — 33


Boven en onder De mantelzorgwoning die Format A:_ heeft ontwikkeld is opgebouwd uit modules, waardoor deze eenvoudig langer of korter te maken is.

De verbouwingen van zowel Harders als Masselink tonen aan dat in het geval van een ruime woning met een slimme reorganisatie van het interieur een goede zorgwoning gerealiseerd kan worden.

Tuinhuizen Voor wie wat kleiner behuisd is of geen uitbreidingsmogelijkheid heeft, maar toch zijn ouders in zijn nabijheid wil verzorgen, is een ‘tuinhuis’ een optie. Verschillende architectenbureaus spelen op deze situatie in met concepten waarmee eenvoudig een vrijstaande mantelzorgwoning in de tuin of in 34 — architectenweb

Steeds meer mensen kiezen ervoor hun zorgbehoevende ouders in huis te nemen de buurt gebouwd kan worden. Zo’n vrijstaande woning kan ook tijdelijk geplaatst worden, wat aansluit bij de tijdelijke aard van mantelzorg. Een ver-

bouwing is toch meestal permanent. Het concept M+ van Format A:_ biedt de keuze uit verschillende modules waarmee een mantelzorgwoning ‘op maat’ samengesteld kan worden. Deze prefab woning kan geplaatst worden in de tuin, in de buurt of als aanleunwoning bij zorginstellingen. Met het ontwerp wil Format A:_ appelleren aan het ‘thuisgevoel’ en de eentonigheid van zorgwoningen doorbreken. Met zijn ‘Altijd Dichtbij’-concept gaat Broekbakema een stap verder. Het woonconcept is in samenwerking met Unie KBO ontwikkeld en bestaat naast de mantelzorgwoning ook uit de dienstverlening en financiering er omheen. Via deze extra service wordt de laagdrempeligheid vergroot en maandelijkse lasten verlaagd. Volgens Broekbakema zijn de kosten van een mantelzorgwoning voor de mantelzorgers vaak te hoog, waardoor ze niet gebouwd worden. Met ‘Altijd Dichtbij’ wil het bureau dit oplossen. Alle engineering van de woning is van tevoren gedaan, wat de kosten drukt, en het realisatieproces gaat in samenspraak met de bewoners, zodat het standaardmodel is aan te passen aan specifieke woonwensen. De volledig houten woning biedt een licht en warm interieur dat

Beeld: Format A:_ Foto’s: Leo Harders en Peter Masselink

Mogelijke plattegrond woning Format A:_


Begane grond woning Leo Harders

Met weinig extra vierkante meters kan veel bereikt worden Boven en midden Architect Leo Harders deelde de verlengde begane grond van zijn woning in tweeën op, om zo een woonruimte voor zijn schoonmoeder te kunnen creëren.

Onder De mantelzorgwoning van architect Peter Masselink heeft op de begane grond een via een panelenwand afsluitbare zone.

Oude situatie woning Peter Masselink

Nieuwe situatie woning Peter Masselink

met een paar eenvoudige, eventueel geautomatiseerde handelingen is om te vormen tot een slaapruimte. Domotica is bij de hier genoemde nieuwbouwwoningen een belangrijke component in het gebruik. Maar alle vier genoemde voorbeelden laten toch vooral zien dat het oprekken van de regelgeving voor architecten de weg heeft vrijgemaakt om nieuwe ideeën in de praktijk te gaan brengen. De hier getoonde voorbeelden laten zien dat met weinig extra vierkante meters toch veel bereikt kan worden. — architectenweb — 35


Hands-on ontwerpen voor

dementie

raam waait en je ruikt de planten en kruiden die er groeien. De vloer is bekleed met knisperend kunstgras, de muren zijn zachtgroen geschilderd en versierd met ‘landelijke’ decoraties. Midden in de ruimte staat een grote ronde tafel, waaraan bewoners kunnen zaaien, verpotten en oogsten. Een Eben Haëzer, gelegen in Amsterdam Zuidoost, meneer met een rollator schuifelt de kamer binnen. is een woonzorgcentrum zoals er zoveel zijn. Een “Ik wil even naar de vogeltjes luisteren.” grijs, middelhoog gebouw, met op de begane De Tuinkamer is een van de ontwerpprojecgrond een aantal gemeenschappelijke functies – ten die voortkomen uit het onderzoek The Art restaurant, kapper, fysiotherapeut. De inrichting and Science of Dementia Care, een gezamenlijk is bedaagd, de thermostaat staat hoog en het ruikt initiatief van zorginstelling Cordaan (eigenaar van er wat muf. Eber Haëzer) en het Stimuleringsfonds Creatieve Maar sinds kort is daar, op de vierde verdieIndustrie. De aanleiding heeft iets verontrustends; ping, een verfrissende oase: de Tuinkamer. Op de terwijl de vraag naar huisvesting voor mensen met gang klinkt het getjilp uit de zogenoemde tuinradio dementie (nu ruim 260.000) de komende jaren je al tegemoet, je voelt de bries die door het open sterk zal toenemen, lijkt er een tekort aan ont-

36 — architectenweb

Foto’s: Sofie van Greevenbroek

Een steeds grotere groep ouderen leidt aan dementie. Reden voor Cordaan en het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie om hier ontwerponderzoek naar te laten verrichten. Daarbij is in de zorginstellingen zelf gewerkt aan verbeteringen. “Want even rondlopen door zo’n gebouw en dan achter de tekentafel gaan zitten – dat werkt niet.” — tekst Kirsten Hannema


werpers op dit vlak. Cordaan, dat voor een grote transformatieopgave in zorg en huisvesting staat, heeft moeite om interieurarchitecten te vinden die daarin een leidende rol kunnen vervullen, wat de aanleiding is geweest voor een samenwerking met het Stimuleringsfonds.

Kennisontwikkeling De afgelopen jaren verschenen verschillende semiwetenschappelijke publicaties over het onderwerp, zoals Architectonica, een thuis voor mensen met dementie (2012, Erik Stroobants en Patrick Verhaest), Dimensie voor dementie (2013, Wiegerinck architecten) en de Toolkit Dementievriendelijk Ontwerpen van KAW architecten (2014). Terugkerende thema’s zijn zintuigelijk comfort (het aanbieden/doseren van prikkels als licht, kleur, geluid, geur, tactiliteit), oriëntatie en bewegingsvrijheid, het creëren van een thuisgevoel binnen een instelling, het aanzetten tot activiteit en stimuleren van contact, en het ondersteunen van herinneringen. Maar de vertaalslag van theorie naar praktijk blijkt niet vanzelfsprekend – ook vanwege de beperkte budgetten en strenge eisen ten aanzien van hygiene en veiligheid. Het Stimuleringsfonds vroeg architecten Caro van Dijk en Henri Snel, die veel ervaring hebben met het ontwerpen voor mensen met dementie, om een onderzoeksvoorstel te schrijven. Van Dijk: “Wij hebben toen gezegd: we moeten niet alleen een rapport maken, maar ook gaan bouwen op locatie – samen met de zorginstelling en de bewoners.” Snel: “Even rondlopen door zo’n gebouw om te kijken hoe het eruit ziet en dan achter je tekentafel gaan zitten – dat werkt niet. Mijn studenten van de afdeling Inter-Architecture aan de Rietveldacademie laat ik tegenwoordig stage lopen in een Alzheimercentrum. Je moet begrijpen voor wie je bouwt, waar deze architectuur over gaat. Het is iets

Linkerpagina De Tuinkamer brengt de natuur terug in het verzorgingshuis. Boven De dementerende ouderen reageerden positief op de Tuinkamer en werden er zichtbaar minder apathisch van.

anders dan healing environment; demente mensen worden niet beter. De ambitie is om hen een beter leven te geven.” Vanuit die ambitie werd door Cordaan en het Stimuleringsfonds een open oproep georganiseerd, waarna zes interdisciplinaire teams zijn gevormd, met ontwerpers, wetenschappers, zorgdeskundigen, producenten en opdrachtgevers. Zij werken op drie zorglocaties aan kleinschalige ruimtelijke interventies en prototypes voor objecten.

Tuinieren “Wat kun je doen dat relevant is? Dat is de vraag die ik mezelf stelde toen ik hier binnen liep”, zegt landschapsarchitect Marnix Tavenier, die de Tuinkamer ontwierp. “Mensen hingen voorover rond een tafel, volledig in zichzelf gekeerd – dat was hun leefwereld. Mijn eerste ingeving was: ze moeten naar buiten.” Maar de drempel om naar buiten te is hoog – zeker vanaf de vierde verdieping. Daarom besloot Tavenier om buiten naar binnen te brengen. “We begonnen met kruiden, water en zakken potgrond, op schoot. Het bleek een awakening; mensen gingen voelen aan magnoliatakken, staken hun handen in de aarde, begonnen te praten over vroeger…” Snel: “Het mooie van een tuin is: hij is geen dag hetzelfde. Je begint te zaaien, planten gaan > architectenweb — 37


Rechts Het bloemstilleven dat kunstenaar Linda Nieuwstad voor het LUMC maakte is ruim vier meter hoog en zes meter lang.

38 — architectenweb

Bloemstilleven

“De seizoenservaring, de dynamiek van plaats en tijd, maakt verhalen los” Linksboven en linksonder Via textiele kamerschermen kunnen ouderen zich een plek toe-eigenen binnen algemene ruimtes.

Kunstenaar Linda Nieuwstad heeft de afgelopen jaren naam gemaakt met haar uitvergrote bloemstillevens uit industriële materialen. Nieuwstad is gefascineerd door de kwetsbare schoonheid van bloemen en wil met de uitvergroting hiervan beschouwers prikkelen zich opnieuw hiertoe te verhouden. Door de bloemen uit te vergroten wordt hun werkingsveld ook ineens veel groter: in plaats van alleen een tafel op te vrolijken, kan een bloemsculptuur een grote ruimte aankleden. Voor het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) maakt Nieuwstad een vier meter hoog bloemstilleven van staal, vrachtwagenzeil, hout en wol. Momenteel werkt ze aan een kunstwerk voor dementerenden, waarbij ze onderzoekt of het ‘bloemstuk’ bij de benadering ervan ook geur kan afgeven. Juist geuren onthouden dementerende ouderen namelijk goed en werkt daarom beter om een plek herkenbaar te maken dan bijvoorbeeld kleur.

Foto’s kamerschermen: Sofie van Greevenbroek Foto bloemstilleven: Gert Jan van Rooij

bloeien, en dan kun je oogsten. Die seizoenservaring, de dynamiek van plaats en tijd, maakt verhalen los. Samen tuinieren is iets universeels, iedereen heeft daar iets mee – ook de verzorgers. Het verbindt. En, heel belangrijk: mensen worden minder apatisch. Buiten zijn is zoiets wezenlijks – de zon en de wind voelen, maar ook het bewegen, de ervaring van je eigen lichaam.” En dan te bedenken dat demente mensen gemiddeld slechts anderhalve minuut op een dag buiten doorbrengen, en 97% niet aan de aanbevolen 30 minuten lichaamsbeweging komt. Zo ontstaat een cumulatief neerwaarts effect: het slaap/waakritme raakt verstoord, de spiermassa neemt af, en men krijgt pijnklachten. De architecten hebben niet de illusie dat zij dit ineens kunnen veranderen, maar ze geloven wel dat de voorgestelde interventies de situatie kunnen doorbreken. Van Dijk: “We moeten ons niet blind staren op een ‘ideale’ architectuur voor mensen met dementie. Nieuwbouwprojecten zoals de Hogeweyk in Weesp of het Santa Rita Geriatrisch Centrum in Menorca zijn mooie showcases, maar feit is dat we deze instellingen hebben”, wijst ze om zich heen.


De Koekoek In opdracht van zorgverlener QuaRijn heeft architectenbureau Interieur + Dementie in Veenendaal een woonzorgcentrum ontworpen met zes woongroepen met ieder steeds zeven of acht bewoners. Op basis van haar onderzoek ‘Ruimte voor vergetelheid’ heeft het bureau in haar interieurontwerp verschillende elementen opgenomen om de leesbaarheid en herkenbaarheid ervan te vergroten voor de dementerende ouderen. Het interieur kan zo de autonomie van de ouderen vergroten en de zorgdruk verlagen. Bij de eigen kamers van de ouderen zijn vitrines geplaatst waar hun spullen in gezet worden, zodat ze altijd hun eigen kamer kunnen herkennen. De gangen zijn voorzien van lambrisering waar leuningen en nachtverlichting in is opgenomen. Omdat ouderen veel meer licht nodig hebben dan jongere mensen is het lichtniveau door het hele woonzorgcentrum een stuk hoger dan anders (400-1000 lux). In het interieur is verder ingezet op kleurgebruik, contrasten, akoestiek en tactiliteit. Dit laatste werkte bijvoorbeeld door in de stoffering van het meubilair en de wandafwerking. Voor het woonzorgcentrum ontwierp Interieur+Dementie ook dementievriendelijke wandkasten. In open vakken met accentkleuren kunnen de ouderen hun spullen neerleggen. Andere zaken kunnen achter onzichtbare deurtjes, zonder greepjes, opgeborgen worden. In de wandkast is ook alle audiovisuele apparatuur plek geconcentreerd. Juist de concentratie van prikkels houdt deze volgens Interieur + Dementie voor de dementerende ouderen behapbaar.

Foto’s: Menno Emmink

Boven Bij iedere kamer in De Koekoek zijn in een vitrine spullen van de bewoner te vinden. De ouderen kunnen zo altijd eenvoudig hun eigen kamer terugvinden. Onder Voor De Koekoek is een dementievriendelijke wandkast ontworpen met kleuraccenten in de open vakken en onzichtbare deurtjes.

“Daar kun je je tegen verzetten, of iets mee doen. Dit project is daarop gericht: het accepteren van de realiteit, waarbij wij ‘deuken’ proberen slaan in die gebouwen. Ik denk dat dat nu de belangrijkste opgave is.”

Kamerschermen De kamerschermen die architect Jarrik Ouburg ontwikkelde, samen met zorgverlener Jacobine Wegink, omgevingspsycholoog Fiona de Vos, producent Wendy Fietelaars (Kobe) en ontwerpers Samira Boon en Luuc Sonke, zijn een goed voorbeeld. Ze bieden een oplossing voor het gegeven dat privévertrekken steeds groter worden, ten koste van de gemeenschappelijke ruimtes. De stoffen schermen dagen het zorgpersoneel en de bewoners uit om hun behoeften aan beslotenheid en privacy zelf vorm te geven binnen de algemene ruimten. In

plaats van dat de gebouwtypologie leidend is, kan de indeling van de ruimte zo afgestemd worden op de stemming van de bewoners. “De zorgsector is heel generiek”, zegt Van Dijk. “Er is een enorme vraag, maar weinig geld, en daardoor is er de neiging om in totaaloplossingen te denken, bij voorkeur wetenschappelijk onderbouwd. Dat is begrijpelijk, maar ik heb gemerkt dat het soms ook goed is om voor individuele mensen iets te maken. Zo was er hier een mevrouw die heel slecht sliep, met haar gezicht tegen de spijlen van het bed gedrukt. Het team van Fietelaars Wegink en De Vos ontwierp voor haar een speciaal kussen om tegenaan te kruipen. En het werkte: voor het eerst sinds jaren draaide ze zich op haar andere zij. Dat is zo’n moment waarop je weet waar je het voor doet. Het zijn het vooral de persoonlijke verhalen die mij inspireren.” — architectenweb — 39


Vernieuwing van de zorg via ruimtelijk

ontwerp

In de zorg in Vlaanderen is werk aan de winkel. Met name in de woonzorg voor ouderen moet veel gebouwd worden. Tegelijk dient de zorg te vernieuwen om zich opnieuw te verbinden aan de maatschappij en om betaalbaar te blijven. Architectenbureau Osar gelooft erin dat ruimtelijke kwaliteit hierbij een doorslaggevende rol speelt. Daarbij neemt het bureau een grote verantwoordelijkheid door doelbewust nieuwe gebouwtypologieën te ontwikkelen en die zelfs eigenhandig in de markt te zetten. — tekst Robert-Jan de Kort Architecten Hilde Vermolen en Els Kuypers, partners van het Belgische architectenbureau Osar, staan ervoor: architectuur maakt het verschil bij de zorgopgaven. Immers, de investering in een nieuw zorggebouw is maar een fractie van de kosten van de exploitatie en de organisatie over de levensduur van het gebouw. Investeringen in de kwaliteit van het gebouw hebben daarom een groot effect op de kosten voor exploitatie ervan en de zorgorganisatie. Vermolen: “Zo kan bijvoorbeeld de positieve ervaring van ruimtes leiden tot minder medicijngebruik en een ruimte die meewerkt aan de zelfstandigheid van een patiënt bespaart kosten aan zorgpersoneel.” Vanuit deze overtuiging benadert Osar alle opgaven waaraan het werkt. In 2009 richtte Hilde Vermolen samen met Michiel Verhaegen en Daniël van Doorslaer de Open studio voor architectuur, kortweg Osar op. Het bureau is een voortzetting van het gerenommeerde bureau FDA architecten. Het oude bureau was een grote en degelijke speler in de zorgsector: dienstbaar en zonder kritische houding werden vele 40 — architectenweb

zorgprojecten gerealiseerd. De partners wilden af van deze reputatie. Met de naamswijziging werd in feite een totaal nieuw bureau geschapen dat in alles anders wilde zijn dan zijn voorganger. Alles behalve het werkveld, want de zorg bleef de focus van Osar, omdat de partners hierin voor Vlaanderen grote opgaven voorzagen. Voorbeelden hiervan zijn de groeiende vraag naar ouderenhuisvesting door de toenemende vergrijzing, de ontwikkeling van grote ziekenhuizen door fusies en het verankeren van zorg in stedenbouwkundige planning. Daar komt bij dat de Vlaamse overheid beleidsmatig streeft naar de maatschappelijke verankering van de zorg, waarbij de integratie van zorg in de stedelijke omgeving een speerpunt is. Vermolen: “De inhoudelijke specialisatie van ons bureau is een bewuste keuze geweest, omdat de zorg grote uitdagingen kent. De opgaven zijn zeer complex en hebben een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hierin zien wij een onderscheidende rol voor architectuur. Met ons bureau willen we een partner zijn

Door de buitenruimten van het Kinderpsychiatrisch Centrum (KPC) in Genk verdiept aan te leggen, konden hekken achterwege blijven.

van overheden en projecten realiseren die een voorbeeldfunctie hebben.”

Nieuwe opdrachtgevers Een inhoudelijke koerswijziging vraagt om nieuwe opdrachtgevers. Die waren er volop in België, waar de ontwikkelingen iets achterlopen ten opzichte bijvoorbeeld Scandinavië en Nederland. Er is in tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland dringende behoefte aan nieuwe gebouwen. Kuypers: “De interesse in mooie zorggebouwen was al toegenomen bij opdrachtgevers, maar als je vernieuwende concepten voorstelt moet je de opdrachtgever ervan overtuigen


Foto’s: Sven van Baarle

om met zijn organisatie op een andere manier te gaan werken. Vaak is er voor zo’n discussie geen plaats en wordt het oude zorg in een nieuw jasje.” Om werkelijk vernieuwende concepten te realiseren besloot Osar de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester aan te grijpen. Belangrijke aspecten van de Open Oproep zijn de goed doordachte projectdefinities en de dialoog die mogelijk is met de opdrachtgevers in de selectiefase. Osar koos meerdere zorgprojecten uit om de pijlen op te richten. Op basis van een goede motivatie werd het > bureau prompt voor vier projecten

In de verdiept gelegen buitenruimten van KPC Genk kunnen de kinderen hun energie kwijt.

architectenweb — 41


“Vernieuwende concepten vragen van organisaties ook andere manier van werken” geselecteerd. Het betrof drie woonzorgcentra en een gesloten jeugdinstelling. Alle vier werden gewonnen, waarmee Osar de basis legde voor de zelfverkozen toekomst.

Een thuis maken Dat het merendeel van de nieuwe opdrachten woonzorgcentra betrof is geen toeval. De opgave in die sector is door de vergrijzing van de bevolking en de veroudering van oude rusthuizen groot. Nu wordt de stap gemaakt naar meer kleinschalige woonzorggebouwen, die 42 — architectenweb

in het stedelijk weefsel worden ingepast en waar de nadruk volgens Osar dient te liggen op het wonen en niet op de zorg. In het project Menos in Genk is een woonomgeving voor personen met dementie ontworpen die oprecht een thuis voor deze bewoners genoemd mag worden. Samen met het Kenniscentrum Dementie Vlaanderen is de ruimtelijke ervaring van dementerenden onderzocht en daarmee is een nieuwe ruimtelijke opzet ontworpen. Eerste uitgangspunt was het minimaliseren van de logistieke ruimte voor de zorgorganisatie ten gunste van kwalitatieve ruimtes voor de bewoner. In plaats van kamers aan een lange, desoriënterende gang te leggen, komen steeds acht private kamers uit op een serie geschakelde collectieve ruimtes met elk een specifieke huiselijke functie. Zo kunnen de bewoners van plek naar plek bewegen, waarbij elke ruimte een bestemming is. Ten tweede betreft de ruimtelijke afwikkeling geen oneindige rondgang, maar zijn er meerdere eind-

punten, die bijvoorbeeld zicht bieden naar buiten. Deze overtuigende opzet kreeg als eerste vraag van de zorgorganisatie hoe ze daarin met hun verdeelkarren konden rijden, waarop Osar antwoordde dat er dan maar zo weinig mogelijk karren meer gebruikt moesten worden. Met zo’n antwoord kan de opdrachtgever beginnen mee te denken of afhaken. Kuypers: “Het geeft aan hoe moeilijk het is om nieuwe ruimtelijke concepten erdoor te krijgen.” Inmiddels is de eerste fase van het project gerealiseerd. In twee gebouwen is plek voor 32 bewoners, die in groepen van acht samenwonen. De zorgorganisatie is enthousiast en de bewoners hebben een waardig thuis. Momenteel wordt het project volgens hetzelfde concept uitgebreid.

Perspectief bieden In andere sectoren van de zorg is er haast geen ontkomen aan het institutionele karakter ervan. Vooral in de


Links KPC Genk: op gepaste afstand van de maatschappij, maar versmolten met het landschap. Onder Het interieur van KPC Genk biedt steeds ander zicht op de cirkelvormige tuinen.

1e verdieping

Foto’s boven: Sven van Baarle Foto onder: Thomas De Bruyne

Begane grond

gesloten inrichtingen met een harde scheiding tussen binnen en buiten. Ook in dit domein wist Osar te vernieuwen. Eveneens in Genk werd vorig jaar een Kinderpsychiatrisch Centrum (KPC) opgeleverd. Het gebouw is een psychiatrisch ziekenhuis met woon- therapie en consultatiueruimtes voor kinderen. De grootschaligheid van het gebouw werd door Osar doorbroken door het clusteren van het programma in vier leefgroepen, die zich oriënteren op cirkelvormige tuinen. De omsloten tuinen, verdiept gelegen aan het omliggende bos, bieden de gelegenheid aan de patiënten om hun energie kwijt te raken. Door inbedding in het landschap konden hekken achterwege blijven. Kuypers: “Zo geeft het gebouw ondanks zijn gesloten regime aan de kinderen een nieuw perspectief. Het gebouw laat door zijn architectuur zien dat de maatschappij gelooft in een goede afloop.”

Ziekenhuizen Waar in de woonzorgcentra de stap naar kleinschaligheid beleidsmatig is gewenst en de gesloten inrichtingen ermee te verzachten zijn, daar is het werken met > deze thema’s in een ziekenhuis een architectenweb — 43


Boven In deze woongroep in Genk voor acht dementerende ouderen komen de kamers per twee uit op een van de gemeenschappelijke ruimten.

enorme uitdaging. In Vlaanderen is in de ziekenhuisopgave juist sprake van schaalvergroting. In de praktijk betekent dit vaak dat meerdere kleine ziekenhuizen fuseren tot een groot ziekenhuis. Aan de basis van zo’n fusie, en dus ook van het bijbehorende nieuwe gebouw, ligt een zogenoemd zorgstrategisch plan. In dit plan worden aan de overheid de toekomstige samenwerking en de netwerken in de omgeving toegelicht. Een dergelijk plan bevat geen stedenbouwkundige of architecturale input. “In deze plannen wordt de toekomst gestaafd met resultaten uit het verleden. Ze houden onvoldoende rekening met toekomstige ontwikkelingen in de zorg”, vertelt Vermolen. “Daarbij is er een tendens dat elk ziekenhuis alle mogelijke zorg wil aanbieden omwille van zijn concurrentiepositie. Dan krijg je dus een ziekenhuis dat verliezen op de verpleegafdeling moet goedmaken met winsten uit medicijnverkoop.” Vermolen ziet dat hierdoor veel ziekenhuizen te groot worden en vaak al snel financieel aan de grond komen te zitten. Hier ziet Osar nog veel ruimte voor verbetering. Momenteel wordt bij het bureau hard gewerkt aan een Open Oproep voor een nieuw ziekenhuis in Turnhout. Net als met de eerste projecten krijgt 44 — architectenweb

1e verdieping

Osar nu via de Vlaamse Bouwmeester kans om in dialoog met de opdrachtgevers te zoeken naar verbeteringen van het ziekenhuismodel.

Voorbeeldproject Osar heeft zich in zes jaar tijd ontwikkeld tot een vooruitstrevend bureau met een 45-tal medewerkers verdeeld over vestigingen in Antwerpen en Gent. Ondanks dat de visie van het bureau inmiddels door veel opdrachtgevers wordt erkend, belanden nog veel vooruitstrevende plannen in de la.

zxxxxx

Links en onder Bij dit woonzorgcentrum in Genk heeft Osar het wonen centraal gezet. Dit zit ‘m vooral in de plattegronden, maar uit zich ook in het gevelbeeld.


Foto’s: Sven van Baarle

In de door Osar zelf geïnitieerde ouderenhuisvesting Astor in Geel kunnen ouderen ‘zelfstandig, maar toch samen’ wonen. Zorg is er op afroep beschikbaar.

In 2012 initieerde Osar daarom, samen met een aantal partners uit de zorgsector onder de noemer Astor een eigen zorgproject. Doel: het realiseren van waardige ouderenhuisvesting gecombineerd met zorg. Het project wil breken met de typologie van het rusthuis en wordt ontwikkeld als volwaardige woonomgeving waar ouderen zo lang mogelijk hun zelfstandigheid kunnen behouden en niet in een groep hoeven te wonen. De eventueel benodigde zorg wordt geleverd aan huis. Deze loskoppeling van zorg en gebouw is nog niet eerder in Vlaanderen gerealiseerd. Bijkomende uitdaging is dat dit project gerealiseerd dient te worden zonder overheidssubsidies. Door de Vlaamse Bouwmeester en de minister van welzijn, volksgezondheid en gezin Jo Vandeurzen werd het project verkozen als zogenoemd Pilootproject zorg. Dit maakte de beleidsmatige doorontwikkeling van de plannen mogelijk. Voor de financiering van de bouw werden investeerders gevonden. Vermolen: “Osar bewaakt de ruimtelijke kwaliteit voor de uiteindelijke bewoners. Dat is uniek in een project met externe financiers.” Het definitieve project is gesitueerd

In woonzorgcentra hoort de nadruk volgens Osar niet op de zorg te liggen, maar op het wonen in Geel en bestaat uit 190 wooneenheden en collectieve voorzieningen. Het ontwerp wordt binnenkort gepresenteerd aan omwonenden en volgend jaar start de bouw. Met Astor neemt Osar als architectenbureau een enorme verantwoordelijkheid om een voorbeeldproject te realiseren dat aantoont hoe zorgarchitectuur op alle vlakken innovatief kan zijn en daarmee een volwaardig antwoord biedt op de zorgvraag van de toekomst. Het is een veelbelovend initiatief waarbij een maatschappelijk geëngageerd architectenbureau de handschoen heeft opgepakt om de zorg door middel van architectuur echt de toekomst in te loodsen. Goed voorbeeld doet hopelijk goed volgen. —

1e -2e en 12e -13 e verdieping

3 e -11e verdieping

architectenweb — 45


— advertorial

Prettige en professionele ontvangst

Patiënten en bezoekers zullen vaak met enige spanning een ziekenhuis binnenstappen. Het Diakonessenhuis Utrecht gaf Inbo de opdracht om een ruime, nieuwe entreehal te ontwerpen die direct overzicht en comfort biedt. Het architectenbureau koos voor een heldere indeling met maatwerkelementen en een uitvoering in aangename materialen als eikenhout en HI-MACS solid surface. 46 — architectenweb

Het Diakonessenhuis Utrecht is een aantal jaren geleden gestart met grootschalige, gefaseerde nieuw- en verbouw. Het ziekenhuis wil gezondheidszorg kunnen aanbieden volgens de laatste inzichten, zo geeft de organisatie aan. Er is bijvoorbeeld een nieuw Spoedzorgcentrum gerealiseerd en recent is een nieuwe entreehal opgeleverd. Het Diakonessenhuis wilde een open, overzichtelijke en patiëntvriendelijke entree, met zoveel mogelijk comfort voor de gebruikers. Hier begint namelijk het eerste werkelijke contact van het ziekenhuis met patiënten en hun naasten.


advertorial —

Links De nieuwe entreehal van het Diakonessenhuis Utrecht is open, overzichtelijk en comfortabel voor alle gebruikers. Rechts Met de keuze voor HIMACS solid surfacemateriaal konden balies worden uitgevoerd met naadloze vlakken in vloeiende vormen.

Foto’s: Baars & Bloemhoff

Variatie in sferen De ruimte is ingedeeld in duidelijk herkenbare functiegebieden. Er is gebruik gemaakt van vaste maatwerkelementen, waaronder een grote tafel, losse zitelementen, lange banken, vaste plantenbakken, een kast en uiteraard de balies. Deze vaste elementen geleiden de stromen van de verschillende gebruikersgroepen door de hal. De gebruikers kunnen kiezen waar ze willen wachten of verblijven; wil men wat meer afgezonderd zitten, of wil men deel uitmaken Inbo, als huisarchitect van het Diakones- van de dynamiek in het centrum van de hal? Het architectenbureau heeft zithoesenhuis, ontwierp voor de entree een overzichtelijke ruimte. Naast aanpassing ken met verschillende sferen gecreëerd, van gestoffeerde banken en zitelemenen renovatie van de bestaande gevel en entreezone, met een oppervlak van 1.430 ten tot een leestafel, van kleine tafeltjes vierkante meter, heeft het architectenbu- nabij de horeca tot gestoffeerde cubicles, waarin men zich kan terugtrekken. De reau de hal uitgebreid. De nieuwbouw zorgfuncties, zoals de apotheek en inforvoegt nog eens een oppervlak van 1.560 matiebalie, zijn in het middengebied van vierkante meter toe. Hiermee is de de rechthoekige entreehal gesitueerd. entree, gesitueerd in de oksel van twee In de periferie is ruimte voor “horeca, gebouwdelen, ook aan de buitenzijde wachten, ontmoeten en emotie”, aldus van het gebouw duidelijk herkenbaar. Inbo. Een hoge, donker getinte kastenMet het oog op het gebruik van de hal wand bij de restauratieve voorziening en door verschillende groepen – patiënten, de winkel is een blikvanger en benadrukt bezoekers, personeel – heeft Inbo een de functie van de ruimte. Met een aantal aantal heldere ingrepen gedaan.

Vaste maatwerkelementen in de hal geleiden de gebruikersstromen grotere elementen, waaronder drie bomen en de cubicles, heeft Inbo de hal een menselijke maat gegeven, passend bij het Diakonessenhuis.

Vloeiende vormen In de uitvoering streefde het bureau een vanzelfsprekende eenheid in meubilair, kleur en materiaal na. Warme natuurlijke materialen en kleuren vormen de basis van het ontwerp. Inbo heeft onder andere gekozen voor materialen die mooi verouderen en weinig onderhoud vragen. De vloer is uitgevoerd in natuursteen. Het plafond van houten delen filtert het via het dak binnenvallende zonlicht; tevens draagt het bij aan een goede akoestiek. Ter plaatse van de lichtstraten is het plafond demontabel, wat > architectenweb — 47


— advertorial

onderhoud van de kap mogelijk maakt. Eikenhout speelt een prominente rol in het ontwerp. Het is gebruikt voor het front van de balies, de leestafel, zit- en kastelementen. De stijlen van de vliesgevel en de lamellen bij de kantoren op de ingestoken vloer zijn eveneens in eiken uitgevoerd. De lamellen kunnen pneumatisch worden uitgezet met het oog op schoonmaken. Om te kunnen variëren in contact met de entreehal kunnen de lamellen worden gedraaid. In de balies en meubels is het warme, natuurlijke eikenhout gecombineerd met het solid surface-materiaal HI-MACS. Toegepast in een sneeuwwitte uitvoering geeft het materiaal, geleverd door Baars & Bloemhoff, een fris en helder accent. Bovendien straalt het, samen met de strakke detaillering, professionaliteit en hygiëne uit; iets waar de patiënten en bezoekers graag op rekenen. HI-MACS kan nagenoeg naadloos worden verlijmd; daardoor kon het blad van de balie als een vijftien meter lang aaneengesloten deel worden uitgevoerd. Iets boven de grond loopt ook een lijn van HI-MACS langs de balie, waaronder verlichting is aangebracht. Een informatiescherm voor de klanten 48 — architectenweb

Boven De hal biedt zowel ruimte voor ontmoeting als voor afzondering. Onder Het plafond uit houten delen filtert het door het dak vallend daglicht en verbetert de akoestiek.

van de apotheek is verwerkt in een zuil van HI-MACS. Doordat het materiaal bovendien makkelijk te bewerken en thermisch te vervormen is, heeft Inbo de meubels kunnen ontwerpen met vloeiende vormen. De bijzondere balies hebben hun golven, bochten en 3D vormen door een combinatie van freeswerk en thermovormen verkregen. Bij de informatiebalie is een symbool aan de achterzijde in de dikke, homogene plaat van HI-MACS uitgefreesd. Met verlichting erachter licht de ‘i’ op in de verder vlakke voorzijde. Hier is dankbaar gebruik gemaakt van de translucente eigenschappen van HI-MACS. De rondingen en golven in het meubilair verzachten de uitstraling van de verder strakke en repetitieve inrichting.


advertorial —

Boven Inbo heeft gekozen voor de toepassing van mooie en warme materialen, waarbij eikenhout een prominente rol speelt.

De vijftien meter lange balie is voorzien van een doorlopend vlak van HI-MACS

Midden en onder Het sneeuwwitte HI-MACS straalt professionaliteit en hygiëne uit, terwijl de vloeiende lijnen de uitstraling verzachten.

Al het maatwerkmeubilair voor de vernieuwde entree is gerealiseerd door zorgspecialist en interieurbouwer Technoplanning. Deze onderneming is als zogenoemde HI-MACS Quality Club Member gespecialiseerd in de verwerking van het solid surface-materiaal. Leden van de Quality Club ontvangen gedegen aanvullende trainingen in het trainingscentrum van solid surface-specialist Baars & Bloemhoff; doel hiervan is om de objecten uit Solid Surface materiaal volgens de hoogst mogelijke kwaliteit te verwerken en bewerken. Gevolg hiervan is dat een garantie kan worden gegeven van maar liefst vijftien jaar op meubilair dat door HI-MACS Quality Club Members is opgeleverd. “Dit is de langst lopende garantie van

alle solid surface-aanbieders”, aldus Baars & Bloemhoff. Naast de organische vormgeving werkt ook de stoffering van meubels verzachtend. Dezelfde stof in verschillende heldere blauwtinten is gebruikt voor panelen, die in de achterwand van een groot zitmeubel zijn verwerkt. Aanvullend op het ingetogen verlichtingsplan in het casco zijn er op strategische plekken armaturen toegevoegd met het oog op de sfeer en de schaal van de ruimte.

Gemoedstoestand De nieuwe entreehal kan helpen om het binnenstappen van de klinische wereld minder stressvol te maken. De grotere en overzichtelijker ruimte maakt voor nieuwe patiënten en bezoekers de route naar de verschillende afdelingen in één oogopslag duidelijk. De balies waar zij zich melden zijn door de vloeiende vormen en het gebruik van aangename materialen als eiken en HI-MACS minder intimiderend, aldus Inbo; ze beïnvloeden de gemoedstoestand van patiënten al voordat die actief in het zorgtraject zijn opgenomen. — Meer informatie Baars & Bloemhoff Laagraven 44 3439 LK Nieuwegein 030 288 21 34 utrecht@baars-bloemhoff.nl baars-bloemhoff.nl

architectenweb — 49


— advertorial

Transparantie Het Bravis Ziekenhuis in Roosendaal werkt gefaseerd aan de herindeling en renovatie van een aantal afdelingen. Onlangs zijn Intensive Care (IC/CCU) en Scopie aangepakt en opnieuw in gebruik genomen. Bij het ontwerp voor de nieuwe afdeling heeft het Rotterdamse bureau MAS architectuur stressreductie als leidend thema genomen. 50 — architectenweb

“Stressreductie bij zowel de patiënten als het verplegend personeel vormt de kern van het ontwerp van de afdeling”, vertelt Daan ter Avest, architectdirecteur van MAS architectuur. Voor de patiënten heeft het bureau gestreefd naar een gevoel van herkenning, uiteenlopend van de omgeving tot het dag- en nachtritme. Voor patiënten die nog onderzocht moeten worden wilde het bureau dat de omgeving professionaliteit zou uitstralen. Bij de stressreductie voor het personeel spelen volgens Ter Avest andere zaken. “Zo moet het interieur hen in staat

stellen snel te handelen. Daarvoor is het bijvoorbeeld belangrijk dat de apparatuur altijd aan dezelfde kant te vinden is.” Ook is voor het personeel overzicht gecreëerd door een grote transparantie in het interieur. In verband met dat laatste is veel glas toegepast en is er gespeeld met de verlichting, legt Ter Avest uit. In het plafond is een doorlopende lichtlijn gerealiseerd. Bij de balies kan het personeel bijvoorbeeld in de nachtsituatie kiezen voor verlichting die alleen de binnenzijde van de balie aanschijnt en niet op de grond of in de ruimte. Transparantie is van belang omdat

Foto’s: MAS architectuur

op Intensive Care


advertorial —

KONE heeft met de architect meegedacht over hoe de techniek van de schuifdeuren in een doorlopende strook langs het plafond opgelost kon worden.

Bravis Ziekenhuis in Roosendaal.

Het interieur van het Scopiecentrum biedt het personeel veel overzicht.

Gang met verschillende entrees tot scopiekamers voor personeel en patiënten.

het personeel de IC-afdeling moet kunnen overzien. “De verpleegkundigen kunnen niet altijd alles horen, dus moeten ze aan een beweging kunnen zien of het goed of fout gaat met een patiënt.” De beddenruimtes zijn gescheiden van de gangen door volglazen automatische schuifdeuren in combinatie met volglazen zijpanelen en handbediende glazen schuifdeuren van KONE. In dezelfde lijn zijn tevens twee volglazen automatische hermetische schuifdeuren opgesteld. Niet alleen hebben de producten van KONE zich in het verleden bewezen, het architectenbureau vindt het ook belangrijk dat er vanuit de onderneming meegedacht wordt over de detaillering. “Zo zie je nu een mooi doorlopende strook langs het plafond, waar de mechaniek voor de ophanging en de bediening van de schuifdeuren is weggewerkt”, vertelt Ter Avest. “Tevens is er meegewerkt om bijvoorbeeld de controlestickers op een onnadrukkelijke maar duidelijk afleesbare manier aan te brengen.” Glazen deuren en wanden zijn voorzien van een lichtgetinte gradiënt vanaf de vloer. Familieleden en vrienden die net hebben gehoord dat een bekende is binnengebracht, zien in hun verwarring vaak het glas niet. “Als de onderzijde als een soort heg is gekleurd, registreren mensen onbewust dat er een object is waar ze tegenaan kunnen lopen.” De verschillende typen schuifdeuren van KONE die zijn toegepast,

dragen naast de transparantie ook bij aan de veiligheid en logistieke processen op de afdeling. Deuren zijn met een voet of een elleboog op een knop te openen; door de breedte en het feit dat ze volledig openschuiven, kunnen bedden met grote haast door de opening gedraaid worden. Ook verschillende balies en de apotheek van de afdeling zijn “afgerond met bedsnelheden”, vertelt Ter Avest. “De sterke afrondingen houden rekening met het feit dat in noodsituaties snel van de ene naar de andere ruimte kunnen worden gereden, zonder tegen hoeken te stoten. Om de professionaliteit van de afdeling te onderstrepen, is de IC/CCU overwegend wit gehouden. Voor Scopie geeft een zandkleur als aanvullende tint een wat chiquere uitstraling. Verder zijn de afdelingen op terughoudende wijze voorzien van een herkenningsbeeld: een geluksdier of -plant. Zo is er in de apotheek een klavertje vier te zien en siert een oester – aan parels werden vroeger magische krachten toegedicht – de entree en onderzoekskamers van de Scopie. Van die beelden afgeleide kleuren keren terug in het meubilair. “Niet nadrukkelijk, maar genoeg om te weten dat je op de juiste afdeling bent.” — Meer informatie KONE Rijn 10 2491 BG Den Haag 070 3171 000 nederland@kone.com kone.nl

architectenweb — 51


Boven De nieuwbouw van Medisch Spectrum Twente ligt middenin Enschede. Onder Op de hoek vouwt de gevel subtiel naar buiten ter markering van de entree.

De stad als

healing environment In de binnenstad van Enschede is de afgelopen jaren de nieuwbouw verrezen voor Medisch Spectrum Twente (MST) naar ontwerp van IAA. Met zijn sterke relatie tot de omliggende stad, gedifferentieerde binnenmilieu en enkel eenpersoonskamers toont MST overtuigend hoe het ziekenhuis anno nu eruit hoort te zien. — tekst Leon Sebregts

52 — architectenweb


Foto’s: MST/IAA Architecten

De keuze van de Raad van Bestuur van Medisch Spectrum Twente (MST), één van de grootste niet-academische ziekenhuizen van Nederland, om uit te breiden naast het huidige ziekenhuis in het hart van Enschede, was gedurfd maar weloverwogen. Geheel tegen de stroom in besloot men in de binnenstad te blijven en niet aan de rand van de stad een nieuw ziekenhuis te bouwen. Na de opening in januari 2016 zullen per dag drieduizend patiënten en bezoekers, en nog eens drieduizend medewerkers van het ziekenhuis gebruikmaken. De nieuwbouw van MST oogt minder groot dan je van het grootste bouwproject in Twente ooit (78.400 m2) zou verwachten. Hoewel de beschikbare kavel van 23.000 m2 volledig is benut en het ziekenhuis dus letterlijk ‘op de stoep’ staat, neemt het gebouw geen dominante positie in ten opzichte van de omge-

ving. IAA Architecten ontwierp MST als een geknikte kamstructuur, waar een glazen stolp overheen is gezet. Op deze wijze ontstaat een relatief compact volume van zeven verdiepingen, waarin daglicht in overvloed kan binnenstromen. Vijf grote atria geven het gebouw een luchtige uitstraling en zorgen voor interactie tussen de stad en de ziekenhuiswereld. Huisvormige volumes, die in de atria zijn geplaatst, vormen een intermediair tussen de schaal van de straat en die van het ziekenhuis.

Ziekenhuis als onderdeel van de stad Stedenbouwkundig vormt MST de ontbrekende pleinwand aan het nieuw ingerichte Koningsplein, waar het ziekenhuis ook zijn hoofdingang heeft gekregen. De glazen gevel wijkt hier op imposante wijze iets naar buiten, waar-

bij een dubbele luifel de entree articuleert. Terwijl het oude ziekenhuis zich altijd als een ongenode gast van de stad afkeerde, presenteert de nieuwbouw zich als prominent onderdeel van het stadscentrum. Architecten Harry Abels en Michelle Booltink van IAA waren vanaf het begin groot voorstander van de centrumlocatie. Innovaties in de zorg, verbeterde operatietechnieken en meer hygiëne hebben ervoor gezorgd dat een verblijf in het ziekenhuis steeds korter is geworden. Een groot deel van de bezoeken beperkt zich tot een poliklinische controle. “Hoe fijn is het als je dit bezoek tussen je werk door, of tijdens het winkelen, kunt plannen?”, vertelt Abels. “Ook als je wat langer moet blijven, wil je niet naar de rand van de bewoonde wereld worden verplaatst, maar deel blijven uitmaken van de samenleving.” > architectenweb — 53


Boven Ieder atrium heeft zijn eigen zorgthema en is voorzien van een ‘huis’ dat als kenniscentrum dient voor het medisch personeel.

De bestaande infrastructuur bleek de stroom bezoekers, met slechts enkele kleine ingrepen, gemakkelijk aan te kunnen en ook de extra parkeerdruk was relatief eenvoudig op te lossen. De parkeergarage onder het nabijgelegen Van Heekplein was op de piekmomenten van het ziekenhuis onderbezet. Middels een ondergronds rolpad, naar ontwerp van atelier PRO, is de garage met MST verbonden. Het oude ziekenhuis blijft in gebruik voor functies die niet direct met patiëntenzorg te maken hebben. De keuze voor uitbreiding op de huidige locatie is kostenbesparend en duurzaam.

Organisatie en logistiek Eenmaal binnen leidt een wigvormige entree bezoekers richting de ontvangstbalie. Zoals alle serviceplekken in het ziekenhuis heeft de achterwand van de balie een olijfgroene kleur. Door een overdaad aan constructieve kolommen die het blikveld inperken, komt de entreehal wat benauwend over. Verticaal wordt de blik echter niet beperkt. Via een vide ervaart de bezoeker voor het eerst de volledige hoogte van het gebouw. Lange kolommen die vanaf de tweede verdieping oprijzen en het dak dragen, benadrukken die sensatie. Booltink: “De balie vormt het hoekpunt in een winkelhaak van brede gangen waardoor bezoekers zich over het gebouw verspreiden. Begeleid door iets verhoogde daglichtvelden in het plafond, vinden ze eenvoudig hun weg naar één van de themagerichte pleinen. De zorg rondom verwante aandoeningen is hierbij steeds rondom één plein gegroepeerd.” In de atria openbaart de organisatorische opzet van het ziekenhuis zich. De eerste en tweede verdieping zijn voorzien van een open omloop. Hier liggen de poliklinieken. De gevels van de bovenste drie lagen hebben grote, met glas ingevulde kaders. “Het 54 — architectenweb

Geheel tegen de stroom in besloot het ziekenhuis in de binnenstad te blijven

hotel”, noemt Abels met enige trots deze verpleegafdelingen, waar alleen eenpersoonskamers met eigen toilet en badkamer zijn gerealiseerd. De gevel van de verdieping die ingeklemd ligt tussen de poliklinieken en de verpleegafdelingen is meer gesloten. Het hout van de kozijnen vormt verticale lamellen die de erachter gelegen ‘hotfloor’ grotendeels aan het


Boven De serviceplekken in het ziekenhuis zijn te herkennen aan hun olijfgroene achterwand. Onder Brede trappen leiden naar de 1e en 2e verdieping, waar de poliklinieken liggen.

Het zeer transparante dak is voorzien van voor de Twentse textielindustrie kenmerkende sheddaken zicht onttrekken. Op de hotfloor zijn kritieke voorzieningen, zoals operatiekamers en de intensive care en medium care, geclusterd om tot een zo optimaal mogelijke organisatie te komen. Hoog boven de verpleegverdiepingen zweeft een zeer transparant dak, dat voorzien is van de voor de Twentse textielindustrie kenmerkende sheddaken. Een groot, hangend kunstwerk vormt in ieder atrium een blikvanger.

Lessen van Aldo van Eyck De overvloedige lichtinval, grote bomen, organisch gevormde wachtplekken en lantaarnpalen geven de atria het gevoel van een stadsplein. De gebruikte materialen zijn neutraal en tijdloos, waardoor de aandacht vooral op de ruimte en het licht wordt gevestigd. Wit gestucte wanden, houten kozijnen en spanten, witte vloeren, glas en groen bepalen het beeld. Stalen delen zijn grijsbruin gelakt. Archetypische, huisvormige volumes geven de atria een meer behapbare, menselijke schaal. Een motief dat Abels ontleende aan de lessen die hij als student kreeg van Aldo van Eyck. Hij

leerde naar eigen zeggen “groot tegenover klein, besloten tegenover open en zakelijk tegenover huiselijk te stellen.” De ‘huisjes’ herbergen zogenaamde kenniscentra, waar medisch personeel samenkomt om kennis uit te wisselen. Het balkon boven de entree fungeert als een afdelingsoverstijgend kenniscentrum. Aangrenzend is op initiatief van IAA een collegezaal met tweehonderd zitplekken gerealiseerd. Een belangrijke schakel in het creëren van geborgenheid binnen het grotere geheel is het Stiltecentrum. Deze geheel naar binnen gerichte ruimte is door IAA als een afzonderlijk project aangepakt.

Ronde, met houten latjes afgetimmerde dakramen vormen spotlights op enkele bijzondere plekken. Strijklicht langs de gecementeerde metselwerkwanden geeft de ruimte een serene kwaliteit.

Stolpconcept Het stolpconcept draagt niet alleen bij aan de gewenste ruimtelijkheid, het is ook een belangrijke schakel in de klimaatbeheersing van MST. In de winter vormt het atrium een warme en in de zomer een koude schil rond het gebouw. Door een deel van de retourlucht van de generieke functies af te voeren naar de atria ontstaat hier een aangenaam > architectenweb — 55


“Groot tegenover klein, besloten tegenover open, zakelijk tegenover huiselijk” tussenklimaat voor wachtruimten en verkeersgebieden. Koeling en verwarming vindt primair plaats middels betonkernactivering, gekoppeld aan warmte-koudeopslag in de bodem. Doordat er hierdoor minder lucht door het gebouw hoeft te worden rondgepompt, is de kans op besmetting via de lucht verkleind. In de patiëntenkamers wordt de temperatuur op 21 graden Celsius gehouden, drie graden lager dan gebruikelijk. Dankzij een verwarmingspaneel in een verlaagd plafond boven het bed bereikt de temperatuur in de directe omgeving van de patiënt wel de gewenste 24 graden Celsius. Het energiebesparende systeem, dat in ziekenhuizen nog niet eerder is toegepast, verschaft verplegend personeel een aangenamere werkomgeving, waarin zij zich beter kunnen concentreren en dus betere zorg kunnen leveren.

Healing Environment De principes van Healing Environment, de notie dat de gezondheidstoestand van patiënten beïnvloed wordt door de omgeving en het gebouw, waren in MST op ieder schaalniveau leidend. Op Boven In de gevel aan het atrium is de opbouw van het ziekenhuis afleesbaar met de poliklinieken op de 1e en 2e verdieping, de hotfloor op de 3 e verdieping, en daarboven de patiëntenkamers. Links Een blik op de entree van het ziekenhuis met rechts de collegezaal. Rechts Het ziekenhuis heeft enkel eenpersoonskamers.

54 — architectenweb


6 e verdieping

1e verdieping

Begane grond

3 e verdieping

Dwarsdoorsnede atria

Langsdoorsnede atria

de grootste schaal is IAA erin geslaagd een leesbaar gebouw te ontwerpen dat geborgenheid uitstraalt, maar tegelijk in open verbinding staat met de buitenwereld. Volgens Abels is het voor patiënten van groot belang “een gevoel van tijd, plaats en ruimte” te ervaren. “Mensen moeten het weer en de seizoenen kunnen beleven.” Door de verpleegafdelingen hoog in het gebouw te plaatsen, staan patiënten continu in contact met de wereld buiten. Het stolpconcept dat op gebouwniveau bijdraagt aan een helende omgeving, vormt ook op de kleinste schaal de basis voor het welbehagen van de patiënt. Dankzij de extra schil is het mogelijk de individuele kamers van verdiepingshoge, glazen puien te voor-

zien, zonder dat ze te veel opwarmen. Ook kan in iedere kamer een luikje worden geopend, zodat patiënten zelf kunnen bepalen hoeveel omgevingsgeluid zij binnen krijgen. Het gevoel de omgeving naar de hand te kunnen zetten, staat volgens Abels en Booltink centraal in het denken over Healing Environment: “De brede gangdeur kan naar wens worden opengezet om contact te hebben met de overbuurman of -vrouw en ook de lamellen in het raam naast de deur kunnen door de patiënt zelf worden bediend.” De grootste vooruitgang in de nieuwbouw van MST huist in het eenpersoonskamer-principe. Het zorgt voor meer privacy, een kleinere kans op besmetting en meer rust. Allemaal

De grootste vooruitgang ligt in de toepassing van enkel eenpersoonskamers factoren die het herstel bevorderen. Abels besluit: “Onderzoek van de Amerikaanse architect Kirk Hamilton heeft aangetoond dat artsen in een eenpersoonskamer gemiddeld 28 seconden langer bij een patiënt blijven. De patiënt vertelt meer, de arts is oplettender en stelt betere diagnoses.” — architectenweb — 57


58 — architectenweb


cxxxxxxxx

Minimalisme

omdat het moet

In het UMC Utrecht heeft Atelier Kempe Thill samen met Osar een dubbel complex van operatiekamers ontworpen. Dat het bureau geen ervaring met het ontwerp van OK’s had, zag de opdrachtgever als ‘een kans om ingesleten mechanismes te herzien.’ Uit een constructief proces is een volkomen nieuwe en zeer efficiënte opzet voor de OK’s ontstaan. — tekst Kirsten Hannema architectenweb — 59


In de operatiekamers van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht) doet elke vierkante millimeter ertoe, en telt elke seconde. De opstelling van de chirurg en zijn assistenten, de manier waarop hij zijn instrumenten aangereikt krijgt, is immers mede bepalend voor het soepele verloop van een operatie. Het ontbreken van naden en het vlak detailleren van vloeren en wanden, is een vereiste om ophoping van stof en vuil – met als gevolg een vergrote kans op infecties – te voorkomen. De vormgeving van een gang, de draairichting van een deur – als een ziekenhuisbed met spoed naar binnengereden wordt, kan dat uiteindelijk het verschil maken tussen leven en dood. Het is daarom dat de architectuur van Atelier Kempe Thill en Osar op deze plek zo goed tot zijn recht komt. “Ons projectboek bestaat eigenlijk uit allemaal ‘ziekenhuizen”, grapt architect Teun van der Meulen. “Orde, daar houden we van.” En dat is waar het in de OK om draait. De bijna fetisjistische manier van detailleren waar de ontwerpers om bekend staan, is hier veel meer dan een kwestie van esthetiek; dit is minimalisme omdat het moet.

De vormgeving van de OK’s kan uiteindelijk het verschil maken tussen leven en dood 60 — architectenweb

Nieuwe technologie Atelier Kempe Thill had beperkte ervaring met ziekenhuisarchitectuur toen het in 2009 de openbare aanbesteding voor de verbouwing van het OKcomplex won, samen met het Belgische bureau Osar, dat wel over de nodige referenties beschikte. Het gebouw (EGM architecten, 1989) was toe aan vernieuwing, met name wat betreft zijn techniek. “De richtlijnen zijn de afgelopen vijfentwintig jaar aangescherpt; zo voldeden we niet meer aan eisen ten aanzien van de nieuwste hygiënerichtlijnen”, vertelt Ina Roubos van het UMC Utrecht. “De oorspronkelijke OK’s waren niet toegerust op het werken met robots, en ook qua ICT – denk aan beeldopslag van microcamera’s die in de patiënt worden gebracht – liepen we vast. Daarbij was de structuur van het gebouw verwaterd door allerhande interne verbouwingen.”

Gebrek aan ervaring als pre Omdat het ziekenhuis tijdens de verbouwing moest blijven draaien, is de

Boven Om ophoping van stof en vuil te vermijden zijn de wanden en plafonds zo vlak mogelijk gedetailleerd en ontbreken naden.

Rechterpagina De operatiekamers worden ontsloten vanuit een rondom lopende gang.

verbouwing in fasen georganiseerd. Dit project (fase 1, 9 OK’s) betreft het dagbehandelingscentrum op de kelderverdieping, die middels een lift verbonden is met het topklinisch centrum op de vierde verdieping (fase 2, 12 OK’s), dat in 2016 wordt opgeleverd, evenals de nieuwe ontvangstruimte voor patiënten. Dat de architecten ‘van niks’ wisten, zag Roubos als een pre. “Wij beschouwden het als een kans om ingesleten mechanismes te herzien.” Van der Meulen: “Interessant voor ons was de specificiteit van het proces; dat biedt mogelijkheden om op in te spelen. Iedereen weet dat een ziekenhuis overzichte-


Foto’s: Ulrich Schwarz

“Het programma van eisen hebben we ruimte voor ruimte, bed voor bed hertekend” lijk en schoon moet zijn, maar als je alle individuele wensen van het personeel zou opvolgen, krijg je een complete chaos. Als architect bewaken wij het totaalbeeld: strak en geïntegreerd. Dat is een van onze fascinaties.”

Hertekenen Voordat de architecten begonnen met ontwerpen, wilden ze eerst helder krijgen hoe een en ander idealiter verloopt. “Het programma van eisen > architectenweb — 61


dat wij kregen, waarin de processen waren uitgeschreven, hebben we ruimte voor ruimte, bed voor bed met pijlen en schema’s hertekend. Doel was om zo min mogelijk stromen elkaar te laten kruisen.” De opzet van het ontwerp is simpel. Daar waar voorheen vier blokken van vier operatiekamers op de hoeken van de verdieping waren gesitueerd, zijn de OK’s nu als een groot blok in het midden geplaatst (met een operatiekamer apart aan de gevel, vanwege de mogelijkheid om grote apparaten door een gevelopening naar binnen te brengen). Daar waar elk blok voorheen zijn eigen opslag en afvalpunt had – zeer inefficiënt – is er nu een centraal magazijn, achter de OK’s gelegen. Op de vier hoeken zijn vier aparte in/uitgangen gemaakt: voor materiaal, afval, patiënten en personeel.

1:1 model Op zoek naar de ‘perfecte’ operatiekamer, is op initiatief van de architecten een 1:1 model gebouwd. Samen met de medewerkers van het UMC werden in deze proefopstelling situaties nage62 — architectenweb

speeld, om de positie van meubilair, apparatuur en de (immense) luchtbehandelingsinstallatie te bepalen. Roubos: “We stelden vragen als: waar zou je de infuuspaal willen hebben? Dan kregen we als antwoord: in die hoek, anders kan het bed er niet langs, omdat Linksboven en rechtsboven De ruimte waarin patiënten worden ontvangen voorafgaand aan hun operatie.

“Doel was om zo min mogelijk stromen elkaar te laten kruisen”


Typologie De OK’s waren voorheen 40-45 m2 groot en meten nu 60 m2. In de nieuwe situatie zijn de schone en vuile goederenstromen ook gescheiden en vindt het opdekken centraal plaats.

BSH

BSH

de deur aan de ‘verkeerde’ kant zit. Hoe het voorheen werkte, zat kennelijk nog steeds in de hoofden van de mensen. Nu konden we hen het ideale scenario laten schetsen. Tegelijk vergemakkelijkte deze werkwijze de besluitvorming. Een bouwkundige tekening blijft voor veel mensen erg abstract; op de dummy kon men wel ja of nee zeggen.” Wat opvalt als je de afdeling binnenloopt, is de leegte en de rust die er heerst – zelfs tijdens het ‘spitsuur’. “De gang verwordt gemakkelijk tot een opslagruimte”, legt Roubos uit. “Hier heeft alles een plek.” Zo zijn alle apparaten stuk voor stuk geïnventariseerd, genummerd en op tekening geplaatst, in een berging met speciale ‘parkeervakken’. “Ordenen – daar gaat dit project over”, zegt Van der Meulen. “Maar ons doel was ook om het ‘bruin-en-degelijke’ stigma van de zorgarchitectuur af te halen, en een alternatief te bieden voor de standaard gang met hardboard tot 1,1 meter. Ik denk dat dat goed gelukt is. Er is een frisheid over het ontwerp gekomen, waardoor een prettig werkklimaat is ontstaan.” —

“Er is een frisheid over het ontwerp gekomen, waardoor een prettig werkklimaat is ontstaan”

4 e verdieping (fase 2)

architectenweb — 63


— advertorial

Als architectuur en fotografie samenvallen

De renovatie van het hoofdgebouw van een 19 e-eeuws landgoed door Archivolt Architecten heeft gezorgd voor een verdubbeling van het aantal arbeidsplekken, waardoor de sterk gegroeide organisatie niet hoefde te verhuizen. Om de grote transparantie van het nieuwe interieur iets te verzachten is Thea van den Heuvel, lid van DAPh, gevraagd om voor de glaspartijen een fotokunstwerk te maken. bereikt door, zoals Martin van Dort van — foto’s: Thea van den Heuvel/DAPh Intermetzo, een gespecialiseerde jeugdzorginstantie, is ontstaan uit een fusie van LSG Rentray en Zonnehuizen. Het hoofdkantoor van Intermetzo staat op het landgoed van het voormalige protestantse opvoedingstehuis Nederlandsch Mettray, opgericht in 1851. Na een aantal fusies aan het eind van de vorige eeuw en de voorlaatste fusie in 2010 tussen Rentray en de Leo Stichting Groep, paste de organisatie eigenlijk niet meer in het prachtige maar ook wat verouderde voormalige internaatgebouw. Archivolt 64 — architectenweb

Architecten ontwikkelde in korte tijd een plan voor de renovatie. Uitgangspunten voor de renovatie waren het gebruik maken en weer zichtbaar maken van de kwaliteiten van het hoofdgebouw, plus de algehele verduurzaming ervan. Die verduurzaming is gerealiseerd door het aanbrengen van isolatie, zonnepanelen, een bijzonder hybride ventilatiesysteem en door het pand voor te bereiden op warmte en koude opslag in de bodem. Het zichtbaar maken van de kwaliteiten van het pand werd

Archivolt Architecten dat noemt, ‘heel veel rommel uit het pand weg te breken.’ De kapverdieping was bijvoorbeeld volledig verkamerd, met weinig daglichttoedreding en weinig uitzicht naar buiten. De plafonds zijn verwijderd en de ruimte is opnieuw ingedeeld met glazen wanden, waarbij de kapconstructie ook als visueel dragend element behouden bleef. Zo ontstond een zeer open werkomgeving en steeg het aantal werkplekken van 60 naar ongeveer 120. Dit droeg ook bij aan de verduurzaming van het gebouw. Extra daglichtinval is gerealiseerd door het open maken van de top-


advertorial—

Links Op de kapverdieping is een transparante en lichte kantoorvloer gerealiseerd. Rechts Voor de glazen wanden fotografeerde Thea van den Heuvel twaalf jongeren die ‘tegenwind’ ervaren.

pen van het pand en het aanbrengen van extra glasstroken met houten lamellen. Hierdoor ontstaat binnen een optimale beleving van het landschap buiten. Archivolt Architecten realiseerde zich al tijdens de ontwerpfase dat mogelijk niet alle gebruikers de grote mate van transparantie als prettig zouden ervaren. Om de glazen wanden een iets zachtere uitstraling te geven stelde zij voor om samen met Thea van den Heuvel een visualisatie voor de ramen te maken. Dat proces begon voor Van den Heuvel met luisteren naar de wensen van de organisatie, naar luisteren en nog meer luisteren. “De jongeren die zij

begeleiden hebben veel meegemaakt,” ontdekte Van den Heuvel, “en ervaren veel tegenwind in hun leven.” De jeugd en het spelen met de wind werden de uitgangspunten voor het kunstwerk. Van den Heuvel: “Die tegenwind kan je ook sterker maken, tot het punt dat die je niet meer raakt, je niet meer onderuit haalt, maar je er mee kan spelen.” Het bleek een uitgangspunt waar niet alleen het management en de OR, maar waar ook medewerkers zich heel goed in konden vinden. Zij hebben er in hun werk immers ook mee te maken. Die breed gedragen goedkeuring is belangrijk. “Zo’n project vraagt een grote betrokkenheid,” aldus Van Dort: “Het is een soort ziel die je aan het gebouw toevoegt, en dat moet gedragen worden door de mensen die daar bijna dagelijks zijn.” Van den Heuvel benadrukt dat communicatie met de opdrachtgever cruciaal was en dat gedurende iedere fase de plannen werden gepresenteerd. Voor het creëren van de visualisatie stelde Van den Heuvel een team samen bestaande uit een medewerker van het vaklab dat voor de druk ging zorgen, een

beeldbewerker, en kunstenaar en communicatiedeskundige Ursi Hondtong. Voor het cruciale moment, het omzetten van het concept in beeldtaal, zijn twaalf jongeren gescout bij een judoclub. Zij zijn gefotografeerd in witte kleding, die symbool stond voor een nieuwe fase in hun leven, voor positiviteit. Windmachines gaven hen de mogelijkheid letterlijk te spelen met de wind, met hoedjes, paraplu’s of hangend aan touwen. Uit deze opnamesessies zijn zestien beelden geselecteerd voor twee verdiepingen in het pand. Foto’s van woestijnzand uit Marokko zijn gebruikt om de beelden een bodem te geven. In samenwerking met de architect zijn de beelden op de millimeter nauwkeurig ingepast in tekeningen en is alles op locatie nog eens nagemeten voor een exact eindresultaat. Om de jongeren werkelijk door de ruimte te laten zweven is gekozen om te printen op een glasheldere folie die nog niet in Nederland verkrijgbaar was. Het resultaat is bijzonder en wordt door de gebruikers niet enkel als mooi ervaren. Van den Heuvel: “Ze zijn er ook trots op, ze zien de beelden als een representatie van ‘onze jongeren’ en het geeft ze energie en een goed gevoel om in zo’n omgeving te mogen werken.” — DAPh staat voor Dutch Architectural Photographers. Het is een collectief van zelfstandige architectuurfotografen bestaande uit: Hennie Raaymakers, Imre Csány, Jan Paul Mioulet, Katja Effting en Thea van den Heuvel. Meer informatie www.daph.nl

architectenweb — 65


Ziekenhuizen: afpellen en tot bloei laten komen Op de tekentafel van ons architectenbureau, Wiegerinck architectuur stedenbouw, liggen ontwerpen van ziekenhuizen die over één tot soms zelfs zeven jaar opgeleverd worden. Op basis van het huidige beleid, een breed draagvlak en een behouden inschatting van de ontwikkelingen in de zorg – wat in vele gevallen op krimp of status quo neerkomt – komen de ontwerpen langzaam tot stand. Laten we die zeven jaar als uitgangspunt nemen. Kijken we die periode terug in het verleden dan werd de eerste iPhone geïntroduceerd. Slechts luttele maanden later werd het schillenmethode geïntroduceerd als vastgoedbenadering van het ziekenhuis. Die twee introducties hebben niets met elkaar te maken, maar als we zien welke ontwikkelingen de technologie sindsdien heeft doorgemaakt en we dit extrapoleren binnen de zorg de komende zes jaar, dan hebben we – alleen al wegens de levensduur van gebouwen – behoefte aan een nieuwe ontmoeting tussen beide.

Onder invloed van technologische en maatschappelijke ontwikkelingen staat het ziekenhuis een enorme transformatie te wachten. Wiegerinck neemt de verschillende onderdelen van het ziekenhuis onder de loep en kijkt daarbij een klein decennium vooruit: hoe zal het ziekenhuis er dan uitzien? — tekst Roy Pype en Jörn-Ole Stellmann

sen vier wezenlijk verschillende gebouwtypologieën, schillen genaamd. Door functies die dezelfde huisvestingseisen stellen te groeperen, kan een efficiënt gebouw ontstaan dat feitelijk uit vier gebouwen bestaat. De eerste schil, de ‘hotfloor’, omvat Schillenmethode de hoogtechnologische, kapitaalintenHet inmiddels opgeheven College bouw sieve functies. In het ‘hotel’ zijn alle zorginstellingen presenteerde in 2007 de functies geplaatst voor het verblijven ‘schillenmethode’ als nieuwe methodiek van patiënten. De functies voor het voor de afweging van investeringsbeslis- houden van spreekuur en het verrichsingen in een ziekenhuis. Iedere functie ten van eenvoudige onderzoeken en in ziekenhuis stelt specifieke eisen aan behandelingen zitten in het ‘kantoor’. het gebouwtypologie. In de schillenme- Logischerwijs zitten hier ook de kanthode wordt onderscheid gemaakt tustoorvoorzieningen, zoals stafaccom66 — architectenweb

modatie, administratie en beheer. De ‘fabriek’ tenslotte huisvest alle medisch ondersteunende en facilitaire functies. Ziekenhuizen als het Gelre Ziekenhuis in Zutphen zijn letterlijk volgens dit vastgoedmodel gerealiseerd.

Nieuwe technologie Medici hebben veel competenties. In grote lijnen doorlopen zij, al dan niet samen met de patiënt, telkens een cyclus van kennis opbouwen, diagnose stellen, voorschrijven, behandelen, verzorgen en bewaken. Het lijkt erop dat een fors deel van die taken zowel door technologische als sociale ontwikkelingen (deels) geautomatiseerd zullen worden of door patiënten en hun omgeving overgenomen worden. Die veranderingen raken elke schil van het ziekenhuis en introduceert een nieuwe. Laten we het ziekenhuis afpellen en vervolgens opnieuw tot bloei laten komen. Hieronder worden per schil een aantal ontwikkelingen geschetst. Daaruit blijkt dat de poli muteert, de verpleegafdeling concentreert, de hotfloor reduceert, de fabriek sublimeert en thuis floreert.


Schillenmethode Het ziekenhuis is onder te verdelen in vier verschillende gebouwtypologieën. Met de klok mee: het kantoor, de fabriek, het hotel en de ‘hotfloor’.

1 Het kantoor muteert Ondanks de verschuiving van klinische naar poliklinische behandelingen zal de poli niet in omvang toenemen. Uitgebreide acceptatie van digitaal contact zal de fysieke ontmoeting tussen patiënt en arts verminderen. Minder onderzoeken, meer spreken. De poli wordt een helpdesk met een inloop-karakter, waar omheen zich een uitgebreid (kunstmatig) kenniscentrum bevindt. Dit wordt hét hart van het ziekenhuis: de plek waar professionals elkaar (on)gedwongen ontmoeten. Dit hart zal aansluiting zoeken op principes van Activity Based Working. Er zal een balans ontstaan tussen open ruimtes voor multidisciplinaire beschouwing en kennisdeling, en besloten ruimtes voor digitaal contact met de patiënt. Wachtruimtes zullen grotendeels verdwijnen. Multidiscipli-

naire capaciteit is in de breedte zowel fysiek als online beschikbaar. Vergelijk het wellicht met een Apple-store: een medisch team met basiskennis is breed beschikbaar en zoekt een gespecialiseerde collega op voor specifieke problematiek. Deze ‘gezondheidswinkel’ wordt bezocht door een zelfbewuste patiënt met een vooringenomen diagnose en een grote hoeveelheid al dan niet correcte medische meetgegevens. Deze gegevens verzamelt de patiënt thuis via zelfmeet-apparatuur die steeds verder evolueert van draagbaar naar implanteerbaar.

2 De fabriek sublimeert De fabrieksmatige onderdelen zullen nagenoeg geheel uit het ziekenhuis ver-

Technologische en sociale ontwikkelingen raken het ziekenhuis op ieder vlak dwijnen. Maaltijdbereiding en linnenverwerking zijn in veel gevallen al weg. Analyse-laboratoria zullen verdampen. De eenvoudige analyses gebeuren door de patiënt in de thuissituatie. Voor uitgebreidere analyse wordt een beperkt aantal landelijke centra gebruikt. En voor spoedanalyse behoudt het ziekenhuis een kleine basisvoorziening. In de apotheek doet de 3D-printer de intrede om patiënt-specifiek te kunnen produceren. Het eerste 3D-geprinte medicijn is immers al goedgekeurd. > architectenweb — 67


Medische cyclus Medische professionals doorlopen continu de cyclus van kennis opbouwen, diagnose stellen, voorschrijven, behandelen, verzorgen en bewaken.

Technologie verschuift van de ruimte naar het bed en mobiele apparatuur Van de fabriek blijft misschien alleen nog een geautomatiseerd logistiek verdeelpunt over. Just-in-time en gepersonaliseerd, omdat de kosten van DNAanalyse exponentieel afnemen.

3

wordt mogelijk niet langer door twee patiënten bezet maar biedt volwaardige rooming-in voor partner die actief mee verzorgt en personeel ontlast. Actieve mantelzorg dus binnen de verpleegomgeving. Door wie wilt u het liefst gewassen worden? De verzekeraars zullen hierop inspelen. De gebouwtechnologie verschuift van het plafond en het bedwandpaneel naar het bed, de tablet en de kleding van de patiënt. De evolutie van behandel- en bewakingstechnieken zorgt ervoor dat huidige hotfloor-activiteiten naar het hotel verschuiven, inclusief het bewaken van een aantal van de huidige intensive care-patiënten.

hogere accuraatheid door beeldvorming en robotisering. Het OK-complex wordt daardoor kleiner en 3D-printers zijn mogelijk in de nabijheid te vinden. Wellicht ligt ook een eigen volwaardig datacentrum in de buurt van de operatiekamers en de afdeling medische beeldvorming. Technieken voor medische beeldvorming worden enerzijds steeds complexer door het combineren van technieken en anderzijds vindt een democratisering plaats waardoor echografie binnenkort in de thuissituatie mogelijk is. De hotfloor is het bouwdeel waar onze tekeningen waarschijnlijk de meest blinde vlekken moeten laten zien. Nu inschatten wat over zeven jaar aan de orde komt, is nagenoeg onmogelijk.

Het hotel concentreert

4

In het verpleegcentrum wordt de reductie van ligdagen en de verschuiving naar polikliniek ingevuld door complexere casuïstiek enerzijds en/of comorbiditeit anderzijds. De tweepersoonskamer

De hotfloor reduceert

5

Ook op de hotfloor verschuift de complexiteit van de ruimte naar het bed en/ of mobiele apparatuur. Ingrepen zijn nóg minder invasief, sneller en kennen

De thuisomgeving wordt dé nieuwe schil van het ziekenhuis. Voortdurend meten van gezondheidsparameters via

68 — architectenweb

Thuis floreert


Thuis als extra schil De thuisomgeving wordt dé nieuwe schil van het ziekenhuis en zal de traditionele schillen wezenlijk veranderen.

smartphone, bloed-, urine- en mogelijk DNA-analyses, zelfdiagnose, digitaal contact met medisch professionals en lotgenoten, bewaken van medicijninname, inzetten van de mantelomgeving, enzovoorts. De ziekenhuisorganisatie zal deze bijdrage van(uit) de thuissituatie volop moeten omarmen en zelfs inrichten. Het ziekenhuis komt thuis. Misschien moet nu ook de naam van het ziekenhuis veranderen. Het gaat niet meer om een ziekte, maar om de wens om wegwijs gemaakt te worden, gerustgesteld te worden, preventief bij te sturen en uiteindelijk in te grijpen op het gebied van gezondheid. In het ‘ziekenhuis’ zullen steeds meer gezonde mensen komen.

Verder bloeien

Ziekenhuis in het klein Via smartphones, smartwatches, tablets en andere (mobile) devices kan iedereen straks zelf zijn gezondheid monitoren, analyses uitvoeren, zelfdiagnoses stellen, contact leggen met medischse professionals, lotgenoten spreken, enzovoorts. Er opent zich een wereld van nieuwe mogelijkheden.

Op basis van bovenstaande analyse werkt Wiegerinck in samenwerking met REshape Center RadboudUMC de komende maanden aan een conceptueel herontwerp van de ziekenhuisomgeving. De uitkomsten van deze studie worden gepresenteerd tijdens een gemeenschappelijk congres dat in het voorjaar 2016 plaatsvindt. — Roy Pype en Jörn-Ole Stellmann zijn beide associate partner bij Wiegerinck architectuur stedenbouw. architectenweb — 69


Nieuwe

producten

De deur die niemand buiten sluit De ruimtebesparende deur van Küffner combineert een universeel ontwerp met een comfortabele en veilige bereikbare bediening voor iedereen, ook voor rollator- of rolstoelgebruikers. Zij kunnen de deur bedienen zonder extra te hoeven manoeuvreren. De ruimtebesparende deur opent als een normale deur en draait slechts met eenderde gedeelte van het deurblad de ruimten in. Hierdoor kan een belangrijke ruimtebesparing bewerkstelligd worden. Deze innovatieve deur van Küffner kan worden toegepast in bestaande situaties en in elk type deurstijl, zoals staal, aluminium of hout. kueffner.de 70 — architectenweb


Glooiende lijnen in ziekenhuisgevel Naar aanleiding van eerdere positieve ervaringen kreeg Limeparts de opdracht om speelse, gebogen aluminium cassettes te produceren voor Kinderziekenhuis Prinses Elisabeth – UZ Gent. De aluminium gevelcassettes zijn duurzaam en onderhoudsvriendelijk, en creëren een aangename beleving voor zowel patiënten, bezoekers en medewerkers. Door de toepassing van het onestop-shop principe – van pre-engineering via ontwerp en budgetbewaking tot montage – heeft Limeparts de visie van de Tijdelijke Handelsvereniging, de Jong Gortemaker Algra, AR-TE en Stabo tot een vrolijk en speels herkenningspunt gerealiseerd. limeparts.be

Vlamvertragende interieurstoffen Artimo Textiles introduceert een aantal nieuwe vlamvertragende interieurstoffen. De nieuwe kwaliteiten zijn onderling uitstekend te combineren. Nani is een dicht geweven overgordijnstof met ‘stiksel’achtige streepjes; de kwaliteit is vervaardigd uit Trevira CS-garen, kamerhoog en beschikbaar in 19 kleuren. Mint is een ‘two-tone’ transparante stof met een natuurlijke uitstraling en een zachte glans; deze kwaliteit is eveneens kamerhoog leverbaar en beschikbaar in 34 kleuren. De geweven meubelstof Rock is geïnspireerd op mineralen en roestig ijzer; de stof is vervaardigd uit natuurlijke wol. Op het eerste gezicht is Rock een uni, maar door de bijzonder effecten en diepte is de stof eenvoudig te combineren met andere materialen. artimo.nl architectenweb — 71


Levensloopbestendig dankzij huislift Een huislift combineert het nuttige met het aangename, zowel esthetisch als qua wooncomfort. Hij geeft een huis een onderscheidende en luxe uitstraling, en zorgt voor een levensloopbestendige woning waarin jong en oud zich gemakkelijk kunnen voortbewegen. Volgens ThyssenKrupp zien steeds meer mensen de voordelen van deze investering in hun toekomst. De onderneming verwacht dan ook dat architecten steeds vaker gevraagd zal worden een huislift te integreren in hun ontwerp. ThyssenKrupp biedt een ruime keuze aan huisliften, zodat voor ieder interieur een geschikte lift te vinden is. Hoe uniek dat interieur of zijn bewoners ook zijn. tkencasa.nl/architect

Patiëntgericht bureau Het bureau TM Doc is speciaal ontworpen voor artsen die regelmatig gesprekken met patiënten voeren in spreek- en onderzoekskamers. Het bureaublad heeft een organische vorm, waardoor het meubel vriendelijk oogt. Het functionele design van het in hoogte verstelbare bureau ondersteunt een gezonde werkhouding. TM Doc is uit te voeren met een flexibele beeldschermzwenkarm. Door het scherm te draaien, is informatie eenvoudig te delen met patiënten. Het bureau vraagt weinig onderhoud en heeft een lange levensduur. TM Doc is onder andere toegepast in het St. Antonius Ziekenhuis en het Haga Ziekenhuis. gispen.nl/zorg 72 — architectenweb


Optimaal ligcomfort met Bette Comodo CleanVent vuilafstotende ventielen Vuile ventielen zijn een veel voorkomend probleem bij ventilatiesystemen. Dankzij de CleanVent-coating worden ventielen vuilafstotend en blijven ze langer schoon. De vuilaanhechting is zo’n veertig procent minder dan bij de traditionele poedercoating; dat leidt niet alleen tot schonere lucht, maar ook tot veel lagere schoonmaakkosten en minder weerstand. De CleanVent-ventielen worden toegepast in zowel de utiliteitals de woningbouw en zijn dankzij hun coating zeer geschikt voor plaatsen waar hoge eisen worden gesteld aan binnenklimaat en esthetiek. De toevoer-, afzuig- en brandventielen, standaard voorzien van CleanVent-coating, zijn exclusief verkrijgbaar bij Inatherm. inatherm.nl

“Het geheim van de Bette Comodo-ligbaden is dat ze de ideale omgeving vormen voor de rug. Als die perfect is, is een ligbad pas echt comfortabel”, zegt Marketing Manager Sven Rensinghoff van Bette. “Ook de rand aan het hoofdeind heeft een elegante ronding, die zorgt voor een goede ondersteuning van het hoofd. De diepte van 45 centimeter is voldoende om ook bij een langer verblijf in het bad te voorkomen dat de knieën boven de waterspiegel uitsteken. De steile zijwanden, ook die aan het voeteneinde, bieden veel ligruimte en zorgen bovendien voor voldoende staruimte, indien het bad als douche wordt toegepast.” bette.nl architectenweb — 73


Langer thuis wonen door de Z-module CascoTotaal ontwikkelt innovatieve bouwconcepten met het 3D-Betoncasco. Bij deze bouwmethode worden prefab betonnen woonmodules in de fabriek gemaakt. Met deze betonnen basiselementen worden demontabele en verplaatsbare woningen en woonconcepten gevormd, maar ook aanbouwen zoals de Zorgmodule, oftewel Z-module. De Z-module is een gelijkvloerse aanbouw, bestaande uit een volledig naar zorgbehoefte ingerichte slaap- en badkamer, die met een sluis direct aan de woning wordt geplaatst. De hoofdconstructie is van beton, wat ten goede komt aan een comfortabele, robuuste woonbeleving. cascototaal.com

Breedveld schuifdeuren anno 2016 De nieuwe generatie schuifdeuren met grote glasopeningen van Breedveld bevindt zich merkbaar en zichtbaar op het snijvlak van de laatste techniek en ultiem design. Ze ogen ruimtelijk en zorgen voor transparantie én flexibiliteit. Goed uitgedachte technieken en het verzwaarde frame maken niet alleen de grote glasopeningen mogelijk, maar zorgen ook voor gebruiksvriendelijk schuifgemak en perfecte onder- en bovenafdichtingen. Verkrijgbaar in diverse afwerkingen en met hoge dB-waarden. Meer informatie en impressies zijn te vinden op de vernieuwde website. breedveld.com 74 — architectenweb


Dynamisch ledlicht in de zorg Dynamische verlichting kan gekoppeld worden aan de toepassing van de ruimte, het tijdstip, de stemming of de taak van personen. In de ouderenzorg wordt de techniek ingezet voor het stabiliseren van het slaap- en waakritme van mensen met dementie, of voor een daling van zowel medicatiegebruik als ongelukken. Op de hartbewaking en eerste harthulp van Viecuri Medisch Centrum in Venlo loopt een pilot met daglichtnabootsing. Onderzocht wordt welk effect de nabootsing van daglicht heeft op de gezondheid en het herstel van de patiënt. Enkele kamers zijn voorzien van ledpanelen en ledstrips waarvan de intensiteit en kleurtemperatuur gedurende de dag wordt aangepast. lagotronics.nl

Kunstleer voor de zorg Voor de zorg van nu heeft Verotex nieuwe kleurrijke kwaliteiten kunstleer ontwikkeld. De collecties Mesla, Bright, Colorfull, en Strong zijn, naast verfrissend en kleurrijk, uiteraard milieuvriendelijk. De kwaliteiten zijn brandvertragend, antibacterieel MRSA, en bloeden urinebestendig. Het pvc kunstleer (vrij van ftalaten) is makkelijk reinigbaar. Deze kleurrijke nieuwe kwaliteiten kunstleer voldoen aan de hoogste en strengste Europese normeringen. Meer informatie en de complete kleurgids zijn te vinden op de site van Verotex. verotex.nl architectenweb — 75


Vloeren voor zorginstellingen en ziekenhuizen Latexfalt Vloersystemen is gespecialiseerd in het aanbrengen van vloeren in zorginstellingen en ziekenhuizen, kortom: omgevingen waar hoge eisen worden gesteld aan hygiëne en duurzaamheid. De vloeren bieden een stijlvolle uitstraling en voldoen aan de nieuwste eisen die voor restaurants, keukens, wasserijen, spreek- en behandelkamers, en operatieruimtes gelden. Onderhoudskosten worden hierdoor verregaand geminimaliseerd. Gecertificeerde vloerenapplicatieteams garanderen een hoge kwaliteit, aldus Latexfalt Vloersystemen. Functionele eisen zoals stroefheid, kleurhomogeniteit en esthetische uitstraling worden hierdoor te allen tijde gewaarborgd. latexfaltvloeren.nl

Het nieuwe Medisch Spectrum Twente (MST) is imponerend, innovatief en duurzaam. Het ziekenhuis is gebouwd volgens de principes van ‘healing environment’, dat het welbevinden en welbehagen van patiënten en medewerkers centraal stelt. Bijzonder was ook het bouwproces. MST heeft ervoor gekozen om het project niet traditioneel aan te besteden, maar te kiezen voor de bouwteam-aanpak. Unica maakte onderdeel uit van dit bouwteam en installeerde onder andere de klimaatinstallaties, het sanitair, de brandbeveiliging en het systeem voor warmte-koudeopslag. Van begin tot eind heeft het bouwteam in zeer goede harmonie samengewerkt. unica.nl/zorg 76 — architectenweb

Foto MST: Speer

Unica installatiepartner MST


De derde dimensie van licht Licht en kleur roepen stemmingen op en licht heeft een bijzonder effect op het circadiaanse ritme van mensen, waardoor het ook van invloed is op welzijn en gezondheid. Door de positie van specifieke receptoren is de meest optimale lichtinval op het oog onder een hoek van 45 graden, wat het beste wordt bereikt met direct/indirect licht. VIVAA, het led-armatuur van Waldmann/Derungs bestaat uit gepolijst edelmetaal en heeft een tijdloos design. Het is beschikbaar als opbouw- of pendelarmatuur in diverse lengtes. Zowel de kleur van het armatuur als dat van het licht (3000K – 6500K) is bij VIVAA variabel. Het product is geschikt voor DALI lichtmanagement, presentie- en daglichtsturing of radiografische bediening, is dimbaar en heeft CPR microprismaafscherming. VIVAA is het logische vervolg op de ruim 200 projecten van Waldmann met dynamisch licht. waldmann.com

Slimme verlichting De wand- en plafondarmaturen van Lightronics bieden een grote keuzevrijheid, een besparing op onderhoudskosten en brengen het licht daar waar dat gewenst is. De armaturen zijn daardoor bij uitstek geschikt voor zorginstellingen en appartementencomplexen. Door de kleurtemperatuur van het licht te variëren kan onderscheid gemaakt worden tussen verschillende ruimten. Lightronics Remotion Plus biedt tevens de mogelijkheid de armaturen te koppelen aan het gebouwbeheersysteem, waardoor besparen en een optimale lichtbeleving op elkaar kan worden afgestemd. De wand- en plafondarmaturen van Lightronics zijn ook decoratief en maken al met al een betere leefomgeving mogelijk. lightronics.nl architectenweb — 77


Colofon Architectenweb magazine Architectenweb magazine verschijnt driemaal per jaar. ISSN 1877-8690

Redactieadres Architectenweb B.V. Postbus 92103 1090 AC Amsterdam 020 - 71 30 600 redactie@architectenweb.nl www.architectenweb.nl Uitgever Martijn Postmus mp@architectenweb.nl Hoofdredacteur Michiel van Raaij mvr@architectenweb.nl Redactie Robert Muis rm@architectenweb.nl Ronnie Weessies rw@architectenweb.nl Medewerkers aan dit nummer Kirsten Hannema, Robert-Jan de Kort, Roy Pype, Sjoerd Reitsma, Karin Roelofse, Leon Sebregts, Jörn-Ole Stellmann en Aldo Trim Ontwerp Solar Initiative, Amsterdam Drukkerij Veldhuis Media Coverbeeld Fotorijssen.nl Advertenties Bart Sakkers 020 - 71 30 600 sales@architectenweb.nl

78 — architectenweb

Advertentie-index Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook. © 2016 — Architectenweb B.V. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of op enigerlei wijze worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Architectenweb B.V. Het binnenwerk van Architectenweb magazine is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier.

Branded content Baars & Bloemhoff — 46 KONE — 50 Tarkett — 28 Advertenties Archello — 8 Breedveld — 2 Hunter Douglas — 3 Reynaers — 9 Saint-Gobain Glass — 80 VBI — 79 Advertorials Artimo — 71 Bette — 73 Breedveld — 74 De Hoop Pekso — 74 Gispen — 72 Inatherm — 73 Lagotronics — 75 Latexfelt — 76 Lightronics — 77 Limeparts — 71 Kueffner — 70 ThyssenKrupp — 72 Unica — 76 Verotex — 75 Waldmann — 77


Wat is een gezonde business case?

Meander Medisch Centrum, Amersfoort

Gezonde gebouwen zorgen voor gezondere gebruikers. Voor nu en in de toekomst. VBI bouwt daarom mee aan duurzame, exibele en comfortabele woon- en werkomgevingen rond de wensen van de eindgebruiker. Van nu en in de toekomst. We noemen dat Flexibel comfort. Meer weten? Bel +31 (0)26 379 79 79 of volg ons via @exibelcomfort

www.vbi.nl


!

App e uw Nie

Download de GLASS App. Een schat aan productinfo!

pp Glass A

Met de GLASS App op je tablet heb je

✓ Easy-to-use

alle productbrochures van Saint-Gobain

✓ Productinfo in enkele kliks

Glass altijd up-to-date.

✓ Uitgebreide waaier aan

Beschikbaar voor tablets in de App store van Apple

Saint-Gobain Glass producten

✓ Laatste nieuwsberichten

voor iOS 6 en hoger, in Google Play voor Android, en via www.the-glass-app.com.

DOWNLOAD OOK


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.