Architectenweb magazine #9

Page 1

architectenweb Achtergrond Hotels

Project Motel One

Interview Slangen+Koenis

Thema Leisure

nummer 9 — jaargang 3 — juli 2015



MAAK RUIMTE FUNCTIONEEL

Plooibaar vastgoed herbestemd

FLEXIBILITEIT & DESIGN

BREEDVELD maakt vastgoed plooibaar. Of het nu om voormalige kerken gaat, of om zorg- of onderwijsgebouwen, BREEDVELD’s mobiele wanden zorgen er voor duurzame souplesse, multifunctionaliteit en gemak. Maatschappelijke functies gaan er eenvoudig samen onder één dak.

www.breedveld.com T 0487 542888

PA N E E LWA N D E N G L A S WA N D E N S C H U I F WA N D E N V O U W WA N D E N


Partners Een overzicht van de Partners van Architectenweb.

MBI

4 — architectenweb


The Floor is Yours

world leading in bamboo

architectenweb — 5


In dit nummer

42 30

58

8—13 In beeld Leisure toont zich regelmatig met een zeer banale architectuur. Op allerlei plaatsen laten architecten zien hoe het ook helemaal anders kan. 14—19 Ontwerpen aan leisure door de schalen heen Op regionaal, stedenbouwkundig en architectonisch niveau worden wonen, werken en recreëren steeds meer integraal ontwikkeld. 20—25 Op zoek naar generositeit Van Dongen–Koschuch ontwerpt door heel Nederland culturele gebouwen. Een interview met architect Patrick Koschuch over het creëren van architectonische kwaliteit uit beperkte budgetten. 6 — architectenweb

58—65 Toekomst van een niche Ontwerpen voor sporters en zwemmers: Erik Slangen en Jakko Koenis willen niets anders. Samen bliezen ze nieuw leven in een dertig jaar oud architectenbureau en laten het evolueren. De door hun voorgangers opgebouwde unieke kennis over sportgebouwen en zwembaden brengen ze nu ook in het buitenland in de praktijk.

26—29 Een archeologiecentrum met etalage Bij het ontwerp van Huis van Hilde in Castricum koos VVKH architecten voor een aluminium vliesgevel van Reynaers. 30—37 Hotel-alles-anders In de hotelwereld worden de traditionele hotels in rap tempo vervangen door hippe lifestylehotels. Ketens als W Hotel, CitizenM, nhow en het nieuwe Zoku wijzen de weg. 38—41 Hotel met knipogen naar Turkije en luchtvaart In het Corendon Vitality Hotel in Amsterdam ligt een warme ‘houten’ vloer, die gematerialiseerd is als een onderhoudsvriendelijke pvc-strokenvloer van Forbo.


Hoofdredactioneel

42—47 Kubus met kristallijnen invulling Aan de Amsterdamse Zuidas heeft ZZDP Architecten de eerste Nederlandse vestiging van Motel One ontworpen.

66—73 Nieuwe producten

Leisure – alles wat met vrije tijd te maken heeft – is een veelzijdig thema. Door alle schalen heen worden hier ruimtelijke ontwerpen voor gemaakt: op regionale schaal, stedelijke schaal en de gebouwschaal (p14). Als het om gebouwen gaat betreft het vaak opgaven waar vroeg in het proces aan architecten gevraagd worden om mee te denken over de identiteit en marketing van het programma (p52), terwijl regelmatig ook veel expertise gevraagd wordt in de engineering van een project (p58). Bij leisure-opgaven komt zo de volledige breedte van het architectenvak aan bod. Binnen dit brede thema hebben we als redactie op een drietal opgaven ingezoomd: het ontwerp van hotels, culturele gebouwen en sportcomplexen. Daarbij bleek als snel dat leisure een wereld van specialisten is. Wie hotels ontwerpt heeft dat meestal vaker gedaan. Door de referentie-eisen bij de aanbesteding van culturele gebouwen en sportcomplexen ontstaat ook hier automatisch een specialisering. Slangen+Koenis heeft er zelfs voor gekozen alleen nog maar zwembaden en sportcomplexen te ontwerpen. Met zijn expertise op dit vlak is het bureau nu door heel Europa actief (p58). Bij culturele gebouwen en sportcomplexen is een van de belangrijkste opgaven om met de beperkte budgetten toch aansprekende gebouwen te realiseren – gebouwen waar steden trots op kunnen zijn, in de woorden van architect Patrick Koschuch van Van DongenKoschuch. Van architecten vraagt dat strategische keuzes wat betreft de organisatie en materialisering van het gebouw. En het inzetten op soms maar één element in het ontwerp, om dat goed te kunnen realiseren, zodat dat de kwaliteit van het project kan dragen (p20). In de conservatieve hotelmarkt vindt momenteel niets minder dan een aardverschuiving plaats. Veel van de bestaande hotelconcepten zijn in de jaren zeventig ontwikkeld en worden over de hele wereld hetzelfde uitgevoerd. Onder hotelgasten bestaat echter een sterk groeiende vraag naar hotels die een unieke beleving bieden, die verbonden zijn met de stad in hun uitstraling en hun programma, die ontmoetingen met gelijkgestemden faciliteren, en die werkelijk eigentijdse hotelkamers bieden. Met zijn compacte en toch luxe hotelkamer verovert CitizenM inmiddels de wereld. En met zijn innovatieve woon-werksuite belooft Zoku dat succes te herhalen. Het W Hotel en het nhow hotel timmeren stevig aan de weg. En in Amsterdam opent dit najaar de eerste Nederlandse vestiging van het ‘budget-design-hotel’ Motel One (p42). Deze ontwikkeling is uiteindelijk niet alleen voor de gasten zeer interessant, voor architecten ligt hier veel werk in het verschiet. Op Het Grote Leisure Congres stelde architect-onderzoeker Alexander Sverdlov, verbonden aan The Why Factory van de TU Delft, dat leisure steeds moeilijker als een apart segment te zien is, omdat het onderdeel is geworden van ons dagelijks leven. Op de werkvloer is het bijvoorbeeld vaak al mogelijk om tussendoor even te loungen en een potje tafeltennis te spelen. In dit magazine beaamt ontwerper Serge Haelterman van Creneau International dit: aan alle activiteiten in ons leven willen we plezier beleven. De lessen die uit de leisure-wereld getrokken kunnen worden, zijn zo bezien ook op allerlei andere plaatsen toepasbaar.

74 Colofon en advertentie-index

Michiel van Raaij Hoofdredacteur

48—49 Houten draai aan dubbelhoge plint In de Rotterdamse vestiging van CitizenM leidt een brede houten trap van EeStairs gasten naar de eerste verdieping. 50—51 Hout als basis voor klassieke sfeer In hotel La Pomme ‘d Or zijn laminaatvloeren van Pergo toegepast met het realistische aanzien van hout. 52—55 “Alles moet een spel zijn” Creneau International ontwerpt concepten op het gebied van leisure. Een interview met creative director Serge Haelterman.

20

56—57 Bijzondere ruimtelijkheid Hongaars stadion vastgelegd In Hongarije fotografeerde Imre Csány/DAPh het laatste ontwerp dat architect Imre Makovecz er maakte.

architectenweb — 7


Onbepaalde structuur De locatie van het Long Museum West Bund in de buurt van Shanghai werd ooit gebruikt voor de overslag van steenkool. De brug met vultrechters die hiervan nog resteerde heeft Atelier Deshaus in zijn ontwerp opgenomen. Bovenop een nooit afgebouwde tweelaagse parkeergarage die later op de locatie verrees, heeft het bureau een museum ontworpen met schijnbaar willekeurig geplaatste halve tongewelven. Een onbepaalde structuur die verwijst naar het pragmatische industriële erfgoed en die de kunst en bezoekers in het nieuwe museum alle vrijheid biedt. — Foto Fu Shengllang 8 — architectenweb


architectenweb — 9


Vernieuwde traditie Voor het ontwerp van paardenpension Lentevreugd in het buitengebied van Katwijk nam Happel Cornelisse Verhoeven de negentiende-eeuwse typologie van de hofstoeterij als basis. De veertig stallen liggen aan een doorgaande arcade rond een hof. Het bureau heeft de traditionele typologie echter wel een nieuwe draai gegeven door op de hoeken een winkel, ruitercafé en een stalmeesterwoning op te nemen en dit extra programma in te zetten om de traditionele, symmetrische typologie om te buigen tot een asymmetrische U met een wisselend, ruraal silhouet. — Foto René de Wit 10 — architectenweb


architectenweb — 11


12 — architectenweb


Doordachte grap Met het op gang komen van de vernieuwing van de NDSM-werf op de noordoever van het IJ stelde de gemeente Amsterdam haar vraagtekens bij de uitstraling van het eenvoudige volume van het daar gelegen Botel. Om het drijvende budgethotel een nieuwe dimensie te geven bedacht MMX-architecten samen met Jord den Hollander om de letters B O T E L bovenop het bestaande volume te vergroten tot vijf unieke hotelkamers. Het geheel verwijst naar de grote schoorstenen van oude oceaanstomers. In deze vorm mag het Botel van de gemeente Amsterdam op haar locatie blijven liggen. Van eyesore tot eycatcher. — Foto Marcel van der Burg architectenweb — 13


Ontwerpen aan leisure door de schalen heen

Zowel op regionaal, stedenbouwkundig en architectonisch niveau worden wonen, werken en recreëren steeds meer integraal ontwikkeld. Drie gesprekken met experts op hun schaalniveau: Hans Mommaas is hoogleraar vrijetijdswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg, José Besselink is planoloog bij Stadsontwikkeling Rotterdam en Ton Venhoeven is architect-directeur van VenhoevenCS. — tekst Aldo Trim

Tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep wordt Park 21 ontwikkeld: een gebied waarin de bestaande landbouw aangevuld wordt met nieuwe natuur, parkzones en verschilende leisure-functies.

14 — architectenweb


schaal is leisure daarom een belangrijke economische drager van ontwikkelingen is geworden.

Regionaal clusteren Hans Mommaas’ expertise is de rol van vrije tijd in de duurzame ontwikkeling van stad en regio. Hij benoemt hierbij het proces van ‘clustering’ als belangrijkste strategie. Dit speelt in verschillende regio’s en betekent het combineren en verbinden van leisure-functies zodat een wederzijds versterkend effect optreedt. Clustering wordt mogelijk gemaakt door een nauwe samenwerking van overheid, in de vorm van provincies en gemeenten, en private partijen. Voorwaarden voor het welslagen hiervan is een efficiënte infrastructuur en genoeg verblijfsaccommodaties in alle prijsklassen.

Volgens Mommaas zijn goede voorbeelden van regionale clustering Park 21 in de Haarlemmermeer, IBA Parkstad in Zuid-Limburg en Midpoint Leisure Boulevard in Midden-Brabant. Hun overeenkomst is een zeer brede schakering aan recreatieve, culturele en sportieve functies, in combinatie met veel horeca. IBA Parkstad is daarnaast ook een project om een krimpende regio een nieuwe economische impuls te geven. Deze projecten passen in de grote trend om stadsranden af te maken en hierbij een helder contrast te maken tussen de stad en haar buitengebied. Op allerlei plekken en in allerlei grotere en kleinere herstructureringen worden de kwaliteiten van de stadranden versterkt. Midpoint Leisure Boulevard gaat uit van bestaande voorzieningen in >

Beeld: Vista Landschapsarchitectuur en Stedenbouw

De opkomst van flexwerken en met name de vergrijzing heeft de manier waarop wonen, werken en recreëren zich tot elkaar verhouden sterk veranderd. Het is niet zo dat we met z’n allen steeds meer vrije tijd hebben; in de afgelopen twintig jaar is de hoeveelheid vrije tijd van werkenden stabiel gebleven. Door de vergrijzing heeft een grote groep senioren echter wel veel tijd gekregen voor reisjes, bezoeken aan culturele instellingen, wellness en sport. Daarbij is te zien dat gepensioneerden zich steeds meer gaan mengen met jongeren, iets dat relatief nieuw is. Door het flexwerken en de vergrijzing is leisure veel sterker verbonden geraakt met ons dagelijks leven. Investeringen in leisure werken door in de kwaliteit van werken en wonen. Op regionale, stedelijke en architectonische

architectenweb — 15


Door leisurefuncties te combineren en onderling te verbinden versterken ze elkaar de omgeving van Tilburg. Het is moeilijk dit te omschrijven als één tastbaar project, het is veel meer een duurzame gebiedsontwikkeling die de positie van bestaande voorzieningen verbetert. De ambitie is om in 2025 dé leisure regio te worden van Noordwest-Europa voor de 16 — architectenweb

family/short-break–vakantie. Het gebied bestaat uit bekende en ook minder bekende leisure-functies zoals poppodium 013, de Loonse en Drunense Duinen, Safaripark Beekse Bergen, museum De Pont, de kermis van Tilburg en de Efteling. Aangesloten partijen zijn Natuurmonumenten, kleinere commerciële spelers en de gemeenten. Grofweg strekt het project zich uit langs de N261 en is met de planvorming een bedrag van zo’n 10 miljoen euro gemoeid. De realisatie zal door marktpartijen gedaan moeten worden. Dit moet volgens Mommaas geen probleem zijn, want de leisure-economie is volgens hem naarstig op zoek naar nieuwe ontwikkelmogelijkheden. Vanwege de groei in de leisure-industrie is de herstructurering van bestaand vastgoed volgens Mommaas ook populair.

Maar waar volgens hem wel rekening mee gehouden moet worden, is het feit dat leisure op dit moment een goede markt is, maar door de koppeling aan de vergrijzing ook eindig is. De vergrijzing zal stoppen en het is niet ondenkbaar dat dit tot een vergelijkbare crisis als die in de kantorenmarkt zal leiden. Die waarschuwing staat bij deze genoteerd.

Stedelijke beleving Waar clustering op regionaal niveau de boventoon voert, is ‘beleving’ op stedelijk niveau belangrijk. José Besselink is als planoloog betrokken bij het Rotterdamse binnenstadsplan City Lounge. Dit is in 2008, met een ambitie voor het jaar 2020, ingezet om de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte te vergroten. De Rotterdamse binnenstad wordt

Beeld Park 21: Vista Landschapsarchitectuur en Stedenbouw Foto’s Rotterdam: Stadsontwikkeling Rotterdam

Boven, midden en onder In de plannen voor Park 21 tussen Hoofddorp en NieuwVennep worden drie lagen van interventie onderscheiden: natuur (boven), park (midden) en leisure (onder).


in het plan opgevat als een huiskamer waar gastvrijheid het credo is. Net als bij regionale clustering is City Lounge niet alleen van recreatieve aard, het gaat ook om woongenot, verkeersbeleid en positionering van bedrijven. Maar alles staat in dienst van het vergroten van de verblijfskwaliteit op straat, legt Besselink uit. Deze ambitie is aangestuurd door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat meer bewoners, werknemers en bezoekers naar de bin-

nenstad wil trekken. Het nieuwste target is om de verblijfsduur van de bezoekers te verlengen. De enige manier om dit te bereiken is door een gevarieerd aanbod van cultuur en leisure te bieden en goede verbindingen te maken. Besselink noemt mapping als manier om goed inzicht te krijgen op de bewegingen van publiek en toeristen. Zo kunnen inadequate verbindingen aan het licht komen. Een ander belangrijk aspect bij het vergroten van verblijfskwaliteit is veiligheid. Volgens Besselink geldt hier echter wel een delicate balans: teveel toezicht kan de spontaniteit ook tegenwerken. Resultaat van City Lounge is de verbetering van stadsassen zoals de Meent, Hoogstraat en Nieuwe Binnenweg. Deze assen verbinden de binnenstad weer met leisure hotspots en pleinen rond het centrum, waaronder de Markthal. Daarnaast is het Noordplein beter met het Zwaanshals verbonden. Langs de ontwikkelde assen zijn veel nieuwe winkels en horecagelegenheden gekomen, die ook weer het woonklimaat hebben verbeterd. >

Onder Om de verblijfskwaliteit op straat te verbeteren heeft Rotterdam sterk ingezet op de vergroening van de stad.

architectenweb — 17


Sociaal gebouw De meest tastbare vorm van leisure is het gebouw. Architect Ton Venhoeven heeft met zijn bureau VenhoevenCS ruime ervaring met het ontwerpen van allerlei typen sportvoorzieningen. Hij bespeurt een toename van het aandeel leisure in zijn portfolio en ziet daarbij ook de opgave veranderen. Volgens Venhoeven werden sportgebouwen vroeger voornamelijk op complexen of terreinen buiten de stad gepland. Nu is er steeds meer de wens de gebouwen middenin de stad te zetten, vaak gekoppeld aan stadsvernieuwing. Een nieuwe sportfaciliteit verbetert het imago en is meteen een goede voorziening voor de wijk. Venhoeven stelt dat de toename van de bouw van sportcomplexen voor een groot deel te danken is aan de veroudering van bestaande voorzieningen. Er is bij gemeenten een groeiend besef dat 18 — architectenweb

het combineren, wederom het clusteren dus, van sport, commercie en horeca een goede economische strategie is; het scheelt op de gemeentelijke begroting. Daarnaast speelt er op de achtergrond het samenvoegen van gemeenten, waardoor combinatie van voorzieningen sneller op de agenda komt te staan. Venhoeven benoemt een terugkerend patroon bij uitvragen voor het ontwerpen van sportvoorzieningen; de visie op de voorziening als sociale plek. Hij refereert graag aan het oude badhuis, dat eigenlijk veel meer een sociale component had. De ruimtelijke configuratie van het badhuis maakte die interactie mogelijk. Er was in het interieur zicht op verschillende plekken. Zo benadert Venhoeven ook zijn ontwerpen. Op dit moment werkt VenhoevenCS bijvoorbeeld aan Sportcomplex Hogekwartier in Amersfoort. Het gebouw is

Boven en onder Door sportcomplex Hogekwartier in Amersfoort met horeca en doorzichten te openen naar zijn omgeving geeft het een impuls aan het omliggende stedelijke gebied.

Beeld: VenhoevenCS

Binnen het City Lounge-concept is vergroening essentieel. Rotterdam kampte door de wederopbouw nog steeds met een hoog percentage ‘beton’ in de stad. Meer groen zorgt voor een gezonde onderlaag waarop leisure kan gedijen. Een plek waar dit goed zichtbaar is, is de recente vernieuwing van de Boompjes, de kade langs de Maas. Hier zijn grasvelden met beplanting aangelegd. De uitstraling hiervan maakt het voor fietsers, wandelaars en hardlopers een stuk aantrekkelijker om de route langs de kade te pakken. De hernieuwde aandacht voor de rivieroevers zorgt ervoor dat er een stuk verderop ook nieuwe horecagelegenheden komen. Helemaal hip is nu de Aloha bar in het oude Tropicana. Op één van de mooiste plekken langs de rivier is in één van de moeilijkst her te gebruiken gebouwen een rebels ogende bar gekomen.


Boven en onder Door strategisch geplaatste doorzichten en horeca wil VenhoevenCS in zijn ontwerp voor Sportcomplex Hogekwartier ontmoetingen stimuleren.

Sportgebouwen worden steeds vaker weer in de stad gebouwd, in combinatie met stadsvernieuwing Links Pos exceped ictiunt, quatium iusa is et ut re paribus gsdfaeesp

Boven Pos exceped ictiunt, quatium iusa is idelenis as experibus

onderdeel van de bouw van een nieuwe stadswijk en sluit aan de ene kant aan op een plein en aan de andere aan op een park. Intern zijn de zwembaden en ruimten zo gepositioneerd, en is de routing zo georganiseerd, dat er veel doorzichten en ontmoetingen mogelijk zijn. Wederom speelt horeca hierin een belangrijke rol; het is de entree van het gebouw en oogt meer als een grand café. Daarmee wordt de horecavoorziening niet meer een sportkantine, maar de plek voor uitwisseling tussen interieur en exterieur. Leisure wordt zo op fysieke wijze verankerd in de stad. — architectenweb — 19


Op zoek naar

generositeit Zeven miljoen Nederlanders hebben kunst en cultuur als hobby: zij zingen, dansen, schilderen of spelen bij de lokale harmonie in hun vrije tijd. Maar muziek, theater en beeldende kunst is veel meer dan leisure, benadrukt architect Patrick Koschuch van Van Dongen–Koschuch, specialist op het gebied van toegankelijke, uitnodigende en verleidelijke cultuurgebouwen. “Cultuur is niet alleen een basisbehoefte; het is de essentie van het menselijk bestaan.”— tekst Kirsten Hannema 20 — architectenweb


Midden De nieuwe concertzaal van Musis Sacrum kan geopend worden naar het achterliggende park.

Beeld: Van Dongen–Koschuch Architects and Planners

Onder De concertzaal van Musis Sacrum gezien van binnen.

What the hell are we fighting for? Architect Partrick Koschuch verwijst graag naar de retorische vraag van Winston Churchill toen tijdens de Tweede Wereldoorlog voorgesteld werd om op kunst te bezuinigen om de Britse oorloginspanning te kunnen versterken. Van Dongen–Koschuch Architects and Planners, het bureau dat hij in 2012 samen met Frits van Dongen oprichtte, is specialist op het gebied van cultuurgebouwen.

Het bouwde het Kunstcluster in Nieuwegein, poppodium Grenswerk in Venlo en werkt momenteel aan (verbouwingen van) theaters in Den Helder, Arnhem en Helmond. Grote, technisch en logistiek complexe projecten, gelegen op prominente plekken, beladen met geschiedenis, die bekostigd moeten worden met beperkte – publieke – budgetten en waarover iedereen wel een mening heeft. Dat is dus ‘knokken’, maar waarvoor?

Groeiende laagdrempeligheid Koschuch vecht allereerst voor toegankelijkheid. “Cultuur is een basisbehoefte, een uiting van de mens. Het ontstaat, en architectuur kan er onderdak aan bieden. De overheid heeft niet de taak om mensen te ‘verlichten’, maar je kunt je wel afvragen waarom er maar relatief weinig mensen naar de schouwburg gaan.” Niet dat Koschuch cultuur > architectenweb — 21


Rechts Bij Grenswerk in Venlo legt de gebouwhoge foyer een logische verbinding met de opgetilde grote zaal.

een linkse hobby zou willen noemen; in Nederland is het volgens hem eerder andersom. “Cultuur is sterk gekoppeld aan de handelsgeest. Of een theater goed loopt, wordt gemeten in het aantal verkochte cappuccino’s. De vraag ‘wat levert het op?’ is nooit ver weg.” En dat is ook niet zo gek; als je het slim aanpakt, kun je met cultuur immers goed verdienen. Het beste voorbeeld is het Guggenheim museum in Bilbao (Frank Gehry, 1997), dat het Spaanse stadje in een klap op de wereldkaart zette en uitgroeide tot een symbool van de economische kracht van kunst in steden. Maar dat is volgens Koschuch niet de essentie. “Cultuur bied je aan, je stelt het gebouw open voor zo veel mogelijk mensen; idealiter is een cultuurgebouw een Haus der Kulturen.” En dat is waar leisure wel om de hoek komt kijken. Een espressobar, een museumshop, een kekke loungehoek met gratis wifi – het zijn allemaal zaken die de twijfelende bezoeker over de drempel kunnen trekken. Zo is de foyer van de schouwburg in Eindhoven voor zzp-ers opengesteld, vanuit het idee dat zij op deze manier na het werk eens een voorstelling meepakken. Er is zelfs een speciale daklozenvoorstelling. 22 — architectenweb

Foto’s: Allard van der Hoek

Culturele gebouwen zijn de afgelopen jaren een stuk toegankelijker geworden


De gebouwen zelf zijn de laatste jaren ook een stuk toegankelijker geworden. Was de klassieke bibliotheek een ‘boekentempel’ waar je studeerde en fluisterend met elkaar sprak, de bieb in ‘Volkspaleis’ Rozet in Arnhem (Neutelings Riedijk, 2013) is juist ontworpen om beweging en ontmoeting te stimuleren, met brede traptreden waar je op kunt zitten, en zelfs een glijbaan voor kinderen tussen de verdiepingen. Het poppodium was tot het begin van deze eeuw een gesloten bolwerk – ook vanwege het aantal decibellen dat er geproduceerd wordt. Maar bij Grenswerk in Venlo kijk je door enorme ‘etalagevensters’ dwars door de foyer het gebouw in, tot in de oefenruimtes en zelfs de grote zaal. Was het Concertgebouw Amsterdam van oudsher het domein van een select gezelschap intellectuelen; met optredens van techno-DJ Jeff Mills en astronaut André Kuipers wordt tegenwoordig een breed publiek aangesproken.

Boven Poppodium Grenswerk ligt middenin de binnenstad van Venlo Rechts Een blik op de foyer achter de grote zaal van Grenswerk.

Bij Grenswerk kijk je door de enorme ‘etalagevensters’ dwars door het gebouw, tot in de grote zaal

De noodzaak van overmaat Welke rol speelt architectuur daarbij? Wat is het geheim van een bruisend cultuurgebouw? Volgens Koschuch schuilt het allereerst in een bepaalde overmaat, met name in de foyerruimte. “Door vierkante meters aan de entree en foyer toe te voegen, kun je het gebouw niet alleen beter op de openbare ruimte aansluiten, maar ook op veel meer manieren programmeren – belangrijk voor de

Onder Zelfs vanuit de grote zaal van Grenswerk kan via een ‘etalagevenster’ de foyer in gekeken worden.

exploitatiemogelijkheden, zeker in een tijd van bezuinigingen. En met de bredere programmering neemt de betekenis van cultuurclusters toe, een interessante ontwikkeling nu steeds meer openbare gebouwen – banken, postkantoren, stations – hun deuren sluiten. Terwijl er juist in deze tijd van individualisering, ontkerkelijking en digitalisering behoefte is aan ontmoetingsruimten. In een maatschappij die steeds sneller en jachtiger wordt, neemt het belang van verdieping en reflectie toe.” Het is echter een ‘enorme puzzel’ om overmaat te realiseren, vertelt > architectenweb — 23


“In een steeds jachtiger maatschappij neemt het belang van reflectie en verdieping toe” Koschuch over de uitbreiding van Musis Sacrum in Arnhem, waarvoor zijn bureau vorig jaar de prijsvraag won. “Een programma van eisen wordt doorgaans opgesteld met behulp van kentallen. In dit geval was er al een foyer van 1500 m2, met de uitbreiding erbij zou 1900 m2 nodig zijn. En dus luidde de opdracht: bouw 400 m2 foyerruimte. Maar de vraag is: hoe verhoudt zo’n getal zich tot de realiteit en de opgave?”

Rationele uitbundigheid Uiteindelijk is een 800 m2 groot, glazen foyer-paviljoen rond de nieuwe concertzaal ontworpen; een markant beeld in het Musispark. ‘Rationale uitbundigheid’ noemt Koschuch deze ontwerpstrategie. “Door de logistiek helder te organiseren, creëer je de mogelijkheid om, ondanks de beperkte financiële middelen, iets extra’s toe te voegen: een element, waar we honderd procent op

24 — architectenweb

inzetten. Dat is wat we in elk project doen, maar steeds op een andere manier, inspelend op de specifieke situatie.” De smaakmaker van Grenswerk in Venlo zijn de markante ramen, die doorzicht, licht en een zekere frivoliteit aan het gebouw geven. In Arnhem bood de lage grondwaterspiegel de kans om de kleedkamers, de keuken, bergruimte en installaties in een kelder te plaatsen. Het geld dat met deze oplossing bespaard is op de gevel, is deels geïnvesteerd in de foyer, deels in extra kubieke meters voor de zaal (15.000 in plaats van 10.000 m3). “Een zaal klinkt ruimtelijk als de reflectie van het geluid via het plafond langer duurt dan via de zijkant”, legt de architect uit. “Het programma van eisen hield daar geen rekening mee. Terwijl: Musis Sacrum gáát over muziek. Een slechte akoestiek, dat krijg je achteraf nooit meer goed. Dit is duurzaamheid in gebruik en vrijheid in programmering.” Die vrijheid wordt in het Speelhuis in Helmond verder opgerekt. Rond de kerk met concertzaal (eerder tot theater getransformeerd door Cepezed) heeft

Boven Schouwburg De Kampanje wordt gerealiseerd in oude industriële hallen op het voormalige marineterrein in Den Helder. Onder Rond het Speelhuis in Helmond heeft Van Dongen–Koschuch een glazen foyer ontworpen.

Van Dongen–Koschuch een foyer ontworpen als een glazen ‘rok’. In deze open ruimte, waarin kleedkamers, bar en een patio als losse doosjes geplaatst zijn, zijn allerlei evenementen denkbaar. De band kan de kleedkamer opengooien en spontaan een optreden geven, terwijl vanuit het gebouw het aangrenzende Cultuurplein wordt geprogrammeerd.

Voor de stad Ook bij schouwburg De Kampanje, in het voormalige marinecomplex in Den Helder, staat de relatie tussen gebouw en stad centraal. Aan het bestaande is zo min mogelijk veranderd. Zo is de sfeer en grandeur van de hallen behouden, terwijl er geld overbleef voor een spectaculaire glazen muziekzaal. Dwars door het complex is vervolgens een nieuwe binnenstraat aangelegd, die het historische centrum met het marineterrein verbindt, en zo het theaterprogramma aan de openbare ruimte gekoppeld en het onderdeel van het stedelijk weefsel maakt. “Die route geeft goed weer wat wij belangrijk vinden: we bouwen een nieuw stuk stad. Als het gaat over Den Helder, wordt doorgaans gefocust op de bevolkingskrimp, het vertrek van de industrie. Wij zetten nadrukkelijk in op een gebouw waar mensen op af komen.” Dat klinkt


logisch, maar dat is het niet, weet Koschuch. “Er zijn steden die nog ambitieus durven zijn, maar er is sinds de crisis een tendens om te zeggen: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Tegelijk is er veel cynisme vanuit de maatschappij richting de politiek rond prestigeprojecten, zo van ‘ze besluiten maar’. Dat is een interessant spanningsveld.” “Ik geloof dat je met een bijzonder gebouw een positieve spirit kunt genereren in een stad. Bij Grenswerk hebben we dat heel duidelijk gemerkt. Aanvankelijk was er scepsis over het idee om een poppodium midden in het centrum te bouwen, nu zie je wat voor impuls zo’n gebouw aan de stad kan geven. Het café draait als een dolle, Grenswerk kan de aanvragen voor verhuur nauwelijks aan. De architectuur vervult daarbij een belangrijke rol: in het aanhelen en vernieuwen van de historische stad, in de akoestiek en de unieke sfeer binnen. Veelzeggend vind ik dat ze artikelen op architectuurwebsites in hun nieuwsbrief opnemen, als argument richting artiesten om naar Venlo te laten komen.” “In de context van Amsterdam is het makkelijk uit te leggen dat er 375 miljoen euro in het Rijksmuseum is geïnvesteerd; kijk wat dat alleen al met de toerisme heeft gedaan. En dan heb ik het niet eens over wat dit betekent

Boven De spectaculaire, glazen muziekzaal in schouwburg De Kampanje in Den Helder.

Onder Met grote panelen is de glazen zaal eenvoudig om te toveren tot een reguliere zaal.

voor het vestigingsklimaat voor bedrijven, de moderne kenniseconomie, het aantrekken van creatievelingen. Je ziet de waanzinnige impact van zo’n project; dat krijg je alleen als mensen erover praten, als er kwaliteit is. Uiteindelijk zit niemand te wachten op architectuur die alleen cultuur ‘faciliteert’; het gaat om de liefde, de trots die erin zit.” —

“Ik geloof dat je met een bijzonder gebouw een positieve spirit kunt genereren in een stad” architectenweb — 25


— advertorial

Een archeologiecentrum met etalage In Castricum is in januari 2015 Huis van Hilde geopend, een archeologisch centrum dat is ontworpen door VVKH architecten. Het gebouw combineert een depot- met een museumfunctie; om het publiek te verlokken de collectie te komen bekijken, heeft het architectenbureau het hoofdgebouw voorzien van grote glasgevels.

26 — architectenweb

Zanderij te Castricum, naar ontwerp van VVKH architecten. Huis van Hilde ligt aan de duinrand, op de toeristische route tussen station Castricum en de duinen. Het is ook de plek waar tweeduizend jaar geleden de rivier het Oer IJ in zee uitmondde. Volgens architect Fons Verheijen van het bureau was ‘ontwerpen met landschap’ het uitgangspunt.

Schatten in de grond Het Huis van Hilde heeft een totaal vloeroppervlak van circa 4.200 vierkante meter en is onderverdeeld in een paviljoen en een ondergronds depot. Het ontwerp van VVKH refereert aan een nollenlandschap: een duinlandschap dat veel ouder is dan de huidige stuifzandduinen en op verschillende plaatsen in Noord-Holland nog kan worden gevonden. Het heuvelachtige nollenlandschap is als het ware over het depot heen getrokken. Door een meter zand op dit deel van het gebouw te leggen, heeft VVKH op een passieve wijze een stabiel klimaat bereikt. Een constante temperatuur en luchtvochtigheid in het depot zijn een belangrijke voorwaarde voor >

Foto’s: Hennie Raaymakers/DAPh

Met de voltooiing van het archeologisch centrum heeft Hilde een nieuw thuis gekregen. Hilde is de naam die is gegeven aan een vrouw, die rond 400 in de regio moet hebben gewoond; ze werd in 1995 gevonden bij een opgraving vlakbij het nieuwe depot in Castricum. Huis van Hilde is gerealiseerd in opdracht van de Provincie Noord-Holland. Het is een uitvloeisel van het Europese verdrag van Malta, dat zegt dat bij grondwerkzaamheden archeologisch onderzoek moet worden verricht. Worden daarbij historisch belangrijke vondsten gedaan, dan moeten die onder goede omstandigheden worden bewaard; daarnaast moeten archeologische vondsten volgens het verdrag van Malta publiek toegankelijk worden gemaakt. Elke Nederlandse provincie heeft een depot voor het behoud van archeologische vondsten binnen haar grenzen. Het Noord-Hollandse depot in Wormerveer werd te klein, het klimaat was slecht beheersbaar en het was slechts in beperkte mate toegankelijk voor bezoekers. In 2013 is daarom gestart met de bouw van het nieuwe centrum op de


advertorial—

architectenweb — 27


— advertorial

Huis van Hilde is ontworpen vanuit het omringende duinlandschap 28 — architectenweb

Boven Over het depot is een heuvelachtig nollenlandsschap getrokken, het dak van het paviljoen ernaast is geïnspireerd op vroegmiddeleeuwse boerderijen. Rechts Richting het stationsplein van Castricum opent het paviljoen zich met een een grote vliesgevel.

de associatie op met een grafheuvel. De integratie van de gebouwdelen in het landschap is niet alleen een duurzame oplossing, maar heeft ook een symbolische waarde. De beste plek om archeologische schatten te bewaren is immers in de grond. De ruimtelijke indeling, inrichting en de publieksbeleving van het bezoekerscentrum in het depot zijn door Experience Designbureau MMEK verzorgd. Het bureau heeft het interieur, de vitrines en de audio-, video- en interactieve onderdelen vanuit een overkoepelend concept ontworpen. Daarbij hebben de ontwerpers het doel van archeologie centraal willen stellen: het komen tot een realistische reconstructie van het verleden.

Paviljoen Naast het ondergronds gesitueerde depot heeft VVKH een bovengronds paviljoen ontworpen, dat onderdak biedt aan de entree, horeca en kantoren. Verder bevinden zich in het paviljoen een auditorium en een ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen en presentaties. De langgerekte vorm en het dak van het gebouw zijn geïnspireerd op vroegmiddeleeuwse boerderijen, zoals die in de omgeving hebben gestaan. De karakteristieke vorm van het zogenoemde woonstalhuis is door het architectenbureau vertaald naar de moderne tijd. Zo is de licht gebogen constructie afgewerkt met CorTen-stalen beplating als een verwijzing naar de rietgedekte boerderijen. Met de schelpen

Foto’s: Hennie Raaymakers/DAPh

een goed beheer van de collectie. De ingreep heeft een dermate stabiel binnenklimaat opgeleverd, dat installaties alleen nog nodig zijn om de verstoringen van mens en verlichting op te heffen, aldus het architectenbureau. Het skelet voor het depot is opgebouwd met een prefab betonnen hollewandsysteem – twee geprefabriceerde betonschillen, onderling verbonden met behulp van liggers, worden daarbij in het werk volgestort tot een monolithisch geheel. Voorts zijn in het werk gestorte kolommen en een in het werk gestorte dakvloer toegepast. De betonnen buitenschil diende van zichzelf waterdicht te zijn. Het depot is circa 2.200 vierkante meter groot en verdeeld in diverse archiefruimten. De opslagruimten, voorzien van verrijdbare archiefkasten, zijn honderdtwintig minuten brandwerend. Centraal in het depot ligt de tentoonstellingsruimte. Het koepelvormige dak roept in het landschap


advertorial—

Boven De entreehal van Huis van Hilde. Rechtsboven Een brede trap verbindt entree op de begane grond van het paviljoen met het café-restaurant op de eerste verdieping.

Rechtsonder Tussen het paviljoen en het nollenlandschap loopt een directe route van het NS-station naar de duinen.

in het natuursteen verwijst de gevelbekleding naar de positie van het gebouw in de bedding van het Oer-IJ. De grote overstekken van het dak beschermen het interieur tegen direct invallend zonlicht, wat de toepassing van grote glasvlakken toestaat.

Vliesgevel Het paviljoen opent zich met een grote vliesgevel richting het nieuwe stationsplein. Deze vliesgevel is gevat in de Reynaers-systemen CS77 en CW50. Het aluminium raam- en deursysteem CS77 is door Reynaers speciaal ontwikkeld om te kunnen voldoen aan strenge eisen op het gebied van thermische isolatie. CW50 is een vliesgevelsysteem met een uitgebreid aanbod van profielen. Een voordeel van dit systeem is dat de belijning consequent gehandhaafd blijft, doordat er bij geen enkel knooppunt dubbele stijlen hoeven te worden toegepast. Bezoekers betreden het Huis van Hilde via de begane grond van dit paviljoen. Op de verdieping van het gebouw bevinden zich aan de ene kant de kantoren van de medewerkers en aan de andere zijde een café-restaurant, waarvan het terras is gesitueerd op het depot en grenst aan het nollenlandschap. Deze verdieping is rondom voorzien van glas. Ook loopt via het paviljoen een pad, waarlangs wandelaars in één rechte lijn vanaf het NS-station de duinen inlopen. De glasgevels van het paviljoen doen dan

voor Huis van Hilde hetzelfde als een winkeletalage, zegt Verheijen: de mensen verlokken om naar binnen te komen. — Meer informatie Reynaers B.V. Maisdijk 7 5704 RM Helmond +31 (0)492 561 020 info@reynaers.nl www.reynaers.nl

De veelzijdige vliesgevel van Reynaers maakte een consequente gevelbelijning mogelijk

architectenweb — 29


In de visie van Concrete is het hotel een verlengstuk van de stad. Het INK Hotel in Amsterdam is daarom georganiseerd rond een plein.

Hotel-alles-anders Het Standaard Hotel, met zijn uniforme kamers, zakelijke lobby en muzak in de lift bestaat straks niet meer. Nieuwe lifestylehotels als INK, CitizenM en Zoku helpen hotelclichés in rap tempo om zeep. De global traveler zoekt spanning en spontaniteit; hij wil de local flavours proeven, nieuwe mensen ontmoeten. De grote uitdaging – en lol – voor architecten is om een gebouw te ontwerpen dat ‘anders dan anders’ is. — tekst Kirsten Hannema The Convent in Amsterdam was een hotel zoals er honderdduizenden zijn op de wereld: vijf panden aan de Nieuwezijds Voorbugwal, van binnen tot een uniform blok gesmeed, met 148 identieke kamers, een klassieke lobby vol bordeauxrode fauteuils, schemerlampen en teakhouten kasten, en als modern accent een systeemplafond. Een typisch ketenhotel (onderdeel van de Franse multinational Accor), waar je precies krijgt wat je verwacht, en dat bovenal efficiënt is. Vandaar ook dat de receptie en de ontbijtzaal in het souterrain zaten, zo pasten er ook nog kamers op de begane grond. Op het eerste gezicht was er niets mis mee, maar je zou het ook om kunnen draaien: er pleitte niets voor The Convent. Het interieur was anoniem, sfeerloos. Met de afstandbediening in bed liggen was het spannendste dat een 30 — architectenweb

De ‘dinosauriërs’ van de hotelwereld en hun hippe lifestyle-loten Accor MGallery (o.a. INK hotel Amsterdam). Starwood W-hotels Marriott Edition hotels Hyatt Andaz Hilton Canopy InterContinental Hotels (IHG) EVEN NH Hotels nhow

avond in dit hotel je kon brengen. Onlangs is het complex door architectenbureau Concrete getransformeerd tot het INK Hotel Amsterdam – een logement waarvan er geen tweede bestaat. Want waarom zou je naar Amsterdam afreizen om vervolgens in een hotel te slapen dat overal kan staan, vraagt architect Rob Wagemans zich af. In zijn optiek zou een hotel een verlengstuk van de stad moeten zijn. Zo kwam hij op het idee om een plein in het gebouw te maken, waar je via een doorbraak in de gevel komt. Rond dit ‘dorpsplein’ – compleet met boom en bankje – liggen in de verschillende panden de check-in balie, de bar, het restaurant en de vergaderruimte. Het is een ruimte waar je gemakkelijk met iemand aan de praat raakt, en >

Het INK Hotel is gevestigd in een oude drukkerij, wat door Concrete op theatrale wijze is verbeeld bij de entree van het hotel.


Foto’s: Ewout Huibers / Concrete

Overal in het INK Hotel wordt via muurtekeningen van Jan Rothuizen het verhaal van het hotel en zijn omgeving verteld.

architectenweb — 31


Waarom zou je naar Amsterdam afreizen om te slapen in een hotel dat overal had kunnen staan? waar altijd wel iets te zien is – net zoals in de kamers. “Wat ik stiekem hoop, is dat gasten niet naar The Bold and The Beautiful gaan kijken, maar naar de muurtekeningen van Jan Rothuizen”, zegt Wagemans. In de muurtekeningen vertelt de kunstenaar tot in de priegeligste details het verhaal van het hotel en zijn omgeving. Het zijn tekeningen waar je nieuwe dingen in blijft ontdekken. Het INK Hotel – de naam verwijst naar de drukkerij die er ooit gevestigd was – biedt een unieke ruimtelijke beleving, maar staat niet op zichzelf. Ook elders in Amsterdam verrijzen opvallende (keten)hotels. Neem het Andaz aan de Prinsengracht, met zijn barokke interieur waarin ontwerper Marcel Wanders speelt met verwijzingen naar de Gouden Eeuw, Delfts blauw, tulpen en de kleur oranje. Of het plan voor het nieuwe nhow-hotel bij de RAi, ontworpen door OMA. En even verderop, aan de A4, staat het nieuwe Hilton Amsterdam Airport, ontworpen door Mecanoo: een kubusvormig gebouw met afgeronde hoeken en gevels met een ruitpatroon, dat vanaf grote afstand herkenbaar is. Vergelijk dat met het bestaande (te slopen) Hilton Schiphol, een betonnen doos uit de jaren zeventig, en het is duidelijk: er is een revolutie gaande in de hotelwereld.

Unieke ervaring Wat is er aan de hand? Volgens Wagemans is het niet zo ingewikkeld. Het begon, legt hij uit, bij de Amerikaanse ondernemer Ian Schrager. Hij was in 1977 (mede)oprichter van Studio 54, 32 — architectenweb

Het vrijstaande badkamermeubel dat Concrete voor W Hotel heeft ontwikkeld wordt in de luxere suites uitgebreid met een bad.

Voor W Hotel transformeerde Concrete de badkamer tot een stijlvol bureau/barmet-wastafel.


De entree van het W Hotel in Londen had bij een nachtclub niet missstaan.

Foto’s: Ewout Huibers / Concrete

De ‘cheapchique’ hotels die Ian Schrager oprichtte waren een doorslaand succes

De ontvangsthal in het W Hotel in Londen.

de legendarische nachtclub. Een plek vol sex, drugs en rock ‘n roll; daarmee vergeleken waren hotels een suffe bedoening. Schrager wilde daar verandering in brengen. Samen met ontwerper Philippe Starck ontwikkelde hij eind jaren tachtig een reeks ‘cheap-chique’ hotels (The Royalton en The Paramount in New York, The Delano in Miami, The Mondrian in Los Angeles) die er allemaal anders uitzagen en zich met hun club-achtige lobby’s richtten op het stimuleren van sociale interactie. Het werd een doorslaand succes en in de slipstream daarvan ontwikkelde > architectenweb — 33


De ontvangsthal van het door OMA ontworpen nhow Rotterdam in gebouw De Rotterdam.

het Amerikaanse hotelconcern Starwood in 1998 het W-hotel. Twintig jaar later – de hotelbranche is traag – heeft vrijwel elke keten een hippe offspring naast zijn traditionele merk (zie kader). “Die oude merken bestaan straks niet meer”, denkt Wagemans. “Op papier ben ik de saaie zakenklant die zij willen aanspreken. Maar ik – hij wijst op zijn spijkerbroek en zwarte T-shirt met opdruk – ben niet Mr. Minnesota, in zijn bruine pak, die standaard een Caesar salad bestelt.” Voor ‘Mr. Minnesota’ was reizen an sich al een avontuur. Inmiddels is vliegen zo gewoon geworden, dat we de spanning zoeken in de overnachting. “Elevate your stay heet ons concept”, zegt Hermann Spatt, general manager van nhow, de lifestyle-keten van het Spaanse NH Hotels. Na een fashion-hotel in Milaan en een music&lifestyle-hotel in Berlijn opende het bedrijf begin 2014 een art&architecture-vestiging in Rem Koolhaas’ De Rotterdam. “Mensen reizen niet alleen om een stad te bezich34 — architectenweb

tigen, maar ook voor hun eigen welbevinden”, meent Spatt. “Je wilt iets meemaken, verrast worden.” nhow speelt daarop in met gebouwen ontworpen door beroemde architecten, een steeds wisselende inrichting en allerlei events. In de lente was er een heus tulpenveld in de lobby van nhow Rotterdam te zien, nu is er een pop-up-winkel gevuld met producten van lokale ondernemers. “Tegenwoordig heb je overal een H&M. Wij willen iets aanbieden dat je mee kunt nemen naar huis, waarvan mensen zeggen: waar heb je dat vandaan?”

Verbonden met de stedelijke omgeving Het gaat niet alleen om het shoppen, benadrukt Spatt. Het gaat er ook om dat je als hotel iets ‘teruggeeft’ aan de stad. Voorheen was een hotel van dit formaat een soort bastion; als bewoner had je er weinig te zoeken. Nu proberen hotels met gespecialiseerde koffiebars, (sterren)restaurants, expositieruimtes en flexplekken een breed publiek te trekken. “Ons

Pop-up winkel met producten van lokale ondernemers in nhow Rotterdam.

Foto’s: nhow Rotterdam

Inmiddels heeft vrijwel iedere hotelketen een hippe offspring naast zijn traditionele merk


“We hebben steeds meer behoefte aan plekken waar we ons mee kunnen verbinden”

De compacte-maarluxe hotelkamer van CitizenM, hier bij de vestiging in New York.

Foto’s: Adrian Gaut / Concrete

CitizenM New York verwelkomt haar gasten met een grote ‘huiskamer’.

CitizenM New York staat om de hoek van Times Square en is iets teruggelegd van de straat.

hotel is er ook voor de 60.000 mensen die op Schiphol werken”, zegt Milan Arandelovic, general manager van Hilton Benelux. Ze kunnen er relaxen in de spa, een hapje eten, en tegen een schappelijke prijs wijn kopen in de vine room. En hun aanwezigheid draagt bij aan de local flavour van het hotel, evenals het interieur waarin houten speculaasvormen en ‘Delfts blauwe’ tegels zijn verwerkt, en natuurlijk het gebouw van Mecanoo. “Het nieuwe hotel staat niet alleen op een zichtlocatie, maar vormt ook de schakel tussen het vliegveld en de kantoorontwikkelingen in het gebied”, vertelt architect Ellen van der Wal van Mecanoo over het iconische ontwerp. Die verbindende functie – een gebouw dat je specifiek met Schiphol associeert, en dat middels een traverse fysiek daaraan gekoppeld is – is volgens haar essentieel. “Hoe groter, digitaler en mobieler onze leefwereld wordt, hoe meer we behoefte hebben aan plekken architectenweb — 35


Het atrium van Hilton Schiphol, ontworpen door Mecanoo, moet gasten en bezoekers een onvergetelijke ervaring bieden.

De sociale kant van hotels wordt steeds belangrijker waarmee we ons kunnen verbinden.” Het spectaculaire atrium – spierwit, 42 meter hoog – speelt daarin een hoofdrol: de ruimte biedt een ‘onvergetelijke ervaring’, terwijl het met zijn meer privé, aan Schiphol Boulevard gelegen restaurant ook bij uitstek een (zakelijke) ontmoetingsplek is.

Ontmoetingsplek

36 — architectenweb

Het nhow hotel in Amsterdam, naar ontwerp van OMA, biedt straks op vier niveaus publieke voorzieningen.

Beeld Hilton: CIIID / Cees Giessen Beeld nhow: OMA

De sociale kant van hotels wordt steeds belangrijker, ziet Rob Wagemans. ‘Millennials reizen om nieuwe plekken te zien, maar vooral ook om mensen te ontmoeten.’ CitizenM, het concept dat Concrete samen met hotelondernemer Hans Meyer ontwikkelde voor mondaine reizigers met een bescheiden budget, speelt daarop in. Het idee is simpel: haal alle overbodige vier/vijfsterren-luxe (minibar, bureauzitje, ligbad) uit de kamer, maar doe geen concessies aan bed (Kingsize, lakens van Egyptisch katoen), douche (regenmodel) en ruimtelijkheid (het voor CitizenM kenmerkende kamerbrede raam). De gewonnen vierkante meters worden vervolgens geïnvesteerd in een gemeenschappelijke ruimte, die fungeert als lobby, bar, vergader- en ontbijtzaal. Een ‘stadse huiskamer’ waar niet alleen gasten graag rondhangen; ook omwonenden hebben CitizenM ontdekt als werk- en uitgaansplek. Met hun ontwerpen voor W Hotels (waarin de badkamer werd getransformeerd tot een bureau/bar-met-wastafel) liep Concrete voorop in de ontwikkeling van accommodaties die ‘anders dan anders’ zijn. Met CitizenM sprong het bureau in het gat tussen hostels en luxe lifestylehotels. Dit najaar lanceert het samen met ondernemer Hans Meyer


Bij Zoku is het bed geïntegreerd in een groot meubel, zodat het niet langer centraal in de ruimte staat.

Foto’s: Ewout Huibers / Concrete / Zoku

Bij het nieuwe hotelconcept Zoku staat niet het bed centraal in de ruimte, maar de tafel In de hotelkamers die Zoku biedt kan aan de tafel gewerkt worden en kunnen gasten ontvangen worden.

en zijn team een nieuw concept, Zoku: appartementachtige hotelkamers voor langere verblijven (van 3 dagen tot 3 maanden) – de markt waar website Airbnb nu vooral van profiteert. Het pilotproject aan de Amsterdamse Weesperstraat omvat 121 kamers van

zo’n 25 m2 groot, die als een soort Zwitsers zakmes werken. Ze beschikken onder meer over een hoogslaper-bedstee, bereikbaar via een uittrekbaar trapje, een ‘werkkast’ met computeraansluiting en ringen aan het plafond voor fitness. Zo kun je in een handomdraai de ruimte omvormen van eetkamer en vergaderruimte, naar gym en slaapkamer. Opvallend: niet het bed, maar de tafel staat centraal in de ruimte. Aan deze tafel kun je niet alleen werken, maar ook (zakelijke) gasten ontvangen. Zo draait ook Zoku om ontmoeting. Hoe zal de hotelbranche zich verder ontwikkelen? Wagemans zet zijn kaarten op twee ontwikkelingen. “Disconnectivity – plekken waar alles langzaam gaat, waar je je opsluit zonder computer, wifi en telefoon, je jezelf met een kano verplaatst, en zelf eten maakt. Dat zou wel eens heel groot kunnen worden. En hotels voor je oude dag. Wie goed geboerd heeft, kan in theorie de rest van zijn leven in een hotel in Thailand doorbrengen, of op een cruiseschip. Dat is toch veel leuker dan een bejaardentehuis? Daar ligt nog een gigantische markt.” — architectenweb — 37


— advertorial

Hotel met knipogen naar Turkije en luchtvaart Corendon wilde een hotel vestigen op een locatie net buiten de ring van Amsterdam. Een voormalig kantoorpand is getransformeerd naar een ontwerp van Studio Y architecten & adviseurs, waarbij drie verdiepingen aan het pand zijn toegevoegd. Het Corendon Vitality Hotel omvat naast 263 kamers en de gangbare andere functies van een hotel, ook een openbaar toegankelijk restaurant en health & fitness-voorzieningen, inclusief een Turkse hamam en een zwembad in de kelder.

‘Turkse touch’ en elementen uit luchtvaartwereld Voor het interieurconcept en het interieurontwerp heeft Corendon, na presentaties van een aantal bureaus, gekozen voor samenwerking met Interior Consult. Uitgaande van de ambitie van 38 — architectenweb

Corendon om de komende jaren het hotelconcept in grote steden wereldwijd uit te rollen, heeft Interior Consult voorgesteld om de algehele sfeer van elke vestiging af te stemmen op de locatie, maar elk hotel een ‘Turkse touch’ mee te geven. “Voor het Amsterdamse hotel hebben we bijvoorbeeld een heel eigentijdse sfeer voorgesteld”, vertelt Martijn de Goede. “De Turkse elementen komen bijvoorbeeld terug in de vorm van een Turkse bazar bij het entreegebied en in de ronde togen. In het restaurant staat een olijfboom, waarin mensen volgens de Turkse traditie linten kunnen hangen en daarbij een wens doen.” Ook in Turkije veel toegepaste kleuren, zoals donker mosgroen, aubergine en okergeel, keren op diverse plaatsen terug in het interieur. “En het rood als verwijzing naar Corendon”, zegt De Goede.

In het hotel wordt op eigentijdse wijze verwezen naar de Turkse oorsprong van vliegtuigmaatschappij Corendon.

Interior Consult heeft voorgesteld om niet alleen verwijzingen naar de Turkse achtergrond, maar ook een knipoog naar de oorspronkelijke activiteiten van Corendon in het interieur te verwerken. Bijvoorbeeld komen, als referentie aan vliegtuigvensters, op verschillende plekken in het interieur rechthoeken met afgeronde hoeken voor. “Die vorm zie je bijvoorbeeld terug in de hoofdborden van de bedden, als uitsparing voor een nachtkastje. Ook op andere plekken in de kamers en in de openbare gebieden hebben we de vorm van vliegtuigvensters laten terugkomen.” Een echt vliegtuiginterieur is te vinden op de zevende etage, waar het

Foto’s: Erik Poffers

Aan de Aletta Jacobslaan te Amsterdam heeft de Turkse vliegmaatschappij Corendon in februari 2015 haar eerste hotel wereldwijd geopend. Een eigentijdse sfeer met een oriëntaalse ‘touch’ is het uitgangspunt voor het interieurontwerp van het gehele hotel, aldus Martijn de Goede van Interior Consult. Een warme en functionele basis vormen de ‘houten’ vloeren, die bestaan uit pvcstroken van Forbo Flooring.


advertorial—

is gebruikt voor een boardroom annex suite. “Die ruimte is verhuurbaar als bruidssuite, maar ook als vergaderruimte”, vertelt De Goede. “Het is een langwerpige ruimte, die in tweeën wordt gedeeld door een vliegtuig. Corendon heeft een echte Boeing 737 uit Engeland laten overkomen. Dat oude toestel is in het hotel weer helemaal opgebouwd, inclusief het oorspronkelijke interieur. De complete cockpit en de passagiersstoelen zitten er weer in.” De Goede vertelt dat de cockpit wordt verhuurd als flight simulator voor piloten in opleiding en dat het rompgedeelte te huur is voor vergaderingen en presentaties voor een groep van zo’n achttien personen. >

Het Corendon Vitality Hotel is gevestigd in een door Studio Y getransformeerd kantoorgebouw.

architectenweb — 39


— advertorial

Een herbouwde Boeing 737 doet dienst als boardroom annex suite.

Voor de publieke ruimtes in het hotel is gekozen voor een pvc-strokenvloer van Forbo Flooring.

Het vliegtuig steekt overigens net zijn neus door de gevel naar buiten; een gedurfd en vervreemdend gezicht.

Voorzieningen voor de stad en daarbuiten Zijn concept heeft Interior Consult op alle ruimtes in het hotel toegepast. Voor elk type ruimte – de kamers, de gangen, het restaurant, de bar, et cetera – is daarbij een eigen sfeer bepaald. Moodboards vormden de leidraad; specificatie-boards gaven vervolgens een beeld van de precieze materialen en producten die in de uiteenlopende ruimten zouden worden toegepast. Ook de health & fitnessfaciliteiten zijn door Interior Consult in stijl ontworpen; het technische ontwerp hiervan is verzorgd door Stan de Haas van Aquaprojects. Het hotel heeft uiteenlopende kamers, van eenpersoonskamers – waarvan de piloten van Corendon veel gebruik maken – tot suites en familiekamers met tussendeuren. Deze zijn alle sober en neutraal uitgevoerd. In de openbare gebieden heeft Interior Consult juist een intieme sfeer nagestreefd, zo geeft De Goede aan. “Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan door met hoogtes te spelen. Boven de bar in het restaurant hebben we daarvoor een stellage van staal gemaakt.” Ook zijn ruimtes opgedeeld met onderlinge verschillende sferen en func40 — architectenweb

Overal zijn subtiele verwijzingen te vinden naar Turkije, zoals hier de togen.

In de publieke ruimtes is de sfeer gezet met donker hout voor de vloeren en de meubels ties. Zo is het restaurant, een langwerpige ruimte, verdeeld in een ruimte om te eten, de bar en een lounge met open haard en zitjes. Rond de olijfboom is een bank geplaatst met tafels en stoelen. “Er zijn verschillende plekken gemaakt, waar de bezoekers de sfeer kunnen vinden die ze op een bepaald moment wensen.” Het Corendon Vitality Hotel richt zich op verschillende doelgroepen, aldus

De Goede. De gasten bestaan voor ongeveer de helft uit zakelijk publiek en voor ongeveer de helft uit een ‘leisurepubliek’, “dat wil zeggen mensen die voor een aantal dagen in Amsterdam zijn en met het openbaar vervoer de stad in gaan”, legt hij uit. “Maar het hotel heeft daarnaast een openbare functie in die zin dat de health & fitness-faciliteiten en het restaurant nadrukkelijk ook toegankelijk zijn voor mensen die niet in het hotel verblijven.” Volgens De Goede heeft de hamam inmiddels al een naam opgebouwd, waardoor het mensen van buiten trekt. Verder wil het Corendon Vitality Hotel zeker ook evenementen naar zich toe trekken, waarbij kan worden gedacht aan modeshows en dergelijke. Het hotel beschikt hiervoor over een aantal verhuurbare ruimtes, zoals een ‘private dining’. Door die ruimtes


advertorial—

In het interieur is gekozen voor in Turkije veel voorkomende kleuren.

neutraal te houden, zijn ze volgens De Goede eenvoudig met accessoires van de gewenste sfeer te voorzien.

Warme ‘houten’ vloer In de publieke ruimtes is de sfeer met name gezet door het gebruik van donker hout voor de vloeren en de meubels, in

combinatie met warmgetint notenhout. De houten vloeren zijn feitelijk pvcstroken met de tekening en de voelbare nerfstructuur van hout. Op advies van Maxima Projectstoffering heeft Interior Concepts gekozen voor de Allura pvc-stroken van Forbo Flooring. Deze in Nederland geproduceerde stroken zijn gebruikt voor de gehele begane grond. Ook de health & fitness-ruimte in de kelder is nagenoeg geheel voorzien van Allura pvc-stroken. Over de pvc-strokenvloer liggen op verschillende plekken vintage oriëntaalse tapijten.

De pvc-strokenvloer van Forbo Flooring heeft de tekening en voelbare nerfstructuur van hout.

“We wilden ook graag een pvc-vloerbedekking met houtdecor toepassen in de kamers “, vertelt De Goede. “Ten eerste vanuit een hygiënisch oogpunt – de vloeren zijn dan goed schoon te houden – en ten tweede vind ik het product een mooie, warme uitstraling hebben. We wilden dat combineren met vintage tapijten rond de bedden. We hebben daar zelfs een proefkamer voor gemaakt.” De hoteleigenaar heeft er echter voor gekozen om de kamers volledig van tapijt te voorzien, evenals de gangen. In de pub en de lounge is als enige ruimten echt hout toegepast. “Alles in afgezwakte, niet te felle kleuren”, zegt De Goede. De naam van de onderneming verwijst naar het mineraal korund, dat inderdaad bordeauxrood is. Volgens De Goede is ook dit mineraal als natuursteen op verschillende plaatsen toegepast in het interieur. De Turkse touch is ver in het concept doorgevoerd. “Er is zelfs serieus overwogen om de meubels in Turkije aan te schaffen”, vertelt De Goede. “Daarvoor hebben we met de eigenaar een aantal inkoopreizen gemaakt. Uiteindelijk is op grond van kwaliteit eigenlijk – op enkele meubels na – de interieurinrichting geheel in Nederland aangeschaft.” — Meer informatie Forbo Flooring B.V. Industrieweg 12 1566 JP Assendelft T 075-6477477 E contact@forbo.com I www.forbo.com

architectenweb — 41


Kubus

met kristallijnen invulling “De opdracht was eigenlijk om een 3-sterren hotel te ontwerpen met de uitstraling van een hotel in een veel hoger segment”, begint Joris Deur, die samen met zijn compagnon bij ZZDP Architecten, Adam Smit, het ontwerp voor het gebouw maakte in opdracht van COD (Cradle of Development). Motel One is met zijn concept van ‘budget designhotel’ zeer succesvol in Duitsland en Oostenrijk. Op deze locatie op de Amsterdamse Zuidas, op steenworp afstand van station Amsterdam RAI, wilde de gemeente echter geen gebouw dat er als budgethotel uit zou zien. De verschillende gebouwen van de RAI typeert Deur als ‘iconisch’, waar hij mee bedoelt dat de verschillende gebouwen een krachtige sculpturaliteit hebben. Om hier tegenop te boksen heeft de architect gezocht naar een manier om het gebouw een passende presentie te geven. Uiteindelijk is Deur hierbij op een opgetilde kubusvorm uitgekomen die in het ontwerp is benadrukt met een breed, wit kader. Via deze kubusvorm kunnen de meeste van de in totaal 316 kamers van het hotel uitkijken op de straat – wat zowel voor de bezoekers als voor de stad het interessantst is. Maar het kader maakt in een oogopslag ook het verschil inzichtelijk tussen de twee commercieel verhuurde > 42 — architectenweb

Aan de Amsterdamse Zuidas opent dit najaar de eerste Nederlandse vestiging van de Duitse hotelketen Motel One. Voor het ‘budget designhotel’ heeft ZZDP Architecten een efficiënt en duurzaam gebouw ontworpen, dat vooral in zijn gevel echt grandeur heeft. — tekst Michiel van Raaij, foto’s Jan Paul Mioulet/DAPh


architectenweb — 43


“De opdracht was om een 3-sterren hotel te ontwerpen met de uitstraling van een hotel in een veel hoger segment” Links ZZDP Architecten heeft zich hard gemaakt om de gevel echt diepte te geven. Rechterpagina Achter het bijna gebouwhoge glazen geluidsscherm ligt een rustige binnenplaats.

verdiepingen in de plint en het hotel erboven. “Als je zo’n concept bedenkt, dan is de invulling van dat kader cruciaal”, gaat Deur verder. In het ontwerpproces heeft hij zich daarom hard gemaakt om de gevel echt diepte te geven. Daarbij moest het kader een ‘kristallijnen’ invulling krijgen. Dat is gelukt. De gevel is uitgevoerd in grote glasvlakken, voorzien van rondom lopende zeefdrukken en gescheiden door vinnen. Doordat de vinnen en zeefdrukken hetzelfde grid omschrijven, ontstaat 44 — architectenweb

er op een heldere dag een interessant spel tussen de schaduwen die de vinnen op de gevel werpen en de zeefdrukken daaronder. Een dergelijke schoonheid, dat is toch een van de meerwaarden die je als architect bij zo’n bouwproject inbrengt, vindt Deur. Het zorgt er bovendien voor dat het hotel er allesbehalve budget uitziet.

Inpassing in het stedelijk weefsel Aan de Europaboulevard heeft het hotel geen eigen bouwblok gekregen,

maar grenst het aan zijn zuidzijde straks aan een ander gebouw. Vanuit dit gegeven heeft ZZDP Architecten hier hotelkamers rond een verhoogde binnenplaats gevouwen. Op het zuiden heeft het gebouw een gigantische ‘wachtgevel’, zoals dat in België heet. De verhoogde binnenplaats wordt afgeschermd met een bijna gebouwhoge glazen wand die het verkeersgeluid van de Europaboulevard buiten houdt. De binnenplaats is hierdoor een oase van rust, maar net zo belangrijk was dat de gevels aan de binnenplaats zo minder zwaar uitgevoerd konden worden – wat veel kosten scheelde. De situering aan de Europaboulevard bracht ook een uitdaging met zich mee wat betreft de toegang tot het gebouw. Vanuit de stad gezien verwacht je aan de Europaboulevard de entree, maar als doorgaande weg kun je hier met de auto niet stoppen. Daarom


4 e verdieping raam

Doorsnede

Begane grond

is ervoor gekozen het gebouw twee entrees te geven: een kleinere entree aan de Europaboulevard voor voetgangers en een grotere entree aan de straat erachter voor auto’s en fietsers. Beide entrees zijn met elkaar verbonden via een passage, waaraan de receptie en het café/restaurant liggen.

Een interieur vol daglicht Vanuit de passage leiden liften en trappen naar de verdiepingen met hotelkamers. De kamers in de kubus liggen rond een licht atrium. Het is jammer dat vanuit de passage dit atrium niet zichtbaar is en niet met een directe trap bereikbaar is. Doordat de twee verdiepingen onder het atrium verhuurd worden aan externe partijen was dit helaas niet mogelijk. In tegenstelling tot het samenhangende exterieur is het interieur zo wat gefragmenteerder. Sterk is daarentegen dat iedere gang op de verdiepingen eindigt bij een verdiepingshoog raam. Daglicht is hier overal. De hotelkamers zijn ontworpen door het eigen ontwerpteam van Motel One en kennen een traditionele >

Op een heldere dag ontstaat een spel tussen de schaduwen van de vinnen en de zeefdrukken daaronder architectenweb — 45


Rechts Een groot contrast: achter het glas ligt de drukke Europaboulevard, ervoor de rustige binnentuin.

indeling met een compacte badkamer met een douche en een groot bed waar je nog net omheen kunt lopen. Hoewel de maat van de kamer misschien budget is, is het raam dat absoluut niet. Zelfs 5-sterren hotels hebben dit niet altijd. De ramen in de kamers zijn verdiepingshoog en kamerbreed. Nog een keer: verdiepingshoog en kamerbreed. Knap dat ZZDP Architecten dit gelukt is. De rondom over het glas lopende print zorgt er volgens Deur voor dat hotelgasten zich achter dit enorme raam voldoende geborgen voelen. Het biedt de hotelgasten in ieder geval een ongekende ruimtelijke ervaring. Projectbureau Zuidas eiste van het hotel een hoge duurzaamheid. Volgens Deur vinden ook beleggers dit steeds belangrijker. Binnen ZZDP Architecten heeft Adriaan Risseeuw de uitwerking van het project geco46 — architectenweb


De ramen in de kamers zijn kamerbreed en verdiepingshoog – zelfs 5-sterren hotels hebben dit niet altijd ordineerd en zich daarbij ook op de duurzaamheid van het project gestort. Door een combinatie van ingrepen heeft het hotel uiteindelijk een BreeamNL Excellent-score behaald. Binnen de nuchtere houding van ZZDP Architecten passen geen trucjes of besparingen op materialen, het moest gewoon een goed gebouw worden. Deur legt uit dat het hotel zeer efficiënte installaties heeft en gebruikmaakt van een WKO. Het dak van het hotel ligt vol met PV-

Links Dubbele ramen bij een hotelkamer op de hoek van de kubus.

Boven Blik vanaf de Europaboulevard de binnenplaats in.

cellen. En het glas heeft overal een hoge kwaliteit, waarbij aan de Europaboulevard vanwege het verkeersgeluid zelfs driedubbel glas is toegepast – iets wat ook energetisch helpt. Als extraatje zijn in de ‘wachtgevel’ ruimtes opgenomen voor vleermuizen. Met zijn 3-sterren prijzen en op sommige punten 5-sterren uitstraling vormt Motel One een verrijking van het hotelaanbod in de hoofdstad. Zagen alle 3-sterren hotels er maar zo uit. — architectenweb — 47


— advertorial

Houten draai aan dubbelhoge plint De vijfde Nederlandse vestiging van CitizenM bevindt zich in het centrum van Rotterdam. Spil in het interieur naar ontwerp van Concrete is een sculpturale houten trap. De wenteltrap, gemaakt door EeStairs, trekt gasten als vanzelf naar de receptie op de verdieping. grond hier beperkt was is ervoor gekozen de receptie op de eerste verdieping te situeren, waar ook de gemeenschappelijke ruimtes van het hotel gelegen zijn.

Warm welkom Bij binnenkomst in de dubbelhoge ruimte wordt de aandacht getrokken naar een brede wenteltrap. Hiermee worden gasten als vanzelf naar de receptie geleid; dankzij de houten uitvoering met een warm welkom bovendien. De wenteltrap, ontworpen door Concrete en vervaardigd door EeStairs, staat als een sculptuur in de hoge ruimte. De treden en de buitenzijde van de balustrade hebBoven De binnenzijde van de wenteltrap is zwart afgewerkt en heeft een roestvrij stalen leuning. Onder De gemeenschappelijke ruimten van CitizenM Rotterdam zijn zo ingericht dat er zowel gewerkt als ontspannen kan worden.

48 — architectenweb

ben de natuurlijke houten uitstraling; de binnenzijde is zwart afgewerkt en voorzien van een ingetogen roestvrij stalen leuning. In kleur en materialisering is de wenteltrap afgestemd op de twee verdiepingen hoge wandkasten. De eerste verdieping vormt het sociale hart van het hotel. De gemeenschappelijke ruimten, die hier zijn gelegen, heeft Concrete verdeeld in verschillende gebieden voor zowel ontspanning als werk. Alle designmeubels hebben een multifunctioneel karakter. Een open haard en kasten die zijn gevuld met boeken en kunstvoorwerpen dragen bij aan de luxueuze uitstraling. In de hotelbar kan de gast een hapje eten of iets drinken. De bar ligt aan een halfopen keuken en gaat aan een zijde over in een eetzaal. Aan de andere zijde van de hotelbar staat een grote houten leestafel. Die legt een relatie met de wenteltrap, waarmee Concrete een gevoel van continuïteit heeft gecreëerd.

Compacte maar luxe kamers CitizenM werkt volgens een helder concept: het biedt de gast betaalbare luxe in het hart van de stad. De kamers bieden de gast op veertien vierkante meter een praktische en comfortabele plek. Hier kan hij – zakenreiziger dan wel stedentripper

Foto’s: Concrete

Met de realisatie van CitizenM Rotterdam is na vele jaren eindelijk het bouwblok tussen Blaak en Oudehaven afgesloten. Het CitizenM-hotel maakt hier onderdeel uit van een groter gebouw, ontworpen door ZZDP Architecten, dat aan de drukke Blaak kantoorruimtes biedt en aan de Oudehaven 151 hotelkamers. Met dat aantal kamers is dit de grootste Nederlandse vestiging van de internationaal opererende keten. In het gebouw is een passage opgenomen die de Blaak via een binnenhof met de Oudehaven verbindt. Aan die passage is de entree tot het hotel opgenomen. Omdat de ruimte op de begane


advertorial—

Boven In de dubbelhoge ruimte met net zo hoge boekenkast trekt de vrijhangende houten wenteltrap bezoekers als vanzelf naar boven. Onder CitizenM Rotterdam vormt het sluitstuk van het bouwblok rond de Oudehaven.

– werken of bijkomen van de dag. Elke kamer heeft een ‘kingsize’ bed dat loopt van wand tot wand, een tafel die tevens dienst kan doen als werkplek en een flat screen televisie. Met een ‘touch screen mood pad’ kan de gast gordijnen, klimaatbeheersing, verlichting en televisie bedienen. De douche is afgeschermd door middel van een halfronde, matglazen wand. Een hotelkamer die kortom compact is, maar toch van alle gemakken voorzien. —

Meer informatie EeStairs Nederland BV Harselaarseweg 102 3771 MB Barneveld nl@eestairs.com www.eestairs.com

architectenweb — 49


— advertorial

Hout als basis

voor klassieke sfeer De eigenaar van La Pomme d’Or in Oudenaarde wilde dat zijn hotel grondig gerenoveerd zou worden, met respect voor de rustige, klassieke sfeer. MD Interior heeft het hotel op het peil van hedendaagse voorschriften en wensen gebracht en voor een eigentijdse en warme uitstraling gezorgd. Vloeren van Pergo met het realistische aanzicht van hout vormen letterlijk de basis van het ontwerp. 50 — architectenweb

Foto’s: Unilin; foto rechterpagina onder: Photojoost (ontwerp MD Interior)

Aan de binnenzijde is hotel La Pomme d’Or volledig vernieuwd, op een manier die past bij het oude gebouw.


advertorial—

Links Overal in het hotel is klassiek laminaat van Pergo toegepast met de uitstraling en het reliëf van parket.

La Pomme d’Or is een oude Vlaamse uitspanning uit de vijftiende eeuw, gesitueerd in het hart van Oudenaarde. Nadat het pand afgelopen decennia als hotel verschillende eigenaren kende, werd het gekocht door Willy Naessens. In de loop der jaren waren aan het hotel kleine werkzaamheden verricht, maar Naessens vond het tijd voor een grondige renovatie. “Hij wilde het pand een nieuwe, frisse uitstraling geven, waarbij met name de kamers en badkamers moesten worden aangepakt”, vertelt interieurarchitect Delphine Maes van MD Interior. “We hebben ook de gemeenschappelijke ruimten meegenomen en het hele hotel aangepast aan de huidige brandweervoorschriften en wettelijke eisen.”

Hedendaags klassiek

stijl, zodat de opdrachtgever eenvoudig de gewenste ‘look and feel’ kon kiezen. “Daarop hebben we materialen en de partners uitgezocht.” Dat betekende bijvoorbeeld de keuze voor een gebloemd behang in plaats van strak schilderwerk of een effen behang, de toepassing van houten lambrizering en de keuze voor vloeren met een houtuitstraling. “Eerder was in sommige kamers tapijt geplaatst en in andere kamers parket”, vertelt Maes. “Met het oog op een klassieke en warme uitstraling hebben we voorgesteld om overal een parketuitstraling te realiseren. Naessens had goede ervaringen met Unilin.” Na het doornemen van het assortiment van Unilin zag Maes in Pergo de perfecte oplossing voor het project. Gekozen is voor het dessin Mansion Oak, een klassieke laminaatvloer in planken met groef. De vloer heeft een voelbare, rustieke structuur – inclusief ‘barsten’ – die door een zijdematte afwerking wordt geaccentueerd. De laminaatvloeren zijn zwevend geïnstalleerd in combinatie met een geluiddempende ondervloer. In de vernieuwde badkamers van het hotel is Pergo-vinyl met een leisteendessin gebruikt. De gehele renovatie is Onder De architectuur van La Pomme d’Or vormde een inspiratiebron voor het interieurontwerp.

in hoog tempo uitgevoerd. “Er waren heel strikte deadlines vastgesteld. Er zijn goede afspraken vooraf gemaakt en het hele proces is strak gecoördineerd verlopen”, vertelt Maes. “Het hotel is slechts drie maanden gesloten geweest.” — Meer informatie Pergo Ooigemstraat 3 8710 Wielsbeke (B) +32 56 67 52 11 info@pergo.com pro.pergo.nl

Rechts Op het oog een leistenen vloer: de vinylvloer van Pergo in de badkamers.

Bij de renovatie is de constructie van het pand vernieuwd waar nodig. Alle badkamers zijn volledig vernieuwd en voorzien van eigentijdse materialen; de badkamervloeren zijn afgewerkt met gelijmde vinyltegels. De kamers zijn onder meer voorzien van een nieuw verwarmings- en ventilatiesysteem. In het gehele hotel is nieuwe vloerbedekking geïnstalleerd. “De stijl van de kamers en badkamers moest in overeenstemming blijven met die van het gebouw”, vertelt Maes. “Daarom hebben we naar een oplossing gezocht die in het verlengde ligt van de stijl van het pand, maar toch een hedendaagse uitstraling heeft.” Het architectenbureau heeft het pand volledig opgemeten, zodat ontwerpvoorstellen in 3D-simulaties konden worden uitgewerkt. MD Interior maakte voorstellen met verschillende accenten in de architectenweb — 51


‘Leisure is de tijd die we doorbrengen, weg van werk, huishoudelijke taken en onderwijs. Het sluit ook de tijd uit die gespendeerd wordt aan noodzakelijke activiteiten als eten en slapen’, aldus Wikipedia. Maar volgens Serge Haelterman, creative director bij Creneau International, is die definitie achterhaald. Vrije tijd is overal: op kantoor, in de supermarkt en de trein. Over de leisurisation van onze omgeving. “Wat uiteindelijk telt is return on investment.” — tekst Kirsten Hannema

52 — architectenweb

Als kind was Serge Haelterman al gefascineerd door fantasie; hij verzon zijn eigen sprookjes. Nu is het creëren van totaalervaringen zijn werk. Als creative director van Creneau International, een conceptbureau dat ‘merken met mensen verbindt’, ontwikkelt hij complete concepten – van verpakking en huisstijl tot website en interieur – voor opdrachtgevers over de hele wereld. Creneau begon 25 jaar geleden vanuit het Belgische Hasselt met het inrichten van bars en winkels. Inmiddels behoren Coca-Cola, Hunkemöller en de Efteling tot de klanten. Wining and dining, shopping, hospitality en hotels – dat is de leisure-wereld waarin het bureau actief is. En die wereld dijt steeds verder uit, ziet Haelterman. “Initieel betekent leisure: vrije tijd. Maar tegen-

Werelden om in te spelen Voor lingerieketen Hunkemöller ontwikkelde Creneau een winkelconcept,

Foto’s: Arne Jennard

“Alles moet een spel zijn”

woordig is het veel breder; het staat voor plezier beleven aan iets. Kijk, daar heb je het woord al: beleven. Dat doen we allang niet meer alleen in onze vrije tijd: werk, school, winkelen... ons hele leven draait vandaag de dag om beleven.” Waarom? “Nou, waarom zou iets saai moeten zijn, als je ook lol kunt maken?”, luidt Haeltermans wedervraag. De tijd dat we het leven bloedserieus namen is voorbij: geloof, een vaste baan in loondienst en ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ hebben plaatsgemaakt voor het motto ‘je leeft maar één keer’. “Ken je de term gamification? Eigenlijk moet alles tegenwoordig een spel zijn. Met apps op je smartphone hou je bij hoeveel je wandelt, of wat je eet. Maar je ziet het ook in musea: edutainment heet dat. En op het werk, daar is het woord bleisure voor bedacht – een samentrekking van business en leisure. Het is veelzeggend dat wij momenteel een vergaderruimte ontwerpen rond een stel pingpong- en voetbaltafels.”


Voor lingerieketen Hunkemöller heeft Creneau een winkelconcept ontworpen rond het idee van het hotel en de luxe ‘mansion’.

Voor de in Genk bekende kapper Enzo Riggio ontwierp Creneau een nieuwe branding en winkel.

gebaseerd op het idee van een hotel. De winkels volgens dit concept hebben een enorme kofferwand, een ‘buffet’ waarop de nieuwe producten zijn uitgestald en paskamers met roomservice op trolleys. Voor Coca-Cola ontwierp Creneau het bezoekerscentrum in het Belgische Wilrijk. In een spannend, zwart interieur met felrode accenten wordt het verhaal van Coca-Cola – van het productieproces tot en met de recyclage van blikjes en flessen – verteld aan de hand van een parcours. Bezoekers kunnen aan de ingrediënten van cola ruiken, in de productiehal kijken en de granulator flessen zien vermalen. Ze voeren opdrachten uit met behulp van tablets en doen in teams een wedstrijdje. “Vergelijk dat met de PowerPoint-presentaties die hier vroeger werden gegeven”, zegt de ontwerper. “De helft van de mensen viel in slaap.” Het idee is dat spelletjes helpen om ‘verplichtingen’ te aanvaarden: with a spoonful of sugar the medicine goes down. “Meer plezier betekent dat de ervaring langer bijblijft, je het erover vertelt aan anderen; dat is voor merken interessant.” Leisure staat dus niet alleen voor ontspanning; het is ook een industrie. “De kunst is om mensen plezier te laten beleven aan het uitgeven van geld”, legt Haelterman uit. De gebruiker verlangt een aangename ruimtelijke ervaring, de opdrachtgever wil return on investment. “De reden dat bedrijven > architectenweb — 53


Gamification: door met hun tablet opdrachten uit te voeren leren bezoekers van Coca-Cola in Wilrijk het bedrijf spelenderwijs kennen.

“Waarom zou iets saai moeten zijn, als je ook lol kunt maken?” naar Creneau toekomen, is in de eerste plaats om geld te verdienen. Dat kun je jammer vinden, of goed, maar het is nu eenmaal zo.”

Momenten van rust Meer moeite heeft Haelterman met de ‘Eftelisering’ van de gebouwde omgeving. Het Belgian Beer Café, de franchise-keten die het bureau vijftien jaar geleden ontwikkelde (samen met AB InBev), om Belgische bieren wereldwijd te promoten, is daarvan een voorbeeld. Het voert bezoekers terug naar de tijd dat er in België duizenden bruine kroegen waren waar pils werd geschonken. Deze ‘authentieke’ kroeg is gevat in een interieurontwerp met houten lambrisering, een toog, houten 54 — architectenweb

Het ontwerp van Creneau voor het bezoekerscentrum van Coca-Cola in Wilrijk kenmerkt zich door een zwarte achtergrond met felrode accenten.


Foto’s: Arne Jennard

caféstoelen en andere decoratieve elementen uit die tijd. Het concept is een wereldwijd succes; vooral in Azië en het Midden-Oosten is men er dol op. “Het bereikt helemaal zijn doel”, zegt Haelterman, “maar het blijft nep. Liever dan het verleden te kopiëren zou ik op een ‘eerlijke’ manier het verhaal verkopen.” Daarom is Creneau bezig met het ontwerp van een alternatieve lijn Beer Cafés, waarbij de kenmerkende stijlelementen door elkaar gehusseld worden en op een meer abstracte wijze worden toegepast. Een lambrisering kan ook voor een plafond gebruikt worden, een baksteen op de vloer; de creativiteit wordt de vrije loop gelaten. Haelterman is enthousiast, al vraagt hij zich af of het wijs is. “Niets duidt er immers op dat men het bestaande concept beu is, en het nieuwe ontwerp moet zich nog bewijzen.” Zelf heeft de industrieel ontwerper – net als veel architecten – een voorliefde voor minimalisme. “Leisure is in feite een zoektocht naar continue verstrooiing; het achter je laten van de grote vraagstukken van het leven. Minimalisme gaat juist over stil staan, het uitsluiten van elke vorm van afleiding, het zoeken naar een bepaalde essentie. Dat vind ik interessant.” Hij beseft dat hij nu tegen zijn eigen praktijk preekt, maar van hem zou het best eens een espresso minder mogen. “Ik denk dat er een nieuwe balans gezocht moet worden. Nu lijkt leisure het doel in het leven. Ik merk dat er een behoefte is om af en toe met rust gelaten te worden.” Hij noemt

de Silent Room in warenhuis Selfridges in Londen als voorbeeld. Een lege, met vilt beklede ruimte, met gedimd licht, waar je even kunt uitrusten of mediteren. Het is een mooi symbool voor de paradox van de vrijetijdsindustrie: funshoppen is zo vermoeiend dat je ervan moet bijkomen. “Ja, het is een tweestrijd”, mijmert Haelterman. “Aan de ene kant moeten we spenderen, aan de andere kant weten we dat dit zo niet door kan gaan; de aarde kan het niet aan, en wijzelf ook niet. Maar we leven nu eenmaal in een consumptiemaatschappij, en als we stoppen stort de economie in elkaar met desastreuze gevolgen. Een

Bij opticien Eye Candy maken de verpakkingen de winkel tot wat het is. Als klant krijg je bij aankoop van een bril een ‘stukje winkel’ mee.

“Er is ook een behoefte om af en toe met rust gelaten te worden” van de grootste uitdagingen is om die twee dingen met elkaar te rijmen: op een duurzame manier plezier maken. Ik heb daar nog geen antwoord op.” —

Voor bierketen AB InBev ontwikkelde Creneau het concept voor het Belgian Beer Café, een ‘authentieke’ Belgische kroeg.

architectenweb — 55


— advertorial

Bijzondere ruimtelijkheid Hongaars stadion vastgelegd Misschien wel het mooiste voetbalstadion van Europa staat in Felcsút, Hongarije. De Puskás Pancho Aréna is ontworpen door Imre Makovecz, de Hongaarse architect die tot ver over de grenzen vermaard is om zijn organische bouwstijl. Architectuurfotograaf Imre Csány, lid van DAPh, fotografeerde een groot deel van zijn werk, waaronder dit unieke stadion. — foto’s: Imre Csány/DAPh 56 — architectenweb

Het stadion ligt zo’n 30 kilometer buiten Boedapest, de hoofdstad van Hongarije, waar vreemd genoeg geen enkel ontwerp van Makovecz is gerealiseerd. Zijn kritiek op het communistische regime maakte hem weinig populair bij de toenmalige machthebbers. Na de val van het communisme in Hongarije veranderde die situatie, wat ook blijkt uit de realisatie van dit stadion. De Pancho Aréna is er mede gekomen door de inspanningen van Victor Orban, de huidige president van Hongarije die zelf uit Felcsút afkomstig is. Het was Makovecz laatste geesteskind. Hij heeft de voltooi-

ing ervan niet meer mee mogen maken. Nadat Makovecz, inmiddels 83 jaar oud, de eerste schetsen voor het stadion op papier had gezet, overleed hij. Het stadion staat daarom op naam van Tamás Dobrosi, een leerling van Makovecz, die het werk na zijn dood voltooide. De Pancho Aréna ligt op het terrein van de nationale jeugdopleiding van Hongarije en is vernoemd naar Ferenc Puskás, een van de beste spelers die Hongarije ooit voortbracht, en die de bijnaam ‘Pancho’ had in de tijd dat hij een van de sterspelers van Real Madrid was. Een deel van de velden van de jeugd-


advertorial—

Links De ruimtelijkheid van de Puksás Pancho Aréna was niet eenvoudig op foto vast te leggen. Rechts Aan de westzijde van het stadion staan drie sierlijke koepels.

opleiding is opgeofferd aan het nieuwe stadion, dat plaats biedt aan 3500 toeschouwers. Het team van de jeugdopleiding, Puskás Akadémia, speelt er zijn wedstrijden in de Hongaarse eredivisie. De organische vorm van het stadion sluit prachtig aan bij het idee van een jeugdopleiding, waar het immers gaat om het laten groeien en tot bloei brengen van spelers. Aan de buitenkant bevinden zich aan de westzijde van het stadion drie koepels die bekleed zijn met zwarte aluminium schubben met koperen accenten. Het geheel heeft een sacrale uitstraling die terug te vinden is in de

kerken die Makovecz heeft ontworpen. Eenmaal binnen in deze voetbaltempel, waant de bezoeker zich in een bos. Het gewelfde houten dak wordt ondersteund door twee rijen uitwaaierende houten bogen. Ondanks de bijzondere vorm en materiaalkeuze voldoet het stadion volledig aan de UEFA-normen en beschikt het over veldverwarming en goede verlichting, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de gangbare lichtmasten. DAPh-fotograaf Imre Csány is van Hongaarse afkomst en goed bekend met het werk van Makovecz. Gedurende twee jaar fotografeerde hij het levenswerk van Makovecz, wat resulteerde in een expositie in het Pesti Vigadó in Budapest met het thema: ‘Verbinden van hemel en aarde.’ Csány deelt met hem zijn zoektocht naar het natuurlijke en het bijzondere. Hij fotografeert vaak vanuit zijn intuïtie en het gevoel dat een bouwwerk bij hem oproept. Daarbij schuwt hij experimenten en onverwachte oplossingen niet. Wat Csány aanspreekt in het werk van Makovecz zijn de gedurfde oplossingen en het werken met natuurlijke materialen. “Met het gebruik van structuren uit de natuur gaat zijn werk terug naar de oorsprong,” vindt Csány: “En om dat toe te passen in een voetbalstadion,

getuigt van lef. Het heeft iets rebels.” Vooral de binnenzijde van de Pancho Aréna sprak hem aan. “Waar de meeste stadions worden gebouwd met glas en staal, is dit juist heel natuurlijk. De vele bogen geven het bijna een renaissance uitstraling.” Vooral de plaatsen waar in het dak de bogen bij elkaar komen en de spanning wordt opgevangen, vindt hij bouwkundig interessant. Fotografisch gezien was het vastleggen van het stadion niet altijd even makkelijk. Ter plekke ervaart de bezoeker de indruk van ruimte, terwijl de vele bogen en staanders in een tweedimensionaal beeld het vlak willen doorsnijden en in kleine stukjes opdelen. Om die indruk van ruimte toch weer te geven, moest veel worden gewerkt met groothoeken en het stitchen van meerdere opnames. Het resultaat is een reeks prachtige beelden die dit adembenemende stadion recht doen.’ — DAPh staat voor Dutch Architectural Photographers. Het is een collectief van zelfstandige architectuurfotografen bestaande uit: Hennie Raaymakers, Imre Csány, Jan Paul Mioulet, Katja Effting en Thea van den Heuvel. Meer informatie www.daph.nl

architectenweb — 57


Toekomst van een Ontwerpen voor sporters en zwemmers: Erik Slangen en Jakko Koenis willen niets anders. Samen bliezen ze nieuw leven in een dertig jaar oud architectenbureau en laten het evolueren. De door hun voorgangers opgebouwde unieke kennis over sportgebouwen en zwembaden brengen ze nu ook in het buitenland in de praktijk. — tekst Robert-Jan de Kort 58 — architectenweb

Foto’s: Marcel van der Burg

niche


In Voorthuizen heeft Slangen+Koenis een zwembad ontworpen waarin de bekende heldere architectuur van het bureau gecombineerd is met gekromde vlakken.

architectenweb — 59


Tien jaar geleden zette Jakko Koenis, samen met zijn compagnon Erik Slangen, de eerste stappen naar de overname van het architectenbureau van zijn vader Johann Koenis. Het dertig jaar oude bureau Koppert + Koenis heet dan ook sinds twee jaar Slangen + Koenis. Het bedrijf, gevestigd in IJsselstein, behelst van oudsher een mix van architectuur, bouwtechniek en goede zakelijke contacten, en had een stevige positie in de markt van sportgebouwen en zwembaden. Koenis senior was de architect en Koppert de zakelijk directeur. Jakko Koenis: “Toen we het bureau overnamen zaten we met een enigszins ingeslapen organisatie, maar wel één die hele goede gebouwen kon maken.” Ze besloten nieuw leven in het bureau te blazen, maar wel door te gaan op de oude weg, ditmaal met Slangen als de creatieve en Koenis als de zakelijke partner.

Niche Slangen en Koenis zweren bij de specialisatie van hun bureau in sportgebouwen en zwembaden. In die categorieën grossiert het bureau. Vaak betreft het complexen waarin sporthal en zwembad gecombineerd zijn. Koenis: “Het is een interessante niche met elke keer een unieke opgave waarin je de kans krijgt om een gebouw van het voorplein tot de 60 — architectenweb

“Het is iedere keer een unieke opgave waarin je de kans krijgt om een gebouw van het voorplein tot de kleinste details vorm te geven” kleinste interieurdetails vorm te geven.” Aan andere gebouwtypen werkt het bureau niet of nauwelijks. Slangen: “We doen momenteel wel een villa en een bedrijfsgebouw, maar daar ligt niet onze kern. Alle kennis die we hebben is er op het gebied van sport. Voor dat type gebouwen hebben we alles paraat.” Grote voorbeelden in de architectuur hebben Slangen en Koenis niet. Slangen: “We kijken niet zozeer naar werk van anderen. Ik wordt geïnspireerd door het bouwen zelf. Alles wat gematerialiseerd is heeft mijn interesse; bijvoorbeeld een bepaalde scharnier of de toepassing van een materiaal. Dat

Links Met zijn gekromde leistenen gevel buigt het zwembad in Voorthuizen mee met de naastgelegen rondweg.

Rechts Breed zicht vanuit het café op het zwembad in Voorthuizen.

hoeft niet eens in een gebouw te zijn. Dit komt vooral omdat in ieder van onze projecten iets op dat schaalniveau moet worden opgelost of uitgevonden. Koenis: “Omdat onze projecten publieksgebouwen zijn, ben ik veel bezig met het analyseren van publieksgedragingen, bijvoorbeeld recent in de Markthal. Dan kijk ik naar schaalsprongen, de sequentie van ruimtes van het publieke domein naar binnen. Ook vraag ik me dan af: wat snappen mensen niet aan een ontwerp? Deze observaties zijn belangrijk, omdat de eindgebruikers van onze projecten zelden in het proces worden betrokken. De werknemers van een zwembad of sporthal zijn voordat het gebouw er staat vaak nog niet in beeld.”

Altijd een uniek gebouw De ontwerpen van Slangen + Koenis zijn zeer divers vormgegeven. Meestal betreffen het orthogonale bouwvolumes, maar recent opende in Voorthuizen een zwembad waarvan het volume verwijst naar een uitgeholde steen. De gevel van antraciet leisteen is aan een zijde con-


“Omdat het publieks gebouwen zijn, ben ik veel bezig met het analyseren van publieksgedragingen”

caaf gekromd en relateert daarmee aan de kromming van een nieuwe, nabijgelegen rondweg. Alle projecten kenmerken zich zowel in hun verschijning als in hun ruimtelijkheid door een hoge mate van lichtheid en openheid. Ook valt de ver doorgedreven detaillering op. Vaak wordt gebouwd met zorgvuldig samenBoven en onder Het zwembad De Geusselt, dat Slangen+Koenis in Maastricht heeft ontworpen, is volledig opgebouwd uit Cradle to Cradle-materialen.

gestelde industriële bouwelementen. In de meeste projecten zijn de draagconstructie en de installaties in het zicht gelaten en daarmee onderdeel van de architectuur. In zwembad De Geusselt in Maastricht zijn verdiepingshoge houten vakwerkliggers prominent aanwezig. Verder wordt hout ook veel toegepast in de interieurafwerking. In het zwembad in Voorthuizen zorgt een glooiend plafond van houten latten voor een zachte voortzetting van de gekromde vormentaal van de leistenen gevel. De interieurs bieden vaak royaal uitzicht op de omgeving.

Opererend als bouwmeesters Het bureau heeft naast architecten ook constructieve, juridische, kosten- en bestekexpertise in huis. Daarmee wil > architectenweb — 61


“Om het proces te beheersen moet je als bureau een zo breed mogelijk dienstenpakket aanbieden” het bureau de oude positie van de architect als bouwmeester weer innemen. Koenis: “Er moet meestal tegen beperkte budgetten een complex gebouw gerealiseerd worden. Om dat proces te beheersen moet je als bureau een zo breed mogelijk dienstenpakket bieden; van de eerste haalbaarheidstudies tot de kostenbeheersing en de directievoering over de bouw.” Tevens vragen sportgebouwen en zwembaden om specifieke kennis over bijvoorbeeld klimaatsinstallaties en tegels. Vlak na de overname werd wel getracht om oude dogma’s te doorbreken. Zo pasten ze in een zwembadproject roestvast stalen beslag (in plaats van aluminium) en donkergrijze (in plaats van lichte) tegels toe. Nadat er toch corrosie optrad op het staal en de

tegels als snel te kampen hadden met zichtbare kalkaanslag beseften ze dat de oerdegelijke kennis van het bureau over sportgebouwen en zwembaden er niet voor niets is. Door het bouwproces goed in de vingers te hebben kunnen er tevens veel onderhuidse technische innovaties in de gebouwen worden verwerkt. Zoals in het zwembad De Geusselt in Maastricht dat volledig uit Cradle to Cradle-materialen in opgebouwd. Zo werd voor het beton Boven de constructie van een oud gebouw ver- In zwembad De Geusselt zijn binnen gruisd om opnieuw als basis te dienen voor het cement en ontwikkelde tegelfa- verdiepingshoge houten vakwerken brikant Mosa een recyclebare tegel. toegepast. Ook kan het bureau in een hoog tempo werken. Een voorbeeld hiervan is Linksonder en rechtsonder het Sportcentrum Helsdingen dat door Om Sportcentrum tijdsdruk in veertien maanden gebouwd Helsdingen in moest worden. Slangen en Koenis veertien maanden te wisten wat dit betekende voor het niveau kunnen bouwen koos Slangen+Koenis er van afwerking. Slangen: “Als we hier voor een industriële een hoog afwerkingsniveau gewild had- constructie en afwerking. den, zou het bouwproces vier tot vijf maanden langer geduurd hebben”. Dus seren. Door een hoogteverschil in het stelde het bureau de ruimtelijkheid als landschap konden de sporthal en het doel en zocht het naar een innovatieve zwembad ingebed worden in het landmanier om het programma te organischap en hoefde er geen dure kelderbak gemaakt te worden. Het resultaat is een compact, industrieel ogend gebouw met veel zichtrelaties tussen de sporters en de zwemmers en tussen de interieurs en het omliggende landschap.

Soms gebrekkige kennis bij opdrachtgevers Slangen en Koenis dichten opdrachtgevers een voorname rol toe in het proces. Vaak zijn het gemeentelijke instanties. Voor hen is het bouwproces een eenmalige gebeurtenis. Samen met opdrachtgevers kijken ze hoe ondanks een beperkt budget een hoog niveau gehaald kan worden. Koenis: “Nadeel is dat de kennis vaak verdwenen is bij deze opdrachtgevers. Dan wordt er een procesmanager ingehuurd om de aanbesteding vorm te geven. Maar dan blijkt dat de ingehuurde kennis niet up-to-date is. De programma’s van eisen die door externe 62 — architectenweb


“Een PvE dat kennis uit de markt wil halen, hoeft niet meer dan twee bladzijden te beslaan” adviseurs worden opgesteld zijn meestal gebaseerd op gerealiseerde projecten. Als je bedenkt dat de voorbereiding van een project drie jaar kost en het ontwerp en de bouw ook drie jaar, dan heb je het dus over zes jaar oude kennis. Het programma van eisen wordt vervolgens helemaal dichtgetimmerd, terwijl een programma van eisen dat kennis uit de markt wil halen niet meer dan twee bladzijden hoeft te beslaan. > architectenweb — 63


Boven In Almere wordt bovenop het standaard 2521-zwembad ook nog een sporthal gebouwd.

Slangen: “Hoe het ook wordt gesteld in het programma van eisen: wij gaan altijd op de rand zitten en zoeken naar de vraag achter de vraag. Uiteindelijk moet je altijd proberen mensen te verrassen met ruimtelijke oplossingen.”

Ontwikkeling standaardtype zwembad Ondanks het uitgesproken plezier en de overduidelijke kunde in het bouwen van custom-made sportgebouwen en zwembaden zijn Slangen en Koenis inmiddels een nieuwe weg ingeslagen: die naar standaardisatie. In 2010 werd gestart met de ontwikkeling van een nieuw concept: een standaardtype zwembad. Het project draagt de titel 2521, naar de standaard badmaat, en is in nauwe samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) tot stand gekomen. Het gebouw draagt de heldere signatuur van Slangen + Koenis en is ontworpen om onder meer dertig procent minder energie te gebruiken en lage onderhoudskosten te hebben. 2521 speelt in op een tekort aan goede zwemvoorzieningen, terwijl het bouwen van een zwembad voor een zwemvereniging vaak te duur is. Koenis: 64 — architectenweb

Slangen en Koenis hebben de afgelopen jaren een standaard zwembad ontwikkeld: 2521


“2521 vormt de motor voor de internationale expansie van ons bureau”

Boven en midden Slangen+Koenis won onlangs de tender voor het nationale zwemstadion in de Litouwse hoofdstad Vilnius. Linksonder en rechtsonder Het eerste 2521-zwembad is gerealiseerd in Alblasserdam.

“De standaardisatie richt zich op het segment in de markt dat nu ofwel te maken krijgt met prijsvechters ofwel met te dure aanbieders.” Het concept slaat aan. De eerste 2521 werd gerealiseerd in Alblasserdam. Momenteel wordt gebouwd in Culemborg en Almere. De nieuwste betreft een 2521-bad met daarop een sporthal. Het project in Almere laat daarmee zien dat het concept goed is uit te breiden met aanvullende functies. Koenis: “Standaardisatie is enerzijds een bedreiging voor ons werk, anderzijds vormt het de motor voor de internationale expansie van ons bureau. Bijvoorbeeld in Scandinavië waar gewerkt wordt met hogere budgetten dan in Nederland is toch veel interesse in meer betaalbare oplossingen. Internationale delegaties komen nu naar IJsselstein om kennis te nemen van onze zwembadexpertise.” Het blijft niet bij kennisoverdracht alleen. De eerste 2521-zwembaden worden momenteel gebouwd in Duitsland en in Polen. Ook werkt het bureau nu in Litouwen. Na een eerste gewonnen tender voor een 50-meter bad in Klaipeda werd er recentelijk een zeer prominent project gewonnen: het nationale zwemstadion in de hoofdstad Vilnius. Daarmee is er een vruchtbare wisselwerking tussen het standaardproduct en de speciaal gemaakte ontwerpen van het bureau en hebben Slangen en Koenis op geslaagde wijze een veelbelovende nieuwe toekomst gegeven aan een oude praktijk. — architectenweb — 65


Nieuwe

producten

Comfortabel baden in ovale vormen Met de lijn BetteLux Oval biedt Bette eigentijdse geëmailleerde ligbaden en wastafels in ovale vormen. De serie is, net als de lijn met rechthoekig sanitair, ontworpen door het bureau Tesseraux + Partner uit Potsdam. De ligbaden zijn leverbaar in drie modellen. Het inbouwmodel heeft, naast de fraaie organische vorm, een opvallend dunne badrand van slechts acht millimeter. Daarmee kan het bad nagenoeg vlak worden geïntegreerd. Het model BetteLux Oval Highline kenmerkt zich door de halfhoge ommanteling en biedt, toegepast op een verhoging, nieuwe perspectieven op de vormgeving. Als derde model is er het vrijstaande bad Silhouette: een statement in de ruimte, met een karakteristieke binnenvorm en een extreem smalle badrand. bette.nl 66 — architectenweb


Bamboo Xtreme voor buiten Dankzij een gepatenteerd proces heeft MOSO bamboe buitenproducten kunnen ontwikkelen die op tal van vlakken superieur zijn aan de beste tropische hardhoutsoorten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de hardheid, stabiliteit en brandveiligheid (Euro-klasse B, zonder impregnering). Verder noemt MOSO de duurzaamheid (klasse 1 – EN 350) en ecologie (CO2-neutraal en BreeamNL credits). Bamboo X-treme is geschikt voor verschillende buitentoepassingen. Het materiaal wordt momenteel veel gebruikt als terrasplank, gevelbekleding en balken voor buitenmeubilair. moso-bamboe.nl/outdoor

Multifunctionele dynamiek in cultureel erfgoed De voormalige rooms-katholieke kerk in Sprundel zit weer vol leven. Door de introductie van een extra vloer en toevoeging van zes mobiele paneelwanden van Breedveld is de voormalige kerk getransformeerd tot een multifunctionele accommodatie waar tal van maatschappelijke organisaties weer alle ruimte hebben voor kleine, grote of gecombineerde activiteiten. Eén van de wanden, die in een meervoudige hoekopstelling is geplaatst, biedt een flexibele corridor om ongehinderd van de ene naar de andere ruimte te komen. Zeer hoge geluidsisolerende waarden, een brandvertragende opbouw en hightech bedieningsmechanieken maken het af. breedveld.com architectenweb — 67


Altijd tapwater van 90 ºC Met de lucht/water-warmtepomp Q-ton van Mitsubishi Heavy Industries is het mogelijk om tapwater van 90 ºC te maken met een coefficient of performance (COP) van 4,3 en een minimale CO2-uitstoot. Hierbij hoeft geen gebruik gemaakt te worden van elektrische verwarming. Volgens Coolmark is dit zelfs mogelijk bij een buitentemperatuur van -25 ºC. Dit alles is volgens Coolmark allemaal realiseerbaar doordat de Q-ton gebruikmaakt van het natuurlijke koudemiddel R744 (CO2). Met de Q-ton biedt Coolmark een pakket aan dat een zo efficiënt mogelijke oplossing biedt voor verwarming, koeling, warm tapwater tot 90 ºC, vloerverwarming en ventilatie. Een zeer veelzijdig product dus. coolmark.nl

Organische klimstructuren Kinderen hebben een fascinatie voor klimmen en klauteren, vooral in de natuur. Bij het ontwerp van boomklimobjecten is het daarbij van belang veel aandacht te besteden aan de verwerking van houtsoorten, stelt Goede Speelprojecten, al decennialang specialist in het aanbrengen van boomhutten en -klimobjecten. De boomklimobjecten worden door het bedrijf nooit standaard vervaardigd: ieder landschap vraagt immers om individuele oplossingen. In de objecten blijft de natuurlijke groeivorm van het gebruikte Robinia-hout behouden en vormt dit een organische verbinding met de boom. Juist vanuit het oogpunt van duurzaamheid, stelt Goede Speelprojecten, kunnen boomklimobjecten een ultiem symbool zijn van symbiotisch leven met de natuur. speelprojecten.nl 68 — architectenweb


Structuren met karakter Tatoeëer de vloer Triflex FloorTattoos geven de mogelijkheid om opvallende accenten aan te brengen op een balkon-, terras-, entree- of galerijvloer. Met behulp van een speciale folie wordt het ontwerp verwerkt in de kunststof vloer, die in meerdere lagen wordt aangebracht. Zo is de vloer van het terras of balkon niet alleen naadloos, slijtvast en perfect waterdicht, maar krijgt hij ook een onderscheidende uitstraling. Er is keuze uit een groot aantal ontwerpen. Triflex adviseert opdrachtgevers graag in de keuze voor het juiste systeem. Deze keuze is onder meer afhankelijk van de ondergrond en de mate waarin de vloer wordt belast. triflex.nl

De nieuwe Studio Collectie van Finsa bestaat uit zestien sterke decoren met synchroon- en diepe structuren. Door een diepe persing ogen de decoren in melamine als hout dat jarenlang aan weersinvloeden is blootgesteld. De voelbare nerf valt bij synchroonstructuren samen met de houttekening. De Studio Collectie geeft daardoor de beleving van echt hout. Verder beschikt de collectie over verbeterde eigenschappen, zoals een anti-bacteriële toplaag. De Studio Collectie is verkrijgbaar via Baars & Bloemhoff op de exclusieve SuperPan-basisplaat. studiocollectie.nl architectenweb — 69


Akoestisch oranje boven De Insulit Bi+7 is een akoestische onderlaag voor vloeren, bestaande uit twee materiaallagen. De bovenzijde bestaat uit een PEschuim met microscopisch gesloten cellenstructuur in oranje kleur; voor de onderzijde is grijs vilt toegepast. De combinatie van beide materialen in één enkel product zorgt volgens de fabrikant voor een verhoogd akoestisch comfort over alle frequenties. Insulit Bi+7 is toepasbaar in onder meer projecten met vloerverwarming, een anhydriet gietvloer of een zandcement dekvloer. Het product is nauwelijks 7mm dik en heeft een ΔLw van 26 dB. Bestektekst, recente thermische en akoestische rapporten, alsook een staal van de Insulit akoestische onderlaag zijn beschikbaar. insulit.nl

Individuele oplossing met composiet wastafel Het nieuwe assortiment van Varius kan een geschikte en op maat gesneden oplossing bieden in de openbare sanitaire ruimte. De Variuswastafel is vervaardigd van composiet en kan worden gecombineerd met zelfsluitende en elektronische kranen uit het assortiment van Franke. Op maat gemaakte wastafellengtes, naadloos geïntegreerde waskommen, naadloze boord- en spatranden en verschillende designmogelijkheden zorgen volgens Franke voor nog meer flexibiliteit, aanpasbaarheid en individualiteit. franke.nl 70 — architectenweb


Verlicht zitten De collectie Empty van verlichtingsfabrikant Vibia combineert verlichting en meubilair. De serie is ontworpen door Josep Lluís Xuclà in de voor hem kenmerkende architectonische taal en rationele structuur. Met de eenvoudige rechte lijnen laat Empty zich probleemloos toepassen in de buitenruimte, of dat nu een groene of stedelijke omgeving is. De objecten, vervaardigd uit wit of grijs polymeerbeton, kunnen dienen als tafeltje of krukje. Met een ledlichtbron uit het zicht verwerkt aan de binnenzijde van de objecten, biedt Empty tegelijkertijd sfeervolle en functionele verlichting op een terras of in een tuin. vibia.com

Opbergen en opladen Medewerkers of bezoekers hun smartphone of tablet draadloos laten opladen tijdens het opbergen? Dat kan met lockers uit de Aquarius H-collectie van Van Esch. In alle houten Aquarius-lockers kan de speciale draadloze oplaadtoepassing worden geïntegreerd. Wanneer de gebruiker de smartphone of tablet op het oplaadpunt in de locker legt, laadt het toestel automatisch op. Dat kan wanneer het toestel beschikt over de zogenoemd Qi-standaard, of wanneer die wordt gecombineerd met een oplaad-sleeve. De Aquarius-lockers zijn verkrijgbaar in verschillende soorten en maten, zodat de kluisjes in elk interieur toepasbaar zijn. Zo is er de keuze uit diverse kleuren en houtdecors. De hoogte en breedte zijn naar wens aanpasbaar. van-esch.com architectenweb — 71


Authentieke en decoratieve tegels Osmunda heeft een ruime collectie met decoratieve tegels. De onderneming biedt onder meer Authentieke Cementtegels in vele kleuren en decors van hoge kwaliteit. Met plinten en hoeken in vele kleuren bieden de Metrotegels een ruime keuze. Voorts beschikt de onderneming over een ruime collectie mediterrane handbeschilderde tegels, die zich goed laten combineren met uni-series. Veel van de aangeboden motieven zijn volgens Osmunda authentieke oriëntaalse en Perzische afbeeldingen, naast Andalusische of Mexicaanse tekeningen. Terwijl de collectie al een bijna onuitputtelijke bron van keuzemogelijkheden lijkt, geeft Osmunda aan ook tegels en bouwkeramiek te kunnen reproduceren voor restauraties. osmunda.net

Gratis opladen in de open lucht De Solar Streetline is een collectie betonnen designbanken en -tafels voor in de openbare ruimte met geïntegreerde zonnepanelen. De duurzaam opgewekte energie kan worden gebruikt om gratis een tablet, telefoon of e-bike op te laden. Ook aansturing van fonteinen of waterspuiters is via dit ‘zonnemeubilair’ mogelijk. De zonnepanelen zijn semi-transparant, waardoor het meubilair niet massief oogt. De panelen geven een opvallend schaduweffect op de grond. De meubels zijn vandalismebestendig. Er zijn stand-alone modellen en modellen die gekoppeld kunnen worden aan het elektriciteitsnetwerk. De Solar Streetline is ontworpen door Ontwerpbureau Fix. struykverwoinfra.nl 72 — architectenweb


Op maat gemaakt voor hospitality Voor hotels ontwerpt en produceert Desso op maat gemaakte kamerbrede tapijten en vloerkleden. Klanten kunnen een eigen ontwerp laten uitvoeren als een geweven Axminster- of Chromojet Print-tapijt Desso heeft echter ook een online bibliotheek aan ontwerpen waaruit kan worden gekozen. Het bedrijf adviseert klanten graag bij het kiezen van het juiste tapijt voor iedere ruimte binnen het hotel. Met meer dan vijfentwintig jaar kennis en ervaring in de hospitality sector heeft Desso een wereldwijde reputatie opgebouwd voor zijn luxe en op maat gemaakte tapijten, die volgens eigen zeggen geleverd zijn aan ‘s werelds mooiste hotels. Denk hierbij voorbeeld aan het door Marcel Wanders ingerichte Andaz Hotel in Amsterdam en meerdere vestigingen van CitizenM. desso-hospitality.com

PuzzleWood uit voorraad Dankzij de kwaliteit en de uitstraling van PuzzleWood zijn de panelen met ruw ogende stroken hout een groot succes, zo zegt Steward Design Panels. Vanwege de toenemende vraag naar snelle levering heeft het bedrijf het Puzzlewood-gamma uitgebreid met de eaZy voorraadcollectie. De eaZy collectie biedt drie houtsoorten: de lichte OldChestnut, de gladde warme Walnoten en de ruwe donkere ThermoEucalyptus. De kleine, handzame panelen van 600x200 millimeter zijn per tien stuks (1,2 vierkante meter) verpakt in een doos. Bij plaatsing vallen de panelen naadloos in elkaar. Prijzen voor interieurbouw liggen tussen de € 85,-- en € 95,-- per vierkante meter, exclusief BTW. designpanels.com architectenweb — 73


Colofon Architectenweb magazine Architectenweb magazine verschijnt driemaal per jaar. ISSN 1877-8690

Redactieadres Architectenweb B.V. Postbus 92103 1090 AC Amsterdam 020 - 71 30 600 redactie@architectenweb.nl www.architectenweb.nl Uitgever Martijn Postmus mp@architectenweb.nl Hoofdredacteur Michiel van Raaij mvr@architectenweb.nl Redactie Robert Muis rm@architectenweb.nl Ronnie Weessies rw@architectenweb.nl Medewerkers aan dit nummer Kirsten Hannema, Robert-Jan de Kort, Sjoerd Reitsma, Karin Roelofse en Aldo Trim Basisontwerp en vormgeving Solar Initiative, Amsterdam Drukkerij Ipskamp Drukkers, Enschede Coverbeeld Marcel van der Burg Advertenties Bart Sakkers 020 - 71 30 600 sales@architectenweb.nl

74 — architectenweb

Advertentie-index Vrijwaring Uitgever en auteurs verklaren dat dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld. Evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook. © 2015 — Architectenweb B.V. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen en/of op enigerlei wijze worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Architectenweb B.V. Het binnenwerk van Architectenweb magazine is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier.

Branded content DAPh — 56 Eestairs — 48 Forbo — 38 Pergo — 50 Reynaers— 26 Advertenties Archello — 75 Breedveld — 3 Reynaers — 2 Saint-Gobain Glass — 76 Advertorials Bette — 66 Breedveld — 67 Coolmark Mitsubishi — 68 Desso — 73 Finsa — 69 Franke — 70 Goede Speelprojecten — 68 Insulco — 70 Moso — 67 Osmunda — 72 Steward Design Panels — 73 Struck Verwo Infra — 72 Triflex — 69 Van Esch — 71 Vibia — 71


SHARE YOUR STORY ON ARCHELLO

www.archello.com


!

App e uw Nie

Download de GLASS App. Een schat aan productinfo!

pp Glass A

Met de GLASS App op je tablet heb je

✓ Easy-to-use

alle productbrochures van Saint-Gobain

✓ Productinfo in enkele kliks

Glass altijd up-to-date.

✓ Uitgebreide waaier aan

Beschikbaar voor tablets in de App store van Apple

Saint-Gobain Glass producten

✓ Laatste nieuwsberichten

voor iOS 6 en hoger, in Google Play voor Android, en via www.the-glass-app.com.

DOWNLOAD OOK


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.