Nieuwsbrief november 2013

Page 1

Elektronische Nieuwsbrief voor leden

SPECIALE EDITIE

Elektronisch Verpleegkundig Dossier

NOVEMBER 2013


INHOUD

3 V

AN HET BESTUUR Ulco de Boer

Colofon Oprichtingsdatum 26 februari 2004 Aantal leden 135 Lidmaatschap V&VN € 62,00 per jaar /Afdeling VZI € 25,- per jaar Nieuwsbrief Verschijnt exclusief voor leden Eindredactie Ulco de Boer (u.boer@venvn.nl) Bestuur Ulco de Boer, voorzitter Erna Vreeke, vice voorzitter Renée Verwey, secretaris Eef Peelen, penningmeester Paul Blankers Sonja Jutte Fa Yacoubi Nico Kok Ybranda Koster Contact E-mail: infovzi@venvn.nl Website: http://vzi.venvn.nl Twitter: @VenVN_VZI LinkedIn VZI: http://www.linkedin.com/e/vgh/2557980/ Netwerk Keep In Touch-Zorg E-mail: KITZ@Venvn.nl Subgroep KIT-Zorg: http://www.linkedin.com/e/vgh/3710442

NOVEMBER 2013

4 E

LEKTRONISCHE OVERDRACHT (IGZ) Ellen Zijp

5 I

NFOGRAPHIC Peter Klumpenaar

6 W

13 D

ERKEN MET HET ELEKTRONISCH VERPLEEGKUNDIG DOSSIER Ybranda Koster en Nico Kok

E VERPLEEGKUNDIGE BEPAALT DE INFORMATIEKWALITEIT Margreet Michel-Verkerke

16 A

DVERTORIAL CAREPOINT

20 A

GENDA


VAN DE VOORZITTER VERPLEEGKUNDIGE FUNCTIONALITEIT

Verpleegkundigen werken in een multidisciplinaire context. Samenwerken en informatie delen neemt hierin een belangrijke plaats. Daarnaast wordt informatie vastgelegd t.b.v. de verpleegkundige zorg. De context van verpleegkundige zorg wordt duidelijk gemaakt in de referentiedomeinmodellen ziekenhuis 2.0 en care 1.0. van Nictiz. Beide zijn door Nictiz in samenwerking met de beroepsgroep opgesteld. Deze modellen zijn te gebruiken om bijvoorbeeld het applicatielandschap te plotten op het domein model om te zien of de applicaties alle functies afdekken of dat meerdere applicaties hetzelfde domein afdekken. De GGZ hanteert het HL7 EHR-FM voor zowel het domein model als voor EPD eisen. Van belang blijft dat verpleegkundigen hun werkprocessen en informatiebehoefte kwijt kunnen in het digitale dossier. V&VN VZI ziet het Elektronisch Verpleegkundig Dossier (EVD) als een digitaal informatiesysteem waarin verpleegkundigen en verzorgenden informatie kunnen vastleggen die nodig is voor de beroepsuitoefening van het vak. Aangezien digitale dossiervoering steeds belangrijker wordt voor verpleegkundigen wilde de VZI weten in hoeverre verpleegkundigen en verzorgenden nu werken met een elektronisch dossier, wat zij er mee doen en welke wensen er zijn om meer met het elektronisch dossier te kunnen doen.

Ulco de Boer

Voorzitter V&VN VZI Eindredacteur nieuwsbrief

CONCLUSIES ENQUÊTE

In deze nieuwsbrief het verslag met de resultaten. Enkele van de conclusies wil ik hier alvast delen. Opmerkelijk is dat 30% van de respondenten aangeeft door invoering van het digitale dossier meer tijd nodig te hebben voor dossiervoering. Gelukkig zegt 38% efficiënter te kunnen werken. Als VZI is het jammer dat 70% zegt niet de kernset eOverdracht te kennen terwijl deze set in veel organisaties wordt geïmplementeerd en de IGZ heeft aangekondigd volgende jaar te zullen gaan handhaven op de overdracht van de zorg. Samengevat: Verpleegkundigen en verzorgenden werken met digitale dossiervoering maar nog niet alle administratieve werkzaamheden worden digitaal gedaan en het digitaal werken kan nog geoptimaliseerd worden. Dit is niet alleen een taak van de softwareleveranciers maar ook van de beroepsgroep zelf. V&VN zal hier ondersteuning aan moeten bieden om dit voorelkaar te krijgen.

“V&VN VZI ziet het Elektronisch Verpleegkundig Dossier (EVD) als een digitaal informatiesysteem waarin verpleegkundigen en verzorgenden informatie kunnen vastleggen die nodig is voor de beroepsuitoefening van het vak”

NIEUWSBRIEFSPECIAL OVER EVD

Centraal in deze nieuwsbrief staat de uitgevoerde enquête over verpleegkundige functionaliteit. De enquête geeft inzicht in de stand van zaken en zal de basis vormen om wensen en eisen van digitale dossiervoering voor verpleegkundigen vorm te geven. Daarnaast belicht deze nieuwsbrief het EVD van verschillende kanten: Ellen Zijp van de IGZ geeft aan dat dossiervoering en specifiek de overdracht van de zorg belangrijk is voor verpleegkundigen om aandacht aan te schenken. Gebruikers van verpleegkundige functionaliteit uit verschillende domeinen van de zorg geven hun mening over dossiervoering in hun organisatie. Margreet Michel is dit jaar gepromoveerd op het onderwerp adoptie van elektronische dossiers door zorgverleners. In deze nieuwsbrief een samenvatting van haar onderzoek. Een advertorial belicht de implementatie van het EVD vanuit zowel de leverancier als de zorgverlener.

3


Elektronische overdracht van patiënteninformatie Ik hoorde laatst een verpleegkundige de volgende opmerking maken. “Als ik

zou moeten kiezen tussen het risico op verlies van een deel van mijn privacy of het risico om bij ziekenhuisopname verkeerd behandeld te worden ten gevolge van een gebrek aan de juist informatie, dan koos ik toch voor een veilige behandeling. Ik heb mijn huisarts toestemming gegeven voor het EPD”. De Inspectie voor de Gezondheidszorg kan zich heel goed voorstellen dat deze verpleegkundige kiest voor veiligheid door toestemming te geven voor elektronische gegevensuitwisseling via het EPD ook al doet zij in haar beleving concessies aan haar privacy. Ook de inspectie signaleert voor de patiënt risico’s bij onzorgvuldige overdracht van patiënteninformatie. De kwaliteit van de (verpleegkundige) overdracht heeft invloed op de veiligheid van de patiënt. Onjuiste, incomplete en niet-tijdige overdracht van patiënteninformatie kan leiden tot potentieel vermijdbare gezondheidsschade. Op de dag van ontslag moeten, zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen 24 uur, een medische-, verpleegkundige- en medicatie-overdracht naar de opvolgende zorgverlener. Bij voorkeur zijn die overdrachten geïntegreerd om de risico’s ten gevolge van verschillen tussen drie aparte overdrachten te voorkomen. Uitwisseling van gegevens vraagt daarom om standaardisatie, om eenduidigheid. De transitie van papierennaar elektronische overdracht en de invoering van standaardisatie maken dat de juiste patiënteninformatie tijdig op de juiste plaats beschikbaar kan zijn1. En dat geeft niet alleen veilige en verantwoorde zorg, maar ook verpleegkundige voldoening.

Ellen Zijp

Coördinerend/specialistisch senior inspecteur Inspectie voor de Gezondheidszorg

“De inspectie vindt het tijd dat alle zorginstellingen gebruik gaan maken van de mogelijkheden van elektronische dossiers; niet alleen om de kwaliteit en veiligheid te vergroten, maar ook de doelmatigheid”

VZI Nieuwsbrief november 2013

V&VN heeft samen met Actiz en Nictiz in de standaardisatie een goede stap gemaakt met de introductie van de dataset ‘E-Overdracht’, een dataset voor de elektronische verpleegkundige overdracht. De vergroting van de kwaliteit en de veiligheid door de ‘E-Overdracht’ komt het beste tot zijn recht als zender en ontvanger werken met een elektronisch dossier. De inspectie vindt het daarom tijd dat alle zorginstellingen gebruik gaan maken van de mogelijkheden van elektronische dossiers; niet alleen om de kwaliteit en veiligheid te vergroten, maar ook de doelmatigheid. Uiteraard realiseert de inspectie zich dat elektronische dossiers en elektronische overdrachten ook nieuwe risico’s met zich meebrengen. Zo kunnen misverstanden ontstaan bij het ontbreken van uniforme afspraken over terminologie. Bij de invoering van elektronische dossiers is het noodzakelijk om aan de risico’s aandacht te besteden.Tot slot: bij (elektronische) overdracht van patiënteninformatie moeten uiteraard met de patiënt goede afspraken gemaakt worden om de privacy te waarborgen.

Staat van de Gezondheidszorg 2011. Informatie-uitwisseling in de zorg: ICT lost knelpunten zonder standaardisatie van de informatie-uitwisseling niet op. Utrecht: Inspectie voor de Gezondheidszorg; 2011 1

4


5


Werken met een elektronisch verpleegkundig dossier Resultaten van de enquête over het EVD In hoeverre werken verpleegkundigen en verzorgenden met een elektronisch dossier, wat doen zij er mee en welke wensen zijn er om meer met het elektronisch dossier te kunnen doen? Dat wilde de afdeling V&VN verpleegkundige en zorginformatica (VZI) weten. Zij hebben een enquête uitgezet om een beeld te krijgen van het werken met het elektronisch verpleegkundig dossier en zijn functionaliteiten in Nederland. Ybranda Koster en Nico Kok, bestuursleden van V&VN VZI

INLEIDING

Steeds meer verpleegkundigen en verzorgenden werken met een digitaal dossier. Soms heet dit het Elektronisch Verpleegkundig Dossier (EVD). Soms is er geen duidelijk onderscheid met functies die door artsen of andere disciplines gebruikt worden en maakt verpleegkundige registratie onderdeel uit van het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) of Elektronisch Cliënten Dossier (ECD). In de enquête spreken we voor het gemak over het EVD. V&VN VZI ziet het Elektronisch Verpleegkundig Dossier (EVD) als een digitaal informatiesysteem waarin verpleegkundigen en verzorgenden informatie kunnen vastleggen die n odig is voor de beroepsuitoefening van het vak. De enquête bestond uit de volgende onderdelen: • Inleidende vragen • Functies van het EVD »» Gegevens verzamelen en verpleegproblemen vastleggen »» Vastleggen gewenste resultaten, verpleegkundige interventies plannen en Verpleegkundige interventies uitvoeren »» Evaluatie en overdracht van zorg • Algemene vragen over digitale dossiervoering voor verpleegkundigen en verzorgenden

VZI Nieuwsbrief november 2013

ALGEMEEN

In de periode van 26 september tot en met 24 oktober 2013 stond de enquête open en hebben ruim 150 verpleegkundigen en verzorgenden de enquête ingevuld. Van hen was het overgrote deel werkzaam in het algemeen ziekenhuis (63%), gevolgd door de VVT sector (14%). De overige deelnemers zijn werkzaam in GGZ, verstandelijk gehandicapten zorg, thuiszorg en een opvallend (relatief ) groot aantal in de revalidatie hoek (Figuur 1).

6

Figuur 1: verdeling respondenten per sector

De meeste van de deelnemers (88%) werkt in de dagelijkse praktijk met cliënten. Dit betekent dat de enquête voornamelijk is ingevuld door mensen die in de praktijk met het elektronisch dossier werken. Dit is een belangrijke indicator voor de waarde van de resultaten deze enquête voor de praktijk.

RESULTATEN

90% van de respondenten werkt met een elektronisch verpleegkundig dossier in welke vorm en met welke functionaliteiten dan ook. Ongeveer de helft van de respondenten werkt in een apart EVD dat gekoppeld is aan het EPD, in 55,8% is het EVD een geïntegreerd onderdeel van het EPD. 70% van de gebruikers gebruikt het elektronisch dossier direct “aan het bed” van de cliënt. De mogelijkheid om met het EVD “aan bed” te kunnen werken wordt door alle respondenten als zeer belangrijk beoordeelt. In het ziekenhuis kent het dossier in het algemeen een gecombineerd gebruik met de dagbehandeling. Een


Tabel 1: genoemde EVD’s / leveranciers.

Apenio Caress (PinkRoccade) Centric Chipsoft (EZIS) Cura Digidos ECaris Elpado Epic EVD GIZ GZD Helios HIS

Horizon (Mc Kesson) Intra Zis KD+ Kidos Lable care Lorenzo Mirador MIS ML Cas Orbit Suite OrbitCare Picus Care Suite Plan Care Dossier Point

combinatie in gebruik met de polikliniek komt veel minder voor. Ook kan er in het dossier verder gewerkt worden als de cliënt wordt overgeplaatst naar een andere afdeling binnen het eigen ziekenhuis. In het EVD is het onderdeel intake/anamnese in vrijwel alle gevallen voor handen. De meeste pakketten kunnen een standaard zorgplan of pad met doelen presenteren. Meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat bij het invoeren van de anamnese standaard doelen naar voren komen. De planning van activiteiten en de registratie daarvan is in het algemeen ook mogelijk om weer te laten geven in het elektronisch dossier. Als er wordt afgeweken van de originele planning geeft echter maar 25% van de gebruikers aan dat er een signaal vanuit de applicatie komt.

Pro-DB QIC (Cormel) Resident web SAP Siren Soarian (Siemens) Tubis xCare (McKesson) ZIS

diffuser: van een onderdeel als informed consent wordt aangegeven dat dit bij slecht 50% van de applicaties een plek heeft. Informatie over werklast en werkdruk wordt in het algemeen niet zichtbaar gemaakt in de dossiers. Registraties rond kwaliteitszorg (VMS thema’s en IGZ registraties etc.) kunnen slechts in een derde van de EVD’s goed worden vastgelegd. De verpleegkundige die de informatie registreert of verandert is goed terug te vinden in het dossier zodat ten alle tijden herleidbaar is wie de registratie of wijziging heeft ingevoerd. De mogelijkheden en toepassingen van het elektronisch dossier voor multidisciplinair gebruik worden positief beoordeeld. Ook geeft het overgrote deel van de deelnemers aan het multidisciplinaire aspect van het elektronische dossier zeer belangrijk te vinden.

“In de meeste EVD’s is het mogelijk om een overdracht te generen bij overplaatsing of ontslag. Opvallend hierbij is dat ruim 70% van de respondenten aangeeft niet te weten of de VenVN richtlijn e-Overdracht hierbij gebruikt wordt”

Het vastleggen van gemeten waarden is in de meeste gevallen een vaste functionaliteit van het dossier. In driekwart van de situaties attendeert de applicatie een gebruiker dat er een afwijkende waarde is ingevoerd, zoals een te hoge temperatuur of bloeddruk, en dat het wenselijk is een vervolg interventie uit te voeren. In een aantal pakketten is een duidelijke presentatie van acute interventies of risico’s zoals het reanimatiebeleid, allergieën of besmettelijke aandoeningen. Ook het gebruik van middelen en maatregelen is in veel gevallen goed vast te leggen. Medicatieverstrekking is in het algemeen geen onderdeel van het EVD. Zodra we bij de minder “harde” informatie aankomen wordt het beeld dat wordt verkregen door deze enquête

Een goed overzicht van de activiteiten en afspraken van andere disciplines draagt bij aan de kwaliteit van de dagelijkse uitvoering van zorg. Slecht 4% van de respondenten geeft aan dat de zorgrapportage niet plaatsvindt in het elektronisch dossier. In de meeste EVD’s is het mogelijk om een overdracht te generen bij overplaatsing of ontslag. Opvallend hierbij is dat ruim 70% van de respondenten aangeeft niet te weten of de VenVN richtlijn e-Overdracht hierbij gebruikt wordt. Het registreren van zorg op afstand en digitaal contact met de patiënt/familie/mantelzorger is in de meeste dossiers niet mogelijk, dit wordt echter ook niet als belangrijk gezien.

7


VZI Nieuwsbrief november 2013

Functionaliteit: in gebruik:

Tabel 2: gebruikte functionaliteiten

Ja

Nee

Deels

Duidelijk en snel informatie reanimatiebeleid Vastleggen vitale waarden Zorgrapportage in het dossier Verpleegkundige anamnese vastleggen Duidelijk en snel informatie besmettelijke aandoeningen Duidelijk en snel informatie allergieĂŤn Vastleggen wie informatie heeft ingevoerd Vastleggen wie informatie heeft gewijzigd Gebruik dossier andere disciplines Vastleggen verpleegkundige interventies Ondersteuning multidisciplinaire samenwerking Duidelijk en snel vindbare informatie risicovolle aspecten

125 155 150 153 120 132 156 137 148 148 144 106

31 1 6 3 36 24 19 19 8 8 12 50

Verpleegkundige overdracht genereren bij overplaatsing of ontslag Sector specifieke registraties bijhouden Vastleggen vochtbalans Vastleggen en registreren middelen en maatregelen Mogelijkheid verder werken in dossier bij overplaatsing Verrichtingenregistratie op datum, tijdstip en uitvoerende Alert bij waarde die vervolg actie nodig heeft Vastleggen verpleegkundige diagnoses of verpleegproblemen Planning maken van verpleegkundige interventies Standaard zorgplannen beschikbaar Zorgdoelen vastleggen Resultaat van de vochtbalans berekend Inzicht in werkbelasting verpleegkundigen Door invoeren van anamnese standaarddoelen in het EVD Zorgpaden/programma's ingerichten Vastleggen informed consent Medicijnverstrekking onderdeel van EVD Vitale waarden in een grafiek weergegeven Ondersteuning bijstellen zorgplannen Bijhouden wanneer zorgevaluatie moet plaats vinden Reminder bij afwijking planning Vastleggen registratie kwaliteitszorg Gebruik EVD "aan het bed" Overdracht genereren op basis van de V&VN richtlijn eOverdracht Mogelijkheid registratie zorg op afstand Mogelijkheid digitaal contact met familie / mantelzorgers

127 129 143 142 134 143 113 139 129 117 128 115 35 92 92 85 56 112 96 97 46 50 95 20 50 30

29 9 13 16 22 13 43 17 27 39 28 41 121 64 64 71 100 44 60 59 110 50 39 24 106 126

In tabel 2 is te zien welke functionaliteiten belangrijk gevonden worden en ook daadwerkelijk functionaliteiten zijn die vaak in EVD’s zijn opgenomen. Als we de open vragen samenvatten zien we dat de verschillende digitale dossiers de continuïteit van zorg bevorderen. Aangegeven wordt dat er in het dossier veel gegevens verzamelt zijn, vaak van verschillende

8

Belangrijk 4,64 4,63 4,62 4,59 4,59 4,57 4,51 4,51 4,49 4,37 4,37 4,36

18

56 112*

4,33 4,32 4,3 4,27 4,27 4,26 4,21 4,21 4,21 4,07 3,96 3,95 3,88 3,81 3,8 3,77 3,77 3,74 3,74 3,73 3,64 3,53 3,48 3,24 3,2 2,98

disciplines en dat deze gegevens beter en daardoor ook sneller vindbaar zijn. Ook de leesbaarheid van de dossiers wordt als een zeer groot pluspunt ten opzichte van de papieren dossiers beoordeelt. Daarnaast is het EVD op verschillende locaties, werkplekken en, zoals al eerder aangegeven, aan het bed in te zien.


• • •

COW’s en andere primaire devices zijn vaak te groot en/of te zwaar om goed mee te kunnen nemen naar cliënten. In veel gevallen zijn er erg veel klikken nodig om uit te komen bij de informatie die nodig is. Het is moeilijk om snel aan een totaal overzicht te komen van de gegevens die belangrijk zijn.

In de open opmerkingen kwam nog naar voren dat men het jammer vindt dat er geen sprake is van één landelijk systeem. Tevens wordt aangegeven dat de ondersteuning bij de implementatie van het gekozen systeem vaak te beperkt is.

CONCLUSIES

• Figuur 2: verdeling respondenten per sector

• Ruim een derde van de geënquêteerden geeft aan dat het werken met het dossier tijd oplevert, de rest kent geen tijdswinst of geeft aan dat het meer tijd kost. (Figuur 2).

• •

Er blijken zeer veel verschillende applicaties gebruikt te worden die door verpleegkundigen gezien worden als EVD, er zijn echter maar enkele leveranciers die een significante gebruikersgroep kennen. Men vindt het winst dat gegevens beter leesbaar en beter vindbaar zijn dan bij een papieren dossier. Multidisciplinair gebruik is waardevol. Er is in het algemeen sprake van een registratief dossier en in mindere mate van ondersteuning van het verpleegkundig proces.

“Ruim een derde van de geënquêteerden geeft aan dat het werken met het dossier tijd oplevert, de rest kent geen tijdswinst of geeft aan dat het meer tijd kost” Er worden ook nog functionaliteiten van het elektronisch dossier gemist. De meest genoemde functionaliteiten die nog gewenst worden door de respondenten zijn: • Een koppeling met meetinstrumenten/ bewakingsapparatuur als monitoren, infuuspompen etc.; • Meer ondersteuning van het methodisch proces; • Koppeling met de medicatieverstrekking, medicatie gegevens en de registraties die hieromtrent dienen te gebeuren; • Generen van overdrachten; • Inzichtelijkheid voor cliënten kan verbetert worden; • Inzicht in de zorgzwaarte binnen een afdeling. In de enquête werd tevens gevraagd naar punten die een goed functioneel gebruik van het elektronisch dossier in de praktijk beperken. Punten die hier met name naar voren kwamen zijn: • • •

De performance van de hardware en de verschillende netwerken die veel traagheid veroorzaken en daarmee zorgen voor veel frustratie. Er wordt snel te veel geregistreerd, waardoor het meer tijd kost om het dossier te lezen. Het elektronisch dossier vormt (nog steeds) een echt obstakel voor mensen die minder vaardig zijn met computers.

• •

• •

Belangrijke verantwoordingsinformatie zoals kwaliteitsmetingen maken lang niet altijd deel uit van het dossier. Slechts in 1 derde van de gevallen is er sprake van tijdwinst. Dit in een tijd dat er al veel klachten zijn dat verpleegkundigen veel met bureauwerk bezig zijn en weinig tijd hebben aan het bed bij de cliënt. De hardware blijkt een groot obstakel zowel in omvang, gewicht als performance. De dossiers leveren in het algemeen geen managementinformatie op ten aanzien van werkbelasting en werkdruk.

Kortom er is een start met de ontwikkeling van EVD’s maar er is nog veel te verbeteren. Binnen de VenVN VZI horen we nu vaak dat verpleegkundigen geconfronteerd worden met automatisering in plaats van dat zij actief betrokken worden bij het opstellen van het programma van eisen, de selectie en het onderhoud/ de doorontwikkeling. Als VenVN VZI vinden we dat de verpleegkundigen hier veel meer invloed op moeten krijgen. Graag willen we hier een actieve rol in gaan vervullen. We nodigen een ieder dan ook van harte uit hierop te reageren. Stuur een mail aan infovzi@venvn.nl als jij ook vind of en zo ja hoe jij hieraan mee zou willen werken.

9


Implementatie verpleegkundige functionaliteit Ervaringen met het gebruik van het digitaal dossier Veel verpleegkundigen maken al gebruik van een digitaal dossier om uitgevoerde werkzaamheden vast te leggen. Verpleegkundigen uit verschillende organisaties kregen vragen voorgelegd om hun ervaring met digitale dossiervoering te weten te komen.

GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

Voor het registreren van verpleegkundige werkzaamheden wordt bij Arkin gebruik gemaakt van Psychis van PinkRoccade. Rob Smit, maatschappelijk werker en teamcoördinator van ACT 2 (Assertive Community Treatment) en Daan Reijnders, Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige en teamcoördinator vertellen hierover.

VZI Nieuwsbrief november 2013

Functionaliteit Rob: Voor het registreren van de verpleegkundige activiteiten wordt gebruik gemaakt van Psygis Quarant en het EVS (elektronisch voorschrijf systeem). Psygis Quarant is op onze afdeling ongeveer 2 jaar geleden ingevoerd. Dat heeft ons niet veel tijd gekost. Er is een e-learning module beschikbaar gesteld en het opstarten ging zonder grote problemen. Ik maak nog geen gebruik van alle functionaliteiten die het systeem biedt. Dat komt omdat mij onbekend is wat er allemaal mogelijk is in het systeem. Daan: ik maak sinds 2006 ook gebruik van Psychis en in mindere mate vanaf augustus 2013 van Iquarant. Dit is een uitgeklede versie van Psychis voor mobiel gebruik op een tablet. Voor de dossiervoering maak ik gebruik van bijna alle elementen van het dossier: Naw-gegevens en contactpersonen, het verwerken van de ROM, invullen van MATE t.b.v. verslavingsonderzoek, advies en beleid voor verwijzers, diagnostiek en beloop beschrijven, maken van Bopz formulieren, verwerken somatische gegevens, maken van behandelplan, signaleringsplan, crisisbeleid, verwerken van correspondentie. Het dossier kent meer registratiemogelijkheden maar door mijn werkzaamheden maak ik daar zelden gebruik van.

10

Voordelen Rob: Wat het voordeel is van het digitale dossier is de centrale plek van registreren. Dat was tevens de grootste verandering voor de verpleegkundigen. Wat mist is een goede koppeling van het dossier, EVS en recepten naar de apotheek. Deze koppeling komt in 2014 tot stand Daarnaast zijn er nog steeds veel papieren handelingen (met bijv. recepten). Voor de komende twee jaar gaan we er voor zorgen dat alle registraties vanuit het dossier gedaan worden en niet meer in aparte mappen worden gestopt. Mochten andere verpleegkundige afdelingen besluiten om een digitaaldossier in te voeren maak dan duidelijk afspraken met alle onderdelen van de organisatie waar je welke informatie registreert en schaf alle papieren zaken verder af. Hierdoor voorkom je onduidelijkheid bij overdrachten en opnames en ontslagen uit de kliniek. Zorg hierbij ook voor eenduidige werkinstructies.

“We gaan er voor zorgen dat alle registraties in het digitale dossier gedaan worden en niet meer in aparte mappen worden gestopt. Het grote voordeel hiervan is de centrale plek van registreren”

Daan: Voor mij voegen het schrijven van beloop en het maken van behandelplannen het meeste toe aan mijn werkzaamheden. Als aanvulling zou ik graag digitaal risicotaxaties willen maken, mogelijk via de ROM. De tip die ik mee zou willen geven is verpleegkundigen in staat te stellen om mobiel te kunnen registeren vanaf een ipad en om de instelling te voorzien van beveiligd WIFI.


ACADEMISCHE ZIEKENHUISZORG

Universitair Medisch Centrum Utrecht maakt gebruik van EZIS.net versie 5.2 van Chipsoft Harm Visser en Arjan Tuinstra , functioneel applicatie beheerder / medewerker Project & Advies waren hierbij betrokken om inhoudelijke te adviseren, de (generieke) uitgangspunten te bewaken en specialistische werkgroepen procesmatig te begeleiden.

“Na een voortraject van 18 maanden zijn we in het gehele ziekenhuis op 10-6-2011 live gegaan. Van de verpleegkundige module in EZIS maken we gebruik van de subonderdelen ‘Activiteitenplan’ en ‘Problemen’. Daarnaast maken we veel gebruik van de modules ‘Digitale dossier registratie’, ‘Formulierenmanager’, ‘EDL (Elektronische Deellijsten)’, ‘Metingen en activiteiten’, ‘Overzichtsgenerator’, ‘Diagnose Complicatie Registratie’, ‘Opname’ en ‘Agenda’. De Verpleegkundige submodule ‘Diensten’ wordt niet gebruikt in het UMC Utrecht. Sommige onderdelen van de module ‘PDMS’ zijn wel in gebruik.” Voordelen gebruik EVD “Het ziekenhuis breed digitaliseren van het dossier is al een groot pluspunt op zich. Dit introduceert een brede en gemakkelijke inzage in andere dossiers voor behandelaren. Hierbij kan het door de arts gestelde beleid of metingen gedaan op een andere afdeling makkelijk worden opgezocht.” “Wat ook goed werkt is het activiteitenplan. Dit maakt d.m.v. (voorgedefinieerde) orders aan de verpleegkundige inzichtelijk wat de dagelijkse uit te voeren handelingen zijn bij de patiënt. (Para)medici kunnen vanuit hun eigen dossier makkelijk ‘orders’ doorgeven aan de verpleegkundige. Een notificatie voor een medicatiewijziging komt ook op deze manier binnen. De status van de Order is inzichtelijk voor de aanvrager waardoor beide partijen worden geïnformeerd.” Wat beter vormgegeven zou kunnen worden zijn: • een beter werkende vochtbalans waarbij »» toegediende medicatie kan worden geregistreerd »» een gedetailleerdere weergave van de toedieningen (wat over welke infusielijn(en))

• makkelijkere afstemming tussen de artsen en de verpleegkundigen • op de werkvloer ervaart men de opbouw van de anamneses volgens de Gordon gezondheidspatronen systematiek als onpraktisch. Toekomstige plannen Het UMC Utrecht heeft verschillende plannen om het dossier voor verpleegkundigen te verbeteren. 1. De verpleegkundige anamnese is sinds kort aangepast waarbij JCI/ VMS verplichte thema’s makkelijk inzichtelijk en invulbaar zijn gemaakt. Hierbij wordt na het beantwoorden van deze thema’s een risicoscore bepaald. Als het risico positief is kan er direct vanuit de anamnese één of meerdere orders richting het activiteitenplan worden uitgezet. De verpleegkundige regiegroep, welke de generieke inrichting van het EVD vormt en bewaakt, heeft de intentie om de verpleegkundige anamnese flink onder handen te nemen. 2. Het verpleegkundig methodisch werken is mogelijk in het EZIS EVD maar wordt niet tot nauwelijks gebruikt in de praktijk. Er bestaan wensen, en vanuit JCI de noodzaak, voor een optimalisatie van dit werkproces en is dus iets wat opgepakt moet gaan worden. 3. Een algemeen te gebruiken nieuw Wondformulier en Pijn meetinstrument 4. Automatisch herhalende orders in het activiteitenplan (bv. 3 x per dag pijnscore afnemen)

“Het ziekenhuis breed digitaliseren van het dossier is al een groot pluspunt op zich. Dit introduceert een brede en gemakkelijke inzage in andere dossiers voor behandelaren” Ervaringen “Een klein deel van de verpleging werkte in het oude Mirador EPD. Het EZIS EPD heeft een huisbrede ingebruikname voor álle verpleegkundigen geïntroduceerd waarbij er meer registratiemogelijkheden voor algemene en specifieke vragenlijsten bij kwamen.” “Als tip willen we adviseren om als organisatie een mandaat hebbende werkgroep aan te stellen die bestaat uit verpleegkundigen uit alle ‘windstreken’ die de generieke inrichting van het EVD bewaken en vormgeven. Ons advies is deze groep voor het implementatietraject én de periode daarna in stand te houden.”

11


OUDERENZORG

Ervaringen Verpleegkundigen, verzorgenden en behandelaren ervaren het werken met het DZD als een vooruitgang. Zij noemen als belangrijkste voordelen van het DZD dat ze met meerdere disciplines tegelijk in één dossier kunnen werken. Een ander genoemd voordeel is dat men niet meer te maken heeft met moeilijk leesbare handschriften en dat het een verbetering van de samenwerking met andere disciplines met zich meebrengt. Verder gaan de overdrachten tussen medewerkers en de voorbereidingen voor een

WoonZorgcentra Haaglanden heeft Caress van Pink Roccade ingevoerd. Arianne Samsom, Projectleider Digitaal ZorgDossier vertelt hier over. Kader WoonZorgcentra Haaglanden (WZH) ziet het zorgdossier als de basis van de zorg. Met de planning en de inzet van de zorg wordt geredeneerd vanuit de wensen van de cliënt. Wanneer het dossier goed op orde is, kunnen de juiste mensen op het juiste moment de juiste zorg geven. Om de basis nog steviger te maken, is besloten in alle woonzorgcentra te werken met het Digitaal ZorgDossier (DZD). WZH is in 2012 gestart met een pilot rondom het Digitaal ZorgDossier (DZD) in één woonzorgcentrum. Na de succesvolle afronding van de pilot, is vanaf januari 2013 gestart met verdere implementatie in de andere dertien woonzorgcentra. Deze implementatie is op het moment van schrijven in volle gang en wordt in 2014 afgerond. Alle intramurale cliënten van WZH hebben dan een Digitaal ZorgDossier (DZD). Op dat moment kan gekeken worden in hoeverre er andere functionaliteiten van het dossier gewenst zijn om te activeren.

VZI Nieuwsbrief november 2013

Overstap naar digitaal Bij de overstap naar het DZD blijft de werkwijze en inhoud van het dossier gelijk. Het papieren dossier is qua structuur één op één overgenomen. Ook de afspraken rondom het multidisciplinair samenwerken zijn hetzelfde. Door deze één op één overgang, wordt de overstap naar het digitaliseren als overzichtelijk ervaren. Voor de verpleegkundigen, verzorgenden en behandelaren verandert er inhoudelijk niets. De focus tijdens de overstap ligt hierdoor met name op het digitaal werken en denken.

12

“Digitalisering: Voor de verpleegkundigen, verzorgenden en behandelaren veranderde er inhoudelijk niets. De focus tijdens de overstap lag hierdoor met name op het digitaal werken en denken”

multidisciplinair overleg (MDO) aanzienlijk sneller. Een verzorgende liet bijvoorbeeld weten: “Heerlijk! Eerst was ik voor één cliënt een uur bezig met de voorbereiding van een MDO, nu ben ik in 20 minuten klaar. Deze tijd is nu weer direct voor de cliënt.” Ook is de nauwkeurigheid in de rapportages geoptimaliseerd. Gebruikers kunnen alleen nog maar op doel rapporteren. Als het niet compleet is, dan volgt een melding en zal de gebruiker het nog moeten invullen. Daarmee begeleidt en ondersteunt het DZD de verpleegkundigen en verzorgenden in de stappen die genomen moeten worden in het zorgproces. Hierdoor wordt ook het zorgproces waar nodig nog geoptimaliseerd. Verpleegkundigen en verzorgenden moeten wanneer zij starten met het DZD eraan wennen om de tablet ook daadwerkelijk mee te nemen naar de cliënt en direct ter plekke te rapporteren en registreren.


Elektronisch Verpleegkundig Dossier (EVD): de verpleegkundige bepaalt de informatiekwaliteit Proefschrift over de adoptie van elektronische dossiers door zorgverleners Het beeld dat zorgverleners elektronische dossiers niet willen gebruiken, omdat ze niets met computers en technologie hebben, is een fabeltje. Uit het promotieonderzoek van Margreet Michel-Verkerke blijkt dat ook verpleegkundigen het EVD graag gebruiken als dit hen daadwerkelijk ondersteunt in hun werk. Maar wanneer vindt de verpleegkundige dat het EVD haar ondersteunt? Daarover gaat dit artikel. Dr. ir. Margreet B. Michel-Verkerke, hoofddocent bij de studieroute Gezondheid & Technologie bij Saxion Hogeschool.

ADOPTIE VAN EPD’S

Haar interesse in de toepassing van ICT in de zorg en met name de adoptie van elektronische patiëntendossiers (EPD’s) werd gewekt toen ze, zo’n 15 jaar na het afronden van haar studie als basisarts, bedrijfsinformatietechnologie ging studeren. In de gezondheidszorg speelt informatie een cruciale rol, maar helaas was en is de benodigde informatie lang niet altijd beschikbaar op het moment en op de plaats waar die nodig is. Rond de eeuwwisseling stond het gebruik van EPD’s nog in de kinderschoenen. De Nederlandse huisartsen liepen voorop met een automatiseringsgraad van 90%, maar in de rest van de zorg werd ICT toch vooral voor administratieve doeleinden gebruikt. Dit terwijl de mogelijkheden wel degelijk gezien werden en er ook EPD’s op de markt waren. Vaak werd als verklaring geroepen dat artsen weigerden computers te gebruiken en dat verpleegkundigen computers eng vonden, maar hoe het werkelijk zat, was niet bekend. Voor Margreet een goede reden om promotieonderzoek te doen naar de factoren die de adoptie van EPD’s door zorgverleners

PRIMA-METHODE

Om adoptie te kunnen verklaren, zijn praktisch toepasbare onderzoeksmethoden nodig die gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis. Het PRIMA-model is zo’n methode (Spil & Michel-Verkerke). Het PRIMA-model richt zich op de eindgebruiker van de innovatie. Het PRIMA-model beschrijft de factoren die het succes en falen van innovaties, zoals EPD’s, bepalen (figuur 1). In het PRIMA-model worden twee invalshoeken gecombineerd: aan de ene kant de invalshoek van de innovatie en aan de andere kant de invalshoek van het domein van de innovatie (figuur 1). Het innovatieproduct is de innovatie zelf, bijvoorbeeld een EVD. Met het innovatieproces, wordt het ontwikkel- of implementatieproces bedoeld. Bij het domein

Sociaal / Gebruiker

Technologie / ICT

Product

Domein

Relevantie

Informatiekwaliteit

Proces

Innovatie

PRIMA

bepalen. Met adoptie wordt bedoeld: het besluit om een innovatie daadwerkelijk te gebruiken, omdat deze als de beste handelwijze gezien wordt (Rogers, 1995). Het promotieonderzoek is vorig jaar afgerond en Margreet heeft haar proefschrift in februari met succes verdedigd.

Attitude

Middelen en Mensen

Figuur 1. Het PRIMA-model, De lettergrootte geeft het relatieve belang weer van de determinant.

13


wordt onderscheid gemaakt tussen het sociale domein, dit is het domein van de gebruiker en het technologische domein, dit is het ICT-domein. Combinatie van beide invalshoeken levert vier determinanten op die het succes van innovaties beïnvloeden (Michel-Verkerke, 2013). De vier determinanten relevantie, informatiekwaliteit, middelen en mensen en attitude, worden gemeten met behulp van PRIMA-interviews en de PRIMA-vragenlijst. Daarbij wordt gemeten op het organisatieniveau, het zogenaamde macroniveau en op het niveau van de individuele gebruiker. Dit is het microniveau. Het promotieonderzoek bestond uit vier case studies en de evaluatie van de PRIMA-methode zelf. De vier case studies omvatten twee zorgketens (MS en CVA) en de evaluatie van een ECD en EVD. In dit artikel zal verder ingegaan worden op de bevindingen over het EVD.

te verhogen, werden veel minder gebruikt. Hoewel alle gebruikers positief oordeelden over het EVD, gebruikten zij alleen dat wat echt nodig was. Daarbij volgt ieder zijn eigen werkwijze. Dit is mogelijk ook een verklaring voor de opvallende bevinding dat de respondenten vonden dat er regelmatig gegevens in een verkeerd dossier werden ingevoerd. Zowel gebruikers van het EVD als van papieren dossiers waren van mening dat het dossier niet altijd de laatste informatie bevatte. Ondanks het gebruik van COW’s (computer-on-wheels), was er niet altijd een EVD beschikbaar bij het bed en werden metingen eerst op een papiertje geschreven en later ingevoerd. Het gebruik van het EVD leverde geen tijdsbesparing op, maar kostte eerder meer tijd. Toch kan gezegd worden dat het EVD duidelijk de voorkeur had boven een papieren dossier, omdat het iedereen overal toegang gaf tot alle informatie.

VZI Nieuwsbrief november 2013

“Gebruikers van het EVD wilden alles in het EVD hebben en verlost zijn van papieren formulieren, omdat die extra werk veroorzaken”

Evaluatie van een EVD Door middel van twaalf diepte-interviews zijn de kenmerken van de gebruiker onderzocht. Er zijn zes verpleegkundigen geïnterviewd die nog geen EVD gebruikten en zes die al wel een EVD gebruikten. Bij de interviews ligt de focus op de (beoogde) eindgebruiker van de innovatie, omdat uit de theorie over acceptatie en adoptie van innovaties blijkt, dat de eindgebruiker daarin cruciaal is (Rogers, 1995). PRIMA-interviews kunnen zowel vooraf gebruikt worden om het succes van een innovatie te voorspellen (nulmeting), als achteraf om het succes of falen van een innovatie te verklaren (evaluatie). Verder hebben 95 (48%) van alle 195 verpleegkundigen die met het EVD werkten, de PRIMA-vragenlijst ingevuld.

Microrelevantie Kijkend naar de vier determinanten van het PRIMAmodel is de conclusie dat het onbelemmerd beschikken over informatie zeer microrelevant is. En dat het verlichten van tijdsdruk minder microrelevant is. Verder bleek dat informatiekwaliteit de tweede bepalende factor is. Informatie werd niet altijd vertrouwd: de verpleegkundige wil zelf kunnen beoordelen en bepalen wat de beste zorg is voor een patiënt. Dit betekent dat haar informatiebehoefte groot is: zij wil alles weten over de patiënt. Bovendien moet de informatie aan bepaalde eisen voldoen. Informatie moet actueel, volledig, juist, betrouwbaar en bruikbaar zijn en beantwoorden aan de informatiebehoefte van de verpleegkundige.

Uit het onderzoek bleek dat het patiëntendossier niet alleen aan het begin van een dienst, maar de hele dag door gebruikt wordt om informatie op te zoeken of in te voeren. Daarnaast vindt ook mondelinge informatie-uitwisseling plaats. Gebruikers van het EVD wilden alles in het EVD hebben en verlost zijn van papieren formulieren, omdat die extra werk veroorzaken. Naast het raadplegen, werd het EVD vooral gebruikt voor het maken van verpleegplannen en voor verslaglegging. Functies die meer bedoeld waren om de structuur en de kwaliteit van de verslaglegging

De verpleegkundige hecht dus grote waarde aan goede informatie. Deze informatie moet door verpleegkundigen ingevoerd worden en daar zit een dilemma. De verpleegkundige gebruikt maar een klein deel van de informatie die zij zelf invoert. Zij voert de gegevens vooral in voor haar collega’s en gebruikt vooral de gegevens die haar collega’s ingevoerd hebben. De microrelevantie om gegevens goed in te voeren is daardoor laag. Dit heeft consequenties voor de kwaliteit van de informatie en voor het ontwerp van het EVD.

14


WAARDE VAN HET EVD Het ontwerp van het EVD is gebaseerd op het papieren dossier en het verpleegkundig proces. Er heeft geen fundamenteel herontwerp plaatsgevonden. Uit het onderzoek blijkt dat het EVD een goede vervanging is van het papieren dossier en dat de verslaglegging in het EVD minstens zo goed en misschien zelfs beter is. Om te kunnen voldoen aan de grote informatiebehoefte van verpleegkundigen, is een flinke inspanning nodig van de verpleegkundigen om gegevens in te voeren. De microrelevantie voor het goed invoeren is echter laag, omdat een verpleegkundige deze informatie niet voor haar zelf invoert, maar voor haar collega’s. Om de mogelijkheden van een EVD volledig te benutten is het daarom nodig het EVD zo te ontwerpen, dat rekening gehouden wordt met het doel van de verslaglegging. Daarnaast bleek uit het onderzoek dat de adoptie van een EVD geen ja-nee-gebeuren is: het is niet alleen belangrijk óf een EVD door iedereen gebruikt wordt, maar minstens zo belangrijk is hoe het EVD gebruikt wordt.

LITERATUUR

Dr. ir. Margreet B. Michel-Verkerke Werkzaam bij Saxion en lid van de kenniskring Technologie in Zorg & Welzijn, thema Informatie delen in Zorg & Welzijn. Zij is hoofddocent bij de studieroute Gezondheid & Technologie die opleidt tot hbo-verpleegkundigen met specifieke aandacht voor innovatie en technologie (www.saxion.nl/gt). Daarnaast is zij werkzaam als zelfstandig adviseur. m.b.michel@saxion.nl www.michel-verkerke.nl

Michel-Verkerke, M.B. (2013). Electronic Patient Record: What makes the care provider USE IT? Proefschrift. Enschede: Universiteit Twente. Michel-Verkerke, M.B. (2012). Information Quality of a Nursing Information System depends on the nurses: a combined quantitative and qualitative evaluation. International Journal of Medical Informatics, 2012. 81: p. 662 - 673. Michel-Verkerke, M.B., Nursing Information System: a relevant substitute of the paper nursing record. In: Moen A, Anderson, SK, Aarts J en Hurlen, P (eds). User centered Network Health Care – Proceedings of MIE 2011. Amsterdam: IOS Press. Rogers, E.M. (1995). Diffusion of Innovations, New York: Free Press. Spil, Ton en Michel-Verkerke, Margreet (2012). De waarde van informatie in de gezondheidswereld. Delft: Oberon.

15


advertorial advertorial

NIEUWE MODULES MEDISCH DOSSIER Gebruikers in Nederland Isala Klinieken, Zwolle UMCU, Utrecht Meander Medisch Centrum, Amersfoort Catharina Ziekenhuis, Eindhoven

CarePoint Nederland heeft haar programma elektronische medische dossiers verder uitgebreid. Elektronisch Verpleegkundig Dossier Apenio© met add-ons voor:   

Spoed Eisende Hulp CCU Kinderafdeling

VZI Nieuwsbrief november 2013

Anesthesie dossier AnStat© met add-ons voor:    

Complete chirurgische workflow Compleet IC management (PDMS) Beheer medische apparatuur Medische beeldvorming

Polikliniek

De add-ons zijn als modules gebouwd. Uitgangspunt is geweest, standaard modules te bouwen om het onderhoud en ondersteuning beheersbaar te doen zijn, maar toch schaalbare oplossingen te bieden.

16


advertorial advertorial

Tegenstrijdige belangen bij pakketkeuze Data op zich hebben geen waarde. Data hebben pas waarde en vormen informatie als ze relevantie bezitten in besluitvorming. Anders gezegd data moeten zodanig verzameld en geordend worden dat ze betekenis en context bezitten. Zorginstellingen die er in slagen om hun data te transformeren en presenteren zodanig dat er informatie ontstaat voor:       

Patiënten Artsen Verpleegkundigen Management Financiers Overheid Wetenschap

“Ken jij iemand die in alles goed is?” Het antwoord is bijna altijd: “nee!” Toch leeft bij velen de illusie dat één integraal pakket voor alle betrokkenen ideaal is.

creëren daarmee een strategische voorsprong. Essentieel voor continuïteit. Anno 2013 is die niet automatisch gewaarborgd, zo lezen we steeds vaker. Dat het verzamelen en ordenen van informatie vooral in het primaire proces van het ziekenhuis goed geborgd moet worden is evident, alleen al om redenen van kostenbesparing. De soms tegenstrijdige belangen van bovengenoemde partijen, maken het selectieproces gecompliceerd en daarom soms tijdrovend.

Het aanbod van zorgproces ondersteunende systemen Zorgproces ondersteunende informatiesystemen kunnen – mits goed ingezet en ingeschaald – een cruciale rol spelen om de strategische doelen te realiseren. Zeker als die ook transmuraal toepasbaar zijn. Nog steeds is de discussie actueel over de keuze voor een monolithisch systeem dan wel “best of breed”. In willekeurige volgorde is daarover een aantal aspecten van belang:  

Vraag eens of er iemand is die in alles goed is? Antwoord is, met uitzondering ven een enkele zot, neen! Zo is het met Software leveranciers ook. Kan een heel ziekenhuis v.w.b. medische dossiervorming op één systeem draaien. Ook hier is het antwoord neen. Zelfs leveranciers die “allesomvattendheid”

17


advertorial advertorial

  

claimen maken dat niet waar. Denk aan lab, roosterplanning, koppelingen met monitoren en meetinstrumenten waarvan de output in het medisch/verpleegkundig dossier hoort. Koppelingen blijven dus nodig. Hoe minder koppelingen hoe beter? Meestal wel ja. Een voordeel voor de monolieten. De machtspositie van een leverancier van een monoliet is groter dan die van een best of breed systeem. Voor zover ons bekend zijn de meeste verpleegkundige modules van monolieten ontsproten aan de invalshoeken van de arts en/of sjablonen van een EPD en niet een echt op het verpleegkundig proces gericht EVD. Een monolithisch systeem is moeilijker echt up to date te houden op deelgebieden, terwijl juist op bepaalde deelgebieden vaak ineens een snelle vooruitgang geboekt wordt.

Lastige vragen met, als gebruikelijk, vele invalshoeken. Er is ook nog een derde weg: Integratie. Apenio© bijvoorbeeld kan als module in een EPD “gehangen” worden.

Toenemend belang van kosten Onlangs was er verontwaardiging over de plannen om in Nederland 4 centra voor protonentherapie op te zetten. Met de steeds grotere druk om kostenbewust te werken, zullen er wel meer voorbeelden komen van noodzakelijke afstemming en vergroting van de bezettingsgraad van kostbare systemen in de zorg. De financiële aspecten zullen zwaarder gaan meewegen. Vanuit die verwachting heeft CarePoint Nederland B.V. ingezet op concurrerende prijsstelling ten opzichte van het huidige aanbod. Zeker ook als het gaat om de verpleegafdelingen.

VZI Nieuwsbrief november 2013

Vraag: Moet je voor de grootste beroepsgroep die de meeste data vastlegt een systeem kiezen dat niet echt voor en door die beroepsgroep is ontwikkeld?

De verpleegafdelingen van het ziekenhuis De verpleegkundige beroepsgroep is de grootste in een ziekenhuis en heeft de meeste patiëntencontacten. De resultatenrekening van een ziekenhuis bevestigt dat ook in bedrijfseconomische zin. Allemaal redenen om de automatisering op de verpleegkundige afdeling de hoogste prioriteit te geven, zeker als een ziekenhuis kostenbeheersing als strategische component ziet. De praktijk blijkt weerbarstig. 18


advertorial advertorial

Toch dienen de verpleegafdelingen de strategie van het ziekenhuis te vertalen naar hun specifieke rol met daarbij veel aandacht voor de communicatie, het delen van informatie met de andere partners in het ziekenhuis en het inspelen op de snel veranderende maatschappij. Bovendien is een duidelijke en op kennis en trots van het vak gebaseerde visie van groot belang. Een tekort aan verpleegkundigen wordt voorzien, zowel kwantitatief als kwalitatief. Uit ervaring blijkt dat inzet van buitenlandse verpleegkundigen geen goede oplossing is. Het ziekenhuis dient een aantrekkelijke werkgever te zijn, op de arbeidsmarkt concurrerend t.o.v. andere zorginstellingen. Dat betekent goede opleidingsmogelijkheden, moderne hulpmiddelen (geen papieren dossier), taakdifferentiatie en loopbaanperspectief. De assertievere patiĂŤnt, de overheid en de financiers eisen zowel verpleegkundige kwaliteit als kostenbeheersing. Gelukkig gaan die laatste twee vaker samen dan men denkt, maar een goed doordachte strategie is hier ook voorwaarde.

OK en IC van het ziekenhuis Deze afdelingen gebruiken systemen voor het bewaken van vitale functies. CarePoint Nederland B.V. heeft geanalyseerd waar het aanbod beperkt is en dus sprake van hoge prijsstelling. Met het in Nederland door anesthesiologen ontwikkelde AnStat en de modules van DigiStat is alle functionaliteit voor de OK en IC beschikbaar tegen concurrerende prijzen ten opzichte van het huidige aanbod.

CAREPOINT NEDERLAND B.V. TEKST: JAN VAN DER BEEK WENST U SCHERMAFDRUKKEN VAN ONZE SOFTWARE? STUUR EEN MAIL NAAR: VDB@CAREPOINT.NL

ZONNEOORDLAAN 17, 6718 TK EDE TEL. 0318 589558 INFO@CAREPOINT.NL

19


AGENDA

WERKCONFERENTIE I-ZIEKENHUIS

DATUM: 6 december 2013 WAAR: Utrecht, Seat2meet INFO EN AANMELDING: FRED SMEELE: SMEELE@NICTIZ.NL

De werkconferenties iZiekenhuis hebben als primaire doelgroep Informatiearchitecten en –managers van ziekenhuizen. De onderwerpen die aan de orde komen hebben vooral betrekking op informatiearchitectuur. Het doel van de werkconferenties is : 1. (Inventariseren) Inventariseren wat er leeft ten aanzien van (referentie)architectuur in de ziekenhuizen en op welke bestaande vraag (‘probleem’) een architectuur het antwoord zou moeten zijn. Verder bedoeld ter kennismaking, verkenning, binding en om elkaars ervaringen met architectuur en problematiek te verkennen en te delen. 2. (Stand van zaken) Informeren, terugkoppelen en feedback vragen over status en tussenproducten van het programma i-Ziekenhuis. 3. Afspraken maken over vervolg.

SYMPOSIUM CLINICAL DATA WAREHOUSE

DATUM: 11 december 2013 WAAR: Windesheim in Zwolle INFO: WINDESHEIM

Op woensdag 11 december 2013 vindt het symposium Clinical Data Ware House plaats bij Windesheim. Hét slotstuk van het gelijknamige onderzoeksproject van het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg over het digitaal vastleggen en uitwisselen van oncologische patiëntengegevens. Aanmelden via het aanmeldformulier op de website van Windesheim. Aan het symposium zijn geen kosten verbonden. Voor meer informatie: ir.schreuder@windesheim.nl U kunt zich aanmelden tot 4 december 2013.

ZORG & ICT 2014

VZI Nieuwsbrief november 2013

DATUM: 25-27 maart 2014 WAAR: Jaarbeurs Utrecht INFO: WWW.ZORG-EN-ICT.NL

Zorg & ICT is het jaarlijks ijkpunt voor ICT en innovatie binnen de zorg. Het is de vakbeurs waar u op de hoogte raakt van de laatste ontwikkelingen voor uw specifieke beleidsterrein of vakgebied.

Jaarsponsor van de VZI

20


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.